GEMEENTE PURMEREND
Verantwoording groepsrisico Londenhaven Woonzorgcomplex Twee aardgastransportleidingen tegenover 26 zorgwoningen Behoort bij het uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Europa, Londenhaven woonzorgcomplex 2011" d.d. 22 augustus 2011
Inhoudsopgave 1 2
3 4
5
6
Aanleiding ........................................................................................................................................ 2 Relevante wetgeving ....................................................................................................................... 2 2.1 Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Regeling externe veiligheid buisleidingen.... 2 2.2 Plaatsgebonden risico (PR)..................................................................................................... 2 2.3 Groepsrisico (GR).................................................................................................................... 3 Wat is de verantwoordingsplicht?................................................................................................... 3 De consequenties voor het plangebied ........................................................................................... 3 4.1 Uitgangspunten ...................................................................................................................... 3 4.2 Bepaling van de risico's ......................................................................................................... 4 4.3 Plaatsgebonden risico ............................................................................................................ 4 4.4 Groepsrisico............................................................................................................................ 5 Verantwoordingsplicht .................................................................................................................... 6 5.1 Brandbestrijding ..................................................................................................................... 6 5.2 Zelfredzaamheid..................................................................................................................... 7 Conclusie.......................................................................................................................................... 8
Bijlage 1 Bijlage 2
Externe veiligheid Weidevenne, Hogedrukaardgastransportleidingen W-570-01 en W570-23, DHV, d.d. 14 januari 2011..................................................................................... 9 Advies externe veiligheid uitwerkingsplan Londenhaven van de Regionale brandweer Zaanstreek Waterland d.d. 5 augustus 2011 ................................................................... 10
1
1
Aanleiding
De gemeente Purmerend is voornemens medewerking te verlenen aan de realisatie van een woonzorgcomplex van in totaal 26 zorgwoningen aan de Londenhaven in de Weidevenne. In dit kader is het uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Europa, Londenhaven woonzorgcomplex, 2011" opgesteld. Op een afstand van ongeveer 60 meter van het plangebied is een tweetal aardgastransportleidingen gelegen waardoor getoetst dient te worden aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen (hierna Bevb). In dit kader is er een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd door DHV (bijlage 1). Hierover heeft formeel overleg met de lokale en regionale brandweer plaatsgevonden. Door de regionale brandweer is hierover een advies uitgebracht (bijlage 2). In artikel 12 van het Bevb is bepaald dat een verantwoording van het groepsrisico verplicht is ten aanzien van een aantal ruimtelijke besluiten. Omdat het hier geen nieuw ruimtelijk besluit in het kader van het Bevb betreft, is er geen sprake van een formele verplichting voor het afwegen en verantwoorden van het groepsrisico (GR). Mede in het kader van een goede ruimtelijke ordening dient het groepsrisico als gevolg van de aanwezigheid van aardgastransportleidingen desalniettemin verantwoord te worden in het uitwerkingsplan.
2
Relevante wetgeving
2.1
Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Regeling externe veiligheid buisleidingen
Het Bevb en de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) geven de kaders voor de beoordeling van de externe veiligheidsaspecten van aardgastransportleidingen. Een aardgastransportleiding valt onder het Bevb genoemd in artikel 2 sub a Revb. De criteria in het Bevb zijn gedefinieerd op basis van het plaatsgebonden en het groepsrisico. De consequenties van de toetsing zijn in het Bevb en Revb vastgelegd.
2.2
Plaatsgebonden risico (PR)
Het PR geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit, aan. Dit wordt gerealiseerd door een berekende dan wel door de landelijke overheid vastgestelde afstand aan te houden tussen de burger en de risicobron. Deze afstand moet minimaal worden aangehouden. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. De kans om dodelijk getroffen te worden door een ongeluk met een gevaarlijke stof is vastgesteld op maximaal 1 op de miljoen (10-6) per jaar. Deze wordt de 10-6/jaar contour genoemd. Dit is een wettelijk harde norm waarin geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd mogen worden. Kwetsbare objecten zijn onder andere woningen (met uitzondering van verspreid liggende woningen met een dichtheid van maximaal twee per hectare en dienst- of bedrijfswoningen).
