VERNIEUWT
17
20 15 20 G IN ID E R B IT U N E E TI A R RESTAU
1
Impressieschets van de architecten
Susanna van Steenwijck-Gaspoel, Gezicht op de Lakenhal, 1642 © Museum De Lakenhal
AANBEVELINGEN Elco Brinkman Voorzitter Lucas van Leyden Mecenaat Burgers hebben door de eeuwen heen gelukkig een belangrijke rol willen spelen in het behoud en de (her) ontwikkeling van wat zij om zich heen als waardevol ervaren. Het is immers steeds weer hun stad of dorp waarin zij vooral hun culturele en maatschappelijke betrokkenheid tot uitdrukking brengen, ook al is de wereld vandaag nog groter (en sneller) dan in de tijd waarin de Leidse lakenhal tot bloei kwam. Komende generaties hebben er recht op te kunnen blijven leren en genieten van wat ons als kostbaar erfgoed is overgedragen. Daarom wil het Lucas van Leyden Mecenaat graag bijdragen aan de restauratie en uitbreiding van Museum De Lakenhal.
attractie wordt. Er is meer dan genoeg om te tonen, meer dan genoeg kracht en creativiteit om geweldige tentoonstellingen samen te stellen. Alleen de kwaliteit en de omvang van het gebouw passen niet meer bij die ambitie. Daarom heeft de stad, ondanks de financieel moeilijke tijden waar ook Leiden mee te maken heeft, 16,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de restauratie en uitbreiding. Ik hoop van ganser harte dat andere partijen ons volgen om zodoende dit geweldige museum gereed te maken voor de toekomst. Frits Duparc Oud-directeur Mauritshuis Den Haag Museum De Lakenhal behoort zonder enige twijfel tot de belangrijkste stedelijke musea van Nederland maar het belang ervan strekt zich tot ver over onze landsgrenzen uit. Waar Leiden in de 16e en 17e eeuw tot de belangrijkste steden van ons land behoorde, is het niet verbazingwekkend dat de stad niet alleen intellectueel (oudste universiteit van ons land) maar ook cultureel een hoofdrol speelde. Talrijke kunstenaars zagen er het daglicht zoals Lucas van Leyden, Rembrandt, Jan Lievens, Gerrit Dou, Frans van Mieris, Jan van Goyen en Jan Steen. Museum De Lakenhal is bij uitstek het museum waar kunstwerken van deze schilders en vele van hun stadsgenoten voor het voetlicht worden gebracht. Waar De Nachtwacht, de parel in de kroon van de Hollandse 17e eeuwse schilderkunst, in het Rijksmuseum wordt getoond, kan Museum De Lakenhal pronken met het allerbelangrijkste Hollandse schilderij uit de 16de eeuw, te weten het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden. Ook op tentoonstellingsgebied heeft Museum De Lakenhal zich de afgelopen tijd
Henri Lenferink Burgemeester van Leiden Museum De Lakenhal is sterk verweven met het wezen van de stad. Dat begint al met de naam, die verwijst naar de vroegere functie van het oudste deel van het museum. Hier werd het wereldwijde beroemde Leidse laken gekeurd en van stadswege van een loodje voorzien. Sinds 1874 is in die oude lakenhal het stedelijk museum gevestigd. Dé plek in de stad waar beelden en objecten die verbonden zijn met de stad worden bewaard en tentoongesteld, of het nu gaat om kunstvoorwerpen uit verschillende tijden of objecten die te maken hebben met beleg en ontzet van Leiden in 1574. Tegenwoordig tooit Leiden zich met de titel ’Stad van Ontdekkingen’ en is Museum De Lakenhal een van de parels van de stad die het ontdekken meer dan waard zijn. En de stad wil dat het museum een nog grotere 4
Lakenloodjes © Museum De Lakenhal
ontwikkeld tot een museum met een internationale reputatie. De tentoonstelling ‘Lucas van Leyden en de Renaissance’ in 2011 was wellicht de mooiste en belangrijkste tentoonstelling wereldwijd op het gebied van Oude Meesters. Dat het prachtige 17e eeuwse gebouw waarin Museum De Lakenhal is gevestigd, hard aan een restauratie toe is, is overduidelijk. Het belang van zowel het museum en zijn collectie als de restauratie en uitbreiding ervan blijkt ook duidelijk uit de zeer aanzienlijke bijdrage van de gemeente Leiden (in een tijd dat overal zwaar bezuinigd wordt!). Ik beveel het restauratie en uitbreidingsproject dan ook van ganser harte aan.
Ik ben verknocht geraakt aan Museum De Lakenhal. Ik bewaar mooie herinneringen aan de tentoonstellingen van Jan Wolkers, als veelzijdig kunstenaar een van mijn inspiratiebronnen. Bij de eerste was ik nog suppoost, bij de tweede – na zijn overlijden – was ik al politiek leider van D66. Maar ook tentoonstellingen als de Leidse fijnschilders, Rembrandt & Lievens en de collectie van de Zangeres Zonder Naam, ze maken dat ik steeds weer nieuwsgierig door de poort aan de Oude Singel het voorplein van het museum op loop. Museum De Lakenhal barst niet alleen van de prachtige kunst, het barst ook uit z’n voegen. Het restauratie- en uitbreidingsproject beveel ik dan ook bijzonder bij u aan. Laten we er samen voor zorgen dat Museum De Lakenhal na een roemrijk verleden ook een prachtige toekomst tegemoet gaat.
