JAARVERSLAG 2003 van de Stichting Emeritaatsvoorziening "S.E.V." van Nederlands Gereformeerde Kerken
pagina Kerncijfers/vijfjarenoverzicht
00000000.0.00
••••
0.00.
0
00"000'0000"0'
•
o
••••••••••••
Jaarrekening
10
16
Overige gegevens
Utrecht, 24 maart 2004
3
4
Bestuursverslag
Actuarieel verslag Actuariële verklaring Accountantsverklaring Overzicht beleggingen
0"'0
16
19
20
22
JaaNers/ag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
kemcijfers
KERNCIJFERS I VI.,JFJAREN-OVERZICHT
Tenzij anders aangegeven zijn de bedragen afgerond in duizenden euro's
2003
2002
2001
2000
1999
708
587
540
533
530
22,75
19,00
17,70
17,70
17,70
Uitkeringen
951
945
948
934
897
Opbrengst beleggingen (direct)
628
764
811
836
809
Koersresultaat effecten (indirect)
358
- 436
134
- 929
Bijdragen kerken I
* bijdrage per lid (in euro's)
• obligaties • aandelen
_
__________________________________
Totaal beleggingen
10.133 1.982 2.031 -------------14.146
-298
10.737 10.765 11.374 12.256 1.640 1.813 1.580 1.075 2.029 1.690 492
1.578 ------------- ------------- -------------- -------------14.406 14.268 14.532 13.823
Pensioenvermogen
15.599
14.820
14.802
14.896
14.375
Voorziening Pensioenverplichtingen
15.517
14.826
14.108
13.757
13.434
82
-6
694
1.139
941
100,5%
99,9%
104,9%
108,3%
107,0%
Over-/(onder)dekking Dekkingsgraad
-3
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
BESTUURSVERSLAG
1.
VERGADERING MET DE AANGESLOTEN KERKEN
1.1.
Algemeen De voorjaarsvergadering van het bestuur met de aangesloten kerken vond plaats op zaterdag 24 mei 2003 en de najaarsvergadering op woensdag 26 november 2003, beide in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Van de 91 bij de stichting aangesloten kerken waren in de voorjaarsvergadering 38 kerken vertegenwoordigd en zonden 30 kerken bericht van verhindering. Voor de najaarsvergadering waren die aantallen 34 resp. 22. Beide vergaderingen stonden voor een belangrijk deel in het teken van de afronding van de . discussie over de financiële positie en de toekomst van de S.E.V. Alles bij elkaar geen gemakkelijke onderwerpen. De discussies tussen bestuur en afgevaardigden en tussen afgevaardigden onderling waren levendig, zakelijk en werden gekenmerkt door een goede, respectvolle sfeer. Uit alles bleek dat de predikanten, de emeriti en de nabestaanden de kerken zeer aan het hart gaan. Het bestuur is daar dankbaar voor. Die dankbaarheid geldt ook in bredere zin de betrokkenheid bij en de steun van de aangesloten kerken voor het bestuursbeleid. Het bestuur beveelt de emeritaatsvoorziening blijvend in het gebed van de kerken aan.
1.2.
Jaarstukken In de voorjaarsvergadering werden de jaarstukken over 2002 ongewijzigd vastgesteld.
1.3.
Reglementswijzigingen Onder 1.1. werd al gerefereerd aan de discussie en besluitvorming rond financiële positie en toekomst van de S.E.V. Na enkele jaren voorbereiding van en discussie over dit onderwerp werden de kerken in de voorjaarsvergadering aan de hand van een notitie gehoord over de plannen van het bestuur. Hierna nam het bestuur, met inachtneming van de visie van de kerken, de nodige besluiten met het oog op verbetering van de financiële positie in de periode tot 2012. Onderdeel van deze besluitvorming was de invoering van een middelloonregeling per 1 januari 2004, in plaats van de toen geldende eindloonregeling. Voor de najaarsvergadering bood het bestuur de aanwezige kerken het concept voor een nieuw reglement aan. In dit reglement waren de besluiten en uitgangspunten verwerkt die voortvloeiden uit achtereenvolgens de invoering van de middelloonregeling, de indexering van de ingegane uitkeringen en de (wijze van) indexering van de door de kerken te betalen bijdragen per lid. Overigens wordt onder 2.4 inhoudelijk op deze punten ingegaan. Gehoord de in de najaarsvergadering vertegenwoordigde kerken stelde het bestuur vervolgens het nieuwe reglement vast. De inwerkingtreding werd bepaald op 1 januari 2004.
1.4.
Begroting en bijdrage 2004 De najaarsvergadering keurde de begroting voor het jaar 2004 goed, waarbij de bijdrage per lid voor 2004 werd gesteld op € 26,--.
1.5.
Bestuu rssamenstelling In de voorjaarsvergadering kon worden voorzien in de vervulling van de vacature voor een beleggingsdeskundige, door benoeming van br W. van Veen uit Aalsmeer. In de najaarsvergadering was br J.K.L. Koning aftredend als bestuurslid. Op grond van een enkele jaren geleden door het bestuur opgesteld rooster van aftreden was br Koning niet herkiesbaar. Br Koning maakte sinds 1990 deel uit van het bestuur, eerst als lid, daarna gedurende een groot aantal jaren als secretaris. Bij zijn afscheid werd gememoreerd dat br Koning opviel vanwege zijn grote kennis van de materie, zijn betrokkenheid bij predikanten en kerken (de achterban van het bestuur) en zijn bezonnen oordeel.
