TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

P/N 1069895F-NL • REV 6.1• ISS 10MAY11

Copyright Handelsmerken en patenten

© 2011 UTC Fire & Security. Alle rechten voorbehouden. Interlogix, TruVision en logo’s zijn handelsmerken van UTC Fire & Security. Andere in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten.

Fabrikant

UTC Fire & Security Americas Corporation, Inc. 2955 Red Hill Avenue, Costa Mesa, CA 926265923, USA Geautoriseerde vertegenwoordiger in de E.U.: UTC Fire & Security B.V. Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Nederland

Certificatie Naleving van FCC-richtlijnen

Naleving van ACMA

Canada

Klasse A: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor digitale apparatuur van klasse A volgens deel 15 van de regels van de FCC. Deze normen zijn vastgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik van de apparatuur in een commerciële omgeving. Deze apparatuur genereert en maakt gebruik van radiofrequenties die onder omstandigheden ook uitgestraald kunnen worden. Onjuiste installatie en gebruik in strijd met de instructies in deze handleiding kan leiden tot interferentie met etherverbindingen. Gebruik van de apparatuur in een woonomgeving kan tot storingen leiden. In dat geval dient de gebruiker op eigen kosten deze situatie te corrigeren. Opmerking! Dit is een product van Klasse A. In de huiselijke omgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn maatregelen te nemen. This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-0330 du Canada.

Richtlijnen van de Europese Unie

12004/108/EU (EMC-richtlijn): UTC Fire & Security verklaart hierbij dat dit apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en andere belangrijke voorschriften van Richtlijn 2004/108/EU. 2002/96/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie niet bij het ongesorteerde gemeenteafval worden gegooid. Lever dit product na aankoop van een soortgelijk nieuw product in bij uw plaatselijke leverancier of bij een daarvoor aangewezen afvalinzamelingspunt. Zie voor meer informatie: www.recyclethis.info. 2006/66/EU (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de Europese Unie niet bij het ongesorteerde gemeenteafval mag worden gegooid. Raadpleeg de productdocumentatie voor specifieke informatie over de batterij. De batterij is van dit symbool voorzien. Op het symbool kunnen de volgende letters zijn aangebracht: Cd voor cadmium, Pb voor lood of Hg voor kwik. Voor een juiste recycling levert u de batterij in bij uw plaatselijke leverancier of op een aangewezen inzamelpunt. Zie voor meer informatie: www.recyclethis.info.

Contactgegevens

www.interlogix.com www.utcfssecurityproducts.eu

Klantenondersteuning

www.interlogix.com/customer-support

Inhoud Hoofdstuk 1 Productinleiding 1 Productoverzicht 1 Functies 2 Hoofdstuk 2 Installatie 5 Installatieomgeving 5 De TVR 60 en accessoires uitpakken 6 HDD-capaciteit 6 Apparaten aansluiten op het achterpaneel 6 Ondersteunde IP-camera’s 7 Installatie van PTZ-domecamera 8 Bedrading naar het bediendeel 12 RS-485-poorten 14 RS-232-poort 15 Monitoraansluitingen 15 Doorlussen 15 Audio-ingangen en -uitgangen 15 Beugels 16 Hoofdstuk 3 Aan de slag 19 De DVR inen uitschakelen 19 De installatiewizard gebruiken 19 Hoofdstuk 4 Bedieningsinstructies 25 De TVR 60 bedienen 25 Bediening via het voorpaneel 25 De muis gebruiken 27 De afstandsbediening gebruiken 28 Overzicht hoofdmenu 31 Hoofdstuk 5 Live-weergavemodus 35 Beschrijving van de live-weergavemodus 35 Digitale zoom 35 Schakelen tussen monitoren 36 Pop-upmenu’s voor bewerkingen met de muis 37 Volledig scherm weergeven 38 Het multiscreenbeeld weergeven 39 Cameravolgorde in de live-weergavemodus 39 Cameo-snelkoppelingen 40 Hoofdstuk 6 De live-weergavemodus configureren 41 De monitor en DVR-opties configureren 41 Tijd en datum configureren 44


i

Weergaveopties configureren 45 Hoofdstuk 7 Een PTZ-domecamera besturen 49 PTZ-instellingen configureren 49 Pop-upmenu voor bewerkingen met de muis 51 Instellen van voorinstellingen, voorkeuzetrajecten en schaduwtrajecten 51 Hoofdstuk 8 Een opname afspelen 59 Het afspeelbedieningspaneel 60 Video-opnamesafspelen 60 Afspeelmodus afsluiten 68 Hoofdstuk 9 Opgenomen bestanden archiveren 69 Bestanden archiveren 69 Videoclips archiveren 72 Back-upapparaten beheren 73 Archiefbestanden afspelen op een PC 73 Hoofdstuk 10 De webbrowser gebruiken 75 Gebruikers van Windows Vista en 7 75 De webbrowser openen 76 Webbrowseroverzicht 76 De webbrowser gebruiken voor het configureren van het apparaat 78 Opgenomen video-opnames zoeken en afspelen 79 Zoeken naar gebeurtenislogboeken 81 Live dual-streaming 81 Een PTZ-domecamera bedienen in de webbrowser 81 Hoofdstuk 11 Configuratie van opname-instellingen 83 Bezig met initialiseren van opname-instellingen 83 Een opnameschema definiëren 85 Opgenomen bestanden beveiligen 88 Geavanceerde HDD-instellingen configureren 89 Hoofdstuk 12 Alarminstellingen configureren 93 Bewegingsdetectie 93 Externe alarmen instellen 98 Alarmuitgangen handmatig activeren 101 Systeemmeldingen instellen 101 Beelduitval detecteren 103 Beeldmanipulatie detecteren 104 Hoofdstuk 13 Netwerkinstellingen configureren 107 Basisnetwerkinstellingen configureren 107 De DDNS configureren 108 Een NTP-server configureren 109 Een externe alarmhost configureren 109

ii


Multicast configureren 110 De server en HTTP-poorten configureren 111 E-mailinstellingen configureren 111 Hoofdstuk 14 Camerabeheer 113 Analoge camera’s in- of uitschakelen 114 IP-camera’s configureren 115 De OSD-instellingen configureren 116 Privacymasker instellen 118 Videobeeldinstellingen aanpassen 119 Hoofdstuk 15 HDD-beheer 121 HDD’s initialiseren 121 HDD-groepen instellen 121 De HDD-status instellen 122 HDD-status controleren 124 HDD-alarmsignalen configureren 125 Hoofdstuk 16 De DVR-instellingen configureren 127 De taal wijzigen 127 Gebruikers beheren 127 Systeem-firmware bijwerken 134 Standaardinstellingen herstellen 136 Systeemgegevens bekijken 136 Systeemlogboeken bekijken 136 Bijlage A

Problemen oplossen 139

Bijlage B

Specificaties 141

Bijlage C

PTZ-protocollen 145

Bijlage D

TVK-505U-bediendeel 147 Een TVK-505U-bediendeel gebruiken 147

Bijlage E

KTD-405-bediendeel 149 Ondersteunde firmware 149 Bedrading naar het bediendeel 149 Het bediendeel installeren voor de TVR 60 150 Het bediendeel gebruiken 152

Bijlage F

Cameramatrix 159

Bijlage G

Woordenlijst 163 Index 165 Menustructuur 168


iii

iv


Hoofdstuk 1 Productinleiding

Productoverzicht Dit is de TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding voor de modellen: Tabel 1: Productcodes Productcode

EMEA (Europa, MiddenOosten en Afrika)

Noord- en Zuid-Amerika

TVR-6016-500

Beschikbaar

Niet beschikbaar

TVR-6016-1T

Beschikbaar

Niet beschikbaar

TVR-6016-2T

Beschikbaar

Beschikbaar

TVR-6016-4T

Beschikbaar

Beschikbaar

TVR-6016-8T

Beschikbaar

Beschikbaar

TVR-6016-12T

Beschikbaar

Beschikbaar

Opmerking: Sommige modelversies zijn niet in alle regio’s verkrijgbaar. EMEAproductcodes eindigen met “EA” en worden geleverd met Engelse en Europese stekkers.

De TruVision™ DVR 60 (TVR 60) is een met alle opties uitgerust en schaalbaar hybride digitaal video-opnamesysteem waarmee u tot maximaal 24 analoge of IP-camera’s video kunt opslaan, live weergeven, doorzoeken en verzenden. Met behulp van de dual-streaming-functionaliteit kunnen gebruikers verschillende instellingen configureren voor het opnemen en streamen van video. De TruVision DVR 60 biedt een volledige integratie van de licentievrije TruVision Navigator-software, die geschikt is voor de meeste commerciële toepassingen. Met de eenvoudig en intuïtief te gebruiken webbrowserinterface van de TVR 60 kunt u externe configuraties uitvoeren en videomateriaal extern veilig bekijken, doorzoeken en afspelen op computers die via het internet zijn verbonden.


1

0BHoofdstuk 1: Productinleiding

Functies In deze sectie worden de beschikbare TVR 60-functies beschreven. Compressie De TVR 60 ondersteunt de volgende videofuncties: •

Schaalbaar, ultramodern, hybride H.264 videocompressie algoritme

•

Ondersteuning voor zowel analoge als IP-camera’s

•

Real-time opnames van 24 kanalen met 4CIF-resolutie

•

Ondersteuning voor opnames met watermerk.

Opslag De TVR 60 ondersteunt de volgende opslagfuncties: •

Ondersteuning tot maximaal 12TB aan opslag op de kaart

•

Ondersteuning van configureerbare redundante opnames

•

Ondersteuning voor HDD’s die zijn ontworpen voor een een werking van 24 × 7 en hoge schrijfcycli

•

Camera naar HDD-toewijzing voor HDD-gegevensgroepering

Opnemen en afspelen: De TVR 60 ondersteunt de volgende videofuncties: •

Real-time opnames van 24 kanalen met 4CIF-resolutie

•

Ondersteunde IP-apparaten: TruVision H.264 MPX en SD IP-camera’s, UltraView Encoder 10, UltraView IP, CamPlus2 IP en Panasonic IP-camera’s

•

Met dual-streaming-functionaliteit kunnen verschillende instellingen worden gebruikt voor het opnemen en streamen van video

•

PTZ- en domecamerabediening via de muis, de joystick op het voorpaneel en de draadloze afstandsbediening

•

E-mailmelding na een alarm met bijgevoegde afbeeldingen en conditiemeldingen

Netwerk De TVR 60 ondersteunt de volgende videofuncties: •

Gebruik via Ethernet (TCP/IP) voor externe controle, zoeken, afspelen, archiveren, configuratie, alarmmeldingen en firmware-upgrades

•

De mogelijkheid voor volledige integratie met licentievrije TruVision Navigator-software en TVRmobile-software

•

Ingebouwde webserver

2



Overige: De TVR 60 ondersteunt de volgende extra functies: •

Automatische detectie van videomodus (PAL of NTSC) tijdens opstarten

•

Meerdere bedieningsmogelijkheden: Voorpaneel, muis, draadloze afstandsbediening en toetsenbord

•

Ondersteuning voor KTD-405 / TVK-505U-bediendeel

•

Ondersteuning voor meerdere talen

•

Ondersteuning voor drie monitoren: Monitor A, monitor B en spotmonitoren


3


4


Hoofdstuk 2 Installatie

Installatieomgeving Tijdens het installeren van uw product moet u rekening houden met het volgende: •

Ventilatie

•

Temperatuur

•

Vocht

•

Chassisbelasting

Ventilatie: Zorg dat er geen ventilatieopeningen worden geblokkeerd. U moet de installatie uitvoeren in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. De installatielocatie moet goed geventileerd zijn. Temperatuur: Houd bij de keuze van de installatieplaats rekening met de bedrijfstemperatuur van de unit (0 tot 40°C) en de toegestane nietcondenserende luchtvochtigheid (10 tot 90%). Extreem warme of koude temperaturen buiten het bedrijfstemperatuurbereik kunnen de levensduur van de TruVision DVR 60 verkorten. Plaats de unit niet op een ander toestel dat warmte afgeeft. Laat 44 mm ruimte tussen TruVision DVR 60-units die in een rack worden gemonteerd. Vocht: Dit product is gevoelig voor water en vochtigheid. Vocht kan de inwendige delen beschadigen. Stel deze unit dus niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand of elektrische schokken te minimaliseren. Behuizing: Apparatuur tot een gewicht van 15,9 kg mag bovenop de unit worden geplaatst.


5

1BHoofdstuk 2: Installatie

De TVR 60 en accessoires uitpakken Controleer na ontvangst van het product de verpakking en inhoud op beschadigingen en controleer of alles compleet is. In de verpakking bevindt zich een lijst met items. Als één van de items ontbreekt of is beschadigd, dient u contact op te nemen met de leverancier. De volgende items zijn bij het product geleverd: •

Draadloze afstandsbediening

•

Twee AAA-batterijen voor de afstandsbediening

•

Voedingskabels (VS, Europa, VK)

•

USB-muis

•

DVR

•

Doorgeluste videokabel

•

TruVision DVR 60 Snel aan de slag-gids

•

TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding (op CD)

HDD-capaciteit Opslagcapaciteit voor de TVR 60 verschilt, afhankelijk van het model. Zie Tabel 2 hieronder voor meer informatie. Tabel 2: TruVision DVR 60-modellen Modelnummer

Beschrijving

TVR-6016-500EA

TruVision DVR Model 60, 16 kanalen, 500 GB

TVR-6016-1TEA

TruVision DVR Model 60, 16 kanalen, 1 TB

TVR-6016-2T(EA)


TVR-6016-4T(EA)


TVR-6016-8T(EA)


TVR-6016-12T(EA)


Apparaten aansluiten op het achterpaneel In Afbeelding 1 hieronder worden de aansluitingen van het achterpaneel getoond en elke aansluiting op een typische TVR 60 digitale videorecorder beschreven. Details kunnen verschillen voor de specifieke modellen. Voordat u de DVR inschakelt, sluit u eerst de camera’s en een hoofdmonitor aan voor de basisbediening.

6



Afbeelding 1: Aansluitingen op het achterpaneel

1.

Aansluiting voor maximaal 16 analoge camera’s op BNC-aansluitingen.

2.

Aansluiting voor audio-ingangen (beschikbaar voor elke camera) op RCA-aansluitingen.

3.

Aansluiting voor maximaal twee CCTV-monitoren (monitor B en C).

4.

Aansluiting voor luidsprekers op de audio-uitgang.

5.

Aansluiting voor VGA-monitor (standaard hoofdmonitor).

6.

Voor toekomstig gebruik.

7.

Aansluiting voor een eSATA-apparaat.

8.

Aansluiting voor een netwerk.

9.

Aansluiting voor USB-apparaten zoals een muis. USB CD/DVD-brander en USB HDD worden niet ondersteund.

10. Sluit de lijn naar de domecamera’s af met deze RS485-schakelaar. De standaardinstelling is Off (Uit). 11. Aansluiting voor PTZ-besturing. 12. Aansluiting op een bediendeel (KTD-405 wordt weergegeven). 13. Aansluiting voor maximaal 16 alarmingangskabels op relaisuitgangen. 14. Aansluiting voor maximaal vier NO/NCalarmrelaisuitgangen. 15. Aansluiting voor een voedingskabel. 16. Doorlusmogelijkheid voor maximaal 16 analoge camera’s (zie item 1).

Ondersteunde IP-camera’s De TVR 60 ondersteunt de volgende IP-camera’s met hun resoluties en maximum bitsnelheden. Zie Tabel 3 hieronder. Tabel 3: Ondersteunde IP-camera’s Ondersteunde camera’s

Ondersteunde resoluties

TruVision 2MPX-camera

UXGA, HD720P, 4CIF, 2Mbps 2CIF, CIF, QCIF

1 Mbps

TruVision 1.3MPX-camera

HD720P, 4CIF, 2CIF, CIF, QCIF

1 Mbps


Maximum bitsnelheid Hoofdstream

2Mbps

Maximum bitsnelheid - Substream

7


Ondersteunde camera’s

Ondersteunde resoluties

Maximum bitsnelheid Hoofdstream

Maximum bitsnelheid - Substream

UltraView-encoder

4CIF, 2CIF, CIF, QCIF 1,7Mbps

1 Mbps

UltraView IP-boxcamera


1 Mbps

UltraView IP-domecamera


1 Mbps

UltraView IP PTZ -camera


1 Mbps

CamPlus2 IP-camera

VGA, QVGA

2Mbps

N.v.t.

Panasonic IP-camera

VGA, QVGA

2Mbps

N.v.t.

Installatie van PTZ-domecamera Gebruik de meegeleverde USB-muis of het optionele bediendeel voor lokale telemetrische bediening. Als u de TVR 60 via een netwerk gebruikt, kunt u de PTZ-domecamera’s bedienen via de webbrowser of TruVision Navigator. Zie Bijlage C “PTZ-protocollen” op pagina 145 voor de ondersteunde protocollen. Elke PTZ-camera moet afzonderlijk zijn ingesteld. Raadpleeg Hoofdstuk 7 “Een PTZ-domecamera besturen” op pagina 49 voor informatie over het configureren van de instellingen voor de PTZ-domecamera.

Een TVR 60 aansluiten op een PTZ-domecamera en een bediendeel Gebruik het in-/uitgangvak dat bij het bediendeel is geleverd om een bediendeel aan te sluiten op de TVR 60. Het bediendeel kan worden aangesloten op een PTZ-camera voor lokale bediening of via het netwerk. Zie Afbeelding 2 op pagina 9 voor de gewenste installatie. Elke PTZdomecamera kan worden bediend omdat de DVR zorgt voor de vertaling van het PTZ-protocol. Deze installatie biedt echter slechts een beperkte configuratie van de dome.

8



Afbeelding 2: Een bediendeel aansluiten op de TVR 60 voor de bediening van een PTZdomecamera via het netwerk

De PTZ-protocollen configureren voor Interlogixcamera’s Voordat PTZ-domecamera’s in hun behuizing worden geassembleerd, moeten de DIP-schakelaars voor protocol en adres worden ingesteld voor de TVR 60. Zie Tabel 4 hieronder voor de verschillende instellingen van Interlogix PTZdomecamera’s. Als u PTZ-domecamera’s van een andere firma gebruikt, raadpleegt u de desbetreffende configuratie-instructies. Tabel 4: PTZ-protocollen voor Interlogix-camera’s Camera

Schakelaarinstelling

TruVision Mini PTZ 12X: Binnendomecamera

DIP-schakelaars protocol:

000000

DIP-schakelaars RS485-communicatie:

0000000000

DIP-schakelaars camera-ID:

Selecteer het gewenste DIPschakelaaradre s van de camera-ID 1. DIP-schakelaars protocol 2. DIP-schakelaars RS-485-communicatie 3. DIP-schakelaars camera-ID

RS-485 gegevensaansluiting:


9


Camera


TruVision Mini PTZ 12X: Buitendomecamera

DIP-schakelaars protocol:

000000

DIP-schakelaars RS485-communicatie:

0000000000

DIP-schakelaars camera-ID:

Selecteer het gewenste DIPschakelaaradre s van de camera-ID. 1. DIP-schakelaars protocol 2. DIP-schakelaars RS-485-communicatie 3. DIP-schakelaars camera-ID


TruVision Dome 16X PTZ

Protocolschakelaars:

0111

Adresschakelaars:

Selecteer het gewenste DIPschakelaaradre s van de camera-ID.

Baudsnelheid:

0000

1. Adresschakelaars; 2. Baudschakelaars; 3. Protocolschakelaars


10



Camera


CyberDome


NA

Adresschakelaars:

Selecteer het gewenste DIPschakelaaradre s van de camera-ID.


UltraView PTZ


01000

Adresschakelaars:

Selecteer de gewenste adresschakelaar.

1. Protocolschakelaars; 2. Adresschakelaars



11


Camera


Legenda


1

Adresschakelaars:

Selecteer het gewenste DIPschakelaaradres van de cameraID.


Bedrading naar het bediendeel Het bediendeel maakt gebruik van RS-485-simplexbedrading. Het signaal wordt overgedragen door één twisted-pair kabel. Een afgeschermde STP CAT5netwerkkabel wordt aanbevolen. Sluit één uiteinde van de kabel aan op de aarde, of het eerste of het laatste apparaat op de RS-485-kabel. Het maximum aantal apparaten dat op één bus kan worden aangesloten is 255, met een maximale kabellengte van 1200 m. De kabellengte kan worden uitgebreid met een signaalverdeler. Zowel het eerste als het laatste apparaat in de reeks moet met een 120 Ohm weerstand worden beëindigd om lijnreflecties tot een minimum te beperken. Zie Afbeelding 3 op pagina 13.

12



Afbeelding 3: Seriële bedrading RS-485-bus (KTD-405-bediendeel wordt weergegeven)

1. Bediendeel 2. I/O-module

3. Zie de sectie “RS-485-poorten” op pagina 14

Gebruik een RS-485-signaalverdeler voor een sterconfiguratie. Zie Afbeelding 4 hieronder. Afbeelding 4: Sterbedrading met RS-485-signaalverdeler Juist


3. RS-485/KTD-83-verdeler 4. Zie de sectie “RS-485-poorten” op pagina 14

Onjuist


13


Gebruik een RS-485/KTD-83-signaalverdeler om het maximum aantal apparaten op de bus alsmede het totale bereik te verhogen. Elke verdeleruitgang biedt weer een andere RS-485-bus, waarmee de uitgang nog eens 1200 m kan worden verlengd. Er kunnen maximaal 31 TVR 60-units op elke uitgang worden aangesloten. Zie Afbeelding 5 hieronder. Afbeelding 5: Het systeem uitbreiden met een RS-485-signaalverdeler


3. RS-485/KTD-83-verdeler 4. Zie de sectie “RS-485-poorten” hieronder

Let op: De meeste signaalverdelers zijn unidirectioneel. Dit betekent dat het signaal alleen van de ingang naar de uitgangen gaat. Het is daarom niet mogelijk om meerdere bediendelen aan te sluiten. Zie de sectie “RS-485-poorten” hieronder om de communicatie-instellingen van de RS-485-poort te configureren.

RS-485-poorten Er bevinden zicht twee RS-485-poorten aan de achterzijde van de TVR 60. Zie Afbeelding 6 op pagina 15 voor de seriële pinuitgangen. •

Dome RS-485: Term G: Beëindiging van RS-485-bus G: Aarde A en B: Aansluiting bediening voor draaien, kantelen en zoomen van PTZdomecamera’s. A = +, B = C en D: Niet gebruikt

•

14

Keyb: Aansluiting voor bediendeel.



Afbeelding 6: RS-485-pinnen

RS-232-poort De RS-232-poort is beschikbar voor toekomsti gebruik voor het aansluiten van CBR-PB3-POS (point-of-sale)- en ATM-apparaten op de TVR 60.

Monitoraansluitingen Sluit de unit aan op de monitoren via 75-ohm coaxkabels met BNCaansluitingen. De eenheid verschaft een 1 Vpp CVBS-signaal. Zie Afbeelding 1 op pagina 7 voor het aansluiten van een monitor op een TVR 60. De TVR 60 ondersteunt een resolutie tot 1280 × 1024 / 60 Hz in VGA. De monitorresolutie moet ten minste 800 × 600 zijn. Pas uw monitor aan deze resolutie aan.

Doorlussen U kunt de analoge camera’s doorlussen naar apparatuur zoals een matrix, monitoren of een tweede DVR. Er zijn 16 genummerde BNC-uitgangen voor doorlussen. Zie Afbeelding 1 op pagina 7.

Audio-ingangen en -uitgangen De unit is voorzien van 16 audio-ingangen en twee audio-uitgangen. Zowel de audio-uitgang en de audio-ingangen zijn van lijnniveau. Alle 16 audio-ingangen zijn gekoppeld aan een van de 16 camera’s. Audio-ingang

RCA-aansluiting, 315 mV, 40k Ohm. Niet-uitgebalanceerd

Audio-uitgang

RCA-aansluiting, 315 mV, 600 Ohm. Niet-uitgebalanceerd

Opmerking: Audio op lijnniveau vereist versterking.


15


Beugels De DVR is eenvoudig te monteren in een rack met behulp van de TVR-RK-1rackmontagekit. Zie Afbeelding 7 hieronder. Neem contact op met uw lokale vertegenwoordiger om deze te bestellen. Afbeelding 7: Rackmontage

Bevestig smalle voorste racksteunen aan de unit (schroeven bijgeleverd)

Bevestig DVR aan rails aan de voorzijde (schroeven niet bijgeleverd)

U installeert de racks als volgt: 1. Bevestig de twee kleine voorste racksteunen aan de DVR (schroeven bijgeleverd). 2. Bevestig de twee grote achtersteunen (niet bijgeleverd) aan de rails aan de achterzijde. 3. Bevestig de DVR aan de rails aan de voorzijde (schroeven niet bijgeleverd).

Let op: Bevestig de TVR 60 niet aan de rack zonder de rails aan de achterzijde te installeren. Als de rails aan de achterzijde niet zijn aangebracht, kan de DVR worden beschadigd. 

16

Verhoogde bedrijfstemperatuur - Wanneer het apparaat in een gesloten constructie of eenheid met meerdere racks is geïnstalleerd, kan de bedrijfstemperatuur in de rackeenheid hoger zijn dan de omgevingstemperatuur. Houd er daarom rekening mee dat u het apparaat installeert in een omgeving die de maximale bedrijfstemperatuur (40°C) zoals aangegeven door de fabrikant, niet overschrijdt.





Verminderde luchtcirculatie - Wanneer het apparaat in een rack wordt geïnstalleerd, dient dit op zo’n manier te gebeuren dat de vereiste luchtcirculatie voor een veilige werking van het apparaat behouden blijft.



Gewichtsverdeling - Het apparaat dient zo in een rack te worden gemonteerd dat er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan door een ongelijke verdeling van het gewicht.



Overbelasting van circuit - U dient het apparaat zorgvuldig op het voedingscircuit aan te sluiten en rekening te houden met de effecten van een eventuele overbelasting van de circuits op de overstroombeveiliging en bedrading. Let hiervoor op de apparaateigenschappen op de naamplaat van het apparaat.



Betrouwbare aarding - Apparatuur die in een rack is gemonteerd, dient op de juiste manier te zijn geaard. U dient vooral te letten op andere aansluitingen dan rechtstreekse aansluitingen op het vertakte circuit (bijvoorbeeld het gebruik van voedingsstrips).


17


18


Hoofdstuk 3 Aan de slag

De DVR inen uitschakelen Voordat u de stroom inschakelt, moet ten minste één monitor zijn aangesloten op de video-uitgang of de VGA-interface. U kunt anders niet de gebruikersinterface weergeven en het apparaat bedienen. Sluit tevens ten minste één camera aan. De TVR 60 detecteert automatisch de videomodus (PAL of NTSC) tijdens het opstarten. De TVR 60 is uitgerust met een universele voedingsbron die zich automatisch kan instellen op 110/240 V, 60/50 Hz. Opmerking: Het is raadzaam om het apparaat te gebruiken in combinatie met een noodstroomvoorziening (UPS). U schakelt als volgt de DVR in: Schakel de DVR in met de aan/uit-schakelaar op het achterpaneel. Zodra de TVR 60 is ingeschakeld, gaat de indicatiebalk op het voorpaneel groen branden. Alle aangesloten camera’s worden op het scherm weergegeven. De TVR 60 begint automatisch met opnemen. U schakelt als volgt de DVR uit: Schakel de DVR uit met de aan/uit-schakelaar op het achterpaneel.

De installatiewizard gebruiken De TVR 60 beschikt over een installatiewizard waarmee u snel en eenvoudig voor het eerst de basis DVR-instellingen kunt instellen. Alle camera’s worden gelijktijdig geconfigureerd. De configuratie kan vervolgens naar wens worden aangepast.