Alexander Pechtold Fractievoorzitter/ Partijleider D66, Tweede Kamer Nadat ik midden jaren ’80 als eerstejaars student al na enkele maanden de brui gaf aan mijn studie Rechten moest ik een half jaar wachten voordat ik aan Kunstgeschiedenis kon beginnen. Om de tijd niet helemaal doelloos te laten verstrijken, meldde ik me bij een uitzendbureau. Ik kon aan de slag als suppoost in Museum De Lakenhal. Zeven jaar zou ik deze bijbaan houden. Ik bracht er ontelbare uren door, m’n studieboek was nooit ver weg. Je zou kunnen zeggen dat, behalve mijn ouders en ikzelf, ook Museum De Lakenhal veel ‘geïnvesteerd’ heeft in mijn studie... In die jaren kon ik niet bedenken dat ik later als wethouder cultuur van Leiden nog verantwoordelijk zou worden voor Museum De Lakenhal. In die hoedanigheid was ik al betrokken bij de uitbreidingsplannen. Ik ben blij dat het nu eindelijk zover is.
Eloy Koldeweij Interieurhistoricus Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De vele geïntegreerde historische interieurelementen geven Museum De Lakenhal een belangrijk plaats in het materiële geheugen van de stad. Vele onderdelen zijn afkomstig van inmiddels lang verdwenen of getransformeerde gebouwen. Maar zeker zo uniek is dat enkele van deze elementen het lokale belang overstijgen en van internationaal belang blijken te zijn, waaronder de 16e eeuwse gebeeldhouwde kruiskozijnen, de Gravenglazen uit 1588, het goudleren behang uit de Delftsche schouw uit 1649 en de houten binnenpui uit 1670 die aan de beeldhouwer Pieter Xavery is toegeschreven.
5
Impressieschets van de architecten
6
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
8
1 ARCHITECTEN
10
2 ONTWERP
11
3
PRESENTATIEPLAN
13
4
GESCHIEDENIS LAECKEN-HALLE
18
5 INFORMATIE
23
contact 25
7
impressieschets van de architecten
INLEIDING Museum De Lakenhal inspireert, verbindt en vernieuwt. Inspireren doet het museum met de collectie kunst, kunstnijverheid en geschiedenis én met tentoonstellingen van hoog niveau. Verbinden wordt gedaan door als netwerkmuseum te opereren. In samenwerking met erfgoedinstellingen, kunstenaars en partners uit Leiden en (ver) daarbuiten ontwikkelt Museum De Lakenhal ongewone, veelal interdisciplinaire projecten. Vernieuwen doet het museum door het verleden te bekijken vanuit het heden, met een open en nieuwsgierige blik op de wereld. Maar Museum De Lakenhal vernieuwt de komende jaren óók door de restauratie en uitbreiding van het fraaie gebouwencomplex waarin het museum gevestigd is.
In 2011 werd met steun van de Gemeente Leiden gestart met de voorbereidingen voor de restauratie en uitbreiding van Museum De Lakenhal. Het ontwerp wordt gemaakt door Julian Harrap Architects uit Londen voor de restauratie, in combinatie met de jonge Nederlandse talenten Happel Cornelisse Verhoeven voor de nieuwbouw. Realisatie van de restauratie en uitbreiding zal plaatsvinden in de periode 2015-2017. In 2018 biedt Museum De Lakenhal: • Een gastvrije en functionele ontvangst van het publiek; • Een monumentaal pand waarvan het interieur en exterieur in oude luister zijn hersteld; • Een kwalitatief hoogstaande presentatie van de verzameling; • Nieuwe tentoonstellingszalen (500 m2) die voldoen aan de eisen van deze tijd; • Een frisse, interactieve publieksbenadering; • Een volwaardig museumcafé, een bijzondere museumwinkel en een auditorium; • Een volwaardige educatieve ruimte • Up-to-date (klimaat)installaties en een efficiënte ruimtelijke logistiek; • Werk- en kantoorruimtes voor museumpersoneel; • Een duurzaam, energiearm gebouw.
Het museum opende in 1874 haar deuren in een van de fraaiste monumenten van Leiden, de Laecken-Halle. Dit stadspaleis uit 1640 is ontworpen door Arent van ’s-Gravesande en wordt gerekend tot de hoogtepunten van het Hollands Classisme. Het rijksmonument is echter dringend aan restauratie toe. Het achterstallig onderhoud van de bestaande gebouwen, installaties en werkruimten vraagt om een grondige aanpak. Onder de overkapping van het voorplein, een uit 1992 daterende noodoplossing, zijn publieksfuncties ondergebracht zoals de entree, kassa, garderobe en museumwinkel. Deze voorzieningen zijn in de huidige vorm niet meer houdbaar. Daarnaast is er al enige decennia behoefte aan nieuwe tentoonstellingszalen, zodat het bestaande pand volledig gewijd kan worden aan de collectie.
8
Impressieschets van de architecten
Zo kreeg het integrale vernieuwingsproces van Museum De Lakenhal in de afgelopen jaren van binnenuit gestaag meer vorm. De restauratie en uitbreiding is daarvan het sluitstuk. Deze brochure bevat de meest actuele informatie over dit belangrijke project.
