Voortoets Nb-wet bestemmingsplan Berg en Bos Toetsing van het bestemmingsplan aan de bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998
Definitief
Gemeente Apeldoorn
Grontmij Nederland B.V. Zwolle, 16 november 2011
GM-0041810, revisie 0
Verantwoording
Titel
:
Voortoets Nb-wet bestemmingsplan Berg en Bos
Subtitel
:
Toetsing van het bestemmingsplan aan de bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998
Projectnummer
:
305525
Referentienummer
:
GM-0041810
Revisie
:
0
Datum
:
16 november 2011
Auteur(s)
:
drs. E.F. Thomassen
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
drs. ing. P. van den Hengel
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
ir. A. van Straten
Grontmij Nederland B.V. Noordzeelaan 50 8017 JW Zwolle Postbus 1364 8001 BJ Zwolle T +31 38 499 16 00 F +31 38 422 76 97 www.grontmij.nl
GM-0041810, revisie 0 Pagina 2 van 24
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding ......................................................................................................................... 4 Aanleiding ..................................................................................................................... 4 Doel ............................................................................................................................... 5 Passend beoordelen ..................................................................................................... 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Uitgangspunten bestemmingsplan ............................................................................... 6 Zonering ........................................................................................................................ 6 Bouwplannen Park Berg en Bos ................................................................................... 8 Bouwplannen Apenheul ................................................................................................ 8 Haps .............................................................................................................................. 8
3
Wettelijk kader .............................................................................................................. 9
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
Relevante Natura 2000-gebieden ............................................................................... 11 Afbakening gebieden .................................................................................................. 11 Natura 2000-gebied Veluwe ....................................................................................... 11 Gebiedsbeschrijving.................................................................................................... 11 Begrenzing en oppervlakte ......................................................................................... 11 Instandhoudingsdoelstellingen.................................................................................... 12 Ligging natuurlijke habitats ......................................................................................... 14 Ligging leefgebieden Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten .............................................. 16
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
Effectanalyse en toetsing ............................................................................................ 18 Inleiding ....................................................................................................................... 18 Effectenanalyse .......................................................................................................... 18 Vernietiging door ruimtebeslag, versnippering door doorsnijding leefgebieden ......... 18 Vermesting en verzuring door stikstofuitstoot ............................................................. 18 Verstoring door geluid of licht ..................................................................................... 19 Verdroging dan wel vernatting door verstoring van de waterhuishouding .................. 22 Verontreiniging ............................................................................................................ 22
6 6.1 6.2
Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................... 23 Conclusies................................................................................................................... 23 Aanbevelingen ............................................................................................................ 23
7
Literatuur ..................................................................................................................... 24
GM-0041810, revisie 0 Pagina 3 van 24
1
Inleiding
1.1 Aanleiding In het kader van de actualiseringplicht uit de Wet ruimtelijke ordening worden de vigerende bestemmingsplannen voor het park Park en Bos en de omgeving vernieuwd. Het plangebied (zie Figuur 1.1) omvat de bos- en natuurgebieden aan de westzijde van Apeldoorn, grotendeels in eigendom van de gemeente. Het plangebied vormt de overgang tussen het bosgebied van de Veluwe aan de westzijde en de bebouwing van Apeldoorn aan de oostzijde. De Veluwe, een Natura 2000-gebied, is het grootste vrijwel aaneengesloten bos- en heidegebied van Nederland. Het landschap binnen het plangebied wordt gekenmerkt door de ligging tegen de stuwwal en bestaat uit bosgebied, afgewisseld door enkele open heidegebieden. Het grootste deel van het bosgebied bestaat uit naaldhoutbossen, naast gemengd en multifunctioneel bos. Het grootste deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het beschermde Natura 2000-gebied De Veluwe. Figuur 1.1
Plangebied
GM-0041810, revisie 0 Pagina 4 van 24
Inleiding
Het plangebied grenst aan de noordwestzijde aan de bossen van de Kroondomeinen, de Amersfoortseweg vormt hier de plangrens. Aan de westzijde grenst het plan aan het bestemmingsplan Veluwe West. Aan de zuidzijde vormt de Asselsestraat de grens. Globaal gezien vormt de bebouwingsrand van Apeldoorn de oostelijke plangrens. Centraal binnen het plangebied ligt het Park Berg en Bos. Hieronder vallen de meest intensief gebruikte delen als de Apenheul, de parkvijver, Stayokay en het Bosbad. Deze delen liggen buiten de Natura 2000 begrenzing. Het sportcomplex van AGOVV en de Koningin Julianatoren zijn buiten het bestemmingsplan gehouden. De gebieden ten noorden, westen en zuiden van het plangebied maken overwegend deel uit van het Bestemmingsplan Veluwe. Het sportcomplex rond AGOVV maakt deel uit van het Bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2. Aan de westkant van Apeldoorn liggen nog andere bovenlokale voorzieningen zoals Paleis Het Loo, en ook belangrijke werkgelegenheidsfuncties als de Willem-III kazerne, het Rijksgebouwencomplex en de Verzekeringskamer aan de J.F. Kennedylaan. Deze voorzieningen liggen allen in de rand van de Veluwe en maken onderdeel uit van een structuur van open ruimtes aan de oostrand van het Veluwemassief. 1.2 Doel Het doel van deze voortoets is om inzicht te krijgen in de effecten die activiteiten die binnen het bestemmingsplan mogelijk gemaakt worden op Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plangebied kunnen hebben. De voortoets biedt inzicht in de vraag in hoeverre significant negatieve effecten op Natura 2000-gebieden zouden kunnen optreden en of daarvoor in een latere fase nog een nadere toetsing (verslechteringstoets of passende beoordeling) nodig is. 1.3 Passend beoordelen Op grond van de Natuurbeschermingswet dienen plannen of handelingen die van invloed kunnen zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden ‘passend beoordeeld’ te worden in het licht van de Natuurbeschermingswet. Hiervoor is het instrument Habitattoets in het leven geroepen. Het detailniveau van een Habitattoets moet passen bij het detailniveau van het plan of project. Voor een concreet project is meestal gedetailleerde informatie nodig. Voor een plan ligt dit anders. Plannen kunnen heel verschillend van karakter zijn. Dit werkt door in de bijbehorende Habitattoets. Bij een plan met een hoog abstractieniveau, bijvoorbeeld een provinciale structuurvisie, hoort een globale toets, die meer het karakter heeft van een risicoinventarisatie voor latere plannen of besluiten. Voor ontwikkelingen die nog onzeker zijn en voor de lange termijn zijn gepland, volstaat het om op hoofdlijnen na te gaan of er kans is op aantasting en of er maatregelen beschikbaar zijn om dat te voorkomen. Bij een gedetailleerd plan, waarin nieuwe ontwikkelingen al concreet zijn, moet de informatie in de passende beoordeling ook gedetailleerd zijn. Er moet dan blijken dat (al dan niet met mitigerende maatregelen) geen aantasting van natuurlijke kenmerken zal plaatsvinden.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 5 van 24
2
Uitgangspunten bestemmingsplan
2.1 Zonering De maatregelen in het Park Berg en Bos zijn vooral bedoeld om de functie en het gebruik van het park te bestendigen door het versterken van een zonering van intensief gebruik (stadspark) naar extensief gebruik (natuurpark). Dit uitgangspunt past binnen de gedachte van reconstructie van het Park waarbij duurzaamheid en natuurlijkheid een belangrijke rol spelen, maar is ook een uitvloeisel van de natuurwetgeving. Ten opzichte van het bestaande bestemmingsplan worden de grenzen van de zonering aangepast zodat er meer overeenstemming is met de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwe (zie Figuur 2.1). Figuur 2.1
Zonering Berg en Bos
Bron: Beheervisie Berg en Bos, Gemeente Apeldoorn 2007
De zonering binnen het park loopt van intensief gebruik (stadspark) naar extensief gebruik (natuurpark).
