JAARVERSLAG 2007 van de Stichting Emeritaatsvoorziening “S.E.V.” van Nederlands Gereformeerde Kerken
pagina Kerncijfers/vijfjarenoverzicht ………………………………………………….
3
Bestuursverslag
…………………………………………………
5
Jaarrekening
…………………………………………………
14
Overige gegevens ………………………………………………… Actuarieel verslag Actuariële verklaring Accountantsverklaring Overzicht beleggingen
21
Utrecht, 17 maart 2008
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
kerncijfers
KERNCIJFERS / VIJFJAREN-OVERZICHT
Tenzij anders aangegeven zijn de bedragen afgerond in duizenden euro’s
2007
2006
2005
2004
2003
Bijdragen kerken (bruto)
1.001
962
883
822
708
aantal leden per 1 januari (volgens opgave)
32.290
32.056
31.527
31.616
31.135
31,--
30,--
28,--
26,--
22,75
13
13
-
-
-
988
949
883
822
708
-
-
35
-
-
1.023
974
950
953
951
775
771
769
703
628
-994
531
1.001
1.130
358
* obligaties
12.023
11.143
10.587
10.821
10.133
* aandelen
4.424
4.572
4.116
2.902
1.982
* vastgoed
1.389
2.794
2.084
2.307
2.031
956
502
1.253
602
Totaal beleggingen
18.792
19.011
18.040
16.632
14.146
Pensioenvermogen
19.291
19.768
18.444
17.042
15.599
Voorziening Pensioenverplichtingen
16.426
15.875
16.014
15.647
15.517
2.865
3.893
2.430
1.395
82
117,4%
124,5%
115,2%
108,9%
100,5%
bijdrage per lid (in euro’s) aftrek werkgeversdeel pensioenpremie pastoraal werkenden
Bijdragen kerken (netto) Giften kerken Uitkeringen Opbrengst beleggingen (direct) Koersresultaat effecten (indirect) Beleggingen
* deposito’s en internetspaarrekeningen
Over-/(onder)dekking Dekkingsgraad *) *) zie ook het actuarieel verslag
2
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
BESTUURSVERSLAG 1.
DE SEV EN DE AANGESLOTEN KERKEN
1.1.
Algemeen De voorjaarsvergadering van het bestuur met de aangesloten kerken vond plaats op 22 mei 2007 en de najaarsvergadering op 26 november 2007, beide in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Van de per 1 januari 2007 bij de stichting aangesloten kerken (91) waren in de voorjaarsvergadering 27 kerken vertegenwoordigd; 25 kerken stuurden een bericht van verhindering. Voor de najaarsvergadering waren die aantallen 28 resp. 22. De extra informatieve bijeenkomst met de kerken op 1 oktober 2007 over de positie van de SEV in relatie tot de nieuwe Pensioenwet, werd goed bezocht. Ook in het afgelopen jaar mocht het bestuur zich verheugen in een grote betrokkenheid bij de aanwezige afgevaardigden. Beraadslagingen en discussies voltrokken zich in een positieve, opbouwend kritische sfeer en ook over de toekomst van de SEV werd vrijuit en op creatieve wijze meegedacht en gesproken. Het bestuur is dankbaar voor de betrokkenheid bij de emeritaatsvoorziening, die daar uit blijkt. Zo dienen kerken en SEV samen de zaak van de emeritaatsvoorziening opdat de dienaren des Woords en hun nabestaanden ook na emeritering of in geval van arbeidsongeschiktheid of overlijden van het Evangelie kunnen leven. In het verslagjaar is er nog geen ondubbelzinnige duidelijkheid gekomen over de positie van de kerkelijke fondsen onder de nieuwe Pensioenwet. Wel heeft De Nederlandsche Bank inmiddels uitgesproken dat de SEV pensioen toezegt in de zin van de wet en zich daarmee kwalificeert als fonds dat onderhevig is aan toezicht. Later in dit verslag wordt inhoudelijk ingegaan op de ontwikkelingen op het terrein van de wetgeving, de niet geringe keuzen waar de SEV voor staat en de stappen die inmiddels zijn genomen om die keuzen op een verantwoorde manier te maken. Het bestuur ziet zich geplaatst voor de taak om de SEV door wellicht de meest ingrijpende periode in haar bestaan te loodsen. Het hecht er aan op deze plaats te benadrukken dat het zich gesterkt weet door het vertrouwen van de kerken die de SEV dragen. Bij alle overwegingen en beslissingen is er telkens weer het nadrukkelijke besef dat de SEV wordt gedragen door de steun en het gebed van de kerken. Zonder dat kan en wil het bestuur zijn werk niet doen. Het beveelt de emeritaatsvoorziening dan ook blijvend in het gebed van de kerken aan.
1.2.
Jaarstukken In de voorjaarsvergadering werden de jaarstukken over 2006 ongewijzigd vastgesteld.
1.3.
Reglementswijzigingen In het verslagjaar hebben geen wijzigingen in het reglement plaatsgevonden.
1.4.
Begroting en bijdrage 2008 De najaarsvergadering keurde de begroting voor het jaar 2008 goed, waarbij de bijdrage per lid voor 2008 met inachtneming van de eerder overeengekomen uitgangspunten werd gesteld op € 32,25.
1.5.
Aantal aangesloten kerken Per 1 januari 2007 waren 91 Nederlands Gereformeerde Kerken aangesloten bij de SEV.
3
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
1.6.
bestuursverslag
Bestuurssamenstelling In de najaarsvergadering was br W. van Veen regulier aftredend. Het bestuur is dankbaar dat br Van Veen bereid en in staat was een herbenoeming te aanvaarden. In de voorjaarsvergadering 2007 kon het bestuur door de benoeming van br S. Klaver te Hengelo worden uitgebreid met een tweede bestuurslid met deskundigheid op het gebied van de dagelijkse beleggingspraktijk. Br Klaver is lid van de NGK/CGK in zijn woonplaats, en in het dagelijks leven werkzaam als beleggingsadviseur bij de ING-bank Oost-Nederland. In de najaarsvergadering heeft zr H.G. Bronsveld-Taute, die bereid was na het vertrek van br Wattèl voor een aantal jaren het voorzitterschap te vervullen, de voorzittershamer overgedragen aan br B.P. Vreugdenhil.
2.
BESTUURLIJKE ACTIVITEITEN EN AANDACHTSPUNTEN
2.1.
Bestuursvergaderingen Het bestuur vergaderde in het verslagjaar negen keer.
2.2.
Uitkeringen en uitkeringsgrondslagen Per 1 januari 2007 werden de S.E.V.-uitkeringen, waaronder ook de uitkeringen op grond van een individuele verzekering, verhoogd met 1,1%. Dit percentage is vastgesteld met inachtneming van een klein bedrag dat na de aanvulling van de indexering per 1 januari 2006 nog resteerde van de gift uit 2005 van de voormalige NGK te Bilthoven. De minimum pensioengrondslag werd per 1 januari 2007 vastgesteld op € 39.836 (in 2006 was de minimumgrondslag € 38.789). De maximum uitkeringsgrondslag werd per 1 januari 2007 vastgesteld op € 56.878 (in 2006 € 55.383).
2.3.