19

2BHoofdstuk 3: Aan de slag

Standaard wordt de installatiewizard gestart zodra de DVR is geladen, zoals wordt weergegeven in Afbeelding 8 hieronder. De installatiewizard helpt u met een aantal van de belangrijkste instellingen van uw DVR. Opmerking: Nadat het systeem is geïnstalleerd, kunt u het selectievakje “Start wizard” (Wizard starten) uitschakelen. De installatiewizard wordt dan niet meer automatisch gestart. Alle wijzigingen die u aanbrengt in een configuratievenster van de installatie worden opgeslagen wanneer u het scherm afsluit en terugkeert naar het hoofdscherm voor de eenvoudige installatie. Opmerking: De TVR 60-firmware ondersteunt meer dan 16 talen. Afbeelding 8: Het installatiewizardscherm

U kunt de TVR 60 als volgt snel installeren: 1. Sluit alle vereiste apparaten aan op het achterpaneel van de TVR 60. Zie Afbeelding 1 op pagina 7. 2. Schakel de unit in met de aan/uit-schakelaar op het achterpaneel. Na het opstartscherm geeft de TVR 60 videobeelden weer op het scherm. 3. Selecteer de gewenste taal voor het systeem. 4. Klik in het scherm eZ Setup (Eenvoudige installatie) op de knop Next (Volgende). Het scherm User Permission (Gebruikersmachtiging) wordt geopend. 5. Configuratie beheerder: Navigeer naar het invoervak Admin Password (admin-wachtwoord) en klik op het invoervak met de muis, of druk op Enter op het voorpaneel of op de afstandsbediening om het virtuele toetsenbord weer te geven. Voer het standaard wachtwoord 1234 in. Opmerking: U moet een admin-wachtwoord invoeren.

20



Let op: Het is bijzonder raadzaam dat u het wachtwoord van de systeembeheerder wijzigt. Laat 1234 nooit als standaardwachtwoord staan. Noteer het op een veilige plaats en zorg dat u het niet vergeet. Klik op Next (Volgende). Vervolgens wordt u gevraagd of u het scherm HDD Management (HDD-beheer) wilt openen. 6. HDD-beheer: Klik op Enter om het scherm HDD Management (HDD-beheer) te openen en configureer uw HDD-instellingen naar wens. U kunt HDD’s groeperen en camera’s toewijzen aan een groep. Zie “HDDgroepen instellen” op pagina 121. U kunt ook een station instellen voor redundante opnames. Zie “De HDD instellen op redundantie” op pagina 123.

Nadat u de HDD-instellingen hebt geconfigureerd klikt u op OK en vervolgens op Next (Volgende). Vervolgens wordt u gevraagd of u het scherm Record Settings (Opname-instellingen) wilt openen. 7. Opnameconfiguratie: Klik op Enter om het scherm Record Settings (Opname-instellingen) te openen.

Selecteer een camera in het tabblad Recording (Opnemen) en geeft de camera-instellingen op. Klik op het tabblad Schedule (Schema).


21


Klik op Edit (Bewerken). Schakel zowel het selectievakje “Enable Schedule” (Schema inschakelen) als het selectievakje “All Day” (Alle dagen) in. Hiermee wordt het opnameschema geactiveerd. De DVR neemt continu alle dagen van de week op.

Klik op de knop OK om terug te keren naar het tabblad Schedule (Schema). Als u het schema naar een andere camera wilt kopiëren, selecteert u de camera of selecteert u “All” (Alle) onder Copy To (Kopiëren naar) en klikt u op de knop Copy (Kopiëren). Klik op OK en vervolgens op Next (Volgende). Vervolgens wordt u gevraagd of u het scherm Network Settings (Netwerkinstellingen) wilt openen. 8. Netwerkconfiguratie: Klik op Enter om het scherm Network Settings (Netwerkinstellingen) te openen en definieer uw netwerkinstellingen, zoals IP-adres, subnetmasker en standaardgateway.

22



Klik op OK om terug te keren naar het scherm eZ Setup (Eenvoudige installatie). 9. Wanneer alle vereiste wijzigingen zijn ingesteld, klikt u op de knop Finish (Voltooien) om de installatiewizard af te sluiten. De TVR 60 is nu klaar voor gebruik.


23


24


Hoofdstuk 4 Bedieningsinstructies

De TVR 60 bedienen De TVR 60 kan op een aantal manieren worden bediend: •

Bediening via het voorpaneel

•

Muisbediening

•

Draadloze afstandsbediening

•

Ondersteuning voor KTD-405 / TVK-505U-bediendeel (zie bijlage)

•

Bediening via de webbrowser (zie Hoofdstuk 10 “De webbrowser gebruiken” op pagina 75)

U kunt de bedieningsmethode van uw voorkeur gebruiken voor een procedure, maar in de meeste gevallen beschrijven we procedures waarbij van de muisbediening gebruik wordt gemaakt. Optionele bedieningsmethoden worden alleen vermeld indien deze substantieel afwijken van de muisbedieningsmethoden.

Bediening via het voorpaneel Met de toetsen op het voorpaneel kunt u veel, maar niet alle, van de belangrijkste DVR-functies van de TVR 60 bedienen. De LED-lampjes gaan branden of knipperen om u te waarschuwen voor verschillende toestanden. De beschikbare functies kunnen worden beperkt door het instellen van wachtwoorden. Zie Afbeelding 9 op pagina 26 voor meer informatie.


25

3BHoofdstuk 4: Bedieningsinstructies

Afbeelding 9: Voorpaneel

De bedieningselementen op het voorpaneel zijn de volgende: Item

Naam

Beschrijving

1.

USB-poort

Universele seriële bus (USB)-poort voor extra apparaten, zoals een USB-muis en USB harde schijf (HDD).

2.

Eject (Uitwerpen)

Hiermee werpt u de CD/DVD uit.

3.

Archive (Archivering)

Druk één keer om de archiveringsmodus te activeren. Druk twee keer om het archiveren te starten.

4.

Weergaveknoppen

Display (Beeld): Hiermee schakelt u door de verschillende multiscreens: Volledig, quad, 1+5, 1+7, 9 en 16. Seq (Reeks): Weergavereeks in live-weergavemodus starten/stoppen. A: Hiermee selecteert u monitor VGA/A in de liveweergavemodus B: Hiermee selecteert u monitor A/B in de liveweergavemodus Analoog: Hier worden de analoge camera’s weergegeven IP: Hier worden IP-camera’s weergegeven

5.

Infraroodontvanger

Sensor voor de draadloze afstandsbediening

6.

Cijfertoetsen

Schakel tussen de verschillende camera’s in de liveweergave-, PTZ-besturings- of afspeelmodus.

7.

Statuslampjes

HDD: Groen geeft aan dat de DVR correct werkt. Rood geeft een storing aan. Network (Netwerk): Groen geeft aan dat het netwerk correct werkt. Rood geeft een storing of geen netwerkverbinding aan. Internal (Intern): Groen geeft aan dat de Watchdog correct werkt. Rood geeft aan dat de Watchdog een storing meldt. Alarm: Groen geeft geen extern alarm aan. Rood geeft een externe alarmstatus of beweging aan.

8.

Alarmknop

Druk hierop om een alarm handmatig te bevestigen.

9.

Alarmindicatiebalk

Rood knipperend geeft aan dat er een alarm is geactiveerd.

26



Item

Naam

Beschrijving

10.

Joystick

Selecteer hiermee opties in een menu en bedien het afspelen. Druk erop voor Enter. LED-pijlen branden wanneer de jog is geactiveerd. Live-weergavemodus: PTZ-modus activeren Menu-modus: Beweeg de joystick naar links/rechts en omhoog/omlaag om de cursor in het menuscherm te plaatsen. Druk erop voor Enter. Afspeelmodus: Beweeg de joystick naar links/rechts en omhoog/omlaag om de cursor in het menuscherm te plaatsen. Druk erop voor Enter. PTZ-modus: Draai de joystick om de beweging van de PTZ-domecamera te besturen: - Naar links: Snelheid verlagen. - Naar rechts: Snelheid verhogen. - Omhoog: 30 seconden naar voren springen. - Omlaag: 30 seconden terug springen.

11.

PTZ-knoppen

Zoom: Gebruik + en – voor digitaal zoomen. Preset (Voorinstelling): Vooringestelde en voorgeprogrammeerde posities oproepen. Tour (Traject): Voorgeprogrammeerde schaduwtrajecten oproepen.

12.

Afspeeltoetsen : Springt terug naar de oudste beschikbare videoopname en begint met afspelen. : Afspelen onderbreken. : Begint meteen met het afspelen van het momenteel geselecteerde bestand. De standaardtijd is 1 minuut. Live: Overschakelen naar de live-weergavemodus. Replay: Het huidige bestand dat wordt afgespeeld weer aan het begin van het bestand laten afspelen.

13.

Menu- en zoekknoppen

Menu: Het hoofdmenu openen. Search: Opent het geavanceerde zoekmenu.

De muis gebruiken De USB-muis die bij de TVR 60 is geleverd kan worden gebruikt voor het bedienen van alle functies van de DVR in tegenstelling tot het voorpaneel dat slechts een beperkte functionaliteit biedt. Met de USB-muis kunt u navigeren en instellingen wijzigen in de gebruikersinterface. Sluit de muis aan op de TVR 60 door de USB-aansluiting van de muis in de USB-poort van het achterpaneel te steken. De muis is meteen operationeel en de muisaanwijzer wordt weergegeven. Opmerking: Gebruik een muis met een USB 1.1 of hogere aansluiting.


27


Beweeg de muisaanwijzer naar een opdracht, optie of knop op het scherm. Klik op de linkermuisknop om een selectie te bevestigen. U kunt een reservemuis kopen door het onderdeelnummer TVR-MOUSE-1 TruVision™ DVR Model 40/60 Mouse te bestellen. U gebruikt als volgt een USB-muis: 1. Steek de USB-muis in een van de USB-poorten in het voor- of achterpaneel van de DVR. 2. De muis hoort automatisch te worden gedetecteerd. Zie Tabel 5 hieronder voor een beschrijving van alle muisknoppen. Tabel 5: Muisknoppen Item

Beschrijving

Linkerknop

Eén keer klikken: Een menuonderdeel selecteren, zoals een knop of een invoerveld. Dit is vergelijkbaar met het indrukken van de ENTER-knop op de afstandsbediening of het voorpaneel. Dubbelklik: Schakelen tussen enkelvoudige weergave en multiscreen-modus in de voorbeeld-/afspeelmodus. Klikken en slepen: Klik op de linkermuisknop en sleep de muis om de alarmgebieden in te stellen.

Rechterknop

Eén keer klikken: Pop-upmenu weergeven

Scroll-wiel

Omhoog scrollen: In de voorbeeldmodus gaat u door omhoog te scrollen naar het vorige venster. In de menumodus wordt de selectie naar het vorige item verplaatst. Omlaag scrollen: In de voorbeeldmodus gaat u door omlaag te scrollen naar het volgende venster. In de menumodus wordt de selectie naar het volgende item verplaatst.

De afstandsbediening gebruiken De TVR 60 wordt geleverd met een infrarood (IR) afstandsbediening. Net als met de muis kunt u hiermee alle hoofdfuncties van de TVR 60 bedienen. Op de afstandsbediening kan een uniek adres voor een apparaat-ID worden ingesteld om de controller alleen te laten communiceren met DVR-units met het desbetreffende adres. Er is geen programmering noodzakelijk als u slechts één TVR 60 gebruikt. Het adres voor het apparaat-ID is alleen geldig indien een afstandsbediening wordt gebruikt en niet een bediendeel. U kunt een draadloze afstandsbediening kopen door het onderdeelnummer TVRREMOTE-1 TruVision™ DVR Model 40/60 IR Remote Control te bestellen.

28



Afbeelding 10: Draadloze afstandsbediening

Item

Beschrijving

1.

Alarm

Een alarm bevestigen.

2.

Apparaat

De draadloze afstandsbediening voor de bediening van de TVR 60 in/uitschakelen.

3.

Cijfertoetsen

Selecteer een camera en voer een cijfer in voor een menuoptie.

4.

Analog (Analoog) en IP

De knoppen Analog (Analoog) en IP hebben dezelfde functie als op het voorpaneel; schakelen tussen analoge en IP-camera’s.

5.

Display (Beeld)

Schakelen tussen de multiscreenweergaven.

6.

Mon A en Mon B (Monitor A/B)

Schakelen tussen monitoren A en B.

7.

Live

Terug naar de Live-weergavemodus.

8.

Menu

Het hoofdmenu activeren.

9.

Seq

Weergavereeks starten/stoppen.

10.

,

,

,

In de menumodus: Gebruik de pijltoetsen links en rechts om te selecteren of de pijltoetsen omhoog en omlaag om de ingang te bewerken. In de PTZ-modus: De PTZ besturen. In de afspeelmodus: De afspeelsnelheid bedienen.

11. OK

Selectie bevestigen.


29


Item

Beschrijving

12. Zoom + en (Zoomen +/-)

In- en uitzoomen van de cameralens bedienen.

13. Preset (Voorinstelling)

Een voorgeprogrammeerd driecijferig voorkeuzenummer invoeren om een preset op te roepen.

14. Tour (Traject)

Een voorgeprogrammeerd driecijferig voorkeuzenummer invoeren om een schaduwtraject op te roepen.

15. Focus + en -

In- en uitzoomen van de cameralens bedienen.

16. Afspeelbediening

Gebruik deze toetsen om af te spelen (terugspoelen, onderbreken, afspelen en vooruitspoelen).

17. Search (Zoeken)

Het zoekmenu openen.

18. Replay (Opnieuw afspelen)

Het geselecteerde bestand vanaf het begin opnieuw afspelen.

19. Eject (Uitwerpen)

De cd of dvd uitwerpen.

20. Archive (Archivering)

Druk één keer om de archiveringsmodus te activeren. Druk twee keer om het archiveren te starten.

Richt de draadloze afstandsbediening op de infraroodontvanger aan de voorkant van de unit om de werking te testen. U sluit als volgt de afstandsbediening aan op de TVR 60: 1. Druk op de toets Menu op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de knop Menu. Het hoofdmenu wordt weergegeven. 2. Selecteer het pictogram Display (Beeld). 3. Klik op het tabblad Monitor. Het monitorscherm verschijnt. 4. Controleer en onthoud de waarde van het DVR-apparaatadres. De standaardwaarde is 255. Het apparaatadres is geldig voor alle draadloze afstandsbedieningen. Opmerking: Het apparaatadres is niet geldig voor bediendelen. 5. Druk op de knop Device (Apparaat) op de draadloze afstandsbediening. 6. Voer de waarde voor het apparaatadres in. Deze moet hetzelfde zijn als die van de TVR 60. 7. Druk op de knop ENTER op de afstandsbediening of het voorpaneel. U plaatst als volgt batterijen in de draadloze afstandsbediening: 1. Verwijder het batterijklepje. 2. Plaats de batterijen. Zorg ervoor dat u de positieve (+) en negatieve (-) polen op de juiste manier plaatst. 3. Sluit het batterijklepje. Problemen met de draadloze afstandsbediening oplossen: Indien de draadloze afstandsbediening niet goed werkt, voert u de volgende tests uit: 30



•

Controleer de polariteit van de batterijen.

•

Controleer of de batterijen nog over voldoende lading beschikken.

•

Controleer of de sensor voor de draadloze afstandsbediening niet is afgedekt.

Als het probleem zich blijft voordoen, dient u contact op te nemen met de beheerder.

Overzicht hoofdmenu De structuur van het TVR 60-menu is gebaseerd op pictogrammen waarmee u de parameters van de eenheid kunt configureren. Afbeelding 11 hieronder geeft het hoofdmenu van de TVR 60 weer. Elke opdrachtpictogram toont een scherm waarmee u een groep TVR 60-instellingen kunt bewerken. De meeste schermen zijn alleen beschikbaar voor systeembeheerders. U moet zich in de live-weergavemodus bevinden om het hoofdmenu te openen. De momenteel geselecteerde opdrachtpictogram wordt groen gemarkeerd. Afbeelding 11: Hoofdmenu

Tabel 6: Beschrijving van de menuopdrachten en -opties Opdrachtpictogram hoofdmenu

Beschrijving

Display (Beeld)

Configuratie van de weergave-instellingen, waaronder dwell-tijd, schema, taal en weergave-indelingen.

Cameras (Camera’s)

Configuratie van camera-instellingen, waaronder bewegingsdetectie, beeldbijstellingen, cameratitel, en kopieert instellingen naar andere camera’s. Zie

Record (Opnemen)

Configuratie van opname-instellingen, waaronder opnameschema’s, opnamekwaliteit en opnamemodus.

Netwerk

Configuratie van standaard netwerkinstellingen, waaronder IP-adres, emailmeldingen, DDNS-installatie en geavanceerde netwerkinstellingen.


31


Opdrachtpictogram hoofdmenu

Beschrijving

Alarmen

Configuratie van alarminstellingen, waaronder alarmingang, relaisuitgang, beelduitval, externe waarschuwing pre-alarmen post-alarmseconden.

PTZ

Configuratie van PTZ-instellingen.

Gebruiker

Configuratie van gebruikers, wachtwoorden en toegangsrechten.

Systems (Systemen)

Configuratie van systeeminstellingen, waaronder systeemdatum en -tijd, audio-uitgang, apparaatnaam, RS-485-instellingen, RS-232-instellingen, firmware-upgrade, harde-schijfinstellingen, opstartlogboek en afsluiten.

Help

Referentiegegevens over de verschillende werkbalken, menu’s en toetsen van de interface.

Ga als volgt te werk om het hoofdmenu te openen: 1. Druk op de toets Menu op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de knop Menu. Het hoofdmenu wordt weergegeven. Druk op Exit (Afsluiten) in het hoofdmenuscherm om terug te keren naar de live-weergavemodus.

Navigeren in een dialoogvenster Gebruik de muis om een optie of toets op het scherm te selecteren. U kunt ook de joystick (omhoog, omlaag, links, rechts) op het voorpaneel gebruiken om door de opties te navigeren en vervolgens op Enter drukken om te selecteren. Druk op Menu om terug te keren naar configuratiecategorie en -pictogram. Wijzigingen in de scherminstellingen kunnen op een aantal verschillende manieren worden ingevoerd. Zie Tabel 7 hieronder. Tabel 7: Typen bediening Bediening

Functie

Beschrijving

Invoervak

In het invoervak kunt u tekens typen om de waarde in te stellen voor een optie, zoals een cameranaam. U moet zich in de bewerkmodus bevinden alvorens u een waarde kunt invoeren. Klik op het vakje waarna een virtueel toetsenbord wordt weergegeven. Hiermee kunt u alfanumerieke tekens invoeren. Zie “Het virtuele toetsenbord gebruiken” op pagina 33.

32

Keuzelijst

Biedt meer dan twee waarden voor de optie. U kunt slechts één optie selecteren. Klik op de schuifpijlen aan de rechterzijde van het vak om door de mogelijke waarden te schuiven. Klik op een optie om deze te selecteren.

Selectievakje

Biedt twee waarden:  geeft aan dat de optie is ingeschakeld, en een leeg vakje geeft aan dat de optie is uitgeschakeld. Klik op het selectievakje.

Knop

Voert de functie uit die op de knop wordt aangeduid. Klik op de knop.



Bediening

Functie

Beschrijving

Balk

Hiermee kunt u de schaal van een waarde aanpassen. Klik en houd de cursor ingedrukt. Pas de positie op de balk naar links of rechts aan.

Het virtuele toetsenbord gebruiken Er wordt een toetsenbord op het scherm weergegeven als u tekens moet invoeren in een schermoptie. Klik op een toets om het teken in te voeren. Afbeelding 12: Het virtuele toetsenbord

Beschrijving van de toetsen op het virtuele toetsenbord: Schakelen naar kleine letters: Schakelen naar de invoer van kleine letters. Schakelen naar hoofdletters: Schakelen naar de invoer van hoofdletters. Backspace: Wist het teken links van de cursor. Enter: Bevestigt de selectie. ESC: Het virtuele toetsenbord sluiten.

Het hoofdmenu sluiten Druk op de knop Menu op het voorpaneel om het huidige menuscherm af te sluiten. Blijf drukken op de knop Menu totdat u terugkeert naar de liveweergavemodus.


33


34


Hoofdstuk 5 Live-weergavemodus

Beschrijving van de live-weergavemodus De live-weergavemodus is de normale modus van de eenheid voor het bekijken van livebeelden van de camera’s. De TVR 60 wordt na inschakeling automatisch gestart in de live-weergavemodus. Op de display kunt u de huidige datum en tijd, de cameranaam en de opnamestatus zien.

Statusinformatie weergeven Informatie over de status van de camera wordt op het scherm van de hoofd- en spotmonitor weergegeven in de vorm van pictogrammen. De camerastatuspictogrammen worden voor elke camera getoond. Dit betreft onder andere: Tabel 8: Beschrijving van de camerastatuspictogrammen Pictogram

Beschrijving

M

De gele pictogram geeft detectie aan.

R

De groene pictogram geeft een ononderbroken opname aan.

A

De rode pictogram geeft een alarmmelding aan.

V

De blauwe pictogram geeft beelduitval aan

De systeemstatus wordt via statuslampjes weergegeven op het voorpaneel (zie Afbeelding 9 op pagina 26).

Digitale zoom In de live-weergave en afspeelmodus kunt u heel eenvoudig in- of uitzoomen op een camerabeeld met de digitale zoomfunctie. De zoomfunctie vergroot het camerabeeld viermaal. Zie Afbeelding 13 op pagina 36.


35

4BHoofdstuk 5: Live-weergavemodus

Afbeelding 13: Scherm voor digitale zoom

U zoomt als volgt in/uit op een camerabeeld: 1. Selecteer de camera die u wilt gebruiken. 2. Klik op de linkermuisknop en selecteer de optie Digital Zoom (Digitale zoom), of klik op het voorpaneel op de toets Zoom+. Het digitale weergavescherm verschijnt. 3. Klik op de linkermuisknop en sleep het rode vak in de richting van het te scannen gebied, of verplaats de joystick op het voorpaneel naar de plaats van het rode vak. Het geselecteerde gebied wordt vergroot weergegeven. 4. Als u de digitale zoom wilt afsluiten, klikt u op de rechtermuisknop en selecteer Exit (Afsluiten), of druk op de toets Zoom— op het voorpaneel.

Schakelen tussen monitoren Er kunnen maximaal drie monitoren worden aangesloten op de TVR 60. Er kan echter slechts één monitor tegelijk worden bediend. U kunt selecteren op welke monitor u de cameraweergaven in de livemodus wilt tonen.

36



Tabel 9: Beschrijving van de monitorfuncties 3 monitoren aangesloten

2 analoge monitoren aangesloten

Uitgang

Beschrijving

Uitgang

Beschrijving

A

Monitor VGA.

A

Monitor A.

Dit is de hoofdmonitor. Alle functies zijn toegankelijk. B

Monitor A.

Dit is de hoofdmonitor. Alle functies zijn toegankelijk. B

Alle functies zijn vanaf deze monitor toegankelijk, met uitzondering van de DVR-configuratie.

Monitor B. Alle functies zijn vanaf deze monitor toegankelijk, met uitzondering van de DVR-configuratie. Standaard spotmonitor. Er verschijnt standaard een alarm pop-up op deze monitor.

C

Monitor B. Standaard spotmonitor. Er verschijnt standaard een alarm pop-up op deze monitor.

Opmerking: Alle monitoren kunnen worden geconfigureerd om alarm pop-ups weer te geven. Zie “Weergaveopties configureren” op pagina 45. U kunt als volgt een monitor selecteren: 1. Druk op het voorpaneel op: - 3 monitoren aangesloten: De A-toets om monitor VGA of de B-toets om monitor A te selecteren. - 2 analoge monitoren aangesloten: De A-toets om monitor A of de B-toets om monitor B te selecteren.

Pop-upmenu’s voor bewerkingen met de muis Veel van de eigenschappen van de live-weergavemodus zijn snel toegankelijk door de cursor op een livebeeld te plaatsen en op de rechtermuisknop te klikken (zie Afbeelding 14 op pagina 38).


37


Afbeelding 14: Pop-upmenu voor de hoofdmonitor in de live-weergavemodus

De lijst met beschikbare eigenschappen is afhankelijk van de activering van de monitor. Zie Tabel 10 hieronder. Tabel 10: Pop-upmenu voor de muis Item

Naam

Beschrijving

1.

Camera

Overschakelen op volledige schermweergave voor de geselecteerde camera.

2.

Multi View Schakelen tussen de verschillende multiscreenopties. (Multi-weergave)

3.

Next Screen (Volgende scherm)

De volgende camera weergeven.

4.

Voice Talk (Spreken)

Het geluidsvolume aanpassen of het geluid uitschakelen.

5.

Afspelen

De afspeelmodus starten.

6.

Monitor B

Schakelen tussen monitoren A (hoofd) en B.

7.

Menu

Het hoofdmenu weergeven. De optie is niet beschikbaar vanaf monitor B.

8.

Advanced Search (Geavanceerd zoeken)

Het geavanceerde zoekmenu voor video-opnames openen.

Volledig scherm weergeven Druk op een nummertoets op het voorpaneel om over te schakelen naar de desbetreffende cameraweergave. Druk bijvoorbeeld op toets 10 om camera 10 te bekijken. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Camera in het contextmenu. Selecteer de gewenste camera.

38



Het multiscreenbeeld weergeven Een cameo is een willekeurige cel in een multiscreenbeeld. Een camerabeeld kan slechts in één cameo tegelijk worden weergegeven. De TVR 60 beschikt over vijf multiscreenweergave-indelingen, waaronder volledig scherm. Zie Afbeelding 15 hieronder. Configureer welk multiscreenbeeld standaard verschijnt in het menu Display (Beeld). Zie “Weergaveopties configureren” op pagina 45. Afbeelding 15: Weergave-indelingen

U selecteert als volgt de multiscreenindeling: 1. Druk op de toets Display (Beeld) op het voorpaneel om te schakelen tussen de verschillende weergave-indelingen. U kunt ook op de rechtermuisknop klikken en Multi Screen (Multiscreen) in het contextmenu selecteren. Selecteer de gewenste multiscreenbeeld-indeling.

Cameravolgorde in de live-weergavemodus Weergavereeksen maken het mogelijk een camera even op het scherm te tonen en vervolgens door te schakelen naar de volgende camera in de lijst. Weergavereeksen kunnen alleen in de volledige schermweergave worden uitgevoerd. Elke camera op de hoofd- en spotmonitoren kan beschikken over een voorgeprogrammeerde dwell-tijd en weergavevolgorde. Zie “Cameravolgorde” op pagina 46 voor meer informatie over de installatie. De standaard weergave toont elke camera in numerieke volgorde. Live-weergavereeksmodus: 1. Selecteer de camera waarmee u de weergavereeks wilt starten. 2. Druk op de toets Seq op het voorpaneel. 3. Druk opnieuw op de toets Seq om de weergavereeks te stoppen.


39


Cameo-snelkoppelingen Regelmatig gebruikte eigenschappen van de live-weergavemodus zijn snel toegankelijk door op de linkermuisknop te klikken. Het pop-upmenu voor cameosnelkoppelingen verschijnt (zie Afbeelding 16 hieronder). Afbeelding 16: Pop-upmenu voor cameo-snelkoppelingen

Tabel 11: Pop-upmenu voor cameo-snelkoppelingen Item

Naam

Beschrijving

1.

PTZ

PTZ-besturingsmodus activeren.

2.

Audio

Audio-uitgang inschakelen/uitschakelen. De optie Audio (Geluid) moet al geïnstalleerd zijn in het weergavemenu.

3.

Digitale zoom

Digitale zoom activeren.

4.

Stilzetten

Het livebeeld van de geselecteerde camera in de huidige weergavemodus stilzetten. De tijd en datum blijft doorlopen, ook al blijft het beeld stilstaan. De systeemklok blijft doorlopen.

40


Hoofdstuk 6 De live-weergavemodus configureren In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het beeld op het scherm in de liveweergavemodus kunt configureren, evenals het installeren van de naam en het adres van de DVR, het inschakelen van wachtwoordbeveiliging en het instellen van de tijd en datum van het systeem. U kunt de instellingen in de vensters in willekeurige volgorde wijzigen. Ze worden in de volgende secties beschreven.

De monitor en DVR-opties configureren In dit scherm kunt u het monitorbeeld en de naam en het adres van de DVR configureren. Zie Afbeelding 17 op pagina 42. De TVR 60 kan de NTSC- of PAL-videouitgang ondersteunen. De video-indeling wordt automatisch gedetecteerd. De VGA-monitor is de standaard hoofdmonitor en de spotmonitor is monitor C. Indien geen VGA-monitor is aangesloten, is monitor B de hoofdmonitor.


