Voortgangsrapportage CO2 Prestatieladder Q1 2015 Addendum
GKB Groep B.V.
Barendrecht, 14-07-2015
Inhoud 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 3
2.
Algemeen......................................................................................................................................... 3
3.
Energiestromen ............................................................................................................................... 4 3.1
4.
Inzage energieverbruik.................................................................................................................... 6 4.1
5.
Doelstellingen.......................................................................................................................... 5 Aandachtspunten .................................................................................................................... 6
Voortgang in nieuwe doelstellingen................................................................................................ 7 5.1
Totale Scope ............................................................................................................................ 7
5.2
Scope 1 materieel (brandstof)................................................................................................. 7
5.3
Scope 2 elektriciteit................................................................................................................. 7
5.4
Scope 3 Inzet afvalhout in houtkachel .................................................................................... 8
5.5
Scope 3 Zandbakzeef............................................................................................................... 8
6.
Conclusie ......................................................................................................................................... 9
7.
Maatregelen .................................................................................................................................... 9
8.
Aanbevelingen............................................................................................................................... 10
Voortgangsrapportage - addendum
14 juli 2015
GKB Groep B.V. 2
1. Inleiding Dit verslag bevat de voortgangsrapportage inzake de scope 1, scope 2 en scope 3 doelstelling. Deze rapportage heeft betrekking op de gegevens van Q1-2015. Met ingang van dit voortgangsrapport zijn enkele wijzigingen doorgevoerd. De periode waarover een voortgangsrapport wordt opgesteld is verschoven. Achterliggende redenen voor deze wijziging betreffen: -
Met de intentie om in juli 2015 te kunnen certificeren volgens niveau 5 dient de inhoud van de voortgangrapportage aangepast te worden. Daarom is besloten met ingang van 2015 de periode waarover voortgangsrapporten worden opgesteld een kwartaal te verschuiven.
-
Tevens past deze frequentie beter in het schema waarop de externe audit plaatsvindt.
Verder zijn de ambitie, de doelstellingen en het basisjaar opnieuw vastgesteld. -
Aangezien de eerste ambitie voor 2017 al in 2014 is behaald, hebben wij onze ambitie en bijhorende doelstellingen opnieuw vastgesteld. Vanaf dit moment is de doelstelling ook niet meer gerelateerd aan de omzet, maar aan het aantal gewerkte uren. Hierbij worden alle eigen en ingehuurde medewerkers meegenomen, exclusief onderaannemers.
-
In voorgaande voortgangsrapporten is reeds aangekaart dat de relatie met omzet niet wenselijk is. Met hernieuwde inzichten lijkt het wel haalbaar om de doelstelling te relateren aan het aantal gewerkte uren. Hierdoor wordt de CO2 uitstoot gerelateerd aan het werkelijke gewerkte aantal uren per kwartaal, terwijl het momenteel gerelateerd wordt aan een gemiddelde jaaromzet waardoor er sprake kan zijn van verschuiving omzet (latere facturatie dan uitvoering). Bijkomend voordeel is dat gewerkte uren verdeeld kunnen worden over de verschillende afdelingen, waardoor een verdeling per afdeling mogelijk is geworden. Dit zal worden opgestart zodra de nieuwbouw voor GKB Machines gereed is.
De nieuwe ambitie met doelstellingen is beschreven in hoofdstuk 3.1.
2. Algemeen GKB Groep is zich bewust van haar positie in de maatschappij en de verantwoordelijkheid van de huidige generatie naar de komende generaties. Vanuit deze verantwoordelijkheid is er al jaren een actief beleid om nadelige milieueffecten, zoals CO2 emissies te voorkomen. De CO2 doelstellingen zijn beschreven in het handboek CO2 prestatieladder. Halfjaarlijks wordt een voortgangsrapportage inzake het energieverbruik en de energiestromen uitgevoerd. Er wordt inzicht verschaft in het bestaande energieverbruik, verdeling over GKB onderdelen, oorzaken van energieverlies, en dergelijke. Met deze informatie kunnen aanvullende reductiemaatregelen ingezet worden.
