Verruimen salderingsmogelijkheden voor hernieuwbare energie Wat is de impact op economische groei en overheidsinkomsten?
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
Ecofys Netherlands BV Kanaalweg 16-G P.O. Box 8408 NL- 3503 RK Utrecht The Netherlands W: www.ecofys.com T: +31 (0) 30 66 23 300 F: +31 (0) 30 66 23 301 E:
[email protected]
Verruimen salderingsmogelijkheden voor hernieuwbare energie Wat is de impact op economische groei en overheidsinkomsten?
-Vertrouwelijk-
Door: Ronald Franken, Timme van Melle Datum: 16 november 2011 Project nummer: ECMNL11800
Ecofys 2011 In opdracht van: Uneto VNI, Vereniging FME-CWM, DE Koepel
E COFYS N ETHERLANDS BV, A PRIVATE LIMITED LIABILITY COMPANY INCORPORATED UNDER THE LAWS OF T HE N ETHERLANDS HAVING ITS OFFICIAL SEAT AT U TRECHT AND REGISTERED WITH THE TRADE REGISTER OF THE C HAMBER OF C OMMERCE IN MIDDEN NEDERLAND UNDER FILE NUMBER 30161191
A S U S T AI N AB L E E N E R G Y S U P P L Y F O R E V E R Y O N E
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1.1 2
............................................................................................... 3
Aanpak ................................................................................................. 5 Gedefinieerde business cases ................................................................... 7
2.1
Verwachte effecten maatregelen .............................................................. 7
2.1.1
Wat verandert er bij het verhogen van de salderingslimiet? ........................ 7
2.1.2
Wat verandert er bij individueel salderen van verenigde huishoudens? ......... 9
2.2
De gekozen business cases .................................................................... 11
3
Uitwerking business cases ...................................................................... 13
3.1
Business case opschalen saldeergrens tot 50.000 kWh .............................. 13
3.2
Business cases: VvE model .................................................................... 16
3.2.1
Business case: Coöperatie model ............................................................ 20
4
Marktgroeivoorspellingen ....................................................................... 23
4.1
Versnelling door verruimen saldeergrens ................................................. 25
4.2
Versnelling VvE model ........................................................................... 27
4.3
Versnelling particuliere zelflevering (coöperatief model) ............................ 28
5
Energiebelasting, BTW en economische meerwaarde ............................. 30
5.1
Model oprekken saldeergrens ................................................................. 30
5.2
Model VvE ............................................................................................ 34
5.3
Model Coöperatie .................................................................................. 37
6
Conclusies ............................................................................................. 40
Referenties
............................................................................................. 42
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
ii
1
Inleiding
Het opwekken van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen door huishoudens draagt substantieel bij aan het behalen van nationale en Europese doelstellingen op dit gebied, het verminderen van de afhankelijkheid van de import van energie uit het buitenland en het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen. Dit is in de afgelopen jaren vooral zichtbaar op de markt voor photovoltaische technologie om met zonne-energie stroom op te wekken (‘PV’). De afgelopen twee jaar heeft deze markt grote veranderingen ondergaan. Belangrijke ontwikkelingen waren het wegvallen van de direct gealloceerde subsidie via de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE), grote dalingen in de aanschafprijs van PVinstallaties, een groei aan installateurs en het opkomen van vele lokale initiatieven. Voor huishoudens is PV steeds meer gemeengoed geworden. Dit komt onder andere doordat elke kWh die hernieuwbare is opgewekt verrekend kan worden tegen een relatief hoog kleinverbruikertarief. De saldeerregeling houdt in dat per jaar de eerste 5000 kWh die geproduceerd wordt met de installatie administratief afgetrokken mag worden van de hoeveelheid elektriciteit die van het netwerk wordt afgenomen. Dit betekent dat over deze fysiek afgenomen elektriciteit geen energiebelasting hoeft te worden betaald. Mede vanwege deze mogelijkheid tot ‘salderen’ tot 5000 kWh wordt kleinschalige PV intussen als realistische optie beschouwd zonder subsidie in bredere zin in de huishoudelijke sfeer. Een gelijksoortige ontwikkeling vindt plaats in de markt voor andere technologieën. Ook voor bijvoorbeeld wind en geothermische energie bestaan mogelijkheden voor huishoudens. Daarnaast maakt de constante verlaging van de systeemkosten deze ook steeds interessanter voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). Veel van deze bedrijven hebben de beschikking over platte daken waarop zonne-PV geïnstalleerd kan worden. Vooralsnog gaat de politieke en maatschappelijke discussie over salderen bij het kleinverbruik. De beperking van de saldeerregeling tot een maximum van 5000 kWh per jaar beperkt de grootte van de hernieuwbare opweksystemen die rendabel kunnen worden bedreven. Met het oprekken van de saldeergrens zouden, onder bepaalde omstandigheden, investeringen in grotere systemen ook rendabel kunnen worden. Dit zou een versnelling in de marktintroductie kunnen geven van hernieuwbare opwek bij huishoudens en kleinere bedrijven. Dit effect is in de afgelopen jaren waargenomen in bijvoorbeeld Duitsland en Spanje, waar te zien is geweest dat gunstiger condities een veel snellere groei mogelijk maken. Een andere wijziging in de regelgeving die investeringen in hernieuwbare energie aantrekkelijker kan maken is het toestaan van saldering per huishouden, ook als deze
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|3
huishoudens gezamenlijk in één systeem investeren. Dit lijkt mogelijk te worden voor Verenigingen van Eigenaren (VvE) voor zover deze wettelijk verplicht zijn1. Gezamenlijk investeren in een systeem met behoud van het individuele salderingsaldo zou echter ook toegestaan kunnen worden voor huishoudens die wettelijk niet in een VvE verenigd hoeven ondergebracht hoeven te worden, maar wel gezamenlijk in een systeem willen investeren. Om het particuliere karakter van de initiatieven te behouden zou dit beperkt kunnen worden tot systemen die minder dan 100.000 kWh produceren. Door
één
of meerdere
van
deze maatregelen
zouden
de investeringen
van
huishoudens en het MKB in hernieuwbare energiecapaciteit sneller kunnen groeien, wat tot economische meerwaarde zal leiden. Een nadeel van het verruimen van de salderingsregels is echter dat
de overheid
hierdoor
energiebelastinginkomsten
misloopt. In opdracht van Uneto VNI, Vereniging FME-CWM en DE Koepel heeft Ecofys een studie uitgevoerd om de effecten van het verruimen van de salderingsregeling beter in kaart te brengen. Dit verruimen kan dus op een of meerdere van de volgende wijzen worden vorm gegeven: 1. Verhogen van de salderingslimiet 2. Toestaan van individueel salderen bij wettelijk verplichte VvEs 3. Toestaan van individueel salderen bij andere rechtsvormen (voor systemen tot 100.000 kWh/jaar) De vraagstelling die hiervoor gedefinieerd is valt uiteen in de volgende vragen. Ten eerste wordt de impact van de beschreven maatregelen bekeken. Dit komt neer op de volgende drie subvragen: •
Wat zou de impact zijn van een salderingslimiet tot 50.000 kWh op de aantrekkelijkheid van de investering in hernieuwbare energie?