-4
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoof7iening
bestuursverslag
Als bestuurslid met algemene deskundigheid op het gebied van pensioenen was br Koning al in 2001 opgevolgd door br J.G. van Dalen. Voor 2004 wordt het reguliere aftreden van drie bestuursleden voorzien. Mede in verband met de noodzakelijke continuïteit werd het wenselijk geacht het bestuur al in het najaar van 2003 aan te vullen met een persoon die beschikt over inhoudelijke deskundigheid op het gebied van pensioenen en al wat daarmee samenhangt, die in staat is de essentie uit een discussie te halen en is ingevoerd in de kerken. Inmiddels had ook br Strating, aftredend in 2005, aangegeven niet beschikbaar te zijn voor herbenoeming. Gezien het belang van de functie achtte het bestuur het wenselijk indien zijn opvolger zo mogelijk al in het najaar van 2003 zou kunnen aantreden. Op het moment dat de najaarsvergadering werd gehouden, kon nog niet in de vacatures worden voorzien. Het onderwerp krijgt daarom in een later stadium een vervolg.
2.
BESTUURSVERGADERINGEN
2.1.
Bestuursvergaderingen Het bestuur vergaderde in het verslagjaar negen keer.
2.2.
Maatschappelijke ontwikkelingen Lopende het verslagjaar werd het regeringsvoornemen bekend gemaakt om de WAZ. (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening Zelfstandigen) af te schaffen. Deze wet garandeerde de predikant bij arbeidsongeschiktheid een uitkering op bestaansniveau. Het voornemen van het kabinet is inmiddels gerealiseerd in die zin dat de WAZ. per 1 juli 2004 wordt ingetrokken. De premieplicht verviel al per 1 januari 2004, zodat de predikanten met ingang van die datum geen WAZ.-premie meer verschuldigd zijn Tot 1 juli 2005 bestaat nog de mogelijkheid om een beroep te doen op een uitkering op grond van deze wet. Vooralsnog komt er geen vervangende arbeidsongeschiktheidsregeling voor zelfstandigen. Zoals de voorzitter van het bestuur al tijdens de najaarsvergadering aan de afgevaardigden van de kerken mededeelde, heeft dat ook voor de S.EV consequenties. Immers, de S.EV regeling voorziet thans in geval van arbeidsongeschiktheid van een predikant in een aanvullende uitkering bovenop de WAZ.-uitkering. Het bestuur beraadt zich de komende tijd op de vraag hoe hiermee om te gaan. Daarbij wordt ook de mogelijkheid van herverzekering bezien. Een lastenverzwaring lijkt echter welhaast onontkoombaar.
2.3.
Uitkeringen en uitkeringsgrondslagen Per 1 januari 2003 werden de S. EV-uitkeringen (inclusief de uitkeringen op grond van een individuele verzekering) verhoogd met 1,5%. De minimum-uitkeringsgrondslag werd per 1 januari 2003 verhoogd tot (afgerond) € 37.600 (was in 2002 € 35.100). De maximum-uitkeringsgrondslag werd per 1 januari 2003 verhoogd tot (afgerond) € 51.400 (was in 2002 € 49.900). Ook in 2003 is de maximumgrondslag, afgezien van de trendmatige aanpassing, niet structureel verhoogd. Evenals in 2002 bleef die structurele verhoging achterwege in afwachting van de uitkomst van de discussie over de financiële positie van het fonds en de daaruit voortvloeiende wijziging van de bestaande eindloonregeling in een middelloonregeling.
2.4.
Besluitvorming over de financiële positie en de toekomst van het fonds In het verslagjaar heeft het bestuur zich verder beraden op de toekomst van de S. EV Zoals eerder aangegeven: de noodzaak daartoe werd ingegeven door het feit dat de financiële positie van het fonds de afgelopen jaren als gevolg van een aantal oorzaken achteruit was gegaan. Bij die oorzaken moet aan de ene kant worden gedacht aan de hoge inflatie van de afgelopen jaren en de relatief hoge traktementsstijgingen en aan de andere kant aan de lage rente en de bijdragen van de kerken die in diezelfde jaren gelijk bleven en dus niet werden aangepast aan de inflatie of de traktementsstijgingen. Daarnaast waren ook de economische situatie en de beursmalaise van de afgelopen jaren debet aan het probleem.
-5
bestuursverslag
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
Steeds is naar de uitkeringsgerechtigden, predikanten en kerken (de "achterban") benadrukt dat er geen reden tot paniek is geweest; er was immers geen moment een risico dat de uitkeringen aan de emeriti en hun nabestaanden de komende jaren niet betaald zouden kunnen worden. Wel was er reden tot bezinning op de toekomst en in dat kader heeft het bestuur, gebruik makend van een aantal prognoses, nagegaan hoe de financiële positie zich bij gelijkblijvend beleid gedurende de periode 2002-2012 zou ontwikkelen. Dat onderzoek leidde tot de conclusie dat van een forse achteruitgang sprake zou zijn. Vervolgens is aan de hand van een aantal scenario's nagegaan hoe die neergaande trend zou kunnen worden omgebogen en hoe de financiële positie binnen afzienbare termijn zou kunnen worden verbeterd. Het resultaat van die gedachtevorming is tijdens de op 23 november 2002 gehouden najaarsvergadering besproken met de afgevaardigden van de aangesloten kerken. Vervolgens zijn de predikanten uitgenodigd voor toelichting en gedachtewisseling in een bijeenkomst op 13 januari 2003. In beide bijeenkomsten stond geen voorstel van het bestuur centraal en was er evenmin sprake van besluitvorming. Niet alleen omdat het bestuur, ondanks alle energie die erin was gestoken, op dat moment nog niet zo ver was, maar vooral vanuit een streven naar zorgvuldigheid. Het ging niet alleen over geld, maar ook over mensen: deelnemers, uitkeringsgerechtigden, kerkleden. De uitkomsten van beide bijeenkomsten hebben voor het bestuur mede de richting bepaald bij de verdere bezinning, die langzaam groeide tot een concreet voorstel om de gerezen problematiek ook voor de toekomst het hoofd te bieden. Dat voorstel is in de voorjaarsvergadering 2003 aan de kerken voorgelegd. Gehoord de tijdens die vergadering aanwezige kerken heeft het bestuur vervolgens besloten de in het voorstel beschreven maatregelen te treffen. Vervolgens zijn de predikanten voor de zomer uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst in september 2003 over de nieuwe regeling. In de najaarsvergadering 2003 zijn de kerken vervolgens gehoord naar aanleiding van een eerder voorgelegd concept voor een reglementswijziging, waarin die maatregelen technisch en juridisch waren verwerkt. De ingangsdatum van de wijziging is bepaald op 1 januari 2004 en ligt aldus buiten de horizon van het verslagjaar.