Maatschappelijke ontwikkelingen Per 1 januari 2007 verving de Pensioenwet, samen met de Wet Financieel Toezicht en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de oude Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW). De nieuwe wetgeving bracht ten aanzien van kerkelijke fondsen een radicale breuk met het verleden teweeg. Onder de PSW werd het levensonderhoud van predikanten na hun emeritaat naar zijn aard niet aangemerkt als pensioenvoorziening in wettelijke zin. De instellingen die zorg droegen voor deze ouderdomsvoorziening vielen daardoor buiten het toezicht op grond van de PSW. De nieuwe Pensioenwet heeft een andere invalshoek. Wie pensioen toezegt, is onderhevig aan toezicht. De gedachte achter deze wet is de bescherming van de aanspraken van pensioengerechtigden. Die bescherming is in de optiek van het bestuur een goede zaak. Er is immers destijds bij de oprichting van de SEV niet voor niets gekozen voor toekenning van rechten aan de predikanten zélf. Juist ook vanwege de bescherming van de rechten van deelnemers, tracht de SEV zich al vanaf haar oprichting zoveel mogelijk te conformeren aan de regelgeving voor pensioenfondsen. Daarbij past in de visie van het bestuur ook overheidstoezicht op de solvabiliteit. Dat de SEV pensioen toezegt in de zin van de nieuwe wet, was het bestuur dus al snel duidelijk. In de contacten met DNB is het in die overtuiging bevestigd. De nieuwe Pensioenwet is echter allerminst toegesneden op de kerkelijke werkelijkheid. De gesprekken met DNB leidden ertoe dat het bestuur de gelegenheid kreeg zelf een voorstel te ontwikkelen voor het structuur en functioneren van de SEV onder de nieuwe Pensioenwet. DNB heeft inmiddels tijdens een gesprek met een delegatie van het bestuur positief op dat voorstel gereageerd. Een definitief oordeel wacht op de afronding door DNB van een toezichtskader voor de emeritaatsfondsen. Die afronding was voorzien voor december 2007.
4
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
Om de keuze voor de toekomst van de SEV op verantwoorde manier te maken heeft het bestuur besloten ook een tweede spoor uit te zetten, in de vorm van een onderzoek naar het sluiten van een collectieve rechtstreekse verzekering met een verzekeraar. De deelnemers hebben in zo’n constructie geen aanspraken meer jegens de SEV; ze krijgen daarvoor in de plaats een rechtstreekse aanspraak op de verzekeraar. Alle relevante factoren en omstandigheden ten aanzien van beide opties zullen een rol spelen bij de besluitvorming omtrent de toekomst. Om die besluitvorming optimaal voor te bereiden heeft het bestuur uit zijn midden commissies ingesteld die zich respectievelijk bezighouden met: de uitwerking van de structuur van de SEV in geval van zelfstandig voortbestaan onder de Pensioenwet de uitwerking van het Financieel Toetsingskader (zie ook paragraaf 3.1.2) het aanvragen en beoordelen van offertes met het oog op het eventueel sluiten van een rechtstreekse verzekering en het in kaart brengen van overige relevante gegevens en omstandigheden die een rol spelen bij het aangaan van een dergelijke verzekering de verdeling van de pensioenkosten over de deelnemende kerken.
2.4.
Diverse bestuurlijke activiteiten en ontwikkelingen In het jaarverslag 2006 meldde het bestuur dat in het kader van de bezinning op het onderwerp bestuursaansprakelijkheid ook een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering was afgesloten. In het verlengde daarvan is inmiddels ook een verzekering afgesloten tegen wettelijke aansprakelijkheid van de stichting SEV als rechtspersoon.
5
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.
FINANCIËN
3.1.
Beschouwingen bij de financiële positie en de dekkingsgraad
3.1.1.
bestuursverslag
Doelstelling
In het voorjaar 2003 heeft het bestuur een financiële doelstelling geformuleerd, namelijk het bereiken van een dekkingsgraad van 110 à 115% binnen een periode van 10 jaar. De uitkomsten van de toen genomen maatregelen kunnen pas op langere termijn worden geëvalueerd. Afgesproken is dat de evaluatie per 1 januari 2009 zal plaatsvinden. De financiële doelstelling van weleer is inmiddels gehaald. Hierbij moet worden aangetekend dat gevoeligheid voor beursontwikkelingen groot is door de waardering tegen marktwaarde van de beleggingen en de lage rentestand. Bovendien plaatsen de voorschriften en gevolgen van de nieuwe Pensioenwet (zie hieronder) diezelfde doelstelling in een volkomen ander perspectief. 3.1.2
De nieuwe Pensioenwet De SEV heeft zich alle jaren geconformeerd aan de regels die gelden voor Pensioenfondsen. Maximaal aansluitend aan de nieuwe Pensioenwet en de huidige SEV-structuur, heeft het bestuur een voorstel gedaan aan de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) voor de wijze, waarop inhoud zou kunnen worden gegeven aan de Pensioenwet en het toezicht. Dat betekent evenwel dat een andere structuur en organisatie van de SEV nodig wordt. In financieel-economische zin heeft de nieuwe Pensioenwet veel gevolgen, met name uit hoofde van het Financieel Toetsingskader (FTK). Een nieuw administratief systeem voor de registratie van deelnemers, de beleggingen en de verslaglegging moet er voor zorgen dat wij kunnen blijven voldoen aan de vereisten die de wet stelt op het gebied van: Marktwaarde van de beleggingen en Technische voorziening tegen de Rentetermijnstructuur (RTS) Berekening van Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV), Berekening van Vereist Eigen Vermogen (VEV) met de buffers voor risico’s op gebied van rente, valuta, beleggingen, kredieten, verzekeringstechniek, kredietwaardigheid herverzekeraar, etc. De nieuwe voorschriften inzake indexatie vereisen een bijna 100% garantie om de eerstkomende 15 jaar aan de toegezegde indexatie van actieven, gepensioneerden en slapers te kunnen voldoen, alvorens de toezegging kan en mag worden gedaan. Een dergelijke garantie wordt - afhankelijk van de aard van de toezegging - binnen de pensioenwereld op dit moment slechts afgegeven bij een dekkingsgraad van 140% of meer. Dat betekent dat het bestuur zich de komende tijd zal moeten beraden over de oude indexatiedoelstelling en de ambitie voor de toekomst (zie in dit licht ook 3.1.1). De overleggen met DNB hebben opgeleverd dat wij in 2008 specifieke aanwijzingen kunnen verwachten op basis van ons voorstel. Dat betekent dat wij pas met ingang van 2009 aan de wet moeten voldoen en gedurende 2008 de structuur en organisatie van het SEV kunnen herinrichten. Dat betekent eveneens dat de jaarverslaglegging 2007 op basis van de “oude“ waarderingsregels en Pensioenvermogensopstelling plaatsvindt omdat we alle veranderingen ineens willen doorvoeren.
6
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.1.3.
bestuursverslag
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad is de verhouding tussen de waarde van het Pensioenvermogen (bezittingen minus schulden) en de Voorziening Pensioenverplichtingen. Het Pensioenvermogen van de SEV bestaat nagenoeg volledig uit beleggingen in obligaties, aandelen en vastgoed. De beleggingen worden op beurswaarde gewaardeerd. Bij aandelen is het doel om naast direct rendement in de vorm van dividenden tevens indirect rendement te halen door stijging van de beurskoers. Bij obligaties reflecteert de beurswaarde de ontwikkeling van de marktrente: hogere rentestand, lagere beurswaarde en andersom. De werkelijke waarde van de beleggingen en daarmee van het Pensioenvermogen wordt op het moment van de jaarafsluiting weergegeven en is daarmee een momentopname. Voor de Voorziening Pensioenverplichtingen wordt een rekenrente gehanteerd onder de condities als beschreven in par. 3.1.4. Berekeningen tonen aan dat 1% daling van de rekenrente een stijging van circa 15% van de Voorziening Pensioenverplichtingen tot gevolg heeft. 3.1.4.
