Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu Auteurs: Natascha Smits Harriette Laurijsen Maart 2004
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
0
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg Inleiding De Subwerkgroep afval, vallend onder werkgroep Milieu van de IAVM (Interuniversitaire organisatie voor Arbeidshygiëne, Veiligheid en Milieu), bestaat uit afvaldeskundigen van acht academische ziekenhuizen. De subwerkgroep heeft geconstateerd dat er een onduidelijke situatie is op het gebied van specifiek ziekenhuisafval (s.z.a.). Er is sprake van tegenstrijdige regelgeving en regelgeving die in de praktijk niet uitvoerbaar is. Dit heeft tot gevolg dat iedere instelling zijn eigen definitie hanteert van specifiek ziekenhuisafval. Om een eind te maken aan deze onwenselijke situatie heeft de subwerkgroep een voorstel geschreven waarin staat aangegeven wat wel of wat niet tot het specifiek ziekenhuisafval behoort, met de daarbij behorende argumentatie. Het eindresultaat is een concrete afvalstoffenlijst die de ziekenhuizen als handleiding kunnen gebruiken. Het Milieuplatform Zorgsector (MPZ) heeft dezelfde problemen geconstateerd m.b.t. het specifiek ziekenhuisafval en sluit zich aan bij het voorstel. De notitie is als volgt opgebouwd: de praktijk uitgangspunten definitie s.z.a. voorstel definitie s.z.a. afsluiting Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
definitielijst afvalstoffenlijst s.z.a. deelnemerslijst Subwerkgroep afval deelnemerslijst Milieuplatform Zorgsector
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
1
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
De praktijk In de praktijk geldt veelal de volgende indeling van afval afkomstig uit ziekenhuizen: bedrijfsafval (onderverdeelt in diverse stromen, zoals papier, glas, keukenafval en restafval) bewerkbaar ziekenhuisafval. Het bewerkbaar ziekenhuisafval wordt geautoclaveerd en uiteindelijk behandeld als restafval. Het betreft afval dat vanwege esthetische en / of logistieke redenen afgevoerd wordt als s.z.a, maar volgens Eural niet gevaarlijk is of het betreft (infectueus) afval afkomstig van microbiologische laboratoria. specifiek ziekenhuisafval (s.z.a.) “chemisch” afval radioactief afval Onderstaande wetgeving is van toepassing op “gevaarlijk” afval: Eural Afvalstoffenlijst behorend bij de Regeling Europese Afvalstoffenlijst (Stcrt 62, 2002) ingevolge de Wet milieubeheer en vervanging van het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA) ADR (Europese Overeenkomst betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg) Wms Wet milieugevaarlijke stoffen Besluit Stralingsbescherming 2000 Infectieziektenwet Naast wetgeving geldt het beleidskader van VROM: LAP (Landelijk Afvalbeheerplan) De Eural, ADR en LAP sluiten niet op elkaar aan. Er staan verschillende definities in van “specifiek ziekenhuisafval” en er worden verschillende uitgangspunten gehanteerd. Door deze verschillen ontstaan er situaties die in de praktijk niet of moeilijk uitvoerbaar c.q. wenselijk zijn. De ADR is bijvoorbeeld geschreven vanuit het perspectief van vervoer. Het LAP gaat meer uit van de organisatie waar het afval vrijkomt. De Eural geeft aan of de stof wel of niet gevaarlijk is. Enkele voorbeelden: Bloed: volgens het LAP dient niet gestold (dus in vloeibare vorm) bloed afgevoerd te worden als specifiek ziekenhuisafval. Volgens het ADR dient al het bloed als specifiek ziekenhuisafval afgevoerd te worden. Volgens EURAL is het bloed alleen gevaarlijk als het infectueus is. Tot slot zijn de bestaande verpakkingsmiddelen voor specifiek ziekenhuisafval niet geschikt voor vloeistoffen. Scherpe voorwerpen: volgens het LAP dienen alle scherpe voorwerpen afgevoerd te worden als specifiek ziekenhuisafval. Volgens de EURAL is het, mits niet infectueus, geen gevaarlijk afval. De ADR geeft aan dat alle afvalstoffen afkomstig van medische behandeling als s.z.a. afgevoerd dienen te worden, waaronder dus ook scherpe voorwerpen. Anatomische resten: volgens de EURAL zijn menselijke anatomische resten en organen, mits niet infectueus, geen gevaarlijk afval. Volgens LAP is het, voor zover niet voor destructie aangeboden, specifiek ziekenhuisafval. Deze regelgeving brengt met zich mee dat ieder ziekenhuis zijn eigen interne afvalstoffenregeling hanteert. Dit is voor alle betrokkenen een ongewenste situatie.