41

5BHoofdstuk 6: De live-weergavemodus configureren

Afbeelding 17: Monitorinstellingen

Tabel 12: Beschrijving van de Monitorinstellingen Optie

Beschrijving

Device name (Apparaatnaam)

De naam voor de DVR.

Device address (Apparaatadres)

Het apparaatnummer voor de DVR bij het programmeren van de afstandsbediening of het bediendeel.

VGA resolution (VGAresolutie)

VGA-resolutie definiëren.

Transparency menu (menu Transparantie)

U kunt de transparantie van de menu’s op het scherm ten opzichte van de achtergrond instellen om de menuvensters beter leesbaar of minder opvallend op het scherm te maken. Standaard is dit niet-transparant.

Selecteer één van de opties in de vervolgkeuzelijst. De standaardinstelling is 1024×768/60 HZ.

Selecteer één van de opties in de vervolgkeuzelijst. Monitor standard (Monitorstandaard)

De gebruikte videostandaard wordt automatisch gedetecteerd.

Monitor brightness (Monitor helderheid)

De helderheid van de video-uitgang wijzigen.

Mouse pointer speed (Snelheid van de muiscursor)

De snelheid van de muiscursor wijzigen.

Scaling monitor A / B (Resolutie monitor A / B)

De schermgrootte van de hoofdmonitoren (A) en spotmonitoren (B) voor diverse beeldschermformaten inschakelen/uitschakelen.

Password required (Wachtwoord verplicht)

Wachtwoord inschakelen/uitschakelen.

Wijzig de gebruikte videostandaard in PAL of NTSC.

DVR-naam en DVR-adres De DVR-naam is de naam die zoals bijvoorbeeld bij het opstarten op het scherm verschijnt. Als u de draadloze afstandsbediening of het bediendeel gebruikt voor het bedienen van de TVR 60, moet de TVR 60 over een apparaatadres (bus-ID) beschikken om te kunnen worden geselecteerd. Het standaard apparaatadres is 255 voor een afstandsbediening.

42



Als meerdere DVR’s worden gebruikt, moet elk apparaat een eigen uniek apparaatadres krijgen. Anders bestuurt de draadloze afstandsbediening alle DVR’s tegelijk. U configureert als volgt de naam en het adres van het systeem: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Monitor. Het monitorscherm verschijnt. 3. Voer in het vak Device Name (Apparaatnaam) een naam in voor de TVR 60unit. U kunt maximaal 38 tekens invoeren. 4. Klik op het invoervak Device address (Apparaatadres). Het virtuele toetsenbord verschijnt. Voer een numerieke waarde in en klik op Enter. U kunt maximaal acht cijfers invoeren. Standaardadres voor de afstandsbediening is 255. 5. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 6. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu.

Monitor instellen Monitoren configureren: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Monitor. Het monitorscherm verschijnt. Wijzig de vereiste instellingen. Zie Tabel 12 op pagina 42. 3. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 4. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu.

Een wachtwoord inschakelen De optie Password Required (Wachtwoord verplicht) bepaalt of gebruikers hun wachtwoord moeten invoeren om toegang te krijgen tot de verschillende functies van de DVR. Ga als volgt te werk om wachtwoorden in te schakelen: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Monitor. Het monitorscherm verschijnt. 3. Schakel het selectievakje Password Required (Wachtwoord verplicht) in om de optie in of uit te schakelen. 4. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 5. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu.


43


Tijd en datum configureren U kunt de datum en de tijd die op het scherm verschijnt en tijdopnames met tijdstempel instellen. De begin- en eindtijden van de zomertijd (DST) kunnen ook worden ingesteld. Standaard is deze functie (DST) uitgeschakeld. Zie Afbeelding 18 hieronder voor het scherm Time settings (Tijdinstellingen). Afbeelding 18: Tijdvenster

Tabel 13: Beschrijving van het venster Time (Tijd) Optie

Beschrijving

Time zone (Tijdzone)

Selecteer de tijdzone van de DVR in de vervolgkeuzelijst.

Date/time Format (Datum/tijdnotatie)

Selecteer de datumnotatie in de vervolgkeuzelijst. De standaardinstelling is DD-MM-JJJJ.

Date/time (Datum/tijd)

Selecteer de weergave van de huidige datum en tijd op het scherm die wordt opgeslagen bij opnames. Klik rechts van het keuzevak voor een datum op het datumpictogram. Er verschijnt een kalender. Klik op de vereiste datum. Selecteer in de rij met tijden de juiste tijd die moet worden weergegeven.

Menu timeout (Time-out menu)

Dit is de tijd dat een menu op het scherm wordt weergegeven. Alleen beschikbaar voor de hoofdmonitor. Standaard is dit vijf minuten. Selecteer de gewenste timeout-periode.

Enable DST (Zomertijd inschakelen)

Klik op het selectievakje voor het in- of uitschakelen van de zomertijd (DST).

From / to (Van / tot)

De duur van de zomertijd (DST) instellen. Geef de begin- en einddatum en de begintijd van de zomertijd op.

DST BIAS

De tijd instellen om de zomertijd verder dan de standaard tijd in te stellen. Standaard is dit 60 minuten.

De systeemdatum en -tijd instellen: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu.

44



2. Klik op het tabblad Time (Tijd). Het scherm Time (Tijd) verschijnt. Wijzig de vereiste instellingen. 3. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de wijzigingen direct toe te passen. 4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het hoofdmenu.

De afspeeltijd voor direct afspelen wijzigen U kunt snel de laatste paar minuten van opgenomen videobeelden terug afspelen. In dit menu kunt u de exacte duur voor het terug afspelen instellen. De tijdopties liggen tussen één en vijf minuten werkelijke tijd. Standaard is dit één minuut. De afspeeltijd voor direct afspelen kunt u als volgt wijzigen: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Time (Tijd). Het scherm Time (Tijd) verschijnt. 3. Selecteer de gewenste afspeeltijd in het vak Instant Playback (Direct Afspelen). 4. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu.

Weergaveopties configureren Via dit scherm kunt u de verschillende monitoren en opties voor multiscreen en dwell-tijd instellen. U kunt ook audio-uitgang inschakelen. Afbeelding 19: Schermindeling

Tabel 14: Beschrijving van de schermindeling Optie

Beschrijving

Main monitor (Hoofdmonitor)

Selecteer welke monitor u als hoofdmonitor wilt gebruiken. Standaard is dit VGA, indien aangesloten.


45


Optie

Beschrijving

Layout mode (Layoutmodus)

Selecteer de standaard multiscreenindeling in live-modusweergave.

Main dwell time (Hoofddwelltijd)

Hiermee stelt u in hoe lang de camera op het scherm van de geselecteerde monitor wordt weergegeven, voordat naar de volgende camera in de weergavereeks wordt overgeschakeld. De standaardinstelling is Off (Uit).

Weergave-indeling

Stel de cameravolgorde in tijdens een weergavereeks. Zie “Cameravolgorde” hieronder voor meer informatie.

Enable audio out (Audiouitgang inschakelen)

Audio-uitgang inschakelen/uitschakelen.

Spot monitor (Spotmonitor)

Selecteer welke monitor u als spotmonitor wilt gebruiken. Standaard is dit monitor B.

Spot dwell time (Dwell-tijd voor spot)

Hiermee stelt u in hoe lang de camera op het scherm van de spotmonitor (B) wordt weergegeven, voordat naar de volgende camera in de weergavereeks wordt overgeschakeld. De standaardinstelling is 10 seconden.

U stelt als volgt de weergaveopties in: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Layout (Indeling). Het venster voor schermindeling wordt weergegeven. Wijzig de vereiste instellingen. 3. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 4. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu. Audio instellen U kunt audio beluisteren van camera’s in zowel de live-weergavemodus als de afspeelmodus. Om geluid te kunnen afspelen dient u echter de optie Enable Audio (Audio Inschakelen) te selecteren in het menu Display (Beeld). U kunt de audio-uitgang als volgt inschakelen: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Layout (Indeling). Het venster voor schermindeling wordt weergegeven. 3. Audio-uitgang inschakelen/uitschakelen 4. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de instellingen op te slaan. 5. Klik op OK om terug te keren naar het hoofdmenu.

Cameravolgorde De camera’s worden standaard in numerieke volgorde geplaatst. U kunt de volgorde van de camera’s op alle monitoren wijzigen. Indien er echter drie monitoren zijn aangesloten, kan de weergave van monitor C niet worden ingeschakeld vanaf het voorpaneel.

46



U kunt het kanaal van een camera omwisselen met een andere camera in het systeem. Hiermee kunt u bijvoorbeeld de beelden van camera 1 laten weergeven op kanaal 10, en de beelden van camera 10 op kanaal 1. Deze functie is handig als u beelden van specifieke camera’s naast elkaar in het scherm wilt weergeven. Zie Afbeelding 20 hieronder. Iedere cameo toont zowel de cameravolgorde in de weergavereeks en het cameranummer. Afbeelding 20: Het scherm Camera-layout en sequence

Selecteren van de multiscreenindeling

Cameravolgorde in de weergavereeks

Selecteren van het cameranummer

U stelt als volgt de cameraweergavereeks in: 1. Ga naar het scherm Display Settings (Weergave-instellingen) door Display (Beeld) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Layout (Indeling). Het venster voor schermindeling wordt weergegeven. 3. Selecteer de gewenste monitor. 4. Klik in de optie Display Layout (Weergave-indeling) op de toets Setup. Het scherm voor de cameraweergavereeks verschijnt. 5. Selecteer in de keuzelijst Layout Mode (Layoutmodus) de gewenste multiscreenindeling. 6. Selecteer de cameo van de camera waarvan u de volgorde wilt wijzigen. De geselecteerde cameo wordt in groen weergegeven. 7. Klik op de schuifpijlen naast het cameranummer om de lijst met cameranummers omlaag of omhoog te bewegen. Selecteer een camera. Opmerking: “X” betekent dat de camera niet wordt weergegeven. 8. Klik op de OK-toets om de wijzigingen te accepteren en terug te keren naar de schermindeling. 9. Klik op de toets Apply (Toepassen) om de resultaten direct door te voeren. Klik opnieuw op de Setup-toets indien verdere wijzigingen zijn vereist.


47


10. Klik op de OK-toets in de schermindeling om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de live-weergavemodus.

48


Hoofdstuk 7 Een PTZ-domecamera besturen U kunt PTZ-domecamera’s bedienen met de toetsen op het voorpaneel, het bediendeel en de draadloze afstandsbediening, alsmede het PTZ-menu dat via de muis wordt aangestuurd. De PTZ-functies worden mogelijk beschermd door een wachtwoord.

PTZ-instellingen configureren U kunt via dit scherm de PTZ-domecamera’s configureren. Elke camera moet afzonderlijk zijn ingesteld. Camera’s moeten zijn geconfigureerd voordat ze gebruikt kunnen worden. Zorg ervoor dat de RS-485-poort op het achterpaneel, waarmee de PTZdomecamera’s worden ingesteld, en de PTZ-domecamera’s, correct zijn aangesloten. Opmerking: Indien een camera niet correct werkt na het configureren van de DVR, dan dient u de ingevoerde paramaters te controleren. Afbeelding 21: Het scherm PTZ-instellingen


49

6BHoofdstuk 7: Een PTZ-domecamera besturen

Ga als volgt te werk om de instellingen van de PTZ-domecamera te configureren: 1. Ga naar het scherm PTZ Settings (PTZ-instellingen) door PTZ te selecteren in het hoofdmenu. 2. Selecteer in het keuzevak Camera de te configureren PTZ-domecamera uit de vervolgkeuzelijst. 3. Selecteer de baudsnelheid, databits, stopbits, pariteit en transportbesturing voor de camera. De standaardwaarden zijn: 

Baud rate (Baudsnelheid): 9600



Data bits (Databits): 8



Stop bits (Stopbits): 1



Parity (Pariteit): Geen



Flow control (Stroom ctrl): Geen

Opmerking: Druk op de toets Default (Standaard) om de standaardinstellingen terug te zetten. 4. Nadat u de benodigde wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de OK-toets om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar hoofdmenu.

PTZ-protocollen toewijzen Een PTZ-protocol en adres aan een camera toewijzen voor PTZ-besturing van de camera in de PTZ-modus. Zie Bijlage C “PTZ-protocollen” op pagina 145 voor een volledig overzicht van de beschikbare protocollen. Het standaard protocol is GE RS-485. PTZ-instellingen configureren: 1. Ga naar het scherm PTZ Settings (PTZ-instellingen) door PTZ te selecteren in het hoofdmenu. 2. Selecteer in het keuzevak Camera de te configureren PTZ-domecamera uit de vervolgkeuzelijst. 3. Selecteer een PTZ-protocol in het keuzevak PTZ-protocol. 4. Voer het PTZ-adres in. U kunt maximaal drie cijfers invoeren. Het nummer moet overeenkomen met het nummer dat in de PTZ-domecamera zelf is gebruikt. 5. Nadat u de benodigde wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op de OK-toets om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar hoofdmenu.

Instellingen kopiëren naar andere camera’s Instellingen van PTZ-domecamera’s kunnen gekopieerd worden naar andere PTZ-domecamera’s die zijn aangesloten op de DVR. Selecteer een bepaalde camera of alle camera’s in de optie Copy To (Kopiëren naar) van het PTZ-menu. Klik op Copy (Kopiëren). 50



Pop-upmenu voor bewerkingen met de muis Gebruik in de PTZ-modus het PTZ pop-upmenu van de muis voor snelle toegang tot een groot aantal PTZ-functies. Klik met de rechtermuisknop om het popupmenu te openen. Zie Afbeelding 22 hieronder. Afbeelding 22: PTZ pop-upmenu van de muis

De items in dit menu zijn onder andere: Tabel 15: Beschrijving van het PTZ pop-upmenu van de muis Item

Naam

Beschrijving

1.

Camera

Selecteer een PTZ-domecamera.

2.

Call preset (Voorinstelling oproepen)

Een voorkeuzeinstelling oproepen.

3.

Voorkeuzetraject oproepen

Een voorkeuzetraject oproepen.

4.

Schaduwtraject oproepen

Een schaduwtraject oproepen.

5.

PTZ-menu

Het PTZ-menu openen.

6.

Exit (Afsluiten)

De PTZ-modus afsluiten.

Instellen van voorinstellingen, voorkeuzetrajecten en schaduwtrajecten U kunt de voorinstellingen, voorkeuzetrajecten en schaduwtrajecten voor een aangesloten PTZ-domecamera aanpassen.

PTZ modus openen U kunt de PTZ-modus openen via het voorpaneel, de afstandsbediening, de muis en het bediendeel. Voorpaneel

Druk op de joystick voor Enter. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt.

Muis

Klik met de rechtermuisknop op het gewenste camerabeeld. Het popupbedieningspaneel voor de muis verschijnt. Druk op het PTZ-pictogram om de PTZ-modus te starten. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt.

Afstandsbediening

Druk op de OK-toets. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt.


51


Bediendeel

Druk op de toets Enter op het bediendeel. Voor verdere informatie, zie “Het bediendeel gebruiken” op pagina 152.

Als de weergave zich in de multiscreenindeling bevindt, wordt deze gewijzigd in de volledige schermindeling. Zie Afbeelding 23 hieronder voor een beschrijving van het PTZ-bedieningspaneel. Afbeelding 23: PTZ-bedieningspaneel

1.

Richtingstoetsen/toetsen voor automatisch scannen: Bestuurt de beweging en richting van de PTZ. De middelste knop wordt gebruikt om het automatisch pannen van de PTZ-domecamera te starten.

2.

Diafragma aanpassen.

3.

Scherpstelling aanpassen.

4.

Zoom aanpassen.

5.

Centreert de PTZ-domecamera. Deze functie wordt niet ondersteund op alle PTZ-domecamera’s.

6.

Direct inzoomen. Deze functie wordt niet ondersteund op alle PTZ-domecamera’s.

7.

Pas de snelheid van de PTZ-domecamerabeweging aan.

Een presetpositie instellen U kunt via het tabblad Preset (Voorinstelling) in het PTZ-besturingsscherm presets selecteren, instellen en verwijderen. Afbeelding 24: Preset-keuze en instellingenvenster

52



U stelt als volgt een preset in: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. - Of Druk op de joystick voor Enter. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Gebruik de richtings-, zoom-, diafragma- en scherpstellingstoetsen om de camera in de gewenste voorgedefinieerde locatie te plaatsen. 3. Klik op de toets Preset (Voorkeuze) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZbedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset (Voorinstelling). 4. Selecteer een presetnummer en klik op de toets Set (Instellen). De preset is ingeschakeld en opgeslagen in de camera. 5. Klik op de OK-toets om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de PTZ-modus. Een preset verwijderen: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. - Of Druk met de joystick op de toets ENTER op het voorpaneel. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Preset (Voorkeuze) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZbedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset (Voorinstelling). 3. Selecteer een presetnummer en klik op de toets Clear (Wissen). Opmerking: Met de toets Clear All (Alles wissen) worden alle presets verwijderd. 4. Klik op de OK-toets om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de PTZ-modus.

Een voorkeuzetraject instellen Voorkeuzetrajecten bewegen een PTZ-domecamera naar verschillende stappen en laat het daar voor een bepaalde dwell-tijd staan, voordat naar het volgende punt wordt verdergeschakeld. De stappen worden bepaald door presets (zie “Een presetpositie instellen” op pagina 52.) Elk voorkeuzetraject bestaat uit verschillende stappen. Een stap bestaat uit een stapnummer, een doorlooptijd en een snelheid. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

53


Het stapnummer is de volgorde die de camera volgt terwijl het door het voorkeuzetraject schakelt. De dwell-tijd is de tijd dat een camera op een stap blijft staan, voordat het naar de volgende stap schakelt. De snelheid is de snelheid waarmee de camera van een stap naar de volgende stap beweegt. Opmerking: De gebruikte PTZ-domecamera moet in staat zijn de voorkeuzetrajectfunctie te ondersteunen. U stelt als volgt een voorkeuzetraject in: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. - Of Druk op de joystick voor Enter. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Preset Tour (Voorkeuzetraject) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZ-bedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset Tour (Voorkeuzetraject). 3. Selecteer het voorkeuzetraject dat u wilt instellen in het vak Preset Tour No. (Voorkeuzetrajectnummer). 4. Selecteer de gewenste voorgeprogrammeerde presets in de lijst met presets. 5. Klik op de toets Set (Instellen) om het configuratiemenu voor het voorkeuzetraject te openen. Een voorkeuzetraject moet uit tenminste twee ingeschakelde presets bestaan. 6. Het stapnummer, de dwell-tijd en snelheid instellen. 7. Klik op de OK-toets om terug te keren naar het configuratiemenu voor het voorkeuzetraject. 8. Herhaal de stappen 2 tot en met 7 om andere stappen te configureren. 9. Nadat alle stappen zijn geconfigureerd, klik op OK om op te slaan en terug te keren naar de PTZ-modus. Een voorkeuzetraject verwijderen: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. - Of Druk op de joystick voor Enter. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Preset Tour (Voorkeuzetraject) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZ-bedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset Tour (Voorkeuzetraject).

54



3. Selecteer een voorkeuzetrajectnummer en klik op de toets Clear (Wissen). Opmerking: Met de toets Clear All (Alles wissen) worden alle presets verwijderd. 4. Klik op de OK-toets om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de PTZ-modus.

Een schaduwtraject instellen Met de functie ShadowTour (Schaduwtraject) wordt het bewegingstraject van de PTZ-domecamera onthouden. U kunt slechts één schaduwtraject instellen. Opmerking: De PTZ-domecamera moet de schaduwtrajectfunctie ondersteunen. U stelt als volgt een schaduwtraject in: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. - Of Druk op de joystick voor Enter. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Shadow Tour (Schaduwtraject) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZ-bedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Shadow Tour (Schaduwtraject). 3. Selecteer het schaduwtrajectnummer uit de getoonde lijst. Opmerking: Er is maar één schaduwtraject. 4. Ga als volgt te werk om een schaduwtraject op te nemen; klik op de toets Run Shadow (Schaduwtraject uitvoeren) om te beginnen met opnemen van bewegingen van de PTZ. U kunt de camera via het PTZ-bedieningspaneel verplaatsen. De camerabewegingen worden opgenomen totdat op de toets Stop Running (Stoppen met opnemen) wordt geklikt. 5. Klik op de OK-toets om op te slaan en terug te keren naar de PTZ-modus.

Een presetpositie oproepen Presets zijn eerder gedefinieerde locaties van een PTZ-domecamera. Hiermee kunt u de PTZ-domecamera snel naar een gewenste positie verplaatsen. Oproepen van presets kan alleen in de live-weergavemodus. Opmerking: Alleen ingeschakelde presets kunnen worden opgeroepen en verwijderd worden.


55


U roept als volgt een preset op met de muis: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Preset (Voorkeuze) op het PTZ-bedieningspaneel. Het PTZbedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset (Voorinstelling). 3. Selecteer een presetnummer en klik op de toets Call (Oproepen). 4. Klik op OK. De camera beweegt direct naar die presetstand. U roept als volgt een preset op met het voorpaneel: 1. Activeer de PTZ-modus door met de joystick op de toets Enter op het voorpaneel te drukken. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Druk op de toets Preset op het voorpaneel. 3. Voer een voorgeprogrammeerd presetnummer in. De camera beweegt direct naar die presetstand.

Een voorkeuzetraject oproepen U roept als volgt een voorkeuzetraject op: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Preset Tour (Voorkeuzetraject). Het PTZ-bedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Preset Tour (Voorkeuzetraject). 3. Selecteer een ingeschakeld voorkeuzetrajectnummer en klik op de knop Start. Klik op de toets Stop om het voorkeuzetraject te stoppen.

Een schaduwtraject oproepen U roept als volgt een schaduwtraject op met de muis: 1. Activeer de PTZ-modus door met de linkermuisknop te klikken op het gewenste camerabeeld en het PTZ-pictogram te selecteren in het menu voor cameosnelkoppelingen. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Klik op de toets Shadow Tour (Schaduwtraject). Het PTZ-bedieningspaneel wordt weergegeven met het geopende tabblad Shadow Tour (Schaduwtraject). 3. Selecteer het ingeschakelde schaduwtrajectnummer en klik op de knop Run Record (Opname uitvoeren).

56



U roept als volgt een schaduwtraject op met het voorpaneel: 1. Activeer de PTZ-modus door met de joystick op de toets Enter op het voorpaneel te drukken. Het PTZ-bedieningspaneel verschijnt. 2. Druk op de toets Tour (Traject) op het voorpaneel. Het schaduwtraject begint.


57


58


Hoofdstuk 8 Een opname afspelen Met de TVR 60 kunt u snel video-opnames zoeken en afspelen. Er kan op een aantal manieren video worden afgespeeld: 

Direct afspelen van video-opnames



De videoarchieven doorzoeken op tijd, datum of gebeurtenis,



Het systeemlogboek doorzoeken

De DVR blijft opnemen in de live-weergavemodus van een camera terwijl gelijktijdig video op de desbetreffende cameraweergave wordt afgespeeld. De afspeelfuncties worden mogelijk beschermd door een wachtwoord. U kunt alleen video afspelen in de live-weergavemodus. Afbeelding 25: Afspeelscherm

1.

Afspelen met datum en tijd

2.

Het camerabedieningspaneel. Gebruik dit voor het selecteren van maximaal vier camera’s voor afspelen


3.

Kalenderbedieningspaneel. Groen: Huidige datum Blauw: Beschikbare opnames op de eenheid

4.

Afspeelbedieningspaneel

59

7BHoofdstuk 8: Een opname afspelen

Het afspeelbedieningspaneel Met behulp van het afspeelbedieningspaneel is het eenvoudig om het begin en einde van afspeeltijden te selecteren. Zie Afbeelding 26 hieronder. Afbeelding 26: Het afspeelbedieningspaneel

1.

Geluid aan/uit

2.

Een videoclip tijdens afspelen starten/stoppen. Een gedeelte van een opname kan worden opgeslagen op een extern opslagapparaat.

3.

Eerdere opname van een bestand/dag/gebeurtenis

4.

30 seconden achterwaarts afspelen

5.

Afspelen starten/pauzeren

6.

Afspelen stoppen

7.

30 seconden versneld vooruitspoelen

8.

Afspeelsnelheid verhogen. Beschikbare opties zijn: Beeld-voor-beeld, 1/8 snelheid, ¼ snelheid, ½ snelheid, normaal, X2 snelheid, X4 snelheid, X8 snelheid, maximale snelheid.

9.

Afspeelsnelheid verlagen: Beschikbare opties zijn: Beeld-voor-beeld, 1/8 snelheid, ¼ snelheid, ½ snelheid, normaal, X2 snelheid, X4 snelheid, X8 snelheid, maximale snelheid.

10. De opname van het volgende bestand/de volgende dag in het zoekresultaat afspelen 11. Tijdlijn: De tijdlijn loopt van links (oudste videobeelden) naar rechts (nieuwste videobeelden). Klik op een locatie op de tijdlijn om de cursor te verplaatsen naar de positie waar u het afspelen wilt starten 12. Opnametype: De blauwe lijn geeft een ononderbroken opname aan. De rode lijn geeft een alarm/gebeurtenisopname aan 13. Stoppen met afspelen en terugkeren naar het venster Search (Zoeken) 14. Het camera-/datumbedieningspaneel verbergen 15. Het afspeelbedieningspaneel verbergen

Video-opnamesafspelen U kunt opgenomen videobeelden eenvoudig opzoeken en afspelen. Zie Afbeelding 28 op pagina 62. U kunt maximaal vier camera’s tegelijk afspelen. Als u echter megapixelcamera’s gebruikt, kunnen slechts twee megapixelcamera’s met een hogere resolutie dan 4 CIF worden afgespeeld. Als de resolutie lager is dan of gelijk is aan 4 CIF, kunt u maximaal vier megapixelcamera’s afspelen. Alle multiscreencamera’s worden tijdens het afspelen gelijktijdig afgespeeld. Dit betekent dat het bijvoorbeeld gemakkelijk is om het pad van een indringer te volgen die door verschillende camera’s is geregistreerd.

60



Afbeelding 27: Het scherm Advanced Search (Geavanceerd zoeken)

Tabel 16: Functiebeschrijving van het scherm Advanced Search (Geavanceerd zoeken) Functie

Beschrijving

Analog / IP camera status (Status Analoog/IP-camera)

Geeft alle analoge- en IP-camera’s weer die zijn ingesteld in het systeem. Een zoekopdracht kan uit zowel analoge- als IP-camera’s bestaan. Er moet tenminste één camera zijn geselecteerd in een zoekopdracht. Hiermee selecteert u de camera’s die u in uw zoekopdracht wilt opnemen.

Video type (Type video)

Zoeken naar het type gebeurtenis. De beschikbare opties zijn: Time (Tijd), Motion (Beweging), Alarm, Motion or Alarm (Beweging of Alarm), Motion and Alarm (Beweging en Alarm), All (Alle).

Protected (Beveiligd)

In een zoekopdracht gevonden bestanden kunnen worden beveiligd tegen verwijderen. Vergrendelde bestanden kunnen niet worden verwijderd. Er zijn drie mogelijke opties voor bestandsbeveiliging: Locked (Vergrendeld), Unlocked (Ontgrendeld), All (Alle). Standaard is dit Unlocked (Ontgrendeld). Hiermee selecteert u de beveiligingsstatus van een opname.

Start time (Begintijd)

Hiermee selecteert u de starttijd en datum voor de zoekopdracht.

Details

Geeft een uitgebreid overzicht van het type gebeurtenissen die op één dag zijn opgenomen op de geselecteerde camera of camera’s. Via het scherm Detail kunt u het tijdvenster van de dag waarop u wilt zoeken verfijnen. Verplaats met de muis de groene balk (links) om de starttijd van de zoekopdracht te wijzigen, en verplaats de blauwe balk (rechts) om de eindtijd van de zoekopdracht te wijzigen. Klik op de toets Details om het subscherm van Detail te openen. Klik op OK en keer terug naar het scherm Advanced Search (Geavanceerd zoeken) indien de positie van de groene of blauwe balken gewijzigd moeten worden.