Museum De Lakenhal wil zich na uitbreiding en restauratie blijven profileren als een eigentijds, kwaliteitsvol en avontuurlijk museum met een sterke historische basis en een open, laagdrempelige uitstraling, dat jaarlijks 70.000 bezoekers ontvangt, met uitschieters naar 100.000.
De restauratie en uitbreiding van Museum De Lakenhal wordt mogelijk gemaakt door de Gemeente Leiden, de BankGiro Loterij, de Provincie Zuid-Holland en het Lucas van Leyden Mecenaat. Om alle plannen in optima forma te kunnen realiseren zijn meer financiële bijdragen nodig. Daartoe wordt een uitgebreide fondsen- en sponsorwervingscampagne opgestart met de presentatie van het Definitief Ontwerp.
Het integrale vernieuwingsproces van Museum De Lakenhal werd in 2009 ingezet met het grootschalige collectieproject Werk in Uitvoering. Sindsdien is de organisatie op alle niveaus onder de loep genomen. Zo werden een nieuwe missie en visie geformuleerd, werd in 2012 het collectieplan ‘Onthullen en Verbinden’ gepresenteerd, en is het meerjarenperspectief vastgelegd in het Bedrijfsplan 2014-2018. De nieuwe huisstijl sluit perfect aan bij de klassieke, historische en tegelijkertijd ook eigentijdse en avontuurlijke identiteit van Museum De Lakenhal. In 2014 werd daar een volledig vernieuwde verhalende website aan toegevoegd. Niet in de laatste plaats bevestigde het museum de nieuwe koers met aansprekende, hoogstaande én experimentele tentoonstellingen, bijzondere projecten en belangrijke aanwinsten voor de collectie, zoals de ‘Brillenverkoper’ van Rembrandt van Rijn. Met het Rijksmuseum werd in maart 2014 een vijfjarige samenwerkingsovereenkomst getekend.
Meta Knol Directeur Museum De Lakenhal
9
Architectenteam: work in progress.
1. Architecten Happel Cornelisse Verhoeven Happel Cornelisse Verhoeven bestaat uit Ninke Happel (1978), Floris Cornelisse (1978) en Paul Verhoeven (1972). Het complementaire trio werkt met een jong team aan uiteenlopende projecten in Nederland en België. Kenmerkend voor hun werk is de ambachtelijke, duurzame basis waarmee ze nieuwbouw op vanzelfsprekende en innovatieve wijze verbinden met de stedelijke of landschappelijke omgeving. Hun werk werd in de afgelopen jaren regelmatig gepubliceerd en gehonoreerd met diverse prijzen waaronder de Europan 8 en 10, een aantal Vlaamse Open Oproepen en de ARC13 Award voor het interieurontwerp van het Noord-Hollands Archief.
De combinatie van restauratie van rijksmonument de Laecken-Halle (1640) en uitbreiding met een nieuwe tentoonstellingsvleugel vraagt om een team van gespecialiseerde architecten. Op 7 oktober 2013 werd de keuze bekend gemaakt. De restauratie is in handen van het toonaangevende bureau Julian Harrap Architects uit Londen. De jonge, veelbelovende architecten van Happel Cornelisse Verhoeven uit Rotterdam maken het ontwerp voor de nieuwbouw en vervullen de coördinerende rol in het ontwerpproces. JULIAN HARRAP ARCHITECTS Het bureau van Julian Harrap Architects behoort tot de internationale top op restauratiegebied. Met David Chipperfield Architects waren zij verantwoordelijk voor de restauratie van het Neues Museum in Berlijn, een project dat in 2011 werd onderscheiden met de Mies van der Rohe Award. Julian Harrap Architects realiseerde restauratiewerk voor het Victoria & Albert Museum en werkt momenteel aan het meerjarige herstel van het Sir John Soane's Museum in Londen. Het bureau wordt in het project van Museum De Lakenhal vertegenwoordigd door Robert Sandford en Lyall Thow. De restauratie van Museum De Lakenhal is het eerste project dat zij in Nederland uitvoeren.
De combinatie van een gerenommeerde restauratiearchitect met jong talent voor de nieuwbouw past perfect bij de historische én eigentijdse identiteit van Museum De Lakenhal, en sluit goed aan op het kwaliteitsniveau dat door het museum wordt nagestreefd De architecten worden ondersteund door een team van specialisten met museale ervaring op het gebied van onder meer bouwfysica, elektrotechnischeen werktuigbouwkundige installaties, beveiliging, bouwkosten en constructie. Vanzelfsprekend komt het ontwerp in nauwe samenwerking met directie en medewerkers van Museum De Lakenhal tot stand.
