Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
P/N 1072913-NL • REV A • ISS 18DEC14
Copyright
© 2014 United Technologies Corporation. Interlogix maakt onderdeel uit van UTC Building & Industrial Systems, een bedrijfseenheid van United Technologies Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken en patenten Fabrikant
De in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten. Interlogix 2955 Red Hill Avenue, Costa Mesa, CA 92626-5923, USA EU-geautoriseerde vertegenwoordiger: UTC Building & Industrial Systems B.V. Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, The Netherlands
Certificering
N4131 Contactgegevens
Zie www.interlogix.com of www.utcfssecurityproducts.eu voor contactgegevens.
Inhoud Inleiding 3 Netwerktoegang 4 Het beveiligingsniveau van uw webbrowser controleren 4 Toegang tot de camera via internet 5 Overzicht van de camerawebbrowser 5 Cameraconfiguratie 8 Overzicht configuratiemenu 8 Lokale configuratie 9 Systeemtijd 10 Netwerkinstellingen 11 Opnameparameters 17 Videobeeld 19 OSD (On Screen Display) 23 Tekst op beeld 24 Privacymaskers 25 Beeld-overlay 25 Bewegingsdetectiealarm 26 Sabotagebeveiligde alarmen 32 Uitzonderingsalarmen 33 Alarmingangen en uitgangen 35 Gezichtsdetectie 36 Detectie audio-uitzondering 38 Detectie lijnoverschrijding 39 Inbraakdetectie 41 Onscherpte detectie 43 Detectie van scèneverandering 44 Momentopnameparameters 46 NAS-instellingen 48 Opslagapparaten 49 Opnameschema 50 RS-232-instellingen 52 RS-485-instellingen 53 Camerabeheer 54 Gebruikersbeheer 54 RTSP-verificatie 57 IP-adresfilter 57 De beveiligingsservice definiëren 58 Fabrieksinstellingen herstellen 59 Een configuratiebestand importeren/exporteren 60 Firmware upgraden 60 Camera opnieuw opstarten 61
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
1
Camerabediening 62 Aanmelden en afmelden 62 Live-weergavemodus 62 Video-opnamen afspelen 62 Gebeurtenislogboeken doorzoeken 65 PTZ-besturing bedienen 67
2
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Inleiding Dit is de gebruikershandleiding voor de volgende modellen van de TruVision Covert IP Camera:
TVA-1101 (IP ATM/verborgen camera, 1,3 MP, één pinhole-objectief, WDR, PAL)
TVA-3101 (IP ATM/verborgen camera, 1,3 MP, één pinhole-objectief, WDR, NTSC)
TVL-0101 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, Pinhole, 3,7 mm bij F2.3, kabel van 2 m)
TVL-0102 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, L-vormig, 3,7 mm bij F2.3, kabel van 2 m)
TVL-0103 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, Cilinder, 4mm bij F2.3, kabel van 2 m)
TVL-0104 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, Pinhole, 3,7 mm bij F2.3, kabel van 8m)
TVL-0105 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, L-vormig, 3,7 mm bij F2.3, kabel van 8m)
TVL-0106 (TruVision Covert-objectief, 1,3 MP, Cilinder, 4mm bij F2.3, kabel van 8m)
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
3
Netwerktoegang In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de camera via het netwerk met een webbrowser kunt configureren. TruVision IP-camera's kunnen met Microsoft Internet Explorer (IE) en andere browsers worden geconfigureerd en bediend. De procedures die worden beschreven gaan uit van de webbrowser Microsoft Internet Explorer (IE).
Het beveiligingsniveau van uw webbrowser controleren Wanneer u de webbrowserinterface gebruikt, kunt u ActiveX-besturingselementen installeren voor het aansluiten en weergeven van video met Internet Explorer. U kunt echter geen gegevens zoals video en foto's downloaden. Dit is een extra beveiligingsmaatregel. Daarom is het noodzakelijk dat u het beveiligingsniveau van uw computer controleert en zo nodig de Active X-instellingen aanpast, zodat u kunt communiceren met de camera's via het web. ActiveX-besturingselementen van IE configureren U moet de ActiveX-instellingen van uw webbrowser bevestigen. Ga als volgt te werk om het beveiligingsniveau van de webbrowser te wijzigen: 1. Klik in Internet Explorer op Internetopties in het menu Extra. 2. Klik in het tabblad Beveiliging op de zone waaraan u een website wilt toekennen onder 'Selecteer de zone waarvoor u beveiligingsinstellingen wilt opgeven'. 3. Klik op Aangepast niveau. 4. Wijzig de opties bij ActiveX-besturingselementen en -invoegtoepassingen met handtekening of die zijn gemarkeerd als veilig in Inschakelen. Wijzig de opties bij ActiveX-besturingselementen en -invoegtoepassingen zonder handtekening in Vragen of Uitschakelen. Klik op OK. - Of Klik bij Aangepaste instellingen opnieuw instellen op het beveiligingsniveau voor de volledige zone in het vak Instellen op en selecteer Gemiddeld. Klik op Reset. Klik vervolgens op OK in het scherm Internetopties Beveiliging. 5. Klik op Toepassen in het scherm Internetopties Beveiliging. Gebruikers van Windows 7 en Windows 8 Internet Explorer voor Windows 7- en Windows 8-besturingssystemen beschikken over steeds meer beveiligingsmaatregelen om uw PC te beschermen tegen het installeren van kwaadaardige software. Als u wilt beschikken over de volledige functionaliteit van de webbrowserinterface met Windows 7 en Windows 8, doet u het volgende: •
Voer de browserinterface uit als systeembeheerder in uw werkstation
•
Voeg het IP-adres van de camera toe aan de lijst van vertrouwde websites van uw browser
4
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U kunt als volgt het IP-adres van de camera toevoegen aan de lijst van vertrouwde websites van Internet Explorer: 1. Start Internet Explorer. 2. Klik op Extra en kies vervolgens Internetopties. 3. Klik op het tabblad Beveiliging en selecteer het pictogram Vertrouwde websites. 4. Klik op de knop Websites. 5. Controleer of het selectievakje “Serververificatie (https:) voor alle websites in deze zone verplicht” is uitgeschakeld. 6. Geef het IP-adres op in het veld “Deze website aan de zone toevoegen”. 7. Klik op Toevoegen en vervolgens op Sluiten. 8. Klik op OK in het dialoogvenster Internetopties. 9. Maak verbinding met de camera voor de volledige browserfunctionaliteit.
Toegang tot de camera via internet Gebruik de webbrowser om de camera via internet te bedienen. Het is raadzaam dat u het wachtwoord van de systeembeheerder wijzigt zodra de installatie is voltooid. Alleen bevoegde gebruikers mogen de instellingen van de camera aanpassen. Zie “Gebruikersbeheer ” op pagina 54 voor meer informatie. U kunt als volgt online toegang krijgen tot de camera: 1. Voer het IP-adres van de camera in de webbrowser in (standaard is dit 192.168.1.70). Gebruik de werkset TruVision Device Finder, een functie van de TruVision Device Manager, op de cd om het IP-adres van de camera te zoeken. Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven. Opmerking: zorg ervoor dat de Active X-besturingselementen zijn ingeschakeld. 2. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Gebruikersnaam: admin Wachtwoord: 1234 3. Klik op Aanmelden. Het webbrowservenster verschijnt in de live-weergavemodus.
Overzicht van de camerawebbrowser Met de webbrowser van de camera kunt u gemakkelijk video bekijken, opnemen en afspelen, maar ook de camera beheren vanaf een willekeurige PC met internettoegang. De eenvoudige browserbediening biedt u snel toegang tot alle camerafuncties. Zie Afbeelding 1 op pagina 6. Indien er meerdere camera's via het netwerk zijn verbonden, opent u een afzonderlijk webbrowservenster voor elke afzonderlijke camera.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
5
Afbeelding 1: Webbrowserinterface
Tabel 1: Overzicht van de webbrowserinterface Naam
Beschrijving
1.
Live-weergave
Aanklikken om live-video te bekijken.
2.
Afspelen
Aanklikken om de video af te spelen.
3.
Logboek
Aanklikken om naar gebeurtenislogboeken te zoeken. Er zijn drie hoofdtypen: Alarm, Uitzondering en Bediening.
4.
Configuratie
Aanklikken om het configuratiescherm weer te geven waarmee u de camera kunt instellen.
5.
Weergavevenster
Live-videobeelden bekijken. De tijd, datum en camera worden hier weergegeven.
6.
Huidige gebruiker
Hiermee wordt de huidige gebruiker die is aangemeld, weergegeven.
7.
Uitloggen
Aanklikken om u bij het systeem af te melden. Dit kan op elk gewenst moment worden gedaan.
8.
Bedieningselementen weergave
Klik op elk tabblad om de indeling en het streamtype van de liveweergave aan te passen. U kunt ook op het vervolgkeuzemenu klikken om de invoegtoepassing te selecteren. Gebruikers van IE (Internet Explorer) kunnen ook webcomponenten en QuickTime selecteren. Gebruikers die geen IE gebruiken kunnen webcomponenten, QuickTime, VLC en MJPEG alleen selecteren als ze door de webbrowser worden ondersteund.