•
Wat zou de impact zijn van het toestaan van individueel salderen op de aantrekkelijkheid van een gezamenlijke investering voor verplichte VvE’s?
•
Wat zou de impact zijn van het toestaan van individueel salderen op de aantrekkelijkheid van een gezamenlijke investering in een systeem op afstand?
Daarna wordt de bevindingen vertaald naar de effecten op de overheidsinkomsten en op economische activiteit. Daarbij worden de volgende vragen beantwoord: •
Wat zou de impact zijn van deze maatregelen op de overheidsinkomsten uit belastingen (BTW en energiebelasting)?
•
Wat zou de impact kunnen zijn van deze maatregelen op de economische activiteit en werkgelegenheid in Nederland?
1 Zie ook brief Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over Green Deal, 3 oktober 2011, kenmerk ETM/ED / 1114381
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|4
1.1
Aanpak
De bevindingen in dit rapport zijn bereikt op basis van een 6-tal stappen, dat hieronder beschreven worden. Deze stappen worden getoond in Figuur 1 en daaronder verder toegelicht.
1 Kennis van de markt
6 business cases
Definieren business cases
2 technische en financiele randvoorwaarden
Uitkomsten business cases bij huidige regelgeving (scenario’s a)
Base case bepalen
3 Impact verrruiming saldeerregels
Uitkomsten business cases bij huidige regelgeving (scenario’s b)
4
Kennis van de marktgroei Input MKB voor type businesscase
Versnellingseffect
Marktversnelling
Rendabel potentieel 5
6
Belasting impact
Economische meerwaarde
Figuur 1: Projectstappen 1. Definiëren business cases Als eerste stap hebben we 6 business cases gedefinieerd. Deze business cases representeren gezamenlijk alle doelgroepen waarvan Ecofys het aannemelijk acht dat hun mogelijkheden voor het winstgevend aanschaffen van hernieuwbare-energie systemen zal worden vergroot door de bovengenoemde mogelijkheden voor het verruimen
van
de
salderingsregels.
Aangezien
de
meeste
ervaringen
met
investeringen in hernieuwbare energie door huishoudens en MKB opgedaan zijn in de PV-markt, zal deze markt als uitgangspunt worden genomen voor de inschatting van de mogelijke effecten van een wijziging in de regels. De beweegredenen achter het definiëren van de business cases is beschreven in hoofdstuk 2. 2. Base case bepalen Per geselecteerde business cases hebben we, uitgaande van de huidige regelgeving, de verwachte kasstromen en de terugverdientijd van een investering van een systeem berekend. Hiermee is bepaald wat de terugbetaaltijd van de gedefinieerde business case met het huidige beleid is. Deze berekeningen noemen we in alle gevallen ‘scenario a’.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|5
3. Bepalen impact van verruimen salderingsregels op business cases Voor dezelfde business cases berekenen we de terugverdientijd bij het doorvoeren van de relevante voorgestelde wijzigingen in de regelgeving. Dit geeft een beeld van het effect van de wijzigingen. De berekeningen wijzen per business case uit of deze na het verhogen van de salderingslimiet rendabel zullen zijn. Voor het verruimen van het toegestane saldering bedrag worden de business cases voor bedrijven doorgerekend, voor het toestaan van gezamenlijke investeringen de business cases die verbonden zijn met huishoudens. Deze berekeningen worden ‘scenario b’ genoemd. De vergelijkingen van de scenario’s a en b wordt weergegeven in hoofdstuk 3. 4. Bepalen marktversnelling door verhoging saldeerlimiet De volgende stap van het onderzoek is het bepalen van de marktversnelling door de verbeterde investeringsomstandigheden. Hiervoor is, per business case, vastgesteld hoe groot het potentieel is voor additionele projecten, en met welke snelheid dit potentieel zal worden aangewend. Dit onderzoek is alleen uitgevoerd voor de categorieën van business cases die door het verruimen van de salderingsruimte rendabel zijn geworden. Op basis van het potentieel en de snelheid waarmee dit wordt aangewend is een inschatting gemaakt van de absolute groei van PV in Nederland die gerealiseerd kan worden door het verruimen van de salderingsregels. Dit wordt beschreven in hoofdstuk 4. 5. Vaststelling effect op belastingstromen Op basis van de groei in PV capaciteit is berekend welke verschillen optreden in BTW en energiebelastingstromen door het versnelde markteffect. 6. Inschatting effect op totale economische waarde Tot slot bespreekt dit rapport een inschatting de totale economische waarde van het geïnstalleerd vermogen. Hiervoor zijn de huidige en toekomstige marktprijzen gebruikt van de diensten die in Nederland zijn geleverd. Ook is de toegevoegde directe werkgelegenheid aan de hand van eerdere studies bepaald. Stap 5 en 6 worden beschreven in hoofdstuk 5
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|6
2
Gedefinieerde business cases
Dit hoofdstuk bespreekt de selectie van de relevante business cases en de uitkomsten van deze business cases uitgaande van het huidige beleid. Als eerste stap hebben de opstellers van dit rapport een selectie gemaakt van representatieve business cases voor verschillende groottes van projecten. We delen het rapport in drie onderdelen in: 1) Het opschalen van de saldeergrens van 5.000 kWh naar 50.000 kWh per jaar voor alle gebruikers. 2) Het toestaan van individueel salderen door huishoudens bij een investering door wettelijk verplichte VvE’s. (VvE model). 3) Het toestaan van individueel salderen door huishoudens bij gezamenlijke investering op afstand (Coöperatie model). Voordat we de keuze van de business cases verder bespreken, geven we eerste een uiteenzetting van de a priori verwachte effecten van de bovengenoemde maatregelen. 2.1
Verwachte effecten maatregelen
Aangezien de salderingsregeling is verbonden aan het gebruik van de eigenaar van een opwekkingssysteem, is de haalbaarheid van een project direct gerelateerd aan het gebruik van de investeerder. Een belangrijk element in de haalbaarheid van alle business cases is de structuur van de energiebelasting. Deze is opgebouwd uit staffels. Deze staffels worden aangegeven in Tabel 1. Tabel 1: Staffels energiebelasting Staffel
Van (kWh/j)
Tot (kWh/j)
Bedrag (€/kWh, excl. BTW)
1
0
10.000
0,1121
2
10.001
50.000
0,0408
3
50.001
10 mln.
0,0109
4 – zakelijk
10 mln.
-
0,0005
4 – niet zakelijk
10 mln.
-
0,0010
Hieronder
bespreken
we
hoe
de
voorgestelde
wijziging
van
de
regels
de
aantrekkelijkheid van investeringen positief beïnvloed. 2.1.1 Wat verandert er bij het verhogen van de salderingslimiet? In de hogere staffels zal het salderen van elektriciteit minder voordeel opleveren, aangezien het verlagen van het elektriciteitsgebruik hier minder energiebelasting vermijdt per kWh. De keuze van de hoogte van het voorstel van saldering dat in dit rapport wordt onderzocht is gebaseerd op deze structuur: het salderen van elektriciteit boven
de
50.000
kWh
vermijdt
per
kWh
minder
dan
een
tiende
van
de
energiebelasting die in de eerste staffel wordt vermeden.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|7
Dit verschijnsel is geïllustreerd in Figuur 2. In deze figuur zien we de snelheid waarmee de totale hoeveelheid te betalen energiebelasting toeneemt met de hoeveelheid gebruikte energie. Vanwege de regressieve structuur, neemt de totale hoeveelheid betaalde energiebelasting minder snel toe in staffel 2 (tussen punt E en F) en opnieuw minder snel in staffel 3 (voorbij punt F). Omdat de saldering plaatsvindt over de laatste gebruikte kWh, zien we dat het salderen van 5000 kWh voor een investeerder die 10.000 kWh per jaar gebruikt (onder punt e) een aanmerkelijk grotere besparing oplevert (gelijk aan AB) dan voor een investeerder die 50.000 kWh afneemt (gelijk aan CD).