10
Impressie voorgevel Museum De Lakenhal
2. ontwerp Het project bestaat uit een restauratie- en een nieuwbouwdeel, die samen één onlosmakelijk geheel vormen. In november 2014 is het Definitief Ontwerp gepresenteerd. Daarin zijn de volgende veranderingen en vernieuwingen uitgewerkt: • De ingang blijft aan de Oude Singel. Door de glazen overkapping van het voorplein weg te nemen zal de oorspronkelijke gevel van Arent van ’s-Gravesande weer in volle glorie te zien zijn. De voormuur wordt gedeeltelijk geopend om vanaf de straat zicht te bieden op het binnenplein. • In de Oude Hal van de Laecken-Halle wordt een nieuw entreegebied gecreëerd met kassa, garderobe en museumwinkel. De museumwinkel krijgt een stofafdeling geïnspireerd op het Nieuw Leids Laken. • Naast de hoofdingang wordt aan de Oude Singel 30 een museumcafé gerealiseerd met 70 zitplaatsen. Het café kan ook onafhankelijk van museale openingstijden functioneren. Op het Voorplein en zo mogelijk aan de kade van de Oude Singel wordt een terras ingericht. • Grenzend aan het entreegebied ontstaat een nieuwe, centrale ruimte in het hart van het museumcomplex: de Achterplaets. Deze hoge en lichte ruimte is een orientatieruimte en tevens geschikt voor groepsontvangsten tot ca 350 personen. • Vanuit het nieuwe entreegebied in de Oude Hal en de centrale Achterplaets zijn alle afzonderlijke gebouwdelen toegankelijk voor het publiek: de Laecken-Halle (1640), de Harteveltzaal (1890), de Papevleugel (1921) en de nieuwe tentoonstellings-
vleugel (2017). Dit zal in belangrijke mate bijdragen aan een betere oriëntatie van de museumbezoeker. • Op de begane grond van de Papevleugel worden een auditorium (120 pax) en een educatieve ruimte (30 pax) ingericht. Het volledige publieksgebied op de begane grond is in de toekomst beschikbaar voor ontvangsten en evenementen, ook wanneer het museum zelf gesloten is. • Er komen twee nieuwe tentoonstellingszalen bij (500 m2) die voldoen aan alle eisen van deze tijd. De eerste zaal heeft fraai, natuurlijk bovenlicht. De tweede zaal biedt uitzicht op het plein aan de Lammermarkt. • De logistieke functies, kantoren en ateliers zijn als functionele lagen naast en boven de tentoonstellingsvleugel geplaatst. Heden en verleden De nieuwbouw krijgt een onderscheidend, 21e eeuws karakter, waardoor een eigentijdse laag wordt toegevoegd aan het bestaande architectonische palet van gebouwen uit de 17e, 19e en 20e eeuw. Het ontwerp van het exterieur van de nieuwe tentoonstellingsvleugel is geïnspireerd op de bestaande museale architectuur en op de historische bebouwing in de omgeving. Deze historische inspiratiebronnen zijn vertaald in een hedendaags ontwerp. Door toevoeging van nieuwe gevels aan de Lammermarktzijde en aan het Fokkeplein ontstaat een alzijdig museumcomplex dat als een herkenbaar baken zal functioneren in de stad.
11
Impressie achtergevel Museum De Lakenhal
Restauratie Laecken-Halle Het 17e eeuwse rijksmonument wordt in oude luister hersteld. Het interieur heeft door de vele veranderingen in de loop der eeuwen een hybride karakter gekregen, waarin verschillende tijdlagen zijn terug te vinden. Uitgangspunt voor de restauratie is het aanbrengen van balans tussen deze tijdlagen. Op de eerste verdieping van de Laecken-Halle zal de oorspronkelijke, 17e eeuwse compartimentering in de kenmerkende H-vormige plattegrond weer zichtbaar worden: Grote en Kleine Pers, Gouverneurskamer, Staalmeesterskamer en Stempelkamer. Sporen van vroegere tijdlagen blijven zichtbaar en leesbaar in het gebouw en vormen daarmee een uniek patina. Nieuwe toevoegingen zijn reversibel en herkenbaar als eigentijdse ingrepen.
Nobele eenvoud De oude Laecken-Halle is een typisch werkgebouw. Ondanks de fraaie en statige gevel is het interieur altijd sober en doelmatig gebleven. Dit principe van ‘nobele eenvoud’ is, hoewel in mindere mate, ook terug te vinden in de Harteveltzaal en de Papevleugel. Om het palet van gebouwdelen uit verschillende tijden in verschillende stijlen tot één subtiel en tijdloos geheel te maken, kiezen de architecten bij de ontwikkeling van hun plannen voor het vormgevingsprincipe van de ‘nobele eenvoud’. Eenheid in verscheidenheid Er wordt gestreefd naar eenheid in verscheidenheid. Museum De Lakenhal is ruimtelijk samengesteld uit vier verschillende gebouwdelen die elk een historisch tijdvak vertegenwoordigen. Deze bouwdelen onderscheiden zich qua architectuur, periodisering, detaillering en inrichting. Elk bouwdeel wordt in die specifieke architectonische hoedanigheid benaderd. Onderlinge verschillen worden niet verdoezeld maar juist benadrukt, zodat het karakter van elk gebouwdeel goed tot zijn recht komt.
