Uit de Bijbel Psalm 119 : 17 – 24 17 Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware. 18 Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. 19 Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet. 20 Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.
21 Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen. 22 Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden. 23 Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht. 24 Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden.
Ter overdenking “Ik ben een vreemdeling op de aarde”
Psalm 119:19a
Vakantietijd Voor velen is de vakantietijd een tijd van rust. We mogen wat afstand nemen van ons dagelijkse werk en nieuwe krachten opdoen. Waar kom ik vandaan, en waar ga ik naar toe? Dat zijn vragen die ook in geestelijk opzicht gesteld moeten worden. Wat dat aangaat wil de vakantietijd een periode van geestelijke bezinning zijn. Een vreemdeling gemaakt Vanuit Psalm 119 komt ons een man tegen, die zegt: Ik ben een vreemdeling op de aarde! Dat is voor ons van nature een vreemde belijdenis. Want wie gevoelt zich hier op aarde niet thuis? Gods Woord zegt, dat we van huis uit, uit de aarde aards zijn. Dat we bedenken de dingen, die op de aarde zijn en vervreemd zijn van het leven Gods. Overal zoeken we het, behalve bij de Heere. Want we zijn uit God gevallen en kennen God niet meer. Van nature was het met de dichter niet anders. Hij wás geen vreemdeling op aarde, maar hij is het gewórden. Eerst voelde hij zich overal thuis in de wereld. Maar nu voelt hij zich nergens meer thuis. Hoe dat mogelijk is? Alleen door een genadedaad van God. Ik denk aan Abraham. Hij werd geroepen om als vreemdeling in een vreemd land te wonen. Het Woord van God was in zijn leven gekomen: Ga uit uw land. En hij ging op reis. Wat een wonder, dat ook wíj worden geroepen door het Woord van God. Verlaat de slechtigheden en leeft! Echter niet een ieder die geroepen wordt, gaat op reis. En daarom, lezer(es), bidt dat dit bij u wel zal gebeuren. Dat de Heilige Geest de roepstem van Gods Woord krachtig doet 1
komen ín je hart. Want zó worden de vreemdelingen van Psalm 119 geboren. Die worden van Bovenaf geboren, door Gods Geest en Woord. Als dat wonder geschiedt, voel je je op aarde niet meer thuis. De brug naar de wereld wordt opgehaald. De genoegens van de wereld bieden geen bekoring meer. Máár, tegelijk is de hemel nog voor je gesloten. Er komt een hartelijk roepen en zuchten naar Boven. En hoewel soms de hemel opengaat en hemelse troost als een lichtstraal afdaalt in je hart, toch weet je nog niet van een geschonken genaderecht op het eeuwige leven. Je weet alleen van een naar recht gesloten hemel en een geopende afgrond. Je wordt hoe langer hoe ongelukkiger. Er moet een oplossing komen, buiten jezelf. En die komt er, namelijk daar waar Gods Geest mij leidt naar Hem, Die tussen de Hemel en de aarde hing en het je toeroept: Komt herwaarts tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven. Christus is de grote Vreemdeling Bij Hem vindt een moegestreden ziel rust. Dan komt de ene vreemdeling bij de Andere Vreemdeling. Want Hij was hier op aarde nooit thuis. De Heilige Geest legt van Boven af een band, die nooit meer verbroken wordt en steeds meer wordt aangetrokken. Door de bediening van Gods Geest raak je hoe langer hoe meer thuis in Gods Woord. Zijn Wet word je betrachting elke dag opnieuw. Door Christus raak je ook hoe langer hoe meer thuis in de hemel. Je blijft geen vreemde van het vrijmoedig toegaan tot de genadetroon. Van het vervuld zijn met hemelse gedachten. En dat alles als vrucht vanuit Christus, Die als de grote Vreemdeling op deze aarde heeft willen verkeren. Tot verheerlijking van de deugden van Zijn Vader verliet Hij Zijn Thuis. Voor Hem was nergens plaats op aarde. De wereld en de godsdienst hebben Hem verworpen en Zijn Vader had Hem verlaten, toen Hij als Borg en Middelaar voor de Zijnen hing aan het vloekhout. Maar zo heeft Hij een eeuwig thuiskomen in God en bij God bereid. Een belangrijke vraag! Beste lezer(es), behoort u tot degenen, die een vreemdeling zijn hier beneên? Vroeger was u geheel vervuld met de aardse dingen. Je diende de wereld met vermaak. Aan die wereld had je genoeg. Je was geboeid met boeien, die je niet voelde. Maar zodra Gods Geest je die deed bemerken, werd de rust opgezegd en werd de lust uit het zondigen weggenomen. Wat overbleef was een hartelijk berouw over de zonde. En de