End time (Eindtijd)

Hiermee selecteert u de eindtijd en datum voor de zoekopdracht.

Export (Exporteren)

Hiermee kunt u de geselecteerde bestanden archiveren naar een opslagapparaat zoals een USB.


61


Zoekresultaten Een zoekopdracht levert meestal een lijst van bestanden op die wel meerdere pagina’s kan beslaan. De bestanden worden gesorteerd per camera, en daarna per camera op datum en tijd. Het oudste bestand staat bovenaan. Zie Afbeelding 28 hieronder voor een voorbeeld van een zoekopdracht. U kunt slechts één bestand tegelijk afspelen. Bestanden kunnen worden vergrendeld door een camera-ingang te selecteren die dan gemarkeerd wordt, en vervolgens te klikken op op de toets Lock (Vergrendelen). Het pictogram in de kolom Protected (Beveiligd) wordt nu gewijzigd. Afbeelding 28: Voorbeeld van een lijst met zoekresultaten

Afspelen van bestanden uit een zoekopdracht voor video-opnames. Afspelen vanaf één camera: 1. Selecteer in de live-weergavemodus de gewenste cameraweergave voor het afspelen. 2. Druk op de toets Search (Zoeken) op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de toets Advanced Search (Geavanceerd zoeken). Het venster Advanced Search (Geavanceerd zoeken) wordt weergegeven. 3. Verplaats in de regels Analog / IP Camera Status (Analoog en/of IP Camerastatus) de cursor met de joystick naar een selectievak van een camera en druk op Enter om de gewenste camera te selecteren. U kunt ook met de muis op een selectievak van een camera klikken. 4. Gebruik de joystick om de cursor naar elk van de zoekparameters te bewegen en selecteer de gewenste opties. Druk in het invulvak op Enter op het

62



voorpaneel om de wijziging te bevestigen. U kunt voor het aanpassen van de parameters ook de muis gebruiken. 5. Klik op de toets Search (Zoeken). De lijst met zoekresultaten wordt weergegeven. 6. Gebruik de joystick om de cursor naar de eerste regel van de zoekresultaten te bewegen en druk op Enter om te selecteren. De regel wordt groen weergegeven. Om een ander zoekresultaat te selecteren, verplaatst u de cursor naar de gewenste regel en drukt u opnieuw op Enter. U kunt voor het selecteren van een ander zoekresultaat ook de muis gebruiken. Opmerking: U kunt maar één regel selecteren. 7. Druk op Play (Afspelen). De geselecteerde opname begint direct af te spelen. 8. Klik op de rechtermuisknop om het afspelen te stoppen en selecteer de knop Exit (Afsluiten) in het afspeelbedieningspaneel. Klik op de rechtermuisknop om het afspeelbedieningspaneel tijdens afspelen te verbergen, en selecteer de toets Control Panel in het afspeelbedieningspaneel. 9. Klik na het stoppen met afspelen op de knop Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het venster Search (Zoeken). U kunt een ander zoekresultaat selecteren. Afspelen vanaf meerdere camera’s: 1. Selecteer in de live-weergavemodus de gewenste cameraweergave voor het afspelen. 2. Druk op de toets Search (Zoeken) op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de toets Advanced Search (Geavanceerd zoeken). Het venster Advanced Search (Geavanceerd zoeken) wordt weergegeven. 3. Gebruik de joystick op het voorpaneel om de cursor naar het cameraselectievakje te bewegen en druk op Enter om de gewenste camera’s te selecteren. U kunt ook met de muis op een selectievak van een camera klikken. 4. Gebruik de joystick om de cursor naar elk van de zoekparameters te bewegen en selecteer de gewenste opties. Druk in het invulvak op Enter op het voorpaneel om de wijziging te bevestigen. U kunt voor het aanpassen van de parameters ook de muis gebruiken. 5. Klik op de toets Search (Zoeken). De lijst met zoekresultaten wordt weergegeven. 6. Gebruik de joystick om de cursor naar de eerste regel van de zoekresultaten te bewegen en druk op Enter om te selecteren. De regel wordt groen weergegeven. Om een ander zoekresultaat te selecteren, verplaatst u de cursor naar de gewenste regel en drukt u opnieuw op Enter.


63


U kunt voor het selecteren van een ander zoekresultaat ook de muis gebruiken. Opmerking: U kunt maar één regel selecteren. 7. Klik op de toets Play (Afspelen). Het scherm Synchronous Playback Cameras (Afspeelscherm voor synchrone weergave) wordt weergegeven, waar alle geselecteerde camera’s op staan. (In het onderstaande voorbeeld staan alleen analoge camera’s.)

8. Selecteer maximaal vier analoge of twee IP-camera’s om gelijktijdig af te spelen en druk op de OK-toets. De geselecteerde camera’s beginnen direct af te spelen. 9. Klik op de rechtermuisknop om het afspelen te stoppen en selecteer de knop Exit (Afsluiten) in het afspeelbedieningspaneel. Klik op de rechtermuisknop om het afspeelbedieningspaneel te verbergen, en selecteer de toets Control Panel in het afspeelbedieningspaneel. 10. Klik op Exit (Afsluiten) als het afspelen is gestopt. U kunt een ander zoekresultaat selecteren. U voert als volgt een digitale zoom uit tijdens het afspelen: U kunt tijdens het afspelen inzoomen op een beeld. Klik tijdens het afspelen op de rechtermuisknop om het afspeelbedieningspaneel op te roepen. Klik op de toets Zoom om de digitale zoom te activeren. U kunt als volgt het afspeelbedieningspaneel verbergen: Klik op de rechtermuisknop om het afspeelbedieningspaneel tijdens afspelen te verbergen, en selecteer de toets Control Panel. U sluit als volgt de afspeelmodus af: 1. Druk op de toets Live op het voorpaneel om de afspeelmodus te verlaten en terug te keren naar de live-weergavemodus. - Of Klik met de rechtermuisknop en selecteer Exit (Afsluiten) in het pop-upmenu. - Of 64



Klik op het pictogram Exit in de rechterbenedenhoek van het afspeelbedieningspaneel.

Direct afspelen van video-opnames Gebruik de afspeelwerkbalk om snel de laatste paar minuten van opgenomen videobeelden terug af te spelen. Dit kan handig zijn voor het bekijken van een gebeurtenis die net heeft plaatsgevonden. De exacte duur voor het terug afspelen kan worden aangepast in het menu Display (Beeld) (zie “De afspeeltijd voor direct afspelen wijzigen” op pagina 45.) U kunt als volgt opgenomen video-opnames direct afspelen: • Met de muis: 1. Klik in de live-modusweergave met de rechtermuisknop op het gewenste camerabeeld. Het pop-upbedieningspaneel voor de muis verschijnt. Klik op de toets Playback (Afspelen) om de afspeelmodus te activeren. 2. Het afspelen vanaf de geselecteerde camera begint in volledige schermweergave, direct vanuit de voorgeprogrammeerde tijdperiode voor direct afspelen. Opmerking: Er verschijnt een bericht als er geen opnames zijn gevonden in deze periode. 3. Om andere camera’s bij het afspelen te gebruiken, klikt u op het tabblad cameratype (Analoog/IP) in het bedieningspaneel voor de camera en selecteert u vervolgens maximaal vier camera’s uit de lijst.

Klik op de toets Stop in het afspeelbedieningspaneel en klik vervolgens op Play (Afspelen) om opnieuw te beginnen met afspelen. Het afspelen begint opnieuw in de multiscreenweergave. • Bediening via voorpaneel/afstandsbediening: 1. Druk in de live-modusweergave op de toets Playback (Afspelen) op het voorpaneel of op de afstandsbediening om de afspeelmodus te activeren. 2. Druk op de toets Analog (Analoog) of IP om het cameratype te selecteren. 3. Druk op de cameranummertoets voor de gewenste camera. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

65


Opmerking: Afspelen in de multiscreenweergave kan alleen worden ingesteld met de muis. 4. Het afspelen vanaf de geselecteerde camera begint direct vanuit de voorgeprogrammeerde tijdperiode voor direct afspelen. Opmerking: Er verschijnt een bericht als er geen opnames zijn gevonden in deze periode.

Afspelen vanaf het systeemlogboek U kunt ook video-opnames afspelen vanaf het systeemlogboek. Het systeemlogboek biedt veel meer mogelijkheden voor het afspelen dan de functie Advanced Search (Geavanceerd zoeken), dat zich alleen bezig houdt met videodetectie en alarmen. Afbeelding 29: Het scherm View Log (Logbestand weergeven)

U speelt als volgt video af vanaf het systeemlogbestand: 1. Druk op de toets Menu op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de knop Menu. Het hoofdmenu wordt weergegeven. 2. Klik op het pictogram System (Systeem). Het scherm System View (Systeemweergave) verschijnt. 3. Klik op de toets View (Weergeven) in het vak View Log (Logbestand weergeven). Het scherm Log verschijnt. 4. Selecteer in het vak Major Type (Hoofdtype) een optie in de vervolgkeuzelijst. 5. Selecteer in het vak Minor Type (Subtype) een optie in de vervolgkeuzelijst. De lijst met beschikbare opties is afhankelijk van de onder Major Type (Hoofdtype) geselecteerde optie. 6. Selecteer in de vakken Start Time (Begintijd) en End Time (Eindtijd) de begin- en eindtijd voor de af te spelen video-opnames. 7. Klik op de toets Search (Zoeken). Er wordt een lijst met resultaten getoond. 66



8. Selecteer het af te spelen videobestand en klik op de: - Toets Details: Voor meer informatie over de opname. Er staat informatie zoals de begintijd, het type informatie, het cameranummer, en geeft een beschrijving van het type opgenomen gebeurtenissen en het tijdstip waarop de opname is gestopt. - Afspeeltoets: Klik om het afspelen van de opname te starten. - Export-toets: Klik hierop om het bestand te archiveren. Het uitvoerscherm verschijnt. - Annuleren: Klik hierop om terug te keren: Naar het vorige scherm.

Beeld-voor-beeld afspelen U kunt eenvoudig een geselecteerde video afspelen op verschillende snelheden. Zo kunt u bijvoorbeeld een gebeurtenis voorzichtig, beeld-voor-beeld bekijken wanneer deze zich voordoet. U kunt in de afspeelmodus als volgt beeld-voor-beeld afspelen: • Met de muis: 1. Klik in het afspeelscherm op de toets Speed Down (Snelheid omlaag) op het afspeelbedieningspaneel, totdat de snelheid wordt veranderd in Single frame (enkel beeld). 2. Klik op de toets Pause (Pauze) om de opname beeld voor beeld vooruit te spoelen. • Bediening via voorpaneel/afstandsbediening: 1. Beweeg in het afspeelscherm de joystick naar links om door de verschillende snelheden te bladeren tot aan Single frame (enkel beeld). 2. Klik met de joystick op Enter om de video beeld-voor-beeld vooruit te spoelen. 3. Druk op de toets Playback (Afspelen) om af te spelen op normale snelheid.


67


Afspeelmodus afsluiten U kunt de afspeelmodus afsluiten door op de toets Menu op het voorpaneel of de afstandsbediening te klikken, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de toets Menu.

68


Hoofdstuk 9 Opgenomen bestanden archiveren Archiveer opgenomen bestanden op een extern opslagapparaat, zoals USBflashstations, USB-harde schijven, eSATA-apparaat of een DVD-schrijfstation. U kunt alleen video afspelen in de live-weergavemodus. De archiveringsfuncties worden mogelijk beschermd door een wachtwoord. Opmerking: De USB-poort op het achterpaneel ondersteunt geen USB CD/DVD-branders of USB-harde schijven.

Bestanden archiveren U kunt op twee manieren bestanden archiveren: Quick Archive (Snel archiveren): Met Quick archive (Snel archiveren) kunt u opgenomen bestanden snel archiveren met de toets Archive (Archiveren) op het voorpaneel. De TVR 60 downloadt vervolgens alle opgenomen bestanden op de unit en vult daarmee de beschikbare ruimte op de media. Deze optie is niet beschikbaar via de muis. Het scherm Advanced Search (Geavanceerd zoeken): Via de functie Export in het scherm Advanced Search (Geavanceerd zoeken) kunt u de archiveringsinstellingen opgeven, zoals een specifieke tijd en datum en de gebruikte camera’s.

Quick Archive (Snel archiveren) gebruiken U archiveert als volgt video-opnames met Quick Archive (Snel archiveren) 1. Sluit het back-upapparaat aan op de TVR 60. Als u een USB-geheugenstation gebruikt, plaatst u het apparaat in de USBpoort op het voorpaneel. Als u een DVD of eSATA-station gebruikt, plaatst u de schijf in het DVD-station. Indien meer dan één type media wordt aangetroffen in de TVR 60, wordt eerst het USB-apparaat gebruikt.


69

8BHoofdstuk 9: Opgenomen bestanden archiveren

2. Druk op Archive (Archiveren) om het archiveringsvenster te openen. 3. Druk op de knop Archive (Archiveren) op het voorpaneel of de afstandsbediening. De unit begint met het downloaden van de bestanden. Er wordt een bevestiging weergegeven wanneer de download is voltooid.

Opgenomen bestanden naar een back-upapparaat exporteren U kunt een mini-USB-hub in de USB-poort steken om een muis aan te sluiten voor navigatie en een USB-station voor archivering. Het kan echter zijn dat de unit niet alle typen USB-hub ondersteund. Afbeelding 30: Het scherm Export (Exporteren)

Tabel 17: Beschrijving van het scherm Export (Exporteren) Item

Functie

Beschrijving

1.

Refresh (Vernieuwen)

Vernieuw de zoekresultaten indien er parameters zijn aangepast.

2.

Media

Selecteer één van de opslagmedia voor archivering: USB-flashstation, USB-harde schijf of DVD-schrijfstation. Als het back-upapparaat niet wordt herkend: • Klik op de toets Refresh (Vernieuwen). • Het apparaat opnieuw aansluiten. • Controleer op compatibiliteit van de leverancier.

3.

Free space (Vrije ruimte)

De beschikbare vrije ruimte wordt weergegeven op het backupapparaat.

4.

File (Bestand)

Op het back-upapparaat gevonden bestanden staan op een lijst.

5.

New (Nieuw)

Nieuwe map aanmaken.

6.

Delete (Verwijderen) Geselecteerd bestand verwijderen.

70


Hoofdstuk 9: Opgenomen bestanden archiveren

Item

Functie

Beschrijving

7.

Play (Afspelen)

Geselecteerd bestand afspelen.

8.

Format (Formatteren)

Het USB/eSATA-station formatteren.

9.

Start (Begin)

Beginnen met downloaden van de geselecteerde bestanden naar een opslagmedium.

10.

Annuleren

De zoekopdracht annuleren en terugkeren naar het vorige menu.

U kunt opgenomen bestanden als volgt naar een back-upapparaat exporteren: 1. Sluit het back-upapparaat aan op de DVR. Als u een USB-geheugenstation gebruikt, plaatst u het apparaat in de USBpoort op het voorpaneel. Als u een DVD of eSATA-station gebruikt, plaatst u de schijf in het DVD-station. Indien beide media worden aangetroffen in de TVR 60, wordt eerst het USB-apparaat gebruikt. 2. Druk in de live-weergavemodus op de toets Search (Zoeken) op het voorpaneel of de afstandsbediening, of klik met de rechtermuisknop en selecteer de toets Menu en de toets Playback (Afspelen). Het venster Advanced Search (Geavanceerd zoeken) wordt weergegeven.

3. Selecteer de camera’s in de analoge statusregel. 4. Selecteer de zoekparameters Functie

Beschrijving

Video type (Type video)

Zoek naar het type gebeurtenis of bestand. De beschikbare opties zijn: Schema, bewegingsdetectie, alarm of bewegingsdetectie en/ alarm, handmatig opnemen, alle. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.

Protected (Beveiligd)

Als het bestand is vergrendeld, geven de resultaten van de zoekopdracht “Locked” (Vergrendeld) weer in de kolom Major (Hoofd). Vergrendelde bestanden kunnen niet worden verwijderd. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst.

Start time (Begintijd)

Selecteer de starttijd en datum voor de zoekopdracht.


71


Functie

Beschrijving

Details

Geeft een uitgebreid overzicht van camera-opnamen.

End time (Eindtijd)

Selecteer de eindtijd en datum voor de zoekopdracht.

5. Klik op de knop Search (Zoeken). De lijst met resultaten wordt getoond. 6. Klik op het videobestand of de bestanden die u wilt exporteren. Opmerking: U kunt op de toets Play (Afspelen) klikken om te controleren of de geselecteerde bestanden de te exporteren bestanden zijn. 7. Druk op de toets Export. Het scherm Export verschijnt. De grootte van de momenteel geselecteerde bestanden wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het scherm. 8. Selecteer het opslagmedium waarnaar geexporteerd moet worden in de keuzelijst. 9. Druk op de toets Start om het back-upproces in werking te stellen. 10. Na het voltooien van het back-upproces kunt u de bestanden van uw apparaat selecteren en op de toets Play (Afspelen) klikken om te controleren of ze geëxporteerd zijn.

Videoclips archiveren U kunt belangrijke scènes in een opgenomen bestand opslaan voor latere verwijzingen, door videoclips te maken van geselecteerde delen van het bestand tijdens het afspelen. Wanneer een indringer bijvoorbeeld langs meerdere camera’s loopt, kunt u het pad van de indringer langs deze camera’s in één bestand vastleggen. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar voor de muis. Een videoclip exporteren tijdens het afspelen: 1. Sluit het back-upapparaat aan op de TVR 60. 2. Zoek naar de gewenste bestanden die u wilt afspelen. Zie “Afspelen van bestanden uit een zoekopdracht voor video-opnames.” op pagina 62. 3. Selecteer het af te spelen bestand en klik op de toets Play (Afspelen). Het afspelen begint meteen. 4. Klik op de tijdlijn voor het afspelen op de positie waar de videoclip moet starten en klik op de toets Start Clip. 5. Klik op de tijdlijn voor het afspelen op de positie waar de videoclip moet stoppen en klik op de toets End Clip. 6. Herhaal dit voor meer clips. 7. Klik op de toets Quit Playback (Stoppen met afspelen) om de afspeelmodus te verlaten. Er verschijnt een bericht met de vraag of u de videoclips wilt opslaan. 72


Hoofdstuk 9: Opgenomen bestanden archiveren

8. Klik op Yes (Ja) om de clips te archiveren. Het scherm Export verschijnt. Klik op No (Nee) om te sluiten en terug te keren naar het scherm met zoekresultaten. 9. Selecteer in het scherm Export het te gebruiken back-upapparaat in de vervolgkeuzelijst. 10. Klik op de knop Start. Het downloaden van het bestand begint. Opmerking: U kunt een nieuwe map aanmaken voor de videoclips. Druk op de toets New Folder (Nieuwe map) en voer een naam voor de map in.

Back-upapparaten beheren U kunt back-upapparaten beheren vanuit het scherm Export (zie Afbeelding 30 op pagina 70.) In het scherm Export (Exporteren) kunt u: • Een nieuwe map aanmaken: Maakt een nieuwe map aan op het backupapparaat. • Verwijderen: Een bestand of map verwijderen van het back-upapparaat. • Afspelen: Het geselecteerde videobestand afspelen vanaf het backupapparaat. • Formatteren: Het back-upapparaat formatteren. • Wissen: Bestanden wissen van een herschrijfbare CD/DVD.

Archiefbestanden afspelen op een PC Gebruik de standaard spelersoftware voor het afspelen van gearchiveerde videoopnames op uw PC. U kunt deze downloaden van de TVR 60 wanneer u bestanden archiveert naar een back-upapparaat.


73


74


Hoofdstuk 10 De webbrowser gebruiken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de webbrowserinterface het apparaat kunt configureren, video-opnames kunt afspelen, gebeurtenislogboeken kunt doorzoeken en een PTZ-domecamera kunt bedienen. U kunt ook instellingen opgeven in de webbrowserinterface om het afspelen van video en opnameprestaties in omgevingen met een lage of beperkte bandbreedte te optimaliseren.

Gebruikers van Windows Vista en 7 Internet Explorer voor Windows Vista- en Windows 7-besturingssystemen beschikt over uitgebreide beveiligingsmaatregelen om uw PC te beschermen tegen de installatie van schadelijke software. Wanneer u de TVR 60webbrowserinterface gebruikt, kunt u ActiveX-besturingselementen installeren voor het aansluiten en weergeven van video met Internet Explorer. Als u wilt beschikken over de volledige functionaliteit van de webbrowserinterface en de DVR-speler met Windows Vista en Windows 7, doet u het volgende: •

Voer de browserinterface en de DVR-speler uit als systeembeheerder in uw werkstation

•

Voeg het IP-adres van de DVR toe aan de lijst van vertrouwde websites van uw browser

U kunt als volgt het IP-adres van de DVR toevoegen aan de lijst van vertrouwde websites van Internet Explorer 1. Start Internet Explorer. 2. Klik op Tools (Extra) en kies vervolgens Internet Options (Internetopties). 3. Klik op de tab Security (Beveiliging) en selecteer het pictogram Trusted Sites (Vertrouwde websites). 4. Klik op Sites (Websites).


75

9BHoofdstuk 10: De webbrowser gebruiken

5. Controleer of het selectievakje “Require server verification (https:) for all sites in this zone” (“Serververificatie (https:) voor alle websites in deze zone verplicht") is uitgeschakeld. 6. Geef het IP-adres of de DDNS-naam op in het veld “Add this website to the zone” ("Deze website aan de zone toevoegen"). 7. Klik op Add (Toevoegen) en klik vervolgens op Close (Sluiten). 8. Klik op OK in het dialoogvenster Options (Opties). 9. Maak een verbinding met de TVR 60 voor de volledige browserfunctionaliteit.

De webbrowser openen Als u toegang wilt tot de TVR 60, opent u een webbrowser en voert u het IPadres dat is toegewezen aan de TVR 60 in als webadres. Geef in het aanmeldscherm het standaard gebruikers-ID en wachtwoord op. Opmerking: U kunt slechts één DVR per browser weergeven. User ID (Gebruikers-ID): admin Password (Wachtwoord): 1234 De webbrowser gebruikt de volgende poorten. •

IP-adres - 192.168.1.82

•

Subnetmasker - 255.255.255.0

•

Gateway-adres - 192.168.1.1

•

Videopoort: 8000

•

HTTP-poort: 80

Webbrowseroverzicht Met de TVR 60-webbrowser kunt u video bekijken, opnemen en afspelen, maar ook alle aspecten van de DVR beheren vanaf een willekeurige PC met internettoegang. De eenvoudige browserbediening biedt u snel toegang tot alle TVR 60-functies. Zie Afbeelding 31 op pagina 77.

76



Afbeelding 31: Webbrowserinterface

Tabel 18: Beschrijving van het webbrowserscherm Item

Naam

Beschrijving

1.

Menuwerkbalk

U kunt de volgende handelingen verrichten: •

Live-videobeelden bekijken

•

Video-opnames afspelen

•

Zoeken naar gebeurtenislogboeken

•

Instellingen configureren

•

De interface afsluiten

2.

Viewer

Live- of eerder opgenomen videobeelden bekijken.

3.

PTZ-besturing

PTZ bedienen voor de momenteel geselecteerde camera.

4.

Camera

Videobeelden bekijken en opnemen vanaf de geselecteerde camera.

5.

Weergave-indeling

Bepaal de gewenste weergave van de video in de Viewer.

6.

Video-functie

U kunt de volgende handelingen verrichten: •

Live-video opnemen

•

Een momentopname van videobeelden maken

•

Opname inschakelen voor alle camera’s

•

Vorige cameraweergave weergeven

•

Volgende cameraweergave weergeven

7.

Audio-instellingen

Audio in- of uitschakelen.

8

Instellingen voor videobeelden

Instellingen voor videobeelden aanpassen, zoals helderheid, contrast, verzadiging en tint. U kunt deze instellingen terugzetten naar de standaardwaarden.


77


De webbrowser gebruiken voor het configureren van het apparaat Klik op de menubalk op Config (configureren) om het configuratiescherm weer te geven. De DVR kan op twee manieren worden geconfigureerd: Lokaal en Extern.

Lokale configuratie Via de lokale configuratie kunt u de communicatie- en netwerkparameters bepalen, zoals het protocoltype, de maximale bestandsgroote, het type streaming en de netwerkinstellingen voor overdracht. U kunt ook de locaties bepalen voor het opslaan van opgenomen en af te spelen video-opnames, vastgelegde beelden en gedownloade bestanden.

Configuratie op afstand Via de externe configuratie kunt u de volgende DVR-instellingen extern configureren: Opmerking: De extern geconfigureerde instellingen verschillen van de instellingen die lokaal worden geconfigureerd. Afbeelding 32: Het scherm Remote browser configuration (Scherm voor externe configuratie) (Getoonde videoparameters)

78



Let op: U kunt de verhouding van frametype en I-frame van de streamingconfiguratie van de camera aanpassen (zie het gedeelte met vakken in Afbeelding 32). Deze instellingen hebben echter een directe impact op de kwaliteit van de opgenomen videobeelden en de werking van de streaming. Het wijzigen van de fabrieksinstellingen kan leiden tot prestatieverlies van de streaming en een slechte kwaliteit van de videobeelden. Het wordt sterk aanbevolen de fabriekswaarden niet te wijzigen. •

De DVR-informatie omvat het apparaatnummer, nummer en weergaveschaal

•

De camera-instellingen omvatten bewegingsdetectie, privacymaskering, beelduitval, sabotage van videobeelden, instellingen voor videobeelden en tekst op videobeelden

•

De opname-instellingen omvatten het opnameschema en de kwaliteit van de opnames

•

Netwerkinstellingen omvatten e-mail, DDNS en instellen van NTP

•

De instellingen van de seriële poort, inclusief RS-485 en RS-232 parameters

•

De instellingen voor Alarm omvatten alarmberichten, audio-alarmberichten, pre-alarm en post-alarm, seconden en meldingsparameters

•

Systeeminstellingen omvatten datum en tijd van gebruikersbeheer, audio, RS-485, RS-232, taal, alarmmelding en instellen van de harde schijf

Via het externe configuratiescherm kunt u ook de DVR-firmware extern bijwerken. Zie Afbeelding 32 op pagina 78.

Opgenomen video-opnames zoeken en afspelen Om opgenomen video-opnames te zoeken en af te spelen; klik op Playback (Afspelen) op de menubalk om de pagina Playback (Afspelen) weer te geven, zoals in Afbeelding 33 op pagina 80.


79


Afbeelding 33: De pagina Browser playback (Afspelen via de browser)

1.

Schema. De geselecteerde dag is gemarkeerd

2.

Geselecteerde camera

3.

Afspeelwerkbalk

4.

Tijdlijn (TL). Geeft de video-opnames voor de aangegeven dag en het opnametype aan

5.

Aanklikken om een momentopname van de video vast te leggen

6.

7.

Opnametype: Blauw: Geeft video-opnames aan die zijn gebaseerd op het bepaalde opnameschema. Rood: Geeft video-opnames aan die geactiveerd worden door een alarmgebeurtenis.

8.

Aanklikken om de video-opname te downloaden

9.

Aanklikken om het zoeken te starten

Aanklikken om het afspelen van video op te slaan

Selecteer een camera en een dag om te doorzoeken uit het weergegeven schema, en klik vervolgens op Search (zoeken). De tijdlijn onder de pagina toont de video-opname(n) voor de aangegeven dag. De tijdlijn bepaald ook met kleuren het opnametype bij ieder type. Klik en sleep de afspeelpositie over de tijdlijn tot waar u wilt beginnen met het afspelen van video, en klik vervolgens op Play (Afspelen) op de afspeelwerkbalk. U kunt een momentopname van een videobeeld maken, het afspelen van video opslaan of de video-opname downloaden.

80



Zoeken naar gebeurtenislogboeken De DVR maakt een logboek van gebeurtenissen, zoals het begin of het einde van video-opnames, DVR-meldingen en alarmen, die u eenvoudig kunt doorzoeken. Logboekingangen worden ingedeeld in de volgende typen: •

Alarm: Omvat bewegingsdetectie, sabotagedetectie, videosabotage en andere alarmgebeurtenissen

•

Meldingen: Omvat systeemmeldingen zoals beelduitval, harde schijf fouten en andere systeemgerelateerde gebeurtenissen

•

Bewerkingen: Omvat toegang van gebruikers tot de webinterfaces en andere bedrijfsgebeurtenissen

•

Informatie: Omvat algemene informatie over de DVR-acties, zoals het begin en het einde van video-opnames, enz.