2
2.3
Groepsrisico (GR)
Het GR geeft de kans, per jaar per kilometer transportleiding dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportleiding een keer het dodelijke slachtoffer wordt van een ongeval met die transportleiding, aan. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Er is geen harde norm waaraan het groepsrisico moet voldoen. Het GR kan niet op de kaart worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve. Het ijkpunt voor het groepsrisico wordt aangeduid als de oriëntatiewaarde. Het Bevb vermeldt, dat het GR moet worden getoetst aan de oriëntatiewaarde en dat door het bevoegd gezag een verantwoording ten aanzien van de acceptatie van het berekende GR moet worden opgesteld.
3
Wat is de verantwoordingsplicht?
De verantwoordingsplicht draait kort gezegd om de vraag in hoeverre ontstane risico's, als gevolg van een omgevingsbesluit, kunnen worden geaccepteerd en indien noodzakelijk welke veiligheidsverhogende maatregelen daarbij getroffen worden. De verantwoordingsplicht dwingt alle betrokken partijen ertoe om een goede ruimtelijke afweging te maken waarin de veiligheid voor de maatschappij als geheel voldoende gewaarborgd is. Op deze manier wordt beoogd een situatie te creëren, waarbij zoveel mogelijk de risico's zijn afgewogen en geanticipeerd is op de mogelijke gevolgen van een incident waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De invulling van de verantwoordingsplicht is een taak van het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag neemt daarmee de verantwoordelijkheid voor het zogenaamde "restrisico" dat overblijft na eventueel benodigde veiligheidsverhogende maatregelen. Het bevoegd gezag is wettelijk verplicht om de regionale brandweer in de gelegenheid te stellen om advies uit te brengen.
4
De consequenties voor het plangebied
4.1
Uitgangspunten
In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich op ongeveer 80 meter twee aardgastransportleidingen: W-570-01 en W-570-23. Voor het uitvoeren van de risicoberekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Buisleiding W-570-01 W-570-23
Diameter 8 inch 12 inch
Druk 40 bar 40 bar
Het aantal personen langs de route dat wordt blootgesteld aan de gevolgen van het ongeval is weergegeven in vlakken met bevolkingsdichtheden. De gegevens zijn ontleend aan het nationaal populatiebestand. Een omgevingsplattegrond is weergegeven in figuur 1.
3
Figuur 1: Ligging van het woonzorgcomplex (rood omlijnd) nabij de aardgastransportleidingen
4.2
Bepaling van de risico's 1
Voor ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen wordt één representatief scenario voorgeschreven: leidingbreuk met een fakkelbrand tot gevolg. De richting van de uitstroming voor ondergrondse leidingen is standaard verticaal. Hoewel lekken bij aardgastransportleidingen vaker zullen voorkomen dan leidingbreuken, is hun bijdrage aan het risico ten opzichte van de leidingbreuken verwaarloosbaar klein. Daarom worden lekken niet in de risicoberekeningen van ondergrondse aardgastransportleidingen meegenomen en worden alleen leidingbreuken beschouwd. De risicobepalende leidingbreuken zijn voornamelijk het gevolg van graafwerkzaamheden door derden. In de risicomethodiek voor aardgastransportleidingen wordt hier specifiek rekening mee gehouden. Daarnaast is de bijdrage van het falen van een leiding als gevolg van corrosie in de risicomethodiek opgenomen. Omdat de kans op een leidingbreuk voornamelijk door graafwerkzaamheden wordt bepaald, is de kans op een beschadiging afhankelijk van de diepteligging van de leiding. Of een beschadiging resulteert in een leidingbreuk hangt vervolgens weer af van de diameter, wanddikte, druk, staalsoort en kerfslagwaarde.
4.3
Plaatsgebonden risico
Voor de twee aardgastransportleidingen is het berekende plaatsgebonden risico (PR) per jaar lager dan 10-6. Het berekende PR vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het woonzorgcomplex.