Vermeden betaalde belasting 3500
3000 F
D
2500 C 2000
1500 B
E
1000 A
500
70000
65000
60000
55000
50000
45000
40000
35000
30000
25000
20000
15000
10000
5000
0
0
Figuur 2: Vermeden betaalde belasting met 5.000 kWh saldering
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|8
Ook bij verhoging van de salderingslimiet zal de energiebelastingstructuur de aantrekkelijkheid van investeringen voor grotere gebruikers blijven beïnvloeden. Gebruikers die 10.000 kWh per jaar afnemen zullen bij saldering tot 50.000 een bedrag besparen dat gelijkstaat aan AB. Dit is per kWh een hogere besparing dan voor een gebruiker die 50.000 kWh per jaar afneemt. Deze zal een bedrag gelijk aan AC besparen. Het verschil in helling tussen de lijn AD en AE illustreert het verschil in besparing per kWh. Bij afnemers groter dan 50.000 zal de besparing per kWh nog minder zijn. Een investeerder
met
een
gebruik
van
70.000
kWh
zal
na
gebruik
van
de
salderingsregeling slechts 20.000 kWh aan energiebelasting in rekening gebracht krijgen. Dit levert een relatief beperkte kostenbesparing op, gelijk aan GH. De kleinere helling van de lijn IF bevestigt dat het bespaarde bedrag per kWh nog lager is.
Vermeden betaalde belasting
€/j
3500
3000
F
G E
C
2500
2000 H
I
1500 B
D
1000
500 A
70000
65000
60000
55000
50000
45000
40000
35000
30000
25000
20000
15000
10000
5000
0
0
kWh/j
Figuur 3: Vermeden betaalde belasting bij verhogen salderingslimiet
2.1.2 Wat verandert er bij individueel salderen van verenigde huishoudens? Bij het toestaan van individueel salderen bij een gezamenlijke investering (hierboven ‘VvE model’ en ‘coöperatiemodel’ genoemd) verbetert de aantrekkelijkheid van de investering doordat elk huishouden de eigen de zelfgeleverde kWh aandeel kan salderen in de eerste staffel op de eigen energierekening. Dit levert een grotere besparing per huishouden op, en daarmee voor het gehele systeem. Dit is zichtbaar gemaakt in Figuur 4.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
|9
De doorgetrokken lijn in deze figuur geeft de energiebelasting die nu bespaard wordt door een groep van bijvoorbeeld drie huishoudens, afgezet tegen de productie van het systeem. Deze lijn staat gelijk aan de verschuldigde energiebelasting voor een enkel huishouden – salderen is immers maar mogelijk voor één van de huishoudens. Bij het toestaan van individuele saldering, kunnen ook additionele huishoudens in de eerste staffel salderen. Dit betekent dat de individuele belastingkrommes horizontaal bij elkaar kunnen worden opgeteld. De onderbroken lijn geeft dit weer bij het voorbeeld van drie huishoudens. Hiermee wordt de vermeden belasting gelijk aan de afstand DB. Dit is, bij een gezamenlijke investering door twee huishoudens, een verdrievoudiging van de huidige besparing AB bij dezelfde investering.
Vermeden betaalde belasting
€/j 4500 4000
Individueel salderen
3500
Gezamenlijk salderen
3000 2500 2000 D
E
1500 1000
40000
35000
30000
25000
20000
15000
10000
B
0
0
C
A
5000
500
kWh/j
Figuur 4: Impact van individueel salderen bij gezamenlijk investeren Dit effect zal hetzelfde zijn voor het VvE model en het coöperatiemodel. De respectievelijke business cases voor deze modellen verschillen vooral in de omvang van de investering. Deze verschillen komen voort uit het feit dat VvEs gebonden blijven aan de fysieke structuur op en rond hun woning, terwijl bij coöperaties voorziening op afstand mogelijk wordt geacht. Dit levert schaalvoordeel op, en een groter potentieel voor de totale investeringen in Nederland. Om deze redenen zijn de business cases, ondanks de overeenkomsten, toch apart uitgewerkt.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 10
2.2
De gekozen business cases
Op basis van de ingeschatte gevolgen van regelwijzigingen hebben we een aantal business cases gekozen om de preciezere impact van de drie mogelijke wijzigingen in de regels te berekenen. Hieronder volgt een overzicht van de bestudeerde cases. Tabel 2: Gedefinieerde business cases Regelwijziging
Verbruik (kWh)
#Business case
Aantal
individuele
Doelgroep
aansluitingen betrokken bij de investering
Verhogen van de salderingslimiet 1
10.000
1
MKB
2
25.000
1
MKB
Toestaan van individueel salderen bij wettelijk verplichte VvEs 3
5.000
2
Huishoudens
4
10.000
4,5
Huishoudens
5
25.000
12
Huishoudens
Toestaan van individueel salderen bij andere rechtsvormen 6
50.000
14
Huishoudens
Bij alle business cases worden de volgende algemene gegevens gebruikt. Tabel 3: Aannames voor business cases Factor
Aanname
Bron
Aantal VvEs
118.000
VvE belang
Aantal huishoudens
7,5 miljoen
CBS-statline
Aantal
376.578
CBS-statline
0,5%
AgentschapNL (National survey report 2009)2
0,1%
Op basis van SDE beschikkingen3
met
bedrijven 1
of
meer
werknemers Huidig aandeel PV particulieren Huidig aandeel PV bedrijven
2 We verhogen het vermogen uit het rapport van 2009 met 30MW uit SDE aanvragen voor 2010 en acties door bijvoorbeeld “wij willen zon”. Dit zal nog geinstalleerd worden onder het huidige investeringsklimaat. 80% van de installaties is particulier bezit en met een gemiddeld systeem van 2kWp per huishouden, betekend dat ongeveer 0,5% van de huishoudens een PV systeem bezit. 3 De SDE beschikkingen uit 2009 en 2010 voor grootschalige systemen laten zien dat hier vooral bedrijven gebruik van hebben gemaakt. Er is voor 14 MW vermogen uitgegeven. Hiervan is nog niet alles geinstalleerd. We gaan in de aanname van het huidige aandeel ervan uit dat dit nog gaat gebeuren onder de SDE regelingen. In verhouding is er uitgaande van deze beschikkingen dan 20% bedrijfsaandeel ten op zichte van het aandeel PV voor particulieren.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 11
Factor
Aanname
Bron
Gemiddeld gebruik
3500 kWh
CBS-statline
970 kWh/m2/y
Ecofys zonnewijzer4
0,5%/jaar of 0,3-0,5
Ecofys marktdata
huishoudens Instraling
midden
NL O&M (opex)
Euro/Wp na 10 jaar Investering capex
2,04-2,63 Euro/wp
Ecofys marktdata5
Electra prijs
0,228-0,083 Euro/kWh
Ecofys marktdata6
Energiebelasting
0,1121-0,0408 Euro
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ milieubelastingen/vraag-en-antwoord/wat-
staffel 1 en 2
zijn-de-tarieven-van-deenergiebelasting.html 827 kWh/kWp/jaar
Ecofys7
Elektriciteitsprijsstij
4,5%/jaar (incl. REB
ECN referentieramingen8
ging
en BTW)
EIA
MKB: 44%
Panelen
en
opbrengst
AgentschapNL
Bij deze aannames wordt niet uitgegaan van de goedkoopste mogelijkheden voor zonnepanelen. Er wordt vanuit gegaan dat 20% van de aangeboden zonnepanelen goedkoper is dan de aangegeven prijzen. Deze zogenaamde ‘prijsstunters’ worden buiten beschouwing gelaten.
