TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
P/N 1072701A-NL • REV 1.0 • ISS 15OCT13
Copyright
© 2013UTC Fire & Security Americas Corporation, Inc. Interlogix is onderdeel van UTC Climate Controls & Security, een bedrijfseenheid van United Technologies Corporation.Alle rechten voorbehouden
Handelsmerken en patenten
TruVision-naam en -logo zijn handelsmerken van United Technologies. Andere in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten.
Certificatie Contactgegevens
N4131 Voor contactgegevens, raadpleeg www.utcfireandsecurity.com of www.utcfssecurityproducts.eu
Inhoud Hoofdstuk 1
TruVision SVR Overzicht 3 Overzicht Gebruikershandleiding TruVision SVR-systeem 3 TruVision SVR Overzicht 3 Opslagruimte reserveren 4 Vereisten voor digitale video 5 Tijdsynchronisatie 5 Anti-virus software 5 Windows updates 5 Opschonen van het bestanden 5
Hoofdstuk 2
TruVision SVR-netwerkconfiguraties 7 Netwerkconfiguratie 7 Windows firewall 7 Windows verificatiemodel 8 Lokale permissies vs. permissies op afstand 9 DCOM-configuratie 9
Hoofdstuk 3
TruVision SVR installeren 11 TruVision Software Video Recorder 11 TruVision SVR Firmware 11 TruVision SVR toevoegen aan TruVision Navigator 14 Licenties 14 Upgrade zonder toezicht van TruVision SVR 17 PTZ-bediening 18 PTZ-verbindingen 18 PTZ-apparaatconfiguratie 19
Hoofdstuk 4
TruVision SVR-mogelijkheden 21 TruVision Navigator-ondersteuning 21 Configuratiemenu en mogelijkheden 21 Conditiediagnose 21 Cameraconfiguratie 21 Opnameconfiguratie 23 Meldingen 23 Netwerkopslag 24
Hoofdstuk 5
Camera's 25 Ondersteunde camerafuncties 25 Audio 25 Geluidsbrontypes 25 Geluidsvolume 25 Tegenlichtcompensatie 25 Helderheid 25 Detectie van camerabeweging 26
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
1
Hoofdstuk 1: TruVision SVR Overzicht
Mogelijkheid tot wijzigen van wachtwoord 26 Contrast 26 Belichting 26 Firmware 26 Framesnelheden 26 Gamma 26 H.264 26 Tint 26 IO-ingangen 26 IO-uitgangen 27 MPEG4 27 Meerdere video-ingangen 27 Naam 27 PTZ 27 Kwaliteit 27 Opnemen op de camera 27 Resoluties 27 Rotatie 27 Verzadiging 27 Scherpte 27 Ondersteuning voor Beknopte verificatie 28 Tweeweg audio 28 Videostandaarden 28 Witbalans 28 Camera's toevoegen aan SVR 28 Hoofdstuk 6
Controlelijst beveiligde TruVision SVR-installatie 31 Toegang tot de gebruikersgroep beperken 31 Beoordelen van machinebrede DCOMbeveiligingsinstellingen 31
Hoofdstuk 7
Apparaten detecteren en apparaatbeheer 33 Apparaten detecteren 33 Apparaatbeheer 33 Apparaatlijst 34 IP-adres toewijzen 34 Ping 34 Opnieuw opstarten 34 Webpagina van een apparaat openen 34 Standaard aanmeldingsgegevens van een apparaat controleren 34 Matrix met de functiemogelijkheid hulpprogramma Vinden per cameramodel 35
Hoofdstuk 8
Herstelfunctie 37 Videobestanden herstellen 37 Index 39
2
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1 TruVision SVR Overzicht Overzicht Gebruikershandleiding TruVision SVR-systeem De gebruikershandleiding van het TruVision Software Video Recorder (SVR) systeem bespreekt de algemene functies en technische specificaties van het TruVision SVR-systeem. In dit document worden tevens de verwante configuratievereisten voor de TruVision Navigator-software behandeld.
TruVision SVR Overzicht TruVision SVR is het op software gebaseerde recorderplatform voor de TruVision-productfamilie, waarmee u kunt beschikken over de flexibiliteit van commercieel beschikbare serverondersteuning voor schaalbare videoopnamebehoeften. TruVision Navigator is de interface waarmee u de opgenomen gegevens die zijn opgenomen met het TruVision SVR-systeem kunt bekijken en beheren. TruVision Navigator v5.0 of een latere versie is nodig om TruVision SVR te beheren. Gegevens zijn toegankelijk en kunnen worden weergegeven over een LAN of via internet. Door weergave en beheer van camera's van andere fabrikanten op afstand geeft TruVision SVR meer flexibiliteit aan zakelijke beveiligingssystemen. TruVision SVR geeft systeembedieners, met de technologie van IPadresseerbare camera's, overal ter wereld toegang tot hun camera's en deze zijn vanaf overal programmeerbaar. Deze digitale netwerkvideocamera's zijn specifiek ontworpen voor bewaking- en beheertoepassingen op afstand, zoals beveiliging en elektronisch toezicht. Voor alle IP-camera's moeten de IP-adressen zijn geconfigureerd volgens hun respectievelijke gebruikershandleiding(en). De IP-adressen kunnen ook worden ingevoerd bij het configureren van de camera in de TruVision Navigatorbeheersoftware. Nadat SVR op een systeem is geïnstalleerd en het systeem is in gebruik genomen, wordt aanbevolen dat de beveiliging op deze servers door de systeembeheerder wordt ingeschakeld, zodat alleen gebruikers met geldige Windows-domeinaccounts toegang hebben tot video. Met de introductie van op browser gebaseerde toepassingen, is de mogelijkheid tot toegang tot de
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
3
Hoofdstuk 1: TruVision SVR Overzicht
videoservers veel gemakkelijker met Microsoft-domeinverificatie. Het wordt voor een veilige werking, sterk aanbevolen om toegang tot deze servers te blokkeren. Afbeelding 1: TruVision SVR configureren
1. Database
4. Bedrijfsnetwerk
2. TruNav Server
5. IP-camera
3. TruNav Client(s)
Opslagruimte reserveren TruVision SVR-materiaal wordt opgeslagen op gescheiden sporen, die informatie bevatten over de inhoudsopgave, videostatus, en gebeurtenissen. TruVision SVR houdt altijd een bepaalde hoeveelheid schijfruimte gereserveerd die in overeenstemming is met stationsrichtlijnen van Microsoft. Tien procent van de totale schijfruimte is gereserveerd voor deze richtlijnvereisten en een extra tien procent is gereserveerd voor opslag van gebeurtenissen. In totaal is twintig procent van de harde schijfruimte al in gebruik en kan niet vrij worden gebruikt. Omdat TruVision SVR-materiaal wordt opgeslagen in aparte bestanden, zal de video ontoegankelijk worden als slechts een van deze bestanden wordt gewist of beschadigd raakt. Als het inhoudsopgavespoor bijvoorbeeld niet langer bestaat, kunt u videotracking niet langer gebruiken. Het is raadzaam om essentiële backup- en beveiligingsmaatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat uw gegevens zijn beschermd tegen hardware- en netwerkstoringen. Als uw video niet meer toegankelijk is, neemt u contact op met de Interlogix Technical Support Group om u te helpen bij het gegevensherstel.
4
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1: TruVision SVR Overzicht
Vereisten voor digitale video Tijdsynchronisatie Om het digitale videosysteem correct te laten werken, moet de tijd op alle computers zijn gesynchroniseerd. Er zijn gereedschappen van andere fabrikanten beschikbaar om tijden te synchroniseren over meerdere tijdzones. Als geen NTP-bron beschikbaar is, kan de TruVision Navigator-server worden gebruikt als de NTP-server.