bede: Verzoen de zware schuld, die ons met schrik vervuld, bewijs ons eens genade. Schrijven we de taal van uw en jouw hart? Dán zult u evenmin vreemd zijn aan de geestelijke strijd. Want hoewel je niet meer van de wereld bent, maar van God in Christus geworden, je bent nog wel in de wereld. En dát kom je aan de weet. Die pijnlijke ontdekking dat het niet zozeer de Gode-vijandige wereld búíten je is, die je hindert in een Godvruchtige pelgrimsgang, maar die Gode-vijandige wereld bínnen je, in je hart. Uitwendig niet genoeg Lezer(es), het is nodig dat we ánders leven dan de wereld en een ándere taal spreken dan de wereld. Maar dat alleen is niet genoeg! Want daarmee kunnen 2
we uitwendig als vreemdelingen over de aarde gaan, terwijl we dat niet zijn van hart. Omdat we nog vreemd zijn gebleven aan Gods hartvernieuwende genade. Wat zal het voor dezulken tegenvallen, te menen in te gaan en het te horen: Ik ken u niet. Met andere woorden: U bent een vreemde voor mij. Dat zijn de meelopers, zoals Orpa, tot aan de grens. Maar ze kennen geen overgang uit de dood tot het leven, geen stervend leven. Geldt dat u, geldt dat jou? Dan zeggen we: U bent nog op de aarde in de genadetijd. Hoe denkt u die te gebruiken? Vraag Hem, Die gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde, die macht aan te wenden om u echt vreemdeling te maken. Troostrijk vooruitzicht Dan zult u straks geen vreemde God ontmoeten. Ook zult u dan geen vreemd werk gaan doen. Gods kinderen zijn wel een vreemdeling op de aarde, maar zij zijn bekend in de hemel. Zij staan ingeschreven als burgers van het Koninkrijk der hemelen en hebben een reispas ontvangen, die getekend is met de rode kleur van Christus’ verzoenend bloed. De banden aan de zonde hebben in beginsel hun kracht verloren, terwijl de band der liefde aan de hemelse Vreemdeling, Die hen bekend is geworden, hoe langer hoe sterker wordt. Hij heeft hen meegenomen in Zijn Borghart, toen Hij terugkeerde naar de hemel. En nu is het waar: Hoe meer gemeenschap met de Hemel, hoe meer vreemdelingschap op de aarde, hoe meer eveneens een wandel, die in de hemel is. Hoe meer er een wandel is naar het Woord en de treden daarin vastgemaakt mogen worden. Hoe meer ze niet alleen gedenken te sterven, maar ook verlangen te sterven. Want dan komen ze eeuwig Thuis. Dan is hun zwerftocht ten einde. En dan gaat heerlijk in vervulling het Woord van Christus, Die gezegd heeft: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt. Is dit vooruitzicht ook al uw en jouw deel geworden? ds. D. Zoet
Uit de berijmde Psalmen Psalm 119 : 10 Ik ben, o HEER’, een vreemd'ling hier beneên; Laat Uw geboôn op reis mij niet ontbreken, Daar mijne ziel, omringd door duisterheên, Zo dikwijls van verlangen is bezweken, Om U te zien ter hoge vierschaar treên, Tot straf van hen, die snood zijn afgeweken. 3
Kerkdiensten D.V. juli 2015 Wij nodigen u hartelijk uit om de kerkdiensten bij te wonen. De diensten worden gehouden in de ‘Eben-Haëzerkerk’. U vindt dit gebouw aan de Diependorst 18a, naast verenigingsgebouw ‘Eben-Haëzer’, Preekhillaan 3. Dit rooster is in deze vorm vastgesteld eind mei 2015. Wijzigingen in dit rooster zijn daarom mogelijk. Woensdag 1 juli 19.30 uur: Ds. H. Lassche, Rijssen Collecten: 1 diaconie, 3 verenigingsgebouw Eben-Haëzer Zondag 5 juli Ds. D. Zoet 9.30 uur: 18.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 Stichting Adullam, 3 fonds kerkbouw Zondag 12 juli 9.30 uur: Ds. D. Zoet 18.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 pastoraat, 3 fonds kerkbouw Woensdag 15 juli 19.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 diaconie, 3 verenigingsgebouw Eben-Haëzer Zondag 19 juli 9.30 uur: Ds. D. Zoet 18.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 diaconie, 3 fonds kerkbouw Zondag 26 juli 9.30 uur: Ds. N. van der Want, Melissant Ds. N. van der Want 18.30 uur: Collecten: 1 verenigingsgebouw Eben-Haëzer, 3 fonds kerkbouw Woensdag 29 juli 19.30 uur: Ds. H. Zweistra, Nederhemert Collecten: 1 diaconie, 3 verenigingsgebouw Eben-Haëzer
Aandachtspunten bij de diensten Lezen en zingen In de diensten lezen wij de Bijbel in de Statenvertaling. Dit is een oude Bijbelvertaling (1637), die gemaakt is op basis van een zeer betrouwbare vertaalwijze. Daarbij is met nadruk recht gedaan aan de oorspronkelijke talen waarin de Bijbelboeken geschreven zijn. 4