1
Handleiding Risicoberekeningen hogedruk aardgastransportleidingen, versie 1.1 25-08-2010, RIVM
4
4.4
Groepsrisico
Risicoberekening W-570-01 De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is zowel in de bestaande situatie als de toekomstige situatie gelijk aan 0.002 ten opzichte van de oriënterende waarde. Toename van het groepsrisico vindt niet plaats. Risicoberekening W-570-23 De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is zowel in de bestaande situatie als de toekomstige situatie gelijk aan 0,017 ten opzichte van de oriënterende waarde. Toename van het groepsrisico vindt niet plaats. In de figuren 2 en 3 zijn de groepsrisicocurven weergegeven voor de aardgastransportleidingen W-570-01 en W-570-23.
Figuur 2: Groepsrisico aardgastransportleidingen W-570-01
Figuur 3: Groepsrisico aardgastransportleidingen W-570-23
5
5
Verantwoordingsplicht
De maximale overschrijdingsfactor van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde is kleiner dan 0,1 en de toename van het groepsrisico bedraagt minder dan 10%. Als gevolg hiervan dient de verantwoording zich te beperken tot de hieronder weergegeven onderdelen artikel 12 lid 1, sub a, b, f en g van het Bevb: De aanwezige en de op grond van het uitwerkingsplan te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken. Dit is opgenomen in bijlage 1; Het groepsrisico per kilometer buisleiding op het tijdstip waarop het uitwerkingsplan wordt vastgesteld en de bijdrage van de in het uitwerkingsplan toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-4 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste 10-6 per jaar. Dit is opgenomen in bijlage 1; De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval; De mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet.
5.1
Brandbestrijding
De bestrijdbaarheid dient op twee aspecten te worden beoordeeld: I. Bestrijden rampscenario II. Inrichting van het gebied om bestrijding te faciliteren Voor de bestrijding van een calamiteit is de inrichting van het gebied van belang. Naast het tijdig aanwezig zijn met voldoende materieel is tevens de bereikbaarheid in algemene zin en de specifieke risicolocatie cruciaal. Bereikbaarheid calamiteit Het plangebied is voor de brandweer op een goede manier te bereiken. Er zijn twee ontsluitingswegen. De eerste aanrijroute is vanuit de brandweerkazerne over de Gorslaan, Aziëlaan en dan de Laan der Continenten. De tweede aanrijroute is via de Waterlandlaan, Purmersteenweg, Gedempte Where richting de A7. Vanaf de A7 kan de brandweer de Laan der Continenten op richting de aardgastransportleiding(en). De keuze van aanrijroute is natuurlijk afhankelijk van de windrichting op het moment van een mogelijk calamiteit. Verder zijn de enige obstakels op beide aanrijroutes de verkeerslichten en rotondes. Het voordeel is echter dat de verkeerslichten beïnvloed kunnen worden vanuit de kazerne waardoor het verkeer voor de brandweer uit wegstroomt. De opstelplaats voor de eerste tankspuitauto (hierna TS) is ingetekend op het aanvalsplan van de lokale brandweer. Bluswatervoorziening Primair De primaire bluswaterwinning is in de huidige situatie aanwezig, te weten, de twee brandkranen welke aangesloten zijn op de drinkwaterleiding. Per leiding kan een opbrengst van 60 m3/uur worden geleverd.
6
Secundair De secundaire waterwinning is op ongeveer 150 meter van het plangebied aanwezig, dit is een brede sloot waar voldoende water aanwezig is om een blussing te kunnen ondernemen. Deze waterwinplaats is ook te zien op de tekeningen uit het aanvalsplan van de lokale brandweer. Tertiair Een eventuele tertiaire waterwinning kan gehaald worden aan de zuidzijde van de Laan der Continenten. Hier is een grote sloot waaruit het water gehaald kan worden. Deze sloot is goed te bereiken en de TS kan zich opstellen op de openbare weg. Aanrijdtijden en zorgnorm Bij de brandweer van de gemeente Purmerend er een 24-uurdienst op de kazerne aanwezig voor de basisbrandweerzorg 1 TS. De uitruktijd (melding tot ter plaatse komen) is ongeveer 6,5 minuut, op basis van de gekazerneerde ploeg. Opstelplaatsen In de omgeving van het plangebied zijn voldoende opstelplaatsen voor de brandweer beschikbaar.