3
3. Energiestromen GKB Groep B.V. is een beheer organisatie van verschillende onderliggende entiteiten. Voor het vaststellen van de organisatiegrenzen (Organizational Boundaries) is gebruik gemaakt van de Operational Control methodiek (volgens ISO 14064-1: 2012, Greenhouse gases, part 1). Onder GKB Groep B.V. vallen de volgende werkmaatschappijen: -
Kraaijeveld Vastgoed B.V.
-
GKB Realisatie B.V.
-
GKB Machines B.V.
-
GKB Materieel B.V.
-
GKB Visie B.V.
-
Grondbank IJsselmonde B.V.
In verband met het feit dat alle B.V. ’s zich op één locatie bevinden en er geen gescheiden systemen zijn voor het meten van het energieverbruik (elektriciteit en gas) per B.V. is er voor gekozen om alle elektriciteit en gasverbruik als één stroom te zien en deze toe te wijzen als niet project gerelateerd. Een andersoortige situatie geldt voor de energiestroom brandstof. Brandstof wordt gebruikt in werkmaterieel, welke in eigendom zijn van GKB Materieel, maar door GKB Realisatie wordt ingehuurd op de projecten. De energiestroom brandstof wordt logischerwijs toegewezen als project gerelateerd. Hoewel het werkmaterieel dus een CO2 uitstoot veroorzaakt die herleid kan worden naar zowel GKB Realisatie als GKB Materieel, is dit onderscheid niet inzichtelijk te maken. GKB Groep B.V. GKB Materieel B.V. GKB Realisatie B.V. GKB Machines B.V.
: : : :
Aardgas, houtkachel en elektriciteit; Brandstof werkmaterieel, gasflessen tbv las- en snijwerk, Aspen; Brandstof werkmaterieel, gasflessen tbv verwarming; Vliegreizen.
Indeling van energiestromen per scope en per hoofdgroep ziet er als volgt uit: Scope 1 Scope 2 Scope 3
Algemeen verbruik Aardgas Gasflessen tbv las-snijwerk Houtkachel loods Elektriciteit Vliegreizen Afvalhout in houtkachel
Project verbruik Aspen Auto- en machinebrandstof Gasflessen tbv verwarming keet Zandbakzeef
4
3.1
Doelstellingen
GKB Groep heeft zichzelf de volgende algehele vernieuwde ambitie ten doel gesteld. Jaarlijks 5% CO2 reductie ten opzichte van 2014 gedurende de komende vijf jaar, uitgedrukt ten opzichte van het aantal gewerkte uren van GKB Groep. Deze ambitie is uitgewerkt in onderstaande reductiedoelstellingen verdeeld per scope. Scope 1 -
Het verlagen van de CO2-emissie afkomstig van brandstof voor rijdend materieel en auto’s met 4% per jaar, de komende vijf jaren. Scope 2 - Het verlagen van de CO2-emissie afkomstig van elektriciteit voor bedrijfsgebouwen met 0,6%. Scope 3 -
Het verlagen van CO2-emissie met 0,3% per jaar door de inzet van de zandbakzeef t.o.v. de reguliere methode, de komende vijf jaren.
-
Het 100% verwarmen van de loods middels de inzet van afvalhout in de houtkachel, waarbij een reductie in CO2-emissie van 0,1% per jaar gerealiseerd wordt de komende vijf jaren.