Zingen doen wij uit de psalmberijming van 1773. Wij zijn gewend zelf een Bijbel met psalmboek mee te brengen. Mocht u niet over (deze versie van) de Bijbel en het psalmboek beschikken, leent u dan gerust een exemplaar bij de koster. Collecten In iedere kerkdienst zijn drie collecten. Onder de kerkdiensten staat voor welk doel de eerste en derde collecte van die dienst bestemd zijn. De tweede collecte is altijd bestemd voor de kerkvoogdij. Kleding In de eredienst wordt u allen in gepaste kleding verwacht. Vrouwen en meisjes wordt gevraagd in rok of jurk (liever dus niet in broek) te komen en een hoofddeksel te dragen. Dit verzoek is gegrond op de Bijbel, zie 1 Korinthe 11. Zitplaatsen De meeste zitplaatsen zijn tijdens alle diensten vrij, met uitzondering van enkele gereserveerde plaatsen (zoals de plaatsen voor logeerhuis De Mantelienge en voor de bhv’ers). De koster is u desgewenst behulpzaam. Ringleiding In de kerk is ringleiding aanwezig. Hulp koster Mochten zich tijdens de dienst omstandigheden voordoen, waardoor u de kerk moet verlaten, dan zal de koster of een bhv’er u hulp aanbieden. Parkeren Bij de ‘Eben-Haëzerkerk is parkeergelegenheid, terwijl ook gebruik gemaakt kan worden van de parkeergelegenheid nabij het busstation aan de Stationsweg of het parkeerterrein van de Rabobank, Hofdijksweg 20. Als u eventueel in de wijk rondom het kerkgebouw parkeert, let u dan op het vrijhouden van uitritten e.d. Kinderoppas Sinds september 2013 is er de mogelijkheid om onder de kerkdienst van onze gemeente de jongere kinderen naar de kinderoppas te brengen. De kinderoppas is in het verenigingsgebouw Eben-Haëzer en bestaat uit twee groepen, een groep van 0 - 2 jaar en een groep van 2 - 4. • de kinderen zijn allemaal welkom in de grote zaal; leeftijd 0-2 jaar maakt gebruik van de rechterkant van de zaal, leeftijd 2-4 jaar de linkerkant; er is een scheidingswand aanwezig. • Het doel van de kinderoppas is dat u als ouders samen naar de kerk kunt. • We gebruiken voor het brengen en halen van de kinderen de ingang bij de bibliotheek, aan de voorkant van verenigingsgebouw Eben-Haëzer. • Uw kind is welkom vanaf 9.00 uur. 5
• • •
• •
De tassen zetten we op een tafel naast de deur in de kinderoppaszaal. Let op: Doe de deur achter u dicht als u de zaal van de oppas verlaat! Wilt u voor het kind drinken en wat te eten mee geven, dit in een tas, beker met NAAM er op. Geef niet teveel mee. Graag alle spulletjes met naam erop. We zouden het fijn vinden dat er verschoonkleding meegegeven wordt. Als het kind er behoefte aan heeft zijn/haar eigen knuffel meegeven, evt. met naam erop, denk er zelf wel aan dat deze ook weer mee naar huis gaat.
Indeling van de ochtend: − 9.00 uur – 9.30 uur − 10.00 uur − 10.10 uur − 10.25 uur − 10.30 uur − 10.45 uur − 10.55 uur
: binnenkomst van kinderen, de kinderen spelen : eet – drinkmoment, kinderen nemen zelf alles mee : voorlezen uit de kijk- en luister-Bijbel : kinderen gaan naar wc en evt. verschonen : kinderen spelen of kleuren : alles schoonmaken en opruimen : psalmen zingen met de kinderen
Hartelijke groeten van Jaanie Tanis en Claske van der Bok
Diversen Kerkbode van de Hersteld Hervormde Gemeente te Ouddorp De Kerkbode verschijnt eens per twee weken en is gratis verkrijgbaar bij Boekhandel Akershoek, Hoenderdijk 9, Boekhandel Bruna, Hoenderdijk 19, Hubo Pijl, Hofdijksweg 17a, Schoenhandel Van der Bok, Weststraat 10 en bij het VVV-kantoor, Bosweg 2. De Kerkbode is ook te vinden op www.hhgouddorp.nl. Bibliotheek ‘Eben-Haëzer’ De bibliotheek (tel. 0187-683896) is geopend op donderdag van 15.30 tot 16.30 uur en van 18.30 tot 20.30 uur. Op vrijdag is de bibliotheek open van 19.00 tot 20.00 uur. De bibliotheek is gevestigd in verenigingsgebouw ‘EbenHaëzer’ en omvat theologische lectuur, geschiedenis, leesboeken voor ouderen, jeugd en kinderen. U kunt boeken lenen voor 20 cent per boek. E-mail:
[email protected] De catalogus kunt u op internet vinden: www.hhgouddorp.nl/bibliotheek Op D.V. 18 juli staat de bibliotheek op een fair met mooie tweedehands boeken. Deze fair wordt gehouden op Dirkdoensweg 18 van 10.00 tot 16.00 uur. Wilt u nog wat tweedehands boeken of andere spullen voor in de vakantie kom dan langs. 6
Collectebonnen De collectebonnen zijn, in de volgende coupures: • € 0,75 (per vel van 40 bonnen € 30,00) • € 1,25 (per vel van 20 bonnen € 25,00) • € 2,50 (per vel van 20 bonnen € 50,00) • € 5,00 (per vel van 20 bonnen € 100,00), op de bovengenoemde openingstijden verkrijgbaar in de bibliotheek ‘EbenHaëzer’. Betalen kan uitsluitend met PIN-pas.
