Les 2 – FEESTEN
Lezen uit de bijbel
Johannes 13:39
Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ ….. 1
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij.
In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? 2 3
Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug.
Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Verklaring: Gebod : = opdracht. God geeft ons geboden en die geven je veiligheid. Het is niet dat je moet, maar je ontvangt!! Als je liefde GEEFT dan KRIJG je ook. Jezus geeft ons ook een woning bij God! Jezus kwam bij ons wonen en wij mogen bij Hem wonen.
Kringgesprek Waar zou je het liefste wonen? Is een woning een stukje veiligheid? Voel je je veilig in je kamertje? Was Jezus veilig toen hij bij ons kwam wonen? Ken je de film Annie? Ze woonde in een weeshuis, maar waar mocht ze later wonen? Is het zo ook ongeveer met ons? Zou je willen dat al je vrienden bij je woonden? Waarom wel of niet? Heeft liefhebben iets met wonen te maken?
Vertellen KE18 - Een spannend kerstverhaal Wat denk je dat er in een goed kerstverhaal moet zitten? Het moet gaan over een jongen/meisje. Die moet met kerstmis iets spannends beleven. Maar aan het eind moet het goed aflopen. Het meisje/de jongen moet dan meer van Jezus aan de weet zijn gekomen. Er moet een baby in voorkomen en een moeder. Ook een vijand, die de baby wil doodmaken, laten we zeggen een drugsdealer, met zijn vrienden, van die stoere bodyguards met spierballen van hier tot gunder. Wat voor soort meisje/jongen is het? Een Nederlandse Surinaamse? Ze heet? Jodi? Waar speelt het zich af? In een flat in Rotterdam? Bij wie gaat het meisje vluchten als ze in gevaar is en haar moeder is er niet? Bij een lieve oma, die haar het kerstverhaal vertelt? Komt er nog politie aan te pas en schieten? Het meisje heeft natuurlijk een gsm-metje. Om het niet al te zwaar te maken moeten er ook grapjes in. Oké, ze gooit haar wekker tegen de muur, omdat die niet uit wil gaan... Waarom is haar moeder eigenlijk weggegaan? Het is maar voor een dagje en ze is naar Amsterdam, naar haar familie om hulp te vragen. Ze heeft haar ouders al een jaar niet gezien, maar nu heeft ze hen nodig, want... Die moeder heeft veel schulden gemaakt en er komt een deurwaarder aan de deur. Misschien worden ze wel uit hun huis gezet en al hun spullen verkocht. Dan moet het meisje en de baby met hun moeder op straat gaan slapen, als zwervers!!! O, ik voel de bui al hangen. Tringggg Tringgg tringgg Jodi ligt lekker warm onder haar dekbed als de wekker afloopt. Ze schrikt wakker. Waar is ze? O ja, ze is alleen thuis, mamma is vanochtend toen ze nog sliep al heel vroeg vertrokken naar Amsterdam met de baby Pam in de kangeroodoek. Tring, tring, tring! Houd dat ding nou nooit op? Mamma had de wekker bij haar bed gezet, omdat ze Jodi niet zelf wakker kan maken om acht uur. Jodi vliegt overeind. Nou moet het afgelopen zijn met dat rotding. Ze geeft hem een klap op zijn kop, maar de wekker blijft gewoon doorgillen. Tring! Tring!! Jodi wordt er gek van. Ze smijt hem door de kamer heen en gilt. Hou op, ik kom niet uit bed. Ik wil niet naar school, eikelding! Tring, tring, tring! In een hoek ligt de wekker nog gewoon door te gillen. O, nou moet Jodi ook nog uit bed, met haar grote blote voeten op het koude zeil. Stop! Gilt ze, maar de wekker blijft gewoon doorratelen. Jodi denkt even na. Weet je wat, ze