Vernauwing van de halsslagader (carotisstenose) Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.
Waarom moet u behandeld worden? De operatie Rondom de operatie Mogelijke complicaties tijdens en na de operatie Na het ontslag Tot slot Belangrijke telefoonnummers
1 2 3 4 5 5 5
Bij u is vastgesteld dat u een vernauwing in één van de vier halsslagaders hebt. Deze vernauwing is het gevolg van verkalking van een slagader, ook wel atherosclerose genoemd. Door bepaalde risicofactoren ontwikkelt verkalking zich sterker. Deze risicofactoren zijn: roken, een hoog cholesterolgehalte in het bloed, een te hoge bloeddruk, suikerziekte, hoge leeftijd en overgewicht. In overleg met uw behandelend arts hebt u voor een operatie gekozen. Deze operatie wordt regelmatig uitgevoerd in het St. Elisabeth Ziekenhuis.
Waarom moet u behandeld worden? Op bepaalde plaatsen in de slagaders, vaak ter hoogte van afsplitsingen, kleven witte bloedcellen en vetachtige stoffen vast aan de vaatwand. Dit wordt een plaque genoemd. De plaque groeit steeds meer de slagader in, waardoor de slagader vernauwt. Hierdoor kan er minder bloed door de slagader stromen; zie de afbeelding hieronder.
doorsnede van slagader zonder plaque en van slagader met plaque; bron: chirurgenoperatie.nl
De vernauwing op zichzelf leidt niet direct tot een TIA of een herseninfarct. Wel kan er een deel van de plaque losraken en in de bloedsomloop van de hersenen terecht komen. Wanneer het bloedstolsel vervolgens een bloedvat in de hersenen afsluit, krijgt een deel van de hersenen tijdelijk of permanent te weinig zuurstof. Dit zuurstoftekort in de hersenen wordt een beroerte genoemd en kan voor (een tijdelijke) uitval van lichaamsfuncties zorgen. Wanneer u een TIA, een beroerte of tijdelijk zichtverlies hebt doorgemaakt, komt u onder behandeling van een neuroloog. De neuroloog laat onderzoeken of er sprake is van een
vernauwing van de halsslagader en zo ja, hoe ernstig deze vernauwing is. Dit wordt onderzocht door middel van een echo (kleurendoppler), waarbij de doorstroming in de halsslagaders wordt opgemeten. Eventueel krijgt u een MRI–scan of een CT-scan om een gedetailleerder beeld te krijgen van de vernauwing. Wanneer u nog geen bloedverdunners gebruikt, schrijft de neuroloog u acetylsalicylzuur (Aspirine®, Ascal®) in combinatie met dipyridamol (Persantin ®) voor, of het combinatiepreparaat Asasantin®. Deze medicijnen zorgen ervoor dat de bloedplaatjes minder snel samenklonteren en ophopen op de plaque. Het vermindert de kans op het ontstaan van bloedstolsels in de vernauwing in de halsslagader en daarmee op het los raken van bloedpropjes. Hierdoor wordt de kans op het ontstaan van nieuwe TIA’s en hart- en herseninfarcten verkleind. Deze zogenaamde plaatjesremmers zorgen er ook voor dat uw bloed minder snel stolt, wanneer u zich stoot (blauwe plekken) of snijdt. Echter dit nadeel weegt niet op tegen de voordelen. U moet deze plaatjesremmers ook na een operatie, levenslang, blijven innemen. Er wordt ook een medicijn voorgeschreven om het cholesterol te verlagen. Dit moet u ook de rest van uw leven blijven gebruiken om de kans op problemen aan de bloedvaten te verminderen. Ernstige vernauwing van de halsslagaders Bij een ernstige vernauwing is een operatie de enige mogelijkheid om deze vernauwing op te heffen. Deze operatie wordt uitgevoerd door een vaatchirurg. Uit de onderzoeksuitslagen is gebleken dat u in aanmerking komt voor een operatie om de vernauwing op te heffen. De operatie heet een carotisdesobstructie of carotisendarteriëctomie.
