Vleermuizen in Nederland
1
Inhoud Watervleermuis (Myotis daubentonii) .................................................................................................... 3 Meervleermuis (Myotis dasycneme) ...................................................................................................... 5 Baardvleermuis (Myotis mystacinus) ...................................................................................................... 7 Brandts vleermuis (Myotis brandtii) ....................................................................................................... 9 Franjestaartvleermuis (Myotis nattereri).............................................................................................. 11 Laatvlieger (Eptesicus serotinus) ........................................................................................................... 13 Gewone/bruine grootoorvleermuis (Plecotus auritus)......................................................................... 15 Grijze Grootoorvleermuis (Plecotus austriacus) ................................................................................... 17 Gewone Dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) .............................................................................. 19 Bosvleermuis (Nyctalus leisleri) ............................................................................................................ 23 Rossevleermuis (Nyctalus noctula) ....................................................................................................... 25 Bechsteinsvleermuis (Myotis bechsteinii) ............................................................................................. 27 Vale vleermuis (Myotis myotis)............................................................................................................. 29 Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) ........................................................................................ 31 Tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus) ..................................................................................... 33
2
Algemeen
Watervleermuis (Myotis daubentonii)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in boomholtes; Winter: voornamelijk in bunkers, groeven, ijskelders etc.; Lengte: 4,5 tot 5,5 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. +- 6 kilometer van hun verblijfplaats. Net boven wateroppervlak; Groot water zonder kroos nodig; Prooi: schietmotten, haften, vliegen, soms ook dansmuggen en motten.
Herkenning batdetector
Frequentie: 30-80; Piekfrequentie: 50; Klank: droog; Tikken/sec: 8-20 (snel); Bijzonderheden: Huppelend ritme, versneld in bochten.
Herkenning zicht
Afgeronde oren; Korte, stompe trachus; Bruinige onderarm; Bolle kop; XXL voeten; Ruige haren; Lichte buik; Dikke onderarmen; Oren flauwe hoek; Vaak roze snuit; Oren niet voorbij neus.
Herkenning vlucht
Vliegt laag over het wateroppervlak; Trillende vleugelslag; Vaak stuiterende vlucht, als een botsauto.
3
4
Plaatselijk algemeen
Meervleermuis (Myotis dasycneme)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, spouwmuur en zolder; Winter: voornamelijk in forten, kelders, bunkers, mijnen en koele grotten; Lengte: 5,5 tot 6,7 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Net boven wateroppervlak, vochtig weiland of langs bosrand; Groot water zonder kroos nodig; Prooi: vedermuggen, muggen en motten.
Herkenning batdetector
Frequentie: 25-60; Piekfrequentie: 35; Klank: droog of nat; Tikken/sec: 7-15; Bijzonderheden: soms spetterend op lage frequentie.
Herkenning zicht
Middelgroot; Overwinterd vooral in Limburg; Vuilwitte buik; Korte stompe trachus; Dikke onderarmen; Breed gezicht; Knobbels op neus; Donker bruine rug; Wangen; Grote poten; Dikke polsen (bijna paarsig van kleur); Ronde lange oren, van boven af tot voorbij neus.
Herkenning vlucht
Vliegt hoger en sneller dan watervleermuis
5
6
Zeldzaam
Baardvleermuis (Myotis mystacinus)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, spouwmuur en zolder, bomen, grotten; Winter: voornamelijk in forten, kelders, bunkers, mijnen en koele grotten; Lengte: 3,5 tot 5,0 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Op ongeveer 3 km van verblijfsplaats. Dorpen, tuinen, open weiden, parken, vaak nabij water; Groot water zonder kroos nodig; Prooi: langpootmuggen, dansmuggen, haften, vliegen, kevers, motten, spinnen en rupsen.
Herkenning batdetector
Frequentie: 30-75; Piekfrequentie: 50; Klank: droog; Tikken/sec: 10-12; Bijzonderheden: zeer regelmatig.
Herkenning zicht
Puntige oren; Spitse trachus; Top oren opgewipt; Kleine voeten; Dunne onderarmen; Smalle kop; Bolle wangen; Donker gezicht; Vuilwitte buik; Dunne polsen; Klein; Neusbrug; Lange/warrige vacht.
Herkenning vlucht
Vliegt in strakke cirkels tijdens jacht.