Anti-virus software Als dit softwaretype is vereist (bijvoorbeeld vanwege bedrijfsbeleid), moet u de volgende richtlijnen volgen: •
Voor real-timebescherming moet u alle bestanden met de extensies .SPFS, .INFO, .LVI, .LEI en .LNR uitsluiten.
•
Voor real-timebescherming en scannen voor virussen moet u de gegevensstations uitsluiten.
Windows updates Bij het uitvoeren van updates voor Windows, moet u erop letten dat hiervoor een volledige uitschakeling van uw computer is vereist. Zorg ervoor dat u deze updates uitvoert wanneer opnemen niet noodzakelijk is of wanneer backup- of automatische storingomschakelsystemen goed zijn geconfigureerd en worden uitgevoerd.
Opschonen van het bestanden Als het systeem geen ruimte op de harde schijf meer heeft terwijl de camera's van het systeem zijn geconfigureerd voor opslagcapaciteit, worden de oudste videobestanden gewist, ongeacht van welke camera deze zijn. Naast videobestanden, wordt TruVision SVR-materiaal opgeslagen op gescheiden sporen, die informatie bevatten over de index, videostatus, en gebeurtenissen. Als hier geen rekening mee wordt gehouden, kan dit tot mogelijke problemen leiden. Denk bijvoorbeeld aan een geval waar het retentiebeleid is ingesteld op vijf dagen voor alle kanalen, behalve voor één kanaal dat is geconfigureerd voor een retentiebeleid van 30 dagen. Deze logica zal eerst bestanden opschonen voor het kanaal met een retentie van 30 dagen die 6-30 dagen oud zijn, voordat bestanden van een ander kanaal worden opgeruimd. Dit zou significante invloed hebben op de hoeveelheid video die wordt opgeslagen voor het kanaal met een retentie van 30 dagen.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
5
Hoofdstuk 1: TruVision SVR Overzicht
6
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2 TruVision SVRnetwerkconfiguraties Het is heel belangrijk dat alle computers in het TruVision SVR-netwerk zich op het zelfde domein of vertrouwde domein bevinden. Als dat niet het geval is, zal de TruVision SVR niet goed functioneren.
Netwerkconfiguratie Om de TruVision SVR correct te laten werken, moeten de volgende firewall- en toestemmingsgegevens zijn geconfigureerd.
Windows firewall De Windows firewall is standaard ingeschakeld. De systeembeheerder moet bepalen of firewall-services op het systeem worden gebruikt. Als de firewall is ingeschakeld, zal deze voorkomen dat de software van het beveiligingsbeheersysteem goed functioneert, totdat bepaalde dingen worden toegevoegd aan de uitzonderingslijst, die definieert welke componenten en poorten niet geblokkeerd mogen worden door de firewall.Als de firewall tijdens de installatie van de software van het beveiligingssysteem wordt ingeschakeld, zal de uitzonderingslijst automatisch worden ingevuld. BELANGRIJK: Aangezien bepaalde elementen zijn toegevoegd aan de uitzonderingslijst, mag het selectievakje Geen uitzonderingen toestaan op het tabblad Algemeen van het dialoogvenster Windows Firewall niet zijn geselecteerd. Windows Firewall-instellingen Uitzonderingslijst: •
TruVision SVR-services:
•
LnrCapSvcu
•
LnrRetrSvcu
•
LnrRTPServer
•
LpsSearchSvc
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
7
Hoofdstuk 2: TruVision SVR-netwerkconfiguraties
•
RPC Port (TCP/IP 135)
•
RTP Port (TCP/IP 554)
•
UDP Port (5000)
ICMP-instellingen: •
Binnenkomende echoverzoeken toestaan
Windows verificatiemodel Het proces dat door Windows wordt gebruikt om de identiteit van een client te controleren, wordt verificatie genoemd. Om een systeem goed in te stellen of een probleem op te lossen met een bestaande installatie, is de eerste stap om de identiteit te bepalen van de client die probeert een verbinding te maken met de server. Hier zijn enkele algemene richtlijnen: •
Interactieve processen worden altijd uitgevoerd met de identiteit van de gebruiker die ze heeft opgestart, of ze kunnen worden opgestart met de aanmeldingsgegevens van een andere gebruiker, met de opdracht “runas”.
•
Services lopen normaal gesproken onder het account SYSTEM (of een andere account die is gespecificeerd door Windows Services).
Wanneer een client een verbinding maakt met een server op afstand, wordt de identiteit van deze client naar de desbetreffende machine verzonden en de client door dit systeem geverifieerd. Dit proces kan verschillende uitkomsten hebben, afhankelijk van welk gebruikersaccount wordt gebruikt door de client: •
Als beide machines zich in een domein bevinden en de domeingebruiker wordt gebruikt, zal de server de domeincontroller gebruiken om de binnenkomende clientverbinding te verifiëren.
•
Als de cliënt het account van de lokale machine heeft gebruikt en hetzelfde lokale account met hetzelfde wachtwoord op de server bestaat, zal het desbetreffende account worden gebruikt. Opmerking: Als hetzelfde lokale account zich op de server bevindt, maar het wachtwoord verschilt, zal de verbindingspoging van de client onmiddellijk een fout geven. De hierna beschreven methode zal niet standaard worden gebruikt.
•
Indien de client de account van de lokale machine heeft gebruikt en een account met deze naam is onbekend voor de server, wordt een binnenkomende verbinding toegewezen aan de ANONIEME gebruiker op de machine op afstand. Opmerking: Er is een beveiligingsbeleid dat toestaat dat ANONIEME gebruikers onderdeel zijn van de groep IEDEREEN, maar standaard bevat de groep IEDEREEN alleen gebruikers waarvan de identiteit op een bepaalde manier is vastgesteld (d.w.z., niet anoniem).
8
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2: TruVision SVR-netwerkconfiguraties
Lokale permissies vs. permissies op afstand Het uitgebreide Windows-beveiligingsmodel dat is geïntroduceerd in Windows XP SP2 en Windows 2003 Server SP1 verdeelt permissies die zijn vermeld in de vorige sectie in twee aparte onderdelen: lokaal en op afstand. Dit zorgt ervoor dat systeembeheerders een meer gespreide controle hebben over objectveiligheid. Wanneer de client-serververbinding wordt geanalyseerd, zal de locatie van de componenten bepalen welke permissies (starten, activering en toegang) worden gebruikt. Als beide componenten op dezelfde machine worden uitgevoerd, worden lokale permissies gebruikt. Anders zal Windows permissies op afstand gebruiken.
DCOM-configuratie De DCOM-instellingen moet op alle computers die met de TruVision SVR zijn verbonden hetzelfde zijn. Zorg ervoor dat alle toepassingen van het beveiligingsbeheersysteem, die aan de recorder zijn verbonden, zijn afgesloten. 1. Selecteer Uitvoeren in het menu Start in Windows. 2. Typ dcomcnfg en klik op [OK]. 3. Ga naar Gedistribueerde COM Configuratie-eigenschappen door te navigeren naar Componentservices > Computers > Mijn Computer. 4. Klik met de rechtermuisknop op Mijn Computer en selecteer Eigenschappen. 5. Zorg ervoor dat op het tabblad Standaard Eigenschappen het volgende is geconfigureerd: •
Selecteer het selectievakje Gedistribueerde COM op deze computer inschakelen.
•
Controleer of het selectievakje COM Internet Services op deze computer inschakelen is uitgeschakeld.
•
Standaard Verpersoonlijkingsniveau moet zijn ingesteld op “Verpersoonlijken”.
•
Controleer of het selectievakje Extra beveiliging geven voor volgen van referentie is uitgeschakeld.
