Tutorial B3: De VAR-2 schalen
© Dr. A.A. Vendrig. Voor meer info: www.VAR-2.nl
Onderwerpen van deze tutorial: • Opbouw VAR-2 in domeinen en schalen • Onderliggende theorieën en concepten per schaal • Interpretatie van de schaalscores
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Beperkingen Klachteninterferentie
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Beperkingen Klachteninterferentie
Schaal: Sociale steun thuis
Concepten en theorieën: • Klassieke studie van Brown & Harris: social orgins of depression (Brown & Harris, 1978) • Bufferhypothese van sociale steun (Cohen & Wils, 1985) • Concept van werk-thuis-conflict (Greenhous & Beutell, 1985) • SSKK-model uit de psychiatrie (de Jonghe, 1997)
Schaal: Sociale steun thuis
Concepten en theorieën: • Klassieke studie van Brown & Harris: social orgins of depression (Brown & Harris, 1978) • Bufferhypothese van sociale steun (Cohen & Wils, 1985) • Concept van werk-thuis-conflict (Greenhous & Beutell, 1985) • SSKK-model uit de psychiatrie (de Jonghe, 1997)
Schaal: Sociale steun thuis
Laag
Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld Hoog
• • • • •
• • •
• •
•
• •
Onvoldoende sociale steun. Staan er alleen voor. Voelen zich eenzaam. Zwak sociaal netwerk. Weten steun onvoldoende te mobiliseren. Negatief beeld van anderen. Kwetsbaar voor depressie.
•
Fragiel evenwicht. Redelijk, houdt niet over. Bij geen stressoren is de steun voldoende. Bij grote stressoren schiet de steun tekort.
Normaal. Voldoende sociale steun.
• • •
Meer dan gemiddeld aan sociale steun. Positief beeld van anderen. Weten steun goed te mobiliseren. Geeft kracht, compensatie indien stressoren (thuis of op het werk) aanwezig zijn.
Schaal: Sociale steun werk Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990)
• Model van de 4 A’s: Arbeidsverhoudingen (Kompier, 1994) • Introductie Wet Verbetering Poortwachter (WVP) in 2002, belangrijke rol van leidinggevende bij de re-integratie. • Praktijkervaring: bij stagnerende re-integraties blijkt er vaak al langer onvrede naar de leidinggevende te bestaan
Ziekteverzuim naar werkdruk, autonomie en sociale steun, 2008
Schaal: Sociale steun werk Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990)
• Model van de 4 A’s: Arbeidsverhoudingen (Kompier, 1994) • Introductie Wet Verbetering Poortwachter (WVP) in 2002, belangrijke rol van leidinggevende bij de re-integratie. • Praktijkervaring: bij stagnerende re-integraties blijkt er vaak al langer onvrede naar de leidinggevende te bestaan
Ziekteverzuim naar werkdruk, autonomie en sociale steun, 2008
Schaal: Sociale steun werk Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990)
• Model van de 4 A’s: Arbeidsverhoudingen (Kompier, 1994) • Introductie Wet Verbetering Poortwachter (WVP) in 2002, belangrijke rol van leidinggevende bij de re-integratie. • Praktijkervaring: bij stagnerende re-integraties blijkt er vaak al langer onvrede naar de leidinggevende te bestaan
Schaal: Sociale steun werk
Laag
Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld Hoog
•
•
• •
•
• • •
Slechte onderlinge verhoudingen op het werk. Men voelt zich niet gesteund door collega’s of leidinggevende. Problematisch bij oplopende werkdruk. Leidt tot stressreacties bij toename van werkdruk.
• •
Globaal voldoende sociale steun op het werk. Bij extreme werkdruk schiet de sociale steun te kort en leidt tot stressreacties. Op deelgebied (collega’s of leidinggevende) kan een knelpunt liggen.
Normaal. Geen grote knelpunten.
• •
Men ervaart veel steun van collega’s of leidinggevende. Goed functionerend team. Kan nadelig effect van oplopende werkdruk compenseren.