7
8
Zeldzaam
Brandts vleermuis (Myotis brandtii)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, spouwmuur en zolder, bomen, grotten; Winter: voornamelijk in forten, kelders, bunkers, mijnen en koele grotten; Lengte: 3,7 tot 5,1 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Op ongeveer 1-3 km van verblijfsplaats. Open bosland of water; Prooi: vliegen en muggen.
Herkenning batdetector
Frequentie: 30-75; Piekfrequentie: 50; Klank: droog; Tikken/sec: 10-12; Bijzonderheden: zeer regelmatig.
Herkenning zicht
Goudbruine vacht; Spleet tussen neusgaten op neus; Binnenoor roze; Vacht lichte punten; Neuskegels; Neusgaten hartvormig en symmetrisch; Verder gelijk aan baardvleermuis.
Herkenning vlucht
Vliegt in strakke cirkels tijdens jacht.
9
10
Plaatselijk algemeen
Franjestaartvleermuis (Myotis nattereri)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, schuurtjes, bomen; Winter: voornamelijk in forten, kelders, bunkers, mijnen en koele grotten; Lengte: 3,6 tot 4,3 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Laag bij de grond of op begroeiing; Prooi: langpootmuggen, vliegen, kevers, schietmotten en spinnen.
Herkenning batdetector
Frequentie: 28-80; Piekfrequentie: 50; Klank: droog; Tikken/sec: 10-25; Bijzonderheden: Vrij zacht.
Herkenning zicht
Schoenlepeloren, opgewipt; Lange oren; Trachus redelijk groot en pits; Soms rode neus; Licht maantje om oorbasis (soms); Dikke onderarmen; Licht roze gezicht (onbehaard); Sneeuwwitte buik; Geen wangen; Doorzichtige oren, aders zichtbaar (soms).
Herkenning vlucht
Rustige rechtlijnige vlucht langs vast traject; Soms in zeer kleine bochtjes vliegend; Wendbaar.
11
12
Algemeen
Laatvlieger (Eptesicus serotinus)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, holle muren of houtstapels; Winter: waarschijnlijk in gebouwen (onbekend); Lengte: 5,8 tot 8,0 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Op ongeveer 2 km van verblijfsplaats. Tot tien meter boven de grond, langs opstaande elementen als heggen, bomen, lantaarnpalen en huizen, in tuinen en langs bosranden; Prooi: muggen, vliegen,, motten, meikevers.
Herkenning batdetector
Frequentie: 20-70; Piekfrequentie: 30-35; Klank: nat (tap-tap); Tikken/sec: 3-9 (traag); Bijzonderheden: Onregelmatig ritme met af en toe versnelling (tapdanser).
Herkenning zicht
Buik koffie met melk, rug koffie; Dikke polsen; Groot/dik/plomp; Oren steken weinig uit boven vacht; Dikke onderarmen; Dikke korte tenen; Trachus naar voren; Brede neus; Donker gezicht; Driehoekig oor.
Herkenning vlucht
Trage vleugelslag; Brede vleugels.
13
14
Algemeen Gewone/bruine grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, spouwmuur en zolder, bomen, grotten; Winter: voornamelijk in boomholten, gebouwen, grotten, bunkers, mijntunnels, Hangt vaak alleen, pionier (ontdekt nieuwe locaties), snelst verstoord; Lengte: 3,4 tot 4,2 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang(meerdere malen per nacht). Gedeeltelijk open loof- en naaldbossen, parken en tuinen; Prooi: motten, kevers, schietmotten, wantsen, oorwurmen en spinnen (onder eetplaats liggen vaak vleugels van motten).
Herkenning batdetector
Frequentie: 25-85; Piekfrequentie: 35-45; Klank: droog; Tikken/sec: 15-20 (snel); Bijzonderheden: Met het blote oor te horen als tikken van polshorloge.
Herkenning zicht
Oren vaak onder vleugels, alleen trachus zichtbaar; Licht gezicht; Varkensneus; Knobbels bij ogen; Lichte buik; Lange trachus, geen donkere punt; Lange haren; Grote ogen; Vleugels om zich heen gevouwen.
Herkenning vlucht
Ondiepe vleugelslag; Zeer wendbaar; Kan bidden (als roofvogel).
15
16
Zeldzaam
Grijze Grootoorvleermuis (Plecotus austriacus)
Algemeen
Zomer: voornamelijk op kerkzolders; Winter: voornamelijk in grotten en mijntunnels; Lengte: 4,0 tot 5,8 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Open gebieden, landbouwgrond, valleien; Prooi: vlinders, motten, meikevers en kevers (onder eetplaats liggen vaak vleugels van motten).