6. Gebruik op het tabblad Standaardprotocollen de knoppen om de lijst te ordenen in de exacte volgorde die hieronder wordt weergegeven: •
Verbindingsgeoriënteerde TCP/IP
•
Datagram UDP/IP
•
Tunneling TCP/IP
•
Verbindingsgeoriënteerde SPX
7. Klik op [OK]. 8. Start de recorder opnieuw als er wijzigingen zijn aangebracht. 9. Controleer dat de objectexporteurfout niet wordt weergegeven. Als de fout zich nog steeds voordoet, herhaalt u deze procedure, maar in stap 6 verwijdert u het Tunneling TCP/IP protocol uit de lijst met standaardprotocollen.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
9
Hoofdstuk 2: TruVision SVR-netwerkconfiguraties
10
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3 TruVision SVR installeren TruVision Software Video Recorder De TruVision SVR is een netwerkrecorder die is ontworpen om video op te slaan die is verkregen van IP-camera's. Bij het configureren van de IP-camera's moet u ervoor zorgen dat het juiste IP-adres in de clientsoftware is geïnstalleerd. Op het TruVision SVR-systeem kunnen twee netwerkkaarten worden geïnstalleerd. Bij het gebruiken van een tweede netwerkkaart om te verbinden aan een netwerk dat onafhankelijk is van dat van het hostsysteem, moet het tweede netwerk een ander subnet hebben.
TruVision SVR Firmware Om de recorder te laten werken, moet de juiste versie van de firmware op de machine worden geïnstalleerd. Voordat u begint met de installatie van de TruVision SVR-firmware, moet DirectX al zijn geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, moet u de installatie van de TruVision SVR stoppen zodat u DirectX kunt installeren. Systeemhardwarevereisten Component
Minimum
Aanbevolen
Hoog
Opmerkingen
De configuratie hieronder is getest met ondersteuning voor 32 IP-camera's die opnemen in 4CIFresolutie met 30 FPS, 50% compressie en bewegingsdetectie ingeschakeld. (82% CPU-gebruik)
De configuratie hieronder is getest met ondersteuning voor 32 IP-camera's die opnemen in 4CIFresolutie met 30 FPS, 50% compressie en bewegingsdetectie ingeschakeld. (56% CPU-gebruik)
De configuratie hieronder is getest met ondersteuning voor 64 IP-camera's die opnemen in 4CIFresolutie met 30 FPS, 50% compressie en bewegingsdetectie ingeschakeld. (68% CPU-gebruik)
Processor
Intel Core I5-2400 3,10GHZ 6MB L3 Cache Quad Coreprocessor
Xeon X3450 2,66GHz 8MB Cache 2,5 GT/s Quad Core-processor
Dual Xeon E5620
4GB DDR31333MHz NECC UDIMMs
4GB DDR3 1333MHz NECC SDRAM
6GB DDR31333MHz NECC SDRAM
Geheugen
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
2,26GHz 5,86 GT/s Quad Coreprocessoren
11
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
Component
Minimum
Aanbevolen
Hoog
Harde schijf (besturingssysteem)
250GB - 7200RPM, SATA 3,0Gb/s, 16MB cachegeheugen
500GB5 - 7200RPM, SATA 3,0Gb/s, 16MB cachegeheugen
500GB5 - 7200RPM, SATA 3,0Gb/s, 16MB cachegeheugen
Netwerk
Geïntegreerde PCIE 10/100/1000
Geïntegreerde PCIE 10/100/1000
Geïntegreerde PCIE 10/100/1000
Ondersteunde besturingssystemen •
Windows Server 2003 SP2 Standard en Enterprise
•
Windows Server 2003 R2 met SP2 Standard en Enterprise
•
Windows Server 2008 SP2 32-bits
•
Windows Server 2008 SP2 64-bits
•
Windows Server 2008 R2 met SP1 Standard en Enterprise
•
Windows 7 SP1 32-bits
•
Windows 7 SP1 64-bits
TruVision SVR-configuratie 1. Download het TruVision SVR-installatiepakket en voer het programma setup.exe uit op het systeem waar SVR op moet werken. Opmerking: Het wordt sterk aanbevolen dat TruVision SVR en TruVision Navigator op aparte machines worden geïnstalleerd. 2. Klik op [Installeren] om de vereisten te installeren en klik nadat dit is voltooid op [Volgende]. 3. Lees de licentieovereenkomst. Selecteer het juiste keuzerondje als u hiermee instemt. Klik op [Volgende]. 4. Selecteer de doelmappen en klik op [Installeren]. De logboekbestanden van de TruVision Software Video Recorder worden voor Windows 7 opgeslagen op de volgende locatie: C:\ProgramData\UTC Fire & Security\TruVision SVR\logs Klik op [Volgende]. 5. Nadat de installatie is voltooid, wordt de SVR Beheerconsole weergegeven. Dit dialoogvenster wordt gebruikt om de locatie van gegevens voor de netwerkrecorder te configureren. a. Onder Beschikbare locaties, staan alle lokale harde schijven en toegewezen netwerkstations vermeld. Selecteer een schijf en klik op de pijltoets om de selectie te verplaatsen naar de andere kolom (Geselecteerde Locaties).
12
•
Als u netwerkstations gebruikt, is het raadzaam om een gebruikersaccount aan te maken voor toegang tot deze netwerkstations.
•
Toegewezen stations worden weergegeven in de lijst Beschikbare locaties, maar zullen niet goed functioneren en mogen niet worden gebruikt.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
•
Om een universele benamingsconventie voor het bestandspad te bepalen, klikt u op
. U krijgt dan de optie om het pad in te voeren of te bladeren naar de locatie.
•
Het volgende wordt ondersteund: iSCSI: Internet SCSI (Small Computer System Interface), een op IP gebaseerde opslagnetwerkstandaard voor het koppelen van gegevensopslagfaciliteiten. Door de alomtegenwoordigheid van IPnetwerken, kan iSCSI worden gebruikt om gegevens te verzenden over LAN, WAN of het internet en locatie-onafhankelijke gegevensopslag en wordt het ophalen van gegevens mogelijk gemaakt. SAN: (Storage Area Network). Een speciaal hogesnelheidsnetwerk (of subnetwerk) dat verschillende soorten apparaten voor gegevensopslag verbindt met gekoppelde gegevensservers, namens een groter netwerk van gebruikers. NAS: (Network-Attached Storage). Een harde schijfopslag die is ingesteld met zijn eigen netwerkadres in plaats van te zijn gekoppeld aan de afdelingscomputer die toepassingen levert aan werkstationgebruikers in een netwerk. BELANGRIJK: Let er bij het opnemen op een NAS op dat zich storingen kunnen voordoen door gebrek aan bandbreedte of slechte prestaties van de harde schijf (bijvoorbeeld als verschillende TruVision SVR's naar dezelfde stationslocatie of dezelfde gedeelde map schrijven). Elke recorder heeft zijn eigen speciale opslagruimte nodig.
b. Specificeer de naam van de map waar de gegevens moeten worden opgeslagen. Als de naam van de gespecificeerde map niet reeds bestaat, zal deze worden aangemaakt. c. Vul de hoeveelheid vrije ruimte (in MB) in die op elk station moet worden vrijgehouden. Als dit veld leeg blijft, zal er geen ruimte worden vrijgehouden. De netwerkrecorder zal altijd blijven opnemen door de oudste videobestanden te wissen naarmate de ruimte op het station opraakt. Opmerking: Het is raadzaam om 10% van elk opslagstation vrij te houden. Lagere waarden kunnen een negatieve invloed hebben op de prestaties van de recorder. d. Klik op [Volgende]. 6. In het tabblad Beveiliging vindt u de huidig toegepaste beveiligingsinstellingen, alsmede de vereiste acties die op de machine moeten worden toegepast om de SVR goed te laten werken Klik op [Toepassen] om de vereiste instellingen voor Opslag en Beveiliging toe te passen. 7. In het tabblad Resultaten wordt de status weergeven van de acties die zijn toegepast in eerdere stappen. 8. Nadat u de netwerkvideorecorder hebt geïnstalleerd, klikt u op [Voltooien]. Als u deze instellingen wilt wijzigen, kunt u dit later doen in de map C:\Program Files\UTC Fire & Security\TruVision SVR\SVR Management Console voor een 32-bits systeem, of in de map C:\Program
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
13
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
Files(x86)\UTC Fire & Security\TruVision SVR\SVR Management Console voor een 64-bits systeem.