5
4. Inzage energieverbruik Voor de voortgangsrapportage is gebruik gemaakt van de gegevens van 01 januari 2014 tot en met 31 maart 2014 en dezelfde periode in 2015. Deze periode is afgezet tegen het basisjaar om een vergelijk te krijgen. Zoals in de inleiding is aangegeven is er gekozen voor een verschuiving van de periode met een kwartaal waarover de voortgang gemonitoord wordt. Onderstaande kwantitatieve gegevens (ton CO2) zijn gebruikt bij het monitoren van de voortgang. Periode
Gasflessen
Vliegreizen
Brandstof Brandstof werkmaterieel auto
Brandstof vrachtauto
Totaal Aspen ton CO2
Elektriciteit
Aardgas
2014
123,15
12,94
2,07
9,53
1.527,84
636,60
381,96
40,15
2734
Q4 - 2014
41,93
0
0,48
0,00
440,39
183,49
110,10
17,84
794
Q1 - 2014
33,28
0
0,59
5,03
363,45
151,44
90,86
2,23
647
Q1 - 2015
36,76
0
0,64
6,44
528,52
220,20
132,13
6,69
931
Gewerkte uren
CO2 uitstoot in ton 600,00 500,00 400,00 300,00 200,00 100,00 0,00
4.1
Q1 - 2014 Q1 - 2015
Aandachtspunten
Uit bovenstaande gegevens valt op te maken dat er een bijzonderheid is ten aanzien van de elektriciteit. In april zijn we er achter gekomen dat de verbruiksgegevens per abuis geregistreerd zijn met een versprongen maand. Bij het invoeren van de gegevens over Q1-2015 bleek dat er een invoerfout in juni 2014 is ontstaan. De data zijn al beschreven en gepubliceerd in de voortgangsrapportage van 5.3.2015. Met terugwerkende kracht willen we dit niet aanpassen, mede gezien het kleine aandeel op de totale CO2 uitstoot (slechts 12 ton op de ruim 2.700 in totaal). Vervolgens is besloten om de foutief geboekte periode te corrigeren. Wat betreft de CO2 uitstoot van aardgas is er ook sprake van een bijzondere situatie. Voorheen werd deze slechts een keer per jaar afgerekend in het tweede kwartaal. Hierdoor staat bij de analyse van de aardgas op nul staat. Met ingang van Q2 2015 worden de meterstanden ieder kwartaal genoteerd, waardoor meer inzicht wordt verkregen in het aardgasverbruik verspreid over het jaar.
6
Het valt op dat de vliegreizen in Q4 2014 op nul staat aangezien er geen bezoek aan het buitenland is gebracht. Er wordt onregelmatig gevlogen, waarbij de vraag naar onze machines leidend is voor het bezoeken van klanten en eventueel beurzen in buitenland. Tot slot valt op dat de CO2 uitstoot als gevolg van brandstofverbruik in Q1 2015 hoger ligt dan Q1 2014. Deze verhoging is niet te onderbouwen, wel kan met enige zekerheid worden gesteld dat onderstaande aspecten een belangrijke rol spelen: -
Geen vorstverlet in Q1 2015, wel in Q1 2014
-
Meer machinaal werk t.o.v. handmatig werk
-
Meer inzet van onderaannemer: de gewerkte uren van onderaannemers tellen wij niet mee, terwijl ze wel brandstof van ons gebruiken,, waardoor een scheve verhouding is ontstaan.
-
De IBC’s (met een capaciteit van <10.000 m3) worden regelmatig afgetankt, echter het gebruik is afhankelijk van het soort werkzaamheden en de hoeveelheid draaiend materieel. Daarnaast maken onderaannemers en inhuur ook gebruik van deze IBC’s, maar deze hoeveelheden zijn niet inzichtelijk.
5. Voortgang in nieuwe doelstellingen 5.1
Totale Scope
Doelstelling: Jaarlijks 5% CO2 reductie ten opzichte van 2014 gedurende de komende vijf jaar, uitgedrukt ten opzichte van het aantal gewerkte uren van GKB Groep. Totale Scope
Gewerkte uren
Ton CO2
KPI
Reductie
2.734
2014 basisjaar Q1 2015
931
Q1 2014
647
-32,4%
(Uren Q1 2015 / Uren Q1 2014) * CO2 ton Q1 2014 = Verwachte CO2 ton Q1 2015 op basis van gewerkte uren. Het procentuele verschil tussen de verwachte en de werkelijke CO2 uitstoot bedraagt 32,4% ( ).
5.2
Scope 1 materieel (brandstof)
Doelstelling: Een reductie van 4% CO2 per jaar. Totale Scope
Gewerkte uren
2014 basisjaar
Ton CO2
Reductie
2.546
Q1 2015
881
Q1 2014
606
5.3
KPI
-33,8%
Scope 2 elektriciteit
Doelstelling: Het verlagen van de CO2-emissie afkomstig van elektriciteit voor bedrijfsgebouwen met 0,6% per jaar. Gerealiseerde besparing: Gebonden aan contract met energieleverancier tot 31 december 2015.
