VERSLAG KENNISTAFEL GROEPSRISICO EN COMMISSIE VERANTWOORDING GROEPSRISICO Datum: 19 november 2010 Locatie: Grand Hotel Karel V, Utrecht De volgende bijeenkomst zal plaatsvinden op 20 mei 2011.
Deelnemers Naam
Organisatie
Tel. Nr.
e-mail
Dagmar van den Brule
MMG Advies (secretaris)
070-3560489
[email protected]
Gert-Jan van de Bovenkamp
Gemeente Almere
[email protected]
Jan Meissen
KIVI Zuid-Holland
[email protected]
Jeanine Mesters
Regionale Brandweer Zuid-Limburg
[email protected]
Jeroen Eskens
Oranjewoud
[email protected]
Kees Dijkman
Milieudienst Zuid-Holland Zuid
[email protected]
Leo Noordam
DCMR
[email protected]
Luc Vijgen
DCMR
[email protected]
Margreet Spoelstra
RIVM – CEV
[email protected]
Marjolein Zuijderduijn
StAB
[email protected]
Peter Hermens
MMG Advies (voorzitter)
Rob Schutte
Ministerie van I&M
[email protected]
Willem Niessink
Provincie Groningen
[email protected]
Wim Klijn
Ministerie van BZK
[email protected]
Naam
Organisatie
Aanwezig
070-3560489
Tel. Nr.
[email protected]
e-mail
Afwezig Bram de Ruijter
Oranjewoud
[email protected]
Jan Heckman
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Jan van der Sluis
RWS
[email protected]
Marianne ten Boden
RWS
[email protected]
Metha de Heer
Brandweer Midden en West-Brabant
[email protected]
Robert Kint
Gemeente Tilburg
[email protected]
Rob Poelman
Ministerie van I&M
[email protected]
Wim Derksen
Provincie Noord-Brabant
Naam
Organisatie
[email protected] Tel. Nr.
e-mail
Gast Aad Loendersloot
DCMR
Irma Dorsman
Gemeente Rotterdam
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 1 van 8
Samenvatting Starttijd
Eindtijd
Onderwerp
Samenvatting
10.10 uur
10.20 uur
Opening
Peter Hermens opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom.
Verslag vorige bijeenkomst Het verslag van de vorige bijeenkomst (24 september 2010) wordt doorgenomen. De volgende opmerkingen worden gemaakt:
Op pagina 5 wordt een aantal van de juridische aspecten verkeerd beschreven. Jeroen Eskens zal dit met Dagmar van den Brule bespreken.
Safe moet veranderd worden in „Save‟.
Het
supplement
op
de
handreiking
verantwoordingsplicht
groepsrisico is door het (toenmalige) ministerie van VROM goed bekeken. Het stuk is klaar voor publicatie en is inmiddels kleinschalig uitgezet. Dagmar van den Brule zal ervoor zorgen dat het supplement op de website van Relevant wordt gezet, Jeroen Eskens zorgt voor publicatie op www.groepsrisico.nl.
Mededelingen
De evaluatie groepsrisico is besproken in het RIVE (overleg tussen Rijk, IPO en VNG over externe veiligheid). Het RIVE en de NVBR herkennen de knelpunten en hebben ingestemd om gezamenlijk een breed gedragen aanpak te ontwikkelen. In het voorjaar van 2011 zullen de resultaten hiervan verschijnen in de Voortgangsrapportage EV. De aanwezigen wijzen erop dat de aanpak niet te abstract moet zijn. Het is tenslotte de bedoeling dat de aanpak in de praktijk wordt uitgevoerd.
10.20 uur
11.40 uur
Brandweeradvisering: waar
Peter Hermens en Jeanine Mesters presenteren de stand van zaken ten
staan we nu?
aanzien van brandweeradvisering.