GM-0041810, revisie 0 Pagina 6 van 24
Uitgangspunten bestemmingsplan
Zone intensief gebruik Deze zone is bestemd voor intensievere vormen van natuur- en dagrecreatie. Het gebied ligt buiten het Natura 2000-gebied. In dit gebied liggen onder meer het Bosbad, de Apenheul met uitbreiding, het park met de vijver en Stayokay. Ook passen hier het Natuurhuis, sporten in het groen, een volwaardige horecavoorziening en evenementen met een publiek karakter. Eventueel vergroting van bouwmogelijkheden, waarbij inbedding in natuurlijke en landschappelijke omgeving een vereiste is. Zone matig intensief gebruik/dagrecreatief medegebruik De Sprengvallei, het parkgebied ten zuiden van de Jubileumlaan, de speelweide en het Klimbos, samen met de Veluwse wei en het herten- en zwijnengebied vallen binnen deze zone. Dit gebied geldt als overgang naar het bos. Deze zone is bestemd voor intensievere vormen van natuur- en landschapsafhankelijke dagrecreatie en ligt deels (het westelijke deel) binnen het Natura 2000-gebied, maar buiten de zone waarin zwaar beschermde soorten verblijfplaatsen hebben. Beperkte bouwmogelijkheden alleen als er geen effecten zijn op beschermde habitattypen en beschermde soorten. De zone is geschikt voor: • klimbos, Veluwse weide; • evenementen met een minder intensief karakter; • optimalisering cultuurhistorische patronen; • vergroting open terrein, mits natuurvriendelijk beheerd. Zone extensief gebruik Het extensieve gebied is bedoeld voor natuur en extensieve vormen van natuur en landschapsgebonden recreatie: wandelen en fietsen, met aandacht voor zichtbare elementen van cultuurhistorie en archeologie. Deze zone ligt binnen Natura 2000 en omvat ook gebieden waarin beschermde soorten verblijfplaatsen hebben. In deze zone worden geen bouwwerken gebouwd ten behoeve van recreatieve activiteiten of voorzieningen. De zone is geschikt voor: • wandel- en fietspaden; • evenementen met beperkt karakter (in schaal, tijd, intensiteit, bezoekersaantallen, frequentie, duur). Zone Bosweide De Bosweide ligt binnen de extensieve zone, in Natura2000 gebied. Vanuit het bestaande gebruik vinden hier echter met enige regelmaat evenementen plaats. De meeste van deze evenementen zijn vrij kleinschalig, met maximaal 2.000 bezoekers (vaak verdeeld over meerdere dagen), maar sommige zijn grootschalig, met een enkele uitschieter naar maximaal 65.000 bezoekers (verdeeld over 60 dagen). Het grootste aantal bezoekers op één enkele dag was maximaal 30.000 (25 jaar Vroege Vogels in 2003). Voor de Bosweide wordt voorgesteld met inachtneming van de uitkomsten van de Voortoets heldere gebruiksvoorschriften op te stellen, met als uitgangspunten de beperkingen die de beheervisie (Gemeente Apeldoorn, 2007) voorstelt. Aan de hand daarvan kunnen evenementen op de bosweide worden behouden, maar kunnen schaal, tijd, intensiteit, bezoekersaantallen, frequentie et cetera worden beperkt, zodat de natuurwaarden worden beschermd. Algemene uitgangspunten voor recreatief medegebruik.