4
We nemen de zoninstraling voor midden-Nederland als uitgangs punt voor het berekenen van de energieopbrengsten. West en Oost Nederland heeft respctievelijk 5% meer en minder instraling. 5 Afhankelijk van de systeem grote die voor de business cases berekend zijn (50.000-1.700 kwh/jaar), zijn de huidige systeemprijzen (geinstalleerd, ex btw) uit de markt genomen. 6 Bij het bepalen van de elektriciteitsprijzen is rekening gehouden met de dagtarieven aangezien zonnestroom overdag wordt opgewekt. Het feit dat in het weekend ook overdag een laagtarief wordt berekend wordt in de aannames niet meegenomen. 7 Opbrengsten voor optimaal op het zuid gerichte systemen in midden nederland onder een hoek van 30o. We houden rekening met systeemverliezen door veroudering. 8 De elektriciteitsprijsstijging wordt voornamelijk bepaald door de SDE toevoeging.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 12
3
Uitwerking business cases
In dit hoofdstuk worden de gedefinieerde business case verder uitgewerkt. Per gedefinieerde business case wordt eerst de situatie onder de huidige regelgeving weergegeven, en vervolgens de situatie na wijziging van de regelgeving. 3.1
Business case opschalen saldeergrens tot 50.000 kWh
Voor het bestuderen van het effect van het verruimen van de saldeergrens is gekozen voor business cases van 10.000 kWh en 25.000 kWh. Voor beide business cases worden 2 scenario’s bekeken: a) Salderen van 5.000 kWh is toegestaan (huidige situatie) b) Salderen tot 50.000 kWh is toegestaan (mogelijke toekomstige situatie)
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 13
Business case #
Toegepaste
Verbruik
Aantal
1a
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
10.000
1
Doelgroep MKB
20,000 15,000 10,000
Cash (€)
5,000 0 -5,000
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-10,000 -15,000 -20,000 -25,000 -30,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
EIA Fiscal Return + Local Incentive
Business case #
Toegepaste
Verbruik
Aantal
1b
regels
(kWh)
aansluitingen
10.000
1
Saldering
tot
Cumulative Cashflow
betrokken
Doelgroep MKB
50.000 40,000 30,000 20,000
Cash (€)
10,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-10,000 -20,000 -30,000 -40,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
EIA Fiscal Return + Local Incentive
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
Cumulative Cashflow
| 14
Business case #
Toegepaste
Verbruik
Aantal
2a
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
25.000
1
Doelgroep MKB
20,000 10,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Cash (€)
-10,000 -20,000 -30,000 -40,000 -50,000 -60,000 -70,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
EIA Fiscal Return + Local Incentive
Business case #
Toegepaste
Verbruik
Aantal
2b
regels
(kWh)
aansluitingen
25.000
1
Salderen
tot
Cumulative Cashflow
betrokken
Doelgroep MKB
50.000 60,000 40,000
Cash (€)
20,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-20,000 -40,000 -60,000 -80,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
EIA Fiscal Return + Local Incentive
Cumulative Cashflow
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 15
De bevindingen van business cases 1 en 2 worden in Tabel 4 samengevat. Tabel 4: Samenvatting business cases 1 and 2 Case #
kWh/j
Terugbetaaltijd (jaren) Huidige regels (case a)
Wijziging regels (case b)
1
10.000
19
14
2
25.000
> 25
16
Doordat de belastingstaffel boven de 10.000kWh een laag tarief heeft zal, ook bij het verruimen
van
de
saldeergrens
een
business
case
zich
niet
snel
genoeg
terugverdienen om voor bedrijven op dit moment aantrekkelijk genoeg te worden om in te investeren. Bedrijven met een elektriciteitsverbruik rond de 10.000 kWh/jaar zullen wel veel voordeel behalen van het opschalen van de grens. 3.2
Business cases: VvE model
Om de effecten te bestuderen van het toestaan van individuele saldering bij een gezamenlijke investering binnen een VvE, is gekozen voor 3 business cases, zoals eerder aangegeven in Tabel 2. De verschillende cases zijn ontworpen om verschillende groottes van VvE’s te weerspiegelen. De verbruiksgegevens refereren aan de gezamenlijke opwek van stroom van de gedeelde PV panelen. De gegevens hiervoor zijn gebaseerd op informatie via VvE-Belang en CBS-statline: Tabel 5: Aannames business cases 3,4 en 5 Case #
kWh/j
VvE
Aantal VvEs9
Grootte
VvE
#
huishoudens 3
5.000
x
48.000
2
4
10.000
x
39.000
4,5
5
25.000
x
31.000
12
Voor alle business cases worden 2 scenario’s bekeken: a) Individueel salderen bij gezamenlijke investering is niet toegestaan (huidige situatie) b) Individueel salderen bij gezamenlijke investering is toegestaan (mogelijke toekomstige situatie) Andere parameters zijn gebaseerd op huidige regelgeving. De onderstaande tabellen geven de jaarlijkse opbrengsten en uitgaven van de investeringen weer. Het snijpunt van de cumulatieve cashflow door de nullijn is het moment van terugverdienen van de investering.