9.
Live-weergave starten/stoppen
Aanklikken om de live-weergave te starten/stoppen.
10.
Audio
Hiermee kunt u het volume aanpassen.
6
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Naam
Beschrijving
11.
Bidirectioneel geluid
Hiermee kunt u de microfoon in- of uitschakelen.
12.
Vastleggen
Aanklikken om een momentopname van de video vast te leggen. De momentopname wordt in de jpeg- of bmp-indeling opgeslagen in de standaardmap.
13.
Opname starten/stoppen
Aanklikken om live-video op te nemen.
14.
Digitale zoom
Klik hierop om digitale zoom in te schakelen.
15.
PTZ-bediening
Richtingsacties, zoomen, scherpstellen, diafragma, verlichting en wisser bedienen. Opmerking: Richtingsacties, verlichting en wisser bedienen kunnen worden gebruikt indien de camera ondersteuning heeft voor RS-485 en een externe pan- en kanteleenheid, verlichting of wisser is geïnstalleerd.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
7
Cameraconfiguratie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera's via een webbrowser kunt configureren. Zodra de hardware van de camera is geïnstalleerd, configureert u de camerainstellingen via de webbrowser. U moet beschikken over systeembeheerderrechten om de camera's via internet te kunnen configureren. Met de camerawebbrowser kunt u de camera op afstand configureren met behulp van uw computer. Webbrowseropties kunnen verschillen afhankelijk van het cameramodel. Er zijn twee hoofdmenu's in het configuratiescherm:
Lokale configuratie
Configuratie
Overzicht configuratiemenu Gebruik het scherm Configuratie om de server, het netwerk, de camera, alarmen, gebruikers, transacties en andere parameters, zoals het bijwerken van de firmware, te configureren. Zie Afbeelding 2 en Tabel 2 hieronder voor beschrijvingen van de beschikbare configuratiemenu's. Afbeelding 2: Configuratiescherm (tabblad Apparaatinformatie geselecteerd)
8
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Tabel 2: Overzicht van het Configuratiescherm Configuratiemenu's Beschrijving 1.
Systeem
Hiermee definieert u de basisgegevens van een apparaat, inclusief serienummer en de huidige firmwareversie, tijdinstellingen, onderhoud en seriële poortparameters. Zie “Systeemtijd” op pagina 10 voor meer informatie.
2.
Netwerk
Hiermee definieert u de netwerkparameters voor het bedienen van de camera via het internet. Zie “Netwerkinstellingen” op pagina 11 voor meer informatie over de instelling.
3.
Video/Audio
Hiermee definieert u opnameparameters.
4.
Beeld
Hiermee definieert u de beeldparameters, OSD-instellingen, beeld op tekst en privacymasker. Zie “Videobeeld” op pagina 19 voor meer informatie over de instelling.
5.
Beveiliging
Hier definieert u wie allemaal de camera kunnen gebruiken, hun wachtwoorden en toegangsrechten, RTSP-verificatie, IP-adresfilter en telnet-toegang.
6.
Gebeurtenissen Hiermee definieert u bewegingsdetectie, sabotagebeveiliging, alarmingang/-uitgang, uitzonderingen en configuratie voor momentopnamen.
7.
Opslag
Hiermee definieert u opnameschema, opslagbeheer en configuratie voor NAS (netwerkopslagsysteem).
Lokale configuratie Gebruik het menu Lokaal om het protocoltype, de live-weergaveprestaties en lokale opslagpaden te beheren. Klik in het Configuratiescherm op Lokale configuratie om het scherm met lokale instellingen weer te geven. Zie Afbeelding 3 en Tabel 3 hieronder voor beschrijvingen van de verschillende menuparameters. Afbeelding 3: Overzicht van het scherm Lokale configuratie
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
9
Tabel 3: Overzicht van het scherm Lokale configuratie Parameters
Beschrijving
Live-weergaveparameters 1.
Protocol
Hier wordt het gebruikte netwerkprotocol opgegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: TCP, UDP, MULTICAST en HTTP.
2.
Live-weergaveprestaties
Geeft de overdrachtssnelheid weer. De volgende opties zijn beschikbaar: Kortste vertraging of Automatisch.
3.
Regels
Dit verwijst naar de regels op uw lokale browser. Geef hier op of de gekleurde markering wel of niet wilt weergeven als bewegingsdetectie, gezichtsdetectie en inbraakdetectie worden geactiveerd. Als bijvoorbeeld de optie Regels is ingeschakeld en er een gezicht wordt gedetecteerd, wordt het gezicht met een groen vierkant in de live-weergave gemarkeerd.
4.
Afbeeldingsindeling
Kies de afbeeldingsindeling voor een momentopname: jpeg of bmp.
Instellingen voor opnamebestanden Grootte van opnamebestanden
Hiermee wordt de maximale bestandsgrootte weergegeven.
6.
Opnamebestanden opslaan als
Hiermee geeft u de map op voor opgenomen bestanden.
7.
Gedownloade bestanden opslaan als
Hiermee geeft u de map op voor gedownloade bestanden.
5.
De volgende opties zijn beschikbaar: 256 MB, 512 MB en 1 G.
Instellingen voor beelden en clips 8.
Momentopnamen in liveweergave opslaan als
Hiermee definieert u de map om momentopnamen in liveweergavemodus op te slaan.
9.
Momentopnamen bij afspelen opslaan als
Hiermee definieert u de map om momentopnamen in afspeelmodus op te slaan.
10.
Clips opslaan in
Hiermee definieert u de map om videoclips in de afspeelmodus op te slaan.
Systeemtijd NTP (Network Time Protocol) is een protocol voor het synchroniseren van de klokken van netwerkapparaten zoals IP-camera's en computers. Als u netwerkapparaten op een speciale NTP-tijdserver aansluit, zijn ze allemaal gesynchroniseerd.
10
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U definieert de systeemdatum en -tijd als volgt: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Systeem > Tijdinstellingen.
2. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Tijdzone de tijdzone die zich het dichtst bij de cameralocatie bevindt. 3. Selecteer bij Tijdsynchronisatie een van de opties voor het instellen van datum en tijd: Synchroniseren met een NTP-server: Schakel het selectievakje NTP in en voer het NTP-adres van de server in. De tijdsinterval kan ingesteld worden op 1 tot 10080 minuten. - Of Handmatig instellen: Schakel de functie Handmatige Tijdsynchronisatie in en klik op
om de systeemtijd in te stellen vanuit de agenda in het pop-upvenster.
Opmerking: U kunt ook het selectievakje Synchroniseren met computertijd inschakelen om de tijd van de camera te synchroniseren met de tijd van uw computer. 4. Schakel Zomertijd inschakelen in om de zomertijdfunctie in te schakelen en stel de datums voor de zomertijdperiode in. 5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Netwerkinstellingen Toegang tot de camera via een netwerk vereist de definitie van een aantal netwerkinstellingen. Gebruik het menu Netwerk om de netwerkinstellingen te definiëren. Zie Afbeelding 4 en Tabel 4 hieronder voor meer informatie.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
11
Afbeelding 4: Netwerkscherm (weergave van tabblad TCP/IP)
Tabel 4: Netwerkparameters Menutabbladen
Beschrijving
1.
TCP/IP
NIC-type: Hier wordt het NIC-type opgegeven. De standaardinstelling is Automatisch. Andere opties zijn: 10M Half-dup, 10M Full-dup, 100M Half-dup en 100M Full-dup. DHCP: Inschakelen om automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen van deze server te verkrijgen. IPv4-adres: Hier voert u het IPv4-adres van de camera in. IPv4-subnetmasker: Hier voert u het IPv4-subnetmasker in. IPv4-standaardgateway: Hier voert u het IPv4-adres van de gateway in. IPv6-modus: Voer hier de IPv6-modus in: Handmatig, DCHP of Routeradvertisement. IPV6-adres: Voer hier het IPv6-adres van de camera in. Prefixlengte IPv6-subnetmasker: Hier voert u de IPv6-prefixlengte in. IPv6-standaardgateway: Hier voert u het IPv6-adres van de gateway in. Mac-adres: Hier voert u het mac-adres van de apparaten in. MTU: Voer hier het geldige waardebereik van MTU in. De standaardwaarde is 1500. Multicast-adres: Voer hier een IP-adres van de D-klasse in tussen 224.0.0.0 en 239.255.255.255. Geef deze optie alleen op indien u de multicast-functie gebruikt. Bij sommige routers is het verboden om de multicast-functie te gebruiken tijdens een netwerkstorm. DNS-server: Voer hier de voorkeurs- en alternatieve DNS-server voor uw netwerk in. De standaardwaarde is 8.8.8.8. Zie pagina 14 voor meer informatie over de installatie.
2.
Poort
HTTP-poort: De HTTP-poort wordt gebruikt voor externe internetbrowsertoegang. Voer hier in welke poort wordt gebruikt voor de Internet Explorer (IE)-browser. De standaardwaarde is 80. RTSP-poort: RTSP (Real Time Streaming Protocol) is een netwerkprotocol ontworpen voor gebruik in entertainment- en communicatiesystemen voor het beheren van streaming-mediaservers.