• Activiteiten zijn gericht op beleving van natuur, natuurgerichte recreatie, kunst, cultuur en in algemene zin op beleving van de buitenruimte zonder daarbij onevenredige hinder op te roepen bij de in de natuur recreërende mensen en schade of hinder te veroorzaken aan natuur-, cultuur of landschappelijke waarden. • Grootschaliger activiteiten, met grote bezoekersaantallen, worden beperkt gehouden (maximaal drie grootschaliger activiteiten en maximaal zes activiteiten op kleinere schaal). • De totale (gezamenlijke) duur van de activiteiten is voor de grotere activiteiten maximaal zes dagen en voor kleinere maximaal twintig dagen per jaar.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 7 van 24
Uitgangspunten bestemmingsplan
2.2 Bouwplannen Park Berg en Bos De volgende nieuwe aanpassingen worden gemaakt. • De inrichting van het centrale voorplein aan de J.C. Wilslaan wordt in 2012 veranderd. • Bij de entree wordt een nieuw restaurant gerealiseerd, waar naast daghoreca ook avondhoreca mogelijk wordt. • Voor de invulling van de speelweide is een aanzet gemaakt voor creatieve speelmogelijkheden via Cool Nature vooral gericht op educatie. 2.3 Bouwplannen Apenheul De stichting Apenheul heeft plannen voor de komende jaren. Er staat een aantal nieuwe dierenverblijven op het programma. Ze zijn voornamelijk vervangend voor de verouderde gebouwen met dezelfde functie. Ook worden de tijdelijke kassa’s bij de ingang van de Apenheul binnen enkele jaren vervangen door een definitief kassagebouw. Op haar terrein wil Apenheul een nieuwe inrichting waarbij wordt uitgegaan van een centraal middenplein, zodat de bezoekers meer over het terrein kunnen worden verspreid. De Apenheul heeft concrete plannen voor gebouwen van hoge kwaliteit en attractiewaarde. Het gaat om:
• •
Gorilla World: een passende huisvesting voor de gorillagroep Amazonia: een gebouwen-, shelters- en eilandencomplex met apen uit het Amazone-
Oppervlakte 1.600 m
2
Oppervlakte 1.400 m
2
regenwoud
•
Xingu Biovariete: voor multimediale presentaties over biodiversiteit in het Amazone
Oppervlakte 800 m
2
woud, in een gemeenschapshuis van Xingu-Indianen
•
Gouden Apen van China: een eiland met unieke Chinese apensoort, omringd voor
Nog niet bekend
natuurelementen uit de oude Chinese culturen
•
Quarantainegebouw aan de westrand
Oppervlakte 800 m
2
2.4 Haps In het oosten van het plangebied is een prehistorisch dorp nagebouwd dat bestaat uit een aantal naar prehistorische opgravingen gemodelleerde boerderijen, waarin basisschoolklassen van groep 7 en 8 drie dagen (twee nachten) verblijven. Per dag/nacht zijn er ongeveer 20-50 kinderen aanwezig met begeleiders c.q. docenten. Er verblijven omstreeks 1.500 kinderen per jaar op het Hapsdorp, uit heel Nederland. 2.5 Cumulatie met andere projecten In cumulatie met andere projecten kunnen mogelijk effecten optreden die ieder afzonderlijk niet, maar samen wel eventueel significant zijn. Er zijn echter geen projecten bekend waarvan op dit moment zeker is dat cumulatie met de activiteiten binnen de herziening van het bestemmingsplan Berg en Bos optreedt. Projecten waarbij dit mogelijk het geval is, zijn de Julianatoren en het terrein van het voormalige hotel aan de J.C. Wilslaan. Zolang er echter onzekerheid is omtrent deze projecten, kan cumulatie van effecten niet bepaald worden en moet vanuit procedures rond deze projecten worden bepaald met betrekking tot bestemmingsplan Berg en Bos.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 8 van 24
3
Wettelijk kader
3.1
Natuurbeschermingswet 1998
3.1.1 Inleiding Met de inwerkingtreding van Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) in oktober 2005 zijn door Nederland de internationale verplichtingen vanuit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de nationale wetgeving verankerd. Ingevolge artikel 10a, eerste lid Nb-wet, wijst de minister van LNV gebieden aan ter uitvoering van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, de zogenaamde Natura 2000-gebieden. Op grond van artikel 19d, lid 1, Natuurbeschermingswet 1998 is het verboden om zonder vergunning, of in strijd met de vergunning, projecten te realiseren die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Dit geldt tevens voor projecten of handelingen die buiten het Natura 2000-gebied plaatsvinden, als er negatieve effecten door ‘externe werking’ kunnen optreden. Gedeputeerde Staten – of in uitzonderingsgevallen de minister van EL&I – kunnen op grond van artikel 19d Nb-wet een vergunning verlenen voor activiteiten die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben. Voor plannen (bijvoorbeeld bestemmingsplannen) geldt dat goedkeuring van het bevoegd gezag op grond van artikel 19j Nb-wet nodig is. De vergunning of goedkeuring kan pas worden afgegeven nadat een zogenaamde ‘Habitattoets’ het bevoegd gezag de zekerheid heeft gegeven dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast en de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van de soorten niet verslechtert en dat er geen significante verstoring van soorten optreedt. 3.1.2 Voortoets De eerste stap in een Nb-wet toets is de zogeheten oriënterende fase (voortoets). In deze fase wordt gekeken of effecten van werkzaamheden op Natura 2000-gebieden kunnen worden uitgesloten. Tijdens de oriënterende fase worden op globaal niveau beoordelingen uitgevoerd om het (mogelijk) voorkomen van beschermde soorten en habitats en mogelijke effecten van een project op de instandhoudingsdoelen te bepalen. Aan de hand van de uitkomsten van de oriënterende fase wordt beoordeeld of er een nadere toets (verslechteringstoets of passende beoordeling) uitgevoerd moet worden. Het afwegingskader is hieronder schematisch weergegeven.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 9 van 24
Wettelijk kader
Figuur 3.1
Stappenplan Nb-wet toets
Bron: ministerie van EL&I
GM-0041810, revisie 0 Pagina 10 van 24
4
Relevante Natura 2000-gebieden
4.1 Afbakening gebieden In de nabijheid van het plangebied ligt één Natura 2000-gebied, dit is de Veluwe. Het grootste deel van het plangebied valt ook binnen dit gebied. 4.2
Natura 2000-gebied Veluwe
4.2.1 Gebiedsbeschrijving De Veluwe bestaat overwegend uit droge bossen, droge en natte heide, vennen en stuifzanden. In de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden, duwden de ijslobben van het landijs enorme hoeveelheden door de rivieren aangevoerd zand en grond voor zich uit en opzij en vormden zo de stuwwallen. Hoewel de hoogteverschillen sindsdien door wind en water zijn afgevlakt, reiken de hoogste delen van de Veluwe tot ruim 100 m boven NAP.Tot 1900 was de Noord-Veluwe één uitgestrekt stuifzandgebied. Tegenwoordig is er in totaal nog 1400 hectare stuifzand op de Veluwe. Bij Kootwijk is één van de grootste actieve stuifzandgebieden van Europa. Plaatselijk komen in de heiden natte of droge heischrale graslanden, jeneverbesstruwelen, vennen, natte heide en hoogveenkernen (Mosterdveen) voor. In het beekdal van de Hierdense en Staverdense Beek worden schraallanden aangetroffen. Langs de randen van de Veluwe ontspringen de (sprengen)beken, waar beekvegetaties en zeer plaatselijk bronbossen voorkomen. 4.2.2 Begrenzing en oppervlakte Het Natura 2000-gebied Veluwe beslaat een oppervlakte van 91.157 ha. en wordt globaal begrensd door de plaatsen Arnhem, Wageningen, Ede, Barneveld, Lunteren, Otterloo, Putten, Harderwijk, Hattem, Apeldoorn, Dieren. Ook enkele beken nabij Wissel en Emst maken deel uit van het aangewezen gebied. Het bunkercomplex Schaarsbergen is het enige deel van het gebied dat uitsluitend wordt aangewezen als Habitatrichtlijngebied. De begrenzing van het Habitatrichtlijngebied Veluwe is bepaald aan de hand van de ligging van de natuurlijke habitats en de leefgebieden van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Daarnaast omvat het begrensde gebied ook natuurwaarden die integraal onderdeel uitmaken van de ecosystemen waartoe de betreffende habitattypen en leefgebieden van soorten behoren alsmede nieuwe natuur die noodzakelijk wordt geacht om bedreigde en schaarse habitattypen en leefgebieden van soorten te herstellen. Voor de begrenzing van Natura2000-gebieden geldt de volgende algemene exclaveringsformule: bestaande bebouwing, erven, tuinen, verhardingen en hoofdspoorwegen maken geen deel uit van het aangewezen gebied.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 11 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
Figuur 4.1
Overzicht begrenzing Natura 2000-gebied Veluwe (geel omlijnd) en de ligging van het onderzoeksgebied (rood omlijnd)
Bron: Ministerie van EL&I; ondergrond Google Earth. Boven een overzicht met de gehele Veluwe, onder een detail, ingezoomd op het plangebied.