9
Gebaseerd op gegevens van VvE-belang, per rapport
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 16
Business
case
# 3a
Toegepaste
Verbruik
Aantal
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
5.000
2
Doelgroep Huishoudens
4,000 2,000 0
Cash (€)
-2,000
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-4,000 -6,000 -8,000 -10,000 -12,000 -14,000 -16,000 Years
System Investment
Business case
Toegepaste regels
# 3b Individuele
Yearly O&M
Returns
Cumulative Cashflow
Verbruik
Aantal
(kWh)
aansluitingen
betrokken
5.000
2
Doelgroep Huishoudens
saldering 15,000
10,000
Cash (€)
5,000
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-5,000
-10,000 -15,000
-20,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
Cumulative Cashflow
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 17
Business
case
# 4a
Toegepaste
Verbruik
Aantal
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
10.000
4,5
Doelgroep Huishoudens
5,000
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Cash (€)
-5,000
-10,000
-15,000
-20,000
-25,000
-30,000 Years System Investment
Business case
Toegepaste regels
# 4b Individuele
Yearly O&M
Returns
Cumulative Cashflow
Verbruik
Aantal
betrokken
(kWh)
aansluitingen
10.000
4,5
Doelgroep Huishoudens
saldering 40,000 30,000 20,000
Cash (€)
10,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-10,000 -20,000 -30,000 -40,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
Cumulative Cashflow
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 18
Business
case
# 5a
Toegepaste
Verbruik
Aantal
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
25.000
12
Doelgroep Huishoudens
10,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Cash (€)
-10,000 -20,000 -30,000 -40,000 -50,000 -60,000 -70,000 Years
Business case
System Investment
Yearly O&M
Toegepaste regels
Verbruik
Aantal
(kWh)
aansluitingen
25.000
12
# 5b Individuele
Returns
Cumulative Cashflow
betrokken
Doelgroep Huishoudens
saldering 80,000 60,000
Cash (€)
40,000 20,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-20,000 -40,000 -60,000 -80,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
EIA Fiscal Return + Local Incentive
Cumulative Cashflow
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 19
Tabel 6: Samenvatting van business cases 3, 4 en 5 Case #
kWh/j
Terugbetaaltijd (jaren) Huidige regels (case a)
Wijziging regels (case b)
3
5.000
20
15
4
10.000
>25
15
5
25.000
>25
14
Zoals voorspeld in sectie 2.1 valt de cashflow inderdaad positiever uit in scenario b, omdat in dit geval de gehele investering van het systeem uit een hogere belastingstaffel
op
de
elektriciteitsuitgaven
wordt
bespaard.
Hiernaast
is
het
schaalvoordeel bij investering in een groter systeem een factor bij het verlagen van de aanschafkosten.
3.2.1 Business case: Coöperatie model Onder het coöperatie model verstaan we zelflevering voor particulieren in een gezamenlijk systeem op afstand bijvoorbeeld de school om de hoek, de boer uit de buurt of mogelijk ook het vrije veld. Het voornaamste verschil met de business cases 3 tot en met 5 is dat deze wijziging in de regelgeving gaan we ervan uit dat het potentieel voor zonne-PV toeneemt doordat de grootte van het eigen dak geen beperking meer vormt. Bij scenario b gaan we ervan uit dat het totale potentieel voor PV niet meer beperkt wordt door beschikbare oppervlakte, maar gelijk staat aan het totale verbruik van de huishoudens. We gaan bij dit model uit van 2 scenario’s a) particulier investeert in een eigen systeem op het eigen dak met een gemiddelde grootte van het dak voor een systeem van 1.700 kWh/jaar (huidige situatie) b) particulier investeert in een gezamenlijk systeem elders voor het opheffen van zijn volledige energievraag, gemiddeld 3500 kWh/jaar. Er wordt uitgegaan van een groep van 14 huishoudens (bij toestaan van individuele saldering). Dit komt neer op een verbruik van ongeveer 50.000 kWh per jaar. Voor het potentieel gaan we uit van het volgende: Er zijn ongeveer 7,5 miljoen huishoudens (CBS Statline) die elke maximaal 3.500 kWh/jaar zullen salderen. In beide scenario’s wordt uitgegaan van een salderingsgrens van 5.000 kWh per jaar. De onderstaande tabellen geven de jaarlijkse opbrengsten en uitgave van de investering weer. Het snijpunt van de cumulatieve cashflow door de nullijn is het moment van terugverdienen van de investering.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 20
Business
case
# 6a
Toegepaste
Verbruik
Aantal
regels
(kWh)
aansluitingen
betrokken
Huidige
1.700
1
Doelgroep Huishoudens
3,000 2,000 1,000
Cash (€)
0 0
-1,000
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-2,000 -3,000 -4,000 -5,000 -6,000 -7,000 Years
System Investment
Business case
Yearly O&M
Toegepaste regels
# 6b Individuele
Returns
Cumulative Cashflow
Verbruik
Aantal
betrokken
(kWh)
aansluitingen
50.000
14
Doelgroep Huishoudens
saldering
PV systeem: 3.500kWh/jaar VvE model voor particulier 200,000 150,000
Cash (€)
100,000 50,000 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
-50,000 -100,000 -150,000 Years
System Investment
Yearly O&M
Returns
Cumulative Cashflow
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 21
Tabel 7: Samenvatting business case 6 Case #
kWh/j
Terugbetaaltijd (jaren) Huidige regels (case a)
Wijziging regels (case b)
6a
1.700
19
Nvt
6b
3.500
Nvt
14
De
schaalvergroting
die
mogelijk
wordt
bij
samenwerking
tussen
meerdere
huishoudens en een grotere investering per huishouden, geeft een aanmerkelijke verbetering van terugbetaaltijd van de investering. Ook de toename van het totale potentieel voor investeringen door het wegvallen van de fysieke beperkingen voor de installatie van panelen heeft een effect, zoals in latere hoofdstukken zal blijken.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 22
4
Marktgroeivoorspellingen
Vanwege de productiegroei zullen de PV systeem prijzen de komende jaren nog blijven dalen. De terugverdientijden die we in de bovenstaande businesscase berekend hebben,
zullen
daardoor
verbeteren.
We
hebben
voor
bepaling
van
de
prijzenvoorspellingen van geïnstalleerde systemen in de toekomst de Global Market outlook for PV until 2014 EPIA gebruikt: 1) Wereldwijde groei van productie van PV accelerated growth scenario10 2) PV Leercurves11.
Leercurve zon-PV
Module prijs (€/Wp).