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
2
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Uitgangspunten Bij het opstellen van een eenduidige afvalstoffenlijst voor specifiek ziekenhuisafval zijn de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd: 1.
De afvalstroom “specifiek ziekenhuisafval” dient zo klein mogelijk gehouden te worden. Het is erg kostbaar en niet milieuverantwoord om meer afval dan nodig, af te voeren als specifiek ziekenhuisafval.
2.
De huidige regels voor restafval blijven gelden: • afvalzakken mogen niet worden “aangestampt” om er nog meer in te kunnen doen; • vanaf de ontdoener op de afdeling tot aan verbranding vindt geen lichamelijk contact plaats tussen afval en medewerker afvalverwerking.
3.
Er lopen momenteel bij een aantal academische ziekenhuizen proeven voor het desinfecteren van delen van het afval. Het betreft het afval dat vanwege esthetische en / of logistieke redenen afgevoerd wordt als s.z.a., maar eigenlijk geen gevaarlijk afval is. Het gaat dan bijvoorbeeld om grotere hoeveelheden bloed, systemen met bloed, objectglazen, glazen buizen met bloed en redonpotten. Deze notitie en de proeven sluiten op elkaar aan.
4.
Het voorstel beschrijft een minimale standaard. De instellingen kunnen naar eigen inzicht altijd strikter handelen dan wettelijk vereist. Indien bijvoorbeeld een ziekenhuis restanten bloed niet bij het restafval wil doen, dan is deze vrij om het af te voeren als specifiek ziekenhuisafval.
Naast algemene uitgangspunten zijn ook inhoudelijke uitgangspunten geformuleerd. Deze staan hieronder beschreven: 5.
De in Nederland geïmplementeerde Europese wetgeving, de EURAL, bepaalt wat wel en niet tot het gevaarlijk afval behoort. Dit zijn de materialen gecodeerd met een *: • afval waarvan de inzameling en verwijdering zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen; • chemicaliën die uit gevaarlijke stoffen bestaan of deze bevatten; • cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen; • amalgaamafval uit de tandheelkunde.
6.
Op grond van veiligheid en milieu dient “infectueus afval” bij voorkeur geautoclaveerd te worden en afgevoerd te worden als restafval. Indien het niet mogelijk is om te autoclaveren, dan dient het afval afgevoerd te worden als specifiek ziekenhuisafval. Autoclaveren gebeurt al in diverse microbiologische laboratoria. De definities van “infectueus afval” en “autoclaveren” staan beschreven in bijlage 1.
7.
Om esthetische redenen is het niet wenselijk om herkenbare lichaamsdelen en organen bij het restafval te deponeren. Dit afval dient, als het niet wordt gecremeerd of begraven, als specifiek ziekenhuisafval afgevoerd te worden.
8.
Om logistieke redenen is het niet wenselijk om scherpe voorwerpen onbeschermd bij het reguliere restafval te deponeren. Een speciale verpakkingswijze van scherpe voorwerpen, waardoor snij-incidenten worden voorkomen, maakt het mogelijk om het af te voeren als restafval.
9.
Om esthetische en / of logistieke redenen is het niet wenselijk om grotere hoeveelheden bloed en lichaamsvocht (> 500 ml per afvalzak) bij het bedrijfsafval te deponeren. Een alternatieve behandel- (of verpakkings)methode is nodig om het af te mogen voeren als restafval. Indien dit niet aanwezig is, dan dient het afval afgevoerd te worden als s.z.a.