Als u wilt zoeken naar logboekingangen, klikt u op Log (Logboek) op de menubal, selecteert u een logboektype, geeft u een datum- en tijdbereik op en klikt u op Search (Zoeken).

Live dual-streaming Met de TVR 60 kunt u tot maximaal 16 camera’s via een netwerk bekijken. Met dual-streaming kan video van hogere kwaliteit worden bekeken via de ene stream (Stream A) en video van lagere kwaliteit via de andere stream (Stream B). Deze kan gemakkelijker via een smalle bandbreedte worden gestreamd. Dual-streaming is alleen beschikbaar in de live-modusweergave via de browser. U kunt niet opnemen. U kunt als volgt live dual-streaming openen via de browser: 1. Klik in de webbrowserinterface met de rechtermuisknop op het videobeeld. Er verschijnt een pop-up met de keuzemogelijkheden van dual-streaming. 2. Selecteer de optie mainstream of sub-stream.

Een PTZ-domecamera bedienen in de webbrowser Via de webbrowserinterface kunt u de PTZ-functies van een domecamera bedienen. Klik op een PTZ-domecamera en gebruik de PTZ-besturing op de interface om de PTZ-functies te bedienen.


81


Afbeelding 34: PTZ-besturing

1.

Richtingstoetsen/toetsen voor automatisch scannen: Bestuurt de beweging en richting van de PTZ. De middelste knop wordt gebruikt om het automatisch pannen van de PTZ-domecamera te starten.

2.

Selecteer presetfunctie.

3.

Stel de zoom-, diafragma- en scherpstellingswaarden in.

4.

Pas de snelheid van de PTZ-domecamerabeweging aan.

5.

Start de presetfunctie.

82


Hoofdstuk 11 Configuratie van opnameinstellingen In dit hoofdstuk staan instructies over het bepalen van de opname-instellingen van uw DVR. In dit hoofdstuk staat hoe u de eerste opname-instellingen kunt configureren, opnames kunt plannen, uw opgenomen bestanden kunt beveiligen en de redundantie van uw harde schijf kunt instellen.

Bezig met initialiseren van opnameinstellingen Voordat u kunt beginnen met het instellen van uw DVR voor het maken van opnames, moet u eerst de algemene opname-instellingen voor de analoge camera’s configureren. Opmerking: IP-camera’s kunnen niet worden geconfigureerd vanaf de DVR. IPcamera’s worden vanuit de IP-camera zelf geconfigureerd. Raadpleeg de bij uw IP-camera meegeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie. Opname-instellingen configureren: 1. Open het scherm Record Settings (Opname-instellingen) door Record (Opnemen) te selecteren in het hoofdmenu.


83

10BHoofdstuk 11: Configuratie van opname-instellingen

2. Selecteer in tabblad Recording (Opnemen) de camera waarvoor u de instellingen wilt configureren. 3. Configureer de volgende instellingen: •

Opnamemodus: Selecteer de coderingsparameters, Timelapse (TL, Tijdsverloop), Alarm of Schedule (Kalender).

•

Opnemen: Selecteer het type streaming voor het opnemen van video of video en audio.

•

Resolution (Resolutie): Selecteer de resolutie van de opname. De volgende opties zijn beschikbaar: 4CIF, 2CIF, CIF en QCIF.

•

Codering: Kies uit Variable (Variabele) of Constant (Constante) bitsnelheid.

•

Video Quality (Videokwaliteit): Selecteer de kwaliteit voor opnemen.

•

Frame Rate (Framesnelheid): Selecteer de framesnelheid van de opname. Volle snelheid (PAL is 25 frames/sec en NTSC is 30 frames/sec), 20, 16, 12, 10, 8, 6 (standaardinstelling), 4, 2, 1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16.

•

Max. bitsnelheid: Selecteer of bepaal de aangepaste maximale bitsnelheid voor opnames. Bij de berekening van de maximum bitsnelheid moet rekening worden gehouden met de camera, achtergrond en vereiste beeldkwaliteit.

4. Klik op Setup (Instellen) onder Advanced Settings (Geavanceerde instellingen), om de geavanceerde opname-instellingen weer te geven.

5. Stel de volgende geavanceerde opname-instellingen in:

84

•

Vooropname: Selecteer de tijd in seconden voor de vooropname, voordat de uiteindelijke opname begint.

•

Na-opname: Selecteer de tijd in seconden voor de na-opname, nadat de uiteindelijke opname is voltooid.

•

ADM: Selecteer de verlooptijd in dagen voor video-opnames. Opnames na het wissen van de verlooptijd. Als deze is ingesteld op ’0’, wordt de optie uitgeschakeld.



•

Redundancy (Redundantie): Geef aan of overbodige opnames op de desbetreffende camera in- of uitgeschakeld moet worden.

•

Record Audio (Geluid opnemen): Geef aan of het geluid van de camera wel of niet moet worden opgenomen.

6. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het vorige scherm. 7. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) om het menu Advanced Settings (Geavanceerde Instellingen) te openen. •

Overwrite (Overschrijven): Hiermee schakelt u de instelling Overwrite (Overschrijven) in of uit. Door het inschakelen van deze instelling worden opgenomen bestanden overschreven als de harde schijf vol is.

•

e-SATA: Selecteer Backup (Back-up) of Storage Expansion (Opslaguitbreiding).

8. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK om de instellingen op te slaan.

Een opnameschema definiëren Door middel van het definiëren van een opnameschema kunt u specificeren wanneer en onder welke omstandigheden de DVR video-opnames maakt. Elke camera kan worden geconfigureerd met een eigen opnameschema. Een opnameschema kan voor zowel analoge- als IP-camera’s worden ingesteld. De schema’s worden visueel weergegeven op een kaart voor een beter overzicht. Zie Afbeelding 35 op pagina 86 voor een voorbeeld.


85


Afbeelding 35: Beschrijving van het scherm Schedule (Schema)

1.

Camera. Selecteer een camera.

2.

Schemadag. U kunt zeven dagen selecteren: Zondag (Sun/Zo), Maandag (Mon/Ma), Dinsdag (Tue/Di), Woensdag (Wed/Wo), Donderdag (Thu/Do), Vrijdag (Fri.Vr) en Zaterdag (Sat/Za).

3.

Schematijd. Vertegenwoordigt de cyclus van 24 uur waarin een schema wordt gekozen.

4.

Tijdlijn (TL). Iedere dag heeft een tijdlijn van 24 uur. Er kunnen maximaal acht opnameperioden worden ingesteld gedurende een periode van 24 uur.

5.

Opnametype. U kunt kiezen uit vijf opnametypes, met elk hun eigen kleur:  TL Time lapse (Tijdsverloop) (Blauw): Opnemen vanaf een specifieke tijd. Ieder blauw vierkant vertegenwoordigd een uur in een periode van 24 uur  Motion (Beweging) (Groen): Alleen bewegingen opnemen  M&A Motion & Alarm (Beweging & Alarm) (Lichtblauw): Beweging en alarmen openemen  Alarm (Rood): Alleen alarmen worden opgenomen  None (Geen) (Grijs): Er worden gedurende deze periode geen opnames gemaakt

U kunt als volgt een opnameschema instellen: 1. Open het scherm Record Settings (Opname-instellingen) door Record (Opnemen) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Schedule (Schema) om het menu Schedule (Schema) te openen (zie Afbeelding 35 hierboven). 3. Selecteer een camera waarvan het schema moet worden aangepast. 4. Klik op Edit (Bewerken). Het volgende scherm wordt weergegeven:

86



5. Schakel Enable Schedule (Schema instellen) in. 6. Selecteer de dag van de week waarvoor u het schema wilt instellen of selecteer All Week (De hele week) om het schema voor de hele week in te stellen. U kunt een schema opstellen voor alle dagen van de week. 7. Stel de begin- en eindtijd voor de opname in. Bepaal een tijdperiode door het invoeren van een begintijd (linker kolom) en een eindtijd (rechter kolom). U kunt maximaal 8 tijdperiodes plannen. Klik op All Day (De hele dag) om de hele dag op te nemen. Opmerking: Ingestelde tijdperioden mogen elkaar niet overlappen. 8. Selecteer een opnametype. Deze instelling vertelt de DVR om te beginnen met opnemen zodra er een alarm wordt geactiveerd. Dit opnametype kan worden gebaseerd op tijd en geactiveerd door bewegingsdetectie en/of een alarm. 9. Selecteer een opname-instelling. Opname-instellingen omvatten Scheduled (Gepland) of TimeLapse (Tijdsverloop). Indien ingesteld op Scheduled (Gepland), worden de DVRopnames gebaseerd op het gedefinieerde schema. Indien ingesteld op TimeLapse (Tijdverloop), blijft de DVR continu opnemen. 10. Klik op OK om de configuratie te beëindigen. 11. Herhaal de stappen 3 t/m 9 voor andere camera’s of kopieer de instellingen van de ene camera naar de andere. Als u de huidige schema-instellingen naar een andere camera wilt kopiëren, selecteert u een camera in de vervolgkeuzelijst Copy To (Kopiëren naar) en klikt u vervolgens op Copy (Kopiëren). 12. Klik op OK om te voltooien en de schema-instellingen op te slaan.


87


Opgenomen bestanden beveiligen U kunt op twee manieren voorkomen dat opgenomen bestanden per ongeluk worden overschreven of verwijderd van de HDD. Wij raden aan dat belangrijke opnames van gebeurtenissen worden beschermd tegen verwijdering. Opgenomen bestanden kunnen worden vergrendeld of de HDD waarop deze bestanden staan kan worden ingesteld op alleen-lezen.

Opgenomen bestanden vergrendelen en ontgrendelen Vergrendel bestanden om ze te beschermen tegen overschrijven of verwijderen. U kunt als volgt een opgenomen bestand vergrendelen of ontgrendelen: 1. Open het scherm Video Search (Video-opnames zoeken) door op de knop Search (Zoeken) te drukken op het voorpaneel of de afstandsbediening, en open vervolgens het Advanced Search (Geavanceerd zoeken).

2. Zoek de gewenste opname door zoekparameters in te voeren. Zoekparameters omvatten Cameranummer, videotype, beveiligingsstatus en begin/einddatum/tijd. 3. Klik op Search (Zoeken). Er wordt een lijst van opnames weergegeven, zoals in de onderstaande afbeelding, die overeenkomen met de weergegeven zoekparameters.

4. Selecteer het bestand dat u wilt vergrendelen/ontgrendelen. 5. Klik op Lock (Vergrendelen) om het bestand te vergrendelen.

88



De kolom Locked (Vergrendeld) geeft aan of een bestand is vergrendeld of niet. De pictogrammen van een dicht slot geven vergrendelde bestanden aan, terwijl de pictogrammen van een geopend slot ontgrendelde bestanden aangeeft. Met de knop Lock (Vergrendelen) schakelt u tussen Vergrendeld en Ontgrendeld, afhankelijk van het bestand. 6. Klik op Cancel (Annuleren) om het menu te verlaten.

De HDD instellen op alleen-lezen Wanneer u een HDD instelt op alleen-lezen, kunnen opgenomen videobestanden niet naar de HDD worden geschreven. Indien meerdere HDD’s worden gebruikt, neemt de DVR automatisch op naar de volgende HDD die niet is ingesteld op alleen-lezen Een HDD instellen op alleen-lezen: 1. Open het scherm HDD Management (Schijfbeheer) door System (Systeem) te selecteren, en vervolgens Hard Disk (Harde schijf) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad General (Algemeen). 3. Selecteer de HDD die u wilt instellen als alleen-lezen. 4. Klik op Mode (Modus). Het scherm Mode (Modus) verschijnt.

5. Selecteer Read-Only (Alleen-lezen). 6. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan. De HDD is nu ingesteld op alleenlezen. Opmerking: Om opnieuw opnamen te kunnen maken op deze HDD, moet u de status van de HDD terugzetten op R/W (Read/Write - Lezen/Schrijven) in het scherm HDD Mode (HDD-modus).

Geavanceerde HDD-instellingen configureren We raden u aan een back-up te maken van uw HDD, om onverwachte fouten van de harde schijven op te kunnen vangen. Er moet meer dan één HDD zijn aangesloten op uw DVR om HDD-redundantie te kunnen instellen.


89


HDD-redundantie instellen: 1. Open het scherm HDD Management (Schijfbeheer) door System (Systeem) te selecteren, en vervolgens Hard Disk (Harde schijf) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad General (Algemeen). 3. Selecteer de HDD die u wilt gebruiken voor redundantie.

4. Klik op Mode (Modus). Het scherm Mode (Modus) verschijnt. 5. Selecteer Redundancy (Redundantie). Controleer of tenminste één andere HDD is ingesteld op R/W (lezen/schrijven). 6. Klik op OK om de instellingen op te slaan en terug te keren naar het vorige menu. 7. Open het scherm Record Settings (Opname-instellingen) door Record (Opnemen) te selecteren in het hoofdmenu. 8. Klik op het tabblad Recording (Opnemen). 9. Selecteer de camera die u wilt gebruiken voor redundantie. 10. Klik op de toets Setup (Instellen) voor Advanced Settings (Geavanceerde instellingen). Het scherm Record Settings (Opname-instellingen) wordt weergegeven.

11. Selecteer Yes (Ja) in het vak Redundancy (Redundantie). 12. Klik op de toets OK om de instellingen op te slaan.

90



13. Herhaal de stappen 8 tot en met 12 voor andere camera’s waarvan u de bestanden met redundantie wilt opnemen.


91


92


Hoofdstuk 12 Alarminstellingen configureren In dit hoofdstuk worden de instellingen beschreven van hoe uw systeem moet reageren wanneer een alarm wordt geactiveerd.

Bewegingsdetectie Bewegingsdetectie is een van de belangrijkste functies van een DVR. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om handmatig door uren videomateriaal te zoeken om een gebeurtenis te vinden. De TVR 60 kan worden ingesteld om een alarm te activeren indien er een beweging wordt geconstateerd en om deze op te nemen. U kunt vervolgens de opgenomen bewegingsactiviteiten doorzoeken op specifieke incidenten. Indien ingeschakeld kan bewegingsdetectie helpen het aantal dagen dat uw DVR kan opnemen te verhogen. U kunt de gebieden op een analoog scherm maskeren waar bewegingen plaatsvinden die u geen opname wilt laten activeren, zoals een vlaggenmast of een bewegende boom. Selecteer het gevoeligheidsniveau voor bewegingen alsmede de doelgrootte, zodat alleen belangrijke objecten een bewegingsdetectie kunnen activeren. De bewegingsdetectie wordt bijvoorbeeld geactiveerd door de beweging van een persoon, maar niet van een kat. Bewegingsgevoeligheid en doelgrootte kunnen alleen worden ingesteld met de muis vanuit de installatie-interface voor bewegingsdetectie. Zie Afbeelding 36 op pagina 94 voor een beschrijving van het muis pop-upmenu.


93

11BHoofdstuk 12: Alarminstellingen configureren

Afbeelding 36: Muis pop-upmenu voor bewegingsdetectiemodus

1.

Full screen (Volledig scherm): Het volledige scherm selecteren om het gevoelig te maken voor bewegingsdetectie.

2.

Clear All (Alles wissen): Alle gebieden voor bewegingsdetectie op het scherm wissen.

3.

Sensitivity (Gevoeligheid): Stel het niveau voor de bewegingsgevoeligheid in. Er zijn vijf gevoeligheidsniveaus: 0 (laagst) t/m 5 (hoogst).

4.

Target size (Doelgrootte): Stel het minimum aantal zones in een camerabeeld in dat gelijktijdig moet worden geactiveerd voordat het wordt beschouwd als een geldige beweging. Deze waarde kan tussen 0 en 255 vakken liggen.

5.

Exit (Afsluiten): Terugkeren naar het scherm Advanced Camera Settings (Geavanceerde camera-instellingen).

Voor analoge camera’s kunt u het schema en de gebieden die gevoelig zijn voor bewegingsdetectie voor elke camera apart instellen of eenvoudig de instelling van één camera overzetten naar andere camera’s. Voor IP-camera’s kunt u vanaf de DVR het schema configureren wanneer de camera geactiveerd kan worden door een beweging. U moet echter het gebied van het videoscherm dat gevoelig is voor beweging op de camera zelf configureren. Opmerking: Bewegingsdetectie werkt het best als het licht in het opnamegebied van de camera constant is en de achtergrond van het camerabeeld een hoog contrast heeft. Beschrijving van soorten alarmmeldingen Tijdens het instellen van de alarmregels voor bewegingsdetectie kunt u specificeren hoe u wenst dat de DVR u informeert over een alarm. U kunt meer dan één meldingstype selecteren.

94



Afbeelding 37: Typen meldingen

Opmerking: Als u wilt dat de alarmindicatiebalk op het voorpaneel gaat knipperen wanneer beweging wordt gedetecteerd, raadpleegt u “Systeemmeldingen instellen” op pagina 101. De meldingstypes die u kunt selecteren omvatten: •

Volledig scherm: Wanneer een alarm geactiveerd wordt, geeft de lokale monitor (VGA- of BNC-monitor) een beeld weer in live-modus. Dit alarm kan geconfigureerd worden met de regelmethode Popup Alarm Image (Pop-up alarmbeeld). Voor alarmsignalen die gelijktijdig geactiveerd worden, worden de beelden iedere 10 seconden één-voor-één getoond (standaard dwell tijd). U kunt een andere dwell tijd instellen met gebruik van de instelling Dwell Time (Dwell-tijd) in het scherm Display (Beeld). Wanneer het alarm stopt, stopt het herhalen van de beelden en keert u terug naar live-modus.

•

Zoemer: Activeert een hoorbare piep wanneer er een melding of alarm geconstateerd wordt.

•

TCP/IP: Zendt een signaal naar TruVision Navigator of andere softwaretoepassingen wanneer er een alarm of melding gedetecteerd wordt.

•

Alarmuitgang: Activeert een alarmuitgang wanneer er een melding gedetecteerd wordt. Een alarmuitgang kan geconfigureerd worden door de stappen te volgen die getoond worden in “Externe alarmen instellen” op pagina 98.

•

Email Notification (E-mailmelding): Verzendt een e-mail wanneer er een alarm of melding gedetecteerd wordt. Het verzenden van een e-mail kan worden geconfigureerd door de stappen te volgen in “E-mailinstellingen configureren” op pagina 111.

Bewegingsdetectie instellen Definieer de instellingen voor bewegingsdetectie voor elke camera.


95


Bewegingsdetectie instellen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door Camera te selecteren in het hoofdmenu. Het scherm Camera Management (Camerabeheer) verschijnt.

2. Selecteer een camera waarvoor u bewegingsdetectie wilt configureren en klik vervolgens op Setup (Installatie) om het scherm Camera Settings (Camerainstellingen) weer te geven. 3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) om het scherm Advanced Camera Settings (Geavanceerde camera-instellingen) weer te geven.

4. Schakel het vakje Motion Detection (Bewegingsdetectie) in om bewegingsdetectie in te schakelen. De toets Area Setup (Instellingen gebied) wordt geactiveerd. 5. Selecteer de gebieden die gevoelig moeten zijn voor bewegingen. Klik op Area Setup (Instellingen gebied) om de interface voor het instellen van de bewegingsdetectiegebieden te activeren. Opmerking: Deze optie is uitsluitend beschikbaar voor analoge camera’s. De knop is niet actief voor IP-camera’s. De interface voor het instellen van de bewegingsdetectiegebieden wordt weergegeven. Hier kunt u de gebieden instellen die gevoelig moeten zijn voor het detecteren van beweging. Standaard is het volledige scherm geselecteerd. Dit wordt aangeduid door een rood raster (295 vierkantjes). Klik en sleep een gebied om het desbetreffende gebied uit te schakelen voor bewegingsdetectie. Gebieden die worden bedekt door het rode raster zijn gevoelig voor bewegingsdetectie.

96



Klik op de rechtermuisknop en klik op Sensitivity (Gevoeligheid) in het popupmenu om de gevoeligheid voor bewegingsdetectie in te stellen. Een hogere waarde geeft een hogere gevoeligheid aan en vice versa. Klik op OK om de instellingen te accepteren en terug te keren naar de interface voor het instellen van het bewegingsdetectiegebied. Klik opnieuw op de rechtermuisknop en klik op Target Size (Doelgrootte) om op te geven hoeveel rastervierkantjes moeten zijn geactiveerd voordat een beweging wordt gedetecteerd. Selecteer een waarde van 0 t/m 255 vierkantjes. Klik op OK om de instellingen te accepteren en terug te keren naar de interface voor het instellen van het bewegingsdetectiegebied. Klik op de rechtermuisknop en klik op Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het scherm Camera Settings (Camera-instellingen). 6. Selecteer de camera’s die moeten worden geactiveerd voor opnemen wanneer beweging wordt gedetecteerd. Klik op Motion Detection (Bewegingsdetectie) Rules (Regels) om het scherm Rules (Regels) te openen. Klik op het tabblad Associated Cameras (Gekoppelde camera’s).

Schakel de selectievakjes onder de gewenste camera’s in. Zowel analoge als IP-camera’s kunnen worden geselecteerd. Klik op OK om de bewegingsinstellingen voor de geselecteerde camera’s te voltooien. 7. Selecteer de opnameschema’s voor bewegingsdetectie. Klik op het tabblad Schedule (Schema) om een opnameschema te definiëren voor bewegingsdetectie.


97


Selecteer de dag van de week waarvoor u het schema wilt instellen of selecteer All Week (De hele week) om het schema voor de hele week in te stellen. U kunt een schema opstellen voor alle dagen van de week. De standaardinstelling is All week (De hele week). Stel de begin- en eindtijd voor de opname in. Bepaal een tijdperiode door het invoeren van een begintijd (linker kolom) en een eindtijd (rechter kolom). U kunt maximaal 8 tijdperiodes plannen. De standaardinstelling is 24 uur. Opmerking: Ingestelde tijdperioden mogen elkaar niet overlappen. 8. Selecteer het meldingstype. Klik op het tabblad Notifications (Meldingen) om de methode te definiëren waarop u wilt dat uw DVR u informeert over een bewegingsdetectiealarm voor de geselecteerde camera’s. De beschikbare opties zijn: Buzzer (Zoemer), TCP/IP notification (TCP/IP-melding), Alarm Out (Alarm uit) en Email (E-mail). 9. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK om uw wijzigingen te bewaren en terug te keren naar het menu Advanced (Geavanceerd). 10. Kopieer desgewenst deze instellingen voor bewegingsdetectie naar andere camera’s. 11. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op de knop OK om terug te keren naar het scherm Camera Management (Camerabeheer).

Externe alarmen instellen De DVR kan worden geconfigureerd om op te nemen wanneer een alarm wordt geactiveerd door een extern alarmapparaat (bijvoorbeeld, PIR-detector, droge contacten…). U kunt als volgt externe alarmen instellen: 1. Open het menu Alarm Management (Alarmbeheer) door Alarms (Alarmen) te selecteren in het hoofdmenu.

2. Selecteer in het tabblad Alarm Input (Alarmingang) het alarmingangsnummer van een camera en klik op Set (Instellen). Het scherm Alarm Settings (Alarminstellingen) verschijnt. 98



3. Selecteer het alarmingangstype van het alarm in het vak Input Type (Ingangstype). De beschikbare mogelijkheden zijn: Normally Opened (NO) en Normally Closed (NC). 4. Stel de regels in voor de alarmingangen die moeten worden geactiveerd, zoals de alarmschema’s en de alarmmeldingsmethode. Schakel het vakje Rules (Regels) in en klik vervolgens op de knop Set (Instellen) om het scherm Rules (Regels) te openen.

Klik op het tabblad Associated Cameras (Gekoppelde camera’s). Selecteer de camera’s die geactiveerd moeten worden voor opname wanneer een alarm wordt gedetecteerd door de vakjes onder de gewenste camera’s in te schakelen. Zowel analoge als IP-camera’s kunnen worden geselecteerd. Klik op de knop Apply (Toepassen) om de installatie te voltooien. Klik op het tabblad Schedule (Schema) om een alarmschema te definiëren voor het uitgangsalarm. Klik op het tabblad Notifications (Meldingen) om de methode te definiëren volgens welke uw DVR u informeert over een bewegingsdetectiealarm. Zie “Beschrijving van soorten alarmmeldingen” op pagina 94 voor meer informatie. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK om uw wijzigingen te bewaren en terug te keren naar het menu Alarm Settings (Alarminstellingen). 5. Selecteer de PTZ-camerafunctie die is vereist als reactie op een alarm. 6. Kopieer desgewenst deze instellingen naar andere ingangen. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

99


7. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op de knop OK om terug te keren naar het menu Alarm Management (Alarmbeheer). Een alarmuitgang instellen: Opmerking: Niet alle IP-camera’s kunnen geactiveerd worden door een alarmuitgang. 1. Open het menu Alarm Settings (Alarminstellingen) door Alarms (Alarmen) te selecteren in het hoofdmenu. Selecteer de camera die u wilt configureren en klik op Set (Instellen). 2. Klik op het tabblad Alarm Output (Alarmuitgang) in het scherm Alarm Settings (Alarminstellingen).

3. Selecteer de uitgang die u wilt configureren en klik op Setup (Instellen). Aanvullende instellingen voor de geselecteerde uitgang worden weergegeven.

4. Voer een alarmnaam in voor de geselecteerde uitgang in het veld Alarm Name (Alarmnaam). 5. Selecteer een optie in het vak Timeout (Time-out). De time-out instelling stelt u in staat te definiëren hoelang een signaal actief blijft, zelfs nadat het alarm beëindigd is. Indien u Manually Stop (Handmatig stoppen) selecteert, blijft het signaal actief tot het handmatig bevestigd wordt door op de alarmknop op het voorpaneel of de afstandsbediening te drukken (zie “Alarmuitgangen handmatig activeren” op pagina 101). 6. Selecteer een schema voor de alarmuitgang. Als u bijvoorbeeld wilt dat het alarmsignaal uitsluitend actief is tijdens kantooruren. 7. Kopieer desgewenst deze instellingen naar andere uitgangen. 100



8. Selecteer OK m op te slaan en af te sluiten.

Alarmuitgangen handmatig activeren Wanneer een alarm is geactiveerd, kan de DVR zodanig worden ingesteld dat het alarm handmatig moet worden bevestigd voordat het kan worden uitgezet. Alle gebruikersniveaus (administrator, beheerder en operator) kunnen een alarm handmatig bevestigen. Alarmuitgangen handmatig activeren: 1. Ga naar het scherm Manual Alarm (Handmatig alarm) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu. Selecteer Alarm Out (Alarm uit) in het scherm System View (Systeemweergave). Het scherm Manual Alarm (Handmatig alarm) verschijnt.

Selecteer één van de volgende opties: • • •

Clear (Wissen): Selecteer een alarm uit de lijst en klik op Clear (Wissen) om de uitgang te stoppen. Trigger All (Alles activeren): Alle alarmuitgangen tegelijk activeren. Bijvoorbeeld wanneer u deze moet testen. Clear All (Alles wissen): Alle alarmuitgangen tegelijk stoppen.

Klik op OK om terug te keren naar het scherm System View (Systeemweergave). Het alarm is uitgezet. - Of Druk op de knop Alarm op het voorpaneel. Het alarm is uitgezet.

Systeemmeldingen instellen Door systeemmeldingen in te stellen kan de DVR u op de hoogte stellen wanneer er zich onregelmatigheden voordoen en bepaalt u hoe u voor de gebeurtenis wordt gewaarschuwd. Deze systeemmeldingen zijn:


101


•

HDD Full (HDD vol): Alle geïnstalleerde HDD’s zijn vol.

•

HDD Error (HDD-fout): Fouten die zich voordeden terwijl er bestanden naar de HDD werden geschreven, geen HDD geïnstalleerd of de HDD startte niet.

•

Network Failed (Netwerk mislukt): Netwerkkabel niet verbonden.

•

IP Address Conflict (IP-adresconflict): Conflicterende instelling van IPadres.