4.2.3 Instandhoudingsdoelstellingen Het ecologisch netwerk Natura 2000 moet de betrokken natuurlijke habitats en leefgebieden van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval herstellen. Onder het begrip ‘instandhouding’ wordt een geheel van maatregelen verstaan die nodig zijn voor het behoud of herstel van natuurlijke habitats en populaties van wilde dier- en plantensoorten in een gunstige staat van instandhouding.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 12 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
Ingevolge artikel 4, vierde lid, Habitatrichtlijn worden bij aanwijzing als Habitatrichtlijngebied ‘tevens de prioriteiten vast[gesteld] gelet op het belang van de gebieden voor het in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen van een type natuurlijke habitat […] of van een soort […] alsmede voor de coherentie van Natura 2000 en gelet op de voor dat gebied bestaande dreiging van achteruitgang en vernietiging’. Deze bepaling is in artikel 10a, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 nader uitgewerkt. Op grond van dit artikel bestaat de verplichting om in een aanwijzing doelstellingen ten aanzien van de instandhouding van leefgebieden van vogelsoorten dan wel doelstellingen ten aanzien van de instandhouding van natuurlijke habitats of populaties van de in het wild levende dier- en plantensoorten op te nemen. Om die reden zijn voor elk Natura 2000-gebied instandhoudingsdoelstellingen ontwikkeld, waarbij per habitattype en per (vogel)soort is uitgegaan van landelijke doelen en de bijdrage die een gebied redelijkerwijs kan leveren voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding op landelijk niveau. Algemene doelen • Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie. • Behoud van de bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de ecologische samenhang van het Natura 2000 netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie. • Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende natuurlijke habtitattypen en soorten. • Behoud en waar nodig herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van de ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd. • Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd. Specifieke doelen In onderstaande tabel zijn de instandhoudingsdoelen weergegeven voor de habitattypen en soorten waarvoor de Veluwe als Natura 2000-gebied is aangewezen. Tabel 4.1
Overzicht instandhoudingsdoelen voor kwalificerende habitattypen en soorten van het Natura 2000-gebied Veluwe. Instandhoudingsdoel
Habitattypen Psammofiele heide met Calluna en Genista
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbete-
Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum
Behoud verspreiding, oppervlakte en kwaliteit
Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbete-
landduinen
ring kwaliteit
Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie
Behoud verspreiding, behoud oppervlakte en kwaliteit
ring kwaliteit
behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of IsoëtoNanojuncetea Dystrofe natuurlijke poelen en meren
Behoud verspreiding, behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit
Submontane en laagland rivieren met vegetaties beho-
Uitbreiding verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbe-
rend tot het Ranunculion fluitantis en het Callitrichio-
tering kwaliteit
Batrachion Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit
Droge Europese heide
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbete-
Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland
Behoud verspreiding, behoud oppervlakte en verbetering
ring kwaliteit kwaliteit
GM-0041810, revisie 0 Pagina 13 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
Instandhoudingsdoel Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbete-
berggebieden (en van submontane gebieden in het bin-
ring kwaliteit
nenland van Europa) Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige, of lemige
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbete-
kleibodem (Molinion caeruleae)
ring kwaliteit
Actief hoogveen
Behoud verspreiding, uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit
Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het
Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit.
Rhynchosporion Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en
Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit
soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion roboripetraeae of Ilici-Fagenion) Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen
Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit
of eikenhaagbeukenbossen behorend tot het Carpinionbetuli Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met
Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit
Quercus robur Habitatrichtlijnsoorten Gevlekte witsnuitlibel
Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie tot een duurzame populatie van ten minste 500 volwassen individuen.
Vliegend hert
Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.
Beekprik
Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.
Rivierdonderpad
Uitbreiding omvang en behoud kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.
Kamsalamander
Behoud verspreiding, omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.