TruVision SVR toevoegen aan TruVision Navigator Na de installatie moet TruVision SVR worden toegevoegd aan de apparaatstructuur van TruVision Navigator. Volg deze stappen om een SVR aan de Navigator toe te voegen: 1. Klik op de knop [Apparaat toevoegen] en selecteer [Handmatig toevoegen]. Opmerking: Het in Navigator geïntegreerde hulpprogramma Vinden ondersteunt geen detectie van SVR. 2. Selecteer [SVR] in het vervolgkeuzemenu voor het Apparaattype. 3. Voer de gewenste naam in voor de [Apparaattitel]. 4. Voer het [IP-adres] van de TruVision SVR-server in. 5. Vul 554 of een andere poort in voor [Apparaatpoort]. (Poorten met een andere toewijzing dan 554 moeten ook op het SVR-systeem worden ingesteld.) 6. Klik op [Ok]. 7. Klik op [Ja] en volg de instructies op om de SVR-clientonderdelen te installeren. Opmerking: Om de SVR voor de eerste keer te verbinden, moeten de SVRclientonderdelen op elke TruVision-client worden geïnstalleerd. Opmerking: Met elke clientupgrade van TruVision Navigator, moeten ook de SVR-clientonderdelen worden bijgewerkt. Voordat bestaande SVRclientonderdelen van de clientmachine worden verwijderd, moeten alle SVR's zijn verwijderd uit de apparaatstructuur. Het is raadzaam om het adresboek te exporteren, zodat het gemakkelijker wordt om apparaten terug naar de Navigator te importeren na het installeren van de nieuwe SVR-clientonderdelen. Opmerking: TruVision SVR moet binnen de eerste proefperiode van 30 dagen met de geschikte licenties worden geactiveerd via TruVision Navigator. De SVR en de camera's die ernaar opnemen zullen na de proefperiode niet toegankelijk zijn, totdat de server van TruVision Navigator is bijgewerkt met het juiste type en de juiste hoeveelheid licenties.
Licenties TruVision Navigator beschikt over een licentie-interface, die is geïntegreerd in het Help-scherm. Met de licentiekoppeling wordt het venster Licentiefuncties weergegeven, voor het beheren van de basis- en cameralicenties van de TruVision SVR-recorder. Met de knop Licentie bijwerken wordt het licentiebeheerscherm geopend, waarin een gebruiker de vereiste licenties kan wijzigen en meer licenties kan toevoegen via een nieuwe licentiecode die bij Interlogix is aangeschaft.
14
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
Licenties voor TruVision SVR zijn verkrijgbaar via de klantenservice van Interlogix. Er zijn drie typen TruVision SVR-licenties beschikbaar: •
TruVision SVR-basislicentie (TVS-BASE): Vereist voor elke TruVision SVRrecorder
•
TruVision SVR-licentie voor een camera van een andere fabrikant (TVS-CAM): Vereist voor elke individuele camera van een andere fabrikant
•
TruVision SVR-licentie voor een camera van Interlogix (TVS-CAM-ILX): Vereist voor elke afzonderlijke ILX-camera
Licenties verkrijgen Volg deze stappen om licenties te verkrijgen: 1. Klik op [Help] in de taakbalk van TruVision Navigator. 2. Klik op [Licentie] om de licentiefuncties weer te geven. 3. Klik op [Licentie bijwerken]. Er verschijnt een nieuw venster. 4. Vul in de betreffende velden het aantal licenties in dat nodig is voor elke SVRserver, camera's van andere fabrikanten en camera's van Interlogix. Wanneer deze aantallen zijn ingevuld, wordt de “Klantcode” automatisch bijgewerkt. Een “Klantcode” is een combinatie van een unieke TruVision Server-ID, het aantal SVR's dat is geïnstalleerd op de TruVision Server, en het aantal camera's van Interlogix en andere fabrikanten dat op het systeem is geïnstalleerd. 5. Gebruik de “Klantcode” op het scherm om de bestelling te plaatsen voor het aanschaffen van een licentiecode van de Interlogix-kanaalpartner. Opmerking: “Klantcode” zal als een referentie worden gebruikt wanneer de klantenservice van Interlogix uw licentiecode aanmaakt. 6. Een licentiecode wordt via e-mail naar het opgegeven adres verzonden. 7. Vul de ontvangen code in het veld Licentiecode in en klik op [OK]. 8. Alle SVR-servers en IP-camera's in het systeem zullen na het volgen van de eerdere stappen worden geactiveerd. Opmerking: Interlogix-camera's, camera's van andere fabrikanten en fysieke SVR-servers kunnen worden omgewisseld door een vergelijkbaar product, als het aantal apparaten met een licentie in TruVision Navigator Server maar niet wordt overschreden. Met toegepaste licenties wordt een reeks apparaatgroepen (SVR-recorders, Interlogix-camera's en camera's van andere fabrikanten) aangemaakt, die door de desbetreffende TruVision Navigator Server worden ondersteund. Licenties mogen alleen worden ingevoerd en toegepast op de TruVision Navigator Server-machine. TruVision Navigator-clients halen de licentiegegevens voor het beschikbare apparaat op van de TruVision Navigator Server. TruVision SVR Live video-instellingen TruVision SVR Live video-instellingen is een hulpprogramma dat is geïnstalleerd met het TruVision SVR-installatieprogramma. Het kan worden gebruikt om een multicastprotocol in te schakelen en te configureren, en poortbereiken te beperken.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
15
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
Laat op de recorder, de functie TruVision SVR Live video-instellingen (LnrNI.exe) uitvoeren vanaf c:\Program Files\Common Files\Lenel Shared\LNVSuite Client Components\7.0\LnrNI.exe. Als er meer dan een netwerkinterface aanwezig is, selecteert u de interface die u wilt gebruiken voor het verzenden van multicast. Laat het hulpprogramma TruVision SVR Live video-instellingen uitvoeren op elk client-werkstation met bewakingssoftware om live video weer te geven. 1. Schakel het selectievakje Multicast gebruiken in. 2. Als meer dan een netwerkinterface wordt gedetecteerd, selecteert u de interface die wordt gebruikt voor het ontvangen van live video. 3. Als er zich een firewall bevindt tussen de recorders en de client, moeten bepaalde poorten voor Multicast/UDP zijn geopend. Schakel het selectievakje Poorten gebruiken in. Vul de poorten in die op de firewall moeten worden geopend. BELANGRIJK: Op routers moet IP Multicast ook zijn ingeschakeld. Neem contact op met de fabrikant om IP Multicast in te schakelen. Hiervoor is mogelijk een firmware-upgrade vereist. BELANGRIJK: Firewalls tussen de TruVision SVR en de desbetreffende clients blokkeren meestal zowel UDP/IP- als IP Multicast-verkeer. Dit verkeer is éénrichtingscommunicatie, dus als er firewalls aanwezig zijn, moet verkeer van de TruVision SVR naar de clients zijn ingeschakeld. Als de firewall niet kan worden geconfigureerd om UDP/IP-verkeer in te schakelen op alle poorten, moet een bereik worden opgegeven van poorten die moeten worden geopend. Het aantal live video live-streams op de client is niet beperkt door het aantal open poorten. Opmerking: Sommige netwerkapparaten, zoals routers en switches, kunnen gegevens uitzenden naar alle apparaten in plaats van deze alleen aan geabonneerde clients leveren. Langzame (10 Mbps) apparaten kunnen het verkeer niet aan. Het kan mogelijk zijn om deze problemen op te lossen met 100 Mbps of snellere apparaten. In de volgende tabbladen kunt u het poortbereik beperken, dat wordt gebruikt voor de opgegeven secties: •
Client-netwerkinstellingen
•
Recordernetwerkinstellingen
•
IVS-netwerkinstellingen
•
Netwerkinstellingen voor monitoren op afstand
•
RTP client-instellingen
TruVision SVR-firmware verwijderen 1. De TruVision Software Video Recorder van de computer te verwijderen. 2. Verwijder de volgende mappen van de computer:
16
•
C:\Program Files\TruVision SVR
•
C:\Program Files (x86)\UTC Fire & Security\TruVision SVR (voor 64-bits besturingssystemen)
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
•
C:\ProgramData\UTC Fire & Security\TruVision SVR voor Windows Vista of later
BELANGRIJK: Door wijzigingen aan te brengen in het register, kan uw Windows besturingssysteem onherstelbaar worden beschadigd; zorg ervoor dat u een back-up maakt van het register, voordat u wijzigingen aanbrengt. Volg de instructies op: http://support.microsoft.com/kb/322756. 3. Open de registereditor en verwijder de volgende ingangen: •
hkey_local_machine\software\Lenel
•
hkey_local_machine\software\microsoft\MSSQLService
•
hkey_current_user\software\Lenel
Opmerking: Het kan zijn dat sommige registercodes niet zijn geïnstalleerd, afhankelijk van de versie van de TruVision SVR-firmware. 4. Start de computer opnieuw op.