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
3
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Voorstel Voor een meer veilige en milieuverantwoorde indeling van het afval afkomstig uit ziekenhuizen stellen het IAVM werkgroep Milieu en het MPZ de volgende indeling voor: 1.a. 1.b. 2. 3. 4. 5.
bedrijfsafval bedrijfsafval dat aan bepaalde verpakkingseisen voldoet bewerkbaar ziekenhuisafval: afval dat na autoclaveren als restafval kan worden afgevoerd of eventueel als restproduct opnieuw ingezet kan worden specifiek ziekenhuisafval “chemisch” afval radioactief afval
Voor een groot aantal materialen dat door ziekenhuizen wordt afgevoerd als afval is deze indeling nader uitgewerkt. Hierdoor is inzichtelijk wat de indeling in de praktijk betekent. Zie hiervoor bijlage 2, een afvalstoffenlijst. In het kort komt het op het volgende neer: infectueus afval dient bij voorkeur geautoclaveerd te worden waarna het afgevoerd mag worden als restafval. Indien autoclaveren niet mogelijk, dan afvoeren als s.z.a. scherpe voorwerpen, mits goed verpakt, mogen bij restafval; grotere hoeveelheden bloed, mits goede “behandel- of verpakkingsmethode”, hoeft niet als s.z.a. afgevoerd te worden; cytostatica, cytostatische geneesmiddelen en gebruiksvoorwerpen die in aanraking zijn geweest met cytostatica dienen als s.z.a. afgevoerd te worden. Voor het Landelijk Afvalbeheerplan, sectorplan 10 Specifiek Ziekenhuisafval, betekent dit een wijziging in wat er onder SZA wordt verstaan: Huidige definitie SZA volgens het LAP Menselijke anatomische resten en orgaandelen die vrijkomen bij operatieve en obstetrische ingrepen, bij obductie en bij wetenschappelijk onderzoek en onderwijs; Proefdieren en delen van proefdieren voor zover niet voor destructie aangeboden. Afval van klinische en microbiologische laboratoria dat bacterieel, viraal of met schimmels besmet is. Scherpe voorwerpen, zoals injectienaalden, afgeknipte capillairen, scalpels, kapotte instrumenten en bloedbuizen. Bloed, plasma en andere pasteuze en vloeibare afvalstoffen (zoals wondvocht, drainvocht en pus) die niet opgedroogd zijn (en dus in vloeibare vorm aanwezig zijn).
Cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen, inclusief gescheiden ingezamelde cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen afkomstig van huishoudens dat als KCA is ingezameld of afkomstig van bedrijven. Beddingafval afkomstig van proefdieren voor zover deze zijn besmet met ziektekiemen, genoemd in groep A en B van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, of zijn behandeld met geneesmiddelen; Afval van afdelingen en kamers waar patiënten vanwege hun besmettingsrisico voor ziekenhuismedewerkers geïsoleerd worden verpleegd.
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
Nieuw voorstel Afvoeren naar crematoria, indien niet dan s.z.a. Geen wijziging Autoclaveren en afvoeren als restafval, danwel afvoeren als s.z.a. Scherpe voorwerpen dienen veilig verpakt aangeboden te worden als restafval Indien geen alternatieve bewerkings- of verpakkingsmethode aanwezig is dienen grotere hoeveelheden bloed, plasma en andere pasteuze en vloeibare afvalstoffen, zoals wondvocht, drainvocht en pus (> 500 ml per afvalzak) afgevoerd te worden als s.z.a. Geen wijziging
Nader onderzoek nodig: groep A en B of alleen groep A? Categorie A-ziekten (op grond van Infectieziektenwet) autoclaveren en afvoeren als restafval, dan wel afvoeren als s.z.a.. Het Ministerie van VWS kan tijdelijk extra ziektes aanwijzen.
4
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Afsluiting Gaarne ziet de Subwerkgroep afval van IAVM-werkgroep milieu en het Milieuplatform Zorgsector dit voorstel met betrekking tot specifiek ziekenhuisafval besproken met meer instanties. Naar onze verwachting kunnen de volgende instanties een belangrijke bijdrage leveren in de discussie: ministerie Verkeer en Waterstaat ministerie VROM ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Werkgroep Infectie Preventie RIVM Afvalbranche (inzamelaars, transporteurs en verwerkers) In afwachting van uw reactie, Met vriendelijke groet, Namens Subwerkgroep Afval,
Namens Milieuplatform Zorgsector,
Mw. H. Laurijsen Stafmedewerker afval en milieu, UMC St Radboud.