Brandweeradvisering: een korte impressie Peter Hermens en Jeanine Mesters hebben een inventarisatie uitgevoerd naar de brandweeradvisering in een viertal veiligheidsregio‟s: Limburg-Noord (VRLN),
Haaglanden
(VRH),
Rotterdam-Rijnmond
(VRR),
Amsterdam-
Amstelland (VRAA). Peter Hermens presenteert de resultaten hiervan. De advisering van de vier regio‟s verschilt in diverse opzichten van elkaar. Allereerst met betrekking tot het aantal adviezen dat door de regio‟s wordt afgegeven, uiteenlopend van 20 tot 25 adviezen per jaar in Limburg en 160 in Rotterdam-Rijnmond. Opvallend is dat een relatief risicoluwe regio als Haaglanden rond de 80 adviezen per jaar afgeeft. De manier waarop de adviezen tot stand komen verschilt ook per regio. Zo hanteert de VRLN de handreiking verantwoorde brandweeradvisering, werkt de VRH volgens een uitgewerkte procedure, probeert VRR vroeg aan tafel te zitten met de gemeenten en heeft de VRAA de verantwoordelijkheid voor advisering aan één bepaald persoon toegewezen. Ook zijn er inhoudelijke verschillen per regio, die tevens per advies verschillen. In alle regio‟s is de advisering maatwerk, maar de insteek verschilt van elkaar. Zo richt de VRAA zich sterk op de
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 2 van 8
hulpverlening bij eventuele calamiteiten met een risicobron en ligt de focus in Haaglanden meer op de aanwezige risicobronnen. Maar alle regio‟s wensen in een vroeg stadium betrokken te worden door de gemeenten. In RotterdamRijnmond gebeurt dat meer en meer. In Limburg hangt dat af van de gemeente en merken zij dat periodiek overleg betrokkenheid van de regio bevordert. In Haaglanden vindt de betrokkenheid meestal plaats in de voorontwerpfase van het bestemmingsplan of de conceptvergunning.
Met betrekking tot het overnemen van adviezen zijn er meer overeenkomsten. Een belangrijke reden voor het niet overnemen van adviezen van de VR door een gemeente is dat het advies “niet ruimtelijk relevant” wordt geacht. Op de mate waarin de maatregelen die wel worden overgenomen ook daadwerkelijk worden getroffen bestaat nauwelijks zicht, dat wordt niet gemonitord.
Conclusie: De brandweer moet nog groeien in haar rol als adviseur, maar het gaat de goede kant op. Zo hanteert de VRLN de handreiking verantwoorde brandweeradvisering, past de VRR de scenario analyse toe, groeit de bewustwording bij alle partijen van risico‟s in de regio Amsterdam-Amstelland en weten gemeenten van Haaglanden de VRH steeds beter te vinden. Naar oordeel van de veiligheidsregio‟s is er nog wel een aantal verbeterpunten. Zo stelt de VRLN dat zij onder andere meer aandacht zou moeten schenken aan het verbeteren van de vorm en duidelijkheid van haar adviezen, het vroeger betrekken van haar bestuurders en het creëren van samenhang in het gehele traject van initiatief tot realisatie en gebruik. De VRH geeft aan dat de wijze waarop het al dan niet overnemen van het advies wordt gemotiveerd en de vormgeving van het adviesproces nog kunnen worden verbeterd. De VRR stelt dat zij meer aandacht moet besteden aan de integraliteit van de adviezen en in moeten zetten op het realiseren van maatregelen. Ook stelt de VRR dat de wetgeving moet worden verbeterd. De VRAA stelt dat de nadruk minder zou moeten liggen op de procedures.
Naar oordeel van de aanwezigen zou meer gebruik moeten worden gemaakt van de expertise van de Veiligheidsregio‟s. Daar zitten mensen die goed zijn opgeleid voor deze taken en de indruk bestaat dat daar te weinig gebruik van wordt gemaakt. Zij stellen voorts dat het wenselijk zou zijn dat er een soort van regisseur is die het overzicht bewaart over alle procedures en adviezen m.b.t. EV. Deze rol zou bij de VR kunnen worden gelegd. Ook wordt voorgesteld adviezen die niet ruimtelijk kunnen worden ingevuld, zoals bepaalde eisen aan gebouwen, in een bijlage van het bestemmingsplan op te nemen, zodat bij de realisatie deze maatregelen meegenomen kunnen worden.
Maatlat Externe Veiligheid adviseur Brandweer Het vanuit het NVBR tot stand gekomen project maatlat Externe Veiligheid adviseur brandweer wordt gepresenteerd door Jeanine Mesters.
De maatlat Externe Veiligheid is een middel om bij het bevoegd gezag inzicht te krijgen in de deskundigheid die minimaal nodig wordt geacht om de EVtaken goed uit te kunnen voeren, in dit geval een goede brandweeradvisering.