Meervleermuis
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud po-
Drijvende waterweegbree
Behoud verspreiding, behoud omvang en kwaliteit biotoop
pulatie. voor behoud populatie. Vogelrichtlijnsoorten: broedvogels Wespendief
Behoud omvang kwaliteit leefgebied 150 paren
Nachtzwaluw
Behoud omvang kwaliteit leefgebied 610 paren
Ijsvogel
Behoud omvang kwaliteit leefgebied 30 paren
Draaihals
Behoud omvang kwaliteit leefgebied 100 paren
Zwarte specht
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 430 paren
Boomleeuwerik
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 2.400 paren
Duinpieper
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 40 paren
Roodborsttapuit
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 1.000 paren
Tapuit
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 100 paren
Grauwe klauwier
Behoud omvang en kwaliteit leefgebied 40 paren
4.2.4 Ligging natuurlijke habitats Figuur 4.1 toont de ligging van aangewezen habitattypen ten opzichte van het plangebied. Binnen het plangebied komt de habitattypen beuken-eikenbossen en oude eikenbossen voor. Op korte afstand komt ook het habitattype droge heide voor.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 14 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
Figuur 4.2 Ligging habitattypen Veluwe. Boven overzicht gehele Veluwe, onder detail plangebied
Bron: website provincie Gelderland, laatst bijgewerkt 2009.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 15 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
4.2.5 Ligging leefgebieden Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten Volgens de werkkaarten uit het concept beheerplan Veluwe is binnen het plangebied leefgebied aanwezig van enkele soorten waar Natura 2000-gebied Veluwe voor is aangewezen. Het gaat om de habitatrichtlijnsoort vliegend hert en de vogelrichtlijnsoorten boomleeuwerik, wespendief, zwarte specht en ijsvogel. Zwarte specht en ijsvogel broeden binnen het plangebied (Mertens, 2007). Voor de ijsvogel vormen (delen van) de waterpartijen geschikt broed- en foerageerbiotoop. Voor de zwarte specht is in de extensieve delen van het plangebied biotoop in de vorm van beuken- en eikenbos. Vliegend hert wordt incidenteel (maar wel jaarlijks) waargenomen, zowel binnen Park Berg en Bos als in de Apenheul. Van wespendief en boomleeuwerik zijn geen waarnemingen bekend binnen het plangebied. Het stukje leefgebied voor boomleeuwerik is op zichzelf dan ook te klein als broedbiotoop. Nesten van wespendief zijn lastig te vinden, maar aangezien er geen waarnemingen binnen het plangebied zijn, is aannemelijk dat er geen nesten zijn. Mogelijk wordt het gebeid wel incidenteel gebruikt als foerageergebied. Figuur 4.3
Leefgebieden aangewezen vogelsoorten Veluwe binnen plangebied
Leefgebied boomleeuwerik
Leefgebied ijsvogel
Leefgebied wespendief
Leefgebied zwarte specht
GM-0041810, revisie 0 Pagina 16 van 24
Relevante Natura 2000-gebieden
Figuur 4.4
Leefgebied vliegend hert binnen plangebied (rode punten)
Vliegend hert binnen plangebied
Vliegend hert binnen plangebied
GM-0041810, revisie 0 Pagina 17 van 24
5
Effectanalyse en toetsing
5.1 Inleiding In het algemeen kunnen de ontwikkelingen die het bestemmingsplan Park Berg en Bos toelaat leiden tot de volgende effecten op Natura 2000 (bron: Effectenindicator ministerie van EL&I): • vernietiging door ruimtebeslag; • versnippering door doorsnijding leefgebieden; • vermesting en verzuring door stikstofuitstoot. • verstoring door lichtuitstoot; • verstoring door geluid; • verdroging dan wel vernatting door verstoring van de waterhuishouding; • verontreiniging (zware metalen, strooizout en organische stoffen); Inde onderstaande paragraaf wordt de relevantie van de verstoringaspecten binnen het project nader toegelicht. 5.2
Effectenanalyse
5.2.1 Vernietiging door ruimtebeslag, versnippering door doorsnijding leefgebieden Ruimtebeslag treedt op wanneer sprake is van afname van het beschikbaar oppervlak leefgebied van soorten en/of van habitattypen. De bouwplannen van de Apenheul vallen buiten de begrenzing van Natura 2000-gebied Veluwe. Ook de entreezone van Park Berg en Bos valt buiten het Natura 2000-gebied. Van ruimtebeslag binnen het Natura 2000-gebied is daardoor geen sprake. Van versnippering is sprake bij het uiteenvallen van het leefgebied van soorten. Dit kan ook optreden bij ruimtebeslag buiten een Natura 2000-gebied wanneer hierdoor de aansluiting met naburig leefgebied van aangewezen soorten verstoord wordt. De bouwactiviteiten zijn binnen de Apenheul en rond de entreezone, dat wil zeggen aan de oostgrens van het plangebied. Aan deze kant sluit het plangebied aan op de bebouwde kom van Apeldoorn. Volgens de werkkaarten van de Provincie Gelderland ligt hier (dus buiten het Natura 2000-gebied) leefgebied van ijsvogel en wespendief. Het standpunt van de provincie is dat niet getoetst hoeft te worden voor leefgebied buiten de begrenzing van Natura 2000. Voor de volledigheid wordt het hier wel besproken. Voor de ijsvogel gaat het uitsluitend om waterpartijen. Zolang de waterpartijen binnen het plangebied niet ongeschikt worden voor de ijsvogel, wordt de aansluiting op leefgebied ten oosten van het plangebied niet verstoord. Voor de wespendief gaat het om verspreid liggende parkachtige delen binnen de bebouwde kom, die slechts zeer marginaal geschikt kunnen zijn als foerageergebied; als broedbiotoop zijn de gebiedjes te klein en verstoord. Verder liggen deze gebiedjes al verspreid en dus versnipperd, de aansluiting wordt niet verder verstoord. De activiteiten die binnen het nieuwe bestemmingsplan mogelijk gemaakt worden, veroorzaken geen vernietiging door ruimtebeslag of versnippering door doorsnijding van leefgebieden. Een vervolgprocedure hiervoor is niet noodzakelijk. 5.2.2 Vermesting en verzuring door stikstofuitstoot Vermesting en verzuring door stikstofuitstoot zijn een gevolg van onder andere uitstoot van stikstof door verkeer. Een toename in het verkeer kan dientengevolge leiden tot een toename van stikstofdepositie en tot vermesting en verzuring. Habitattypen binnen of op korte afstand van de verkeerswegen in het plangebied zijn H9120 (Beuken-eikenbossen met hulst) en H4030 (Droge heiden). Deze habitattypen hebben een Kritische Depositiewaarde (KDW) van respectievelijk