Dhr. A.B. van Engelen Directeur Milieuplatform Zorgsector
Telefoon: 024 – 3617651 Telefax: 024 – 3540997 Postbus 9101 6500 HB, 216 FaB Nijmegen
Voorstel specifiek ziekenhuisafval in de gezondheidszorg
5
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
BIJLAGE 1:
DEFINITIES
Autoclaveren Autoclaveren is een natte thermische desinfectie. Bij autoclaveren wordt gebruik gemaakt van stoom onder hoge druk bij een temperatuur tussen 100 en 130°C. Het is een bewezen robuuste methode voor het afdoden van alle micro-organismen en hun sporen. Dit afdoden werkt beter bij natte thermische desinfectie dan met droge verhitting, omdat de stoom de eiwitten denatureert. Afspraken over validatie is gewenst. Infectueus afval Momenteel worden verschillende definities gehanteerd voor “infectueus afval”. Vanuit laboratoria worden veelal de Europese Richtlijnen aangehouden. In deze Richtlijnen is een vierdeling in risicoklassen gemaakt van biologische agentia: Klasse 1: niet pathogene micro-organismen en parasieten Klasse 2: micro-organismen en parasieten, die ziekte kunnen verwekken, maar waarvan de verspreiding onwaarschijnlijk is en waarvoor een effectieve profylaxe of behandeling beschikbaar is Klasse 3: micro-organismen en parasieten, die zich kunnen verspreiden en ernstige ziekte kunnen veroorzaken, maar waarvoor een effectieve profylaxe en behandeling beschikbaar is. Klasse 4: micro-organismen en parasieten, die een grote kans op verspreiding hebben en een ernstige ziekte kunnen veroorzaken waarvoor geen effectieve profylaxe of behandeling bestaat. Afval met organismen van klasse 2 tot en met 4 worden op laboratoria behandeld als infectueus afval. Er is geen duidelijke richtlijn voor “infectueus afval” afkomstig van verpleeg-, onderzoek- en behandelafdelingen. Wellicht dat de Werkgroep Infectie Preventie (WIP) hier een uitspraak over kan doen. Bij deze doen wij een voorzet: Categorie 1: potentieel besmet afval. Hierbij wordt gedacht aan afval uit de intra- en extramurale zorg waarbij altijd een gewis risico aanwezig is dat zich schadelijke micro-organismen in het afval bevinden. Bij contaminatie kan dit leiden tot besmetting doch zal geen bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Categorie 2: geïdentificeerd infectueus afval waarbij de contaminatie niet zal leiden tot verspreiding van de micro-organismen onder de bevolking, maar wel kan leiden tot individuele besmetting. Categorie 3: geïdentificeerd infectueus afval dat geïnfecteerd is met micro-organismen die bij contaminatie of aërosolverspreiding infecties veroorzaken die epidemische vormen aannemen dan wel kunnen aannemen. Indien bij afvalinzameling en -verwerking acht wordt geslagen op normale hygiënische handeling (geen inname of aanraking) kan men stellen dat de categorieën 1 en 2 niet bedreigend zijn voor de volksgezondheid. Derhalve zijn rigide maatregelen tijdens de afvalverwerking in de totale keten overbodig. Afval uit categorie 3 is een bedreigende factor voor de volksgezondheid en dient dit afval ook als specifiek ziekenhuisafval te worden afgevoerd. Hierbij denken we aan de benoemde A-ziekten (op grond van Infectieziektenwet). Het Ministerie van VWS kan tijdelijk extra ziektes aanwijzen. Specifiek ziekenhuisafval (volgens ADR) Afvalstoffen afkomstig van de medische behandeling van dieren of van mensen of van biologisch onderzoek, waarbij de waarschijnlijkheid gering is dat infectueuze stoffen aanwezig zijn. Deze afvalstoffen dienen ingedeeld te worden onder UN-nummer 3291, ziekenhuisafval ongespecificeerd n.e.g.”. Specifiek ziekenhuisafval (volgens LAP) Onder specifiek ziekenhuisafval wordt verstaan: • menselijke anatomische resten en orgaandelen die vrijkomen bij operatieve en obstetrische ingrepen, bij obductie en bij wetenschappelijk onderzoek en onderwijs;
Bijlage
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
• • • • • • •
Bijlage
proefdieren en delen van proefdieren voor zover niet voor destructie aangeboden; afval van klinische en microbiologische laboratoria dat bacterieel, viraal of met schimmels besmet is; scherpe voorwerpen, zoals injectienaalden, afgeknipte capillairen, scalpels, kapotte instrumenten en bloedbuizen; bloed, plasma en andere pasteuze en vloeibare afvalstoffen (zoals wondvocht, drainvocht en pus) die niet opgedroogd zijn (en dus in vloeibare vorm aanwezig zijn); cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen, inclusief gescheiden ingezamelde cytotoxische en cytostatische geneesmiddelen afkomstig van huishoudens dat als k.c.a. is ingezameld of afkomstig van bedrijven; beddingafval afkomstig van proefdieren voor zover deze zijn besmet met ziektekiemen, genoemd in groep A en B van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, of zijn behandeld met geneesmiddelen;l afval van afdelingen en kamers waar patiënten vanwege hun besmettingsrisico voor ziekenhuismedewerkers geïsoleerd worden verpleegd.