Rekenrente
De rekenrente is de rente waartegen de verplichtingen contant worden gemaakt. Deze rekenrente wordt zodanig vastgesteld dat de werkelijke rente- en dividendopbrengsten er bij voorkeur ruimschoots boven liggen. Ultimo 2007 heeft de marktrente (Eurorente) voor alle looptijden zich hersteld tot een niveau boven de 4%. In de nieuwe Pensioenwet per 1 januari 2007 wordt vereist dat zowel de beleggingen als de verplichtingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, waarbij voor de verplichtingen de “rentetermijnstructuur” (RTS) moet worden gehanteerd. De RTS geeft het verband weer tussen looptijd en rendement. De rendementen per looptijd worden ontleend aan een door DNB gepubliceerde tabel (rentetermijnstructuur). Het rendement dat behoort bij de gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen van de SEV per ultimo 2007 is 4,85% (2006: 4,26%, 2005: 3,71%). In de jaarrekening 2007 van de SEV wordt de Voorziening Pensioenverplichtingen berekend met een rekenrente van 4% of met de RTS indien deze lager is dan 4%.
3.2
Toelichting op de financiële positie Voor het eerst sinds jaren heeft de SEV te maken met een daling van het Pensioenvermogen. De oorzaak ligt in de ontwikkelingen op de beurzen in het afgelopen jaar. De dekkingsgraad is ultimo 2007 met 7,1 procentpunt gedaald van 124,5% tot 117,4%. Het verloop van de financiële positie kan als volgt worden samengevat. Pensioenvermogen
VPV
Dekkingsgraad
(in duizenden euro’s)
(in duizenden euro’s)
(in %)
Ultimo 2007 Ultimo 2006 Ultimo 2005 Ultimo 2004 Ultimo 2003 Ultimo 2002
19.291 19.768 18.444 17.042 15.599 14.820
16.426 15.875 16.014 15.647 15.517 14.826
117,4 124,5 115,2 108,9 100,5 99,9
Toename 2007 Toename 2006 Toename 2005 Toename 2004 Toename 2003
(477) 1.324 1.402 1.443 779
551 (139) 367 130 691
(7,1) 9,3 6,3 8,4 0,6
Financiële positie
In de begroting 2007 werd de dekkingsgraad ultimo 2007 nog geraamd op 118,1%. Een analyse van de verschillen met de begroting vindt u onder punt 3.4.
7
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
In grafieken weergegeven:
Pensioenvermogen Voorziening Pensioenverplichting
25.000
waarde in € 1000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 2007
2006
2005
2004
2003
2002
jaar
140 124,5 120
117,4
115,2 108,9 100,5
99,9
100 80 60 40 20 0 2007
2006
2005
2004
2003
2002
Dekkingsgraad
8
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.3
3.3.1.
bestuursverslag
Beleggingen en performance
Samenstelling van de portefeuille
De beleggingen bestaan ultimo 2007 uit obligaties, aandelen, hedge funds en vastgoed. De beleggingen in hedge funds worden tot de aandelen gerekend. De beleggingen in vastgoed betreffen uitsluitend participaties in vastgoedfondsen. De onderstaande tabel geeft de werkelijke verdeling over de beleggingscategorieën weer in relatie tot de strategische portefeuille en de normportefeuille. Strategische portefeuille
Normportefeuille 2007
Werkelijk 2007
Obligaties
70%
60-75%
64%
Aandelen
20%
15-25%
24%
Vastgoed
10%
8-12%
7%
Liquiditeiten Totaal
0%
0-5%
5%
100%
100%
100%
De strategische beleggingsportefeuille betreft de beleggingsmix die de SEV op de lange termijn wil vasthouden. De vastgestelde portefeuille voor enig jaar kan van deze strategische portefeuille afwijken, afhankelijk van de verwachtingen op de korte termijn. Dit noemen we de normportefeuille. Ultimo 2007 zaten bijna alle beleggingscategorieën binnen de bandbreedte van de normportefeuille. Enige uitzondering hierop was het belang in vastgoed dat kleiner was dan de door ons vastgestelde ondergrens van 8%. Dit had deels te maken met de forse koersdalingen van vastgoed gedurende het jaar 2007. De samenstelling van de beleggingsportefeuille in relatie tot ultimo vorig jaar is als volgt: 2007
in %
2006
in %
12.023
64
11.143
59
Aandelen
4.424
24
4.572
24
Vastgoed
1.389
7
2.794
15
(bedragen in duizenden euro’s)
Obligaties
Liquiditeiten Totaal
956
5
502
2
18.792
100
19.011
100
De beleggingsperformance van het fonds bedraagt -1,2% over 2007, tegen 7,0% over 2006.
3.3.2.
Obligaties
De samenstelling van de obligatieleningen is als volgt: 2007
in %
2006
in %
Staatsleningen Euroland
7.399
62
5.416
48
Financiële instellingen Euroland
3.855
32
5.079
46
769
6
333
3
-
-
315
3
(bedragen in duizenden euro’s)
Overige ondernemingen Euroland High-yield obligatiefondsen Overige leningen Totaal
-
-
-
-
12.023
100
11.143
100
Het rendement op de obligatieportefeuille over 2007 is uitgekomen op 0,79% (2006: 0,14%). Dit werd veroorzaakt door een stijging van de rente die nadelig was voor de koersontwikkeling van obligaties.
9
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
Het effectieve rendement van de obligatieportefeuille - zijnde het gemiddelde voor de toekomst te verwachten rendement - bedraagt ultimo 2007: 4,8% (2006: 4,2%). Daarmee is het toekomstperspectief van de obligatieportefeuille dus behoorlijk verbeterd. In de loop van 2007 hebben wij een aantal keren kunnen profiteren van de stijging van de kapitaalmarktrente. Gelden konden worden vastgezet tegen percentages die soms opliepen tot boven de 5%. De portefeuille heeft een gemiddelde resterende looptijd (“modified duration”) van circa 6,2 jaar.
3.3.3.
Aandelen
Na een aantal sterke aandelenjaren bleek 2007 een relatief mager jaar. Uitzondering hierop waren de emerging markets waarin het SEV bescheiden belegt. Bij de individuele Nederlandse aandelen viel in 2007 het grote aantal overnames op. In de portefeuille van het SEV is daarbij geprofiteerd van de overname van ABN Amro waarop een flinke winst werd gerealiseerd. Door de gevolgen van de kredietcrisis die gedurende 2007 de kop opstak werd deze winst echter grotendeels weer ingeleverd doordat fondsen als Fortis en ING Groep fors in waarde daalden. Over 2007 bedroeg het rendement op aandelen 4,2% ( 2006: 12,9%). 3.3.4.
Vastgoed
Beursgenoteerd vastgoed kende een zeer slecht jaar. Gelukkig hadden wij aan het begin van 2007 ons belang hierin fors afgebouwd. De rendementen waren tot en met 2006 goed geweest en wij waren van mening dat we winst moesten nemen op onze posities. Tevens waren wij (door de forse koersstijgingen) uitgekomen boven onze vastgestelde bandbreedte. Dat de daling die volgde zulke extreme vormen aannam hadden wij echter niet verwacht. Alleen het Aziatische vastgoed hield de schade beperkt, de overige categorieën drukten het totale rendement in grote mate. Door het faillissement van Euro American Investment Group hebben wij ons genoodzaakt gezien om deze niet-beursgenoteerde beleggingen ad € 300.000 geheel af te boeken. Reeds in 2006 is in het beleggingsplan opgenomen en door het bestuur vastgesteld dat de beleggingen direct verhandelbaar en beursgenoteerd moeten zijn. Naast de afgeboekte participaties EAIG hebben wij geen niet-beursgenoteerde beleggingen. Het rendement op de vastgoedportefeuille bedroeg over 2007: -26,4% (2006: 28,7%).