3.
FINANCIËN
3.1.
Toelichting op de financiële positie Na enkele jaren van zware terugval heeft de dekkingsgraad van het fonds zich in 2003 gestabiliseerd op een niveau van rond de 100%. De dekkingsgraad is met 0,6 procentpunt gestegen van 99,9% tot 100,5%. Het verloop van de financiële positie kan als volgt worden samengevat. Financiële positie Ultimo 2003 Ultimo 2002 Ultimo 2001 Toename 2003 Toe-/afname 2002
Pensioenvermogen
Pensioenverplichtingen
(in duizenden euro's)
(in duizenden euro's)
15.599 14.820 14.802
15.517 14.826 14.108
100,5% 99,9% 104,9%
779 18
691 718
0,6% -5,0%
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad geeft aan de mate waarin het fonds in staat is aan de pensioenverplichtingen te voldoen en wordt berekend als het quotiënt van pensioenvermogen en de voorziening pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad is gebaseerd op een waardering van beleggingen tegen marktwaarde en een waardering van de voorziening pensioenverplichtingen tegen een vaste rekenrente van 4%. In de begroting 2003 werd de dekkingsgraad ultimo 2003 nog geraamd op 96,7%. Een analyse van de verschillen met de begroting vindt u onder punt 3.3.
-6
bestuursverslag
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.2.
Beleggingen en performance De beleggingen bestaan ultimo 2003 uit obligaties, preferente aandelen, (gewone) aandelen en vastgoed. De preferente aandelen worden, gelet op het vergelijkbare risicoprofiel, tot de obligaties gerekend. De beleggingen in vastgoed betreffen uitsluitend participaties in vastgoedfondsen. De onderstaande tabel geeft de werkelijke verdeling over de beleggingscategorieën weer in relatie tot de strategische portefeuille en de normportefeuille.
Strategische portefeuille
Normportefeuille 2003
Werkelijk 2003
70%
70-80%
67%
Aandelen
20%
10-20%
13%
Vastqoed
10%
8-12%
13%
Liq uiditeiten Totaal
0%
0%
7%
100%
100%
100%
De strategische beleggingsportefeuille betreft de beleggingsmix die de S. EV op de lange termijn wil vasthouden. De vastgestelde portefeuille voor enig jaar kan van deze strategische portefeuille afwijken, afhankelijk van de verwachtingen op de korte termijn. Dit noemen we de normportefeuille. Uit het overzicht blijkt dat de S.EV in 2003 ten opzichte van de normportefeuille een groter belang heeft gehad in vastgoed en liquiditeiten, ten koste van de categorie obligaties. De samenstelling van de beleggingsportefeuille in relatie tot ultimo vorig jaar is als volgt: (bedragen in duizenden euro's)
Aandelen Vastqoed Liquiditeiten Totaal
2003 10.134 1.982 2.031 1.098 15.244
in % 67 13 13 7 100
2002 10.737 1.640 2.029 14.406
in % 75 11 14
100
Ook in 2003 werden wij geconfronteerd met een lage rente op de kapitaalmarkt. Anticiperend op een verwachte rentestijging is een deel van de obligatieportefeuille in het verslagjaar verkocht. De opbrengst hiervan wordt voorlopig in liquiditeiten aangehouden. Tot en met 2002 bestond de aandelenportefeuille uitsluitend uit participaties in aandelenfondsen. In 2003 hebben we een deel van de beleggingen in aandelenfondsen omgezet in individuele aandelen. Deze nieuwe portefeuille betreft uitsluitend aandelen van hoge kwaliteit met een hoog verwacht dividendrendement. Beide acties hebben in positieve zin bijgedragen aan de performance van het fonds. De beleggingsperformance van het fonds bedraagt 6,5% over 2003, tegen 3,2% over 2002. 3.2.1.
Obligaties De samenstelling van de obligatieleningen is als volgt: (bedragen in duizenden euro's)
Staatsleninqen Euroland Financiële instellinqen Euroland Overige ondernemingen Euroland HiQh-yield obliqatiefondsen Overiqe leninqen Totaal
2003 4.531 4.351 840 288 124 10.134
in % 45 43 8 3 1 100
2002 4.483 5.068 816 370 10.737
in % 42 47 8
3 100
Het rendement op de obligatie portefeuille bedraagt over 2003 4,4% (2002: 8,5%). De effectieve rente van de obligatieportefeuille bedraagt ultimo 2003 4,4% (2002 4,1%). De portefeuille heeft een gemiddelde resterende looptijd van circa 7 jaar (2002: 6 jaar). De gemiddelde couponrente bedraagt over 20035,5% (2002: 5,9%).
-7
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
3.2.2. Aandelen
Voor aandelen was 2003 eindelijk een jaar van voorzichtig herstel na grote verliezen in 2001 en 2002. Dit resulteerde voor het fonds in een positief rendement van 12% (2002:-39%). 3.2.3.