100.0
2010 10.0
1.0 1
10
100
1000
10000
100000
Cumulatief Productie volume (MWp)
Figuur 5: Leercurve PV modules Met behulp van de PV leercurve en de verwachte marktgroei uit het accelerated scenario hebben de verwachte prijsdalingen van een geïnstalleerd systeem (Euro/Wp) berekend. Deze voorspellingen hebben we berekend voor de verschillende groottes van systemen (1.700-50.000kWh/y) die we in de business cases gebruiken. Afhankelijk van de grootte zal de trendlijn licht verschuiven. De prijsvoorspellingen zijn te zien in Figuur 6. We hebben een range van de aangeboden systeem prijzen gegeven met een maximum prijs (dit komt overeen met Europese panelen en omvormers) en een minimum prijs (deze komt overeen met Chinese panelen en omvormers). We hebben via de cashflow berekening verschillende aannames gedaan voor een financieringsmodel van de business case. Een MKB investeerder wil bijvoorbeeld zijn investering in 6 jaar tijd tegen een efficiënt rendement van 8% (Internal Rate of
10
Het accelerated growth scenario wordt de afgelopen twee jaar overschreden Figuur 13 laat de huidige leercurve zien (Ecofys data) de toekomstige leercurve zal bij marktsaturatie gaan afvlakken. 11
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 23
Return, IRR) behalen. Uitgaande van deze financieringsaannames hebben we de hiervoor benodigde installatieprijs berekend. De, voor het heden en voor de komende tien jaren, uitgaande van de aangenomen elektriciteitsprijsstijgingen. Dit hebben we voor verschillende financieringsaannames gedaan. Deze zijn weerspiegeld in het figuur door de blauwe lijnen. In dit voorbeeld zijn de vereiste systeem prijzen weergegeven om een IRR te behalen van 8% na a) 6 jaar, b) 10 jaar, c) 20 jaar. Deze lijnen lopen op omdat verwacht wordt dat de elektriciteitsprijzen zullen blijven stijgen. Een verbetering van de financieringsuitgangspunten zal zorgen voor een verschuiving van onder
na
boven
door
een
verbeterde
terugbetaaltijd,
waardoor
een
hogere
installatieprijs betaald kan worden. 3.00 2.80 2.60 2.40
Min systeem prijs Max systeem prijs 8% IRR @ 6 jaar 8% IRR @ 10 jaar 8% IRR @ 20 jaar
2.00 1.80 1.60 1.40 1.20 1.00
Verbetererde terugbetaaldtijd
System Price (€/Wp)
2.20
0.80
Vervroegen marktintroductie
0.60 0.40 0.20 0.00 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015 2016 Year (Y)
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Figuur 6: Voorspelling van systeemkosten en terugverdientijd Het snijpunt van de lijnen bepaalt het voorspelde jaar waarin deze investering volgens de financieringsuitgangspunten uitkomt. Dit is een logisch moment om in te stappen. Op dit moment zal een versnelling van de marktgroei te verwachten zijn. De voorstellen die in dit rapport bestudeerd worden zullen de terugbetaaltijd verbeteren en daarmee de financieringsaannames naar boven doen schuiven, waardoor het snijpunt en dus de marktgroei vervroegd wordt. Op basis van ervaringsgegevens uit Europa12 en de marktgegevens van Nederland13, hebben we aannames afgeleid over de groei van de markt af bij de verschillende terugverdientijden. Hieruit hebben we de marktgroei in het verleden in Nederland en Europa bepaald op verschillende momenten, met en zonder subsidie en met verschillende terugverdientijden. Tabel 8 geeft de uitgangspunten weer die wij gebruikt hebben. Bedrijven en particulieren hebben andere financieringsuitgangspunten waarop zij beslissen al dan niet een investering te doen. Tabel 8 geeft aan dat aangenomen wordt dat bedrijven hogere eisen stellen aan het financieel rendement dan particulieren. Bijvoorbeeld, om 4% groei te bereiken in de particuliere markt moet een 12 13
Global market outlook for PV 2012,2013, 2014 National survey Report of PV power applications in the Netherlands 2009
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 24
investering binnen 15 jaar zijn terugverdiend, terwijl in de professionele markt deze groei pas bereikt wordt als na 15 jaar een effectief rendement van 8% behaald wordt. Ook bij langere terugverdientijden zijn er particulieren en bedrijven die investeren. Hiervoor worden niet-financiële argumenten gehanteerd. Voor huishoudens kan dit zijn “We willen meehelpen aan een gezond milieu” en voor een het bedrijf “We willen een groen imago”. Het gaat echter bij 20 zowel als 15 jaar terugverdientijd nog altijd om een kleine minderheid van de potentiële investeerders die in zal stappen. Pas bij het bereiken van een terugverdientijd onder de 5 jaar kan een meerderheid van de potentiële investeerders overtuigd worden. De markt zal dan de eerste jaren zeer hard groeien (verdubbelen) en daarna afvlakken. Tabel 8: Relatie tussen winstgevendheid en groei Groei Vereiste terugverdientijd particulieren 4% 9% 20% Jaar 1-2: 100% Jaar 3: 50% Jaar 4: 40% Jaar 5: 30% Jaar >6: 25% Jaar 1-2: 250% Jaar 3: 50% Jaar 4: 40% Jaar 5: 30% Jaar >6: 25%
<20j 0% IRR <15j 0% IRR <10j 0% IRR <5j 0% IRR
Vereiste terugverdientijd bedrijven <20j 8% IRR <15j 8% IRR <10j 8% IRR
<6j 8% IRR
In de onderstaande paragrafen zullen de bovenstaande aannames toegepast worden om de gevolgen van de verschillende vormen van verruiming van de salderingsregels in te schatten. Van elke hierboven beschreven business case zal worden weergegeven wat de verwachte groei is in investeringen van dit type onder de huidige regelgeving (scenario A). In hetzelfde figuur wordt telkens aangegeven wat de verwachte groei is bij het introduceren van de onderzochte maatregelen (scenario B). De marktpenetratie wordt aangegeven als ‘percentage van het potentieel’. Het potentieel is de totale capaciteit aan zonne-PV die geplaatst kan worden binnen de fysieke beperkingen in Nederland. 4.1
Versnelling door verruimen saldeergrens
De voorstellen voor het opschalen van de saldeergrens zal het instapmoment naar voren doen schuiven. De verschillen in de marktversnelling zijn bepaald voor de verschillende business cases en scenario’s van het opschalingsmodel. Figuur 7 en Figuur 8 geven dit weer tot het jaar 2022.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 25
Percentage van Potentieel (%)
5%
4% 10.000 kWh scenario A 10.000kWh Scenario B
3%
2%
1%
0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 7: voorspelling marktgroei (case 1)
Percentage van Potentieel (%)
5%
4% 25.000 kWh Scenario A
3% 25.000kWh Scenario B
2%
1%
0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 8: voorspelling marktgroei (case 2)
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 26
4.2
Versnelling VvE model
De marktversnelling is bepaald voor de verschillende business cases en scenario’s van het VvE model. Allereerst wordt in de onderstaande figuur de groei weergegeven die passen bij de respectievelijke gedefinieerde business cases bij huidige regelgeving. VvE 5.000 kWh scenario a
Percentage van Potentieel (%)
5%
VvE 10.000 kWh scenario a
4% VvE 25.000 kWh scenario a
3%
2%
1%
0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017 Jaar
2018
2019
2020
2021
2022
Figuur 9: voorspelling marktgroei bij huidige regelgeving In de onderstaande figuren wordt per grootte van investering een vergelijking gemaakt tussen scenario’s onder de huidige regels (scenario a) en het toestaan van individuele saldering. Men ziet dat het effect bij 5.000 kWh beperkt is omdat bij die hoeveel ook nu volledig gesaldeerd kan worden. Bij grotere systemen wordt het effect groter, in eerste instantie doordat bij systemen boven 5.000 het verhogen van de salderingsruimte een groter effect heeft. Daarnaast vindt er beperkt schaalvoordeel plaats bij grotere systemen.