Upgrade zonder toezicht van TruVision SVR TruVision SVR is een Windows Installer-installatiepakket waarmee upgrades kunnen worden uitgevoerd in gereduceerde gebruikersinterfacemodi. Hiermee kunnen verschillende standaard implementatietechnologieën, zoals SMS of Active Directory, worden ondersteund. Deze sectie geeft specifieke vereisten voor het implementeren van de TruVision SVR via methoden zonder toezicht of stille methoden. Implementatievereisten Er zijn verschillende vereisten van andere fabrikanten voor de upgrade van TruVision SVR. Deze toepassingen worden geïnstalleerd tijdens de standaard door de gebruiker uitgevoerde installatie. Wanneer de installatie echter in gereduceerde interfacemodi wordt uitgevoerd, moet aan deze vereisten worden voldaan alvorens TruVision SVR kan worden geïnstalleerd. Deze toepassingen kunnen worden gevonden op de TruVision SVR-schijf en individueel worden geïmplementeerd met de technologie zonder toezicht van uw voorkeur. Vereisten van andere fabrikanten Toepassing
TruVision SVR-schijflocatie
Aanbevolen opdrachten
Microsoft .NET4.0 Runtime
.\ISSetupPrerequisites\{074EE22F-24854FED-83D1AAC36C3D9ED0}\dotnetfx35.exe
/v /q /norestart
Microsoft XML Parser 6.0
.\ISSetupPrerequisites\{726F97A8-63B94A58-ACFBB8A56B383740}\msxml6_x86.msi
/qn
Microsoft C++ 8.0 Runtime
.\Temp\VCPP9Runtime\vcredist_x86.exe
/q
Microsoft C++ 9.0 Runtime
.\Temp\VCPP8Runtime\vcredist_x86.exe
/q
Intel Performance Primitives 5.2
.\Temp\INTEL\w_ipp_rti_ia32_p_5.2.msi
/q
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
17
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
TruVision SVR implementeren De TruVision SVR is een standaard Windows Installer-pakket waarmee kan worden geschakeld naar lage gebruikersinterfacemodi, voor implementaties zonder toezicht zoals /qr. Het Installer-pakket vereist enige gebruikersinvoer uit een configuratiebestand en een opdrachtmarkering. Configuratie-instellingen die worden gebruikt in een upgrade zonder toezicht, worden opgeslagen in het bestand lnrsetup.ini dat zich in de map Installatie zonder toezicht op de TruVision SVR-schijf bevindt. Dit bestand bevat instructies voor de verschillende beschikbare configuratie-instellingen. Het bestand moet worden aangepast aan uw specifieke systeembehoeften, alvorens TruVision SVR via de modus zonder toezicht wordt geïmplementeerd. Nadat het bestand is bijgewerkt, kan het op een schijf of netwerklocatie worden opgeslagen, zodat het aan de instellingen kan worden doorgegeven tijdens de installatie zonder toezicht. Het is raadzaam om de parameter /qr te gebruiken bij het uitvoeren van het installatiepakket in stille gereduceerde modus, via uw gekozen implementatietechnologie. De markering UNATTEND moet ook worden gebruikt om het volledig gekwalificeerde pad naar het bestand lnrsetup.ini te specificeren. Het volgende is een voorbeeldoproep voor de Windows Installer-engine (msiexec), waarmee de installatieopdracht (/i) wordt uitgevoerd in het TruVision SVR-installatiepakket. In dit voorbeeld zal het pakket worden uitgevoerd in de gereduceerde stille modus (/qr) en geeft de parameter UNATTEND het volledige pad naar de locatie van het bestand lnrsetup.ini. Het pakket en de instellingen worden gehost op een toegankelijke webserver, zodat altijd hetzelfde relatieve toegangspad wordt gebruikt bij een implementatie. "C:\Windows\system32\msiexec.exe /i "\\MyNetworkServer\Lenel Network Video Suite.msi" /qr UNATTEND=""\\MyNetworkServer\MyLNVRSettingsFile\lnrsetup.in i" Nadat de upgrade is voltooid, moet de TruVision SVR opnieuw worden opgestart en moet worden gecontroleerd of deze weer online is teruggekeerd in de bewakingssoftware.
PTZ-bediening Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw specifieke camera om de specifieke mogelijkheden voor PTZ-bediening weer te geven. Raadpleeg www.interlogix.com om specifieke cameramogelijkheden weer te geven.
PTZ-verbindingen PTZ-apparaten zonder een geïntegreerd IP-apparaat vereisen een seriële verbinding met een IP-camera of videoserver (via de standaard RS-232, RS-485 of RS-422). Raadpleeg de documentatie van de fabrikant voor meer informatie.
18
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
PTZ-apparaatconfiguratie PTZ-apparaten met geïntegreerde IP-camera's vereisen geen speciale configuratie. Voor alle andere gevallen gebruikt u de webinterface van het IPapparaat om de juiste instellingen te configureren voor de driver en COM-poort (baudsnelheid, databits, stopbits, pariteitbits).
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
19
Hoofdstuk 3: TruVision SVR installeren
20
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4 TruVision SVRmogelijkheden Het volgende hoofdstuk bespreekt functies en mogelijkheden van een TruVision SVR-systeem.
TruVision Navigator-ondersteuning TruVision SVR wordt ondersteund door TruVision Navigator 5.0 en latere releases. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de TruVision Navigator voor meer informatie over de specifieke functies die worden beschreven.
Configuratiemenu en mogelijkheden Conditiediagnose TruVision SVR kan diagnosegegevens over de conditie verschaffen via TruVision Navigator. Om deze informatie te verkrijgen, klikt u met de rechtermuisknop in de apparaatstructuur van TruVision Navigator en selecteert u “Conditiediagnose.” Deze informatie is ook samengevat in een voor export geschikt apparaatrapport. Met dit rapport kan de volgende informatie worden verkregen: •
Netwerkinformatie: IP-adres.
•
Systeeminformatie: SVR-firmwareversie, recorderdatum en -tijd, liveverbindingslimieten, afspeelverbindingslimieten.
•
Systeemconditie: Apparaatstatus.
•
Opname: Opnameschijflocatie, overblijvende opnamecapaciteit, beschermde opnamecapaciteit, opnameretentieperiode.