•

Log-In Fail (Inloggen mislukt): Verkeerde gebruikers-ID of wachtwoord gebruikt.

•

Video Notification (Beeldmelding): Instabiel beeldsignaal of beelduitval gedetecteerd.

•

PAL/NTSC Mismatch (PAL/NTSC komt niet overeen): I/Obeeldstandaarden komen niet overeen.

Beschrijving van soorten systeemalarmmeldingen Tijdens het instellen van de alarmregels voor gebeurtenissen in het systeem kunt u specificeren hoe u wenst dat de DVR u informeert over een alarm. U kunt meer dan één meldingstype selecteren. De meldingstypes die u kunt selecteren omvatten: •

Volledig scherm: Wanneer een alarm geactiveerd wordt, geeft de lokale monitor (VGA- of BNC-monitor) een beeld weer in live-modus. Dit alarm kan geconfigureerd worden met de regelmethode Popup Alarm Image (Pop-up alarmbeeld). Voor alarmsignalen die gelijktijdig geactiveerd worden, worden de beelden iedere 10 seconden één-voor-één getoond (standaard dwell tijd). U kunt een andere dwell tijd instellen met gebruik van de instelling Dwell Time (Dwell-tijd) in het scherm Display (Beeld). Wanneer het alarm stopt, stopt het herhalen van de beelden en keert u terug naar live-modus.

•

Zoemer: Activeert een hoorbare piep wanneer er een melding of alarm geconstateerd wordt.

•

TCP/IP: Zendt een signaal naar TruVision Navigator of andere softwaretoepassingen wanneer er een alarm of melding gedetecteerd wordt.

•

Alarmuitgang: Activeert een alarmuitgang wanneer er een melding gedetecteerd wordt. Een alarmuitgang kan geconfigureerd worden door de stappen te volgen die getoond worden in “Externe alarmen instellen” op pagina 98.

•

Email Notification (E-mailmelding): Verzendt een e-mail wanneer er een alarm of melding gedetecteerd wordt. Het verzenden van een e-mail kan worden geconfigureerd door de stappen te volgen in “E-mailinstellingen configureren” op pagina 111.

•

Andere melding: Panel Alarm LED (Alarm-LED op paneel): De alarmindicatiebalk op het voorpaneel gaat knipperen wanneer een melding of alarm wordt gedetecteerd.

102



•

Motion Alarm (Bewegingsalarm): De alarmindicatiebalk op het voorpaneel gaat knipperen wanneer een bewegingsalarm wordt gedetecteerd. De optie Panel Alarm LED (Alarm-LED op paneel) moet ook zijn aangevinkt.

Ga als volgt te werk om systeemmeldingen in te stellen: 1. Open het scherm Notification (Melding) door op Alarms (Alarmen) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op het tabblad Notification (Melding).

2. Selecteer de gebeurtenismelding die u wilt configureren in het vak Notification Type (Meldingstype). 3. Selecteer een meldingstype. Zie “Beschrijving van soorten alarmmeldingen” op pagina 94 voor meer informatie. 4. Klik op OK om op te slaan en het menu Notification (Melding) te sluiten.

Beelduitval detecteren Beelduitval kan optreden als er een storing optreedt met de videokabel of camera of als deze beschadigd zijn. U kunt uw DVR instellen om beelduitval te detecteren en een melding te activeren. Detectie beelduitval instellen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door Camera te selecteren in het hoofdmenu.


103


2. Selecteer een camera om deze te configureren voor beelduitvaldetectie en klik vervolgens op Setup (Installeren). 3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 4. Schakel het vakje Video Loss Detection (Detectie beelduitval) in om de functie in te schakelen.

5. Klik op Rules (Regels) naast het vakje Video Loss Detection (Detectie beelduitval) om het scherm Rules (Regels) te openen. 6. Klik op het tabblad Notifications (Meldingen) om te definiëren hoe de DVR u informeert over beelduitval. Zie “Beschrijving van soorten alarmmeldingen” op pagina 94 voor meer informatie. Klik op OK. 7. Klik op het tabblad Schedule (Schema). 8. Geef in het schema op in wanneer u wilt dat detectie van beelduitval is ingeschakeld. Het schema kan ingesteld worden voor de hele week of elke dag van de week met maximaal 8 tijdsperiodes per dag. 9. Klik op de knop Apply (Toepassen) om te voltooien. 10. Herhaal het bovenstaande voor andere kanalen.

Beeldmanipulatie detecteren Beeldmanipulatie, zoals het bewegen van een camera naar een ander positie, kan ook gedetecteerd worden en een handeling activeren op uw DVR. Zowel analoge als IP-camera’s kunnen worden geselecteerd. Echter, niet alle IPcamera’s ondersteunen deze functie. Opmerking: Het wordt ten zeerste aanbevolen beeldmanipulatie niet te configureren bij het gebruik van PTZ domecamera’s. Detectie van beeldmanipulatie instellen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door Camera te selecteren in het hoofdmenu. 2. Selecteer een camera die u wilt configureren voor detectie van beeldmanipulatie en klik vervolgens op Setup (Installeren).

104



3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 4. Schakel het vakje Tamper Detection (Manipulatiedetectie) in om de functie in te schakelen. 5. Klik op Area Setup (Gebied instellen) naast het vakje Tamper Detection (Manipulatiedetectie) om de installatie-interface voor het gebied voor manipulatiedetectie te openen. 6. Definieer een manipulatiegebied. De installatie-interface van het gebied voor manipulatiedetectie, getoond in de onderstaande afbeelding, stelt u in staat gebieden te definiëren waar u manipulatie van de camera wenst te detecteren. Klik en sleep een gebied om dat gebied te markeren voor beeldmanipulatie. Gemarkeerde gebieden worden aangegeven met een rood raster. U kunt slechts één manipulatiegebied instellen waarbij het volledige scherm het maximale gebied is. 7. Klik op de rechtermuisknop en klik vervolgens op Sensitivity (Gevoeligheid) om de gevoeligheid voor manipulatiedetectie in te stellen. Een hogere waarde geeft een hogere gevoeligheid aan en vice versa.

8. Klik op Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het scherm Camera Settings (Camera-instellingen). 9. Klik op Rules (Regels) naast het vakje Tamper Detection (Manipulatiedetectie) om het scherm Rules (Regels) te openen. 10. Klik op het tabblad Notifications (Meldingen) om te definiëren hoe de DVR u informeert over beeldmanipulatie. Zie “Beschrijving van soorten alarmmeldingen” op pagina 94 voor meer informatie. Klik op OK. 11. Klik op het tabblad Schedule (Schema). Stel in het schema in wanneer u wilt dat detectie van beeldmanipulatie is ingeschakeld. Het schema kan ingesteld worden voor de hele week of elke dag van de week met maximaal acht tijdsperiodes per dag. 12. Klik op de knop Apply (Toepassen) om te voltooien. 13. Herhaal de stappen 2 t/m 12 voor de andere camera’s.


105


106


Hoofdstuk 13 Netwerkinstellingen configureren U moet de netwerkinstelling van uw DVR instellen alvorens uw DVR via het netwerk te gebruiken. Opmerking: Omdat elke netwerkconfiguratie weer anders is, moet u contact opnemen met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider om te bepalen of uw DVR specifieke IP-adressen of poortnummers vereist.

Basisnetwerkinstellingen configureren Basisnetwerkinstellingen configureren: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu.

2. Klik op het tabblad General (Algemeen). 3. Schakel het vakje DHCP in indien er een DHCP-server actief is en u wilt dat uw DVR automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen krijgt van die server. U kunt de DHCP-status controleren door naar het tabblad Network Status (Netwerkstatus) te gaan. 4. Om uw eigen instellingen te configureren voert u de instellingen in voor: •

IP Address (IP-adres): Het IP-adres dat u wilt gebruiken voor uw DVR.


107

12BHoofdstuk 13: Netwerkinstellingen configureren

•

Subnet Mask (Subnetmasker): Het subnetmasker van uw netwerk, zodat de DVR binnen het netwerk wordt herkend.

•

Gateway: Het IP-adres van uw netwerkgateway, zodat de DVR binnen het netwerk wordt herkend. Dit is standaard het IP-adres van uw router.

•

Primary/Secondary DNS Server (Primaire/secundaire DNS-server): De geprefereerde en alternatieve Domain Name System (DNS)-server die gebruikt wordt met uw DVR.

5. Klik op OK om op te slaan en het menu Network Settings (Netwerkinstellingen) te sluiten.

De DDNS configureren Indien uw DVR is ingesteld om PPPoE te gebruiken als standaard netwerkverbinding kunt u Dynamic DNS (DDNS) instellen om deze in combinatie hiermee te gebruiken. DDNS instellen: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Klik op Setup (Instellen) naast DDNS om het scherm DDNS te openen.

4. Schakel het vakje DDNS in om de functie in te schakelen. 5. Selecteer een DDNS-type. U kunt één van de volgende opties selecteren:

108

•

PeanutHull: Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u verkregen hebt van de PeanutHull-website.

•

DynDNS: Voer het serveradres voor DynDNS in (bijv. members.dyndns.org). In het veld DVR Domain Name (DVRdomeinnaam) voert u het van de DynDNS-website verkregen domein in. Vervolgens voert u de in het DynDNS-netwerk geregistreerde gebruikersnaam en het wachtwoord in.



6. Voer het serveradres en de DVR-domeinnaam in. 7. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. 8. Voer het wachtwoord nogmaals in om te bevestigen. 9. Klik op OK om op te slaan.

Een NTP-server configureren Er kan ook een Network Time Protocol (NTP)-server op uw DVR ingesteld worden om de datum en tijd actueel en nauwkeurig te houden. Een NTP-server instellen: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Klik op Setup (Instellen) (naast NTP) om het NTP-scherm te openen.

4. Schakel het vakje NTP in om de functie in te schakelen. 5. Definieer NTP-instellingen door één van de volgende instellingen te selecteren: • • •

Synchronize Interval (Interval synchroniseren): Tijd in minuten om te synchroniseren met NTP-server. NTP Address (NTP-adres): IP-adres van NTP-server. NTP Port (NTP-poort): Poort van de NTP-server.

6. Klik op OK om op te slaan en het menu te sluiten.

Een externe alarmhost configureren Indien er een externe alarmhost is geïnstalleerd, stuurt de DVR een signaal naar de host wanneer er een alarm wordt geactiveerd. Op de externe alarmhost moet de TruVision Navigator-serversoftware zijn geïnstalleerd.


109


Een externe alarmhost instellen: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Voer de Alarmhost-IP en Alarmhost-poort in. Alarm Host IP (Alarmhost-IP) vertegenwoordigt de IP van de externe PC waar de Network Video Surveillance software is geïnstalleerd. De waarde van Alarm Host Port (Alarmhost-poort) moet hetzelfde zijn als de alarmmonitorpoort van de software. De standaardpoort is 7200.

Multicast configureren Het instellen van multicasting lost problemen met beperkingen op tijdens het streamen van beelden via een apparaat voor netwerkverbinding. Een multicastadres overspant het Klasse D IP-bereik van 224.0.0.0 tot 239.255.255.255. Wij raden aan dat het IP-adresbereik van 239.252.0.0 tot 239.255.255.255 gebruikt wordt. Multicast instellen: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Voer een IP-adres in bij Multicast IP. Opmerking: Wanneer er een apparaat wordt toegevoegd aan de Network Video Surveillance-software, moet het multicast-adres hetzelfde zijn als de multicast IP van de DVR.


110



De server en HTTP-poorten configureren U kunt de standaardinstellingen van de server- en HTTP-poorten wijzigen in het scherm Network Settings (Netwerkinstellingen). De standaard serverpoort is 8000 terwijl de standaard HTTP-poort 80 is. Zo wijzigt u de standaardpoorten: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Voer de nieuwe waarden in voor COM-poort en HTTP-poort.

Opmerking: De serverpoort heeft een bereik van 2000-65535 en wordt gebruikt voor softwaretoegang voor externe clients. De HTTP-poort wordt gebruikt voor externe internetbrowser-toegang.

E-mailinstellingen configureren Uw DVR kan via het netwerk e-mailmeldingen versturen voor alarmsignalen of meldingen. Opmerking: Controleer allereerst of het DNS-adres correct is ingesteld. U configureert als volgt de e-mailinstellingen: 1. Open het venster Network Settings (Netwerkinstellingen) door Network (Netwerk) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd). 3. Klik op Setup (Instellen) naast Email (E-mail) om het scherm Email (E-mail) te openen.


111


4. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. 5. Voer de SMTP-server in waar de melding vandaan gestuurd wordt. 6. Voer de waarden in voor de velden From Name (Van naam) en From Email Address (Van e-mailadres). Deze waardes geven de naam en het e-mailadres van de verzender weer bij de uitgaande e-mail. 7. Selecteer een e-mailontvanger in het vak Select Recipients (Selecteer ontvangers). 8. Voer de waarden in voor de velden To Name (Naar naam) en To Email Address (Naar e-mailadres). Deze waarden vertegenwoordigen de naam en het e-mailadres van de ontvanger. 9. Schakel het vak Attach JPEG File (JPEG-bestand bijvoegen) in als u een e-mail wilt versturen met beelden van het alarm. 10. Selecteer een intervalbereik in het vak Interval. Het intervalbereik vertegenwoordigt het tijdsbestek tussen de verzonden beelden van het alarm. Bijvoorbeeld, indien u het intervalbereik instelt op twee seconde, zal het tweede alarmbeeld van twee seconde na het eerste alarmbeeld zijn. 11. Klik op Test om de e-mailinstellingen te testen. 12. Klik op OK om op te slaan en om het scherm Email (E-mail) te sluiten. Opmerking: Wij raden aan dat u de e-mailinstellingen test na het invoeren van de waarden in het scherm Email (E-mail).

112


Hoofdstuk 14 Camerabeheer De TVR 60 kan maximaal 16 analoge en acht 4-CIF IP-camera’s ondersteunen. Echter, het aantal IP-camera’s kan afhankelijk zijn van de resolutie van de IPcamera’s en het aantal ingeschakelde analoge camera’s. Zie Bijlage F “Cameramatrix” op pagina 159 voor een complete lijst van de nummers voor de analoge en IP-camera’s die worden ondersteund. Er wordt een voorbeeld getoond in Tabel 19 hieronder. Tabel 19: Voorbeeld van het nummer van analoge en IP-camera’s die worden ondersteund voor een TruVision 2 Mpx UP-camera die UXGA (1600 x 1200 pixelresolutie) ondersteund bij max 12,5 fps Nummer van camera’s

Systeemprestatie s

Analoog

IP SD - 4CIF

IP HD - 720p

IP HD - 2 Mpx

16

8

-

-

24

16

4

2

-

22

16

4

-

2

22

16

-

4

-

20

16

-

2

2

20

16

-

-

4

20

8

12

-

-

20

8

6

3

-

17

8

6

1

2

17

8

-

6

-

14

8

-

2

4

14

8

-

-

6

14

IP-camera’s kunnen, in tegenstelling tot analoge camera’s, via het netwerk worden geconfigureerd. Controleer voor het configureren van IP-camera’s of alle IP-camera’s zijn aangesloten op hetzelfde netwerk als uw DVR en of de netwerkinstellingen voor uw DVR juist zijn ingesteld. Zie Hoofdstuk 13 “Netwerkinstellingen configureren” op pagina 107. Camera’s worden ingesteld vanuit het menu Camera management (Camerabeheer). Zie Afbeelding 38 op pagina 114. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

113

13BHoofdstuk 14: Camerabeheer

Afbeelding 38: Scherm Camera management (Camerabeheer)

Analoge camera’s in- of uitschakelen Wanneer u de DVR inschakelt, is de status van alle 16 IP-camera’s automatisch ingeschakeld en nemen alle camera’s op, zelfs als er minder dan 16 analoge camera’s zijn aangesloten. U kunt de ongebruikte camerakoppelingen gebruiken om ruimte te besparen op de harde schijf. U kunt ook analoge camera’s uitschakelen om meer IP-camera’s aan het systeem toe te kunnen voegen. U moet één analoge camera uitschakelen om één 4CIF IP-camera toe te voegen en u moet twee analoge camera’s uitschakelen om één 720p IP-camera toe te voegen. Analoge camera’s in of uitschakelen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door op Camera te klikken in het hoofdmenu. 2. Bepaal het aantal uit te schakelen analoge camera’s. 3. Klik op de knop Status om het menu Analog Camera Status (Status analoge camera) te openen.

4. Schakel de vakjes van de camera’s die u wilt uitschakelen uit. 5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan. 114



Een bevestigingsbericht verschijnt op het scherm om u te vragen de DVR opnieuw op te starten. Klik op Yes (Ja) om opnieuw op te starten.

IP-camera’s configureren Gebruik het menu Camera Management (Camerabeheer) om IP-camera’s in te stellen. U kunt ook IP-camera’s toevoegen of verwijderen. Alleen TruVision IP-camera’s kunnen worden geconfigureerd vanaf de DVR. De DVR detecteert alle TruVision IP-camera’s en geeft ze weer in het scherm IP Camera Settings (Instellingen IP-camera). Standaard hebben ze allemaal hetzelfde IP-adres. Elke camera moet echter over een uniek IP-adres beschikken om goed te functioneren. Opmerking: UltraView IP-camera’s kunnen alleen worden geconfigureerd met TruVision Navigator. Het is raadzaam om eerst alle analoge camera’s te installeren en vervolgens de IP-camera’s, zodat de cameralocaties allemaal zijn gegroepeerd. IP-camera’s afzonderlijk aan het systeem toevoegen. IP-camera’s configureren: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door op Camera te klikken in het hoofdmenu. De lijst van IP-camera’s die beschikbaar zijn via het netwerk wordt weergegeven. 2. Klik op Setup (Instellingen). Het scherm IP Camera Settings (Instellingen IPcamera) wordt weergegeven.

Alle TruVision IP-camera’s die via hetzelfde netwerk zijn aangesloten op de DVR worden in de lijst weergegeven (in het getoonde voorbeeld zijn er geen IP-camera’s geïnstalleerd). 3. Een IP-camera aansluiten op het netwerk. Het kan even duren om opnieuw op te starten als de camera gebruikmaakt van een PoE-schakelaar voor de voeding. 4. Klik op Refresh (Vernieuwen).


115


De IP-camera is nu opgenomen in de lijst, inclusief parameters en IP-adres. 5. Als u het standaard IP-adres wilt wijzigen, selecteert u de camera door te dubbelklikken op de IP-camera in de lijst. Geef het IP-adres en het wachtwoord op in het scherm dat wordt weergegeven. Het standaard wachtwoord is 1234. Klik op OK om terug te keren naar het scherm Camera Settings (Camerainstellingen). Het nieuwe IP-adres voor de geselecteerde camera wordt weergegeven. 6. Selecteer een camera in de lijst en voer de parameters in. Gebruik het IP-protocol TruVision H.264 (standaard is UltraView ENC 10.) Voer het wachtwoord in van de IP-camera onder Admin Password. Het standaard wachtwoord voor de IP-camera is 1234. Opmerking: U moet het wachtwoord van de IP-camera invoeren om de camera correct te kunnen installeren. 7. Klik op OK om op te slaan en terug te keren naar het scherm Camera Management (Camerabeheer). Het duurt 10 tot 20 seconden voordat de nieuwe IP-camera wordt weergegeven in de lijst. Wanneer een IP-camera met succes is toegevoegd, wordt de status voor die camera weergegeven als ingeschakeld. Als deze niet correct is geïnstalleerd (omdat u bijvoorbeeld geen wachtwoord hebt ingevoerd), verwijdert u de weergegeven camera en herhaalt u de procedure.

De OSD-instellingen configureren U kunt configureren welke informatie uitsluitend voor analoge camera’s wordt weergegeven op het scherm. De on-screen display (OSD)-instellingen zijn van toepassing op elk scherm tijdens de live-modus en bevatten de naam van de camera, tijd en datum. De OSD-instellingen configureren: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door op Camera te klikken in het hoofdmenu. 2. Selecteer camera waarvoor OSD-instellingen worden ingesteld in het vak Camera. 3. Klik op Setup (Instellen) om het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) weer te geven. Het OSD-tabblad wordt standaard weergegeven.

116



4. Voer een naam in voor de camera. Opmerking: Hoewel u een cameratitel kunt invoeren voor een IP-camera, zal deze niet worden weergegeven op het scherm. De andere menu-opties voor OSD zijn niet beschikbaar voor IP-camera’s. 5. Schakel de vakken Display Camera Name (Weergave cameranaam), Display Date (Weergave datum) en Display Week (Weergave week) in indien u de cameranaam, datum en week wilt weergeven. 6. Selecteer een datumnotatie en een tijdnotatie. 7. Selecteer hoe de informatie van de camera wordt weergegeven. U kunt één van de volgende opties selecteren: • • • •

Steady (Ononderbroken) Steady & Flashing (Ononderbroken & knipperend) Transparant Transparent & Flashing (Transparant & knipperend)

8. Klik op Text Position Setup (Tekstpositie instellen) om te configureren waar de informatie van de camera wordt weergegeven op het scherm. U komt bij een overzichtscherm van een camera waarin een gebied gemarkeerd is waar de informatie van de camera wordt weergegeven. Klik en sleep het gemarkeerde gebied op het scherm om de weergavepositie in te stellen. 9. Selecteer een camera in het vak Copy To (Kopiëren naar) om de geconfigureerde instellingen te kopiëren naar een andere camera (of alle) en klik vervolgens op Copy (Kopiëren). 10. klik op Apply (Toepassen) om de veranderingen op te slaan en klik vervolgens OK om het scherm te sluiten.


117


Privacymasker instellen Voor analoge camera’s kunt u op het scherm een gebied definiëren dat uit het zicht kan blijven Bijvoorbeeld, u kunt ervoor kiezen om het zicht te blokkeren voor een analoge camera wanneer deze uitkijkt over een residentieel terrein. Dit verborgen gebied wordt aangeduid als privacymasker. Een privacymasker kan niet live bekeken worden of worden opgenomen en het verschijnt als een blanco venster op het scherm. Hoewel u de optie privacymasker kunt selecteren voor IP-camera’s, kunt u echter niet een gebied instellen op het scherm waar dit van toepassing is. Gebieden worden op de IP-camera zelf ingesteld. Zie de gebruikershandleiding van de IPcamera voor informatie over hoe dit gedaan wordt. Een privacymasker instellen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door op Camera te klikken in het hoofdmenu. 2. Selecteer camera waarvoor privacymasker wordt opgezet in het vak Camera. 3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) om het scherm Advanced Camera Settings (Geavanceerde camera-instellingen) te openen.

4. Schakel het vakje Privacy Masking (Privacymaskering) in om de functie in te schakelen. 5. Klik op de knop Area Settings (Gebiedsinstellingen) om de interface voor het invoeren van het gebied voor privacymasker te openen. De interface voor het instellen van het gebied voor privacymasker laat u de gebieden definiëren die u wilt maskeren voor privacy. Opmerking: Deze optie is uitsluitend beschikbaar voor analoge camera’s. 6. Stel het maskeringsgebied in. U kunt maximaal vier gebieden instellen. Klik en sleep een gebied op het scherm om dat gebied te markeren als gemaskeerd. U kunt twee tot vier gebieden instellen voor privacymasker. Gemaskeerde gebieden worden verduisterd en met rood omlijnd.

118



7. Klik op OK om op te slaan en af te sluiten.

Videobeeldinstellingen aanpassen Het kan zijn dat u het camerabeeld moet aanpassen, afhankelijk van het cameramodel of de achtergrond van de locatie, om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. U kunt de helderheid, de verzadiging, het contrast en de tint van het videobeeld aanpassen. Alleen de beeldkwaliteit van analoge camera’s kan worden aangepast. Videobeeldinstellingen aanpassen: 1. Open het venster Camera Management (Camerabeheer) door op Camera te klikken in het hoofdmenu. 2. Selecteer in het vak Camera de camera waarvoor de instellingen van het videobeeld worden aangepast. 3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) om het scherm Advanced Camera Settings (Geavanceerde camera-instellingen) te openen. 4. Klik op Setup (Instellen) naast het label Color Settings (Kleurinstellingen). 5. Pas de weergave-instellingen aan. Helderheid, contrast, verzadiging en tint kunnen worden aangepast. Aanpassingen aan de weergave-instellingen zijn van invloed op de livemodus en de opgenomen beelden.


119


6. Klik op OK om op te slaan en af te sluiten, - Of Klik op Default (Standaard) om terug te keren naar de standaardinstellingen.

120


Hoofdstuk 15 HDD-beheer

HDD’s initialiseren De TVR 60 wordt verzonden met de ingebouwde HDD reeds geïnitialiseerd. U kunt de HDD opnieuw initialiseren. Alle op de HDD opgeslagen gegevens zullen echter verloren gaan. Een HDD initialiseren: 1. Open het scherm HDD Management (HDD-beheer) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op Hard Disk (Harde schijf).

2. Selecteer de HDD die u wilt initialiseren. 3. Klik op de toets Init. 4. Klik op OK om te beginnen met initialiseren. Nadat de HDD geïnitialiseerd is, verandert de status van de HDD van Abnormal (Abnormaal) in Normal (Normaal).

HDD-groepen instellen Uw DVR kan verscheidene HDD’s in groepen indelen. Beelden van gespecificeerde kanalen kunnen ingesteld worden om opgenomen te worden op een specifieke HDD-groep. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

121

14BHoofdstuk 15: HDD-beheer

Een HDD-groep instellen: 1. Open het scherm HDD Management (HDD-beheer) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op Hard Disk (Harde schijf). 2. Selecteer de aan de groep toe te voegen HDD’s. 3. Klik op Group (Groep) om het scherm Group Settings (Groepsinstellingen) te openen. 4. Selecteer de HDD-groep nummer 2. Opmerking: Alle HDD’s behoren standaard tot groep 1.


De HDD-status instellen U kunt het gedrag van uw HDD wijzigen door de status te wijzigen. De status van een HDD kan ingesteld worden op redundantie, alleen-lezen of lezen/schrijven (R/W).

De HDD instellen op alleen-lezen Een HDD kan ingesteld worden op alleen-lezen om te voorkomen dat er over belangrijke bestanden heen geschreven wordt wanneer de HDD vol raakt. Een HDD instellen op alleen-lezen: 1. Open het scherm HDD Management (HDD-beheer) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op Hard Disk (Harde schijf). 2. Klik op het tabblad General (Algemeen). 3. Selecteer de HDD die u wilt instellen op alleen-lezen. 4. Klik op Mode (Modus). Het scherm Mode (Modus) verschijnt.

122



5. Selecteer Read-Only (Alleen-lezen). 6. Klik op OK om op te slaan en het menu te sluiten. Opmerking: Eenmaal ingesteld op alleen-lezen kan de HDD kan niet gebruikt worden om opgenomen bestanden op te slaan tot deze is teruggezet op lezen/schrijven (R/W). Indien de HDD die momenteel gebuikt wordt voor schrijven op alleen-lezen wordt ingesteld, worden de gegevens naar de volgende HDD geschreven. Indien er slechts één HDD aanwezig is, zorgt instellen op alleen-lezen ervoor dat de DVR niet opneemt.

De HDD instellen op redundantie U moet minimaal twee HDD’s geïnstalleerd hebben om HDD-redundantie te kunnen gebruiken op uw DVR. HDD-redundantie laat uw DVR redundant een kopie van de beelden opnemen op verschillende schijven als bescherming tegen verlies van al uw bestanden in het geval van schijffouten. Dit proces staat ook bekend als spiegelen. Redundantie reduceert de opslagcapaciteit van de HDD’s significant. Als een gevolg hiervan dient u de capaciteit voor opname van beeld over een bepaalde tijd te verdubbelen. HDD-redundantie instellen: 1. Open het scherm HDD Management (HDD-beheer) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op Hard Disk (Harde schijf). 2. Selecteer de HDD die u wilt instellen voor redundantie. 3. Klik op Mode (Modus) om het scherm Mode (Modus) weer te geven. 4. Stel de HDD-status in op Redundancy (Redundantie). 5. Klik op OK om op te slaan en het menu te sluiten. Opmerking: De HDD die is ingesteld op redundantie slaat een extra kopie op van de opname. Indien een HDD is ingesteld op redundantie, dient minimaal één andere HDD ingesteld te worden op de R/W-status.