12
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Menutabbladen
Beschrijving Voer de RTSP-poortwaarde in. Het standaardpoortnummer is 554. HTTPS-poort: Met HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol Secure) kunnen videobeelden beveiligd worden bekeken in een browser. Voer de HTTPSpoortwaarde in. Het standaardpoortnummer is 443. Serverpoort: Deze poort wordt gebruikt om op afstand toegang tot de clientsoftware te krijgen. Voer hier de serverpoortwaarde in. Het standaardpoortnummer is 8000. Zie pagina 14 voor meer informatie over de installatie.
3.
DDNS
DDNS is een service die internetdomeinnamen toewijst aan IP-adressen. Het is ontworpen om dynamische IP-adressen te ondersteunen, zoals die door een DHCP-server zijn toegewezen. Geef hier de IP-server, DynDNS en ezDDNS op. DynDNS (Dynamic DNS): Maak handmatig uw hostnaam aan. U moet eerst een gebruikersaccount aanmaken via de hosting-website: DynDDNS.org. ezDDNS: Activeer de DDNS auto-detectiefunctie om een dynamisch IPadres in te stellen. De server is ingesteld om een beschikbare hostnaam aan uw recorder toe te wijzen. IPServer: Voer hier het adres van de IP-server in. Zie pagina 14 voor meer informatie over de installatie.
4.
PPPoE
Hiermee wordt een dynamisch IP-adres opgehaald. Zie pagina 14 voor meer informatie over de installatie.
5.
SNMP
SNMP is een protocol voor het beheren van apparaten op netwerken. Schakel SNMP in om gerelateerde informatie over de camerastatus en parameters te verkrijgen. Zie pagina 15 voor meer informatie over de installatie.
6.
802.1.x
Wanneer deze functie is ingeschakeld, zijn de cameragegevens beveiligd en is gebruikersverificatie vereist wanneer u de camera op het netwerk aansluit. Zie pagina 15 voor meer informatie over de installatie.
7.
QoS
QoS (Quality of Service) kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door de prioriteit van verzonden gegevens te configureren. Schakel de optie in om netwerkvertragingen en -overbelasting op te lossen door de prioriteit van verzonden gegevens te configureren. Zie pagina 15 voor meer informatie over de installatie.
8.
FTP
Hiermee specificeert u het FTP-adres en de FTP-map waarnaar momentopnamen van de camera geüpload kunnen worden. Zie pagina 15 voor meer informatie over de installatie.
9.
UPnP
Met behulp van het UPnP-protocol (Universal Plug and Play) kunnen apparaten naadloos worden aangesloten en kan de implementatie van netwerken in de thuis- en bedrijfsomgevingen worden vereenvoudigd. Als deze functie is ingeschakeld, hoeft u niet voor elke poort poorttoewijzing te configureren en wordt de camera via de router op het WAN (Wide Area Network) aangesloten. Schakel deze optie in en stel de gedetecteerde vriendelijke naam in. Zie pagina 16 voor meer informatie over de installatie.
10.
E-mail
Hiermee geeft u het e-mailadres op waar berichten naartoe worden gestuurd wanneer er een alarm is. Zie pagina 16 voor meer informatie over de installatie.
11.
NAT
Een NAT (Network Address Translation) wordt gebruikt voor de netwerkverbinding. Selecteer de poorttoewijzingsmodus: Automatisch of Handmatig. Zie pagina 17 voor meer informatie over de installatie.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
13
U definieert de TCP/IP-parameters als volgt: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Netwerk > TCP/IP. 2. Configureer de NIC-instellingen, inclusief het NIC-type, IPv4-instellingen, IPv6- instellingen, MTU-instellingen, en het multicast-adres. 3. Indien de DHCP-server beschikbaar is, schakel dan DHCP in. 4. Indien de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen (bijv. het versturen van e-mail), moet u de Voorkeurs-DNS-server of Alternatieve DNSserver configureren. 5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U definieert de poortparameters als volgt: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Netwerk > tabblad Poort. 2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en SDK-poort van de camera in. HTTP-poort: Het standaardpoortnummer is 80. Dit kan worden gewijzigd naar elk willekeurige poortnummer dat niet wordt gebruikt. RTSP-poort: Het standaardpoortnummer is 554. U kunt dit wijzigen naar elk willekeurige poortnummer tussen 1 en 65535. HTTPS-poort: Het standaardpoortnummer is 443. U kunt dit wijzigen naar elk willekeurige poortnummer dat nog niet in gebruik is. Serverpoort: Het standaardserverpoortnummer is 8000. U kunt dit wijzigen naar elk willekeurige poortnummer tussen 2000 en 65535. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U definieert de DDNS-parameters als volgt: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Netwerk. 2. Schakel het vakje DDNS inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Selecteer DDNS Type. Er zijn twee opties beschikbaar: DynDNS en IPServer. •
DynDNS: Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die zijn geregistreerd bij de DynDNS-website. De domeinnaam is die van de DynDNS-website. het serveradres is members.dyndns.org. Het poortnummer is 443.
•
ezDDNS: Voer de hostnaam in. Deze wordt automatisch online geregistreerd.
•
IPServer: Voer hier het adres van de IP-server in.
4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U definieert de PPoE-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > PPPoE. 2. Schakel het vakje PPPoE inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in, en bevestig het wachtwoord voor toegang tot PPPoE. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
14
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U definieert de SNMP-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > SNMP. 2. Selecteer de overeenkomende SNMP-versie: v1, v2c of v3. 3. Configureer de SNMP-instellingen. De configuratie van de SNMP-software moet overeenkomen met de instellingen die u hier configureert. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software downloaden om de camera-informatie te ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen kunnen vanuit de camera alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden. De SNMP-versie die u selecteert, moet overeenkomen met de versie van de SNMP-software. U definieert de 802.1x-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > 802.1X. 2. Schakel IEEE 802.1X inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder de EAPOL-versie, de gebruikersnaam, en het wachtwoord. De EAPOL-versie moet hetzelfde zijn als die van de router of de switch. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: de switch of router waarop de camera is aangesloten moet ook de IEEE 802.1X-standaard ondersteunen. Verder moet er een server worden geconfigureerd. U moet een gebruikersnaam en wachtwoord voor 802.1X toepassen en registeren op de server. U definieert de QoS-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > QoS. 2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer. Het bereik voor geldige DSCP-waarden is 0-63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U definieert de FTP-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > FTP. 2. Configureer de FTP-instellingen, inclusief serveradres, poort, gebruikersnaam, wachtwoord, map, en uploadtype. Anoniem: Schakel dit selectievakje in om anonieme toegang tot de FTP-server in te schakelen. Map: In het veld Mapstructuur kunt u de hoofdmap, bovenliggende map en de onderliggende map selecteren. Wanneer de hoofdmap is geselecteerd, kunt u de apparaatnaam, het apparaatnummer of het IP-adres van het apparaat als mapnaam gebruiken. Wanneer de onderliggende map is geselecteerd, kunt u de cameranaam of het cameranummer als mapnaam gebruiken.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
15
Uploadtype: U kunt de momentopnamen als volgt naar de FTP-server uploaden. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U definieert de UPnP-parameters als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > UPnP. 2. Schakel het selectievakje in om de UPnP-functie in te schakelen. De naam van het apparaat kan na een online detectie worden bewerkt. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U stelt de e-mailparameters als volgt in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > E-mail.
2. Configureer de volgende instellingen: Afzender: De naam van de afzender van de e-mail. Adres afzender: Hier voert u het e-mailadres van de afzender in. SMTP-server: De SMTP-server, het IP-adres of de hostnaam. SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaardwaarde is 25. SSL inschakelen: Schakel het vakje in om SSL in te schakelen als dit wordt vereist door de SMTP-server. Bijgevoegde momentopname: Schakel het vakje Bijgevoegd beeld in als u emails wilt versturen met alarmafbeeldingen als bijlagen. Interval: Dit is de tijd tussen twee acties waarbij bijgevoegde beelden worden verstuurd. Verificatie: Als verificatie vereist is voor uw e-mailserver, schakelt u dit keuzevakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij deze server. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor aanmelden.
16
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Gebruikersnaam: De gebruikersnaam waarmee u zich aanmeldt op de server waarop de beelden worden geüpload. Wachtwoord: Voer het wachtwoord in. Bevestigen: Bevestig het wachtwoord. Ontvanger1: De naam van de eerste gebruiker die een melding moet ontvangen. Adres ontvanger1: Het e-mailadres van de derde gebruiker die een melding moet ontvangen. Ontvanger 2: De naam van de tweede gebruiker die een melding moet ontvangen. Adres ontvanger2: Het e-mailadres van de derde gebruiker die een melding moet ontvangen. Ontvanger3: De naam van de derde gebruiker die een melding moet ontvangen. Adres ontvanger3: Het e-mailadres van de derde gebruiker die een melding moet ontvangen. 3. Klik op Test om de instelling van de e-mailparameters te testen. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U stelt de NAT-parameters als volgt in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Netwerk > NAT. 2. Schakel het selectievakje in om de NAT-functie in te schakelen. 3. Stel de Poorttoewijzingsmodus in op Automatisch of Handmatig. Als u de handmatige modus kiest, kunt u de externe poort instellen zoals u maar wilt. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Opnameparameters U kunt de video- en audio-opnameparameters aanpassen om zo de beeldkwaliteit en het bestandsformaat te verkrijgen die het best aansluiten op uw situatie. Afbeelding 5 en Tabel 5 hieronder geven een lijst weer van video- en audio-opnameopties die u voor de camera kunt configureren.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
17
Afbeelding 5: Het menu Video/audio-instellingen (tabblad Video wordt getoond)
Tabel 5: Parameters video-instellingen Tabblad
Beschrijving parameter
1.