Schaal: Arbeidssatisfactie Concepten en theorieën: • Definitie van Locke (1976); “job satisfaction is a pleasurable or positive emotional state resulting from the appraisal of one's job or job experiences.“ • Job characteristics model (Hackman & Oldman, 1975). • Model van de 4 A’s (Kompier, 1994): Arbeidsinhoud en Arbeidsvoorwaarden • Het concept van verloopintentie (turnover intention) (Mobley et al., 1978).
Schaal: Arbeidssatisfactie
Schaal: Arbeidssatisfactie
Schaal: Arbeidssatisfactie
Schaal: Arbeidssatisfactie
Laag
Beneden gemiddeld
•
•
• • • • •
Men ervaart geen plezier in eigen werk. Onvrede naar het bedrijf waar men werkt. Mogelijk mismatch tussen competenties en eisen. Geen uitdaging in werk. Problematisch bij oplopende werkdruk. Leidt tot stressreacties bij toename van werkdruk.
•
•
Gemiddeld
Globaal voldoende • arbeidssatisfactie. • Bij extreme werkdruk schiet de arbeidssatisfactie te kort en leidt tot stressreacties. Op deelgebieden van arbeidssatisfactie liggen knelpunten.
Normaal. Geen grote knelpunten.
Boven gemiddeld Hoog • • • •
Men ervaart veel plezier in eigen werk. Baan biedt veel mogelijkheden. Baan vormt deel van identiteit. Kan nadelig effect van oplopende werkdruk compenseren.
Schaal: Regelmogelijkheden Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990).
• Job characteristics model (Hackman & Oldman, 1980).
Schaal: Regelmogelijkheden
Laag
Beneden gemiddeld
Gemiddeld
• •
•
• •
• •
Voelen zich opgesloten. Ervaren weinig autonomie in eigen werk. Problematisch bij oplopende werkdruk. Leidt tot stressreacties bij toename van werkdruk.
• • •
Globaal voldoende regelmogelijkheden. Bij extreme werkdruk schiet regelmogelijkheden te kort en leidt tot stressreacties. Is bij productiewerk vaker beneden gemiddeld. Bij beroepen met hogere opleiding: conformistische opstelling in werk, aangepast.
Boven gemiddeld Hoog
Normaal. • Voldoende autonomie in eigen werk. • • •
Ervaren veel vrijheid in eigen werk. Is bij beroepen met hogere opleidingen vaker verhoogd. Voelen zich autonoom. Kan nadelig effect van oplopende werkdruk compenseren.
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Beperkingen Klachteninterferentie
Schaal: Belastende thuissituatie Concepten en theorieën: • Klassieke studie van Brown & Harris: social orgins of depression (Brown & Harris, 1978). • Relatie tussen ‘life events’, ‘daily hassles’ en ziekte (Holmes & Rahe, 1967). • Concept van werk-thuis-conflict (Greenhous & Beutell, 1985). • Relationele stress en depressie (Whisman & Bruce, 1999).
Schaal: Belastende thuissituatie
Laag Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• •
• •
•
• •
•
Het leven zit mee. Weinig tot geen tegenslag of problemen thuis. Zorgeloze thuissituatie kan als een buffer dienen voor problemen op het werk.
Normaal. Evenveel problemen zoals bij de meeste mensen.
• •
In enige mate problemen in de privésituatie. Meestal op één gebied. Risico op depressieve klachten bij onvoldoende sociale steun thuis.
• •
Forse privéproblemen. Vaak combinatie van actuele stressoren en niet verwerkte ervaringen. Men voelt zich niet goed opgewassen tegen de problemen. Risico op depressieve klachten.
Schaal: Werkdruk Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990). • Burnoutconcept (Maslach en Jackson, 1986). • Concept van werkverslaving (Taris et al., 2008).