10
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.4
bestuursverslag
Vergelijking met de begroting De uitkomsten over het jaar 2007 laten zich als volgt vergelijken met de begroting 2007. (bedragen in duizenden euro’s)
Toevoegingen aan het pensioenvermogen . bijdragen kerken . inkomende waardeoverdrachten . opbrengst beleggingen . overige baten
werkelijk 2007
begroting 2007
verschil
988 --219 86 --------855
960 PM 894 39 --------1.893
+28 --1.113 +48 ---------1.037
1.023 -242 67 -------1.332
948 PM 245 60 -------1.253
+75 --3 +7 -------+79
Mutaties in het pensioenvermogen Mutaties in de voorziening pensioenverplichtingen
-477 551 --------
640 436 --------
-1.116 +115 --------
Mutaties in onder-/overdekking Overdekking per 1 januari
-1.028 3.893 --------
204 2.746 --------
-1.231 +1.147 --------
Overdekking per 31 december
2.865
2.950
-84
Onttrekkingen aan het pensioenvermogen . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . premie herverzekering . algemene kosten
De mutatie in het pensioenvermogen is € 1.116.000 lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager rendement dan verwacht op de beleggingsportefeuille ad € 1.113.000.
Utrecht, 17 maart 2008, drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter W. van Veen, secretaris drs A.J. van der Molen RE RA, penningmeester
11
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
JAARREKENING OVERZICHT VAN DE GROOTTE EN DE SAMENSTELLING VAN HET PENSIOENVERMOGEN Per 31 december
Beleggingen . obligaties . aandelen . vastgoed . deposito’s en internetspaarrekeningen
Vlottende activa . lopende rente . vorderingen . liquide middelen
toelichting
2007 EUR
2006 EUR
2.1 2.1 2.1 2.1
12.023.153 4.423.984 1.389.133 955.341 --------------18.791.611
11.143.065 4.572.494 2.793.695 501.584 -------------19.010.838
393.489 163.597 23.611 --------------19.372.308
330.840 332.388 110.753 -------------19.784.819
81.186 --------------81.186
17.254 -------------17.254
19.291.122 =========
19.767.565 =========
toelichting
2007 EUR
2006 EUR
2.4 2.5
987.569 -9.268 77.542
948.962 -9.268 320.464
775.137 -994.470 --------------855.046
770.560 530.944 --------------2.580.198
1.023.294 241.355 66.840 --------------1.331.489
974.222 227.398 55.060 --------------1.256.680
-476.443
1.323.518
19.767.565 --------------19.291.122 =========
18.444.047 --------------19.767.565 =========
2.2.1 2.2.2
Tezamen Af: . overige kortlopende schulden
2.3
Tezamen PENSIOENVERMOGEN
OVERZICHT VAN MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN
Toevoegingen . bijdragen kerken . giften kerken . premies individuele verzekeringen . uitkering herverzekering . opbrengst beleggingen . rente en dividend . koersresultaat effecten
2.6
Totaal toevoegingen Onttrekkingen . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . premie herverzekering . algemene kosten Totaal onttrekkingen Saldo Pensioenvermogen per 1 januari Pensioenvermogen per 31 december
2.7
2.8
12
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
OVERZICHT VAN MUTATIES IN DE VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN 2007 EUR
2006 EUR
15.875.159
15.374.933
Verhoging i.v.m. wijziging pensioengrondslagen/AOW en 1 jaar inkoop
559.522
486.125
Kosten indexaties
105.971
141.157
--
--
Resultaat op sterfte en arbeidsongeschiktheid
196.750
-80.398
Benodigde intrest
646.496
624.278
--
--
-1.023.294
-974.222
77.542
46.364
0
274.100
-12.127
-17.178
---------------
---------------
16.426.019
15.875.159
--
--
16.426.019
15.875.159
=========
=========
2007
2006
EUR
EUR
Stand per 1 januari
Inkoopsom herverzekering wegens arbeidsongeschiktheid
Voorziening omrekening overlevingstafels Uitkeringen Uitkeringen pensioenen herverzekering Uitkeringen bij overlijden herverzekering Overige mutaties
Aanvulling voorziening vanwege lage rentestand Stand per 31 december
DEKKINGSGRAAD
Pensioenvermogen
19.291.122
19.767.564
Voorziening pensioenverplichtingen
16.426.019
15.875.159
---------------
---------------
Overdekking Dekkingsgraad *)
2.865.103
3.892.405
=========
=========
117,4%
124,5%
*) zie ook het actuarieel verslag
13
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
TOELICHTING 1.
Waarderingsgrondslagen
Algemeen:
De Stichting Emeritaatsvoorziening wordt vooralsnog niet aangemerkt als pensioenfonds in de zin van de nieuwe Pensioenwet.
Beleggingen:
Beurswaarde; niet beursgenoteerde beleggingen worden gewaardeerd tegen de geschatte opbrengst bij verkoop.
Voorziening Pensioenverplichtingen:
De verplichtingen uit hoofde van pensioenrechten worden gewaardeerd tegen de contante waarde op basis van 4% rekenrente of lagere marktrente, i.c. de Rente Termijn Structuur (RTS). Daar de marktrente ultimo 2007 (RTS 4,85%) hoger was dan de rekenrente van 4% is de Voorziening Pensioenverplichtingen opgenomen voor de contante waarde op basis van 4% rekenrente per jaar. Voorts is uitgegaan van de overlevingstafels "CRC2003", die geconstrueerd zijn ten behoeve van pensioenverzekeraars met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de overlevingskansen. De leeftijdscorrecties op deze tafels zijn: - ouderdomspensioen: min 1 jaar, - weduwepensioen : man plus 2 jaar tot pensioendatum, nul jaar na pensioendatum; vrouw min 1 jaar. De Voorziening Pensioenverplichtingen omvat een voorziening voor een toeslag op de AOW-uitkeringen voor deelnemers geboren in of na 1950 en gehuwd met een jongere echtgenote.
Overige activa en passiva:
Nominale waarde
2.
Specifieke toelichtingen
2.1
Beleggingen
Stand begin boekjaar . Aankopen . Uitlotingen/verkopen . Koersresultaten Stand einde boekjaar
obligaties
aandelen
vastgoed
EUR 11.143.065 3.446.460 - 2.077.627 - 488.745 --------------12.023.153 =========
EUR 4.572.494 934.744 - 1.165.626 82.372 -------------4.423.984 ========
EUR 2.793.695 0 -816.465 -588.097 -------------1.389.133 ========
deposito’s en internetspaarrek. EUR 501.584 1.649.816 -1.196.059 0 -------------955.341 ========
Totaal EUR 19.010.838 6.031.020 -5.255.777 -994.470 --------------18.791.611 =========
De nominale waarde van de obligatieportefeuille bedraagt ultimo 2007 € 11.872.863,-- (ultimo 2006: € 10.470.149,--).
14
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
2.2
Vlottende activa
2.2.1
Vorderingen
Terug te vorderen dividendbelasting Te ontvangen bijdragen Overige te vorderen posten, w.o. commissie TOP Te ontvangen rente bank/internetspaarrekeningen Te ontvangen dividend Te ontvangen rente R/C Fortis en ZwL Te vorderen sociale lasten Saldi R/C Fortis en ZwL
2.2.2
Ultimo 2007 EUR 150.923 0 589 10.137 0 28 0 1.920 ----------163.597 ======
Ultimo 2006 EUR 121.980 8.524 827 6.408 2.400 2.017 0 190.232 ----------332.388 ======
Ultimo 2007 EUR 21.212 1.321 1.078 ----------23.611 ======
Ultimo 2006 EUR 108.308 624 1.821 ----------110.753 ======
Ultimo 2007 EUR 1.849 1.321 8.509 6.000 93 304 559 62.540 11 ----------81.186 ======
Ultimo 2006 EUR 2.373 613 8.092 5.000 599 174 392 0 11 ----------17.254 ======
Liquide middelen
ABN AMRO bestuursrekening ABN AMRO Private Banking spaarrekening Postbank
2.3
jaarrekening
Overige kortlopende schulden
Loonheffing Salaris/spaarloon Accountantskosten Actuariskosten Terug te storten bijdragen Bestuurskosten Kantoorkosten Saldi R/C Fortis en ZwL Te betalen rente
2.4 Bijdragen kerken Per 1 januari 2007 waren er 91 aangesloten kerken. De bijdrage is in 2007 gesteld op € 31,-- per jaar per lid (2006: € 30,--). Het aantal leden per 1 januari 2007 bedroeg volgens opgave van de kerken 32.290 (per 1 januari 2006: 32.056).