De operatie Bij de operatie wordt de halsslagader open gemaakt om de plaque weg te halen en daarmee de vernauwing op te heffen. Meestal bevindt de vernauwing zich daar waar de halsslagader splitst. Er wordt een snede De afkorting EEG staat voor elektrogemaakt op de lijn van de kaakhoek (oorlel) tot encefalogram. Tijdens dit pijnloze vlak boven het sleutelbeen. De operatie onderzoek wordt gekeken of de hersenen gebeurt onder algehele verdoving (narcose) en goed werken. U krijgt hiervoor ongeveer kan alleen uitgevoerd worden wanneer de 20 elektroden op uw hoofd. Deze betreffende halsslagader tijdelijk afgeklemd verzilverde metalen plaatjes vangen wordt. Omdat dit de doorbloeding naar de elektrische signalen van uw hersenen op. hersenen mogelijk beïnvloedt, wordt de De arts bekijkt deze signalen op een bloedcirculatie in de hersenen gedurende de beeldscherm van de computer en houdt operatie continu bewaakt. Dit vindt plaats met op deze manier uw hersenfunctie in de behulp van een EEG (hersenelektrogram) om te gaten. voorkomen dat er zuurstoftekort ontstaat. Wanneer de halsslagader aan beide kanten is afgeklemd, opent de chirurg de halsslagader om de plaque te verwijderen en daarmee de vernauwing op te heffen. Nadat de halsslagader schoon gemaakt is, wordt deze weer gesloten. Tenslotte wordt de doorbloeding in de halsslagader weer op gang gebracht door het verwijderen van de klemmen. De snede in de huid wordt meestal onderhuids gehecht, waardoor het litteken na verloop van tijd vrijwel onzichtbaar is.
(terug naar de inhoudsopgave)
Rondom de operatie
(terug naar de inhoudsopgave)
Voor de operatie De vaatchirurg heeft met u de operatie doorgesproken. Op de opnamedag houdt de verpleegkundige een opnamegesprek met u. Hierin stelt de verpleegkundige een aantal vragen en krijgt u informatie over de opname. Deze informatie over wat er gaat gebeuren staat in afbeeldingen uitgelegd op een placemat. Later op de dag bezoekt de co-assistent (student in opleiding tot arts) u om eventueel aanvullende vragen te stellen en om nog algemeen lichamelijk onderzoek te verrichten. Tevens ontmoet u de verpleegkundig specialist vaatchirurgie of de zaalarts, hij/zij is mede verantwoordelijk voor het medisch beleid tijdens uw opname. Er wordt bloed bij u afgenomen voor het geval dat u tijdens of na de operatie een bloedtransfusie moet krijgen. Als u al medicijnen gebruikt moet u een recente medicijnlijst meebrengen. Als u die niet hebt, is het erg prettig als u de originele doosjes meebrengt. Op de afdeling Klinische Neurofysiologie worden er EEG-draden op uw hoofd geplakt. Deze plakkers en draden zijn nodig om de bloedcirculatie en hersenfuncties tijdens de operatie te kunnen bewaken. Na de operatie wordt u minstens 24 uur bewaakt op de afdeling Intensive Care. Hier ligt u aan een monitor die uw hartslag en bloeddruk controleert. Het is mogelijk om voor de operatie een kijkje te nemen op deze afdeling. Wanneer u dit wenst, kunt u dit aangeven bij de verpleegkundige op de verpleegafdeling. Meer informatie over de Intensive Care kunt u lezen in de brochure: Algemene informatie Intensive Care (IC). Nagellak en make-up moeten verwijderd zijn. Dag van de operatie U moet vanaf een bepaalde tijd nuchter zijn (niet eten, drinken en roken). De richtlijnen hiervoor vindt u in de brochure ‘Een ingreep onder anesthesie’. U dient zich te houden aan deze richtlijnen. Als u medicijnen gebruikt, geldt dat deze alleen mogen worden ingenomen in overleg met de verpleegkundige