Cameraconfiguratie TruVision SVR is in staat om camera's te configureren via het apparaatconfiguratievenster in de TruVision Navigator-interface. Om dit te doen, klikt u met de rechtermuisknop op SVR en selecteert u [Apparaat configureren].
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
21
Hoofdstuk 4: TruVision SVR-mogelijkheden
Op de camera kunnen verschillende instellingen worden toegepast, inclusief beeldinstellingen, camera-instellingen, gebeurtenisbeheer en audioinvoerinstellingen. De camerastatus kan worden gecontroleerd en bijgewerkt met de knop [Camerastatus ophalen] in dit menu. Bewegingsdetectie (AI) TruVision SVR kan bewegende objecten of mensen binnen het gezichtsveld van de camera detecteren. Bewegingsdetectie kan worden aangepast aan het volgende: •
detectie van beweging in alleen bepaalde gebieden van het gezichtsveld van de camera.
•
configuratie van de bewegingsdrempel die moet worden gehaald om een alarm te genereren.
Opmerking: Aangezien het bewegingsdetectieraster van de SVR in het configuratievenster een functie is van de SVR zelf, zal een raster dat is ingesteld in de SVR-configuratie niet worden gereflecteerd in de eigen bewegingsdetectieinstellingen van de camera. Bewegingsdetectie configureren Om bewegingsdetectie in te stellen in de interface van Navigator, volgt u deze stappen: 1. Klik in het menu Services op [Start] om de meldingenverwerker te starten. 2. Klik met de rechtermuisknop op de IP-camera en selecteer “Camera configureren”. 3. Schakel op het subtabblad Video het selectievakje Bewegingsdetectie in. 4. Klik op [Rasterknop]. Het venster Bewegingsrasterinstellingen wordt geopend. 5. Klik met de rechtermuisknop op het beeld en selecteer “Alles selecteren”. U kunt ook de linkermuisknop ingedrukt houden, om de specifieke gebieden te selecteren. 6. Selecteer een planning. 7. Selecteer “Normaal” voor opnemen. 8. Selecteer “Aan” voor Alarm. 9. Selecteer een gevoeligheidsniveau tussen 0-100. 10. Klik op [OK] om op te slaan. Nadat deze stappen zijn voltooid, moet het alarmpictogram rood worden bij bewegingsgebeurtenissen. Opmerking: Het kan enkele minuten duren voordat de wijzigingen zijn doorgevoerd. Vernieuw de alarmlijst, totdat de eerste alarmen zijn ingevuld. Camerasabotage TruVision SVR kan detecteren wanneer een gebied door sabotageactiviteiten niet zichtbaar is voor de camera. Er wordt een alarm geactiveerd, indien de camera niet kan scherpstellen op de omgeving binnen het gezichtsveld van de
22
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 4: TruVision SVR-mogelijkheden
camera, maar wel een sterk kleurenbeeld detecteert. Dit wordt voornamelijk gebruikt om bewakingsstations te alarmeren dat een camera is aangetast doordat deze is afgedekt. Helderheid gewijzigd TruVision SVR kan wijzigingen in het licht binnen het gezichtsveld van de camera detecteren. Als het licht wijzigt van helder naar donker, of omgekeerd, wordt een alarm geactiveerd.
Opnameconfiguratie TruVision SVR configureert ook de opname-instellingen van de camera's via het apparaatconfiguratievenster in de TruVision Navigator-interface. Klik met de rechtermuisknop op SVR en selecteer [Apparaat configureren] en selecteer het tabblad [Opnemen]. Verschillende instellingen, inclusief opnamemodus, gebeurtenisopnamemodus en compressie-instellingen kunnen met deze interface op de camera worden toegepast.Raadpleeg voor meer informatie Hoofdstuk 5 “Camera's” op pagina 25. Gebeurtenisopname Dankzij gebeurtenisopname kan een camera worden geconfigureerd voor een hogere framesnelheid wanneer een gebeurtenis wordt geactiveerd. De camera kan ook worden geconfigureerd voor voorvertoning of navertoning bij een gebeurtenis, zodat video enkele seconden voor en na de gebeurtenis met een hogere framesnelheid wordt opgenomen. Nadat de gebeurtenis is afgelopen en een deel van de navertoningsopname is verstreken, gaat de camera terug naar de normale opnamemodus die voor de gebeurtenis is ingesteld. Gebeurtenisopname wordt volledig ondersteund voor MJPEG en MPEG4, maar met H.264 moet de framesnelheid van de gebeurtenisopname worden ingesteld naar de normale opnameframesnelheid. MPEG-4 kan ook I-frames opnemen bij niet-gebeurtenissen, en vervolgens met de normale framesnelheid opnemen wanneer zich een gebeurtenis voordoet.
Meldingen TruVision SVR configureert meldingen voor specifieke gebeurtenissen zoals Netwerkgebruik, CPU-gebruik en Schijf Bezet-status met betreffende drempelwaarden. Om dit te doen, klikt u met de rechtermuisknop op SVR en selecteert u [Apparaat configureren]. Selecteer vervolgens het tabblad [Meldingen]. Er kunnen verschillende opslagmeldingen in dit menu worden ingesteld. Om een retentieperiode in te stellen, selecteert u “Video ouder dan datum automatisch verwijderen” en vult u het gewenste aantal in het veld Dagen in. Systeeminstellingen TruVision SVR biedt en configureert belangrijke systeeminstellingen, zoals basissysteeminformatie, opnamecapaciteitsparameters en opslagstatistieken. Klik met de rechtermuisknop op SVR en selecteer [Apparaat configureren] en selecteer het tabblad [Systeem].
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
23
Hoofdstuk 4: TruVision SVR-mogelijkheden
Voor live-clients en recorder-clients kunnen vanuit deze interface limieten worden ingesteld. Planningen TruVision SVR kan opnemen op basis van planningen. Om planningen in te stellen, klikt u met de rechtermuisknop op SVR en selecteert u [Apparaat configureren]. De planningsopties zijn te vinden op het tabblad Systeem. Standaardplanningen in TruVision SVR zijn: •
Nooit - gepland opnemen wordt uitgeschakeld.
•
Altijd - 24/7 continue of op gebeurtenis gebaseerde opnames worden ingeschakeld, op basis van de geselecteerde opnamemodus.
Netwerkopslag Een TruVision SVR kan worden ingesteld om video op te nemen op een netwerkopslaglocatie, die de TruVision SVR zal behandelen als een ander lokaal opslagstation. Om een netwerkopslagsysteem (NAS) voor opname te selecteren, start u de SVR Beheerconsole vanuit het menu Start van Windows. Selecteer het opslagtabblad in de SVR Beheerconsole om wijzigingen aan te brengen. Er wordt een volledige lijst met eigenschappen weergegeven in de kaart Matrix met apparaatfuncties op de internetpagina van de TruVision Navigator op www.interlogix.com.
24
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5 Camera's Voor een lijst met op dit moment ondersteunde camera's, bezoekt u: www.interlogix.com/video.
Ondersteunde camerafuncties De volgende lijst met instellingen kan in het algemeen worden geconfigureerd op de camera's die op dit moment worden ondersteund door TruVision SVR. Niet alle vermelde functies worden echter ondersteund door alle camera's op de lijst.
Audio Hiermee kunt u bepalen of Audio op deze camera is geïmplementeerd (binnenkomende Audio van de camera naar de recorder). Door “Ja” te selecteren, geeft u aan dat Audio wordt ondersteund en op de TruVision SVR kan worden opgenomen.
Geluidsbrontypes Laat de gebruiker het type geluidsbron selecteren. Het geluidsbrontype is gebaseerd op de individuele camera. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de camerafabrikant voor informatie over beschikbare geluidsbrontypes. Brontypes zijn meestal “lijn” of “microfoon”.
Geluidsvolume Hiermee kunt u het volume regelen van het binnenkomende geluid van de camera.