2.5 Giften kerken De SEV ontving in 2005 een gift van € 35.000 van de voormalige NGK te Bilthoven. Het bestuur heeft deze gift aangewend om voor 2006 de aftopping van de indexering van de uitkeringen ongedaan te maken. Daarmee was het bedrag nagenoeg uitgeput. Het restant is aangewend voor aanvulling van de indexering per 1 januari 2007.
15
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
2.6
jaarrekening
Specificatie directe en indirecte beleggingsopbrengsten 2007 direct
2006
EUR
Indirect EUR
Obligaties
598.137
-488.745
Aandelen
116.157
82.372
Vastgoed
65.762
-588.097
Internetspaarrek.
24.856
Rente bijdragen
460
Af: bankkosten
totaal EUR
direct EUR
indirect EUR
Totaal EUR
109.392
539.263
-523.768
15.495
198.529
113.002
449.871
562.873
-522.335
96.415
604.841
701.256
24.856 460
33.504
33.504
------------
------------
------------
------------
------------
------------
805.372
-994.470
-189.098
782.184
530.944
1.313.128
30.235
11.624
30.235
11.624
------------
------------
-----------
------------
------------
------------
775.137
-994.470
-219.333
770.560
530.944
1.301.504
=======
=======
=======
=======
=======
========
De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op aan het verslagjaar toegerekende interest en dividenden onder aftrek van aan de beleggingen toegerekende kosten. De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen (koersresultaten).
2.7
Uitkeringen aantal per 01.01.2007
Bij
Af
aantal per 31.12.2007
Emeriti/a.o.
33
4
0
37
jaarbedrag uitkeringen einde boekjaar (niveau 2007) in € 675.036
627.110
576.432
Weduwen
34
0
1
33
381.024
386.752
390.020
3
0
0
3
9.432
9.432
7.770
70
4
1
73
1.065.492
1.023.294
974.222
(Half)wezen Totalen
2.8
uitkeringen 2007 in €
Uitkeringen 2006 in €
Algemene kosten
Salariskosten
2007
2006
EUR
EUR
33.405
29.899
Sociale lasten
2.919
2.580
Bestuurskosten
8.860
6.234
Accountantskosten
8.509
8.092
Actuariskosten
6.365
2.643
Kantoorkosten
3.760
3.512
Diversen
3.022
2.100
----------
----------
66.840
55.060
======
======
De stichting had, naast het onbezoldigde bestuur, over het boekjaar - evenals over voorgaand boekjaar - 1 personeelslid in dienst.
16
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN (V.P.V.) V.P.V. ULTIMO 2007
V.P.V. ULTIMO 2006
EUR
EUR
7.980.162
7.011.383
65.612
46.786
Aanspraken van deelnemers tegen een op individuele basis vastgestelde premie: 1 (1) tegen premiebetaling en 2 (2) premievrij
315.435
291.851
Aanspraken van 18 (18) gewezen deelnemers (reglementaire deelneming tussentijds beëindigd)
779.975
616.299
Ingegane emeritaatsuitkeringen 33 (31) met bijbehorende niet-ingegane weduwe-uitkeringen
5.210.105
5.103.056
Ingegane weduwe-en wezenuitkeringen 36 (37)
2.998.258
3.157.059
---------------
---------------
17.349.547
16.226.434
-923.528
-351.275
---------------
---------------
16.426.019
15.875.159
=========
=========
bedragen in euro’s aantallen per ultimo 2006 tussen haakjes Opgebouwde aanspraken door 83 (83) op reglementaire basis deelnemende predikanten, inclusief aanspraken op arbeidsongeschiktheidsrenten van 4 (2) geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikte predikanten Voorziening voor AOW-aanvulling vanaf 2015
Totale voorziening
Af: herverzekering ingegane arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
17
Kasstroomoverzicht (bedragen in duizenden euro’s) Saldo liquide middelen per 1 januari Ontvangsten . bijdragen kerken . premies individuele verzekeringen . herverzekeraars . rente/dividend . uitlotingen/verkopen obligaties . verkopen aandelen . verkopen vastgoed . van internetrekeningen Totaal ontvangsten Uitgaven . aankopen obligaties . aankopen aandelen . aankopen vastgoed . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . herverzekeraars . bankkosten . algemene kosten . afname bankkrediet . naar internetrekeningen Totaal uitgaven Saldo liquide middelen per 31 december
2007 EUR 110
2006 EUR 11
997 9 266 714 2.078 1.166 816 1.196 -------7.242
942 9 130 750 499 93 475 2.200 -------5.098
3.446 935 0 1.023 0 179 30 65 -1.650 --------7.328
1.579 100 580 974 0 227 12 78 -1.449 -------4.999
24 =====
110 =====
Dit overzicht is opgesteld volgens de directe methode, waarin wordt uitgegaan van de werkelijke kasstromen.
Utrecht, 17 maart 2008, het bestuur: drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter W. van Veen, secretaris drs A.J. van der Molen RE RA, penningmeester mr H.G. Bronsveld-Taute drs J.G. van Dalen ds J. van ‘t Hof S. Klaver W.H. Martens MBA H. van Rees, actuaris AG 18
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
overzicht beleggingen
Overige gegevens:
Actuarieel verslag
………………
Actuariële verklaring
………………
Accountantsverklaring
………………
Overzicht beleggingen
………………
19
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
Sl/ ERNST & YOUNG
actuarieel verslag
• Ernst & Young Actuarissen BV
Samenstelling en controle voorziening
1
(Bedragen zijn in duizenden euro 's)
De Voorziening Pensioenverplichtingen (VPV) bestaat uit de volgende onderdelen: • • • • •
Voorziening voor opgebouwde aanspraken voor actieve predikanten inclusief de voorziening voor predikanten die met vervroegd emeritaat zijn gegaan Voorziening voor aanspraken voor deelnemers met een individuele bijdrage Voorziening voor gewezen deelnemers Voorziening voor ingegane emeritaatsuitkeringen en weduwenpensioenen Voorziening voor AOW-hiaat verzekeringen
De totale VPV ultimo 2007 bedraagt 16.426,0 (2006: 15.875,2), een stIJgmg van 550,9 ten opzichte van 2006. Een splitsing van de VPV naar bovenvermelde onderdelen is in de toelichting op de jaarrekening opgenomen. De Voorziening Pensioenverplichtingen is berekend op basis van het per ultimo 2007 van kracht zijnde pensioenreglement en is voor het grootste gedeelte berekend als de contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken, welke overeenstemmen met de tijdsevenredige aanspraken. De voorzieningen zijn berekend op basis van de overlevingstafel CRC2oo3. Deze tafel houdt rekening met toekomstige verwachtingen inzake sterfte. Wij hebben de voorzieningen op 4,00% rekenrente en op marktrente I voor de (opgebouwde) pensioenen voor de actieven, gewezen deelnemers, pensioentrekkenden, weduwen en deelnemers met een individuele bijdrage gecontroleerd en hebben daarbij geen bijzonderheden geconstateerd. In onze controle zijn wij uitgegaan van de aan ons aangeleverde deelnemersgegevens.