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 3 van 8
Aanleiding voor dit project was de kritiek op de uitvoering van de wettelijke taak door de brandweer. Het zou uniform en geprofessionaliseerd moeten worden.
Een werkgroep, bestaande uit de NVBR, VROM, BZK, IPO en VNG heeft zich gericht op de kwaliteitseisen en op het uitvoeren van een onderzoek onder de 25 veiligheidsregio‟s. Op basis van de kwaliteitseisen werden de regio‟s beoordeeld in hoeverre zij aan deze eisen voldeden. De resultaten hiervan evenals de maatlat zijn verwerkt in een afbakeningsdocument. De regio‟s werden beoordeeld aan de hand van een vragenlijst, waarin de voorafgestelde kwaliteitseisen zijn verwerkt. Alle 25 regio´s hebben de vragenlijst ingevuld en daarvan konden 24 voor het onderzoek worden gebruikt.
4 van de 24 onderzochte regio´s voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. In hoeverre de 20 regio´s hier niet aan voldoen varieert aanzienlijk. De resultaten zijn geanonimiseerd en dus weten alleen de regio zelf in hoeverre zij voldoen aan de kwaliteitseisen. Iedere regio kan met die kennis aan de slag. De resultaten zeggen alleen iets over in hoeverre de regio’s voldoen aan de minimum kwaliteitseisen, en zeggen niets over de kwaliteit van het afgegeven advies. In een vervolgtraject zal daarom gekeken worden naar de wijze waarop de regio‟s adviseren. 11.40 uur
12.30 uur
Jurisprudentie: de casus
De provincie heeft voor het emplacement Sloegebied op basis van de
Emplacement Sloegebied
Handreiking
Bluswatervoorziening
een
grote
bluswatercapaciteit
voorgeschreven, uitgaande van de repressiefactor 0,1 waarmee in de QRA rekening is gehouden. De Raad van State heeft het beroep van Prorail tegen deze uitspraak afgewezen.
In de vorige bijeenkomst is reeds over deze uitspraak gesproken (zie het verslag van de vorige bijeenkomst). Tijdens de bijeenkomst van vandaag wordt de uitspraak verder bekeken vanuit de vraag of voorschriften moeten worden opgelegd vanuit de kans van optreden of vanuit het effect van een ongeval. Jeroen Eskens presenteert dit onderwerp.
Het emplacement ligt in een leeg gebied. De woningen die er waren zijn in het verleden uitgekocht. Dat betekent dat, ondanks dat het emplacement een redelijke PR=10-6 – contour kent, er geen groepsrisico is.
Discussie: De aanwezigen zijn het er in beginsel mee eens dat maatregelen waarmee in een QRA rekening wordt gehouden in de vergunning terugkomen, mits deze maatregelen relevant zijn voor de beheersing van het risico. Dat is in dit geval echter niet aan de orde. Omdat het emplacement niet in een bewoond gebied is gelegen, zal een incident niet leiden tot (een groot aantal) slachtoffers. Naar oordeel van de aanwezigen wegen de met de maatregel gemoeide kosten niet op tegen de beheersing van de risico‟s die daarmee wordt
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 4 van 8
verkregen. Volgens de aanwezigen is het niet te rechtvaardigen dat er op dergelijke locaties nodeloos veel geld wordt besteed aan maatregelen die elders veel harder nodig zijn.
Het is de vraag waarom Prorail de aanvraag niet heeft ingetrokken en een nieuwe heeft ingediend zonder de toepassing van de repressiefactor. Dat maakt voor het risico immers niet uit. Dit is echter niet mogelijk, omdat de repressiefactor van 0,1 is voorgeschreven en de aanvraag met een andere repressiefactor niet ontvankelijk zou zijn. Er wordt voor gepleit dit protocol kritisch tegen het licht aan te houden om dergelijke uitspraken in de toekomst te voorkomen.
De aanwezigen zullen met betrekking tot deze uitspraak gezamenlijk een standpunt formuleren. Luc Vijgen en Jeroen Eskens zullen een eerste aanzet doen. Dit wordt op de website geplaatst en wordt doorgestuurd naar de van belang zijnde instanties. 12.30 uur
14.00 uur
Lunch
14.00 uur
14.20 uur
Vragen en discussiepunten
Tijdens dit onderdeel kunnen de deelnemers zaken waar zij in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen ter reflectie ter tafel brengen.