stopt hem gewoon onder haar matras met een kussen er bovenop. Heel zachtjes en in de verte klinkt nog het ring, tring... Na een tijdje stopt het ding vanzelf. Door dat gevecht met de wekker is Jodi nu meteen klaar wakker. Het is de woensdag voor kerst. Wat zal ze eens gaan doen? Een ding is zeker. Jodi gaat niet naar school vanochtend. Gewoon geen zin. Lekker spijbelen en doen waar je zelf zin in hebt. Omdat het woensdag is is het toch maar een halve dag. Met een lekker broodje met veel jam, pindakaas en chocoladehagelslag boven op elkaar, duikt ze achter de tv in haar pyjama, haar kroesharen als een wild oerwoud overeind. Dit wordt vast een superdag. Om een uur of twaalf heeft Jodi tien filmpjes gezien, zich aangekleed, een fles cola leeggedronken, de restjes chips van de vorige avond opgegeten en vijf spelletjes op de computer gedaan. Ze rekt zich eens uit. Bah, wat word je suf en stijf van al die beeldverslaving. Voordat ze kan bedenken wat ze verder zal gaan doen gaat de bel. Wie zou dat nu zijn. Jodi kijkt door het raampje in de deur. Er staat een man voor. Zou ze open doen? 'Wat wilt u?' schreeuwt ze. De man zegt: 'Ik heb een belangrijke brief voor je moeder. Doe open.' Jodi aarzelt. Ze mag geen vreemde mannen binnenlaten. 'Doe de brief maar door de brievenbus,' schreeuwt ze. Nee, dat kan niet, ze moet tekenen. Op haar hoede opent ze de deur.
De man blijkt een deurwaarder te zijn met een dwangbevel. Jodi weet best wat dat is. Als je veel schulden hebt en je betaalt niet, dan komt zo iemand aan de deur. Binnen een paar weken betalen, anders word je je huis uitgezet. Er zijn al meer deurwaarders aan de deur geweest. Ze tekent en de man verdwijnt. Jodi gaat maar meteen even de post uit de brievenbus halen. Natuurlijk niet vergeten de sleutels mee te nemen. Stel je voor, straks kan ze niet eens in haar eigen huis. Er liggen drie brieven en een kaart in het postvakje. Rekeningen en een kaart van haar tante in Suriname. Nou, zal mamma blij mee zijn. Ze smijt de rekeningen met een zucht in de la van het dressoir, bovenop de ongeopende stapel vorige rekeningen. Ze krijgt en eng gevoel in haar maag als ze eraan denkt, dat... wie weet, er op een dag mannen komen die hen het huis uit gaan zetten. Waar moeten ze dan naar toe... Zwerven, buitenslapen onder een vuile deken? Plotseling klinkt er een vrolijk deuntje. Jodi graait haar gsm naar zich toe. Het is mamma. 'Hai schat,' zegt mamma gejaagd, 'ben je al uit naar school? Gelukkig, ik bel je even, want je moet meteen weg. Doe je jas aan, pak de sleutels en ga zo gauw je kunt weg.' Weg? Waarom dat? 'Ja, weg, deur op slot draaien, geen gas of electrisch aanlaten... Ga maar naar eh... Eh, ga maar naar de moeder van je vriendinnetje, of zo.' Wat is er aan de hand? Waarom zo'n haast? Is er gevaar. 'Ja, groot gevaar. Brakkie, die neef van ons... hij wil mij dwingen om drugs te smokkelen, bolletjes te slikken, je weet wel en nu zijn ze op weg om jou....' Tringtringtring De deurbel gaat heel dringend. Jodi schrikt. 'De bel, mam...' 'Niet opendoen! Luister, Jodi...' De verbinding wordt verbroken. Jodi is doodsbang. Tringtringtring! Iemand trapt tegen de deur. Jodi graait haar jas en sleutels bijeen en gaat naar het achterbalkon. Zorgvuldig sluit ze de balkondeur weer dicht en dan klimt ze over het hek, dat hun woning scheidt van de buurvrouw, oma Pia. Het is erg gevaarlijk, ze slingert haar benen buitenom en komt met een plof op oma Pia's balkonnetje. Die schrikt zich naar als ze ineens op haar balkondeur hoort kloppen. Jodi gebaart met haar hand tegen de mond, dat oma niet moet praten en zachtjes sluipt ze naar binnen. 