7
5.4
Scope 3 Inzet afvalhout in houtkachel
Doelstelling: Een reductie van 0,1% CO2 per jaar. De gerealiseerde besparing is niet te meten, daarom is een berekening uitgevoerd. Uit onze berekening blijkt dat 2,99 ton CO2 uitstoot vermeden kan worden als gevolg van inzet van de houtkachel, welke gestookt wordt met afvalhout. In werkelijkheid is dit lager, aangezien het uitganspunt van 8 big bags houtpellets in werkelijkheid 6 big bags blijken te zijn. Hierdoor kan er 2,24 ton CO2 uitstoot vermeden worden. Uit deze berekening kan worden opgemaakt dat de reductie van 0,1% per jaar behaald lijkt te zijn.
5.5
Scope 3 Zandbakzeef
Doelstelling: 0,3% CO2 reductie door de inzet van de zandbakzeef t.o.v. de reguliere methode. De gerealiseerde besparing is niet te meten, derhalve is een berekening uitgevoerd. Uit de ketenanalyse blijkt dat er met de inzet van de zandbakzeef een CO2 reductie van 96% per m3 zand mogelijk is, ten opzichte van de methode van zandvervanging met brekerzand. Bij de vervangingsmethode komt per m3 zand 6.592 kilogram CO2 vrij. Bij de zeefmethode komt per m3 zand 281 kilogram CO2 vrij. Door inzet van de zandbakzeef wordt dus 6.311 kg CO2 uitstoot per m3 vermeden (6592-281). In 2014 is voor Rotterdam zand gezeefd en voor Albrandswaard . In totaal is er dus 9.789 m3 zand gezeefd. Dit levert een besparing op van 61.778 kg CO2 uitstoot in 2014 (9789m3 * 6311 kg). Uit deze berekening kan worden opgemaakt dat de reductie van 0,3% per jaar behaald is. Maatregelen om verdere besparing te realiseren: -
Het is nog onduidelijk of het huidig bestek verlengd wordt.
-
Zandbakzeef op andere werken inzetten.
8
6. Conclusie Periode vergelijk Wat betreft de uitstoot van CO2 in Q1-2015 ten opzichte van dezelfde periode in het referentie jaar 2014 kan geconcludeerd worden dat de CO2 uitstoot in absolute aantallen gestegen is. Ook wanneer de aantallen gerelateerd worden aan de gewerkte uren is er sprake van een stijging, namelijk 32%. In 2014 was er sprake van een vergelijkbare situatie voor het eerste kwartaal. Ook toen was er een stijging, terwijl de CO2 uitstoot over het totale jaar gedaald was. Waarschijnlijk komt dit o.a. door de seizoensinvloeden en het verschil in soort werkzaamheden gedurende de kwartalen. Wij verwachten dan ook niet dat de stijging zich gedurende 2015 zal voortzetten.
7. Maatregelen Aan de hand van het energie reductie plan zijn lopende het jaar diverse maatregelen uitgevoerd, waaronder: -
Hybride auto aangeschaft
-
Hybride heftruck aangeschaft
-
Oplaadpunt tbv elektrische auto
-
Bewustwording: zuinig rijden
-
Bewustwording: dubbelzijdig printen
-
Bewustwording: instellingen computer
-
Diverse ontwikkelingen van nieuwe machines
Gezien de nieuwe doelstelling met een verhoogde ambitie, zijn ook aanvullende energiereductie maatregelen nodig, die naast de huidige maatregelen bijdragen aan het verder reduceren van CO2 uitstoot. -
Impuls geven aan het nieuwe draaien
-
Impuls geven aan het nieuwe rijden.
-
Zandbakzeef op andere werken inzetten.
-
(door) ontwikkelen van machines
-
Bewustwording inzet materieel
-
Aanschaf zuinig materieel volgens investeringsplan
-
Overstap naar groene stroom per 31.12.2015
-
Bewustwording: motor uit bij stilstand
-
Isolatiemogelijkheden werkplaats onderzoeken
-
Bewustwording: roldeuren werkplaats zoveel mogelijk dicht houden
-
Fiets gebruik stimuleren
-
BREEAM bouwen van bedrijfspand aan Augustapolder
9
8. Aanbevelingen Aanbevelingen die voortkomen uit deze rapportage zijn: • een verdeling maken tussen de verschillende afdelingen / werkmaatschappijen • inzicht in brandstofverbruik van onderaannemers • Gedetailleerde gegevens over soort en type materieel, het aantal draaiuren en verbruik per uur zou veel inzicht verschaffen.
10