Streamtype: Hier wordt opgegeven welke streamingmethode wordt gebruikt.
Video
De volgende opties zijn beschikbaar: Hoofdstream (Normaal), Substream en Derde stream. Videotype: Hier wordt het streamtype opgegeven waarmee u wilt opnemen. Selecteer Videostream als u alleen videostreaming wilt opnemen. Selecteer Video&Audio om zowel video- als audiostreams op te nemen. Opmerking: Video&Audio is alleen beschikbaar voor cameramodellen die audio ondersteunen. Resolutie: Hier wordt de opnameresolutie opgegeven. Een hogere beeldresolutie levert een betere beeldkwaliteit op, maar heeft ook een hogere bitsnelheid nodig. Welke resolutieopties worden vermeld is afhankelijk van het type camera en of gebruik wordt gemaakt van de hoofd- of substream. Opmerking: resoluties kunnen verschillen, afhankelijk van het cameramodel. Type bitsnelheid: Hier kunt u opgeven of de variabele of vaste bitsnelheid wordt gebruikt. Een variabele bitsnelheid zorgt voor resultaten van hogere kwaliteit die geschikt zijn voor videodownloads en streaming. De standaardinstelling is Constant. Videokwaliteit: Hiermee wordt het kwaliteitsniveau van het beeld weergegeven. Dit kan ingesteld worden wanneer de variabele bitsnelheid geselecteerd is. De volgende opties zijn beschikbaar: Laag, Lager, Gemiddeld, Hoog en Hoogst. Framesnelheid: Hier wordt de framesnelheid voor de geselecteerde resolutie ingesteld. De framesnelheid is het aantal videoframes dat per seconde wordt weergegeven of verzonden. Opmerking: de maximale framesnelheid is afhankelijk van het cameramodel en de geselecteerde resolutie. Controleer de cameraspecificaties op het gegevensblad.
18
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Tabblad
Beschrijving parameter Max. bitsnelheid: Voer hier de maximaal toegestane bitsnelheid in. Voor een hoge beeldresolutie is ook een hoge bitsnelheid nodig. Videocodering: Geeft de gebruikte video-encoder weer. Profiel: Verschillende profielen geven aan dat er verschillende middelen en technologieën zijn gebruikt bij compressie. De volgende opties zijn beschikbaar: Hoog profiel, Hoofdprofiel en Basisprofiel. Interval I-frame Interval: Een methode voor het comprimeren van video. Het is raadzaam om de standaardinstelling van 50 niet te wijzigen.
2.
Audio
Audiocodering: U kunt G.722.1, G.711ulaw, G.711alaw, MP2L2 en G.726 selecteren. Audio-ingang: U kunt “Linein” en “MicIn” selecteren voor respectievelijk de opvangmicrofoon of de ingebouwde microfoon. Invoervolume: Geef hier het volume op tussen 0 en 100. Omgevingsgeluidfilter: Stel het filter in op OFF of ON. Als u de functie inschakelt kan gedetecteerd geluid worden gefilterd.
3.
ROI
Schakel deze optie in om meer coderingsbronnen aan het desbetreffende belangrijke gebied toe te wijzen om de kwaliteit van de ROI te verbeteren, terwijl er minder aandacht wordt besteed aan de achtergrondinformatie.
U configureert de ROI-instellingen als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Video/Audio > ROI. 2. Selecteer het gewenste kanaal in de vervolgkeuzelijst. 3. Teken het belangrijke gebied op het beeld. U kunt maximaal vier gebieden tekenen. 4. Kies het streamtype om de ROI-codering in te stellen. 5. Schakel Vast gebied in om het gebied handmatig te configureren. Gebiedsnummer: Selecteer het gebied. ROI-niveau: Kies het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit. Naam gebied: Stel de gewenste naam voor het gebied in. 6. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Videobeeld Het kan zijn dat u het camerabeeld moet aanpassen, afhankelijk van het cameramodel of de achtergrond van de locatie, om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. U kunt de helderheid, het contrast, de verzadiging, de tint en de scherpte van het videobeeld aanpassen. Zie Afbeelding 6 hieronder. Gebruik dit menu ook voor het aanpassen van parameters voor het gedrag van de camera, zoals belichtingstijd, diafragmamodus, videostandaard, dag/nachtmodus, afbeelding roteren, WDR, digitale ruisonderdrukking, witbalans en binnen/buitenmodus. Zie Afbeelding 6 en Tabel 6 hieronder voor meer informatie.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
19
Afbeelding 6: Het menu voor camerabeeldinstellingen – Tabblad Beeldscherminstellingen
Tabel 6: Beeldweergaveparameters Parameter 1.
Beeldaanpassing Helderheid, Contrast, Verzadiging, Scherpte
2.
Beschrijving
Hiermee wijzigt u de verschillende elementen van beeldkwaliteit door de positie van de waarden te wijzigen voor elke parameter.
Belichtingsinstellingen Diafragmamodus
Er zijn twee instellingen, Automatisch en Handmatig. Het type objectief bepaalt welke instelling wordt gebruikt. De standaardinstelling is Automatisch.
Belichtingstijd
De optie voor het instellen van de belichtingstijd regelt hoe lang de lensopening is geopend om licht in de camera toe te laten. Selecteer een hogere waarde als het beeld te donker is en een lagere waarde om snel bewegende objecten te zien.
Gain 3.
Scherpte-instellingen Scherpstellingsmodus
4.
Selecteer de waarde om de helderheid van het beeld aan te passen. Voor camera's die een elektronisch objectief ondersteunen kunt u de scherpstellingsmodus instellen op Handmatig of Automatisch. Als u Automatisch selecteert, wordt de scherpte automatisch ingesteld. Als u Handmatig selecteert, kunt u het objectief bedienen om zo de zoom, scherpte, initialisatie en hulpscherpstelling te regelen via de PTZbedieningsinterface. De standaardinstelling is Handmatig.
Dag/nacht-schakeling Dag/nacht-schakeling
Hiermee definieert u of de camera in dag- of nachtmodus werkt. De dagoptie (kleur) kan bijvoorbeeld worden gebruikt als de camera zich binnenshuis bevindt, waar de hoeveelheid licht altijd goed is. Opties: Dag: Camera staat altijd in de dagmodus. Nacht: Camera staat altijd in de nachtmodus.
20
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Parameter
Beschrijving Automatisch: De camera detecteert automatisch welke modus moet worden gebruikt. Schema: De camera schakelt tussen de dagmodus en de nachtmodus volgens de geconfigureerde periode. Geactiveerd door alarminvoer: De camera schakelt naar de dagmodus of de nachtmodus nadat het alarm is geactiveerd.
Gevoeligheid
Als u Automatische dag/nacht-schakeling kiest, kunt u het gevoeligheidsniveau instellen tussen 0 en 7. Hoe hoger de waarde, hoe gemakkelijker de modus kan schakelen. De standaardwaarde is 4.
Filtertijd
Alleen beschikbaar indien de modus Automatische dag/nacht-schakeling is geselecteerd. De filtertijd verwijst naar de interval tussen de dag/nacht-schakelingen. U kunt een waarde tussen 5 en 120 s. instellen.
Slimme infrarood
Indien uitgeschakeld, worden problemen met overbelichting vermeden. De standaardinstelling is UIT.
Infraroodlicht
Selecteer AAN/UIT om infrarood in of uit te schakelen. De standaardinstelling is UIT. Ingeschakeld: de infraroodlampjes zijn AAN zodra de nachtmodus van de camera wordt geactiveerd. Uitgeschakeld: de infraroodlampjes zijn UIT zodra de nachtmodus van de camera wordt geactiveerd Opmerking: de infraroodlampjes zijn in de dagmodus altijd UIT.
5.
6.
Tegenlichtinstellingen BLC-gebied
Als u scherp stelt op een object met sterk tegenlicht, zal het object te donker zijn om dit goed te kunnen zien. BLC geeft als compensatie licht op de voorkant van het object om het beter zichtbaar te maken. U kunt de opties UIT, Omhoog, Omlaag, Naar links, Naar rechts en Midden selecteren.
WDR
Wanneer dit is ingeschakeld, stelt de WDR-technologie (Wide Dynamic Range) u in staat de details van voorwerpen in de schaduw of details van voorwerpen in felverlichte plaatsen te zien in beelden met een groot contrast tussen lichte en donkere plekken. De standaardinstelling is UIT.