GM-0041810, revisie 0 Pagina 18 van 24
Effectanalyse en toetsing
1400 en 1100 mol/ha/jr (H. van Dobben & A. van Hinsberg, 2008). De KDW is de grens waarboven het risico niet kan worden uitgesloten dat de kwaliteit van het habitattype significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van de atmosferische stikstofdepositie (H. van Dobben & A. van Hinsberg, 2008). Momenteel ligt de totale stikstofdepositie op deze terreindelen tussen de 1500 en 2000 mol/ha/jr (Grootschalige Depositiekaarten Nederland, RIVM) en is er dus sprake van een overbelaste situatie. Bij toename van de stikstofdepositie kunnen dan significantie effecten niet worden uitgesloten. Uit de kengetallen van Park Berg en Bos en de Apenheul blijkt dat sprake is van een dalende trend in het aantal bezoekers. Meest relevant voor de verkeersbijdrage aan stikstofdepositie is hierbij het aantal verkochte parkeerkaartjes, aangezien dit een goede maat is voor het aantal auto’s, onafhankelijk van de vraag welke attractie bezocht wordt. Het aantal parkeerkaartjes liep van 2008 tot 2010 terug van 115.437 tot 102.939, een afname van ongeveer 10%. Maatregelen in Park Berg en Bos en de Apenheul (realisatie van slechtweervoorzieningen en een moderniseringsslag) moeten het teruglopen van het aantal bezoekers een halt toe gaan roepen. Naar verwachting zal de afname van het aantal bezoekers en daarmee van het aantal auto’s in de toekomst dus afvlakken en mogelijk omgezet worden in een toename en opzichte van de afname. Ten opzichte van de huidige situatie zal daarmee het aantal verkeersbewegingen ongeveer gelijk blijven. Enige toename op de langere termijn is, vooral buiten de piekdagen (wanneer parkeercapaciteit beperkend is), niet uit te sluiten, maar tegelijkertijd neemt door het schoner worden van auto’s de stikstofdepositie vanuit het wegverkeer geleidelijk af. Dit blijkt ook uit de Grootschalige Depositiekaarten Nederland van het RIVM die rond het plangebied van 2010 tot 2015 een afname in totale stikstofdepositie van ongeveer 7% laten zien. Een toename van stikstofdepositie vanuit het verkeer is hiermee niet aan de orde. Vermesting en verzuring als effecten van de activiteiten die het herziene bestemmingsplan mogelijk maakt, zijn daarom op voorhand uit te sluiten. 5.2.3 Verstoring door geluid of licht Toename van verstoring door geluid of licht als gevolg van activiteiten die het bestemmingsplan mogelijk maakt, kan worden veroorzaakt door een toename van verkeer, recreatie of bezoek aan horecagelegenheden. Bij verstoring door licht en geluid gaat het om de aangewezen vogelen habitatrichtlijnsoorten. Binnen het plangebied ligt leefgebied voor ijsvogel, wespendief, boomleeuwerik, zwarte specht en vliegend hert. Voor de functionaliteit van het plangebied voor deze soorten zie ook paragraaf 4.2.5. Aangezien de zonering van Berg en Bos sterk van invloed is op de mate van verstoring wordt hieronder na een paragraaf over soorten en activiteiten per zone getoetst. Een deel van de verstoring wordt veroorzaakt door bezoekers aan de Apenheul en aan evenementen die worden georganiseerd op de Boswei. Hierbij wordt uitgegaan van de maximale bezoekersaantallen van de afgelopen jaren als bestaand gebruik. Voor de Apenheul is dit 500.000 bezoekers per jaar, voor de evenementen 100.000. Soorten • Vliegend hert Het vliegend hert is niet of nauwelijks gevoelig voor verstoring. De soort is sterk afhankelijk van ondergronds, dood (eiken)hout (vooral oude stobben). Dit is in de zone intensief gebruik niet of nauwelijks aanwezig en in de overige delen waarschijnlijk in beperkte mate. Het plangebied vormt daarmee marginaal gebied voor vliegend hert. • IJsvogel Voor de ijsvogel zijn (een deel van) de waterpartijen geschikt broed- en foerageerbiotoop. De waterpartijen liggen binnen de zone intensief gebruik op plekken waar nu al sprake is van intensieve recreatie. • Zwarte specht De zwarte specht is gevoeliger voor verstoring en kan broeden in de extensieve zone. In beide gevallen kan verstoring door een toename van de recreatie als gevolg van aanleg van recreatieve paden een rol spelen. Het voorkomen hiervan moet geborgd worden door een omgevingswetvergunning te koppelen aan de aanleg van paden, waarbij wordt getoetst wordt aan de instandhoudingsdoelstellingen.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 19 van 24
Effectanalyse en toetsing
• Wespendief De wespendief komt binnen het plangebied niet broedend voor. Gezien de verstoringgevoeligheid van deze soort, kan aangenomen worden dat het plangebied alleen als marginaal foerageerbiotoop kan dienstdoen. Dit verandert niet binnen de kaders van het nieuwe bestemmingsplan. Zonering en activiteiten Bij het bestemmingplan Berg en Bos gaat het om de volgende zones en activiteiten: • Zone intensief gebruik met Bosbad, Apenheul, park met vijver, Stayokay, Natuurhuis, sporten in het groen, volwaardige horecavoorziening, evenementen met een publiek karakter. • Zone matig intensief gebruik/dagrecreatief medegebruik met de Sprengvallei, parkgebied ten zuiden van de Jubileumlaan, de speelweide, het Klimbos, samen met de Veluwse wei en het herten- en zwijnengebied. • Zone extensief gebruik, met wandel- en fietspaden en evenementen met een beperkt karakter (in schaal, tijd, intensiteit, bezoekersaantallen, frequentie, duur). Hierbinnen ligt ook het HAPS terrein. • Zone Bosweide wordt gebruikt voor verschillende typen van activiteiten waaronder incidenteel ook grotere evenementen, zoals game-fairs, ruiterkampioenschappen, openluchtfilmfestivals, etc. Zones intensief en matig intensief gebruik Cijfers over het aantal bezoekers aan Park Berg en Bos en Apenheul duiden op een achteruitgang van dat aantal. Het aantal geparkeerde auto’s is de beste beschikbare graadmeter voor het totale bezoek aan de accommodaties rond de parkeervoorziening (waaronder naast Berg en Bos en de Apenheul ook onder andere het Bosbad en de Stayokay). Het aantal parkeerkaartjes liep van 2008 tot 2010 terug van 115.437 tot 102.939, een afname van ongeveer 10%. De maatregelen binnen het bestemmingsplan moeten het teruglopen van het aantal bezoekers een halt toe gaan roepen. Naar verwachting zal de afname