Tegenlichtcompensatie Hiermee kan de gebruiker de tegenlichtcompensatie van de camera aanpassen.
Helderheid Hiermee kan de gebruiker de helderheid van de camera aanpassen.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
25
Hoofdstuk 5: Camera's
Detectie van camerabeweging Hiermee kunt u opgeven of de camera Bewegingsdetectie ondersteunt en of dit wordt gebruikt als onderdeel van de planning.
Mogelijkheid tot wijzigen van wachtwoord Hiermee kunt u opgeven of de gebruiker via de software het wachtwoord voor de camera kan wijzigen.
Contrast Hiermee kan de gebruiker het contrast van het camerabeeld aanpassen.
Belichting Hiermee kan de gebruiker de belichting van het camerabeeld of de tijdsduur waarin licht door de cameralens valt aanpassen.
Firmware Hiermee wordt de firmware van de camera aanduid, waarmee deze versie van TruVision SVR is getest en wordt ondersteund.
Framesnelheden Hiermee worden de beschikbare framesnelheden aangegeven (frames per seconde) die voor de camera in de software mogen worden opgegeven.
Gamma Hiermee kan de gebruiker de gammawaarden van de camera-uitgang aanpassen.
H.264 Hiermee kunt u opgeven of de camera ondersteuning biedt voor de H.264standaard.
Tint Hiermee kan de gebruiker de tint van het camerabeeld aanpassen.
IO-ingangen Hier wordt het aantal eventuele ingangen getoond, dat voor het desbetreffende cameratype geconfigureerd kan worden.
26
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5: Camera's
IO-uitgangen Hier wordt het aantal eventuele uitgangen getoond, dat voor het desbetreffende cameratype geconfigureerd kan worden.
MPEG4 Hiermee kan de gebruiker de camera in MPEG4-modus plaatsen om video op te kunnen nemen in MPEG4-standaarden.
Meerdere video-ingangen Hiermee wordt aangeduid of de camera over meerdere video-ingangen beschikt (meestal een 4-kanaals encoder).
Naam Hier wordt de naam weergegeven, die de gebruiker aan de camera heeft gegeven.
PTZ Hiermee kan de camera kan worden bediend via draai-, kantel- en zoomfuncties van de videoweergavesoftware.
Kwaliteit Hiermee kan de gebruiker de kwaliteit van het camerabeeld aanpassen.
Opnemen op de camera Hiermee kan de gebruiker het opnemen op de interne opslag van een camera configureren, indien dit door de camera wordt ondersteund.
Resoluties Hier worden de beschikbare resoluties weergegeven, die voor dit specifieke cameratype worden ondersteund. De resolutie kan verschillen op basis van de gebruikte standaard en de codec.
Rotatie Hiermee kan de gebruiker de camera roteren in intervallen van 90 graden.
Verzadiging Hiermee kan de gebruiker de kleurverzadiging van het camerabeeld aanpassen.
Scherpte Hiermee kan de gebruiker de scherpte van het camerabeeld aanpassen.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
27
Hoofdstuk 5: Camera's
Ondersteuning voor Beknopte verificatie Hiermee wordt aangeduid of de camera naast Basisverificatie ook Beknopte verificatie ondersteunt.
Tweeweg audio Hiermee wordt aangeduid of de camera kan worden gebruikt voor bidirectionele geluidscommunicatie.
Videostandaarden Hier worden de standaarden weergegeven (bijv. NTSC, PAL), die door de camera worden ondersteund. Opmerking: Als camera's worden toegevoegd via het hulpprogramma Vinden in TruVision Navigator, is NTSC de standaard video-instelling.
Witbalans Hiermee kan de gebruiker de witbalans van het camerabeeld aanpassen.
Camera's toevoegen aan SVR U kunt op twee manieren IP-camera's toevoegen aan een TruVision SVR-server: •
Handmatig toevoegen
•
Toevoegen via de lijst met gedetecteerde apparaten
Camera's aan een SVR-recorder toevoegen met het hulpprogramma Vinden Het toevoegen van IP-camera's via het overzicht van gedetecteerde apparaten is een gemakkelijke manier om een of meerdere camera's aan een SVR-recorder toe te wijzen. 1. Klik met de rechtermuisknop op de SVR in de apparaatstructuur van TruVision Navigator. 2. Selecteer [IP-camera's toevoegen] en klik op [Toevoegen via het hulpprogramma Vinden]. Het venster Hulpprogramma Vinden wordt weergegeven. 3. Selecteer de IP-camera's die u wilt toevoegen aan de TruVision SVR en klik op [Toevoegen]. Opmerking: Alleen camera's die door die recorder worden ondersteund, zullen worden gedetecteerd. Ook zullen camera's die aan een recorder zijn toegewezen niet in deze lijst worden weergegeven. Opmerking: Het hulpprogramma Vinden zal proberen om apparaten toe te voegen aan de hand van hun standaard aanmeldingsgegevens. Indien de aanmeldingsgegevens van een apparaat eerder zijn gewijzigd, wordt het apparaat nog wel toegevoegd aan de apparaatstructuur en SVR, maar wordt het aangeduid als offline. In dat geval moeten de bijgewerkte
28
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5: Camera's
aanmeldingsgegevens met de hand worden ingevoerd door de gebruiker, via het eigenschappenvenster of het configuratiemenu van het apparaat, door met de rechtermuisknop op het apparaat te klikken. Handmatig camera's toevoegen aan een SVR-recorder Het toevoegen van IP-camera's met de optie “Handmatig toevoegen” geeft de gebruiker de mogelijkheid om camera's op een traditionele manier aan SVR's toe te wijzen. Opmerking: Camera's met een “+” hebben betrekking op de alternatieve stream van de camera. Voor omgevingen met een lage bandbreedte, kunnen deze camera's aan de SVR worden toegevoegd in plaats van aan de primaire stroom. 1. Klik met de rechtermuisknop op de SVR in de apparaatstructuur van TruVision Navigator. 2. Selecteer [IP-camera's toevoegen] en klik op [Handmatig toevoegen]. Er verschijnt een nieuw venster. 3. Vul de velden met de informatie van de betreffende IP-camera. 4. Klik op [OK].
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
29
Hoofdstuk 5: Camera's
30
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6 Controlelijst beveiligde TruVision SVR-installatie Dit hoofdstuk beschrijft de stappen om de installatie van de TruVision SVR beter te beveiligen. Het is niet de bedoeling van dit hoofdstuk om algemene Windowsbeveiligingspraktijken en -richtlijnen te behandelen, maar om IT-specialisten te helpen bij het toepassen van deze praktijken en om richtlijnen te geven voor videoproducten van Interlogix.
Toegang tot de gebruikersgroep beperken TruVision SVR wordt standaard geïnstalleerd met toegang voor alle clients. Deze toegang omvat het ophalen van video en de mogelijkheid om de recorderconfiguratie te wijzigen. De toegang kan worden beperkt door LnrSetup uit te voeren en het tabblad Beveiliging te openen.
Beoordelen van machinebrede DCOMbeveiligingsinstellingen De standaard machinebrede beperkingen moeten worden aangepast om voldoende beveiliging te bieden voor de Windows-installatie. Elk product in de Video Suite heeft verschillende DCOM-configuraties op basis van de inbegrepen onderdelen. Als de toegang tot TruVision SVR is beperkt voor de groep LNRUsers, hoeven de ingangen voor anonieme gebruikers en iedereen geen toegang te krijgen. Door deze ingangen uit de limieten voor de toegangsbevoegdheden en lancering/activeringsbeperkingen te verwijderen, zal de beveiliging verbeteren. De groep LNRUsers moet toestemming hebben voor toegang en activering van DCOM-objecten, maar mag ze niet opstarten. Indien de toegang tot de TruVision SVR voor de groep LNRUsers niet is beperkt, kan de anonieme gebruikerstoegang nog steeds worden uitgeschakeld. Met deze instellingen kunnen alleen gebruikers die bekend zijn in het systeem worden geverifieerd. Dit kan een probleem vormen voor installaties die geen domeinserver hebben. Het is daarom raadzaam om de TruVision SVR met deze methode te beveiligen, waarna de TruVision SVR en alle client-machines onderdeel van een domein moeten zijn. TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
31
Hoofdstuk 6: Controlelijst beveiligde TruVision SVR-installatie
32
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7 Apparaten detecteren en apparaatbeheer Voor een lijst met op dit moment ondersteunde camera's bezoekt u: www.interlogix.com.