Percentage van Potentieel (%)
5% VvE 5.000 kWh scenario a VvE 5.000 kWh scenario b
4%
3%
2%
1%
0% 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Jaar
Figuur 10: voorspelling marktgroei (case 3)
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 27
Percentage van Potentieel (%)
10% 9%
VvE 10.000 kWh scenario a
8%
VvE 10.000 kWh scenario b
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017 Jaar
2018
2019
2020
2021
2022
Percentage van Potentieel (%)
Figuur 11: voorspelling marktgroei (case 4)
14% 12%
VvE 25.000 kWh scenario a
10%
VvE 25.000kWh scenario b
8% 6% 4% 2% 0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 12: voorspelling marktgroei (case 5)
4.3
Versnelling particuliere zelflevering (coöperatief model)
De marktversnelling is bepaald voor de verschillende business cases en scenario’s van het coöperatie model. Dit is zichtbaar in Figuur 13.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 28
Voorspelling marktgroei cooperatie model
Percentage van Potentieel (%)
14% Saldeer 1700 kWh prive
12%
Saldeer 3.500 kWh gezamelijk
10% 8% 6% 4% 2% 0% 2012
2013
2014
2015
2016
2017 Jaar
2018
2019
2020
2021
2022
Figuur 13: voorspelling marktgroei (case 6)
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 29
5
Energiebelasting, BTW en economische meerwaarde
Dit hoofdstuk zal beschrijven hoe de versnelde groei zoals in hoofdstuk 4 beschreven de inkomsten van de overheid uit BTW en energiebelasting zal beïnvloeden. Omdat de huidige markt klein is en de verschillende opties (scenario’s) een investering nog niet onder een terugverdientijd van 13 jaar brengt, veroorzaken de wijzigingen in beleid niet meteen in de eerste jaren een grote versnelling. De verschillen in marktgroei laten wel zien dat het in de komende 10 jaar interessant kan zijn om het moment van marktintroductie voor bepaalde segmenten significant naar voren te trekken. We bepalen in de volgende paragrafen: 1) de misgelopen belasting op de elektriciteit (REB, BTW) in Euro/jaar; 2) de extra BTW inkomsten van de verkochte systemen in Euro/jaar; 3) de totale marktwaarde van de systemen cumulatief in Euro; 4) de totale marktomzet die in Nederland is toegevoegd in cumulatief Euro.14 5) de werkgelegenheid in dat jaar voor systeem installatie en onderhoud15 De werkgelegenheid wordt aangegeven in Full-Time Equivalent (FTE). Dit staat gelijk aan mensjaren, oftewel volledige banen van 40 uur per week. 5.1
Model oprekken saldeergrens
Tabel 9 en Tabel 10 geven het verschil weer tussen de 2 gebruikte scenario’s bij business cases 1 en 2. Dit geeft dus weer wat de impact zou kunnen zijn van het invoeren van de onderzochte maatregelen.
14
Hierin gaan we ervan uit dat slechts 1% van de panelen in Nederland wordt geproduceerd en dat de meerwaarde in Nederland voornamelijk ligt in installatie en tussenhandel 17% (gebaseerd op Ecofys prijsgegevens). 15 Energy sector jobs to 2030: a global analysis. Rutovitz & Atherton 2009
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 30
Tabel 9: Effect op overheidsinkomsten en werkgelegenheid (case 1 en 2) Verschil Misgelopen BTW saldeer Belastinginkomst inkomsten uit FTE jaren Scenario A en en per jaar plaatsen kWp werkend in B (EB+BTW) per jaar het jaar
kEuro/y 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
# 22 59 98 205 329 534 781 2706 9139 16649 32185 42456 55652 70383 87672 109734 137314 171791 214131
-21 26 29 237 266 484 570 4060 12956 16958 35943 17679 24955 25970 29647 37671 45855 55816 53601
0 4 4 25 30 58 73 507 1686 2374 5351 3029 4238 4627 5410 6998 8753 10949 11397
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 31
Tabel 10: Effect op geïnstalleerd vermogen (case 1 en 2) Verschil Marktwaarde Meerwaarde saldeer totaal toegevoegd in Scenario A en Totaal kWp geinstalleerd NL B (cumulatief) (cumulatief) (cumulatief)
kWp 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
kEuro 0 118 252 1033 1963 3768 6006 21823 74394 147882 313767 404775 532553 670935 832109 1041043 1302392 1629295 1966132
kEuro -109 30 183 1429 2827 5377 8375 29743 97931 187185 376360 469405 600745 737429 893466 1091734 1333077 1626845 1908954
-18 5 31 243 481 914 1424 5056 16648 31821 63981 79799 102127 125363 151889 185595 226623 276564 324522
40 35
BTW inkomsten uit plaatsen kWp per jaar Misgelopen Belastinginkomsten per jaar (EB+BTW)
30
Netto vermindering BTW en EB inkomsten
MEuro/jaar
25 20 15 10 5 0 2012 -5
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
-10 Jaar
Figuur 14: Voorspelling niet ontvangen EB + BTW inkomsten
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 32
5000
350
Omzet marktwaarde toegevoegd in NL (cumulatief)
300
Totale marktwaarde van geinstalleerd kWp (cumulatief)
250
4500 4000 3500
FTE jaren werkend in het jaar
3000
200
2500
150
2000 1500
100
1000
50
500
0 2012
FTE jaar
MEuro/jaar
400
0 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 15: voorspelling marktwaarde en FTE
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 33
5.2
Model VvE
Tabel 11 geeft het verschil weer tussen de 2 gebruikte scenario’s en daarmee de impact van het toestaan van individueel salderen voor VvE’s. De effecten van alle typen investeringen zijn gezamenlijk weergegeven. Tabel 11: Effect op overheidsinkomsten en werkgelegenheid (case 3,4 en 5) BTW Misgelopen inkomsten uit FTE jaren Verschil VvE Belastinginkomsten plaatsen kWp werkend in scenario A en B per jaar (EB+BTW) per jaar het jaar
kEuro/y 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
kEuro/y 149 358 628 953 1346 1801 2345 2987 5740 12707 21771 31801 42946 54830 68291 84280 104254 129189 160408
# 406 557 663 761 868 921 962 1111 5054 12552 15924 16877 18045 18433 19167 21654 27487 28301 30495
30 46 60 75 93 103 116 131 674 1744 2294 2554 2851 3049 3328 3542 4242 4723 5302
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 34
Tabel 12: Effect op geïnstalleerd vermogen (case 3, 4 en 5) Verschil VvE scenario A en B
Totaal kWp geinstalleerd (cumulatief)
Totale marktwaarde Omzet marktwaarde van geinstalleerd toegevoegd in NL kWp (cumulatief) (cumulatief)
kWp
kEuro
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
kEuro
190 688 1407 2301 3407 4404 5629 6755 8106 23510 55777 87606 125802 165434 199538 222700 245905 283288 336515 kWp
1902 4611 7886 11685 16053 20458 25067 29874 55288 119981 202208 289205 382062 476634 574659 671966 784211 901613 1025280 kEuro
323 784 1341 1986 2729 3478 4261 5079 9399 20397 34375 49165 64951 81028 97692 114234 133316 153274 174298 kEuro
€ miljoen/j
Voorspelling kosten en opbrengsten per jaar 20 BTW inkomsten uit plaatsen kWp per jaar
16
Misgelopen Belastinginkomsten per jaar (EB+BTW) Netto vermindering BTW en EB inkomsten
12
8 4
0
-4 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 16
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 35
200
3000
180 Omzet marktwaarde toegevoegd in NL (cumulatief)
FTE
€ miljoen/j
Voorspelling Marktwaarde en FTEs
2500
160 Totale marktwaarde van geinstalleerd kWp (cumulatief)
140
2000
FTE jaren werkend in het jaar
120 100
1500
80 1000
60 40
500
20 0
0