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
BIJLAGE 2:
Bijlage
AFVALSTOFFENLIJST SPECIFIEK ZIEKENHUISAFVAL
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Omschrijving aan- en afsluitdoek nierdialyse afdekmateriaal (groene lakens OK) afval van geïsoleerde patiënten (besm. cat A) afval van geïsoleerde patiënten (niet cat A) ampullen glas, leeg maar scherp ampullen kunststof anatomisch materiaal azaserine azathioprine bariumpap bedding afval van proefdieren groep A en B met geneesmiddelen beddingsafval, niet besmet beddingsafval, besmet besmet afval bleomycine bloed(mengsels) < 500 ml per gevulde afvalzak bloed(mengsels) > 500 ml per gevulde afvalzak bloedbuizen, besmet bloedbuizen, glas, niet besmet bloedbuizen, kunststof, niet besmet botcement (uitgehard) busulfan CAPD zakken, leeg CAPD zakken, vol (peritoniaalspoeling) capillairen, niet besmet capillairen, besmet capillairen, afgeknipt en besmet carmustine catheters zonder naald catheters met naald chloornafazine cidex cyclofosfine
Bijlage
LAP hdo-restafval hdo-restafval sza sza hdo-restafval hdo-restafval sza sza sza ? sza
EURAL 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 01 18 01 04 18 01 02 18 01 08* 18 01 08* 16 .. .. (?) 18 02 02*
ADR klasse nvt nvt 6.2 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 6.2
ADR code nvt nvt UN 2814 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt UN 3291
advies 1a 1a 2 1a glas 1a 3 3 3 chemisch 2
sza sza sza sza sza sza sza hdo-restafval hdo-restafval hdo-restafval sza hdo-restafval sza hdo-restafval sza sza sza hdo-restafval sza sza ? sza
18 01 04 18 01 03* 18 01 03* 18 01 08* 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 20 01 02 18 01 04 16 .. .. (?) 18 01 08* 18 01 04 18 01 03* 18 01 01 18 01 03* 18 01 03* 18 01 08* 10 01 04 18 01 01 18 01 08* 18 01 09 18 01 08*
nvt 6.2 6.2 nvt 6.2 6.2 6.2 nvt nvt nvt nvt nvt 6.2 nvt 6.2 6.2 nvt nvt nvt nvt chemisch nvt
nvt UN 2814 UN 2814 nvt UN 3291 UN 3291 UN 2814 nvt nvt nvt nvt nvt UN 2814 nvt UN 2814 UN 2814 nvt nvt nvt nvt chemisch nvt
1a 2 2 3 1a 1.b 2 1b 1a 1a 3 1a 2 1b 2 2 3 1a 1b 3 chemisch 3
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Omschrijving cytostatica-resten en al wat in contact is geweest cytostatica (diverse) dacarbazine daunorubicine diagnostische monsters (preparaten) dialysevloeistof diffusieglaasje/objectglaasje, besmet diffusieglaasje/objectglaasje, niet besmet, scherp doxorubicine drainage/afzuigslangen met resten bloed en wondvocht < 500ml drainage/afzuigslangen met resten bloed en wondvocht > 500ml drainagezak (leeg) drainagezak (met besmette inhoud) endotrachaele tubes/catheters filters, van technische installaties filters, van patienten toepassing filters, niet verontreinigd flessen, glas, leeg en niet verontreinigd flessen, chemisch verontreinigd
LAP sza sza sza sza sza sza sza hdo-restafval sza sza/hdo
EURAL 18 01 08* 18 01 08* 18 01 08* 18 01 08* 18 01 03* 19 01 04 18 01 03* 20 01 02 18 01 08* 18 01 04
ADR klasse nvt nvt nvt nvt 6.2 nvt 6.2 nvt nvt 6.2
ADR code nvt nvt nvt nvt UN 3373 nvt UN 2814 nvt nvt UN 3291
advies 3 3 3 3 2 riool of 1b 2 1b of glas 3 1a
sza/hdo
18 01 04
6.2
UN 3291
1b
hdo-restafval sza sza ? sza hdo-restafval hdo-restafval ?