Apparaten detecteren Met het hulpprogramma Vinden kunt u op een eenvoudige manier apparaten detecteren en gereedmaken voor opnemen in het systeem. Het hulpprogramma Vinden is beschikbaar via verschillende paden in TruVision Navigator en wordt gebruikt voor het detecteren van recorders, camera's en encoders in het netwerk. Hierna volgt het pad om camera's te detecteren en aan SVR toe te voegen: Camera's toevoegen aan SVR Opmerking: De SVR heeft geen geïntegreerd detectieprotocol. Daarom zal SVR niet gedetecteerd worden, wanneer het netwerk wordt doorzocht. •
Selecteer een of meer camera's uit de lijst met gedetecteerde apparaten en klik op [toevoegen].
•
Klik met de rechtermuisknop op een SVR in de apparaatstructuur, klik op [IPcamera's toevoegen] en selecteer [Toevoegen via Apparaten detecteren].
Apparaatbeheer Het hulpprogramma Apparaatbeheer biedt allerlei informatie en functies waarmee het systeem eenvoudig kan worden ingesteld en onderhouden. Voor toegang tot de apparaatbeheerinterface, klikt u met de rechtermuisknop op [Apparaten] en selecteert u [Apparaatbeheer]. Het venster voor het hulpprogramma Vinden bevat de volgende gebieden en apparaatbeheerfuncties •
Apparaatlijst
•
IP-adres toewijzen aan een apparaat
•
Apparaten pingen
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
33
Hoofdstuk 7: Apparaten detecteren en apparaatbeheer
•
Apparaten opnieuw opstarten
•
Firmwareversie van apparaten ophalen
•
Webpagina van een apparaat openen
•
Standaard aanmeldingsgegevens van een apparaat controleren
Apparaatlijst Geeft een overzicht van de apparaten in het netwerk. Gemakshalve kunnen de apparaten worden gegroepeerd op type of merk. De lijst kan ook worden gesorteerd op een van de kolommen, door de geselecteerde groeperingen te behouden. De kolom ‘Verbonden met’ geeft informatie over de recorder waar elke camera naar toe opneemt. Een leeg veld geeft aan dat de camera is gedetecteerd in het netwerk, maar dat er nog geen recorder aan is toegewezen. Het apparaatoverzicht geeft tevens de volgende apparaatinformatie weer: modelnaam, IP-adres en poort, subnetmasker, firmwareversie, MAC-ID en serienummer. Daarnaast geeft de statuskolom de resultaten weer van de opdrachten Pingen, IP-adres toewijzen, Firmwareversie ophalen en Opnieuw opstarten.
IP-adres toewijzen Hiermee kunnen gebruikers een IP-adres toewijzen aan een camera. 1. Selecteer een camera in het overzicht van gedetecteerde apparaten. 2. Klik op [IP-adres wijzigen]. 3. Vul het [Nieuwe IP-adres] in het desbetreffende veld in en klik op [Ok].
Ping Hiermee kunnen gebruikers het apparaat pingen om de koppelingsactiviteit te controleren. De status van de ping-opdracht wordt weergegeven in het veld Status.
Opnieuw opstarten Hiermee kunnen gebruikers met één klik apparaten extern opnieuw opstarten. De status van de reboot-opdracht wordt weergegeven in het veld “Status”.
Webpagina van een apparaat openen Hiermee kunnen gebruikers het webbrowsermenu van een apparaat openen.
Standaard aanmeldingsgegevens van een apparaat controleren Hiermee kunnen gebruikers controleren of de aanmeldingsgegevens van een apparaat anders zijn dan de standaardwaarden. 34
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7: Apparaten detecteren en apparaatbeheer
Matrix met de functiemogelijkheid hulpprogramma Vinden per cameramodel Het hulpprogramma Apparaat vinden ondersteunt voor elke fabrikant de volgende functies. Apparaatlijst Detectie
Website IP Opnieuw Pingen Standaard Wachtwoord van van toewijzen opstarten wachtwoord apparaat apparaat controleren wijzigen opstarten
Interlogix
Y
Y
Axis
Y
Sony
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Y
Panasonic
Y
Y
Y
Y
Arecont
Y
Y
Y
Y
IQ in Vision
Y
Y
Y
Y
Bosch
Y
Y
Y
Y
Mobotix
Y
Y
Y
Y
TruVisionencoders
Y
Y
Y
Y
TruVisionrecorders
Y
Y
Y
Y
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Y
Y
Y
35
Hoofdstuk 7: Apparaten detecteren en apparaatbeheer
36
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 8 Herstelfunctie De TruVision SVR Herstelfunctie wordt gebruikt om systeeminformatie te herstellen, die verloren kan zijn door het bijwerken naar een eerdere versie van TruVision SVR tot en met TruVision SVR 7.0.825 of door opslaglocaties met SVRbestanden te verwijderen. Zonder deze systeeminformatie is de video niet af te spelen op een TruVision Navigator-client, totdat de herstelfunctie is uitgevoerd. De herstelfunctie kan worden uitgevoerd, terwijl de TruVision SVR opneemt of niet opneemt. Als de TruVision SVR opneemt terwijl de herstelfunctie wordt uitgevoerd, is oudere video niet langer beschikbaar voor de TruVision Navigator en zal het langer duren voordat de herstelfunctie is voltooid, dan als TruVision SVR niet opneemt.
Videobestanden herstellen BELANGRIJK: Het uitvoeren van de Herstelfunctie van TruVision SVR zal ervoor zorgen dat services stoppen en opnieuw opstarten, waardoor de videobewaking enkele minuten wordt gestopt. BELANGRIJK: De Herstelfunctie van TruVision SVR moet worden uitgevoerd op elke SVR waar video wordt weergegeven op TruVision Navigator. BELANGRIJK: Als de TruVision SVR vaak wordt gebruikt, kan de herstelfunctie lang duren. 1. Navigeer naar C:/Program Files(x86)/Interlogix/TruVision SVR/ en voer de LnrRecoveryConsole uit. 2. De recorder op de TruVision SVR wordt automatisch gedetecteerd. Klik op [Start]. 3. De video's die op de TruVision SVR zijn opgenomen, worden verwerkt. Als de TruVision SVR-services worden uitgevoerd, wordt u gevraagd om eventueel automatisch te stoppen en de benodigde services op te starten. Klik op [Ja] om verder te gaan met het herstelproces. Hoe meer video hersteld moet worden, hoe langer de functie moet worden uitgevoerd. 4. U kunt ook de specifieke dag en tijd inplannen in de week waarop de functie zal worden uitgevoerd.
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
37
Hoofdstuk 8: Herstelfunctie
38
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
Index A
L
Anti-virus software, 5
Licenties, 14
C
N
Camera's, 25
Netwerkconfiguratie, 7
D
P
DCOM-configuratie, 9 DCOM-instellingen TruVision SVR, 31 Digitale video, 7, 37 vereisten, 5
PTZ-bediening, 18
F Firmware, 11 verwijderen, 16
T Tijdsynchronisatie, 5 TruVision SVR installeren, 11 SVR-mogelijkheden, 21 SVR-netwerkconfiguraties, 7
G Gebeurtenisopname, 23
TruVision SVR-systeem Gebruikershandleiding
39