De discussie wordt gestart met het tonen van een filmpje van een gasexplosie die volgde nadat twee treinen in Polen op elkaar botsten. Hierbij vielen wonderbaarlijk genoeg slechts twee gewonden. Het is opvallend dat dit incident net als het incident vorig jaar in Viareggio relatief weinig aandacht krijgt. Een dergelijk incident zou echter ook in Rotterdam kunnen gebeuren. De vraag die de aanwezigen voorgelegd wordt is of dergelijke incidenten een grotere rol zouden moeten spelen bij de communicatie met het publiek. Naar oordeel van de aanwezigen zal het tonen van dergelijke filmpjes om burgers over risico‟s van transport van gevaarlijke stoffen te informeren vooral averechts werken, omdat de nadruk sterk ligt op het effect en niet op de kans. Barendrecht heeft aangetoond dat de bevolking moeilijk met zeer kleine kansen kan omgaan en zich vooral bezighoudt met het effect, hoe klein de kans ook is. Dit maakt risicocommunicatie erg lastig. 14.20 uur
15.30 uur
Casus veiligheidscontour Botlek
Deze casus wordt gepresenteerd door Aad Loendersloot van DCMR en Irma Dorsman van de gemeente Rotterdam.
De casus betreft het haven industrieel complex Botlek-Vondelingenplaat. Van de in totaal 3500 hectare bestaat het complex voor 1750 hectare uit bedrijfsterrein, waarvan een hoge concentratie risicovolle industrie. Het bestemmingsplan wordt momenteel herzien, waarbij onder andere wordt voorzien in het rondom de Botlek leggen van een veiligheidscontour. Daarbij wordt tegen een aantal problemen aangelopen. Het gebied wordt omringd door meerdere gemeenten. In dit gebied zijn diverse 10-6 contouren en zijn er tevens een aantal saneringslocaties die voor knelpunten zorgen.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn dat er:
ruimte geboden moet worden aan nieuwe ontwikkelingen,
op hoofdlijnen gestuurd wordt op ruimtelijke ontwikkelingen,
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 5 van 8
efficiënt binnen de milieuruimte wordt omgegaan met ruimtegebruik,
een toetsingskader wordt vastgesteld.
Het leggen van een veiligheidscontour impliceert dat er binnen de veiligheidscontour niet meer wordt getoetst aan de grenswaarde van het PR. Dat betekent dat (beperkt) kwetsbare objecten in het gebied zijn toegestaan, ook als de PR=10-6 wordt overschreden,
mits het object een functionele
binding heeft tot het gebied. Dat geldt bijvoorbeeld voor een horecaonderneming die levert aan de aanwezige bedrijven. Ook industriële bedrijven dienen functioneel verbonden te zijn aan het gebied, zoals gezamenlijke brandweer, offshore bedrijf, metaaloverslag bedrijf, etc.
De veiligheidscontour is er voor bedoeld woningbouw en andere niet functioeel gebonden kwetsbare objecten buiten de veiligheidscontour te houden. En vice versa om risicovolle activiteiten binnen de contouren te houden. Rekening houdend met de uitbreidingsambities van bestaande bedrijven, de aanwezige diensten en de ontwikkelingen en plannen van omringende gemeenten zijn er meerdere varianten bekeken voor de ligging van de veiligheidscontour. In geval
van
gemeentegrensoverschrijding,
zal
dat
vragen
om
nauwe
samenwerking met de betreffende gemeente(n).
De rekkelijken versus de preciezen De situatie wordt benaderd vanuit twee tegengestelde standpunten:
De rekkelijken.
De preciezen.
De rekkelijken: De rekkelijken beschouwen het gebied binnen de veiligheidscontour in feite als één bedrijf. De bestaande bedrijven en nieuwkomers weten waar ze binnen het gebied mee te maken hebben. De wetgever toetst binnen het gebied niet aan PR, het is aan de gezamenlijke bedrijven om ervoor te zorgen dat de veiligheidscontour niet wordt overschreden. Binnen de veiligheidscontour worden
alle
aanwezigen
beschouwd
als
zijnde
onderdeel
van
het
“gezamenlijke‟ bedrijf en is het GR binnen de veiligheidscontour dus per definitie gelijk aan nul.