Vastgoed
Het rendement op de vastgoedportefeuille bedraagt over 2003 14%, een verbetering ten opzichte van het jaar 2002, toen het rendement 8% bedroeg.
3.3.
Vergelijking met de begroting De uitkomsten over het jaar 2003 laten zich als volgt vergelijken met de begroting 2003. (bedragen in duizenden euro's)
werkelijk
begroting 2003
verschil
709 109 986
702 PM 823
7 109 163
1.813
1.534
951
17
34
934 PM 36
1.034
1.020
14
514
265
Toevoeqinqen aan het pensioenvermogen · bijdraqen kerken · inkomende waardeoverdrachten · opbrenqst beleqqinqen · overige baten
~
Onttrekkingen aan het pensioenvermogen · uitkeringen · uitqaande waardeoverdrachten · premie herverzekering · algemene kosten
-
Mutaties in het pensioenvermoqen Mutaties in de voorziening pensioenverplichtinqen Mutaties in onder-/overdekking Onder-/overdekkinq per 1 ianuari Over-/onderdekking per 31 december
779
~ ~
-------
279
-
-2
.. 88
47
41
. 82
-502
584
De mutatie in het pensioenvermogen is € 265.000 hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere rendementen dan verwacht op de aandelen- en vastgoedportefeuille, alsmede door inkomende waardeoverdrachten. Daar tegenover staat ook een mutatie in de voorziening pensioenverplichtingen welke € 224.000 hoger is dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door de volgende factoren: 1 inkomende waardeoverdrachten ad € 109.000; 2 een sterfteverlies ad € 90.000 als gevolg van minder overlijdensgevallen dan op grond van de overlevingstafels mocht worden verwacht; 3 een hogere toevoeging aan de voorziening vroegtijdige emeriteringen dan was begroot. 1
De kostprijs van het pensioen, de zgn. actuariële premie , was voor 2003 begroot op € 24,- per lid. De werkelijke kosten bedroegen met name als gevolg van de twee laatstgenoemde factoren € 27,65 per lid. De bijdrage voor 2003 van € 22,75 per lid bleef daarbij aanzienlijk achter. Voorts was de onderdekking per 1 januari 2003 in werkelijkheid veel geringer dan in het najaar van 2002 werd geraamd. Dit was een gevolg van een tijdelijke opleving van de obligatiemarkten in het vierde kwartaal 2002. Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen komt de dekkingsgraad ultimo 2003 (100,5%) ruim hoger uit dan oorspronkelijk was begroot (96,7%).
In de berekening van de actuariële premie zijn begrepen de kosten van verhoging i.v.m. wijziging traktementen en 1 jaar inkoop, het sterfteresultaat, de toevoeging aan de voorzieningen voor vroegtijdige emeriteringen en omrekening overlevingstafels, de overige mutaties, de premie herverzekering en de algemene kosten.
1
-8
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.4.
bestuursverslag
Beschouwingen bij de dekkingsgraad In het voorjaar 2003 heeft het bestuur een aantal besluiten genomen ter verbetering van de financiële positie van het fonds. De financiële doelstelling is het bereiken van een dekkingsgraad van 110 à 115% binnen een periode van 10 jaar. De belangrijkste maatregelen zijn als volgt: • Invoering van een middelloonregeling per 1 januari 2004; • Jaarlijkse verhoging van de bijdrage gebaseerd op de traktementsontwikkeling; Een tijdelijke beperking van de indexatie van ingegane uitkeringen tot 80% van de • prijsinflatie zolang de financiële doelstelling niet is gerealiseerd.
Utrecht, 24 maart 2004, mr A. Wattèl, voorzitter, mr H. G. Bronsveld- Taute, secretaris
-9-
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
JAARREKENING OVERZICHT VAN DE GROOTTE EN DE SAMENSTELLING VAN HET PENSIOENVERMOGEN 2003
2002
EUR
EUR
10.133.609 1.981.981 2.030.721 14.146.311
10.737.190 1.640.040 2.028.642 ------------- 14.405.872
312.012 78.875 1.100.647
439.903 45.176 15.037
-------------
--------------
15.637.845
14.905.988
21.620 17.199
62.755 23.266
-------------
--------------
38.819
86.021
15.599.026
14.819.967
========
========
2003
2002
EUR
EUR
708.321 9.269 109.454
586.625 9.269 5.256
628.059 357.782
764.278 -297.768
1.812.885
1.067.660
950.951 34.105 48.770
944.945 26.540 27.366 50.481
1.033.826
1.049.332
779.059
18.328
Pensioenvermoqen per 1 januari
14.819.967
14.801.639
Pensioenvermoqen per 31 december
15.599.026
14.819.967
Per 31 december
Beleggingen · obligaties · aandelen · vastgoed
-------------
Vlottende activa · lopende rente · vorderingen · liquide middelen Tezamen af: · kredietinstellingen · overige kortlopende schulden Tezamen PENSIOENVERMOGEN
OVERZICHT VAN MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN
Toevoegingen · bijdraqen kerken · premies individuele verzekeringen · inkomende waardeoverdrachten · opbrenqst beleqqinqen . rente en dividend . koersresultaat effecten Totaal toevoegingen Onttrekkinqen · uitkeringen · uitqaande waardeoverdrachten · premie herverzekerinq · algemene kosten Totaal onttrekkingen Saldo
===:::====
- 10
jaarrekening
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
OVERZICHT VAN MUTATIES IN DE VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN 2003
2002
EUR
EUR
14.825.750
14.108.330
Verhoging i.v.m. wijziging traktementen/AOW en 1 jaar inkoop
466.776
518.957
Kosten indexaties
147.421
292.720
Inkomende waardeoverdrachten
109.454
5.027
0
- 26.540
89.827
1.375
606.811
580.142
87.450
56.277
136.000
136.000
- 950.951
- 944.945
Stand per 1 januari
Uitgaande waardeoverdrachten Sterfteresultaat Benodigde intrest Toevoeging voorziening vroegtijdige emeriteringen Voorziening omrekening overlevingstafels Uitkeringen Invoeren weduwnaarspensioen Overiqe mutaties
105.979 - 1.804
- 7.572
--------------
--------------
15.516.734 =========
=========
2003
2002
EUR
EUR
Pensioenvermogen
15.599.026
14.819.967
Voorziening pensioenverplichtingen
15.516.734
14.825.750
--------------
--------------
14.825.750
DEKKINGSGRAAD
Over-/onderdekking Dekkingsgraad
82.292
- 5.783
=========
=========
100,5 %
99,9 %
- 11
jaarrekening
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
TOELICHTING Waarderingsgrondslagen Beleggingen:
beurswaarde; niet beursgenoteerde beleggingen worden gewaardeerd tegen de geschatte opbrengst bij verkoop.