123


HDD-status controleren U kunt de status van alle op de DVR geïnstalleerde HDD’s op elk moment controleren. De status van een HDD controleren: 1. Open het scherm HDD Management (HDD-beheer) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op Hard Disk (Harde schijf). 2. Bekijk de status van de HDD die is vermeld onder de kolom Status. Indien de status wordt weergegeven als Normal (Normaal) of Sleeping (Slapend) dan werkt de HDD correct. Indien deze wordt weergegeven als Abnormal (Abnormaal) en reeds is geïnitialiseerd, dient de HDD vervangen te worden. Indien de HDD niet is geïnitialiseerd, dient u deze te initialiseren alvorens deze gebruikt kan worden in de DVR. Zie “HDD’s initialiseren” op pagina 121 voor meer informatie. U kunt ook optioneel de SMART-informatie van uw geïnstalleerde HDD’s bekijken SMART, afkorting voor Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology is een controlesysteem voor harde schijfstations om verschillende indicatoren van betrouwbaarheid te detecteren en te rapporteren in de hoop om fouten te anticiperen. SMART-informatie van een HDD bekijken: 1. Open het menu Log Search (Logboek doorzoeken) door op System (Systeem) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op View Log (Logboek bekijken).

2. Stel Major type (Hoofdtype) in op Information (Informatie). 3. Stel Minor Type (Subtype) in op HDD SMART. 4. Voer de starten eindtijd in. 5. Klik op Search (Zoeken) om te beginnen met zoeken in het logboek. Er wordt een lijst met resultaten weergegeven.

124



6. Selecteer logboekitems om te bekijken en klik op de knop Details. Een gedetailleerde lijst van SMART-informatie wordt weergegeven, zoals hieronder te zien is.

HDD-alarmsignalen configureren HDD-alarmsignalen kunnen ingesteld worden om geactiveerd te worden wanneer een HDD niet geïnitialiseerd is of een abnormale status heeft. HDD-alarmsignalen instellen: 1. Open het scherm Notifications (Meldingen) door op Alarms (Alarmen) te klikken in het hoofdmenu en vervolgens op het tabblad Notifications (Meldingen).

2. Selecteer HDD Error (HDD-fout) in het vak Notification Type (Meldingstype).


125


3. Selecteer een meldingstype. Meldingstypes worden in meer detail uitgelegd in “Beschrijving van soorten alarmmeldingen” op pagina 94.

126


Hoofdstuk 16 De DVR-instellingen configureren Dit hoofdstuk beschrijft: 

De taal wijzigen



Gebruikers beheren



Systeem-firmware bijwerken



Standaardinstellingen herstellen



Systeemgegevens weergeven



Systeemlogboeken weergeven

De taal wijzigen U kunt eenvoudig de taal van het systeem wijzigen. Ga als volgt te werk om de taal te wijzigen: 1. Open het scherm System View (Systeemweergave) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op Language (Taal) en kies de gewenste taal in de vervolgkeuzelijst. 3. Klik op Setup (Instellen) en vervolgens op OK om de wijzigingen te bevestigen. De weergegeven taal wordt gewijzigd.

Gebruikers beheren De DVR heeft standaard drie gebruikersaccounts: Een administrator-account, een manager-account en een operator-account. Deze accounts verschaffen verschillende niveaus voor toegang en functionaliteit. Er zijn vier gebruikersniveaus: Administrator, Manager, Operator en Custom (Aangepast).


127

15BHoofdstuk 16: De DVR-instellingen configureren

Zie Tabel 20 hieronder voor een beschrijving van de verschillende gebruikersaccounts. Zie Tabel 21 op pagina 131 voor de lijst met vaste en optionele toegangsrechten per gebruikersniveau. Tabel 20: Gebruikersaccounts Gebruiker

Beschrijving

Administrator

De administrator-account bevat een uitgebreid menu met volledige toegang tot alle instellingen. De administrator heeft de autoriteit parameters voor veel van de systeemfunctie toe te voegen, te verwijderen of te configureren. Er kan slechts één administrator zijn. De gebruikersnaam is admin. De naam kan niet gewijzigd worden. Het standaard wachtwoord is 1234.

Manager

De manager-account bevat gereduceerde menutoegang tot beeldinstellingen (ontoegankelijke functies die niet zichtbaar zijn) De standaard gebruikersnaam is manager. Het standaard wachtwoord is 2222.

Operator

De operator-account bevat menutoegang zonder programmeermogelijkheden (ontoegankelijke functies zijn niet zichtbaar). De standaard gebruikersnaam is operator. Het standaard wachtwoord is 3333.

Opmerking: Het standaard wachtwoord dient om veiligheidsredenen veranderd te worden.

Nieuwe gebruiker toevoegen Alleen een systeembeheerder kan een nieuwe gebruiker toevoegen. U kunt maximaal 31 nieuwe gebruikers toevoegen. Eenmaal aangemaakt, kunt u de toegangsrechten aanpassen in overeenstemming met de behoeften van elke aangepaste gebruiker. De toegangsrechten van gebruikers van de manager- en operatorniveaus liggen echter vast. Zie “De toegangsrechten van een gebruiker” op pagina 129 voor meer informatie. Nieuwe gebruikers toevoegen: 1. Open het venster User Settings (Gebruikersinstellingen) door User (Gebruiker) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Klik op Add (Toevoegen) om het scherm Add User (Gebruiker toevoegen) te openen.

128


15BHoofdstuk 16: KTD-405-bediendeel

3. Voer de volgende informatie in voor de nieuwe gebruiker: User Name (Gebruikersnaam), Password (Wachtwoord), Level (Niveau) en User’s MAC address (MAC-adres van de gebruiker).

Level (Niveau) verwijst naar het toegangsniveau van de gebruiker en kan ingesteld worden met één van de voorgedefinieerde niveau’s. Deze niveau’s bevatten rechten die al gedefinieerd zijn en die niet veranderd kunnen worden in dit menu. • • •

Operator Manager Custom (Aangepast)

Echter, met het niveau Custom (Aangepast) kunt u de toegangsrechten van de gebruiker selecteren. Zie “De toegangsrechten van een gebruiker aanpassen” hieronder voor meer informatie. 4. Voer het MAC-adres van de gebruiker in om de gebruiker toegang te te verlenen tot de DVR vanaf dat specifieke MAC-adres. 5. Klik op OK om uw gebruiker op te slaan.

De toegangsrechten van een gebruiker aanpassen U kunt aangepaste toegangsrechten toewijzen aan aangepaste gebruikers afhankelijk van hun behoeftes. Sommige gebruiker moeten bijvoorbeeld meer kunnen configureren dan de vastgestelde instellingsrechten voor een gebruikersniveau toestaan. Zie Tabel 21 op pagina 131 voor een overzicht van de beschikbare rechten.


129


Alleen een administrator kan toegangsrechten toewijzen aan gebruikers. Er zijn drie typen instellingen voor rechten: Local (Lokaal), Network (Netwerk) en Camera. De lokale instellingen zijn: •

Local Log Search (Lokaal logboek doorzoeken): Doorzoek en bekijk logboeken van de DVR.

•

Local Configuration (Lokale configuratie): Parameters configureren en herstellen naar fabrieksstandaard. Kan ook instellingen introduceren of instellingen exporteren vanaf de DVR.

•

Local Camera Management (Lokaal camerabeheer): Analoge kanalen inen uitschakelen. Kan ook IP-camera’s toevoegen en verwijderen.

•

Local Advanced Management (Lokaal geavanceerd beheer): HDD-beheer openen (inclusief het initialiseren en wijzigen van eigenschappen van een schijf). Systeem-firmware bijwerken evenals de relais-uitgang stoppen.

•

Local Shutdown/Reboot (Lokaal Afsluiten/Opnieuw opstarten): De DVR afsluiten of opnieuw opstarten.

De netwerkinstellingen zijn: •

Network Log Search (Netwerklogboek doorzoeken): Extern logboeken bekijken die opgeslagen zijn op de DVR.

•

Network Configuration Parameters (Netwerk-configuratieparameters): Parameters extern configureren, parameters herstellen naar fabrieksstandaard en instellingen importeren en exporteren van DVR.

•

Network Camera Management (Netwerk-camerabeheer): Analoge kanalen extern inen uitschakelen. IP-camera’s toevoegen en verwijderen.

•

Network Serial Ports (Netwerk seriële poorten): Instellingen voor de RS232 poort instellen.

•

Network Allocating Video Output (Netwerk toekennen beelduitgang): Instellingen configureren voor beelduitgang.

•

Two-Way Audio (Tweeweg audio): Gebruik tweeweg radio tussen de externe client en de DVR.

•

Network Layout Alarm (Netwerk opmaak alarm) en Trigger Alarm Output (Alarmuitgang activeren): De relais-uitgang van de DVR extern waarschuwen on beheren. Alarm- en meldingsinstellingen moeten juist geconfigureerd zijn om naar de host te uploaden.

•

Network Advanced Management (Netwerk geavanceerd beheer): De harde schijven extern beheren (initialiseren en eigenschappen voor HDD’s instellen) evenals systeem-firmware extern bijwerken en relais-uitgang stoppen.

•

Network Shutdown (Netwerk afsluiten): De DVR extern afsluiten.

De camera-instellingen zijn: 130



•

Network Live (Netwerk Live): Live-beelden selecteren en bekijken via het netwerk.

•

Remote Record Starting (Extern opname starten): Extern handmatig opnemen starten en stoppen op de kanalen.

•

Local Playback (Lokaal afspelen): Opgenomen bestanden op de DVR lokaal afspelen.

•

Remote Playback (Afspelen op afstand): Opgenomen bestande op de DVR op afstand afspelen.

•

Network PTZ Control (Netwerk PTZ-beheer): PTZ-domecamera’s op afstand beheren.

•

Local Backup (Lokale Back-up): Lokaal een back-up maken van opgenomen bestanden van de kanalen.

Tabel 21: Vaste instellingen van toegangsrechten per gebruikersniveau Recht

Gebruikersniveaus Administrator

Manager

Operator

Custom (Aangepast)

Lokaal logboek doorzoeken

X

X

Lokale configuratie

X



Lokaal camerabeheer

X



Lokaal geavanceerd beheer

X



Lokaal afsluiten/opnieuw opstarten

X

X



Netwerklogboek doorzoeken

X

X



Netwerk-configuratieparameters

X



Netwerk camerabeheer

X



Netwerk seriële poorten

X

X



Netwerk toekennen beelduitgang

X

X



Tweeweg audio

X

X

Netwerk opmaak alarm en alarmuitgang activeren

X

X

Netwerk geavanceerd beheer

X

Netwerk afsluiten

X

X

Netwerk live

X

X

Extern opname starten

X

X



Lokaal afspelen

X

X



Afspelen op afstand

X

X



Netwerk PTZ-beheer

X

X



Lokale back-up

X

X



Lokale instellingen: 

Netwerkinstellingen:

X

   

Camera-instellingen: X



Legenda: X = Vaste instelling  = Instelling kan aangepast worden


131


De toegangsrechten van een gebruiker aanpassen: 1. Open het venster User Settings (Gebruikersinstellingen) door User (Gebruiker) te selecteren in het hoofdmenu. Opmerking: De toegangsrechten van Admin, Manager en Operator kunnen niet gewijzigd worden. Alleen die van aangepaste gebruikers kunnen gewijzigd worden. 2. Klik op Add (Toevoegen) om het scherm Add User (Gebruiker toevoegen) te openen.

3. Selecteer Custom (Aangepast) in het vak Level (Niveau). 4. Klik op Privilege (Rechten) om de het scherm Privilege Settings (Rechteninstellingen) te openen.

5. Configureer rechten voor lokale instellingen onder het tabblad Local Settings (Lokale instellingen) en schakel de gewenste toegangsrechten in. Opmerking: Als u Operator had geselecteerd in plaats van Custom (Aangepast), zou dit scherm leeg zijn omdat operators standaard geen toegangsrechten hebben tot deze functies. 6. Klik op het tabblad Network Settings (Netwerkinstellingen) om de netwerkrechten te configureren. 7. Klik op tabblad Camera Settings (Camera-instellingen) om de camerarechten te configureren.

132



8. Klik op OK om op te slaan en het scherm te sluiten. Opmerking: Indien u het wachtwoord van uw DVR niet meer weet, neemt u contact op met uw leverancier om met het serienummer van uw DVR een veilige code te krijgen voor het opnieuw instellen van uw DVR.

Een gebruiker verwijderen Alleen een systeembeheerder kan een gebruiker verwijderen. Een gebruiker van de DVR verwijderen: 1. Open het venster User Settings (Gebruikersinstellingen) door User (Gebruiker) te selecteren in het hoofdmenu. 2. Selecteer de te verwijderen gebruiker. 3. Klik op Delete (Verwijderen) om de gebruiker te verwijderen. 4. Klik op de knop OK om het scherm te sluiten.

Een gebruiker aanpassen Alleen een systeembeheerder kan een gebruiker aanpassen. Een gebruiker aanpassen: 1. Open het venster User Settings (Gebruikersinstellingen) door User (Gebruiker) te selecteren in het hoofdmenu. Opmerking: Alleen de toegangsrechten van gebruikers van het niveau Custom (Aangepast) kunnen aangepast worden. 2. Selecteer de aan te passen gebruiker. 3. Klik op Edit (Bewerken) om het scherm Edit (Bewerken) te openen.


133


4. Bewerk de gebruikersinformatie. 5. Klik op Privileges (Rechten) om de gebruikersrechten aan te passen. Instellingen voor rechten worden gedefinieerd in “De toegangsrechten van een gebruiker” op pagina 129. 6. Klik op de knop OK om het scherm te sluiten.

Systeem-firmware bijwerken De firmware op de DVR kan bijgewerkt worden met vier methodes: 

Via een USB-apparaat



Via het netwerk met een FTP-server



Via de DVR-webbrowser



TruVision Navigator gebruiken. Raadpleeg de TruVision Navigatorgebruikershandleiding voor meer informatie.

De firmware-upgrade is gemarkeerd TVR60.dav. De systeem-firmware bijwerken met een USB-apparaat: 1. Download de meest recente firmware naar een USB vanaf onze website: www.gesecurityproducts.eu/videoupgrades 2. Sluit het USB-apparaat aan op de DVR. 3. Open het scherm System View (Systeemweergave) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu. 4. Klik op Firmware Upgrade om het scherm Firmware te openen.

134



5. Klik op het tabblad Local Upgrade (Lokale upgrade). 6. Selecteer uw USB-apparaat in de keuzelijst. 7. Selecteer de firmware op het USB-apparaat. 8. Klik op Upgrade om het upgradeproces te starten. 9. Start de DVR opnieuw op wanneer het upgradeproces voltooid is. Bijwerken via een FTP-server: 1. Configureer de PC (waarop FTP-server wordt uitgevoerd) en DVR zodat deze zich in hetzelfde Local Area Netwerk bevinden. Voer de TFTP-software van derden uit op de PC en kopieer de firmware naar de hoofdmap van TFTP. 2. Open het menu Firmware Update (Firmware-update) door Systems (Systemen) te selecteren in het hoofdmenu. Het scherm System View (Systeemweergave) verschijnt. 3. Klik op het tabblad FTP.

4. Voer het FTP-serveradres in. 5. Klik op Upgrade om het bijwerken te starten. 6. Start de DVR opnieuw op wanneer het bijwerken voltooid is. Opmerking: Indien het bijwerken van de DVR mislukt, neemt u contact op met uw leverancier voor verdere hulp.


135


Standaardinstellingen herstellen De fabrieksstandaard herstellen op uw DVR: 1. Open het menu Default Settings (Standaardinstellingen) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu en kies vervolgens Factory Default (Fabrieksstandaard). 2. Klik op OK om de fabrieksstandaarden te herstellen. Opmerking: Netwerkinformatie zoals IP-adres, subnetmasker en gateway worden niet hersteld.

Systeemgegevens bekijken Systeemgegevens bekijken: 1. Open het menu Default Settings (Standaardinstellingen) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu en kies vervolgens System Information (Systeeminformatie). 2. Klik op OK om terug te keren naar het vorige scherm.

Systeemlogboeken bekijken Veel gebeurtenissen van de DVR worden bijgehouden in de systeemlogboeken. De systeemlogboeken openen en doorzoeken op deze gebeurtenissen: 1. Open het menu Default Settings (Standaardinstellingen) door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu en kies vervolgens View Log (Logboek weergeven).

2. Voer zoekparameters in. 3. Klik op Search (Zoeken) om te beginnen met zoeken.

136



Indien er logboeken gevonden worden die voldoen aan deze zoekcriteria, worden deze weergegeven in een resultatenlijst.

4. Selecteer de vermelding en klik op Details om gedetailleerde informatie te bekijken over een bepaalde vermelding. 5. Indien beschikbaar kunt u ook de geassocieerde beelden bekijken van de geselecteerde logboekvermelding door op Play (Afspelen) te klikken.

Logboekbestanden exporteren Logboekbestanden kunnen ook naar een USB-apparaat geëxporteerd worden. Logboekbestanden exporteren: 1. Sluit een USB-apparaat aan op de DVR. 2. Ga naar het scherm View Log (Logboek bekijken), voer de parameters voor het zoeken in en klik vervolgens op Search (Zoeken). 3. Selecteer het te exporteren logboekbestand en klik vervolgens op Export (Exporteren). 4. Dit brengt u naar het scherm Log Search Export (Zoekopdracht logboek exporteren), zoals in de onderstaande afbeelding.

5. Klik op Export (Exporteren) om het logboek te exporteren naar het USBapparaat. Het geëxporteerde bestand wordt genoemd naar de tijd dat het werd geëxporteerd (bijv. tvr60.20100616.txt) 6. Klik op Cancel (Annuleren) om het menu te verlaten. TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

137


138


Bijlage A Problemen oplossen Plaats de TVR 60 een goed geventileerde ruimte zodat deze functioneert binnen het toegestane en gespecificeerde bereik van temperatuur en vochtigheid. Indien de printplaat vochtig wordt, kan stof op de printplaat mogelijk kortsluiting veroorzaken. De printplaat, stekker en aansluiting, ventilator en behuizing moeten regelmatig voorzichtig met een borstel worden gereinigd. Tabel 22: Problemen oplossen veelgestelde vragen Storing

Mogelijke oorzaak en te ondernemen acties

Waarom maakt de DVR een piepend geluid na het opstarten?

Het opstartgeluid kan veroorzaakt worden door: 1. Er is geen HDD aanwezig in de DVR. 2. De HDD is niet gestart. Zie “De installatiewizard gebruiken” op pagina 19. 3. De HDD is beschadigd. Neem contact op met de leverancier.

Waarom reageert de DVR niet op de afstandsbediening?

Indien de DVR niet reageert op de afstandsbediening en u heeft de sectie “De afstandsbediening gebruiken” op pagina 28 gelezen, controleer: 1. Controleer of de batterijen juist geïnstalleerd zijn in de afstandsbediening. 2. Controleer of de batterijen nog over voldoende lading beschikken. 3. Controleer of de sensor voor de afstandsbediening niet is afgedekt. 4. Controleer de instelling van het adres in de DVR.

Waarom kan de DVR de PTZdomecamera niet beheren via de RS-485 poort?

Indien de PTZ-domecamera niet reageert: 1. Controleer of de RS-485 kabel juist is aangesloten en onbeschadigd is. 2. Controleer of de juiste dome-decoder voor de camera gebruikt wordt. 3. Controleer of de dome-parameters van de camera correct zijn. 4. Controleer of de bitconfiguratie van het adres van de domedecoder van de camera correct is. 5. Controleer of de RS-485 interface van het moederbord niet beschadigd is. Als deze beschadigd is, neemt u contact op met uw plaatselijke leverancier.


139

16BBijlage A: Problemen oplossen

Storing

Mogelijke oorzaak en te ondernemen acties

Waarom wordt er geen beeld opgenomen na het instellen van bewegingsdetectie?

Indien er geen beeld wordt opgenomen na het instellen van bewegingsdetectie: 1. Controleer of het opnameschema correct is ingesteld. Zie “Een opnameschema definiëren” op pagina 85. 2. Controleer of het gebied voor bewegingsdetectie correct is geconfigureerd. Zie “Bewegingsdetectie” op pagina 93. 3. Controleer of de camerakanalen geactiveerd worden voor bewegingsdetectie. Zie “Bewegingsdetectie” op pagina 93.

Waarom detecteert de DVR het USB-exportapparaat niet voor het exporteren van opgenomen bestanden?

De DVR en het USB-apparaat zijn niet compatibel. Controleer of de USB-schijf geformatteerd is als FAT32.

De DVR is in Live-modus maar het hoofdmenu verschijnt niet. De DVR reageert niet op de muis, het voorpaneel, afstandsbediening of bediendeel.

Uw DVR bevindt zich in de hulpmodus. Dit gebeurt wanneer de A/Bmonitorknop op het voorpaneel werd ingedrukt. Druk de A/Bmonitorknop opnieuw in om terug te keren naar de vorige bedieningsmodus.

140


Bijlage B Specificaties Video Video-indeling

PAL /NTSC (automatische detectie)

Conditie

AGC, 0,7 t/m 1,4 Vp-p video geaccepteerd

Resolutie (H × V)

PAL: 704 × 576 NTSC: 704 × 480

Beeldcompressie

H.264

Videoingangen

16 kanalen

Monitor A VGA

Volledige en multiscreen-uitgang, VGA-aansluiting (Res. 800 x 600 @ 60 Hz), PAL/CCIR- of NTSC/EIA-compatibel

Monitor B Composiet

Volledig-scherm en multi-screenuitgang, BNC-connector, PAL/CCIR- of NTSC/EIA-compatibel

Monitor C composiet

Spotmonitor voor alarmsignalen, BNC-connector, NTSC/EIA- of PAL/CCIR-compatibel

Multiscreenweergave

Volledig, quad, 1+5, 1+7, 9, en 16

Opnemen Harde schijf

6-HDD SATA met SMART-ondersteuning

Resolutie

PAL: 4CIF (704 × 576), 2CIF (704 × 288), CIF (352 × 288) en QCIF (176 × 144) NTSC: 4CIF (704 × 480), 2CIF (704 × 240), CIF (352 × 240) en QCIF (176 × 120)

TVR 6016

400 fps 4CIF

Modus

Tijdsverloop, gebeurtenis, schema

Audio Compressiestandaard

OggVorbis, 16 Kbps

Ingang

16 kanaal, RCA

Uitgang

2 RCA

Bidirectioneel - Lijn in

1 RCA

Videobewegingsdetectie Zones per camera

396 zones per camera (22 x 18 raster)

Operation (Bediening) Besturingssysteem


VxWorks realtime OS

141

17BBijlage B: Specificaties

Talen

Engels, Tsjechisch, Deens, Nederlands, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hongaars, Italiaans, Pools, Portugees (Europa), Portugees (Brazilië), Russische, Slowaaks, Spaans, Zweeds, Turks

Gebruikers

Admin, Manager, Operator & 13 extra gebruikers

Netwerk Type

10/100/1000 Base-T, RJ-45

Protocol

TCP, IP, ARP, RARP, PPP, PPPoE, DHCP,SNMP

Overig

ADSL-modem voor beeldoverdracht van alarm

e-SATA

1

Archivering Audio en video

Via ingebouwde CD/DVD-brander, USB2.0 of e-SATA

Aansluitingen RS-232 seriële poort

9-pin Sub D

RS-485 PTZ-bedieningspoort

Schroefaansluitstrook

USB

2, één aan de voorkant en één aan de achterkant

Bediendeel

Schroefaansluitstrook

Alarmverwerking Alarmmonitor

Mon A of B of C (te configureren)

Alarmingang

16 programmeerbare NO/NC

Alarmuitgang

Vorm C alarmrelais (4)

Overige Ingangsspanning

90 tot 135 VAC / 180 tot 256 VAC, 47 tot 63 Hz

Stroomverbruik

max 126 W

Bedrijfstemperatuur

-10 tot +50°C (14 tot 122°F)

Relatieve luchtvochtigheid

10 tot 90%

Afmetingen (B x H x D)

435 × 95 × 455 mm (19-inch (2U)

Gewicht

11 kg (10,98 kg)

Montage

Rack-montagekit (optioneel)

Thin client-vereisten (browser-aansluiting) Intel PC

1 GHz of sneller

Geheugen

1 GB RAM minimum

Besturingssysteem

Windows® XP, Vista of Windows 7

DirectX

9.0 of later

Ondersteunde apparaten PDA/mobiele telefoon

WinMobile 5 of hoger, iPhone/iPad, Android

Touch screen-ondersteuning Vrij geheugen minimaal 20MB CPU 200MHz en beter

142


17BBijlage B: KTD-405-bediendeel

Ondersteunde IP-apparaten

Onderdeelcode (SKU)

TruVision H.264 IP-camera’s

TVC-M1120-1-P TVC-M2110-1-P TVD-M1120-3-V-P TVD-M2110-3-V-P TVD-M2110-3-P TVC-M1120-1-N TVC-M2110-1-N TVD-M1120-3-V-N TVD-M2110-3-V-N TVD-M2110-3-N

CamPlus2 IP-camera’s

GEC-IP2VD-DNP GEC-IP2D-P GEC-IP2B-P GEC-IP2VD-DN GEC-IP2D GEC-IP2B

UltraView IP-camera’s

UVD-IP-EVRDNR-VA2-P UVD-IP-EVRDNR-VA9-P UVD-IP-XP3DNR-VA2-P UVD-IP-XP3DNR-VA9-P UVC-IP-XP3DN-HR-P UVC-IP-EVRDN-HR-P

UltraView-encoder

UVE-10

Panasonic-camera’s

NW484S NF284 NP-244


143

17BBijlage B: Specificaties

144


Bijlage C PTZ-protocollen AD

PELCO-P

BEWATOR-PELCO-D

PowerDome

BBV-RS422

Samsung

Bosch

Sanyo

DM (BBV)

Sensormatic

GE RS-485

Siemens

Honeywell

SONY-EVI-D100/P

HIKVISION

SONY-EVI-D70

LILIN

SONY-EVI-D30/31

LG MULTIX

Ultrak

PANASONIC_CS850

VCL

PELCO-D

Vicon


145

18BBijlage C: PTZ protocollen

146


Bijlage D TVK-505U-bediendeel

Een TVK-505U-bediendeel gebruiken Gebruik het bediendeel om functies uit te voeren die vergelijkbaar zijn met de toetsen op het voorpaneel. Raadpleeg voor gedetailleerde instructies de gebruikershandleiding van het TVK-505U-bediendeel.

Een TVK-505U-bediendeel installeren voor de TVR 60 U stelt als volgt een TVK-505U-bediendeel in: 1. Druk in het live-modusmenu op de toetsen Ⓔ or Ⓒ om de gewenste DVR-tab te selecteren.

2. Druk op de optie DVR. 3. Voer het nummer in van de DVR. Deze waarde moet tussen 0 en 255 liggen. 4. Druk op de toets Ⓔ om te bevestigen. Het bericht MASTER ENABLED (Master ingeschakeld) verschijnt heel even. U kunt als volgt de programmeermenu’s van een PTZ-domecamera openen met een TVK-505U-bediendeel: 1. Druk in het live-modusmenu van het bediendeel op de PTZ-button. De PTZ-modus wordt geactiveerd op het bediendeel Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de PTZ-camera voor informatie over het programmeren van een PTZ-domecamera.


147

19BBijlage D: TVK-505U-bediendeel

Navigeren in de menu’s met het TVK-505U-bediendeel Met behulp van de toetsen en de joystick op het bediendeel kunt u door het menusysteem navigeren. Zie Afbeelding 39 hieronder. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over het gebruik ervan. Afbeelding 39: Beschrijving van het TVK-505U-bediendeel Multifunctionele toetsen Linkerkolom

LCD-display

Pijltoetsen

148

Multifunctionele toetsen Rechterkolom

3-assige joystick

Numerieke toetsenblok


Bijlage E KTD-405-bediendeel

Ondersteunde firmware TVR 6016-XXX-firmware

4.0j of hoger

Firmware KTD-405U (-2DU)-bediendeel:

1.4.10/1.4.00

Opmerking: XXX vertegenwoordigt de DVR-opslagconfiguratie zoals 500 = 500 GB, 1T = 1 TB, enz.