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 17 De misgelopen (REB en BTW) belasting in de eerste jaren is lager dan BTW inkomsten uit de verkoop van nieuwe systemen. Echter aangezien de belasting jaarlijks ook de gehele investering van het jaar daarvoor weer misloopt versnelt deze post in de toekomst. Een PV systeem heeft een verwachte levensduur van 20 jaar. Naast de jaarlijkse uitgaven en opbrengsten, heeft groei in de PV-markt ook effecten op de werkgelegenheid. Deze effecten worden hieronder ingeschat. De jaarlijkse waarde hiervan voor de schatkist hebben wij niet bepaald. Hiernaast geven we ook de cumulatieve waarde van alle extra geïnstalleerde systemen aan. Deze waarde geeft de totale financiële investering voor de systemen weer.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 36
5.3
Model Coöperatie
Tabel 13 geeft het effect weer van het toestaan van individueel salderen voor cooperaties (business case 6). Tabel 13: Effect op overheidsinkomsten en werkgelegenheid (case 6) Misgelopen BTW inkomsten uit Verschil Cooperatie Belastinginkomsten plaatsen kWp per scenario A en B per jaar (EB+BTW) jaar
kEuro/y 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
FTE jaren werkend in het jaar
# 963 4506 7547 11196 15575 20829 27135 34701 108775 262658 373528 465282 566784 664701 811872 1017515 1274568 1595885 1997530
2617 10050 7179 8054 8998 10117 11437 13010 138528 279187 179424 124664 136006 119526 190135 269361 327611 398457 484623
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
250 923 804 972 1173 1415 1705 2053 19343 40304 29638 25036 27866 27266 40371 56030 70046 87567 109467
| 37
Tabel 14: Effect op geïnstalleerd vermogen (case 6) Totaal kWp Verschil Cooperatie geinstalleerd scenario A en B (cumulatief)
Totale marktwaarde Omzet marktwaarde van geinstalleerd toegevoegd in NL kWp (cumulatief) (cumulatief)
kWp 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
kEuro 7836 36674 61421 91117 126753 169516 220832 282410 885246 2137591 3039890 3786604 4612660 5409541 6607268 8280851 10372829 12987802 16256517
kEuro 13772 66669 104453 146842 194200 247449 307641 376116 1105210 2574617 3518956 4175083 4890907 5519988 6520700 7938391 9662658 11759797 14310443
2341 11334 17757 24963 33014 42066 52299 63940 187886 437685 598223 709764 831454 938398 1108519 1349526 1642652 1999166 2432775
Voorspelling niet ontvangen EB + BTW inkomsten 500 BTW inkomsten uit plaatsen kWp per jaar
400
Misgelopen Belastinginkomsten per jaar (EB+BTW) Netto vermindering BTW en EB inkomsten
MEuro/jaar
300
200
100
0 2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
-100 Jaar
Figuur 18
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 38
Voorspelling marktwaarde en FTE 50000
3500
Omzet marktwaarde toegevoegd in NL (cumulatief)
3000
Totale marktwaarde van geinstalleerd kWp (cumulatief)
2500
45000 40000 35000
FTE jaren werkend in het jaar
30000
2000
25000
1500
20000 15000
1000
10000
500
5000
0 2012
FTE jaar
MEuro/jaar
4000
0 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Jaar
Figuur 19
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 39
6
Conclusies
1) Het
invoeren
van
de
verschillende
varianten
van
verruiming
van
de
salderingsmogelijkheden voor hernieuwbare energie leidt tot een versnelling van de marktintroductie van o.a. zonne-PV in Nederland. In de eerste jaren is de relatieve versnelling van de groei weliswaar hoog, maar is het absolute effect op de groei van de hernieuwbare opwekcapaciteit verwaarloosbaar. Concreet betekent dit dat tot 2018 het netto effect op de overheidsinkomsten in geen enkel jaar hoger is dan € 17 miljoen. 2) Het effect op de overheidsinkomsten wordt in de eerste jaren verminderd doordat de lagere inkomsten van de energiebelasting worden gecompenseerd door de verhoogde inkomsten van BTW voor installatiewerkzaamheden en de (niet gekwantificeerde) extra inkomsten door de toegenomen werkgelegenheid. 3) Op
de
lange
termijn
zullen
de
gederfde
overheidsinkomsten
van
energiebelasting groter worden dan de additionele BTW inkomsten door extra investeringen
in
installaties.
Dit
komt
doordat
de
derving
van
energiebelastinginkomsten jaar op jaar doorloopt terwijl de investeringen eenmalig plaats vinden. Het algemene beeld is dat marktintroductie van PV ongeveer drie jaar wordt vervroegd. Dit betekent een verschuiving van een belangrijk aandeel van de groei van begin jaren twintig naar de periode vóór 2020. Voor het behalen van doelstellingen voor hernieuwbare energie voor 2020 kan dit een belangrijk verschil maken. Op basis van onze inschattingen zal de verschuiving van overheidsinkomsten in de jaren 2012 tot en met 2022 leiden tot een vermindering van overheidsinkomsten van gemiddeld ongeveer € 18 miljoen per jaar. Het toestaan van individuele saldering voor coöperaties heeft de grootste absolute impact. Dit komt door het grote potentieel voor dit type investeringen. 4) De groei voor de werkgelegenheid vindt vooral plaats door het installeren van PV. Hier is dus een piek te zien op het moment van grootschalige marktintroductie. Dit piekmoment wordt in 2021 verwacht. Op dat moment zorgen
de
maatregelen
gezamenlijk
voor
een
totale
additionele
werkgelegenheid van ongeveer 44.000 mensjaren. Dit effect is echter niet blijvend omdat onderhoud relatief weinig arbeid behoeft en de markt na een aantal jaren verzadigd zal zijn. 5) De waarde van de geïnstalleerde PV installaties, die in eigendom zullen komen van huishoudens en kleine bedrijven, is overigens een veelvoud van de misgelopen belastinginkomsten. De uitkomsten zijn vooral gevoelig voor: 1) Elektriciteitsprijsstijgingen (ECN referentieramingen) 2) Groei percentage voor het moment van marktintroductie (EPIA PV outlooks) 3) Aanvankelijke inschatting van hoeveelheid geïnstalleerde PV capaciteit
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 40
Voor deze aannames hebben we solide bronnen gebruikt. Bij beschikbaarheid van meerdere bronnen hebben we gekozen voor de conservatieve.
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 41
Referenties
http://www.epia.org/publications/photovoltaic-publications-global-marketoutlook.html Global Market Outlook for Photovoltaics Until 2014, EPIA. http://www.epia.org/fileadmin/EPIA_docs/public/Global_Market_Outlook_for_Photovol taics_until_2014.pdf Global Market Outlook for Photovoltaics until 2015, EPIA. http://www.epia.org/fileadmin/EPIA_docs/public/Global_Market_Outlook_for_Photovol taics_until_2014.pdf Market Outlook 2010, EPIA. http://www.epia.org/uploads/media/Market_Outlook_2010.pdf Solar Generation 6, Greenpeace International. http://www.greenpeace.org/international/en/publications/reports/Solar-Generation-6/ SET For 2020, EPIA. http://www.setfor2020.eu/ National survey report the Netherlands, IEA. http://iea-pvps.org/index.php?id=93 Stand van zaken VvE’s in Nederland, Ministerie van VROM, 20 mei 2010 Energy sector jobs to 2030: a global analysis. Rutovitz & Atherton 2009 ECN Referentieramingen energie en emissies 2010-2020, ECN, 2010 http://www.ecn.nl/docs/library/report/2010/e10004.pdf
17 November 2011
E E N D U U R Z AM E E N E R G I E V O O R Z I E N I N G V O O R I E D E R E E N
| 42