Voorziening Pensioenverplichtingen:
de verplichtingen uit hoofde van pensioenrechten zijn ultimo 2003 opgenomen voor de contante waarde op basis van 4% rekenrente per jaar en voorts uitgaande van de overlevingstafels GBI\t1 en GBV 1995-2000 met één jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en twee jaar voor vrouwen. Daarnaast zijn er drie voorzieningen gevormd met een speciale bestemming: (1) een voorziening voor toekomstige arbeidsongeschiktheid (2) en voorziening voor omrekening naar veiliger overlevingstafels (Collectief '93) (3) een voorziening voor een toeslag op de AOW uitkeringen voor deelnemers geboren in of na 1950 en gehuwd met een jongere echtgenote
Overige activa en passiva:
nominale waarde
Beleggingen obligaties
aandelen
vastgoed
EUR
EUR
EUR
EUR
Stand begin boekjaar · Aankopen · Uitlotinqen/verkopen · Koersresultaten
10.737.190 3.471.950 -4.074.063 -1.468
1.640.040 1.011.793 -856.621 186.769
2.028.642 233.470 -403.872 172.481
14.405.872 4.717.213 -5.334.556 357.782
------------
------------
------------
------------
Stand einde boekjaar
10.133.609
1.981.981
2.030.721
14.146.311
------- -------
------ ------
------ -----
=======:::
totaal
De nominale waarde van de obligatieportefeuille bedraagt ultimo 2003 € 9.371.718 (was ultimo 2002: € 9.746.732).
Bijdragen kerken Het aantal aangesloten kerken bedroeg 91 (één minder dan in 2002 door samenvoeging van de kerken van resp. Enschede-noord en -zuid). De bijdrage is in 2003 gesteld op € 22,75 per jaar per lid (2002: € 19,--). Het aantal leden per 1 januari 2003 bedroeg volgens opgave van de kerken 31.135 (per 1 januari 2002: 30.875).
- 12
jaarrekening
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
Specificatie directe beleggingsopbrengsten
I
Effecten · rente · dividend aandelen · dividend vastgoed
I
Interest · bank/deposito · bijdragen kerken (betaling na vervaldatum)
Af: bankkosten (provisie, bewaarloon) I
'
2003
2002
EUR
EUR
465.221 35.507 115.310
658.420 23.215 95.340
----------
----------
616.038
776.975
53.931 703
4.617 1.117
----------
----------
670.672 42.613
782.709 18.431
----------
----------
628.059
764.278
Uitkeringen , I
af
aantal per 31.12.2003
jaarbedrag uitkeringen einde boekjaar (niveau 2003) in EUR
uitkeringen 2003 in EUR
uitkeringen 2002 in EUR
2
2
37
592.500
599.509
618.363
1 3
--
34 71
354.276 946.776
351.442 950.951
326.582 944.945
aantal per 01.01.2003
bij
37 33 70
Emeriti en
arbeidsong.
Weduwen
Totalen
2
Algemene kosten
Salariskosten Sociale lasten Bestuurskosten Accountantskosten Actuariskosten Kantoorkosten
2003
2002
EUR 27.519 4.546 3.412 5.932 4.127 3.235
EUR 24.627 3.709 3.364 6.631 5.765 6.385
-------
-------
48.770
50.481
----
---- -
- 13
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTJNGEN (V.P.V.) GROEP
1
I
l
aantallen per ultimo 2002 tussen haakjes Opgebouwde aanspraken door 74 (73) op reglementaire basis deelnemende predikanten, waarvan 1 (geen) met vervroegd emeritaat is qeqaan
V.P.V. ULTIMO 2003
V.P.V. ULTIMO 2002
EUR
EUR
4.805.350
4.146.770
596.858
566.718
6.418
-
2
Voorziening voor toekomstige arbeid son gesch ikth eid
3
Voorziening voor AOW-aanvulling vanaf 2015
4
Aanspraken van deelnemers tegen een op individuele basis vastgestelde premie: 1 (1) tegen premiebetaling en 3 (3) premievrij
263.574
242.737
5
Aanspraken van 19 (16) gewezen deelnemers (reglementaire deelneming tussentijds beëindigd)
674.440
516.741
6
Ingegane emeritaatsuitkeringen 36 (37) met bijbehorende niet-ingegane weduwe-uitkeringen
5.742.026
6.107.713
7
Ingegane weduwe-uitkeringen 34 (33)
3.014.813
2.976.417
8
Voorziening omrekening overlevingstafels
413.255
268.654
15.516.734
14.825.750
Totale voorziening
- 14
jaarrekening
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
Kasstroomoverzicht 2003
2002
Saldo liquide middelen per 1 januari
15
53
Ontvangsten · bijdraqen kerken · premies individuele verzekerinqen · inkomende waarde-overdrachten · rente/dividend · uitlotingen/verkopen obliqaties · verkopen aandelen · verkopen vastqoed · toename bankkrediet
718 9 115 751 4.074 857 404
582 9
(bedragen in duizenden euro's)
Totaal ontvangsten Uitgaven · aankopen obligaties · aankopen aandelen · aankopen vastgoed · uitkerinqen · uitqaande waardeoverdrachten · premie herverzekerinq · bankkosten · alqemene kosten · afname bankkrediet Totaal uitgaven Saldo liquide middelen per 31 december
-
-
805 1.007 - 240 63
-------
--------
6.928
2.706
3.472 1.012 233 951
462 702 519 945 27 27 18 44
- 34 43 55 41
-
--------
--------
5.841
2.744
1.101
15
---- ----
----
Utrecht, 24 maart 2004,
het bestuur:
mr A. Wattèl, voorzitter,
mr H. G. Brons veld- Taute, secretaris
H. Strating RA, penningmeester H. van Rees, actuaris A.G. drs J. G. van Dalen drs F. W. Meijer ds C. Smit W. van Veen
- 15
cmer;:aatsvoorziening
ERNST
YOUNG
actuarieel verslag
•
Ernst & Young Actuarissen
Actuarieel verslag 2003 (Bedragen i n duizenden euro' s)
Samenstelling en controle voorziening De Voorziening Pensioen verplichtingen • • • • • • •
bestaat uit de volgende onderdelen:
Voorziening voor opgebouwde aanspraken voor actieve predikanten inclusief de voorziening voor predikanten die met vervroegd emeritaat zijn gegaan Voorziening voor toekomstige vroegtijdige emeriteringen Voorziening voor aanspraken voor deelnemers met een individuele bijdrage Voorziening voor gewezen deelnemers Voorziening voor ingegane emeritaatsuitkeringen en weduwenpensioenen Voorziening omrekening overlevingstafeJs Voorziening voor AOW-hiaat verzekeringen
De totale VPV ultimo 2003 bedraagt 15.516,7, een stijging van 690,9 ten opzichte van 2002. Een splitsing van de VPV naar bovenvermelde onderdelen is in de toelichting op de jaaITekening opgenomen. De Voorziening Pensioenverplichtingen is berekend op basis van het per ultimo 2003 van kracht zijnde pensioenreglement en is voor het grootste gedeelte berekend als de contante waarde van de opgebouwde pensioen aanspraken, welke overeenstemmen met de tijdsevenredige aanspraken. Wij hebben de voorzieningen voor de (opgebouwde) pensioenen voor de actieve en gewezen deelnemers, de pensioentrekkenden en weduwen gecontroleerd en hebben daarbij geen bijzonderheden geconstateerd. In onze controle zijn wij uitgegaan van de aan ons aangeleverde deelnemersgegevens.
In 2003 is één actieve deelnemer met vervroegd emeritaat gegaan. De hierbij behorende voorziening ultimo 2003 is in de voorziening van de actieve deelnemers inbegrepen. Met betrekking tot de voorzieningen merken wij op dat deze zijn berekend op basis van de overlevingstafel GBMJV 1995-2000. Wij hebben deze factoren separaat gecontroleerd en hebben geconstateerd dat deze con'ect zijn. De voorziening voor vroegtijdige toekomstige emeriteringen is met 5% toegenomen tot 596,9 en blijft op 150% van de maximaal te reserveren arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor de deelnemer met het hoogste i.,lrbeidsongeschiktheidsrisico (gemeten in euro's). Deze maximum voorziening is door het bestuur vastgesteld.
16
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
ERNST & YOUNG
actuarieel verslag
•
Ernst & Youllg Actuarissen
Herverzekering Zwitserleven Het overlijdensrisico is herverzekerd bij Zwitserleven op basis van éénjarige risicoverzekeringen. Het overlijdensrisico is gelijk aan de contante waarde van het uit te keren nabestaandenpensioen bij overlijden van de deelnemer verminderd met de contante waarde van de reeds opgebouwde aanspraken, in het betreffende verzekeringsjaar. grondslagen De voorziening is berekend op basis van de overJevingstafel GBMlV 1995-2000, met leeftijdterugstellingen van 1 jaar voor mannen en 2 jaar voor vrouwen. Er is geen voorziening gevormd voor toekomstige administratie- en/of uitkeringskosten. In de voorzieningen wordt met verdere verbetering van de levenskansen rekening gehouden. basis van berekeningen per ultimo 2002 heeft omrekening naar de overlevingstafel Collectief 93 een verhoging van de voorziening met circa 3,6% tot gevolg, een verhoging van ongeveer 528. Deze omrekening zal naar verwachting ultimo 2004 plaatsvinden. Per ultimo 2003 is voor de omrekening een voorziening van 413 aanwezig. In 2004 wordt nader onderzoek gedaan naar omrekening naar de overlevingstafel COL 2003. Naar verwaciJting zal omrekening naar deze tafel een extra verhoging van de voorziening tot gevolg hebben.
Financiële positie van het fonds De balanswaarde van de tegenover de verplichtingen staande beleggingen bedraagt 15.599,0. De dekkingsgraad van de stichting is per ultimo 2003 nagenoeg gelijk aan 100%; vergelijkbaar met de dekkingsgraad per ultimo 2002. In het muaar van 2003 is besloten maatregelen te treffen om tot verbetering van de financiële positie van het fonds te komen. De belangrijkste aanpassingen zijn: • • •
Met ingang van 1-1-2004 wijzigen van de pensioenregeling van eindloon- naar middelloonregeling Beperking van het indexatiepercentage tot 80% van het prijsindexcijfer Verhoging van de bijdragen van de kerken
Deze maatregelen zullen per saldo een positief effect hebben op de financiële positie van het fonds in vergelijking met de ontwikkeling van de financiële positie zonder deze maatregelen.