18 01 04 18 01 03* 18 01 03* 18 01 07 18 01 03* 18 01 04 20 01 02 18 01 07
nvt UN 2814 UN 2814 divers UN 2814 nvt nvt afh. van inhoud
1a 2 1a chemisch/retour 2 1a glas chemisch
flessen, plastic, leeg en niet verontreinigd gebroken glas geinfecteerd afval van microbiologische laboratoria ggo's (ML I en ML II) ggo's (ML III en ML IV) gipsafval (uitgehard) glas, biologisch besmet glas, chemisch verontreinigd
hdo-restafval hdo-restafval sza ? ? hdo-restafval sza ?
20 03 99 20 01 02 18 01 03* ? ? 18 01 04 18 01 03* 18 01 07
nvt nvt UN 2814 of 2900 UN 3245 UN 2814 nvt UN 2814 afh. van inhoud
1a 1b of glas 2 1a 2 1a 2 chemisch
glas, schoon glazen buizen met bloed hartlongpak humaan weefsel (onherkenbaar en niet besmet)
hdo-restafval sza ? sza
20 01 02 18 01 04 18 01 04 18 01 02
nvt 6.2 6.2 divers 6.2 nvt nvt afh. van inhoud nvt nvt 6.2 9 6.2 nvt 6.2 afh. van inhoud nvt nvt 6.2 nvt
nvt nvt UN 3291 nvt
glas 2 1b 1a
Bijlage
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Omschrijving incontinentiemateriaal (niet van cytostaticapatienten) infuusflessen, met cytostatica infuusflessen zonder antibiotica of cytostatica infuuslijnen met naalden/scherpe punt infuuslijnen zonder naalden/scherpe punt infuuszakken leeg infuuszakken < 500 ml bloed per afvalzak infuuszakken vol (schoon bloed) injectienaalden instrumenten scherp jodium/betadine kadavers katheter, zie catheter kunstnieren kweekplastic, besmet kweekpotten (bloedkweek, < 500ml per afvalzak) linnengoed met bloed lumostine materiaal met faeces (hoeveelheid is bepalend) medicijnen vloeibaar, geconcentreerd medicijnen vloeibaar, verdund melfalan menselijke anatomische resten en orgaandelen menselijke weefselsrestjes (onherkenbaar) mesjes, biologisch besmet mesjes, niet besmet microbiologisch labafval na sterilisatie
LAP hdo-restafval sza hdo-restafval sza hdo-restafval hdo-restafval sza sza sza sza ? sza
EURAL 18 01 04 18 01 08* 20 01 02 18 01 01 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 02 18 01 01 18 01 01 18 01 07 18 01 02
? sza ? nvt sza hdo-restafval ? nvt ? sza sza sza sza hdo-restafval
microbiologisch afval, besmet naalden naalden, besmet naaldenbeker en -container gevuld natrium/bicarbonaatkit (dialysekit) neussonde niet-microbiologisch geïnfecteerd afval van laboratoria
sza sza sza sza sza hdo-restafval hdo-restafval
18 01 04 18 01 03*/06* ? nvt 18 01 08* 18 01 04 18 01 09 nvt 18 01 09 18 01 02 18 01 02 18 01 03* 18 01 01 20 03 99/18 01 04 18 01 03* 18 01 01 18 01 03* 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 04