Witbalans Witbalans
De witbalans (WB) vertelt de camera hoe de kleur wit eruit ziet. Op basis van deze gegevens, geeft de camera alle kleuren op de juiste wijze weer, zelfs als de kleurtemperatuur van het beeld verandert, zoals bijvoorbeeld van daglicht in TL-licht. Selecteer een van de volgende vijf opties: Selecteer een van de opties: AWB1: Pas deze optie toe voor een klein bereik tussen 2500 en 9500K, voor omgevingen met altijd stabiel licht. AWB2: Pas deze optie toe voor een groot bereik van 2200 tot 15000K, voor omgevingen met veel lichtvariaties. Denk bijvoorbeeld aan een kamer met daglicht en TL-licht. MWB: Hiermee past u de kleurentemperatuur handmatig aan uw eigen vereisten aan. Vergrendelde WB: Hiermee vergrendelt u de WB op de kleurentemperatuur van de huidige omgeving. Gloeilamp: Voor gebruik met gloeilampen. Warm-lichtlamp: Voor gebruik bij warme binnenverlichting. Natuurlijk licht: Voor gebruik bij natuurlijk licht. TL-lamp: Voor als de camera in de buurt van TL-verlichting is
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
21
Parameter
Beschrijving geïnstalleerd.
7.
Beeldverbetering Digitale ruisonderdrukking Digitale ruisonderdrukking reduceert ruis, voornamelijk in geval van weinig licht om de beeldprestaties te verbeteren. De volgende opties zijn beschikbaar: Normale modus, Uitgebreide modus of UIT. De standaardinstelling is Normaal. Ruisonderdrukkingsniveau Alleen beschikbaar als NDR is ingesteld op de Normale modus. Het ruisonderdrukkingsniveau instellen in de Normale modus. Een hogere waarde betekent een hogere ruisonderdrukking. De standaardwaarde is 50. Het ruisonderdrukkingsniveau instellen in de Uitgebreide modus. Tijd/Ruimte digitale ruisonderdrukkingsniveau De standaardwaarde is 50. Opmerking: indien u een hogere waarde instelt, kan het zijn dat het beeld niet helder is.
8.
Onscherptemodus
U kunt de onscherptefunctie inschakelen als de omgeving wazig is en het beeld onscherp is. Deze functie verbetert de subtiele details zodat het beeld helderder wordt weergegeven.
EIS
EIS, oftewel elektrische beeldstabilisatie, vermindert de effecten van vibraties in een video.
Grijswaarden
U kunt voor het bereik van de grijswaarden uit twee opties kiezen: [0 tot 255] of [16 tot 235]. De standaardinstelling is [0 tot 255].
Videobeeldaanpassingen Spiegelen
Hiermee spiegelt u het beeld zodat u het gespiegelde beeld kunt bekijken. U kunt Links/Rechts, Omhoog/Omlaag en UIT selecteren.
Halweergave
Om de 16:9-beeldverhouding optimaal te benutten, kunt u de rotatiefunctie inschakelen als u de camera in een smalle scène gebruikt. Kantel de camera tijdens de installatie 90 graden of kantel het objectief met 3 assen 90 graden en schakel de rotatiemodus in. U krijgt dan een normale weergave van de scène in de beeldverhouding 9:16 om onnodige informatie zoals muren te negeren en meer nuttige informatie uit de scène te halen. De standaardinstelling is UIT.
9.
Scènemodus
Kies Binnen of Buiten als scène voor de huidige omgeving.
Videostandaard
U kunt 50 Hz en 60 Hz selecteren. Selecteer de standaardinstelling volgens de gebruikte videostandaardinstelling. Normaal gesproken gebruikt u 50 Hz voor de PAL-standaard en 60 Hz voor de NTSSstandaard.
Vastlegmodus
Stel de gewenste framesnelheid in om aan de verschillende eisen te voldoen voor het weergaveveld en de resolutie. Mogelijk is een hogere framesnelheid nodig op een locatie met veel beweging (zoals een gelddepot).
Overig Lokale uitvoer
Selecteer AAN of UIT om de BNC-uitvoer in of uit te schakelen. De standaardinstelling is AAN.
Opmerking: niet alle cameramodellen ondersteunen deze parameterinstellingen.
22
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
OSD (On Screen Display) Naast de cameranaam kan op het scherm van de camera ook de systeemdatum en de tijd worden getoond. U kunt ook definiëren hoe de tekst op het scherm wordt weergegeven. U plaatst de datum/tijd en naam als volgt op het scherm: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Beeld (1) > OSD-instellingen (2).
2. Schakel het selectievakje Naam weergeven (3) in om de cameranaam op het scherm weer te geven. U kunt de standaardnaam wijzigen in het tekstvakje Cameranaam. 3. Schakel het selectievakje Datum weergeven (4) in om de datum/tijd op het scherm weer te geven. 4. Schakel het selectievakje Week weergeven (5) in als u de weekdag in de schermweergave wilt opnemen. 5. Geef in het invoervak Cameranaam (6) de naam van de camera op. 6. Selecteer de tijd- en datumindelingen in de keuzelijsten Tijdindeling en Datumindeling (7). 7. Selecteer een weergavemodus voor de camera in de keuzelijst Weergavemodus (8). U kunt de volgende weergavemodi selecteren: •
Transparant en Niet knipperend. Het beeld is zichtbaar door de tekst heen.
•
Transparant en Knipperend. Het beeld is zichtbaar door de tekst heen. De tekst knippert aan en uit.
•
Niet transparant en Niet knipperend. Het beeld is zichtbaar achter de tekst. Dit is de standaardinstelling.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
23
•
Niet transparant en Knipperend. Het beeld is zichtbaar achter de tekst. De tekst knippert aan en uit.
8. Selecteer de gewenste OSD-grootte (9). 9. Selecteer de gewenste tekstkleur (10). 10. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: indien u de weergavemodus op transparant instelt, varieert de tekst al naar gelang de achtergrond. Bij bepaalde achtergronden kan het zijn dat de tekst niet goed leesbaar is.
Tekst op beeld U kunt maximaal acht regels tekst op het scherm toevoegen. Deze optie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om in geval van nood contactgegevens weer te geven. Een tekstregel kan overal op het scherm worden geplaatst. Zie Afbeelding 7 hieronder. Afbeelding 7: Menu tekst op beeld
Ga als volgt te werk om tekst op het scherm toe te voegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beeld > Tekst op beeld. 2. Schakel het vakje in voor de eerste regel tekst. 3. Voer de tekst in het tekstvak in. 4. Gebruik de muis om de rode tekst in het live-weergavevenster aan te klikken en te verslepen om de positie van de tekst op het beeld te wijzigen. 5. Herhaal de stappen 2 tot 4 voor extra regels tekst, door telkens het volgende tekenreeksnummer te kiezen. Opmerking: u kunt tekst op beeld verwijderen door de bijbehorende tekstregel te deselecteren.
24
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
6. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Privacymaskers Met privacymaskers kunt u gevoelige gebieden (zoals ramen van de buren) verbergen, zodat zij niet op het monitorscherm en in de opgenomen video worden getoond. De maskering wordt weergegeven als een blanco gebied op het scherm. U kunt maximaal vier privacymaskers per camera aanmaken. Opmerking: Er is mogelijk een klein verschil in grootte van het privacymaskergebied, afhankelijk van of lokale uitvoer of de webbrowser wordt gebruikt. Afbeelding 8: Het menu voor camerabeeldinstellingen – het venster Privacymasker
U kunt als volgt een privacymaskergebied toevoegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beeld > Privacymasker. 2. Schakel het vakje Privacymasker inschakelen in. 3. Klik op Gebied tekenen. 4. Klik en sleep met de muis in het live-videovenster om het maskergebied te tekenen. Opmerking: u mag maximaal 4 gebieden op hetzelfde beeld tekenen. 5. Klik op Stoppen met tekenen om het tekenen te stoppen, of klik op Alles wissen om alle ingestelde gebieden te wissen zonder ze op te slaan. 6. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Beeld-overlay Met Beeld-overlay kunt u een afbeelding op het beeld projecteren. Door deze functie kunnen bedrijven of gebruikers hun logo op het beeld projecteren. Het moet een afbeelding in RGB24 bmp-indeling zijn die niet groter is dan 128*128.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
25
Afbeelding 9: Menu camerabeeldinstellingen
Een afbeelding toevoegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beeld > Afbeelding op beeld. 2. Klik op Bladeren om een afbeelding te selecteren en klik op Uploaden om de afbeelding te uploaden. 3. Schakel het selectievakje Afbeelding op beeld inschakelen in om de functie in te schakelen. Opmerking: de waarden voor het X- en Y-coördinaat bepalen de locatie van de afbeelding op het beeld. Met de breedte en hoogte van de afbeelding ziet u de grootte van de afbeelding.