En dat voor een vreemdeling In een preek over Lukas 17 : 12-19 van wijlen ds. F. Bakker komt het onderwerp vreemdeling aan de orde. Hij bepreekt dan onder andere de tekst: “en dezelve was een Samaritaan” en “En zijn er geen gevonden, die wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling? Van de tien melaatsen komt er één terug. Deze man vergat ook wat. De negen waren vergeten om tot Christus te gaan. Maar deze man vergat om naar de priester te gaan. Want er staat: toen hij zag dat hij genas, onderweg namelijk, toen ging hij terug. Hij ging niet meer naar de priester. Hij was zo onder de indruk van Gods barmhartigheden, dat hij het vergat. Dat is echte dankbaarheid. Zó onder de indruk van Gods goedertierenheden, dat U soms al het andere vergeet. Hij ging liever naar een andere Priester, naar die dierbare Hogepriester, uit Wie die weldaad was voortgevloeid, om aan Zijn voeten te vallen. Toen hij zag, dat hij genezen was, keerde hij weder. Toen ging hij terug tot Christus. En hoe deed hij dat? God verheerlijkende met een grote stem. Dat staat er ook nog bij. Hij spande dus al zijn krachten in om God groot te maken. Hij kon niet meer loskomen van de Weldoener. Zo komt hij terug: aanbiddende; want hij valt voor de voeten van Christus. Als een onwaardige komt hij terug, alsof hij zeggen wil: “Heere dat bent U toch niet aan mij verplicht geweest”. Het was de man zijn bekering. Het was niet alleen zijn reiniging van het lichaam, maar ook de reiniging van de ziel. Hij kwam het aan de weet aan de voeten van Christus: de Heere heeft nog veel meer dan dit te geven. Het is zo noodzakelijk dat de goedertierenheden Gods tot bekering leiden. Welnu, dat is hier gebeurd bij deze man. En zijn bekering bestaat hierin: dat hij met deze weldaad zonder de Weldoener niet meer verder kan. De liefde was er uit geboren en de liefde laat de Gever niet los. “En deze”, zo staat er bij, “was een Samaritaan”. Een verachte bij de Joden, een verworpene bij het bondsvolk. Het is een vreemdeling, zegt Christus. Deze vreemdeling komt terug. O, dat wonder gebeurt aan vreemdelingen. Hier worden de vreemdelingen burgers en hier worden de burgers vreemdelingen. Daarom kan hij zeker het wonder niet
7
op, omdat hij nog een vreemdeling is ook. Dat was zeker een wonder, dat de Heere dat gedaan had aan een buitenstaander. De anderen waren Joden en ze wisten het beter dan deze man, waar ze terug moesten komen. Zij waren er beter in onderwezen; maar ze waren Abrahams kinderen. En ze hadden er genoeg aan naar het vlees een kind van Abraham te zijn. Wanneer U dat nu nog over hebt, een kind van Abraham te zijn, wanneer U nog niet een vreemdeling geworden bent van het volk Gods en de beloften Gods, dan hebt U nog rechten. En wanneer U nog rechten kunt laten gelden, dan kan het nooit dankdag worden. Daar zat eigenlijk de fout bij de negen melaatsen. Daar zit eigenlijk het kwaad ook bij ons. Zolang we nog rechten hebben kan het nooit dankdag worden. Deze man is rein gemaakt voor de tijd en rein gemaakt voor de eeuwigheid: uw geloof heeft u behouden. Hij verheerlijkte God met een grote stem, hij kwam aan de voeten van Christus weder; en die verheerlijking Gods sluit tegelijk zijn zaligheid in. Dat is altijd zo, het is nooit omgekeerd. Eerst: God verheerlijken op de plaats van eigen onwaardigheid. Dat wordt deze man zijn eeuwige zaligheid. Nu weten we wat dankbaarheid is. Dankbaarheid is: terugkeren, wederkeren, de Gever niet meer te kunnen loslaten, dat is God verheerlijken. Niet met juichen en met roepen. Niet met lawaai, met geestelijk lawaai te maken, maar God verheerlijken in het stof. Dat is de zaligheid. Die man had veel gekregen. En bij zijn terugkomst kreeg hij alles. En dat voor een vreemdeling.
Gedicht De Heere onze Gerechtigheid Het wachtwoord der Hervormers Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart; Ik kende geen pijn en ‘k gevoelde geen smart; Ik vroeg niet: mijn ziele, doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? Al sprak daar een stem uit de Heilige Blaân, Van ’t Lam met de zonden der wereld belaân; Ik zocht bij de kruispaal geen veilige wijk. ‘k Stond blind en van verre, in mijzelve zo rijk! Ik deed als Jeruzalems dochters weleer: Ik weende om de pijn van mijn lijdende Heer’! Maar ‘k dacht er niet aan, dat ik, door mijn schuld Zijn kroon had gevlochten, Zijn beker gevuld! 8
Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt, Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt! Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed! Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed! Toen vluchtte ik tot Jezus, Hij heeft mij gered! Hij sprak mij vrij van het vonnis der Wet; Mijn heil en mijn vrede en mijn leven werd Hij! Ik boog me en geloofde en mijn God sprak mij vrij! Nu ken ik die waarheid, zo diep als gewis, Dat Christus alleen mijn gerechtigheid is: Nu tart ik de dood, nu verwin ik het graf, Nu neemt mij geen satan de zegekroon af! Nu reis ik getroost, onder ’t heiligend kruis, Naar ’t erfgoed hierboven, in ’t Vaderlijk huis. Mijn Jezus geleidt mij door de aardse woestijn. Gestorven voor mij, zal mijn zwanenzang zijn. R.M. M’Cheyne
Kerkdiensten D.V. augustus 2015 Zondag 2 augustus Ds. A.C. Uitslag, Urk 9.30 uur: 18.30 uur: Ds. A.C. Uitslag Collecten: 1 diaconie, 3 fonds kerkbouw Zondag 9 augustus 9.30 uur: Ds. B. Reinders, Korendijk Ds. B. Reinders 18.30 uur: Collecten: 1 pastoraat, 3 fonds kerkbouw Woensdag 12 augustus 19.30 uur: Ds. A.J. Britstra, Maartensdijk Collecten: 1 diaconie, 3 verenigingsgebouw Eben-Haëzer Zondag 16 augustus 9.30 uur: Ds. J.G. Blom, Kesteren 18.30 uur: Ds. J.G. Blom Collecten: 1 diaconie, 3 fonds kerkbouw Zondag 23 augustus 9.30 uur: Ds. D. Zoet 18.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 verenigingsgebouw Eben-Haëzer, 3 fonds kerkbouw 9
Woensdag 26 augustus Ds. S. Maljaars, gezamenlijke dienst met de plaatselijke Geref. 19.30 uur: Gemeente Collecten: 1 School met de Bijbel, 3 verenigingsgebouw Eben-Haëzer Zondag 30 augustus 9.30 uur: Ds. D. Zoet, bediening Heilige Doop 18.30 uur: Ds. D. Zoet Collecten: 1 verenigingsgebouw Eben-Haëzer, 3 fonds kerkbouw
Uit de berijmde Psalmen Psalm 87 : 3 en 4 3 De Filistijn, de Tyriër, de Moren, Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht; Van Sion zal het blijde nageslacht Haast zeggen: "Deez' en die is daar geboren". 4 God zal ze zelf bevestigen en schragen, En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft, Hen tellen, als in Isrel ingelijfd, En doen den naam van Sions kind'ren dragen.