of medisch specialist. Korte tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u een operatiehemd en -broekje aan (u mag geen eigen kleding dragen). U mag geen sieraden dragen en uw eventuele gebitsprothese moet u uitdoen. U krijgt eventueel nog medicatie. U ziet de anesthesioloog voor de operatie in de voorbereidingskamer. De anesthesioloog bereidt u voor op de algehele verdoving (narcose). Als u meer over de verdoving in het algemeen wilt weten, kunt u de brochure ‘Een ingreep onder anesthesie’ lezen. Na de operatie Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer (verkoeverkamer). U hebt dan een infuus, een blaaskatheter en een wonddrain. De wonddrain dient ter voorkoming van ophoping van bloed en wondvocht in de wond en voor het signaleren van een nabloeding. De vaatchirurg belt na de operatie uw familie/naaste om het verloop van de operatie door te geven. Als u goed wakker bent, wordt u naar de afdeling Intensive Care gebracht. Daar sluit de verpleegkundige u aan op een monitor, om onder andere uw hartslag, bloeddruk en zuurstofopname continu te bewaken. Dag 1 na de operatie De wonddrain wordt vandaag verwijderd. Vier maal per dag worden uw bloeddruk en
hartslag gecontroleerd en wordt u gevraagd of u hoofdpijnklachten ervaart aan de geopereerde zijde. Wanneer de hoofdpijn plotseling komt opzetten, dient u dit direct aan de verpleegkundige door te geven. Als de hoofdpijn in combinatie met een hoge bloeddruk voorkomt, krijgt u mogelijk medicijnen voorgeschreven om de bloeddruk te verlagen. Vandaag mag u uit bed om in beweging te komen (mobiliseren). Uiteraard ondersteunt de verpleegkundige u hierbij. Er wordt bloed geprikt en aan de hand daarvan wordt gekeken of u bloed bij moet krijgen. Wanneer uw bloeddruk te hoog is, krijgt u medicijnen via het infuus om deze naar normale waarden te verlagen. Het kan een paar dagen duren voordat uw bloeddruk goed onder controle is. Afhankelijk daarvan wordt u terug gebracht naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling worden de blaaskatheter en het infuus verwijderd. De infuusnaald wordt nog Een waaknaald is een ingebrachte even behouden als waaknaald. infuusnaald die niet meteen aangesloten wordt op een infuuszak. Het wordt als Dag 2 na de operatie. voorzorgmaatregel ingebracht / behouden Vandaag wordt er op de afdeling Klinische om indien nodig direct medicatie toe te Neurofysiologie een echo (duplex) kunnen dienen. gemaakt, om te controleren of de operatie succesvol is geweest. Indien nodig wordt er nog een aanvullend onderzoek verricht waarbij de stroomsnelheden van het bloed in de hersenen wordt gemeten. Dit onderzoek is enkel op indicatie. De bloeddruk en hartslag worden gecontroleerd. Verder houdt een verpleegkundige met u (eventueel in bijzijn van familie/naasten) een zorggesprek. Hierin wordt gevraagd hoe u de zorg ervaart en of u nog vragen of opmerkingen hebt over uw verblijf op de afdeling. Daarnaast wordt alvast gekeken naar het naderende ontslag. De waaknaald wordt, als deze niet meer nodig is, verwijderd. Dit wordt bekeken aan de hand van de bloeduitslagen. Dag 3 na de operatie Het transparante verband dat op de wond is geplakt, wordt vandaag verwijderd. De verpleegkundig specialist bekijkt de wond. In de loop van de dag houdt de verpleegkundige een ontslaggesprek met u (eventueel in bijzijn van familie/naasten). Tijdens dit gesprek worden de ontslagpapieren overhandigd. Dag 4 en verder Als alles goed is verlopen, mag u vandaag met ontslag.