“The project for the Lakenhal seeks to give an understanding and clarity to the original building and subsequent layers of history from seventeenth century Cloth Hall to twenty-first century museum. Whilst the building will clearly remain a museum, its original status and role within the Leiden cloth industry can be better understood by a careful editing of more recent and lesser quality alterations which presently confuse the visitor experience. An historic building is either an exemplar from another age, frozen in time and immutable or it is an altered building in a state of flux. The Lakenhal falls into the latter category where the process of alteration has been ongoing for over two hundred years. The building has and will continue to respond to change and the present project should be seen as making a contribution to this continuum, which is the life of the building itself.” (architect Robert Sandford) 12
Impressie plint achtergevel Museum De Lakenhal
3. PRESENTATIEPLAN Zeven verhalen In Museum De Lakenhal worden na restauratie en uitbreiding zeven ‘grote verhalen’ verteld over de kunst, kunstnijverheid en geschiedenis van Leiden: • Zeven eeuwen Leids Laken • Beleg en ontzet • Leiden Universiteitsstad: stad van vrijdenkers • Bakermat van de Renaissance: rondom Lucas van Leyden • Bakermat van de schilderkunst van de Gouden Eeuw: rondom Rembrandt van Rijn • Interieurkunst en elitecultuur in de 18e eeuw • De modernisering van het leven van 1875 tot 1940: kunst, wetenschap en industrie
Heden en verleden Museum De Lakenhal beweegt flexibel heen en weer op de as van heden naar verleden. Het museum wil haar publiek, in de geest van de ‘historische sensaties’ van Johan Huizinga, de kans bieden om de geschiedenis opnieuw te beleven. Maar het museum wil dat verleden ook voelbaar maken in het hier en nu. Topstukken, sleutelstukken, scharnierstukken In het Collectieplan is een lijst van vijfentwintig topstukken en sleutelstukken opgenomen. Deze hoogtepunten worden integraal meegenomen in de museuminrichting, de audiotour en de (digitale) publieksinformatie. Topstukken zijn de onbetwiste artistieke hoogtepunten van de collectie, zoals het ‘Laatste Oordeel’ van Lucas van Leyden (1526-27), de bokaal van de Winterkoningin (1641) en de foto ‘Liberty’ van Erwin Olaf (2011). Sleutelstukken zijn objecten die niet per definitie een hoge artistieke waarde vertegenwoordigen, maar die wel een inhoudelijke spilfunctie vervullen, bijvoorbeeld omdat ze van evident historisch belang zijn. Voorbeelden hiervan zijn de hutspot die verbonden is met Leidens Beleg en Ontzet, het 17e eeuwse weefgetouw en de collectie lakense stoffen. Hedendaagse kunstwerken worden als ‘scharnierstukken’ toegevoegd aan de museumcollectie, om het weefsel daarvan te verdichten en te verdiepen en om nieuwe inzichten in- en interpretaties van de collecties mogelijk te maken. Voorbeelden hiervan zijn het beeld ‘Preparations’ van Roy Villevoye (2009) in de zaal met 16e eeuwse religieuze schilderkunst en het beeld ‘Vooruit’ (2014) van Atelier Van Lieshout in de collectieopstelling Zeven Eeuwen Leids Laken.
Deze zeven verhalen vertegenwoordigen specifieke periodes die keerpunten vormen in de Leidse (kunst) geschiedenis. Naar volledigheid ten aanzien van de kunst, kunstnijverheid en geschiedenis van Leiden wordt niet gestreefd. Wel is de collectie van Museum De Lakenhal volledig ontsloten via de museumwebsite. Waar mogelijk en zinvol worden gemengde opstellingen van kunst, kunstnijverheid en geschiedenis gepresenteerd. De herinrichting van het museum wordt voor een periode van vijf jaar vastgelegd. Het presentatieplan komt tot stand op basis van de volgende uitgangspunten: Integratie van object, verhaal en ruimte Er wordt gestreefd naar eenheid van verhaal, object en ruimte. Dit wil zeggen dat er een natuurlijk verband moet zijn tussen de historische kwaliteit van de ruimte, de inhoud van het verhaal dat daarin verteld wordt en de objecten die er getoond worden. 13
Links en rechts: Visualisatie van de Entreehal en de Achterplaets
Nobele eenvoud Het idee van ‘nobele eenvoud’ vormt een belangrijk ontwerpuitgangspunt van de architecten en zal ook het leidende vormgevingsprincipe zijn voor de museuminrichting. Deze zal zuiver visueel zijn, op basis van een sober kleurenpalet. Er zal terughoudend worden omgegaan met tekst en (multi)media; deze worden vooral mobiel (multimediatours) en online aangeboden. Er wordt bijzonder veel aandacht besteed aan de kwalitatieve uitvoering van de inrichting, alsmede aan de verlichting.
opvattingen die in de periode 1875-1940 gangbaar waren. Door de nog aanwezige sporen van deze verschillende tijdvakken te behouden en te accentueren kan Museum De Lakenhal het publiek een uniek inzicht bieden in veranderende museale opvattingen in de loop der tijd. Mens en object Datgene wat het museum presenteert, wordt bezield door de blikken en interpretaties van het publiek. Daarom staat in Museum De Lakenhal de bijzondere, persoonlijke relatie tussen mensen en objecten centraal. Dit gegeven zal een belangrijke inspiratiebron zijn voor zowel de inrichting van de collectie als de publieksbegeleiding.
Eenheid in verscheidenheid Het palet van uiteenlopende gebouwdelen uit 1640, 1890, 1921 en 2017 wordt door middel van een herkenbare herinrichtingsvormgeving volgens het principe van de ‘nobele eenvoud’ in een subtiel evenwicht gebracht.