Ben jij een vreemdeling? Het thema van deze zomergids is ‘vreemdelingschap’. Misschien dacht je wel toen je dit boekje op je vakantieadres zag liggen: ‘wat moet ik daar nu mee?’. Fijn dat je toch even de moeite hebt genomen om het in te kijken. Misschien voel je je wel een vreemdeling nu je hier op vakantie bent. Weg van thuis en alles vreemd hier. Je voelt je hier niet thuis. Of je denkt bij het woord vreemdeling aan de actualiteit, de recente discussie over bed, bad en brood of de vele bootvluchtelingen in de Middellandse Zee. De Bijbel heeft het ook over het vreemdeling zijn, ofwel vreemdelingschap. We gaan twee gedeeltes hierover lezen en daarna samen nadenken wat de Heere ons hier wil leren. Het eerste gedeelte is een stukje uit Genesis 47. Lees je mee?
10
Genesis 47 vers 7 t/m 10 7 En Jozef bracht zijn vader Jakob mede, en stelde hem voor Farao's aangezicht; en Jakob zegende Farao. 8 En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens! 9 En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdeling-
schappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen. 10 En Jakob zegende Farao, en ging uit van Farao's aangezicht.
Stel je eens voor dat je de vraag krijgt hoe oud je bent. Een hele normale vraag toch? Je zou, denk ik, een normaal antwoord geven en zeggen wat je leeftijd is. Jakob krijgt hier dezelfde vraag van Farao. Maar Jakob geeft niet een standaard antwoord door bijvoorbeeld te zeggen: ‘ik ben honderd en dertig jaar.’ Jakob geeft hier een heel bijzonder antwoord. Hij zegt in vers 9: ‘de dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren.’ Wat bedoelt Jakob hier te zeggen? We doen nog een keer de Bijbel open om het woord vreemdeling op te zoeken, maar dan in het Nieuwe Testament. We lezen een gedeelte uit Hebreeën 11. Hebreeën 11 vers 13 t/m 16 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. 14 Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken.
15 En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; 16 Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid.
In het 13e vers van het gedeelte wat we zojuist gelezen hebben gaat het ook over vreemdelingen. Daar wordt gezegd van hen ‘die in het geloof gestorven zijn’ dat ze hebben beleden dat ze ‘gasten en vreemdelingen op de aarde waren.’ De gelovigen waar het hier over gaat zeggen eigenlijk hetzelfde als Jakob. Terug naar de vraag wat Jakob bedoelt met zijn antwoord aan Farao in Genesis 47 vers 9. Is het je trouwens opgevallen dat Jakob het heeft over dagen? Jakob beseft dat zijn leven maar kort is, het zijn maar dagen. Mozes zegt hetzelfde in Psalm 90, lees vers 12 maar eens. Een les voor ons! Maar nu weten we nog steeds niet wat Jakob bedoelt met de jaren van vreemdelingschappen. 11
Een vreemdeling is iemand die niet thuis is op de plaats waar hij op dat moment verblijft. Iemand die vanuit bijv. Syrië naar Nederland komt is hier niet thuis. Zo is het ook met Jakob. Hij voelt zich hier op aarde niet thuis, hij voelt zich een vreemdeling. Hoe komt dat? Jakob mag door genade weten dat hij een beter Thuis heeft. Hij is als een pelgrim op reis naar het hemelse Jeruzalem. Daar ligt voor hem de Toekomst, daar is zijn heerlijke Erfenis. Hij is op weg naar een beter, een hemels Vaderland. Ik hoop dat je jezelf herkent in datgene wat Jakob tegen Farao zegt. Dat je je ook een vreemdeling voelt op deze aarde. Niet omdat je vreemd bent, maar omdat je de zonde zo moe bent, omdat je daarmee God zo’n groot verdriet doet. En omdat je weet dat er om Jezus’ wil een betere Toekomst voor je klaar ligt in het hemelse Vaderland waar je werkelijk Thuis bent. Jaloers geworden? Zoek de Heere nu het nog kan, nu je je dagen nog kunt tellen. Het zijn maar dagen, de tijd is kort. Zoek Hem! Zing je als vreemdeling op deze aarde mee met Jakob als hij zijn reislied zingt? Ik ben, o HEER, een vreemd'ling hier beneên; Laat Uw geboôn op reis mij niet ontbreken. (Ps. 119:10)
Verhaal Vreemdelingschap… "Kom eens wat dichterbij staan mensen, anders kan 'k me niet verstaanbaar maken in de drukte". Het is een gewemel van mensen, de stroom toeristen die voetje voor voetje naar de schaduw schuifelen van de 'Church of all nations' naast de Hof van Gethsemané. Filip, de Nederlandse reisleider, vervolgt zijn uitleg nadat ze zojuist door de Hof van Gethsemané gelopen hebben. "Je moet je voorstellen dat het óók zo druk was op het tempelplein in Jeruzalem, toen Jezus de tafels van de geldwisselaars omkeerde en het vee en de mensen uit de tempel joeg. Omdat ze het Huis Zijns Vaders tot een huis van koophandel maakten".... Marlies maakt samen met haar vriendin een georganiseerde groepsrondreis door Israël. Het is de derde dag. Ze zijn nu een beetje gewend geraakt aan het temperatuurverschil. Toen ze uit het vliegtuig stapten in Tel-Aviv stond het kwik 17°C hoger dan in Nederland. Het is zaterdag, dus sabbath. Op de wegen is het niet druk en het openbaar vervoer ligt stil. Vrijdagsavonds bij zonsondergang begint de sabbath, tot de zonsondergang van de volgende dag. Het was al merkbaar in het hotel: de cappucino-koffie automaat was uitgeschakeld, er was geen internetverbinding en één lift was nu de zgn. sjabbat-lift: deze ging automatisch naar elke verdieping en weer terug. Je deed er wat langer over, maar hoefde geen knopjes te bedienen. Filip had uitgelegd dat de Joden zich hiermee houden aan 12