Mogelijke complicaties tijdens en na de operatie Iedere operatie brengt bepaalde risico’s met zich mee. Om deze risico’s te verkleinen, wordt u voor de operatie uitvoerig onderzocht en worden voorzorgsmaatregelen getroffen. Complicaties die bij elke operatie kunnen voorkomen zijn: wondinfectie, trombose (het ontstaan van bloedstolsels), longembolie (dat is een bloedstolsel in de longvaten), bloedingen en beschadiging van zenuwen. Een longontsteking of een hartinfarct komen na deze operatie wat vaker voor dan normaal. Door de grote aandacht die er op gericht is om deze complicaties te voorkomen, is de kans hierop gering. Het is onvermijdelijk dat bij een operatie gevoelszenuwen in de huid doorgesneden worden. Dit kan tot een doof gevoel in de huid bij het operatielitteken leiden. Meestal is het gevoel na enkele maanden normaal of merkt u het niet meer. (terug naar de inhoudsopgave)
Een aantal complicaties kan zich speciaal bij vaatoperaties voordoen: Als gevolg van de verbeterde doorbloeding van de hersenen kan er vocht buiten de bloedbaan komen. Hierdoor kunnen de hersenen in de verdrukking komen in de schedel. Een belangrijk symptoom van deze vochtophoping is een hoge bloeddruk in combinatie met hevige hoofdpijn aan de geopereerde zijde. Daarom wordt u na de operatie minstens 24 uur op de afdeling Intensive Care (IC) bewaakt en krijgt u medicijnen via het infuus om de bloeddruk te verlagen. Door het afklemmen en open maken van de halsslagader kunnen er stolsels losschieten die een beroerte kunnen veroorzaken. Er kan een nabloeding optreden door lekkage van de geopereerde slagader. In dit geval is meestal een nieuwe operatie nodig. Tijdens de operatie kan er (tijdelijke) schade aan de zenuwen ontstaan die de tong en/of de stembanden aansturen. Hierdoor kan het zijn dat u uw tong na de operatie (tijdelijk) niet recht kunt uitsteken of dat u (tijdelijk) hees bent.
Na het ontslag Wij streven ernaar dat u de 4e dag na de operatie met ontslag kunt. Bij complicaties kan de opname langer duren. Wanneer de vernauwing is ontdekt nadat u een beroerte hebt gehad, kan het zijn dat u na de operatie niet naar huis kan. Mogelijk is het noodzakelijk om te herstellen van de beroerte in een revalidatiekliniek. U krijgt bij het ontslag zorginstructies met leefregels uitgereikt. Lees deze goed door. Het is heel belangrijk dat wanneer u kort na ontslag plotseling hevige hoofdpijn aan de geopereerde zijde ervaart, u contact opneemt met de Spoedeisende Hulp of de polikliniek Heelkunde. U krijgt bij het ontslag een afspraak mee voor controle op de polikliniek Heelkunde. Mogelijk wordt u na enkele weken ook bij de neuroloog voor controle op de polikliniek Neurologie verwacht. In dat geval krijgt u ook hiervoor een afspraak mee. Na drie maanden wordt er weer een echo (duplex) gemaakt en dit wordt herhaald na 12 maanden. De duplex wordt verricht om eventuele, beginnende vernauwingen vroegtijdig op te sporen, zodat ze sneller behandeld kunnen worden. Het proces van slagaderverkalking kan ondanks de operatie en de medicatie niet worden gestopt. Wanneer u een gezonde levenswijze aanhoudt, verkleint u de kans op nieuwe vernauwingen. Een gezonde levenswijze houdt in: niet roken, voldoende lichaamsbeweging, gezonde voeding en gebruik van de voorgeschreven medicatie.
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u die tijdens uw opname stellen aan de verpleegkundige, verpleegkundig specialist, zaalarts of uw behandelend arts. Voor dringende vragen waar u voor uw opname een antwoord op wilt, kunt u contact opnemen met de polikliniek Heelkunde.
Belangrijke telefoonnummers
(terug naar de inhoudsopgave)
St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen):
(013) 539 13 13
Route 60 Polikliniek Heelkunde:
(013) 539 80 39
Route 53 Spoedeisende Hulp:
(013) 539 80 10
Patiëntenvereniging De Hart en Vaatgroep Prinses Catharina-Amaliastraat 10 2496 XD Den Haag Telefoonnummer: 088 - 1111 600 E-mail:
[email protected] Website: www.hartenvaatgroep.nl
Heelkunde, 1.818 04-15 (terug naar de inhoudsopgave)
Copyright© Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis Afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.