Verhalen vertellen Museum De Lakenhal vertelt verhalen over de kunst, kunstnijverheid en geschiedenis van Leiden. Dit uitgangspunt wordt nu al op de nieuwe museale website toegepast en zal tevens worden doorgezet bij de herinrichting. Rondom de zeven ‘grote verhalen’ die Museum De Lakenhal vertelt kunnen tal van andere verhalen worden uitgesponnen. Deze worden straks letterlijk vertolkt door verschillende stemmen: rondleidingen en multimediatours bieden thematische verhalenroutes aan, in gesproken tekst en met toelichtend beeld. Deze tours vervangen deels de huidige beteksting op zaal. De informatie uit de multimediatours is bovendien 100% digitaal toegankelijk en voor iedereen te downloaden via de website.
Volg het museologische spoor De vier afzonderlijke bouwdelen waaruit Museum De Lakenhal is samengesteld vertegenwoordigen elk een typerende historische fase, waarin steeds andere opvattingen golden over hoe een museum eruit zou moeten zien. Deze fases zijn nog altijd afleesbaar aan het gebouw, van de 19e eeuwse aanpassingen aan de oude Laecken-Halle en de Harteveltzaal met natuurlijk bovenlicht, tot de Papevleugel met de kenmerkende stijlkamers. Een belangrijk onderdeel is de zogenaamde aard- en nagelvaste collectie, die meer dan 250 onderdelen bevat, variërend van gevelstenen, haardplaten en tegeltableaus, tot trappartijen, kozijnen en glas-inloodramen. Dit ensemble is in omvang en oorspronkelijke arrangement uniek in Nederland en getuigt van museum14
15
Impressie nieuwe tentoonstellingszaal
Integraal informatie aanbieden Een bezoek aan Museum De Lakenhal kan thuis, in de klas of in het museum worden voorbereid of voortgezet. Veel mensen maken tegenwoordig gebruik van de mogelijkheid om zich te oriënteren op het bezoek, om thuis in alle rust nog even na te genieten, of om online verder te zoeken naar informatie over datgene wat ze interessant hebben gevonden tijdens het museumbezoek. Uitgangspunt van het museum is daarom dat kennis en informatie mediaonafhankelijk gedeeld moet kunnen worden, met veel ruimte voor interactie met individuele bezoekers. Een nieuwe digitale infrastructuur stelt bezoekers in staat om in alle zalen online contact te maken met de website en de collectiedatabase. Het streven is om de collectiedatabase zo volledig mogelijk te integreren met de website, alsmede met het publieksinformatiesysteem op zaal: zaalteksten, bibliotheek en collectiedocumentatie, fotoarchief, alsmede digitale en interactieve media. Bij het aanbieden van informatie wordt zoveel mogelijk flexibiliteit ingebouwd, zodat mensen hun persoonlijke interesses en voorkeuren kunnen volgen. Daarbij worden directe linken gelegd met de online community rondom Museum De Lakenhal en haar collectie.
Ruimtelijk parcours en zaalindeling Het publiek zal het museum ontdekken vanuit het nieuwe entreegebied met de centrale oriëntatieruimte op de Achterplaets. Vanaf deze plek zijn alle bestaande gebouwdelen (Laecken-Halle, Harteveltzaal en Papevleugel) alsmede de nieuwe tentoonstellingsvleugel direct bereikbaar. De 17e eeuwse Laecken-Halle zal worden gewijd aan Leidse geschiedenis. Op de Grote en Kleine Pers en aanpalende zalen op de eerste verdieping wordt een collectiepresentatie gewijd aan zeven eeuwen lakenen textielnijverheid en handel in een internationaal perspectief. Daarbij zal ook de historische functie van de monumentale, uit 1640 daterende Laecken-Halle worden toegelicht. De tweede verdieping van Museum De Lakenhal wordt, conform de oorspronkelijke situatie uit 1874, gewijd aan het Beleg en Ontzet van Leiden (1574) in relatie tot de Reformatie en de Opstand. Voor het eerst in de geschiedenis van Museum De Lakenhal wordt hier ook een speciale ruimte gewijd aan de oprichting van de Universiteit Leiden (1575) en de betekenis van de daarmee verbonden academische en kosmopolitische cultuur voor de stad, door de eeuwen heen.
Individueel en interactief leren Het museumbezoek is ‘tot leering en vermaak’. Aansluitend bij de missie van het museum wordt de persoonlijke ontwikkeling van het publiek gestimuleerd door educatie en interactie als een integraal onderdeel te zien van datgene wat het museum presenteert. Het educatiemodel gaat uit van tweerichtingsverkeer: het museum geeft niet alleen informatie maar staat ook actief open voor inbreng vanuit het publiek.
In de schilderijenzalen worden hoogtepunten uit de collectie schilderkunst getoond. Deze zalen dateren van 1890 (Harteveltzaal) en 1921 (Papezalen) en worden gekenmerkt door fraai natuurlijk bovenlicht. Hier wordt het accent gelegd op topstukken uit de schilderkunst van de 16e en 17e eeuw, waarbij Leiden wordt gepresenteerd 16
Impressie nieuwe tentoonstellingszaal
als bakermat van de Hollandse schilderkunst van de Renaissance en de Gouden Eeuw. De Harteveltzaal wordt gewijd aan devotie in de late Middeleeuwen en de vroege Renaissance, waarbij de monumentale drieluiken van de Leidse meesters Cornelis Engebrechtsz. en Lucas van Leyden een centrale positie innemen. In de aanpalende schilderijenzalen worden topstukken getoond van Leidse meesters uit de Gouden Eeuw, zoals Rembrandt van Rijn, Jan van Goyen, Jan Steen en de Leidse fijnschilders.