wat in Exodus 35 : 3 staat, dat er geen vuur ontstoken mag worden. Ze gebruiken dan geen of zo weinig mogelijk gas en elektrisch. De stromen toeristen en touringcars zijn er niet minder om. Vanmorgen is Marlies met haar groep gestart in de graftuin. De plaats waarvan geografisch aangenomen wordt dat dit de plaats is van de Hof van Jozef van Arimathea, naastgelegen aan de heuvel Golgotha. Er heerst een bijzondere stilte in de tuin, het zachte ruisen van de wind door o.a. de olijfbomen en het fluiten van vogels, is aangenaam. Daarna zijn ze langs de Hemelvaartkapel naar een uitzichtpunt op de Olijfberg gegaan; vandaar hadden ze een immens uitzicht over de oude stad Jeruzalem met de gouden koepel van de Omar moskee. Filip heeft allerlei bezienswaardigheden aangewezen: een kapel die verwijst naar de plaats waar Jezus weende over de verwoesting van Jeruzalem, het tempelplein waar Hij de tafels van de geldwisselaars keerde, het huis van Kajafas, de oude stad van koning David, de Grafkerk, de oude poorten in de stadsmuur waar Jezus doorheen gegaan is op een ezel, en Hij met palmtakken verwelkomd werd, enzovoorts. Te voet is de groep de Olijfberg af gegaan, richting de oude stad Jeruzalem en bezoekt de hof van Gethsemané... Na de woorden van Filip krijgt Marlies het nog warmer dan ze het al had. 'Stel je toch voor dat hier nu ineens iemand de mensenmassa komt verjagen... Je zou denken dat het een terroristische aanslag of zo zou zijn'. Marlies hoort niet meer wat Filip nog verder vertelt. Nadenkend kijkt ze naar de punten van haar stoffige schoenen. 'Zou ik de Heere Jezus herkend hebben; niet als de gehate van de Farizeeërs maar als de Messias'? Gelijk daar achteraan schieten haar de regels van een bekend gedicht in gedachten: 't En zijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U kruisten ... Ik ben ‘t, o Heer, ik ben ‘t die U dit heb gedaan." Van wie het is en hoe het verder gaat weet ze niet, maar dat zal ze vanavond in het hotel googlen op haar i-pad. Als de groep weer verder loopt waar de bus hen opwacht, sluit Marlies stilletjes de rij. Eenmaal in de bus kan ze haar gedachten verder de vrije loop laten gaan. Maar dat duurt niet lang. De bus is de weg over het Kedrondal, wat de stad Jeruzalem scheidt van de Olijfberg, overgestoken. Eenmaal in de binnenstad van Jeruzalem, lunchen ze en gaan daarna de Via Dolorosa lopen. Het is met 38°C drukkend warm, en het lijkt nog wel warmer in de smalle steegjes van de Via Dolorosa: links en rechts souvenierstalletjes met de één voor de ander nog harder schreeuwende kooplui; voornamelijk Arabieren die dus geen sabbat vieren. De weg klimt langzaam omhoog, wat het lopen, samen met de warmte, vermoeiend maakt. Vanzelf gaan ieders gedachten naar de Heere Jezus, Die deze weg ook gelopen heeft. En wat is dan een rugtasje of een camera-tas in vergelijk met een zwaar houten kruis... Marlies bedenkt bij elke stap des te meer, dat ze eigenlijk een vreemdeling is: letterlijk, in dit land als toerist, maar ook van wat bekend is of moet zijn uit de Bijbel. En al helemaal vreemdeling van de Heere Jezus! Ze 'kent’ Hem alleen met haar verstand, van de oppervlakkige Bijbelkennis... Het lichamelijke lijden, deze kruisweg, moet onbeschrijflijk zwaar 13
zijn geweest, maar nog veel meer het zielenlijden wat Hij leed. En dat als Onschuldige voor zondaren. De Via Dolorosa komt uit bij de Grafkerk. Hier staan rijen mensen te wachten om naar binnen te kunnen. Het is er overweldigend druk. Marlies bekijkt de mensenmassa wat van een afstandje en besluit met een groepje reisgenoten in de schaduw te wachten tot de groep weer compleet is. Als dit eenmaal zo is, loopt de groep via smalle winkelstraatjes naar een Joodse wijk. Hier is het opvallend rustig en zijn de winkels gesloten. Uiteindelijk komt de wandeltocht uit bij het plein wat grenst aan de klaagmuur. Verderop in de week staat dit ook nog op het programma, dus al snel zet Filip de wandeltocht weer voort. Door diverse straatjes en poorten komt de groep bij Bethesda. Diepe opgravingen laten nog delen van het originele badhuis zien. Als de klok 's avonds 7 slagen laat horen, komt de groep vermoeid van de vele indrukken, de warmte en het lopen aan in het hotel. Een douche is zelden zo verkwikkend geweest en het avondeten smaakt best. Languit laat Marlies zich na het eten op bed vallen, starend naar het plafond. Ze