Herkenning batdetector
Frequentie: 25-85; Piekfrequentie: 35-45; Klank: droog; Tikken/sec: 15-20 (snel); Bijzonderheden: Met het blote oor te horen als tikken van polshorloge.
Herkenning zicht
Trachus donkere punt; Langere neus dan gewone grootoor; Geen knobbels bij ogen; Meer contrast; Varkensneus.
Herkenning vlucht
Ondiepe vleugelslag; Zeer wendbaar; Kan bidden (als roofvogel).
17
18
Algemeen
Gewone Dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in gebouwen, spouwmuur en zolder, bomen, schuren; Winter: voornamelijk in forten, huizen, schuren en bomen; Lengte: 3,6 tot 5,1 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Over water en weinlanden, langs heggen en bosranden en bij lantarenpalen; Prooi:mugjes, schietmotten, motten en gaasvliegen.
Herkenning batdetector
Frequentie: 40-65 (80); Piekfrequentie: 45-50; Klank: nat; Tikken/sec:10-14 (vrij snel); Bijzonderheden: Twiet op 40, sociale roep op 18 (enkel).
Herkenning zicht
Weinig contrast buik en rug; Klein; Oren steken niet uit boven vacht; Keutels in omgeving; Kleine voeten; Donker gezicht (masker); Driehoekig oor.
Herkenning vlucht
Trillende vleugelslag; Vliegt vaak hetzelfde rondje; Heen en weer zwenkende vlucht (als vlinder).
19
20
Algemeen
Ruige Dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in boomholten, nissen en spleten in gebouwen; Winter: voornamelijk in forten, huizen, schuren, boomholten, achter boomschors, in stapels brandhout, houtloodsen en spouwmuren; In het voor- en najaar worden ze regelmatig gevonden op olie- en gasplatformen in de Noordzee; Lengte:4,6 tot 5,8 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Zelden bij bebouwing, voorkeur voor laagland, bossen, oevers, landbouwgrond en parken; Prooi: dansmuggen, gaasvliegen en snaveldragers.
Herkenning batdetector
Frequentie: 35-70; Piekfrequentie: 40-45; Klank: nat; Tikken/sec: 6-10 (vrij langzaam); Bijzonderheden: Twiet op 38, sociale roep op 18 (dubbel).
Herkenning zicht
Klein maar groter dan gewone dwergvleermuis; Oren schuin naar achter; Kleine trachus; Roze gezicht; Lichte buik; Behaarde staart; Driehoekig oor; Minder contrast tussen gezicht en rest dan gewone dwergvleermuis.
Herkenning vlucht
Trillende vleugelslag; Vliegt vaak hetzelfde rondje; Heen en weer zwenkende vlucht (als vlinder), minder extreem dan Gewone dwergvleermuis.
21
22
Zeldzaam
Bosvleermuis (Nyctalus leisleri)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in boomholten, rotsspleten; Winter: voornamelijk in boomholten; Lengte: 4,8 tot 6,8 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Maakt vaak duikvluchten, boven openplaatsen in het bos, bij lantarenpalen of boven water; Prooi: langpootmuggen, dansmuggen, schietmotten en vlinders.
Herkenning batdetector
Frequentie: 20-45; Piekfrequentie: 30; Klank: nat (twit-tjie); Tikken/sec: 1-8 (traag); Bijzonderheden: Lijkt erg op Rosse vleermuis.
Herkenning zicht
Iets kleiner en donkerder dan de Rosse vleermuis; Oren donker en afgerond; Klein; Tweekleurige vahct (roodbruin boven en gelig bruin onder).
Herkenning vlucht
trillende vleugelslag; maakt vaak duikvluchten; vliegt hoog.
23
24
Algemeen
Rossevleermuis (Nyctalus noctula)
Algemeen
Zomer: voornamelijk in bomen; Winter: voornamelijk in bomen; Bijzonder: de dieren die in Oost-Europa leven treken van zomer naar winterverblijf (tot wel 1600 km). De trekken ook stukken overdag en jagen dan soms samen met zwaluwen; Lengte: 6,0 tot 8,0 cm; Jagen: al voor zonsondergang en tot na zonsopgang. Op wel 20 km van verblijfsplaats. Moerassen, open water, vochtige weilanden en bosranden.; Prooi: grote insecten, bijvoorbeeld krekels, maar ook wel kleinere mugjes (soms zelfs van de grond).