Schaal: Werkdruk Concepten en theorieën: • Job Demand Control Support model (JDCS-model) (Karasek & Theorell, 1990). • Burnoutconcept (Maslach en Jackson, 1986). • Concept van werkverslaving (Taris et al., 2008).
r = .64
Schaal: Werkdruk
Laag Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• •
• •
• • • •
•
•
Werk is weinig belastend. Afwezigheid van werkdruk kan als een buffer dienen. Mogelijk onder belast.
Normale werkdruk. De werkbelasting is zoals bij de meeste mensen.
Oplopende werkdruk. Nog wel hanteerbaar. Fragiel evenwicht. Risico op stressklachten bij lage arbeidssatisfactie of onvoldoende sociale steun.
• • •
Men ervaart een zeer hoge werkdruk. Werkdruk is niet goed meer hanteerbaar. Men komt niet meer goed los van het werk. Risico op overspanning bij lage arbeidssatisfactie of onvoldoende sociale steun.
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Beperkingen Klachteninterferentie
Schaal: Vermijding Concepten en theorieën: • BIG-5 model van persoonlijkheid (Costa & McCrae, 1992). • Common sense: problemen niet oplossen geeft spanning. • Gesprekken bij arbeidsrevalidatie gaan over bang zijn en eisen stellen. • Ervaring: re-integratie stagneert als mensen vermijden en geen oplossingen zoeken.
Schaal: Vermijding
Laag Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• • •
• •
•
•
Sterk persoon, slagvaardig. Veel zelfvertrouwen. Ook mogelijk is dat men weinig sensitief is of weinig in contact met eigen of andermans gevoelens.
Men pakt problemen aan. Evenwichtig persoon.
•
•
Ontwijkende trekken aanwezig, maar niet heel extreem. Men heeft vaker een aanloop nodig, maar pakt dan problemen wel aan. Houdt niet zo van conflicten en botsingen.
• • •
•
Door ontwijken en uitstel bouwt men spanning op. Sub-assertief. Vermijdt conflicten. Onzeker, zoekt bevestiging, weinig autonoom. Weet problemen niet goed op te lossen.
Schaal: Perfectionisme Concepten en theorieën: • BIG-5 model van persoonlijkheid (Costa & McCrae, 1992). • Reason and Emotion in Psychotherapie (Ellis, 1962). • Gesprekken bij arbeidsrevalidatie gaan over bang zijn en eisen stellen. • Tandvleessyndroom.
Schaal: Perfectionisme
Laag Beneden gemiddeld
Gemiddeld
Boven gemiddeld
• • •
•
• • • •
Men is soepel en makkelijk. Snel tevreden. Weinig gevoelig voor de eisen van anderen.
Gezond evenwicht tussen streefniveau en acceptatie van imperfectie van zichzelf en anderen.
Hoog
Licht perfectionistisch. • Bang om fouten te maken. Men is niet snel tevreden. • Risico op overbelasting. • •
Men stelt zeer hoge eisen aan zichzelf en anderen. Bang om fouten te maken. Werkhouding is verkrampt, strak en aangepast. Risico op overbelasting.
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Psychische klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Beperkingen Klachteninterferentie
Schaal: Stress
Concepten en theorieën: • General Adaption Syndrome (Selye, 1936). • Kernsymptomen van overspanning (Schmidt, 2001). • Breed meetbereik: stress → chronische stress → overspanning
Schaal: Stress
Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
•
• • •
• • • •
Persoon heeft geen last van stress.
Het stressniveau is licht verhoogd. Nog wel redelijk hanteerbaar. Geen of minimale aantasting in het dagelijks functioneren door stress.
Klinisch verhoogde score. Grote kans op overspanning. Stress is niet meer hanteerbaar. Minder effectief en problemen in dagelijks functioneren door stress.
Schaal: Moeheid
Concepten en theorieën: • Resultaten van de Maastricht Cohort Study ‘fatigue at work’ (Kant et al., 2003) • Schaal moet zuiver de kernsymptomen van moeheid meten. • Accent op niet-reactieve moeheid (in plaats van normale, reactieve moeheid)
Schaal: Moeheid
Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• • •
•
• • • •
Voldoende energie. Men voelt zich vitaal. Moeheid is reactief en men herstelt.