In 1917 richtte Theo van Doesburg in Leiden het internationaal georiënteerde tijdschrift De Stijl op, dat gezien kan worden als een revolutionaire sprong voorwaarts in de modernisering van kunst en leven.
De Papevleugel (1921) staat in het teken van gemengde opstellingen van beeldende kunst, kunstnijverheid en geschiedenis. In de Rode en Gele Papezalen (stijlkamers) staat de elitecultuur van de 18e eeuw centraal, in een speciale presentatie rondom opeenvolgende generaties van de Leidse patriciërsfamilie De La Court. Deze door de lakenhandel gefortuneerde familie had een internationale verzameling van kunst en kunstnijverheid en kende telgen met een vooruitstrevende intellectuele en politieke belangstelling. De eerste verdieping van de Papevleugel wordt gewijd aan de ontwikkeling van kunsten, industrie en wetenschappen in Leiden in de periode van 1875 tot 1940, in een interdisciplinair perspectief. Hier staat de modernisering van het leven centraal die plaatsvond vanaf het einde van de 19e eeuw. Leiden was van oudsher een stad van arbeiders waar de industrie zich ontwikkelde terwijl tegelijkertijd grootheden als Christiaan Snouck Hurgronje, Hendrik Lorentz, Albert Einstein en Johan Huizinga aan de universiteit furore maakten. Rond de eeuwwisseling bestond er in Leiden een levendig kunstenaarsklimaat. 17
Impressie detail achtergevel Museum De Lakenhal
4. Geschiedenis Laecken-Halle MUSEUM Al sinds de beeldenstorm (16e eeuw) waren enkele drieluiken van Cornelis Engebrechtsz en het altaarstuk Laatste Oordeel van Lucas van Leyden ter bescherming ondergebracht in het Leidse stadhuis. In 1869 besloot het stadsbestuur dat deze verzameling, die onder meer was uitgebreid met een collectie voorwerpen rond Leidens Beleg en Ontzet, ondergebracht moest worden in een ‘stedelijk museum’. Stadsarchitect J.W. Schaap kreeg de opdracht om de Laecken-Halle om te bouwen tot stadsmuseum. Op 1 mei 1874 werd het gebouw opengesteld als museum van ‘voorwerpen van oudheid- en geschiedkundige waarde’.
Museum De Lakenhal is sinds 1874 gevestigd in de Laecken-Halle uit 1640. In dit monumentale stadspaleis werden vroeger de wereldberoemde Leidse lakens gekeurd en van een loodje voorzien. In de loop der eeuwen heeft het gebouw vele transformaties ondergaan. LEIDS LAKEN Op 8 mei 1639 besluit het stadsbestuur van Leiden tot de bouw van een keurhal voor wollen lakense stof: de Laecken-Halle. Stadsbouwmeester Arent van ’s-Gravesande (ca. 1610-1662) krijgt de opdracht een classicistisch stadspaleis te ontwerpen. De hal moet de kwaliteit en internationale reputatie weerspiegelen van de stoffen die Leiden in de Gouden Eeuw rijk en welvarend maken. Vanaf 1641 was de Laecken-Halle het levendige hart van de lokale lakennijverheid en Leiden het centrum van de internationale stoffenhandel.
DE EERSTE UITBREIDINGEN De collectie groeide gestaag, voornamelijk dankzij de vele schenkingen en legaten. Vanaf het begin was er sprake van een grote particuliere betrokkenheid bij het museum. Een gift van Daniël Hartevelt (1824-1895), directeur van een nabijgelegen broodfabriek, maakte een ingrijpende verbouwing mogelijk, waarbij een schilderijenzaal met natuurlijk bovenlicht kon worden toegevoegd. Hiermee was de eerste uitbreiding al in 1890 een feit. De nieuwe tentoonstellingszaal werd ontworpen door stadsarchitect D.E.C. Knuttel.
Tot begin 19e eeuw werden alleen kleine, functionele wijzigingen aangebracht zoals het plaatsen van scheidingswandjes en renovaties van de gevel, goten, kozijnen en ander houtwerk. Vanwege het verval van de textielnijverheid verliest de Laecken-Halle in de 19e eeuw de functie van keurhal voor lakense stoffen. Vanaf 1820 doet het pand dienst als Halle van Wollen Manufacturen waar etiketten werden afgegeven als bewijs dat het Nederlandse stoffen betrof. Tijdens de cholera-epidemieën van 1853 en 1866 deed het gebouw dienst als noodhospitaal. In de tweede helft van de 19e eeuw moet een nieuwe bestemming worden gevonden voor de oude keurhal.