van het aantal bezoekers in de toekomst dus afvlakken en mogelijk omgezet worden in een toename. Ten opzichte van de huidige situatie zal het totale aantal bezoekers daarmee naar verwachting ongeveer gelijk blijven. Er wordt verwacht dat de verbeteringen aan het entreeplein er ook voor zorgen dat er, door een betere verspreiding en geleiding van de bezoekers, geen geluidtoename is. Het klimbos is gelegen in het bos nabij een sportpark waar al een mate van verstoring optreedt. Het klimbos is een ander soort voorziening dan bijvoorbeeld een kinderspeeltuin. Door de aard en opzet is er namelijk meer sprake van ontdekken en beleven (vooral gericht op educatie) dan van massavermaak. De zonering van Park Berg en Bos draagt bij aan het voorkomen van verstoring van habitatrichtlijnsoorten binnen de extensief gebruikte terreindelen. De aan te leggen voorzieningen in de Apenheul zijn ‘slechtweervoorzieningen’, wat wil zeggen dat de bezoekers binnen zijn in gebouwen of onder een afdak. Daardoor treedt in het gebruik geen toename van geluid of licht op door bezoekers. Daarnaast zullen deze voorzieningen met name in de winter mogelijk extra bezoekers trekken. Voor de broedvogelsoorten is dit een minder gevoelige periode aangezien ze op dat moment niet broeden. De horecagelegenheid zal gevestigd worden op de plek van het huidige theehuis. Dit kan een locale toename van bezoekers hebben die geluid produceren, zowel overdag als ‘s avonds. Soorten die specifiek voor verstoring gevoelig zijn, komen op dit moment in dit deel van het plangebied niet voor omdat er in de huidige situatie ook al verstoring optreedt. Daarnaast gelden voor horeca activiteiten eisen om eventuele geluidhinder zoveel mogelijk te beperken. Deze beperking aan de geluidshinder werkt ook gunstig ter voorkoming van verstoring van verstoringsgevoelige soorten. Zone extensief gebruik Aanleg van recreatieve paden in de terreindelen binnen Natura 2000-gebied past binnen het Natura 2000-beheerplan. Hierin wordt ervan uitgegaan dat aanleg van paden binnen de bestemming mogelijk moet zijn omdat in veel gevallen op basis van aard, tijdstip en omvang van
GM-0041810, revisie 0 Pagina 20 van 24
Effectanalyse en toetsing
de ingreep geen sprake zal zijn van een negatief effect. In welke gevallen wel sprake is van een negatief effect, hangt af van de precieze ligging van dergelijke voorzieningen en is op het niveau van een bestemmingsplan. Om deze reden moet dit geborgd worden door een omgevingswetvergunning te koppelen aan de aanleg van paden. Voor verlening van een vergunning vindt dan nog toetsing op detailniveau plaats, waarbij mogelijke effecten aan het licht komen. Het Haps (reconstructie IJzertijdboerderij voor educatieve doeleinden) is gelegen in de extensieve zone van het plangebied, binnen leefgebied van zwarte specht en wespendief. Het gaat om een bestaande situatie die nog niet past binnen het huidige bestemmingsplan. In het beheerplan van Natura 2000-gebied Veluwe is HAPS wel opgenomen op de werkkaart bestaand gebruik. De activiteiten die hier plaatsvinden hebben een extensief karakter. Het gaat om groepen van 20-50 leerlingen (totaal ongeveer 1.500 per jaar), waarbij de bedoeling is om volwassenen en kinderen te leren op een betrokken en verantwoorde manier om te gaan met de natuur. De geschiedenis (vooral de prehistorie) is daarbij de invalshoek. In de directe omgeving zal dit de plek minder geschikt maken voor zwarte specht en wespendief. Omdat het om een bestaande situatie gaat, mijden wespendief en zwarte specht ook nu al de directe omgeving grotendeels. Mits de intensiteit van de activiteiten niet toeneemt, is er dan ook geen negatief effect te verwachten. Bij opname in het bestemmingsplan dienen dan wel beperkingen opgenomen te worden, gerelateerd aan de huidige activiteiten (bestaand gebruik): • maximaal 50 personen per keer; • maximaal 2.000 personen per jaar; • geen nieuw ruimtebeslag; • geen activiteiten met een ander dan extensief, educatief en kleinschalig karakter. Zone Bosweide Dit gebied ligt binnen de extensieve zone, maar wordt gebruikt voor de organisatie van (soms grote) evenementen. Omdat de Bosweide binnen leefgebied ligt van voor Natura 2000-gebied de Veluwe aangewezen soorten, is het van belang dat de aard van activiteiten wordt afgestemd op het voorkómen van verstoring. Aangezien vliegend hert niet gevoelig is voor verstoring door licht of geluid, hoeft hierbij alleen aandacht besteed te worden aan verstoring van de aangewezen broedvogelsoorten met leefgebied in of rond de Bosweide. IJsvogel en boomleeuwerik hebben geen leefgebied in of rond de zone Bosweide, zwarte specht en wespendief wel. Wespendief komt echter niet broedend voor en het terrein kan alleen marginaal als foerageergebied fungeren. Zwarte specht broedt wel in het gebied, ook op korte afstand van de Bosweide. Het voorkomen van verstoring van broedende zwarte spechten geeft daarmee de meest kritische beperkingen aan. In de Beheervisie Berg en Bos (Gemeente Apeldoorn, 2007) zijn de volgende beperkingen aan activiteiten op de Bosweide opgenomen. • Activiteiten zijn gericht op beleving van natuur, natuurgerichte recreatie, kunst, cultuur en in algemene zin op beleving van de buitenruimte zonder daarbij onevenredige hinder op te roepen bij de in de natuur recreërende mensen en schade of hinder te veroorzaken aan natuur-, cultuur of landschappelijke waarden. • Grootschaliger activiteiten, met grote bezoekersaantallen, worden beperkt gehouden enerzijds met oog op herstel van de bosweide, anderzijds vanwege de verstoringsintensiteit; maximaal worden er drie grootschaliger activiteiten gehouden en zes activiteiten op kleinere schaal. • De totale (gezamenlijke) duur van de activiteiten is voor de grotere activiteiten maximaal zes dagen en voor kleinere maximaal twintig. • Geen activiteiten die leiden tot aantasting, vernieling, beschadiging flora en fauna. • Geen activiteiten in de nacht, geen overnachtingen (23.00 tot 7.00 uur). • In broedseizoen geen activiteiten voor zonsopgang en na zonsondergang (15 maart – 15 juli). • Geen activiteiten met sterke verlichting en aanstralingen op bosrand en hemel. • Geen activiteiten met geluidsniveau 1 (bijvoorbeeld disco/housefeesten, motorcross).