Toereikendheid Voor een toets op toereikendheid dient een aantal beschouwingen gemaakt te worden. Voor de verschillende risico's kunnen buffers aangehouden worden, waarbij de volgende toetsen uitgevoerd kunnen worden: 1. Minimumtoets 2. Sol vabi li tei tstoets 3. Continuïteitstoets
- 17
Jaarverslag 2003 Stichting EmeritaatsvoOlziening
ERNST &
actuarieel verslag
•
Erllst & Young
De Minimumtoets beantwoordt de vraag of op balansdatum voldoende middelen aanwezig zijn om de verplichtingen volledig over te dragen naar een herverzekeraar. Bij de solvabiliteitstoets staat de vraag centraal of er voldoende vermogen aanwezig is om de aangegane verplichtingen af te handelen in het geval van stoppen van de pensioenopbouw en bijdragen van de kerken. De tijdshorizon bedraagt in deze toets vaak één jaar. De continuïteitstoets gaat verder dan de solvabiliteitstoets, omdat hier naar langere periodes wordt gekeken, waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden van het bestuur om de dekkingsgraad bij te sturen met behulp van stuurmiddelen zoals financiering, beleggingsbeleid, indexatiebeleid en opbouw van pensioenen. Indien in de beschouwingen ter zake van toereikendheid de minimumtoets wordt gehanteerd, kan geconcludeerd worden dat de verplichting is vastgesteld als contante waarde van alle in het verleden verkregen aanspraken, berekend tegen de thans gekozen sterftegrondslagen (GBM/V 1995-2000), vermeerderd met een aanvullende voorziening voor omrekening naar overlevingstafel Collectief 93. De aanvullende voorziening ultimo 2003 bedraagt circa 80% van hetgeen benodigd is voor omrekening. Aangezien herverzekeraars voor nieuwe collectieve pensioencontracten veelal Collectief 93 hanteren, zal bij integrale overdracht van de verplichtingen naar alle waarschijnlijkheid een tekort resteren. Ter zake van de continuïteitstoets zijn met ingang van 1-1-2004 maatregelen genomen om de dekkingsgraad binnen 10 jaar op het niveau van 110% -115% te brengen.
BeJeggingsbuffer Op basis van het vigerende beleggingsbeleid, 30% zakelijke waarden en 70% vastrentende waarden, is een buffer van circa 15% van de verplichtingen noodzakelijk om negatieve beleggingsopbrengsten op korte termijn op te vangen. Sterfte Voor sterfte is geanticipeerd op toekomstige sterfteverwachtingen, . maar dient de voorziening in de toekomst verder verzwaard te worden. Thans wordt een extra voorziening gevormd op basis van de overlevingstafel Collectief Wij achten dit, gezien de samenstelling van het deelnemersbestand, een adequate grondslag. Inmiddels is, op basis van de meest recente overlevingskansen, een nieuwe sterftetafel ontwikkeld. In 2004 worden de effecten van overgang naar de·ze nieuwe tafel (COL 2003) verder uitgewerkt. Technisch resultaat Het resultaat op technische grondslagen is dit jaar beïnvloed door het overlijden van twee emeritus-predikanten. Door de relatief kleine omvang van het verzekerden bestand is het technisch resultaat zeer gevoelig voor de gevolgen van overlijden of invalideren van de predikanten. Het sterfteresultaat over 2003 bedraagt 89,8 negatief. In vergelijking met 2002 is het aantal overledenen kleiner, met als gevolg dat het sterfteresultaat negatief is beïnvloed.
- 18
actuariële verklaring
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
ERNST &YOUNG
Emst & YUlll1g
Actuariële verklaring (bedragen in duizenden euro's) Opdracht Ingevolge de opdracht van het bestuur van Stichting Emeritaatsvoorziening "SEV" hebben wij de onderstaande post ultimo 2003 gecontroleerd.
Voorziening pensioenverplichtingen
15.517
De voornoemde post is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid daarbij een verklaring van de externe actuaris te verstrekken. Werkzaamheden De controle is zodanig gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de genoemde actuariële post geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onze controle omvat meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bovengenoemde post en een beoordeling van de grondslagen, methoden en modellen die bij het berekenen en toetsing van de genoemde post zijn toegepast. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wjj zijn van oordeel dat bovengenoemde post juist is vastgesteld. Wij hebben geconstateerd dat voor de bepaling van de voorziening de juiste factoren zijn gebruikt. Verder leiden de toegepaste methoden en grondslagen naar ons oordeel, in samenhang met de overige waarderingsgrondslagen, tot een prudente voorziening. Tevens zijn wij van oordeel dat de in het fonds aanwezige middelen net voldoende zijn voor een continue dekking van de minimum voorziening als bedoeld in de door de Pensioen- & Verzekeringskamer vastgestelde actuariële principes pensioenfondsen.
Voor de beoordeling van de financiële positie en de toereikendheid van de verplichtingen, zijn wij uitgegaan van de uitgangspunten vermeld in het Actuarieel verslag 2003. Risico wordt gelopen over langleven en beleggingen. Hiervoor hebben wij de volgende normatieve buffers berekend: • • •
Langleven o.b.v. Collectief 93 sterftetafel Beleggingsbuffer (15% van verplichtingen) Totaal
528 2.328 2.856
Na verwerking van de buffers bedraagt de dekkingsgraad 86,9 % (15.599/( 15.517 + 2.856 - 413), hetgeen ons het oordeel geeft dat de dekking hier matig is. Wij zijn van mening dat de hoogte van de dekkingsgraad aanleiding is de financiële positie van het fonds nauwlettend te volgen. De per genomen maatregelen zullen een positieve bijdrage hebben op de ontwikkeling van de financiële positie in vergelijking met de ontwikkeling van de financiële positie zonder deze maatregelen.