Bewegingsdetectiealarm U kunt geen bewegingsdetectiealarmen definiëren. Een bewegingsdetectiealarm verwijst naar een alarm dat wordt geactiveerd wanneer de camera een beweging detecteert. Het bewegingsalarm wordt echter alleen geactiveerd als het tijdens een geprogrammeerd tijdschema optreedt. Selecteer het gevoeligheidsniveau voor bewegingen en het doelformaat zodat alleen belangrijke objecten een bewegingsdetectie kunnen activeren. De bewegingsdetectie wordt bijvoorbeeld geactiveerd door de beweging van een persoon, maar niet van een kat. U kunt het gebied op het scherm definiëren waar de beweging kan worden gedetecteerd, het gevoeligheidsniveau voor beweging instellen, het schema wanneer de camera gevoelig is bepalen en aangeven met welke methodes u moet worden gealarmeerd wanneer er beweging wordt gedetecteerd. U kunt ook dynamische analyse voor beweging inschakelen. Als er beweging is, wordt het gebied groen gemarkeerd.
26
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Afbeelding 10: Instellingen voor bewegingsdetectie
Als u een bewegingsdetectiealarm wilt definiëren, moet u de volgende taken uitvoeren: 1. Gebiedsinstellingen: Definieer het schermgebied waarbinnen een bewegingsdetectiealarm kan worden geactiveerd en het gevoeligheidsniveau (zie Afbeelding 10, artikel 1). 2. Schema inschakelen: Hiermee definieert u het schema wanneer het systeem beweging detecteert (zie Afbeelding 10, artikel 2). 3. Opname plannen: Hiermee definieert u het schema wanneer bewegingsdetectie kan worden opgenomen. Zie “Opnameschema” op pagina 50 voor meer informatie. 4. Koppelingen: Geef hier aan op welke manier er op het alarm moet worden gereageerd (zie Afbeelding 10, artikel 3).
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
27
5. Normale en geavanceerde configuratie: Met normale configuratie kunt u het gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetectie instellen. Geavanceerde configuratie geeft u veel meer controle over hoe beweging wordt gedetecteerd. U kunt het gevoeligheidsniveau instellen, definiëren welk percentage van het bewegingsdetectiegebied door het object moet worden ingenomen, de dag- of nachtmodus selecteren en acht verschillend geconfigureerde gedefinieerde gebieden instellen. Bewegingsdetectie instellen in de normale modus: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie. 2. Schakel het vakje Bewegingsdetectie inschakelen in. Schakel Dynamische analyse voor beweging inschakelen als u real-time wilt zien waar de beweging is. Opmerking: Selecteer Uitschakelen voor regels in het lokale configuratiemenu als u niet wilt dat de gedetecteerde objecten in de rechthoeken worden weergegeven. 3. Selecteer de modus Normaal in het vervolgkeuzemenu. 4. Klik op Gebied tekenen. Klik en sleep met de muis in het live-videobeeld om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen. Opmerking: u kunt maximaal 8 gebieden voor bewegingsdetectie op hetzelfde beeld tekenen. 5. Klik op Stoppen met tekenen om het tekenen te voltooien. Klik op Alles wissen om alle gemarkeerde gebieden te verwijderen en opnieuw te beginnen met tekenen. 6. Verplaats de schuifregelaar Gevoeligheid om de gevoeligheid van de detectie in te stellen. Alle gebieden hebben hetzelfde gevoeligheidsniveau. 7. Klik op Bewerken om het activeringsschema te bewerken. Op het beeld hieronder wordt de bewerkingsinterface van het activeringsschema weergegeven.
8. Kies de dag en klik op om de gedetailleerde tijdsperiode in te stellen. U kunt het schema kopiëren naar andere dagen. 9. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
28
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
10. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een bewegingsdetectiealarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
11.
Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Bewegingsdetectie instellen in de geavanceerde modus: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie. 2. Schakel het vakje Bewegingsdetectie inschakelen in. Schakel Dynamische analyse voor beweging inschakelen als u real-time wilt zien waar de beweging is. Opmerking: selecteer Lokale configuratie > Regels > Uitschakelen als u niet wilt dat gedetecteerde objecten in groene rechthoeken worden weergegeven. 3. Selecteer de modus Geavanceerd in het vervolgkeuzemenu.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
29
4. Ga naar Dag- en nachtinstellingen omschakelen en selecteer UIT, Automatisch omschakelen of Gepland omschakelen. De standaardinstelling is UIT. Met Automatisch omschakelen en Gepland omschakelen kunt u verschillende instellingen voor dag en nacht en verschillende periodes instellen. 5. Selecteer Gebiedsnummer en klik op Gebied tekenen. Klik en sleep met de muis in het live-videobeeld om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen. Opmerking: u kunt maximaal acht gebieden voor bewegingsdetectie op hetzelfde beeld tekenen. 6. Klik op Stoppen met tekenen om het tekenen te voltooien. Klik op Alles wissen om alle gemarkeerde gebieden te verwijderen en opnieuw te beginnen met tekenen. 7. Verplaats de schuifregelaar Gevoeligheid om de gevoeligheid van de detectie voor de geselecteerde gebieden in te stellen. 8. Verplaats de schuifregelaar Verhouding van object op gebied om aan te geven welke verhouding het object in het gedefinieerde gebied moet innemen om een alarm te activeren. 9. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. 10. Herhaal de stappen 7 t/m 9 voor elk gebied dat u wilt definiëren. 11. Klik op Bewerken om het activeringsschema te bewerken. Op het beeld hieronder wordt de bewerkingsinterface van het activeringsschema weergegeven.
30
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
12. Kies de dag en klik op om de gedetailleerde tijdsperiode in te stellen. U kunt het schema kopiëren naar andere dagen. 13. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan. 14. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een bewegingsdetectiealarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
31
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
15. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Sabotagebeveiligde alarmen U kunt de camera zo configureren dat het alarm wordt geactiveerd en een alarmreactie wordt uitgevoerd wanneer het objectief wordt bedekt. Afbeelding 11: het venster Sabotagebeveiligde alarmen
32
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U kunt als volgt sabotagebeveiligde alarmen instellen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Sabotagebeveiliging. 2. Schakel het vakje Sabotagebeveiliging inschakelen in. 3. Verplaats de schuifregelaar Gevoeligheid om de gevoeligheid van de detectie in te stellen. 4. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor een sabotagebeveiligd alarm te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als die voor bewegingsdetectie. Zie “Bewegingsdetectie instellen” voor meer informatie. 5. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een sabotagebeveiligd alarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een sabotagebeveiligd alarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Activering alarmuitgang
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
6. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Uitzonderingsalarmen U kunt de camera instellen om een waarschuwing te ontvangen in geval van ongebruikelijke gebeurtenissen en op welke manier u gewaarschuwd moet worden. De uitzonderingsalarmen omvatten: •
Vaste schijf vol: All opnameruimte van NAS is vol.
•
HDD-fout: Fouten die zich voordeden terwijl er bestanden naar de opslag werden geschreven, geen opslag geïnstalleerd of de opslag startte niet.
•
Verbinding met netwerk verbroken: Losgekoppelde netwerkkabel.
•
IP-adresconflict: Conflicterende instelling van IP-adres.
•
Ongeldige login: Ongeldige gebruikers-ID of wachtwoord gebruikt voor het aanmelden van de camera's.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
33
Afbeelding 12: het venster Uitzondering
U kunt als volgt uitzonderingsalarmen definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering. 2. Selecteer bij Uitzonderingstype een uitzonderingstype uit de vervolgkeuzelijst. 3. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een sabotagebeveiligd alarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een uitzonderingsalarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
34
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Alarmingangen en uitgangen U kunt als volgt de externe alarmingang definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Alarmingang. 2. Selecteer het alarmingangnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal open) of NC (normaal gesloten) zijn. Voer een naam in voor de alarmingang. 3. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectie instellen” voor meer informatie. 4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een ingang- of uitgangalarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
35
U kunt als volgt een alarmuitgang definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Alarmuitgang. 2. Selecteer een alarmuitgangkanaal uit de vervolgkeuzelijst Alarmuitgang. U kunt ook een naam instellen voor de alarmuitgang. 3. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 sec, 10 sec, 30 sec, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min. De vertragingstijd is de tijdsduur waarin de alarmuitgang actief blijft nadat het alarm is opgetreden. 4. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectie instellen” voor meer informatie. 5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Gezichtsdetectie Als de gezichtsdetectiefunctie is ingeschakeld, kan de camera een menselijk gezicht die naar de camera toe beweegt detecteren en een reactie activeren. De camera kan alleen een gezicht detecteren als deze recht de camera inkijkt maar geen gezichten van opzij. Deze functie is het meest geschikt voor camera's die voor een deur of in een nauwe gang zijn geplaatst. Afbeelding 13: het venster Gezichtsdetectie
36
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U definieert gezichtsdetectie als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Gezichtsdetectie. 2. Schakel Gezichtsdetectie inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Schakel Dynamische analyse inschakelen voor Gezichtsdetectie in als u wilt dat gedetecteerde gezichten met een groene rechthoek in de live-weergave worden gemarkeerd. Opmerking: als u gedetecteerde gezichten niet met een groene rechthoek wilt markeren, selecteert u Uitschakelen onder Configuratie > Lokale configuratie > Live-weergaveparameters > Regels. 4. Configureer de gevoeligheid van de gezichtsdetectie. Het bereik ligt tussen 1 en 5. 5. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectiealarm” op pagina 26 voor meer informatie. 6. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een gezichtsdetectiealarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een gezichtsdetectiealarm is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
37
7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Detectie audio-uitzondering De detectie van audio-uitzonderingen detecteert geluiden die boven een geselecteerde drempelwaarde uitkomen. Afbeelding 14: Het venster Detectie audio-uitzondering
U kunt de detectie van audio-uitzonderingen als volgt definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Detectie audiouitzondering. 2. Ga naar Uitzondering audio-ingang en schakel Inschakelen in om deze functie te activeren. 3. Schakel onder Onverwachte verandering van geluidssterkte de optie Inschakelen in om de functie te activeren. 4. Configureer de gevoeligheid en de drempelwaarde. Gevoeligheid: Hoe lager deze waarde, hoe groter de kans zou moeten zijn om de detectie te activeren. Het bereik ligt tussen 1 en 100.