'Oma, draai de deur op slot, gauw!' hijgt ze. Even later zit ze achter een warme kop chocolademelk op de bank bij oma Pia. De overgordijnen hebben ze dichtgedaan, voor de inkijk. Hier is ze veilig. Oma Pia heeft mamma gebeld en nu weet ze precies wat er aan de hand is. Mamma is naar Amsterdam om geld te krijgen om haar schulden af te betalen. Ze dacht dat haar neef wel zou willen helpen, maar dat blijkt een gangster te zijn. Hij dreigt met ontvoering van Jodi als ze niet ingaat op zijn voorstel. Mamma is nu onderweg naar haar ouders, die ze een paar jaar niet gezien heeft. Zouden ze haar nog te woord willen staan na die grote ruzie van destijds? En wat erg belangrijk is, zouden ze haar willen helpen om haar schulden te betalen? Oma Pia stelt Jodi gerust. Ze heeft een manier van doen, die Jodi kalmeert. Vooral als ze de kinderbijbel pakt met die mooie platen en het kerstverhaal gaat lezen. Jodi weet er niet veel van. Ze hoort het verhaal van een vrouw, Maria, en Jozef haar man, die ook moesten vluchten met hun kindje voor een gemene koning. Die koning wilde alle kleine kindjes vermoorden, omdat hij bang was dat een van hen in zijn plaats koning zou worden. Het loopt gelukkig goed af voor het kindje Jezus. 'Pia, waarom zijn er eigenlijk zoveel gemene mensen op de wereld, ik hoor dat ook vaak op de tv en ik lees erover in de krant.' Pia aait even over Jodi's krullebol, 'alle mensen hebben zonde gedaan, niet een uitgezonderd, ook jij en ook ik.' zegt ze. 'Daarom kwam Jezus nu juist naar de aarde. Hij was Gods zoon. Later heeft Hij onze straf gedragen aan het kruis. Kijk maar.' Ze bladert wat door de kinderbijbel. Jodi ziet een man aan een kruis hangen. Bizar, wat eng! Pia legt uit wat Jezus voor ons heeft gedaan. Ze vertelt van de kribbe, de stal, de herders en de wijzen. Ook van de genezingen die Jezus deed en van Zijn prachtige woorden die mensen troostte. Jodi wist helemaal niet dat Jezus ook voor haar een plaatsje klaar maakte in de hemel. Ze wil eigenlijk graag bij Jezus horen.
Plotseling horen ze een politiewagen aankomen in de straat. Ze gaan even achter de gordijntjes loeren. Peppu, peppu, met piepende remmen stopt de wagen voor de deur van hun flatgebouw. Er springen twee agenten uit die meteen naar binnen rennen. Wat is er gebeurd? Heeft mamma soms de politie gebeld? Zitten die maffialui soms bij Jodi in huis? Ja, zo is het. Jodi trilt van angst. Oma Pia drukt haar stevig tegen haar blauwe schort, die naar afwaswater ruikt. Ze horen gestommel in het huis, geschreeuw: 'Handen omhoog! Politie! Leg je wapen neer!' 'Jezus wilt u ons bewaren,' bidt Pia en Jodi bidt mee. 'Jezus, help.' Na een paar minuten zien ze dat de politie twee mannen geboeid in de politiewagen duwt. Er staan nu veel mensen te kijken. Ze praten in groepjes verder over wat er gebeurd kan zijn. Jodi hoort haar gsm weer afgaan. 'Mam?' snikt ze. 'Jodi!! Lieverd, leef je nog?' 'Doe niet zo stom mam, tuurlijk leef ik nog, ik zit bij buurvrouw Pia.' 'Kind, ik heb doodsangst uitgestaan.' 'Nou, anders ik wel.' 'Ben je veilig?' 'Jaha! Waar ben je mam?' 'De auto waar ik in zit draait net de hoek om. Zie je me? Ik kom eraan met Pam, de baby.' Met een auto? 