laat in gedachten de dag de revue passeren. Ze weet nu al dat deze Israëlreis sowieso onvergetelijk gaat worden, maar de opgedane indruk van vandaag laat zich met geen camera vast leggen en is met geen pen te beschrijven... Ze pakt de i-pad uit de koffer. Hoe was dat gedicht ook alweer? Na even zoeken heeft ze ’t gevonden. Het is van Jacob Revius leest ze. ’t En zijn de Joden niet, Heer’ Jesu, die U kruisten, Noch die verraderlijk U togen voor ’t gericht, Noch die versmadelijk U spogen in ’t gesicht, Noch die U knevelden, en stieten U vol puisten, ‘t En zijn de krijgslui niet die met hun felle vuisten De rietstok hebben of de hamer opgelicht, Of het vervloekte hout op Golgotha gesticht, Of over Uwe rok saam dobbelden en tuisten – Ik ben ‘t, o Heer’, ik ben ‘t die U dit heb gedaan, Ik ben de zware boom die U had overlaân, Ik ben de taaie streng waarmee Gij ging gebonden, De nagel en de speer, de gesel die U sloeg, De bloed-bedropen kroon die Uwe schedel droeg, Want dit is al geschied, helaas! om mijne zonden. ..."Heere, ik ben een vreemdeling in het land van de Bijbel, een vreemdeling van U, zelfs van mijn eigen dwaasheid! Bekeer me, zoals U al Uw volk bekeerd heeft.... om Jezus wil, die gelopen heeft, waar ik vandaag ook liep" .... Mirjam Nelis
14
Uit de Bijbel Efeze 2 : 11 – 22 11 Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; 12 Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. 13 Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. 14 Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, 15 Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende;
16 En opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. 17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. 18 Want door Hem hebben wij beiden den toegang door een Geest tot den Vader. 19 Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; 20 Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; 21 Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.
Bijbelverhaal voor de jeugd Filippus en de kamerling
Handelingen 8: 26 - 40
Op de weg tussen Jeruzalem en Gaza loopt een man. Wat doet deze man daar? Weet hij niet dat deze weg door de bergen gaat en gevaarlijk is? Niet alleen vanwege het grillige pad, maar ook vanwege rovers, die zich hier verschuilen. Nou, deze man is Filippus, één van de zeven diakenen van de eerste christelijke gemeente van Jeruzalem. En ja, hij weet heel goed dat dit een gevaarlijke weg is. Hij vindt het zelf eigenlijk ook een beetje vreemd dat hij hier loopt. Maar weet je hoe het komt, dat hij hier loopt? Hij is gestuurd door 15
een engel, een boodschapper van de Heere om op deze weg te gaan. Waarom? Dat weet hij niet. Maar hij gaat en gehoorzaamt de Heere. En als je zo God gehoorzaamt, mag je ook geloven dat Hij voor je zorgt, ook in moeilijke omstandigheden. Daarom is Filippus niet bang. Want hij hoeft niet alleen te gaan. Op een gegeven moment ziet Filippus een bijzonder gezelschap. Er rijdt een prachtig versierde wagen op de weg met daarin een donkere man. Aan zijn kleding is te zien dat hij rijk is. Ook heeft hij knechten bij zich, die de wagen besturen en hem beschermen. Zo te zien een belangrijk gezelschap, vreemdelingen. Niet afkomstig uit Israël. Nee, deze man is een Ethiopiër; in de Bijbel wordt gesproken over ‘Moorman’, een man uit het land van de Moren. We weten dat daar Ethiopië mee wordt bedoeld. ’t Is niet zomaar een man, hij is de kamerling van de koningin; hij werkt aan het hof van Candace en is de schatbewaarder. We komen dit koningshuis al eerder in de Bijbel tegen, in de tijd van koning Salomo (1 Kon.10). De koningin van Scheba (zeer waarschijnlijk hetzelfde als Candace) had gehoord van Salomo’s wijsheid en rijkdom, maar ook van de God van Israël. Als ze alles gezien en gehoord heeft, looft ze God! Ze geeft Salomo veel geschenken en is schatrijk. Hoe deze kamerling meer te weten is gekomen over de Heere in zijn land weten we niet, maar deze geschiedenis zou best de aanleiding kunnen zijn geweest. De kamerling wilde de Heere aanbidden en is daarom naar Jeruzalem gereisd om daar in de tempel de Heere te aanbidden. Inmiddels is hij op de terugweg en leest hij uit de boekrol van Jesaja. Dan spreekt de Heilige Geest tot Filippus: ‘Ga toe en voeg u bij deze wagen’. Weer gehoorzaamt Filippus, want hij heeft wel in de gaten dat hij deze man niet zomaar, zonder reden tegenkomt. God heeft er een plan mee. Als Filippus naast de wagen gaat lopen, hoort hij de kamerling lezen: ‘Hij is gelijk een schaap ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is voor dien, die het scheert, alzo doet Hij Zijn mond niet open. In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen; en wie zal Zijn geslacht verhalen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen’ (Jesaja 53) Filippus vraagt: Begrijpt u ook, wat u leest? ‘Hoe zou ik het kunnen begrijpen’, reageert de kamerling. ‘Ik heb geen uitlegger. Kunt u het mij uitleggen? Klim maar op de wagen en kom bij me zitten’. Filippus weet gelijk: Dit is de reden, waarom de Heere me hierheen heeft gestuurd. Ik mag deze vreemdeling vertellen over de Heere Jezus, ik mag het Evangelie brengen! Filippus klimt op de wagen. De man vraagt: ‘Over wie 16