GM-0041810, revisie 0 Pagina 21 van 24
Effectanalyse en toetsing
• Geen activiteiten met geluidsniveau 2 tijdens broedseizoen (gedurende langere tijd >42 • • • •
db(a) ). Geen activiteiten met gemotoriseerd verkeer (anders dan ten behoeve van aan/afvoer). Aan- en afvoer van materiaal volgens vastgestelde route, overdag van 7.00 tot 18.00 uur. In acht nemen van afstand tussen bos en bosweide met betrekking tot tijdelijke voorzieningen van minstens 5 m. Geen afzettingen die verplaatsing van soorten tussen boswei en bos onmogelijk maken.
Het effect van deze beperkingen is naar verwachting dat toekomstig gebruik ongeveer overeenkomt met het bestaande gebruik. De kwalificerende soorten die gevoelig zijn voor verstoring zijn beide vogelsoorten, waarbij zwarte specht broedt in het gebied en wespendief foerageert in het gebied. Door de beperking van activiteiten in het broedseizoen tot de periode tussen zonsopgang en zonsondergang en met een geluidsniveau van hoger dan 2 wordt een significante toename van verstoring van zwarte specht en wespendief ten opzichte van bestaand gebruik voorkomen. Om verstoring verder te voorkomen, wordt aanbevolen de schaal van evenementen verder vast te leggen op basis van bestaand gebruik (d.w.z. bezoekersaantallen uit de afgelopen jaren). Een klein evenement zou dan minder dan totaal 5000 bezoekers betekenen (daarvan dus maximaal 6 per jaar), een groot evenement meer dan 5000 totaal (hiervan dus maximaal 3 per jaar). Voor zeer grote evenementen (meer dan 30.00 bezoekers totaal), die onregelmatig voorkomen, is een ontheffingsprocedure aan te bevelen waarbij specifiek getoetst wordt of er significante negatieve effecten mogelijk zijn. 5.2.4 Verdroging dan wel vernatting door verstoring van de waterhuishouding De activiteiten die mogelijk zijn binnen het herziene bestemmingsplan, hebben geen invloed op de waterhuishouding van het gebied. Er wordt geen extra grondwater onttrokken en niet diep gegraven. Effecten door verstoring van de waterhuishouding zijn daarom op voorhand uitgesloten. 5.2.5 Verontreiniging Door de aanwezigheid van een grondwaterbeschermingsgebied wordt in het park al extra rekening gehouden met het voorkomen van verontreiniging. Hiertoe past de Apenheul een set maatregelen toe. De activiteiten die binnen het herziene bestemmingsplan mogelijk zijn, brengen geen nieuw risico op verontreiniging met zich mee. Effecten door verontreiniging zijn daarom op voorhand uitgesloten.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 22 van 24
6
Conclusies en aanbevelingen
6.1 Conclusies De herziening van het bestemmingsplan Berg en Bos omvat geen ontwikkelingen die mogelijk een (significant) negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van de kwalificerende habitattypen van Natura 2000-gebied. Er is op voorhand geen belemmering vanuit de Natuurbeschermingswet voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Een deel van het plangebied van Berg en Bos valt binnen Natura 2000-gebied Veluwe. Dit natuurgebied is aangewezen vanwege het voorkomen van kwetsbare habitattypen en faunasoorten. In deze Voortoets zijn globaal de effecten bepaald van de activiteiten die binnen het herziene bestemmingsplan mogelijk zijn op de habitattypen en faunasoorten waarvoor het beschermde gebied is aangewezen. Er is een inschatting gemaakt van de effecten die naar verwachting zullen optreden in de beschermde gebieden. Geconcludeerd wordt dat geen van de mogelijke effecten in significante mate zullen optreden in het beschermde gebied, mits extra beperkingen wordt gesteld aan activiteiten in de extensieve zone van Berg en Bos. Aangezien uit deze voortoets blijkt dat het optreden van significante negatieve effecten op voorhand uit te sluiten is, hoeft op grond van de Natuurbeschermingswet en recente jurisprudentie aanvullend op deze Voortoets geen Passende beoordeling te worden gemaakt. 6.2 Aanbevelingen Op grond van bovenstaande conclusies is geen vervolgprocedure inzake de Natuurbeschermingswet noodzakelijk. Met betrekking tot bestemming van Haps en de Bosweide, beide gelegen binnen de extensieve zone van Berg en Bos, is het van belang dat beperkingen aan de activiteiten worden opgenomen om effecten op doelstellingen voor zwarte specht te voorkomen. Bij de uitvoering van werkzaamheden is wel een ontheffingsprocedure aan de orde. In het bijzonder bij de aanleg van recreatieve paden in de minder intensieve delen van het plangebied is daarbij toetsing aan de doelen van Natura 2000-gebied de Veluwe van belang. Voor evenementen op de Bosweide wordt aanbevolen de beperkingen uit de beheervisie over te nemen, met een nadere specificatie van grote en kleine evenementen. Voor zeer grote evenementen op de Bosweide is weer een ontheffingsprocedure aan de orde.
GM-0041810, revisie 0 Pagina 23 van 24
7
Literatuur
Mertens, 2007. Natuurtoets flora- en faunawet, voortoets vogel- en habitatrichtlijn voor drie plannen in het buitengebied van Apeldoorn. Mertens, 2010. Actualiserende quick scan flora- en faunawet reconstructie ingang Berg en Bos te Apeldoorn. Beheervisie Berg en Bos Visie op beheer en ontwikkeling van bos- en natuurwaarden van Berg en Bos. Gemeente Apeldoorn, 2007. Ecologisch onderzoek bouw- en sloopplannen Apenheul. Arcadis, 2010. http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/
GM-0041810, revisie 0 Pagina 24 van 24