'Van wie is die auto dan?' 'Lieverd, wees blij. Het is de auto van oma en opa. Het is weer goed tussen hen en ons. Ze hebben me thuisgebracht en... raad eens wat? Ze betalen al onze schulden.' 'O ja, mam. Er was ook een deurwaarder en drie rekeningen...' De gsm valt weer uit. Ze moet hem nodig opladen. Buiten stopt de auto van opa en oma. 'Danku Jezus!' roept Pia. 'Ja, danku Jezus,' roept ook Jodi. Ze heeft haar eigen kerstfeest gekregen. Jezus werd in haar hart geboren. En Hij zal haar nooit meer verlaten. Jodi en Pia gaan gauw naar buiten om hen te begroeten. Mamma en Pam, die kleine dikke schat en ook... opa en oma, die ze al zo lang niet gezien heeft. Ze heeft al die tijd naar hen verlangt, want het zijn zulke lieve schatten. En wat is er veel te vertellen. Mamma is zo blij, dat ze geen geld hoefde te verdienen met bolletjes slikken. Gelukkig maar, wie weet was ze dan doodgegaan of in de gevangenis terechtgekomen. Je moet er niet aan denken wat er met kleine Pam gebeurd zou zijn. Het is een wonder. Ze zijn allemaal veilig. En op straat slapen? Dat gaat niet gebeuren, want opa en oma betalen alle schulden. 'Het is net als Jezus,' zucht Jodi als ze die avond haar bed in kruipt. 'Wat bedoel je?'vraagt mam die haar welterusten kust. 'Nou, Jezus betaalde ook al onze schulden. Daar zal ik je later wel over vertellen.'
Gebed Heer Jezus we bidden u voor alle daklozen in deze kersttijd. Ver weg en dichtbij. Ze hebben honger en kou en zijn niet beschermd. Danku dat het Leger des Heils en andere instanties hen proberen te helpen. Als kinderen kunnen we zo weinig doen, omdat we anders gevaar lopen.
We willen danken dat we een woning hebben, sommigen wonen mooi en sommigen armoedig, maar een dak boven je hoofd en een eigen plekje is zo kostbaar.
Vader, het belangrijkste is dat er in de woningen liefde woont. Er zijn kinderen die in hun eigen woning niet veilig zijn. Danku dat we een huis bij u hebben. Amen.
Opdracht *
* Kinderproclamatie.
Tekst Psalm 133.
Hoe goed is het, hoe heerlijk als broers en zusjes in de liefde van Jezus samen wonen! Want daar geeft de HEER zijn zegen en leven voor altijd.
Deze tekst is iets veranderd t.b.v. de verstaanbaarheid.
Activiteit
* bingo kerst of
* maak een lijstje om de kleurplaat Maria en het kindje Jezus
Quiz Welk vraagnummer hoort bij welk antwoordnummer ? Zie de antwoorden onderaan deze pagina
Vragen Antwoorden 1 Wat maakte Jezus voor ons klaar in de 1 Ja, Jezus zegt het zelf. hemel? 2 Zijn er wel genoeg woningen in de hemel?
2 Er zijn veel woningen
3 Moet je wel serieus nemen dat je in het 3 huis van God gaat wonen later?
Dak- of thuislozen
4
Wat betekent een woning voor een mens?
4 Soms door te bedelen, soms zorgt het Leger des Heils voor je, soms krijgt men een uitkering.
5
Hoe heten mensen die geen thuis hebben
5 Jammer genoeg wel.
6
Hoe word je in Nederland dakloos?
6 Een woning
7
Hoe kom je aan eten als je dakloos bent?
7 Nee, soms kopen ze er drank voor. Het lost niets op.
8
Zijn er in kinderen?
8 Een veilig eigen plekje waar je thuis hoort.
9
Is het altijd goed om wat te geven aan 9 bedelaars?
Nederland
ook
dakloze
10 Wat wil Jezus dat er in een huis is?
Antwoorden: 1-6
2-2
3- 1 4-8
Liefde onder elkaar.
10 Bijvoorbeeld door schulden, of als je asielzoeker bent en geen vergunning krijgt om te blijven, ook wel door drugsgebruik.
5-3
6-10
7-4
8-5
9-7
10-9