• • •
Moeheid als reactie op inspanning en/of stress houdt langer aan. Men is vaker vermoeid. Nog wel redelijk hanteerbaar. Geen of minimale aantasting in het dagelijks functioneren door moeheid.
• •
Klinisch verhoogde score Men is extreem vermoeid Gebrek aan energie, niet vitaal Moeheid houdt aan als reactie op inspanning en/of stress. Moeheid is niet meer hanteerbaar. Minder effectief en problemen in dagelijks functioneren door moeheid.
Schaal: Angst Concepten en theorieën: • Tripartite model van angst en depressie (Clark & Watson, 1991)
Schaal: Angst Concepten en theorieën: • Tripartite model van angst en depressie (Clark & Watson, 1991)
Schaal: Angst
Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• •
• • •
• • •
Geen angstklachten. Normale, reactieve angst.
• •
Meer angst dan gemiddeld. Bij onzekere personen iets verhoogd. Als reactie op stressoren bij een stabiel persoon. Nog wel redelijk hanteerbaar. Geen of minimale aantasting in het dagelijks functioneren door angst.
• •
Klinisch verhoogde score. Grote kans op angststoornis. Als reactie op stressoren bij een onzeker persoon. Angst is niet meer hanteerbaar. Minder effectief en problemen in dagelijks functioneren door angst.
Schaal: Depressie Concepten en theorieën: • Tripartite model van angst en depressie (Clark & Watson, 1991)
Schaal: Depressie
Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
• •
•
• • •
Stemming is normaal. Geen depressieve klachten.
• • •
• •
Men is vaker somber gestemd of er zijn wisselende stemmingen. Depressie is niet waarschijnlijk. Bij onzekere personen iets verhoogd. Als reactie op stressoren bij een stabiel persoon. Nog wel redelijk hanteerbaar. Geen of minimale aantasting in het dagelijks functioneren door sombere gevoelens.
• •
Klinisch verhoogde score. Grote kans op depressieve stoornis. Als reactie op stressoren bij een onzeker persoon. Somberheid is niet meer hanteerbaar. Minder effectief en problemen in dagelijks functioneren door sombere stemming.
De VAR-2 heeft 13 schalen verdeeld over 5 domeinen Steun Sociale steun thuis
Sociale steun werk
Stressoren Belastende thuissituatie
Werkdruk
Persoonkenmerken
Klachten
Vermijding
Stress
Perfectionisme
Moeheid
Arbeidssatisfactie
Angst
Regelmogelijkheden
Depressie
Ervaren beperkingen Klachteninterferentie
Schaal: Klachteninterferentie Concepten en theorieën: • Abnormal illness behavior (Pilowsky, 1969). • Fear-avoidance beliefs model van (chronische) pijn (Vlaeyen, 2000, Waddell, 1993). • Yellow flags in acute low back pain (Kendall, et al, 1997). • Work-related recovery expectations (Gross & Battié, 2005).
Schaal: Klachteninterferentie
Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld
Boven gemiddeld
Hoog
•
•
•
•
Men heeft geen klachten en daardoor ook geen beperkingen. Men heeft wel lichamelijke en/of psychische klachten, maar deze interfereren niet met het dagelijks functioneren.
•
Men ervaart belemmeringen in het dagelijks functioneren door lichamelijke en/of psychische klachten. Klachten interfereren in enige mate met eigen werk, maar zijn nog wel hanteerbaar.
• • •
Men ervaart forse belemmeringen in het dagelijks functioneren door lichamelijke en/of psychische klachten. Klachten interfereren in sterke mate met eigen werk. Negatieve klachtenperceptie. Inadequate coping met klachten.
© Dr. A.A. Vendrig. Voor meer info: www.VAR-2.nl