5.2
Zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan globaal uit schuilen en ontvluchting. Het zelfredzame vermogen van personen in de buurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om grote effecten bij een incident te voorkomen. Het zorgcomplex zal bestaan uit 26 zorgwoningen. Op de begane grond en de 1e verdieping zijn 16 zorgwoningen gevestigd. Deze worden allemaal bewoond door verminderd zelfredzame personen. Op de 2e verdieping zijn 10 zorgwoningen gevestigd. Deze worden allemaal bewoond door zelfredzame personen.. In de QRA wordt uitgegaan van maximaal 36 zorgontvangers en één zorgverlener 's nachts en van 18 zorgontvangers en vier zorgverleners overdag. Deze aantallen zoals genoemd in de QRA zijn hoger dan nu gepland, omdat bij het opstellen van de QRA nog niet duidelijk was wat de exacte hoeveelheden zouden zijn. Volgens de laatste opgave worden alle 26 woningen in het woonzorgcomplex elk door 1 persoon bewoond. De doelgroep van de zorgwoningen is nader omschreven in het uitwerkingsplan. In het uitwerkingsplan worden niet-zelfredzame personen/aan bed gebonden personen uitgesloten De mogelijkheden van zelfredzaamheid om slachtoffers te voorkomen In de zorgwoningen wonen cliënten van een zorginstelling die verminderd zelfredzaam zijn. Deze cliënten zijn mobiel, maar hebben het geestelijke verstand van een minderjarige persoon. Voor de zorgwoningen geldt dat de zelfredzaamheid kan worden vergroot door het opstellen van een doeltreffende interne noodorganisatie, inclusief ontruimingsplan, waarin niet alleen rekening wordt gehouden met interne calamiteiten, zoals een brand in de zorgwoningen, maar ook met externe gevallen zoals een leidingbreuk met een fakkelbrand tot gevolg. Hierbij geldt wel dat er tijdig moet worden gealarmeerd. Het effect van een fakkelbrand is goed hoorbaar en zichtbaar. Er kan van worden uitgegaan dat de hulpverleners de situatie
7
goed inschatten en dat zij het ontruimingsplan in werking stellen en met de bewoners van de bron afvluchten. Vluchtwegen Vluchtroutes moeten personen direct van de calamiteit wegleiden. Voor het gehele plangebied geldt dat er voldoende vluchtwegen aanwezig zijn om het plangebied in geval van calamiteit te ontvluchten. Geconcludeerd kan worden dat de vluchtwegen een goede ontvluchting mogelijk maken. Het zorgcomplex aan de Londenhaven is goed te ontvluchten. De bewoners kunnen zowel aan de voorzijde (noordzijde) als aan de achterzijde richting het binnenterrein (oostzijde) ontvluchten.
6
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat externe veiligheid als gevolg van de aanwezigheid van twee aardgastransportleidingen in de nabijheid van het plangebied geen belemmering hoeft te zijn voor het uitwerkingsplan "Weidevenne, kwadrant Europa, Londenhaven woonzorgcomplex, 2011" vanwege de volgende redenen: Het groepsrisico neemt niet toe als gevolg van de realisatie van dit uitwerkingsplan; De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt zowel in de huidige als in de toekomstige situatie niet overschreden; Binnen het plangebied bevinden zich personen welke verminderd zelfredzaam zijn. Indien er een leidingbreuk met fakkelbrand tot gevolg plaatsvindt is dit goed hoorbaar en zullen de BHV-ers van het zorgcomplex het ontruimingsplan in werking stellen. Hierdoor zal de mate van zelfredzaamheid worden vergroot; Voor het gehele plangebied geldt dat er voldoende vluchtwegen aanwezig zijn om het plangebied in geval van calamiteit te ontvluchten; Er zijn voldoende bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen voor de brandweer aanwezig om een eventuele calamiteit te bestrijden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend heeft kennis genomen van de inhoud van deze rapportages (bijlage 1 en 2) en acht het groepsrisico en het restrisico aanvaardbaar.
8
Bijlage 1
Externe veiligheid Weidevenne, Hogedrukaardgastransportleidingen W-570-01 en W-57023, DHV, d.d. 14 januari 2011
9
Bijlage 2
Advies externe veiligheid uitwerkingsplan Londenhaven van de Regionale brandweer Zaanstreek Waterland d.d. 5 augustus 2011
10