De preciezen: Bij een ruimtelijk besluit moet het GR worden verantwoord. Als er niet wordt getoetst aan het PR, worden er veel mensen toegelaten in een gebied die getroffen kunnen worden in geval van een ernstig incident. De overheid moet met betrekking tot de veiligheid van deze mensen niet de verantwoordelijkheid geheel overgelaten aan bedrijven. Zij draagt daar zelf ook verantwoordelijkheid voor.
Discussie: De meningen van de aanwezigen zijn verdeeld. Een deel vindt dat per besluit binnen de contour waarop het Bevi van toepassing is een verantwoording groepsrisico moet worden uitgevoerd, een deel is het eens met de stelling dat
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 6 van 8
binnen de contour het GR gelijk is aan nul. Als nadeel van de rekkelijkenvariant
wordt
gezien
dat
individuele
bedrijven
te
weinig
verantwoordelijkheid nemen. De discussie wordt besloten met de conclusie dat de nadruk moet liggen op het treffen van maatregelen die de situatie in het gebied veiliger maken. Dat wordt verstaan onder goede verantwoording. De kennistafel GR / commissie verantwoording groepsrisico nemen ook hierover een standpunt in. Kees Dijkman en Peter Hermens schrijven dit standpunt in samenwerking met Irma Dorsman en Aad Loendersloot. 15.30 uur
15.40 uur
Workshop Relevant
De aanwezigen hebben geen aanmerkingen op het gedane voorstel voor de invulling van de workshop. Wel is er behoefte aan het betrekken van het bedrijfsleven. Het overgrote merendeel van de bezoekers aan het congres bestaan namelijk uit overheidsprofessionals. Jan Meissen zal proberen het bedrijfsleven er bij te betrekken.
15.40 uur
15.45 uur
Website Relevant
Dagmar van den Brule licht de website van Relevant kort toe en vraagt de aanwezigen de content van de website te screenen op relevantie, missende en verouderde documenten en links. De leden worden verzocht per mail hun reactie hierop te geven. Een wijziging die in ieder geval doorgevoerd zou kunnen worden, is het op de website maken van onderscheid tussen de kennistafel groepsrisico en de commissie verantwoording groepsrisico. Dat is nu onduidelijk.
15.45 uur
16.00 uur
Evaluatie gezamenlijke
Relevant gaat volgend jaar waarschijnlijk verder met de bijeenkomsten in deze
bijeenkomsten van de
vorm. De leden worden gevraagd terug te blikken over het afgelopen jaar.
kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording
De aanwezigen zijn erg te spreken over de bijeenkomsten. Het zijn
groepsrisico
interessante bijeenkomsten, die het werkveld raken en goed aansluiten op andere overleggen zoals het RIVE. Tevens is er een goede match tussen theorie en de praktijk. Daarnaast vindt men dat er veel kennis aan tafel zit, dat de discussie op positieve manier prikkelt.
16.00 uur
Sluiting van de bijeenkomst
Afspraken en acties
Dagmar van den Brule past het verslag van de vorige bijeenkomst aan. Dagmar van den Brule maakt het verslag van deze bijeenkomst op.
Jeroen Eskens stuurt het supplement op de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico op naar Dagmar van den Brule. Zij zet het op de website van Relevant. Jeroen Eskens en Luc Vijgen stellen een standpunt op namens de kennistafel groepsrisico en de
commissie verantwoording groepsrisico over de uitspraak emplacement Sloegebied. Kees Dijkman en Peter Hermens stellen in samenwerking met Irma Dorsman en Aad Loendersloot een standpunt op namens de kennistafel groepsrisico en de commissie verantwoording
groepsrisico. De leden van de kennistafel groepsrisico en de commissie verantwoording groepsrisico sturen suggesties voor onderwerpen en casussen op naar Dagmar van den Brule of Peter Hermens.
De leden sturen tevens hun commentaar op de content van de website van Relevant op naar Dagmar van den Brule.
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 7 van 8
Agendapunten voor de volgende bijeenkomsten Onderwerp
In bijeenkomst
MAL Groepsrisico (indien er geen andere onderwerpen zijn)
Verslag kennistafel groepsrisico en commissie verantwoording groepsrisico Datum 19 november 2010
pagina 8 van 8