Herkenning batdetector
Frequentie: 15-40; Piekfrequentie: 20; Klank: nat (twiet-tjok); Tikken/sec: 1-8 (traag); Bijzonderheden: Vaak met het blote oor goed te horen.
Herkenning zicht
Kleine niervormige tragus; Rossige vacht, onderzijde iets lichter; Oren snuit en vleugels donkerbruin; Redelijk groot.
Herkenning vlucht
Smalle vleugels; Vliegt hoog en snel; Vliegt vaak in zwermen.
25
26
Zeldzaam
Bechsteinsvleermuis (Myotis bechsteinii)
Algemeen
Zomer voornamelijk in vochtig gemengd bos, holle bomen; Winter voornamelijk in bomen, soms ook in grotten, kelders, gebouwen; Lengte: 4,3 tot 5,5 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. In het bos, nabij verbluifsplaats; Prooi: motten, muggen en kevers uit de lucht en van de vegetatie.
Herkenning batdetector
Piekfrequentie: 38 – 50 kHz; Klank: droog);
Herkenning zicht
Oren niet aan elkaar; Enorme oren, 2,0 tot 2,6 cm; 9 plooien in oor; Lichte binnenkant oor; Lange snuit; Rodige snuit; Oren niet onder vleugel.
Herkenning vlucht
Korte brede vleugels; Grijswitte onderzijde; Behendige vlieger.
27
28
Zeldzaam Vale vleermuis (Myotis myotis)
Algemeen
Zomer voornamelijk in gebouwen, zolders, kerktorens, grotten en holle bomen; Winter voornamelijk in grotten, mijnen en kelders; Lengte: 6,5 tot 8,9 cm; Jagen: een half uur tot een uur na zonsondergang. Laag bij de grond in bossen; Prooi: Soms worden mestkevers, meikevers en motten in de lucht gevangen, maar kevers, spinnen, sprinkhanen en krekels worden over het algemeen op de grond gevangen.
Herkenning batdetector
Piekfrequentie: 27 – 37 kHz;; Klank: luid en droog, in het begin kort.
Herkenning zicht
Grote poten; Roestige glans over grijze vacht Onderzijde witgrijs Hoekige, uitstekende botten; Brede grote oren.
Herkenning vlucht
Langzame slag (roeiend); Vliegt rustig;
29
30
Plaatselijk algemeen Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus)
Algemeen
Zomer voornamelijk in bosgebied of gebouwen; Winter voornamelijk grotten, tunnels of zolders; Lengte: 4,1 tot 5,3 cm; Jagen: vrij laat na zonsondergang. In gebouwen, stallen en boven bomen. Plukt de prooi vaak van bladeren/takken of grond, maar vankg ook in de luchtr; Prooi: spinnen, vliegen, muggen, nachtvlinders, rupsen, gaasvliegen en kevers.
Herkenning batdetector
Piekfrequentie: 48-75 kHz; Klank: droog, niet luid.
Herkenning zicht
Inkeping in oor; Warrige, oranje vacht; Weinig contrast; Trachus tot aan inkeping oor.
Herkenning vlucht
jaagt laag over de grond; vaak ook boven water; hoge vlucht.
31
32
Zeldzaam Tweekleurige vleermuis (Vespertilio murinus)
Algemeen
Zomer voornamelijk in spleten en scheuren in gebouwen of rotsen; Winter voornamelijk grotten, kelders (30-50 dieren bij elkaar); Lengte: 5,0 tot 6,5 cm; Jagen: vrij laat na zonsondergang de gehele nacht doorr; Prooi: voornamelijk vliegen, maar ook motten en langpootmuggen, kevers en muggen..
Herkenning batdetector
Herkenning zicht
Bovenzijde rood-zwartbruin; Onderzijde witgrijs; Keel zeer wit; Oren vleugels nuit donkerbruin; Oren kort en smal.
Herkenning vlucht
Rechtlijnig; Of grote circels 10-20 m boven de grond; Vliegt alleen met warm weer.
33
34
Met dank aan: Liniewacht Vleermuiswerkgroep Gelderland (VleGel) (Kamiel Spoelstra) www.vleermuis.net www.waarneming.nl Welke vleermuis is dat?; Klaus Richarz Handbuch der Fladermause Europas und Nordwestafrikas; Dietz, Helversen en Nill
35
36