2
Herverzekering Zwitserleven
Het overlijdensrisico is herverzekerd bij Zwitserleven op basis van éénjarige risicoverzekeringen. Het overlijdensrisico is gelijk aan de contante waarde van het uit te keren nabestaandenpensioen bij overlijden van de deelnemer verminderd met de contante waarde van de reeds opgebouwde aanspraken, in het betreffende verzekeringsjaar. In verband met de additionele herverzekering bij FORTIS ASR is vanaf 1 juli 2004 nog 68% van het totale risico herverzekerd.
3
Herverzekering FORTIS ASR
Met ingang van I juli 2004 is het overlijdensrisico arbeidsongeschiktheidsrisico volledig herverzekerd bij FORTIS ASR.
1 Als
gedeeltelijk
en
het
uitgangspunt hebben wij gerekend met rentetermijnstructuur zoals is gepubliceerd op de website van DNB.
20
actuarieel verslag
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
ä!J ERNST & YOUNG 4
•
Ernst & Young Actuarissen BV
Sterfte grondslagen
De voorziening is berekend op basis van de overJevingstafel CRC2003, met voor het ouderdomspensioen een leeftijdscorrectie van -I jaar. Voor het nabestaandenpensioen zijn de leeftijdscorrecties voor vrouwen -I jaar +2 jaar voor mannen voor pensioendatum en 0 jaar na pensioendatum. Voor vrouwen geldt een leeftijdscorrectie van -I jaar. Er is geen voorziening gevormd voor toekomstige administratie- enlof uitkeringskosten.
5
Financiële positie van het fonds
De balanswaarde van de tegenover de verplichtingen staande beleggingen bedraagt 19.291, I (2006: 19.767,6). De dekkingsgraad van de stichting is per ultimo 2007 gelijk aan 117%, een daling van 8% punt ten opzichte van de dekkingsgraad per ultimo 2006 (125%). De daling van de dekkingsgraad is vooral het gevolg van een daling van de waarde van de obligatie- en vastgoed beleggingen.
6
Toereikendheid voorzieningen
Na inwerkingtreding van de Pensioen Wet per 1-1-2007 zijn de toets vereisten voor pensioenfondsen die onder de werkingssfeer van de Pensioen Wet vallen, gewijzigd. Aangezien ultimo 2007 nog geen definitief besluit is genomen of SEV onder de werkingssfeer van de Pensioen Wet gaat vallen, is afgesproken is dat over boekjaar 2007 de toetsing van de toereikendheid op dezelfde wijze zal plaatsvinden als vorig jaar. Dat betekent dat getoetst wordt op basis van tot 2006 van kracht zijn Actuariële Principes Pensioenfondsen. Daarin stelt De Nederlandsche Bank (DNB) dat met behulp van een toereikendheidstoets wordt vastgesteld of de aanwezige middelen van het fonds voldoende zijn voor een continue dekking van de minimumvoorziening. Wij hebben voor SEV de toets dus uitgevoerd op basis van de APP richtlijnen.
In die situatie dient de minimumvoorziening tenminste te worden gedekt door de in het fonds aanwezige middelen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de gevolgen van een eventuele overdracht van (een deel van) de verplichtingen aan een verzekeraar of een ander pensioenfonds, dan wel met de uitvoeringskosten in geval van afwikkeling door het fonds zelf. Vaststelling dient te geschieden op prudente grondslagen, rekeninghoudend met de aard van de pensioenaanspraken. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de in de toekomst te ontvangen premies. Ten aanzien van de rekenrente zijn wij van mening dat de voorziening op voldoende voorzichtige grondslagen is gebaseerd, indien deze minimaal gelijk is aan de marktwaarde van de verplichtingen. De marktwaarde kan verkregen worden door de uitkeringenstroom van de verplichtingen contant te maken tegen de rentes uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur van 31 december 2007. Indien deze marktwaarde lager is dan de voorziening gebaseerd op een constante rekenrente van 4%, dient ingevolge de Actuariële Principes Pensioenfondsen een rekenrente van maximaal 4% gehanteerd te worden.
21
actuarieel verslag
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
ä1J ERNST & YOUNG
• Ernst & Young Actuarissen BV
Het bestuur van SEV heeft besloten de verplichtingen per ultimo 2007 vast te stellen op basis van 4% rekenrente omdat de voorziening op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur lager is dan de 4% voorziening. De 4% voorziening is 1.732,7 hoger dan de voorziening op basis van de rentetermijnstructuur. DNB heeft voorgeschreven dat naast de vastgestelde voorziening pensioenverplichtingen een extra reserve algemene risico's benodigd is ter dekking van: • •
Actuarieel risico (met name langlevenrisico); Kostenrisico
De benodigde reserve voor algemene risico's is vastgesteld op de algemene norm van de DNB van 5% van de voorziening pensioenverplichtingen en bedraagt 821,3 per 3 I december 2007 (793,8 per 3 I december 2006). DNB heeft aangegeven dat de norm van 5% geldt voor fondsen die reserveren op een recente overlevingstafel (met enige leeftijdsterugstelling) en een kostenopslag van I à 2%. Fondsen die aanmerkelijk prudentere grondslagen hanteren kunnen met een lager percentage volstaan. Ten aanzien van sterfte worden door SEV prudentere grondslagen gehanteerd dan recente overlevingstafels, maar daarentegen is geen kosten reserve gevormd. In de situatie van SEV achten wij een opslagpercentage voor de reserve algemene risico's tussen de 3% en 5% reëel. Ter beoordeling van de financiële positie hebben wij de zogenaamde "minimumvoorziening" gedefinieerd als de som van de voorziening voor pensioenverplichtingen en de benodigde reserve algemene risico's van 5%. Deze minimumvoorziening bedraagt per 3 I december 2007 17.247,3 (per 31 december 2006 16.669,0). Indien wij rekening houden met een benodigde reserve voor algemene risico's van 3% in plaats van 5%, bedraagt de minimumvoorziening per 31 december 2007 16.918,8 (per 31 december 2006 16.351,5).
6.1
Conclusie
De aanwezige middelen van het fonds zijn gedefinieerd als de totale (actuele) balanswaarde minus de waarde van schulden, samen 19.291,1 Bovenstaande leidt tot de volgende opstelling: Aanwezige middelen: -/- Minimumvoorziening (inclusief 5% algemene reserve): Saldo
-/-
19.291,1 17.247,3 2.043,8
De bovenstaande toetsing van de aanwezige middelen toont naar onze mening aan dat deze middelen per 31 december 2007 voldoende zijn voor dekking van de minimumvoorziening.