Bijlage
ADR klasse nvt nvt nvt 6.2 6.2 nvt 6.2 6.2 nvt nvt nvt nvt
ADR code nvt nvt nvt UN 3291
nvt 6.2 6.2 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 6.2 nvt nvt
nvt UN 2814 UN 3291 nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt UN 2814 nvt nvt
advies 1a 3 glas 1b 1a 1a 1a 1b 1b 1b chemisch 3 1a 2 2 was 3 1a medicijn riool medicijn 3 1a 2 1b 1a
6.2 6.2 6.2 6.2 6.2 nvt nvt
UN 2814 UN 3291 UN 2814 UN 2814 UN 3291 nvt nvt
2 1b 3 1b of 3 1b 1a 1a
nvt UN 3291 UN 3291 nvt nvt nvt nvt
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Omschrijving objectglazen, besmet objectglazen, niet besmet
LAP sza hdo-restafval
onderleggers (wegwerp) met bloed operatiehandschoenen en andere disposables opraflex (besmet) opvangbank VAC-systeem opvangzakken voor bloed, wondvocht, etc (disposable) < 500ml opvangzakken voor bloed, wondvocht, etc (disposable) > 500ml panfuran S pathogeen afval pipet met bloed/lichaamsmateriaal pipet, besmet pipet, kunststof, niet besmet placenta's pleuradrainagesystemen met vocht procarbazine proefdieren radioactief materiaal redonpotten en flessen met bloed/wondvocht < 500ml redonpotten en flessen met bloed/wondvocht > 500ml scalpels, besmet scalpels, niet besmet scherpe voorwerpen met bloed scherpe voorwerpen/instrumenten, niet besmet scherpe voorwerpen/instrumenten, biologisch besmet scherpe voorwerpeninstrumenten, chemisch verontreinigd
hdo-restafval hdo-restafval hdo-restafval sza sza
EURAL 18 01 03* 20 01 02/18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 04
sza
semustine slangetjes met bloed sonde spikes, in infuuszak spikes, los spuiten, besmet
Bijlage
ADR klasse 6.2 nvt
ADR code UN 2814 nvt
advies 2 glas
nvt nvt 6.2 6.2 6.2
nvt nvt UN 2814 UN 2814 UN 3291
1a 1a 2 1b 1a
18 01 04
6.2
UN 3291
1b
sza sza sza sza sza sza sza
18 01 09 18 01 03* 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 08* 18 01 08* ? 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 01 18 01 04 18 01 01 18 01 03* 18 01 01
nvt UN 2814 UN 3291 UN 2814 nvt UN 3291 UN 3291 nvt nvt ? UN 3291 UN 3291 UN 2814 nvt UN 3291 nvt UN 2814 afh. van inhoud
medicijn 2 1b 2 1a 3 2 3 3 radioactief 1a 1b 3 1b 1b 1b 2 chemisch afval
sza hdo-restafval hdo-restafval hdo-restafval ? sza
18 01 08* 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 01? 18 01 03*
nvt 6.2 6.2 6.2 nvt 6.2 6.2 nvt nvt 7 6.2 6.2 6.2 nvt 6.2 nvt 6.2 afh. van inhoud nvt 6.2 6.2 nvt nvt 6.2
nvt UN 3291 UN 3291 nvt nvt UN 2814
3 1a 1a 1a 1b 2
sza sza sza hdo-restafval sza sza sza ?