schrijft de profeet dit? Over zichzelf of over een ander?’ Filippus legt uit dat het over de Heere Jezus gaat. In het Oude Testament profeteerden de profeten al over Zijn komst en werk op aarde. Jesaja profeteert hier over zijn lijden en sterven. Filippus vertelt: ‘Deze profetie is in vervulling gegaan. Jezus kwam naar de aarde; hij genas zieken, richtte doden op, vertelde over het Koninkrijk van God. Maar de Joden hebben Hem gekruisigd, omdat ze niet wilden geloven dat hij de Zoon van God is en ze Hem kwijt wilden; Hij heeft 3 dagen in het graf gelegen, maar is toen weer opgestaan! Met Zijn dood en opstanding heeft Hij de straf betaald, die de mensen met hun zonden hadden verdiend. Hij vergeeft de zonden van mensen, die Hem er met heel hun hart om bidden en geeft het eeuwige leven.’ De kamerling luistert met open mond. Zijn hart raakt helemaal ervan overtuigd dat dit niet zomaar een praatje is, maar het Woord van de levende God. De God, die hij wilde aanbidden in Jeruzalem. Wat een blijdschap komt er in zijn hart. Dan komen ze langs water. De kamerling vraagt: ‘Wat verhindert mij gedoopt te worden?’ Filippus antwoordt: Als u gelooft in de zoon van God, mag ik u dopen. ‘Ja, zegt de man, ik geloof dat Jezus de Zoon van God is.’ Hij gelooft dat Jezus ook Zijn Zaligmaker is. Dan laat de man de wagen stoppen en stappen ze uit. Samen dalen ze af in het water en Filippus doopt de kamerling. De man mag weten dat Jezus ook zijn zonden vergeven heeft. Hij mag bij het volk van God horen; Hij is een kind van God geworden. Als vreemdeling kwam hij naar Jeruzalem; hoewel hij van geboorte geen Jood is, mag hij nu wél de God van de Joden met heel zijn hart dienen en liefhebben. Als ze uit het water stappen, neemt de Heilige Geest Filippus weg en brengt hem in Azote, waar hij ook het Evangelie mag gaan verkondigen. De kamerling is dan weer alleen. Maar… hij voelt zich niet alleen, want zijn hart is vol blijdschap. Een diepe vrede vervult zijn hart. Een vreemdeling van God werd veranderd in een bekende, een kind van God. Dat kan ook voor jou! Lees in de Bijbel, zoals de kamerling deed. Bid tot God of Hij ook jouw zonden wil vergeven. De Heere wil je zo graag van een vreemdeling veranderen in een kind van Hem! Hij gaf daarvoor zelfs Zijn eigen Zoon! Wat een grote, diepe liefde voor zondige mensen? Puzzel Terwijl de kamerling weer op de terugreis is vanuit Jeruzalem, leest hij in de boekrol van Jesaja. Als je alle woorden doorgestreept hebt, lees je uit de overgebleven letters wat hij o.a. over de Heere Jezus leest! Deze geschiedenis kun je ook vinden in de Bijbel: Handelingen 8:26-40.
17
Lied Zingt, gij afgelegen landen, Zingt, gij verste volken, zingt! Jezus reikt u Zelf de handen, Volken hoort: Zijn heilstem dringt Ook in ’t einde tot u door. Al wat leeft, dank’ Hem daarvoor. Groot en klein uit alle oorden Zien wij komen tot die stem, Luist’ren naar Zijn liefdewoorden; Vrijen, slaven dienen Hem. Dalen rijst, zinkt bergen neer: Baant den weg voor onzen Heer’!
18
Kleurplaat
Doorstreeppuzzel
Handelingen 8: 35. En Filippus deed zijn mond open en beginnende van diezelfde Schrift, verkondigde hem Jezus.
19
Vakantie Bijbelweek Hallo jongens en meiden, We hopen ook dit jaar weer een vakantiebijbelweek te houden. Het Bijbelse thema gaat dit jaar over: Het Licht tot behoudenis. Dit komt terug in de Bijbelverhalen die er worden verteld, en de tekst die wordt aangeleerd. We gaan ook knutselen. We knutselen vuurtorens van verschillende landen en hun omgeving. Deze dagen worden gehouden op D.V. dinsdag 18 augustus, woensdag 19 augustus en donderdag 20 augustus in verenigingsgebouw Eben-Haëzer, Preekhillaan 3 te Ouddorp. Jullie worden op de dinsdag en woensdag om 8.45 uur verwacht en op donderdag om 14.00 uur, en dan blijven we er ook eten. De dinsdag en de woensdag zullen dan om 11.15 uur worden afgesloten en de donderdag om 19.30 uur. Heb je er al zin in bel dan naar Thea Meijer (0187-683539) of mail naar
[email protected] De kosten zijn als volgt: Als je al de dagen komt betaal je € 5,- en als je één of twee dagen komt betaal je € 2,- per dag. Kijk voor foto’s op de site van de Hersteld Hervormde kerk van Ouddorp (www.hhgouddorp.nl/vakantiebijbelweek) Uitnodiging Wij willen alle ouders, opa’s en oma’s en verdere belangstellenden van harte uitnodigen om op D.V. donderdagavond 20 augustus om 18.30 tot 19.30 uur in verenigingsgebouw Eben-Haëzer te komen kijken wat we met de kinderen hebben gemaakt. Hartelijke groeten van Petra, Marjan, Ellie, Daan en Thea
20