22
actuarieel verslag
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
Ë11 ERNST &YOUNG
• Ernst & Young Actuarissen BV
Op basis van 3% reserve voor algemene risico's bedraagt de minimumvoorziening 16.918,8 en is het saldo 2.372,3
7
Continue dekking van de minimumpositie
In aanvulling op de toets op de minimum voorziening, hebben wij ook getoetst of ultimo 2008 voldoende vermogen aanwezig is om de éénjaarsrisico's op te vangen, zodat ultimo 2008 nog steeds voldoende vermogen aanwezig is ter dekking van de minimumpositie. Uitgangspunt bij de toetsing is dat de kerken in 2008 de bijdragen voor de pensioenopbouw storten en dat vervolgens geen stortingen meer plaatsvinden. Naast de risico's die het fonds loopt indien het per 31 december 2007 liquideert, loopt het fonds op de volgende onderdelen gedurende het jaar 2008 risico's: • Actuarieel risico; • Kostenrisico; • Beleggingsrisico. Actuarieel en kosten risico Ten behoeve van de continue dekking van de minimumpositie is voor SEV geen aanvulling benodigd op de in de vorige paragraaf vastgestelde reserve voor algemene risico's. De reserve voor algemene risico's bedraagt derhalve 821,3 per 31 december 2007 (793,8 per 31 december 2006). Beleggingsrisico De reserve beleggingsrisico's is benodigd als buffer om in geval van waardedalingen van de tegenover de pensioenverplichtingen staande beleggingen de rninimumpositie op niveau te kunnen houden. Hierdoor wordt de kans beperkt dat ten gevolge van exceptioneel ongunstige ontwikkeling op de financiële markten de benodigde minimumvoorziening niet gedekt kan worden uit de in het fonds aanwezige middelen. De benodigde reserve beleggingsrisico's wordt vastgesteld aan de hand van de door DNB in haar brieven van 30 september 2002 en 17 maart 2004 voorgeschreven methode. Benodigde reserve beleggingsrisico 's op basis van door PVK gedefinieerde risicotolerantie In haar brief van 30 september 2002 heeft DNB richtlijnen aangegeven voor de toetsing van de
financiële opzet en positie van pensioenfondsen. Hierop is in een brief van 17 maart 2004 een aanvulling gegeven. Volgens deze richtlijnen dienen pensioenfondsen: in staat te zijn voor beleggingen in aandelen en andere zakelijke waarden, door het aanhouden van buffers of anderszins, een waardedaling op te vangen van ten minste 25%; voor beleggingen in vastrentende waarden bij een marktrente van 4% te beschikken over een buffer van ten minste 10% van de waarde van die beleggingen en bij een marktrente van 5% van ten minste 5% van de waarde van die beleggingen, terwijl bij een marktrente van 6% of hoger geen buffer aanwezig hoeft te zijn (bij tussenliggende marktrentes naar rato).
23
actuarieel verslag
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
aJJ ERNST & YOUNG
•
Ernsl & Young Actuarissen BV
De stand van de kapitaalmarktrente per 31 december 2007 is 4,76%2, wat leidt tot een buffer van 6,20% van het vermogen in obligaties. Conform de strategische beleggingsmix van het pensioenfonds wordt nagestreefd dat 30% in zakelijke waarden (inclusief vastgoed) en 70% in obligaties wordt belegd. Dit leidt tot een benodigde reserve beleggingsrisico's van 13% van de pensioenverplichtingen waarover het pensioenfonds beleggingsrisico 's loopt. Deze pensioenverplichtingen waarover het pensioenfonds beleggingsrisico's loopt bestaan uit de voorziening voor tijdsevenredige pensioenverplichtingen en de benodigde reserve algemene risico' s. De reserve beleggingsrisico ' s bedraagt dan 2.316,3 Ter beoordeling van de financiële positie hebben wij de zogenaamde "minimumvoorziening" gedefinieerd als de som van de voorziening voor pensioenverplichtingen, de benodigde reserve algemene risico's van 5% en de reserve beleggingsrisico. Deze minimumvoorziening bedraagt 17.247,3
7.1
Conclusie
De aanwezige middelen van het fonds zijn gedefinieerd als de totale (actuele) balanswaarde minus de waarde van schulden, samen 19.291,1. Bovenstaande leidt tot de volgende opstelling: Aanwezige middelen -/- Minimumvoorziening (inclusief 5% algemene reserve): Saldo -/- Benodigde reserve beleggingsrisico's Saldo
-/-/-
19.291,1 17.247,3 2.043,8 2.316,3. (272,5)
Indien rekening wordt gehouden met 3% algemene reserve bedraagt het saldo 56,0 positief. De bovenstaande toetsing van de aanwezige middelen toont naar onze mening aan dat de beschikbare middelen per 31 december 2007 net niet voldoende zijn voor continue dekking van de minimumvoorziening. Deze toets is gemaakt naar de stand van ultimo 2007 en het streven van het fonds is om de dekkingsgraad (aanwezige middelen gedeeld door pensioenverplichting) voor 2014 op het niveau van 110% - 115% te brengen. Naar de stand per ultimo 2007 wordt hieraan net voldaan. Wij blijven van mening dat de financiële positie van het fonds nauwlettend gevolgd dient te blijven worden. De clekkingsgraad is erg afhankelijk van de ontwikkeling van de aandelen en vastgoed portefeuille. De dekkingsgraad, rekening houdend met de buffers, wordt precies 100% bij een waarde van de aanwezige middelen van 19.563,6. Dit is 272,5 hoger dan de huidige waarde van de aanwezige middelen.
2
Gelijk aan de 10 jaarsrente uit de DNB rentetermijnstructuur per 3) -12-2007
24
actuarieel verslag
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
gjJ ERNST & YOUNG
8
•
Ernst & Young Actuarissen BV
Sterfte
Voor sterfte is al deels geanticipeerd op toekomstige sterfteverwachtingen het gebruik van de overlevingstafel CRC2003 voor de vaststelling van de verplichtingen. Wij achten dit, gezien de samenstelling van het deelnemersbestand, een adequate grondslag. Recente sterfte onderzoeken hebben echter uitgewezen dat de toekomstige verwachte overlevingskansen nog steeds toenemen. Dit is door het Actuarieel Genootschap verwerkt in prognosesterftetafels die rekening houden met verwachte sterfte tot 2050. De verwachting is dat omrekening van de verplichtingen naar deze sterftetafels, een stijging van de verplichtingen tot gevolg heeft. Het verdient aanbeveling te anticiperen op de verwachte ontwikkelingen door rekening te houden met een mogelijke verzwaring van de verplichtingen op basis van recente sterfte onderzoeken.
9
Technisch resultaat
Het resultaat op sterfte is dit jaar 196,7 negatief. In 2007 is één weduwe overleden en de daarmee vrijgevallen voorziening van 43,4 is lager dan de benodigde risicopremie voor het totale bestand, vermeerderd met de herverzekeringspremie. Het technisch resultaat op arbeidsongeschiktheid (na herverzekering) is nagenoeg nihil. De schade bij arbeidsongeschiktheid is afgedekt door herverzekering.
25
actuariële verklaring
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
Ë11 ERNST & YOUNG
• Ernsl & Young Actuarissen BV
Actuariële verklaring (bedragen in duizenden euro's)
Opdracht Ingevolge de opdracht van het bestuur van Stichting Emeritaatsvoorziening "SEV" hebben wij de onderstaande post ultimo 2007 gecontroleerd. 16.426,0
Voorziening pensioenverplichtingen
De voornoemde post is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid daarbij een verklaring van de externe actuaris te verstrekken.
Werkzaamheden De controle is zodanig gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de genoemde actuariële post geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onze controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bovengenoemde post en een beoordeling van de grondslagen, methoden en modellen die bij het berekenen en toetsing van de genoemde post zijn toegepast. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat bovengenoemde post juist is vastgesteld. Wij hebben geconstateerd dat voor de bepaling van de voorziening de juiste factoren zijn gebruikt. Verder leiden de toegepaste methoden en grondslagen naar ons oordeel, in samenhang met de overige waarderingsgrondslagen, tot een prudente voorziening. Tevens hebben wij vastgesteld dat de in het fonds aanwezige middelen voldoende zijn voor dekking van de minimum voorziening en dat de aanwezige middelen net niet voldoende zijn voor continue dekking van de minimumvoorziening als bedoeld in de door De Nederlandsche Bank vastgestelde actuariële principes pensioenfondsen. Voor de beoordeling van de financiële positie en de toereikendheid van de verplichtingen, zijn wij uitgegaan van de uitgangspunten vermeld in het Actuarieel verslag 2007. Risico wordt gelopen over langleven en beleggingen. Terzake van langleven is thans geanticipeerd door omrekening naar overlevingstafel CRC2003. Voor algemene risico's en beleggingen hebben wij de volgende normatieve buffers berekend:
Algemene risico's Beleggingsbuffer Totaal
2007 821,3 2.316,3 3.137,6
2006 793,8 2.668,6 3.462,4
26
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
Ë11 ERNST & YOUNC
actuariële verklaring
•
Ernst & Yotlng Actuarissen BV
Na verwerking van de beleggingsbuffer bedraagt de dekkingsgraad 99%3 (ultimo 2006 : 102%), hetgeen ons het oordeel geeft dat de dekking hier net niet voldoende is.