Ernst & Young Actuarissen
Utrecht, 24 maart 2004
- 19
Jaarverslag 2003 Stichting EmeritaatsvooRieniRg
accountantsverklaring
Deloitte Accountants Admiraliteitskade 50 Rotterdam Postbus 4433
3006 Tel: (010) 2721500 Fax: (010) 2721199 www.deloitte.nl
Datum
Behandeld door
Kenmerk
24 maart 2004
Drs. R.R. Bijvoet RA
NIl 022338/4040511rb
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2003 van Stichting Emeritaatsvoorziening "S.E.V." te Rotterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de stichting daarbij heeft gemaakt, als,mede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Deloitte Accountants is een Maatschap van besloten (beroeps)vennootschappen.
A member firm of
Deloitte Touche Tohmatsu
- 20
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
accountantsverklaring
Deloitte.
2 24 maart 2004 NI 1022338/404051/rb
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het pensioenvermogen op 31 december 2003 en van de omvang van de pensioenverplichtingen op 31 december 2003 alsmede van de wijzigingen in 2003 in het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen.
Deloitte Accountants voor deze:
Drs. R.R. Bijvoet RA
- 21
overzicht beleggingen
OV'ERZI,CHT BELEGGINGEN PER 31 DECEMBER 2003
overzicht obligaties looptijd en rente Staatsleningen en door de Staat gegarandeerde leningen Euroland
nominale waarde EUR
beurs
waarde
EUR
Nederland
1992 15 S 8 1/4
90.757
106.322
Idem
1993 30 S 7 1/2
880.670
1.175.872 817.486
Idem
1995 15S71/2
680.670
Idem
2002 10 S 5
100.000
105.670
Idem
2003 10S41/4
1.000000
1.000.000
NWB
2003 10
4
350.000
340.725
AAB staatsobi fd.
1.000.000
985.000
totaal
4.102.098
4.531.075
Financiële instellingen Euroland BNG
1995 15S71/4
181.512
214.947
Idem
2002 10
45/8
200.000
204.800
AAB
1985 20
81/4
22.235
23.125
Idem
1997 17
6 1/2
204.201
230.951
Idem perp.
2001 4
61/2
458.000
474.717
Idem
1994 15
61/4
136.134
149.543
Idem
1997 12
6 1/8
226.890
247.968
Idem
1997 12
6
485.545
527.205
RABO
1994 15
63/8
226.890
253.663
Idem
1997 12
6
226.890
250.033
ING
1986 20
61/2
226.890
244.497
Idem
1996 10
63/8
272.268
294.757
Fortis
2001
15
63/8
227.000
251.516 223.151
SNS
1997 12
61/4
204.201
SNS
1999 12
51/8
150.000
155.610
Credo Agricole
2003 perp.6
200.000
201.400
73/8
KBC Trust NCPA HVB fd. Aegon
perp. 7 2000 4
67/8
totaal
Overige ondernemingen Euroland
90.000
92.484
229.720
217.440
90.000
92.970
4.058.377
4.350.777
Akzo
1998 10
53/8
102258
108.087
Océ v. Grint.
1997 10
61/4
226.890
235.058
AAB euro credo Fd.
500.000
497.000
totaal
829.148
840.145
High yield obligatiefondsen AAB high yield
134.325
143.594
Robeco high yield
134.325
144.386
totaal
268.650
287.980
Overige leningen IBRAD Worldb.
totaal
TOTAAL OBLIGATIES
86
20
63/4
113.445
123.632
113.445
123632
9.371.718
10.133.609
- 22
Jaarverslag 2003 Stichting Emeritaatsvoorziening
overzicht beleggingen
overzicht aandelen kostprijs
beurswaarde
EUR
EUR
gewone aandelen wereld, sectorbreed AAB High Inc.Eq
89.550
94.930
Fortis Obam
149.979
104.130
ING Bank Growth Fund
112.700
68.180
Postbank hoog div Aand fonds
169.475
151.775
Robeeo Belegg.rek.
213.650
159.375
totaal
735.354
578.390
Triodos Meerwaarde Fd
112.800
totaal
112.800
92.207 92.207
wereld, seetorspecifiek
europa, seetorbreed AAB Ratio Fund
116.218
65.312
totaal
116.218
65.312
106.540
nederland, sectorbreed
individueel
Holland Fund Pb
100.463
ING Bank Duteh Fund
215.897
183.898
totaal
316.360
290.438
DSM
154.188
156120
172.425
188.100
ING Groep
152.690
189.208
ABN/AMRO Holding
153.086
183.515
General Electrie Kon. Olie
86.192
Unilever
72.590
Glaxo
73.943
79.909
totaal
850.723
955.634
2.131.455
1.981.981
Rodamco Cont.Eur.
256.853
283.571
Rodamco Asia
117.064
156.359
Vastned Retail
206.898
232.170
Wereldhave
252.416
317.107
Corio
279.424
340.595
totaal aandelen
aandelen vastgoed beursgenoteerd
AAB High Ine Prop Fd
100.000
119.200
Eurocommercial Prop.
211.662
279.140
1.424.317
1728.142
Kanaaloever
50.000
50.000
Euro Vastgoed fonds
52.580
52.580
Euro American
200.000
200000
totaal
302.580
302.580
1.726.897
2.030.722
3.858.352
4.012.703
totaal
niet beursgenoteerd
totaal aandelen vastgoed
TOTAAL AANDELEN
- 23