Bedrading naar het bediendeel Sluit de RS-485-bus van de KTD-405 I/O-box aan op de TVR 60 Keypb A/Bschroefterminalpoort. Tabel 23: Bediendeel en DVR-aansluitingen I/O-module KTD-405

TVR 60-aansluiting

RS-485 A

Keyb A

RS-485 B

Keyb B


149

20BBijlage E: KTD-405-bediendeel

Afbeelding 40: Bediendeel en DVR-aansluitingen

I/O-module

Achterpaneel van de TVR 60

Het bediendeel installeren voor de TVR 60 Het bediendeel moet zich in de zonemodus bevinden voor een correcte aansluiting met de TVR 60. Meer informatie over het aansluiten en programmeren van het KTD-405bediendeel vindt u in de gebruikershandleiding. Ga als volgt te werk om het bediendeel in te stellen in de zonemodus: 1. Meld u aan bij het bediendeel met het admin-wachtwoord. Houd de Enter-toets ( ) ingedrukt totdat u een pieptoon hoort, waarna u de volgende code invoert: 1 4 7 6. Druk op de toets seq om te bevestigen. 2. Blader dor de menu’s met de toets weergegeven:

totdat het volgende menu wordt

3. Wijzig Operating Mode (Bedieningsmodus) in Zone door de joystick omlaag te bewegen. 4. Sluit het menu door op de toets seq te drukken. De display geeft bijvoorbeeld het volgende weer:

150


20BBijlage E: Cameramatrix

5. Als u deze wilt aansluiten op de DVR, drukt u op de zone-toets en voert u het ID-nummer van de TVR 60 in. De standaardwaarde is “1”. 6. Als u de het ID-nummer van de DVR-zone wilt configureren, opent u het scherm System View (Systeemweergave) op de DVR door System (Systeem) te selecteren in het hoofdmenu. Voer onder Zone ID (Zone-ID) de ID-waarde van de zone in. De standaardwaarde is “1”. Opmerking: De ID-waarde van de zone moet hetzelfde zijn voor de DVR en het bediendeel. De TVR 60 is nu aangesloten aan het KTD-405-bediendeel. Ga als volgt te werk om het TVR 60-apparaatadres te configureren: 1. Klik op Display (Weergave) in het hoofdmenu en selecteer de tab Monitor 2. Klik op het invoervak Device address (Apparaatadres) en voer een numerieke waarde in. Het standaardadres voor het bediendeel is “1”. Klik op Enter

TVR 60- en bediendeelfuncties De KTD-405U fungeert als een DVR-bediendeel indien deze is aangesloten op de TVR 60. Het bediendeel aapt een heleboel functies van het voorpaneel van de TVR 60 na. Niet beschikbare TVR 60-functies De volgende TVR 60-functies zijn niet beschikbaar wanneer u het bediendeel gebruikt om de TVR 60 te bedienen: 

Video exporteren



CD/DVD uitwerpen



Voorkeuze- en schaduwtraject



Bewegingsdetectie- of sabotagezones selecteren



Opnames archiveren



Video vastleggen

Als deze functies vereist zijn, is het raadzaam om een muis te gebruiken in combinatie met het bediendeel. Alle TVR 60-functies zijn dan beschikbaar. Niet beschikbare bediendeelfuncties De volgende bediendeeltoetsen zijn niet beschikbaar wanneer u het bediendeel gebruikt om de TVR 60 te bedienen:


151


Afbeelding 41: Niet beschikbare bediendeeltoetsen

DSC/VCR

Autofocus

Aux 1

Alarm

Aux 2

Iris +/-

Snel vooruit

Aux 3

Focus +/-

Snel terug

Ist

(Opnamemodus) Store

(Vergroting)

Het bediendeel gebruiken U kunt met de toetsen en joystick van het bediendeel navigeren in de TVR 60menu’s. Echter niet alle handelingen zijn mogelijk met de joystick. Zie Tabel 24 op pagina 154 op pagina 153 voor een beschrijving van de DVRbediendeeltoewijzing wanneer de KTD-405-bediendeelserie wordt gebruikt. Zie Afbeelding 41 hierboven voor een overzicht van de bediendeelfuncties die niet beschikbaar zijn wanneer indien aangesloten op de TVR 60. Voorbeeld 1: Uw wachtwoord invoeren in het aanmeldscherm met behulp van het bediendeel 1. Druk in de live-weergavemodus op esc om het scherm Login (Aanmelden) te activeren. 2. Houd esc ingedrukt en druk op de pijltoetsen ( omlaag, omhoog, links, rechts) om de cursor naar het invoervak Password (Wachtwoord) te verplaatsen. Laat in het wachtwoordvak esc los. 3. Druk op Enter ( ) om het virtuele toetsenbord te activeren. 4. Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen om het eerste cijfer van het wachtwoord te bereiken. Laat esc los en druk op Enter ( ) om het cijfer te selecteren. 5. Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor elk cijfer van het wachtwoord. 152



6. Beweeg de cursor naar de Enter-toets op het virtuele toetsenbord en druk op esc op het KTD-405-bediendeel om het wachtwoord in te voeren. 7. Houd esc ingedrukt en druk op de pijltoetsen om de cursor naar de OK-toets in het aanmeldscherm te navigeren en deze te activeren. 8. Druk op

. Het hoofdmenu wordt weergegeven.

Voorbeeld 2: Ga als volgt te werk om een menuoptie te wijzigen met behulp van het bediendeel 1. Houd in het hoofdmenu esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen om naar het gewenste menupictigram te navigeren (bijvoorbeeld, Display (Beeld)). 2. Druk op

om het menu Display (Beeld) te openen.

3. Druk op

of

om naar de menutab Layout (Indeling) te bladeren.

4. Als u zich in het gewenste menuscherm bevindt, houd u esc ingedrukt en drukt omhoog, omlaag) om de cursor naar u vervolgens op de pijltoetsen ( de optie Layout Mode (Layoutmodus) te navigeren. 5. Druk op

om het vervolgkeuzemenu te activeren.

6. Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen omhoog/omlaag om naar de gewenste optie te navigeren. 7. Druk op

om de optie te selecteren.

8. Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen omhoog/omlaag om naar Apply (Toepassen) te navigeren. Druk op om het te selecteren. Navigeer vervolgens naar OK en selecteer het ook.


153


TVR 60-toewijzing op het KTD-405-bediendeel Tabel 24: TVR 60-toewijzing op het KTD-405-bediendeel Taak

Bediendeelhandeling

Overige informatie

 Menu-modus Menu openen of sluiten

Druk in de liveweergavemodus op esc.

Door de menu’s bewegen

Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen.

Tussen menutabbladen bewegen

Druk op of om te schakelen tussen menutabbladen.

Naar een menuoptie navigeren

Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen.

Een teken of menuoptie selecteren

Druk op Enter (

Zone-ID selecteren

Druk op zone om het bediendeel aan te sluiten op de DVR.

).

Omlaag, Links,

Omhoog, Rechts

Omlaag, Links,

Omhoog, Rechts

Opmerking. Als u op esc drukt voordat u op Enter drukt, kunt u het menu sluiten zonder uw wijzigingen op te slaan. Dit is hetzelfde als annuleren.

 Live-weergavemodus Eén camera oproepen

Druk op 0 t/m 9 en druk vervolgens op Enter ( ).

Multiscreenweergaven oproepen

Druk op view en druk vervolgens op de toets 5 om door de beschikbare opties te bladeren.

Door de weergavereeks van de camera’s bladeren

Druk op de toets seq om door de camera’s in volledige schermweergave te bladeren.

Door de multiscreenschermen bladeren

Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen links/rechts.

Schakelen tussen monitor A en monitor B

Druk op de toets mon en op toets 1 om naar monitor A te schakelen. Druk op de toets mon en op toets 2 om naar monitor B te schakelen.

Voer met behulp van de numerieke toetsen 0 t/m 9 het nummer van de camera in en druk op Enter ( ).

Als u wilt terugkeren naar de hiervoor geselecteerde monitor, moet u de selectie van de huidige monitor ongedaan maken door de combinatie opnieuw in te voeren. Als dus wilt terugkeren naar monitor B, drukt u op mon 1 om terug te keren naar monitor B, of drukt u op mon 2 om terug te keren naar monitor A. Opmerking: De bediendeeldisplay geeft altijd monitor A aan, zelfs als monitor B is geselecteerd.

Handmatig een alarm bevestigen

Druk op Alarm.

 PTZ-functies

154



Taak

Bediendeelhandeling

PTZ-modus activeren

Druk in de liveweergavemodus op Enter ( ).

PTZ-functies (omhoog, omlaag, links, rechts, inzoomen, uitzoomen)

De joystick bewegen om de dome omhoog, omlaag, naar links en naar rechts te bewegen

Overige informatie

KTD-405U: Draai aan de knop op de joystick om in of uit te zoomen. KTD-405-2DU: Druk op de toetsen zoom+ en zoom-.

Druk op zoom+ en zoom-. PTZ-modus verlaten

Druk op esc.

 Afspeelknoppen Video-opnamen zoeken

Direct afspelen

Druk op

.

Druk op in de volledige schermweergave.

Zodra het wachtwoord is ingevoerd, wordt het geavanceerde zoekmenu geopend. Meteen afspelen van de momenteel geselecteerde camera. De standaardtijd is 1 minuut. Overige camera’s die op het scherm worden weergegeven kunnen alleen met de muis worden geactiveerd.

Afspelen stoppen

Druk op om te stoppen met afspelen terug te keren naar de live-weergavemodus.

Afspelen onderbreken.

Klik op om het afspelen te onderbreken. Druk op om opnieuw te starten.

Het huidige bestand opnieuw afspelen.

druk op aux4 om het huidige bestand opnieuw af te spelen.

Afspeelsnelheid wijzigen

Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen links/rechts.

Spring 30 seconden naar voren of naar achteren tijdens het afspelen

Houd esc ingedrukt en druk vervolgens op de pijltoetsen omhoog/omlaag.

Start aan het begin van het bestand.

Een IP-camera selecteren met het bediendeel De TVR 60 kan maximaal 16 analoge en acht 4-CIF IP-camera’s ondersteunen. Als u tot 24 camera’s wilt bedienen met behulp van het bediendeel, kan het nodig zijn om het aantal TVR 60-camera-ingangen dat wordt bediend door het bediendeel te wijzigen. Het standaardaantal TVR 60-camera-ingangen dat kan worden bediend door het bediendeel is 16. Ga als volgt te werk om het aantal TVR 60-camera-ingangen dat wordt bediend door het bediendeel te wijzigen: 1. Houd de Enter-toets ( ) ingedrukt totdat u een pieptoon hoort, waarna u de volgende code invoert: 1 4 7 6. Druk op de toets seq om te bevestigen.


155


2. Blader dor de menu’s met de toets weergegeven:


3. Voer het DVR-adres dat moet worden geconfigureerd in en druk op 4. Blader dor de menu’s met de toets weergegeven:

.


5. Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om naar SYM DVR te navigeren. 6. Blader dor de menu’s met de toets weergegeven:


7. Druk op de pijltoetsen omhoog/omlaag om naar 32 te navigeren. 8. Herhaal de stappen 3 t/m 7 voor elk DVR-adres in het bediendeel.

Een camera besturen Raadpleeeg bij het installeren en bedienen van camera’s in de zonemodus Tabel 25 hieronder voor een overzicht van de standaard PTZ-adressen die zijn gekoppeld aan een zone-ID. Deze waarde wordt automatisch ingevuld in het systeem. U kunt het PTZ-adres wijzigen in het PTZ-menu om te voldoen aan de vereisten van de klant (zie “PTZ-instellingen configureren” op pagina 49.). Tabel 25: Standaard PTZ-camera-adressen op zone-ID Cameraingang

Zone-ID van TVR 60 1

2

3

4

5

1

0

32

64

96

128 160 192 224 256 288 320 352 384 416 448 480

2

1

33

65

97

129 161 193 225 257 289 321 353 385 417 449 481

3

2

34

66

98

130 162 194 226 258 290 322 354 386 418 450 482

4

3

35

67

99

131 163 195 227 259 291 323 355 387 419 451 483

5

4

36

68

100 132 164 196 228 260 292 324 356 388 420 452 484

6

5

37

69

101 133 165 197 229 261 293 325 357 389 421 453 485

7

6

38

70

102 134 166 198 230 262 294 326 358 390 422 454 486

8

7

39

71

103 135 167 199 231 263 295 327 359 391 423 455 487

9

8

40

72

104 136 168 200 232 264 296 328 360 392 424 456 488

10

9

41

73

105 137 169 201 233 265 297 329 361 393 425 457 489

156

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16



Cameraingang

Zone-ID van TVR 60 1

2

3

4

11

10

42

74

106 138 170 202 234 266 298 330 362 394 426 458 490

12

11

43

75

107 139 171 203 235 267 299 331 363 395 427 459 491

13

12

44

76

108 140 172 204 236 268 300 332 364 396 428 460 492

14

13

45

77

109 141 173 205 237 269 301 333 365 397 429 461 493

15

14

46

78

110 142 174 206 238 270 302 334 366 398 430 462 494

16

15

447 79

111 143 175 207 239 271 303 335 367 399 431 463 495

17

16

48

80

112 144 176 208 240 272 304 336 368 400 432 464 496

18

17

49

81

113 145 177 209 241 273 305 337 369 401 433 465 497

19

18

50

82

114 146 178 210 242 274 306 338 370 402 434 466 498

20

19

51

83

115 147 179 211 243 275 307 339 371 403 435 467 499

21

20

52

84

116 148 180 212 244 276 308 340 372 404 436 468 500

22

21

53

85

117 149 181 213 245 277 309 341 373 405 437 469 501

23

22

54

86

118 150 182 214 246 278 310 342 374 406 438 470 502

24

23

55

87

119 151 183 215 247 279 311 343 375 407 439 471 503

25

24

56

88

120 152 184 216 248 280 312 344 376 408 440 472 504

26

25

57

89

121 153 185 217 249 281 313 345 377 409 441 473 505

27

26

58

90

122 154 186 218 250 282 314 346 378 410 442 474 506

28

27

59

91

123 155 187 219 251 283 315 347 379 411 443 475 507

29

28

60

92

124 156 188 220 252 284 316 348 380 412 444 476 508

30

29

61

93

125 157 189 221 253 285 317 349 381 413 445 477 509

31

30

62

94

126 158 190 222 254 286 318 350 382 414 446 478 510

32

31

63

95

127 159 191 223 255 287 319 351 383 415 447 479 511


5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

157


158


Bijlage F Cameramatrix

Tabel 26: Matrix van het aantal analoge en IP-camera’s dat kan worden gebruikt

Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

16

8

16

4

16

4

UltraViewcamera (4CIF)

IP HD 720p (1280x720)

22

2 2 4

16

2

16


2

20

4

20 24

Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

14

9

14

5

14

5

14

1

4

14

1

2

14

1


22 20

8

14

Max. aantal camera’s aangesloten 24

16

16

IP HD 2MPX (UXGA 1600x1200@ 12,5fps max)

IP HD 720p (1280x720)



2

21 2

9

21 19

2

19

4

19 23

159

21BBijlage F: Cameramatrix

Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

12

10

12

6

12

6


2

Max. aantal camera’s aangesloten

20 2

5

12

1 2

12


22

12

12


20 17

4

17

4

18

10

22

IP HD 720p (1280x720)



Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

10

11

10

5

10

7

10

1

5

10

3

2

2

17

10

1

1

4

16

10

21 3


19 16

11

21

IP HD 720p (1280x720)

Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

8

12

8

6

3

8

6

1



8

6

8

2

8

18 2

8

160

IP HD 720p (1280x720)

12

17 2

17 14

4

14

6

14 20




IP HD 720p (1280x720)

Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

6

13

6

7

3

6

7

1

6

1

6

6

1

2

6

1

6

IP SD (4CIF)

4

14

4

8

4

2

16 2


16 13

4

13

6

13 19

IP HD 720p (1280x720)



3

15 6

4

7

4

1 2

4


13

Analoog (4CIF)

4


11 6

11

6

12

14


12

18

IP HD 720p (1280x720)



Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

2

15

2

9

2

7

2

1

7

2

1

1

6

10

2

1

2

5

10

2


17 3

14 4

15

13 10

17

161


Analoog (4CIF)

IP SD (4CIF)

0

16

0

8

0

8




4

12 4

0

8

12 8

0

8

8

0

8

8

0

162

IP HD 720p (1280x720)

16

16


Bijlage G Woordenlijst Voorwaarden

Definitie

DDNS

Dynamic DNS is een methode, protocol, of netwerkdienst die het mogelijk maakt voor een netwerkapparaat, zoals een router of computersysteem dat de Internet Protocol Suite gebruikt, om een domeinnaamserver te informeren om de actieve DNS-configuratie van de geconfigureerde hostnamen, adressen of andere in DNS opgeslagen informatie in real-time (ad-hoc) te veranderen.

DHCP

Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een protocol voor netwerkapplicaties dat gebruikt wordt door apparaten (DHCP-clients) om informatie over configuratie te verkrijgen voor werking in een Internet Protocolnetwerk

Dual stream

Dual stream is een technologie die gebruikt wordt om lokaal beeld van hoge resolutie op te nemen terwijl er een stream van lagere resolutie over het netwerk wordt verzonden. De twee streams worden gegenereerd door de DVR; de hoofd-stream heeft een maximum resolutie van 4CIF en de sub-stream heeft een maximum resolutie van CIF.

DVR

Afkorting voor Digital Video Recorder. Een DVR is een apparaat dat beeldsignalen van analoge camera’s kan ontvangen, het signaal kan comprimeren en kan opslaan op de harde-schijfstations.

Gegevensredundantie

Gegevens naar twee of meer locaties schrijven voor back-up en gegevensherstel. Bijvoorbeeld, gegevens kunnen op twee of meer HDD’s worden opgeslagen.

HDD

Afkorting voor Hard Disk Drive (harde schijf) Een opslagmedium waar digitaal gecodeerde gegevens opgeslagen worden op schotels met magnetische oppervlakken.

HTTP

Afkorting voor Hypertext Transfer Protocol. Een protocol om hypertext-verzoek en informatie over te brengen tussen servers en browsers over een netwerk.

Hybride DVR

Een Hybride DVR is een combinatie van een DVR en NVR.

NTP

Afkorting voor Network Time Protocol. Een protocol dat ontworpen is om de klokken van computers via een netwerk te synchroniseren.

NTSC

Afkorting voor National Television System Committee. NTSC is een analoge televisiestandaard die gebruikt wordt in landen als de Verenigde Staten en Japan. Elk frame van een NTSC-signaal bevat 525 scanlijnen bij 60Hz.

NVR

Afkorting voor Network Video Recorder. Een NVR kan een PC- of ingebed systeem zijn dat gebruikt wordt voor gecentraliseerd management en opslag voor IP-camera’s, IP-domes en andere DVRs.

PAL

Afkorting voor Phase Alternating Line. PAL is ook een andere beeldstandaard die in grote delen van de wereld gebruikt wordt in televisie uitzendsystemen. PAL-signaal bevat 625 scanlijnen bij 50Hz.


163

22BBijlage G: Woordenlijst

Voorwaarden

Definitie

PPPoE

Point-to-Point Protocol over Ethernet (PPPoE), is een netwerkprotocol voor het inkapselen van Point-to-Point Protocol (PPP)-frames binnen Ethernet-frames. Het wordt hoofdzakelijk gebruikt met ADSL-diensten waarbij individuele gebruikers verbinding maken met de ADSL-zendontvanger (modem) over Ethernet en in normaal Metro Ethernet-network.

PTZ

Afkorting voor Pan, Tilt, Zoom. PTZ dome-camera’s zijn systemen die aangedreven worden door een motor en die de camera in staat stellen naar links en rechts te draaien, omhoog en omlaag te kantelen en in en uit te zoomen

USB

Afkorting voor Universal Serial Bus. USB is een plug-and-play serial bus standaard om apparaten te verbinden met een hostcomputer.

164


Index

A Achterpaneel aansluiten van apparaten, 6 Active X, 75 Afspelen, 59, 60 afspeelsnelheid wijzigen, 67 archiefbestanden afspelen, 73 direct afspelen, 65 lijst met zoekresultaten, 62 met de webbrowser, 79 met het KTD 405-bediendeel, 155 vanaf het systeemlogboek, 66 video-opnames opzoeken, 62 Alarmindicatiebalk op het voorpaneel Alarmmeldingen beelduitval, 103 bewegingsdetectie, 95 externe alarmen, 98 meldingstypen, 94 videosabotage, 104 Alarmuitgangen handmatig bevestigen, 101 Analoge camera's, 113 inen uitschakelen, 114 OSD-instellingen configureren, 116 privacymasker, 118 Archiveren opgenomen bestanden naar een backupapparaat exporteren, 70 snel archiveren, 69 videoclips archiveren, 72 Audio audio-ingangen en -uitgangen aansluiten, 15 Audio-uitgang inschakelen/uitschakelen, 45 snel toegang voor in/uitschakelen, 40

B Bediendeel aansluiten op DVR, 12 aansluiten op RS-485-poort, 14 domecamera's aansluiten op DVR, 8


een camera bedienen met KTD-405, 156 instellen TVK-505 met de TVR 60, 147 KTD-405 aansluiten op de TVR 60, 149 KTD-405 bedienen, 151 KTD-405 gebruiken in de zonemodus, 150 navigeren in de TVR 60-menu's, 148 niet beschikbare KTD-405-functies, 151 toegang PTZ-domecameramenu's, 147 toegang tot DVR met KTD-405-bediendeel, 152 virtuele toetsenbord gebruiken, 33 Beeldmanipulatie instellen om te detecteren, 104 Beelduitval instellen om te detecteren, 103 Bewegingsdetectie, 93 doelgrootte instellen, 93 gebied doelgrootte definiëren, 93 gewenste gevoeligheidsniveau selecteren, 93

C Camera's aantal ondersteunde camera's, 113 analoge camera's aansluiten via doorlussen, 15 Analoge camera's inen uitschakelen, 114 helderheid, contrast en verzadiging aanpassen, 119 privacymasker, 118 PTZ-domecamera's configureren, 49 weergavereeks instellen, 46 Cameravolgorde, 39, 46

D Datum display configureren, 44 Digitale zoom, 36 beschrijving, 35 Direct afspelen, 65 de terugafspeeltijd wijzigen, 45 Draadloze afstandsbediening aansluiten op DVR, 30 beschrijving, 28

165

Index

DVR-naam en DVR-adres display configureren, 42 Dwell Time (dwell-tijd), 45

E E-mailmeldingen, 111 Extern alarm instellen om op te nemen wanneer geactiveerd, 98

F Fabrieksinstellingen herstellen, 136 Firmware bijwerken, 134

G Gebruikers beheren, 127 een gebruiker verwijderen, 133 gebruikerniveaus, 127 gebruikersinformatie aanpassen, 133 gebruikersrechten aanpassen, 129 nieuwe gebruiker toevoegen, 128 Gebruikersrechten beschrijvingen, 129

H HDD capaciteit, 6 groepering, 122 HDD-alarmsignalen instellen, 125 HDD-redundantie instellen, 123 initialiseren, 121 instellen op alleen-lezen, 122 redundantie, 89 status controleren, 124 Het afspeelbedieningspaneel beschrijving, 60 Hoofdmenu beschrijving, 31 openen, 31

I Image, 40 In-/uitzoomen op een camerabeeld, 36 Installatiewizard gebruiken, 19 IP-camera's, 113 de camera-ingangen wijzigen die worden bediend door het bediendeel, 155 installeren, 115 IP-adres wijzigen, 115 wachtwoord, 115

166

K KTD-405 de camera-ingangen wijzigen die worden bediend door het bediendeel, 155 KTD-405-bediendeel aansluiten op de TVR 60, 149 bedienen, 151 een camera bedienen, 156 installeren in de zonemodus, 150 instellen TVR 60-apparaatadres, 150 niet beschikbare bediendeelfuncties, 151 niet beschikbare TVR 60-functies, 151 ondersteunde firmware, 149 toegang tot DVR-functies, 152

L Language (Taal), 20 Live dual-streaming, 81 Live-weergavemodus beschrijving, 35 datum- en tijdweergave configureren, 44 digitale zoom, 35 display configureren, 41 KTD 405-bediendeel gebruiken, 154 multiscreenweergave, 39 schakelen tussen monitoren, 36 volledig scherm, 38 weergavereeks camera's, 39 Logboek weergeven, 124 Logboeken exporteren naar USB, 137 systeemlogboek weergeven, 136

M Meldingen alarmtypen, 94 externe alarmen, 98 systeemgebeurtenistypen, 101 Monitoren aansluiten, 15 beeld configureren, 41, 43 beschrijving, 36 hoofd- en spotmonitoren selecteren, 45 tussen monitoren schakelen, 36 weergavereeks camera's, 45 Muis gebruiken, 27 Multiscreenindeling standaard selecteren, 45 Multiscreenweergave, 39

N Netwerkinstellingen DDNS, 108 externe alarmhost, 110 HTTP-poorten, 111


Index

instellen, 107 multicast, 110 NTP-server, 109 server, 111

O Ondersteunde IP-apparaten, 143 Opgenomen bestanden beveiligen, 88 Opname instellingen configureren, 83 opnames beveiligen, 88 redundantie van HDD instellen, 89 Opnameschema's definiëren, 85 Opnemen opnameschema's, 85

P Pop-upmenu's muis PTZ-popupmenu, 51 Pop-upmenu's voor de muis livemodus pop-upmenu, 37 Presetpositie oproepen, 55 selecteren, instellen en verwijderen, 52 PTZ- dome camera's instellen, 8 PTZ-domecamera's aansluiten op RS-485-poort, 14 bedienen met de webbrowser, 81 configureren, 49 domecamera's aansluiten op DVR, 8 Pop-upmenu muis, 51 protocollen toewijzen, 50 PTZ-modus KTD 405-bediendeel gebruiken, 154 openen, 51 snel toegang, 40 PTZ-protocollen Interlogix-camera's configureren, 9 lijst, 145 toewijzen, 50

S Schaduwtraject instellen, 55 oproepen, 56 SMART-informatie bekijken, 124 Speler gebruiken voor afspelen, 73 Standaardinstellingen herstellen, 136 Stroom inen uitschakelen van DVR, 19 Systeemgegevens bekijken, 136 Systeemlogboeken


weergeven, 136 Systeemlogboeken weergeven, 136 Systeemmeldingen e-mailinstellingen, 111 gebeurtenistypen, 101 meldingen alarmtypen, 102

T Taal wijzigen, 127 Tijd display configureren, 44 TruVision IP-camera's, 115 TVK-505U-bediendeel, 147 instellen voor de TVR 60, 147 navigeren in de TVR 60-menu's, 148 toegang PTZ-domecameramenu's, 147

U UltraView, 115

V Video- momentopname vastleggen, 79 Volledige schermweergave, 38 Voorkeuzetraject oproepen, 56 Voorpaneel beschrijving, 26

W Wachtwoord gebruikerswachtwoord wijzigen, 133 inschakelen om toegang te krijgen tot de DVR-functies, 43 standaard gebruikerswachtwoorden, 127 Webbrowser Active X installeren, 75 externe configuratie van de DVR, 78 live dual streaming, 81 lokale configuratie van de DVR, 78 momentopname video, 79 openen, 76 opgenomen video-opnames zoeken en afspelen, 79 Windows Vista en 7 beveiligingsproblemen, 75 zoeken naar gebeurtenislogboeken, 81

167

Menustructuur Beeld

Monitorinstellingen Tijdinstellingen Layoutinstellingen

Camera’s

Camerabeheer Installatie Status

Opnemen

Opname-instellingen

Geavanceerde installatie

Geavanceerde installatie

IP-camera’s

Opnames plannen

Netwerk

Algemene instellingen Geavanceerde installatie Netwerkstatus

Alarmen

Alarmingangen instellen Alarmuitgang instellen Melding

PTZ

PTZ-instellingen

Gebruiker

Gebruikersinstellingen

Systeem

RS-232 Fabrieksinstellingen FW-upgrade Harde schijf Alarmuitgang - activeren & uitschakelen DVR opnieuw opstarten Uitschakelen Logboek weergeven Systeeminformatie Taal

Help

OSD

TruVision DVR 60 Gebruikershandleiding

Recommend Documents