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Omschrijving spuiten, niet besmet sputumpotten < 500 ml sputumpotten > 500 ml stomazakken < 500 ml stomazakken > 500ml tampons gynaecologisch/hydrofiel (met bloed doordrenkt) thoraxdrain, besmet thoraxdrainagesystemen (>500 ml bloed) urinezakken, leeg urinezakken, vol vaste geneesmiddelen verband, watjes, tissues met bloed, wondvocht, etc (doordrenkt) verband, watjes, tissues met bloed, wondvocht, etc (weinig doordrenkt) verbandmiddelen gebruikt verbandwagenzakken verpakkingsmaterialen voedingsbodem, besmet voedingsbodem, niet besmet weefselrestanten in fixatief wegwerpmateriaal dat met bloed in contact is geweest wondverbanden wonddrainageset, leeg wonddrainagesysteem, met besmette inhoud zakken met bloed/wondvocht >500 ml zakken uit de hartlongmachine Indeling advies: 1a = bedrijfsafval 1b = bedrijfsafval dat aan bepaalde verpakkingseisen voldoet 2 = afval dat na autoclaveren als bedrijfsafval kan worden afgevoerd 3 = specifiek ziekenhuisafval
Bijlage
LAP sza sza sza sza sza hdo-restafval sza sza hdo-restafval sza ? sza
EURAL 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 20 03 99 18 01 04 18 01 09 18 01 04
ADR klasse nvt 6.2 6.2 6.2 6.2 6.2 6.2 6.2 nvt 6.2 nvt 6.2
ADR code nvt UN 3291 UN 3291 UN 3291 UN 3291 UN 3291 UN 2814 UN 3291 nvt UN 3291 nvt UN 3291
advies 1a 1a 1b 1a 1b 1a 2 1b 1a riool of 1b medicijn 1a
hdo-restafval
18 01 04
6.2
UN 3291
1a
hdo-restafval hdo-restafval hdo-restafval sza hdo-restafval sza hdo-restafval hdo-restafval hdo-restafval sza sza sza
18 01 04 20 03 99 20 03 99 18 01 03* 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 04 18 01 04 18 01 03* 18 01 04 18 01 04
nvt nvt nvt 6.2 nvt 6.2 6.2 6.2 nvt 6.2 6.2 6.2
nvt nvt nvt UN 2814 nvt UN 3291 UN 3291 UN 3291 nvt UN 2814 UN 3291 UN 3291
1a 1a 1a 2 1a 3 of chemisch 1a 1a 1a 2 1b 1b
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
BIJLAGE 3:
Deelnemerslijst Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
Mw. N. Smits Dhr. R. Reiche Mw. M Claassen Dhr. L. Maas Dhr. R. Warmerdam Mw. N. Bruckwilder Dhr. P. van Groeningen Mw. L. van der Meer* Mw. H. Laurijsen (coördinator)
Universitair Medisch Centrum Utrecht Leids Universitair Medisch Centrum Academisch Ziekenhuis Groningen Academisch Ziekenhuis Maastricht VU Medisch Centrum VU Medisch Centrum Academisch Medisch Centrum Erasmus Medisch Centrum Universitair Medisch Centrum St Radboud
* deelname met ingang van 1 januari 2004 in verband met zwangerschapsverlof
Bijlage
Subwerkgroep afval, IAVM werkgroep Milieu
BIJLAGE 4: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47.
LEDENLIJST MPZ INSTELLINGEN IN 2004
Instelling Plaats Academisch Ziekenhuis Groningen Groningen Academisch Ziekenhuis Maastricht Maastricht Alysis Zorggroep Velp ANTARIS Amsterdam Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Amsterdam Antonius Mesos Groep Nieuwegein Antonius Ziekenhuis Sneek BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Diakonessenhuis Utrecht Flevoziekenhuis Almere Gemini Ziekenhuis Den Helder Groene Hart Ziekenhuis Gouda Hofpoort Ziekenhuis Woerden Kennemer Gasthuis Haarlem Martini Ziekenhuis Groningen MCRZ Rotterdam Meander Medisch Centrum Amersfoort Medisch Centrum Alkmaar Alkmaar Meerkanten, GGZ Flevo Ermelo N-H Noord 's Heerenloo, Noorderhaven Den Helder Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam Parnassia 's-Gravenhage Psychiatrisch Ziekenhuis DeltaBouwman Poortugaal Psychiatrisch Ziekenhuis Rijngeestgroep Oegstgeest Rode Kruis Ziekenhuis 's-Gravenhage Sint Franciscus Ziekenhuis Roosendaal Slingeland Ziekenhuis Doetinchem Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam Spaarne Ziekenhuis Heemstede Heemstede Stichting Altrecht Den Dolder Stichting Gezondheidszorg Oost. Z-Limburg Heerlen Stichting Jansdal Ziekenhuis Harderwijk Stichting Deventer Ziekenhuizen Deventer Stichting Parco Leidschendam Stichting Streekziekenhuis Walcheren Vlissingen Stichting Ziekenhuis Leyenburg 's-Gravenhage Twenteborg Ziekenhuis Almelo Universitair Medisch Centrum St. Radboud Nijmegen Universitair Medisch Centrum Utrecht Utrecht Vlietland Ziekenhuis Schiedam Schiedam Ziekenhuis Amstelveen Amstelveen Ziekenhuis De Tjongerschans Heerenveen Ziekenhuis Lievensberg Bergen op Zoom Ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten Ziekenhuis Zeeuws Vlaanderen Terneuzen Zorggroep Noorderbreedte Leeuwarden
Bijlage