38
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Drempelwaarde geluidsintensiteit: Met deze optie wordt het geluid in de omgeving gefilterd. Hoe luider het omgevingsgeluid is, hoe hoger de waarde. Pas deze aan afhankelijk van de huidige omgeving. Het bereik ligt tussen 1 en 100. 5. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectiealarm” op pagina 26 voor meer informatie. 6. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een audiouitzonderingsalarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Detectie lijnoverschrijding Deze functie kan worden gebruikt om mensen, voertuigen en objecten die een vooraf gedefinieerde lijn of een gebied op het scherm overschrijden te detecteren. De richting van de lijnoverschrijding kan worden ingesteld op één richting of op twee richtingen. Overschrijding in één richting gaat van links naar rechts of van rechts naar links. Overschrijding in twee richtingen kan van beide kanten optreden. Er kan een reeks koppelingsmethodes worden geactiveerd als wordt gedetecteerd dat een object de lijn overschrijdt. Dual-VCA (Video Content Analysis) Als de modus Dual-VCA is ingeschakeld, stuurt de camera analyseresultaten (metagegevens) van videobeelden naar een NVR of andere platforms om een VCA-alarm te genereren. U kunt bijvoorbeeld met een Interlogix NVR (ga naar de Interlogix-website voor een overzicht van de nieuwste NVR-modellen die deze functie ondersteunen) een virtuele lijn in het afspeelvenster van de NVR tekenen en objecten en mensen zoeken die deze lijn overschrijden.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
39
Opmerking: de dual-VCA-modus wordt alleen ondersteund door Detectie voor lijnoverschrijding en Inbraakdetectie. U definieert de detectie voor lijnoverschrijding als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Lijnoverschrijding.
2. Schakel het selectievakje Detectie van lijnoverschrijding inschakelen (1) om deze functie in te schakelen. 3. Klik op Gebied tekenen (2). Er wordt een overschrijdingsgebied op het beeld getoond. 4. Klik op de lijn. Er worden twee rode vierkanten op de uiteinden weergegeven. Sleep een van de rode vierkanten om het ingeschakelde gebied te definiëren. Selecteer de richting als A<->B, A->B of B->A in het vervolgkeuzemenu (3): A<->B: Alleen de pijl op kant B wordt getoond. Als een object het gebied in beide richtingen overschrijdt, wordt dit object gedetecteerd en worden er alarmen geactiveerd. A->B: Alleen een object dat de vooraf gedefinieerde lijn van kant A naar kant B overschrijdt, kan worden gedetecteerd en een alarm activeren. B->A: Alleen een object dat de vooraf gedefinieerde lijn van kant B naar kant A overschrijdt, kan worden gedetecteerd en een alarm activeren. 5. Hiermee stelt u het gevoeligheidsniveau (4) in tussen 1 en 100. 6. Indien gewenst kunt u in het vervolgkeuzemenu een ander gebied voor lijnoverschrijding selecteren om te configureren. Er kunnen maximaal vier gebieden voor lijnoverschrijding worden geconfigureerd. 7. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectiealarm” op pagina 26 voor meer informatie.
40
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
8. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een detectiealarm voor lijnoverschrijding wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een detectiealarm voor lijnoverschrijding is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
9. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Inbraakdetectie U kunt een gebied in het bewakingsgebied instellen om te detecteren wanneer er een inbraak plaatsvindt. Als iemand dit gebied betreedt, wordt er een reeks alarmacties geactiveerd.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
41
Afbeelding 15: het venster Inbraakdetectie
U definieert inbraakdetectie als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Detectie. 2. Schakel het selectievakje Inbraakdetectie inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Klik op Gebied tekenen en teken een rechthoek op het beeld voor het verdedigingsgebied. Als u de rechthoek tekent, moeten alle lijnen op elkaar aansluiten. Er worden maximaal vier gebieden ondersteund. Klik op Wissen om te gebieden die u hebt getekend te wissen. U kunt de defensieve gebiedsparameters afzonderlijk afstellen. Opmerking: Het gebied mag alleen een vierhoek zijn. 4. Kies het te configureren gebied. Drempel: Dit is de tijdsdrempel voor verblijf van het object in het gebied. Als u de waarde op 0 instelt, wordt het alarm direct geactiveerd zodra het object het gebied binnentreedt. Het bereik ligt tussen 0 en 100. Gevoeligheid: De gevoeligheidswaarde bepaalt de grootte van het object dat het alarm kan activeren. Als de gevoeligheid hoog is, kan het alarm al door een klein object worden geactiveerd. Het bereik ligt tussen 1 en 100. Percentage: Hiermee definieert u de verhouding van het onderdeel van het object dat zich in het gebied moet bevinden om het alarm te activeren. Als u het percentage bijvoorbeeld instelt op 50%, wordt het alarm geactiveerd als de helft van het object het gebied binnentreedt. Het bereik ligt tussen 1 en 100. 5. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectiealarm” op pagina 26 voor meer informatie.
42
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
6. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een inbraakdetectiealarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NASinstellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTP-parameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie Momentopnameparameters op pagina 46 voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Onscherpte detectie De camera kan onscherpe beelden detecteren als gevolg van onscherpte van het objectief. Hierdoor wordt een reeks alarmacties geactiveerd. Het gevoeligheidsniveau bepaald hoeveel onscherpte door de camera wordt geaccepteerd voordat er een alarm wordt geactiveerd. Indien ingeschakeld controleert de camera regelmatig het onscherpteniveau van het beeld (om variaties in licht overdag op te vangen) en vergelijkt het huidige beeld vervolgens met het referentiebeeld om te zien of er verschil is. Een hoog gevoeligheidsniveau betekent dat er geen grote afwijking tussen het referentiebeeld en het huidige beeld mag zitten.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
43
Afbeelding 16: het venster Onscherptedetectie
U definieert onscherptedetectie als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Onscherptedetectie. 2. Schakel het selectievakje Onscherptedetectie inschakelen in om de functie in te schakelen. Gevoeligheid: Het bereik ligt tussen 1 en 100. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe kleiner de onscherpte die nodig is om een alarm te activeren. 3. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een onscherptedetectiealarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan ontvanger
Stuurt een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail verzenden
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de e-mailparameters als volgt in:” op pagina 16 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in.
Scherpstellen
Met deze optie wordt geprobeerd de camera weer scherp te stellen door de back-focus aan te passen. Alleen beschikbaar voor de boxcamera.
Activering alarmuitgang
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Detectie van scèneverandering U kunt de camera zo configureren dat er een alarm wordt geactiveerd als de camera een verandering in de scène detecteert die door een opzettelijke rotatie van de camera is veroorzaakt. 44
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Afbeelding 17: Het venster Detectie van scèneverandering
U kunt als volgt Detectie van scèneverandering definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Gebeurtenissen > Detectie van scèneverandering. 2. Schakel het selectievakje Detectie van scèneverandering inschakelen in om de functie in te schakelen. 3. Configureer het gevoeligheidsbereik tussen 1 en 100. Hoe hoger de gevoeligheid, hoe gemakkelijker de verandering in de scène een alarm kan activeren. 3. Klik op Bewerken om het activeringsschema voor de alarmingang in te stellen. Zie “Bewegingsdetectiealarm” op pagina 26 voor meer informatie. 4. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een detectiealarm voor verandering van de scène wordt geactiveerd.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
45
Alarmmelding aan ontvanger
Stuurt een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware wanneer een gebeurtenis optreedt.
E-mail versturen
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een detectiealarm voor verandering van de scène is. Opmerking: u moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie kunt inschakelen. Raadpleeg “U stelt de emailparameters als volgt in:” op pagina 17 voor meer informatie. Als u de momentopname van de gebeurtenis met de e-mail wilt meesturen, schakelt u de optie Bijgevoegde momentopname in
Momentopname uploaden
Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt geactiveerd en het beeld uploaden naar een NAS- of FTP-server. Opmerking: als u de momentopname naar NAS wilt uploaden, moet u eerst de NAS-instellingen configureren. Zie NAS-instellingen op pagina 48 voor meer informatie. Als u de momentopname naar een FTP wilt uploaden, moet u eerst de FTP-instellingen configureren. Raadpleeg “U definieert de FTPparameters als volgt:” op pagina 15 voor meer informatie. Schakel de optie Uploadtype in. Als u de momentopname naar FTP en NAS wilt uploaden in het geval bewegingsdetectie of een alarmingang is geactiveerd, moet u ook de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen bij de momentopnameparameters inschakelen. Zie “Momentopnameparameters” hieronder voor meer informatie.