Het jaarverslag van 1918 vermeldt dat het museum te kampen heeft met dringend ruimtegebrek. Het monumentale gebouw beantwoordt niet aan ‘de moderne eischen van museuminrichting’. Dankzij een aanzienlijke schenking van dhr. C.P.D. Pape is de ‘zoolang gewenschte uitbreiding verzekerd en wel op eene wijze, die de stoutste verwachtingen overtreft.’ In 18
Impressie detail achtergevel Museum De Lakenhal
1922 werd de omvangrijke nieuwe Papevleugel geopend, waarmee het museum verdubbelde in oppervlakte. De kelders en zolder bevatten ruimte om collectiestukken op te slaan. De museumingang werd verplaatst naar de Lange Scheistraat, waar een monumentaal stadsplein gecreëerd zou worden.
gebouwd, om ruimte te kunnen bieden aan kassa, garderobe, museumwinkel en koffiehoek. Ondanks stormen van kritiek, procedures tot aan de Raad van State en voortdurende lekkages is deze tijdelijke oplossing nog altijd aanwezig. In 2004 werd een laatste restauratieronde ingezet waarbij het interieur en de installaties in de Papevleugel zijn gerestaureerd, de ramen werden vernieuwd en de depots in de kelder en op zolder werden gemoderniseerd.
LATERE VERBOUWINGEN In 1931 vond de laatste ingrijpende verbouwing plaats. Onder directeur Coert werd het interieur van de oude Laecken-Halle onder handen genomen, waarbij het ensemble van aard- en nagelvaste collectie onderdelen (tegelvelden, schouwen en haardplaten, poorten, gevelstenen, deuren) werd versterkt. Tegelijk werd de bestrating van het voorplein teruggebracht naar de situatie zoals op het schilderij van Susanna van Steenwijck-Gaspoel uit 1642. De hoofdingang werd teruggeplaatst naar de Oude Singel. De huidige indeling van Museum De Lakenhal is nog geheel te relateren aan deze verbouwing.
RESTAURATIE EN UITBREIDING 2015-2017 In het jaarverslag van 1948 werd voor het eerst de wens geuit om de bestaande panden te restaureren en een nieuwe tentoonstellingsvleugel toe te voegen. Nu is het eindelijk zover. Met de realisatie in de periode 2015-2017 wil Museum De Lakenhal haar positie als onderscheidend 21e eeuws museum voor kunst en geschiedenis verstevigen en een sterke basis leggen voor een duurzame toekomst.
In de jaren zeventig werd op het nog altijd lege perceel van de Oude Singel 30, waarvan het pand in 1931 was gesloopt, een nieuwe kantoorunit gebouwd. Ook werd het naastgelegen pand aan de Oude Singel 28 in gebruik genomen als kantoorruimte. Vervolgens werden vanaf 1978 tot 1995 gefaseerd werkzaamheden uitgevoerd waarbij onder meer de kapconstructie en het metselwerk gedeeltelijk werden vervangen. In 1992 werd voor de tentoonstelling ‘Rembrandt en Lievens’, waarbij een grote toestroom van bezoekers werd verwacht, een tijdelijke overkapping over het voorplein 19
Impressie achtergevel Museum De Lakenhal
20
21
22
Links: Impressie museumcafé. Rechts: work in progress
5. Informatie GEGEVENS PROJECT RESTAURATIE EN UITBREIDING Projectomschrijving: Restauratie en Uitbreiding Museum De Lakenhal, Leiden. Toelichting • Hoogwaardige restauratie van de historische Laecken-Halle (1640) • Uitbreiding met een nieuwe tentoonstellingsvleugel • Verbetering publieksvoorzieningen (ontvangstruimten, museumhoreca) • Verbetering kantoorhuisvesting en logistiek • Vervanging (klimaat) installaties
Project: • Robert Strijk – bestuurlijk opdrachtgever • Rien Nagtegaal- ambtelijk opdrachtgever • Bouke Kapteijn - projectleider • Meta Knol – directeur Museum De Lakenhal Architecten • Julian Harrap Architects, Londen (restauratie) • Happel Cornelissen Verhoeven, Rotterdam (nieuwbouw) Adviseurs bouw en installatie • ARUP - elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties, brandveiligheid • Basalt Bouwadvies - calculatie • LBP Sight - bouwfysica • Van Rossum Raadgevende Ingenieurs - constructie
Planning (begin-einddatum) 2015 – 2017 Duur van het project: 2 jaar (vanaf aanvang werkzaamheden)
Adviseurs restauratie • Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed • Erfgoed Leiden en Omstreken • BAAC Onderzoeks- en adviesbureau • Bureau voor Bouwhistorisch Onderzoek • ABK-Plantage Zorg en Hoop • Architectenbureau Veldman | Rietbroek | Smit • Diverse andere adviseurs
Locatie: Oude Singel 32 en Lammermarkt 21 t/m 37, Leiden
23
Huidige plattegrond
Nieuwe plattegrond
24
Situatieschets
contact GEGEVENS ORGANISATIE Naam Museum De Lakenhal Correspondentie adres Postbus 2044 Postcode | Plaats 2301 CA LEIDEN Bezoekadres Oude Singel 32 Postcode | Plaats 2312 RA LEIDEN Website lakenhal.nl BTW nummer NL 002311112B01 IBAN nummer NL39INGB0000 592085 KvK nummer 000029596513 ANBI-status ja Rechtsvorm gemeentelijke instelling Jaar van oprichting 1874 Contact Meta Knol, Directeur
[email protected] +31 (0) 71 516 5392 Minke Schat, Hoofd Publiek
[email protected] +31 (0) 71 516 5324
25
© november 2014