Utrecht, 17 maart 2008 Ernst & Young Actuarissen BV namens deze
R.W. van Leijenhorst actuaris AG
drs. CD. Snoeks actuaris AG
Als volgt berekend: 19.291,1/ (16.426,0 + 3.137,6)
27
accountantsverklaring
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
Deloitte~
Deloitte Accountants B.V. Admiraliteitskade 50 Rotterdam Postbus 4433 3006 AK Rotterdam Tel: (010) 2721601 Fax: (010) 2721190 www.deloilte.nl Tel: (010) 2721601 Fax: (010) 2721190 www.delollte.nl
Het bestuur van Stichting Emeritaatsvoorziening "S.E.V"
Datum
Behandeld door
Kenmerk
17 maart 2008
Drs. R.R. Bijvoet RA
3100003424/0802
Accountantsverklaring Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2007 van Stichting Emeritaatsvoorziening "S.E.V." te Rotterdam, bestaande uit het overzicht van de grootte en de samenstelling van het pensioenverrnogen per 31 december 2007, gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het pensioenvermogen en de omvang van de pensioenverplichtingen alsmede de wijzigingen in het pensioenverrnogen en de pensioenverplichtingen getrouw dient weer te geven, alsook voor het opstellen van het bestuursverslag. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van het pensioenvermogen en de omvang van de pensioenverplichtingen alsmede de wijzigingen in het pensioenverrnogen en de pensioenverplichtingen, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle velTicht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Deloille Accountants B V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Ie Rotlerdam onder nummer 24362853.
Member of Delollte Touche Tohmatsu
28
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
accountantsverklaring
Deloitte& 2
17 maart 2008 3100003424/0802
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-inforn1atie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een zodanig inzicht in de grootte en de samenstelling van het pensioenvermogen op 31 december 2007 en van de omvang van de pensioenverplichtingen op 31 december 2007 alsmede van de wijzigingen in het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen in 2007 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Deloitte Accountants B. V.
Was getekend: J. Moerman RA
29
bijlage beleggingen
Jaarverslag 2007 Stichting Emelitaatsvoorziening
OVERZICHT BELEGGINGEN PER 31 DECEMBER 2007
overzicht obligaties looptijd
nominale
beurs
en rente
waarde
waarde
EUR
EUR
Staatsleningen en door de Staat gegarandeerde leningen Euroland
Nederland
1992
15S81/4
Idem
1993 30 S 71/2
880.671
1.160.284
Idem
1995 15S71/2
680.671
726.276
idem
1998 20S51/2
800.000
888.000
Idem
2002
10 S 5
Idem
2003
10S41/4
100.000
103.310
1.000.000
1.003.000
Idem
2005 32S4%
250.000
224.250
Idem
2006
10S 4%
500.000
487.500
4.211.342
4.592.620
totaal
Financiële instellingen Euroland BNG
1995 15S71/4
181.512
193.147
BNG
2002
390.000
392.730
10
45/8
BNG
2004
10
4
1.000.000
975.000
BNG
2005
10
33/8
500.000
467.700
AAB
1997 20
61/2
204.201
220.946
AAB
1994
15
61/4
136.134
137.917
AAB
1997
12
61/8
226.890
231.110
AAB
1997
12
6
485.545
489.235
RABO
1994
15
63/8
226.890
230.044
RABO
1997
12
6
226.890
230.293
RABO
2006 5
35/8
550.000
536.855
RABO
2007 5
41/8
150.000
147.795
Fortis
2001
15
63/8
227.000
253.786
Foris Banque
2007
10
5,757
250.000
249.763
NWB
2003
10
4
350.000
341.845
NWB
2006 6
33/4
250.000
244.338
SNS
1997
12
61/4
204.201
208.653
SNS
1999 12
51/8
150.000
151.575
Var ING Groep
2003
perp.
200.000
195.000
Var ING Groep
2004
perp.
550.000
445.500
perp.7
250.000
164.875
10
150.000
153.615
6859.263
6.661.721
53/8
102.258
102.637
Deutsche Bank perp. Deutsche Finance bv 2001
51/2
totaal
Overige ondernemingen Euroland
1998
10
France telekom
2007
10
43/4
500.000
470.675
DSM
2007 10
51/4
200.000
195.500
802.258
768.812
11.872.863
12.023.153
Akzo
totaal
TOTAAL OBLIGATIES
30
bijlage beleggingen
Jaarverslag 2007 Stichting Emeritaatsvoorziening
overzicht aandelen kostprijs beurswaarde wereld, sectorbreed
EUR
EUR
AAB global high inc.eq. Fd.
349.929
454.297
Triodos Meerwaarde fd
215.542
264.091
Fortis Obam
250.041
411.406
Postbank hoog div aand fonds
154200
170.464
Robeco emerging markets eq. fd.
100.000
99.263
76.216
68.479
1.145.928
1.468.000
51.176
88.062
ING Bank Health Care fd.
204.697
145.058
Ohra milieutechnologie fd.
75.000
79.544
100.000
94.385
Orange sense fd.
totaal wereld, sectorspecifiek
AAB Nutsbedr. fds.
Fidelity technology fd. Fidelty telecom fd.
100.000
97.341
AAB energy fd.
100000
101.686
90.000
119.189
totaal
720.873
725.265
Asia pacific high inc. eq.
150.000
168.036
totaal
150.000
168.036
AAB eur eq. dynamic fd (vh. AAB Ratio Inv. Eq. fd.)
118.179
93.908
99.500
206.044
Ohra new energy fd.
azië, sectorbreed
europa, sectorbreed
Fidelity eur. smaller co. fd.
nederland, sectorbreed
individueel
JPM Fleming
100.677
95.508
totaal
318.357
395.460
Allianz Holland fd (vh. Holland Fund Pb)
110.111
157.931
ING Bank Dutch Fd
215.897
277.437
totaal
326.008
435.368
DSM
154.188
258.640
Royal Dutch Shell (vh. Kon. Olie)
132.184
194.896
75.838
107.592
ING Groep
216.289
358.343
Unilever
hedge funds
Fortis
125.573
135.630
totaal
704.072
1.055.100
Multi stategie fonds
146.212
176.755
totaal
146.212
176.755
3.361.450
4.423.984
TOTAAL AANDELEN
overzicht vastgoed kostoriis beurswaarde EUR EUR beursgenoteerd
Vastned Rel.
126.880
Corio
112.274
230.796
AAB High Inc Prop fd
185.326
260.956
AAB Global Sec. Prop. fd.
471.827
353.273
AAB Far East Prop. fd.
101.523
142.398
Eurocommercial Prop.
101.680
187.725
1.099.510
1.389.133
Euro American Holland Office fd.
0
0
Euro American Warmond
0
0
totaal
0
0
1.099.510
1.389.133
totaal niet beursgenoteerd
TOTAAL VASTGOED
213.985
31