Kanaal activeren
Hiermee wordt de opname gestart in de camera.
Alarmuitgang activeren
Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel “Alles selecteren” of elke afzonderlijke alarmuitgang in. Opmerking: deze optie wordt alleen ondersteund door camera's die ondersteuning bieden voor alarmuitgangen.
5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Momentopnameparameters U kunt geplande momentopnamen en door een gebeurtenis geactiveerde momentopnamen configureren. De vastgelegde momentopnamen kunnen worden opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of de NAS. U kunt de momentopnamen ook uploaden naar een FTP-server. U kunt de indeling, resolutie en kwaliteit van de momentopnamen instellen. De kwaliteit kan laag, normaal of hoog zijn. U moet de optie Periodieke momentopnamen inschakelen inschakelen als u momentopnamen wilt uploaden naar de FTP. Wanneer u de FTP-instellingen heeft geconfigureerd en Uploadtype op het tabblad Netwerk > FTP heeft ingeschakeld, worden de momentopnamen niet naar de FTP geüpload als de optie Periodieke momentopnamen inschakelen is uitgeschakeld. U moet de optie Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen inschakelen als u momentopnamen wilt uploaden naar de FTP en NAS als bewegingsdetectie of een alarmingang worden geactiveerd. Wanneer u de FTPinstellingen heeft geconfigureerd en Uploadtype op het tabblad Netwerk > FTP voor bewegingsdetectie of een alarmingang heeft ingeschakeld, worden de momentopnamen niet naar de FTP geüpload als deze optie is uitgeschakeld. 46
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Afbeelding 18: Momentopnamemenu
U stelt geplande momentopnamen als volgt in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Opslag > Momentopname. 2. Schakel Periodieke momentopnamen inschakelen om continumomentopnamen in te schakelen. 3. Selecteer de gewenste kwaliteit van de momentopname, bijvoorbeeld jpeg. 4. Selecteer de gewenste resolutie en kwaliteit van de momentopname. 5. Stel de tijdinterval tussen twee momentopnamen in. Selecteer de tijdeenheid uit de vervolgkeuzelijst: milliseconden, seconden, minuten, uren of dagen. 6. Stel het schema waarin u de momentopnamen wilt laten maken in. Klik op Bewerken en voer het gewenste schema voor elke dag van de week in. Opmerking: Voor cameratype TVF-1104 kunt u geen schema voor geplande momentopnamen definiëren. 7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. U kunt als volgt door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen instellen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Opslag > Momentopname. 2. Schakel Door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen inschakelen in om door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen in te schakelen.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
47
3. Selecteer de gewenste kwaliteit van de momentopname, bijvoorbeeld jpeg. 4. Selecteer de gewenste resolutie en kwaliteit van de momentopname. 5. Stel de tijdinterval tussen twee momentopnamen in. Selecteer de tijdeenheid in de vervolgkeuzelijst: milliseconden of seconden. 6. Voer onder Aantal vastleggen het totale aantal momentopnamen in dat mag worden vastgelegd. 7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
NAS-instellingen U kunt een netwerkopslagsysteem (NAS) gebruiken om opnamen extern op te slaan. Om opname-instellingen te configureren, moet het netwerkopslagapparaat in het netwerk beschikbaar zijn. De NAS-schijf moet beschikbaar zijn binnen het netwerk en deze moet correct zijn geconfigureerd voor de opslag van opgenomen bestanden, logboekbestanden, enzovoort. Opmerkingen: 1. U kunt maximaal acht NAS-schijven met de camera verbinden. 2. De aanbevolen capaciteit van de NAS moet tussen 9G en 2T zijn, omdat het formatteren anders kan mislukken. Afbeelding 19: NAS-menu
48
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U stelt als volgt een NAS-systeem in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Opslag > NAS. 2. Voer het IP-adres van de netwerkschijf en het bestandspad van de NAS-map in. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Opslagapparaten Gebruik het scherm opslagbeheer voor het weergeven van de capaciteit, beschikbare ruimte en de status van de HDD van de NAS en de SD-kaart in de camera. U kunt deze opslagapparaten ook formatteren. Voordat u het opslagapparaat formatteert, dient u alle opnamen te stoppen. Zodra het formatteren is voltooid, moet u de camera opnieuw opstarten omdat het apparaat anders niet goed functioneert. Indien Overschrijven is ingeschakeld, worden de oudste bestanden overschreven wanneer de opslag vol is. Afbeelding 20: Het venster Opslag
U formatteert de opslagapparaten als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Opslag > Opslagbeheer. 2. Schakel de kolom HDD-nummer in om de opslag te selecteren. 3. Definieer het quotapercentage voor momentopnamen en opnamen en pas de waarden hiervoor aan bij Percentage momentopname en Percentage opname. 4. Klik op Formatteren. Er verschijnt een scherm waarin u het formatteren moet bevestigen. 5. Klik op OK om het formatteren te starten.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
49
Opnameschema U kunt een opnameschema voor de camera definiëren in het venster “Opnameschema”. De opname wordt opgeslagen op de SD-kaart of op de NAS in de camera. De SD-kaart van de camera is voorzien van een back-up voor het geval dat het netwerk niet functioneert. De SD-kaart wordt niet bij de camera meegeleverd. Het geselecteerde opnameschema is van toepassing op alle alarmtypen. Tijd voor vooropname De tijd voor vooropnamen is ingesteld om de opname te starten voor de geplande tijd of de gebeurtenis. Als een opname bijvoorbeeld om 10:00u wordt geactiveerd door een alarm en de tijd voor vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de camera om 9:59:55. De tijd voor vooropname kan worden geconfigureerd met: geen vooropname, 5 s, 10 s, 15 s, 20 s, 25 s, 30 s of onbeperkt. Tijd voor naopname De tijd voor naopname wordt ingesteld om de opname te stoppen na de geplande tijd of de gebeurtenis. Als een opname bijvoorbeeld om 11:00 wordt beëindigd en de tijd voor naopname is ingesteld op 5 seconden, wordt de opname op de camera voortgezet tot 11:00:05. De tijd voor naopname kan worden geconfigureerd met: 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min. U stelt een opnameschema als volgt in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Opslag > Opnameschema. 2. Klik op het vak Opnameschema inschakelen om het opnemen in te schakelen. Opmerking: als u de opname wilt uitschakelen, deselecteert u de optie. 3. Klik op Bewerken om het opnameschema te bewerken. Het volgende scherm wordt weergegeven:
50
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
4. Selecteer of de opname voor de hele week is (Hele dag opnemen) of voor specifieke dagen van de week. Als u “Hele dag” hebt geselecteerd, selecteert u een van de opnametypen om op te nemen uit de vervolgkeuzelijst: •
Continu: Hiermee wordt continu opgenomen.
•
Bewegingsdetectie: De video wordt opgenomen wanneer er beweging wordt gedetecteerd.
•
Alarm: De video wordt opgenomen wanneer het alarm wordt geactiveerd via de externe alarmingang.
•
Beweging | Alarm: De video wordt opgenomen wanneer het externe alarm wordt geactiveerd of wanneer er beweging is gedetecteerd.
•
Beweging & Alarm: De video wordt opgenomen wanneer beweging en alarmen tegelijk worden geactiveerd.
•
Gezichtsdetectie: De video wordt opgenomen wanneer een gezicht wordt gedetecteerd. Zie “Gezichtsdetectie” op pagina 36 voor meer informatie.
•
Lijn overschreden: De video wordt opgenomen wanneer iemand de vooraf gedefinieerde lijn op het scherm overschrijdt. Zie “Detectie lijnoverschrijding” op pagina 39 voor meer informatie.
•
Inbraakdetectie: De video wordt opgenomen wanneer een inbraak wordt gedetecteerd. Zie “Inbraakdetectie” op pagina 41 voor meer informatie.
•
Detectie van scèneverandering: De video wordt opgenomen wanneer verandering van de camerascène gedetecteerd. Zie “Detectie van scèneverandering” op pagina 44 voor meer informatie.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
51
5. Als u “Aanpassen” inschakelt, klikt u op de vereiste dag van de week. Stel voor periode 1 de start- en eindtijden in van de periode waarin de opnamen moeten starten en stoppen. Selecteer een van de opnametypen die u wilt opnemen voor elke tijdsperiode in de vervolgkeuzelijst (zie bovenstaande lijst). Herhaal dit voor verdere perioden op de dag. Er kunnen maximaal acht tijdsperioden worden geselecteerd. Opmerking: De acht tijdsperioden mogen elkaar niet overlappen. 6. Stel zo nodig de opnameperioden in voor de andere dagen van de week. Gebruik de optie Kopiëren om de opnameperioden naar een andere weekdag te kopiëren. 7. Klik op OK en Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: indien u het opnametype instelt op “Bewegingsdetectie” of op “Alarm”, moet u ook het activeringschema definiëren om de bewegingsdetectie of de alarmingang te activeren.
RS-232-instellingen De RS-232-poort kan op twee manieren worden gebruikt: •
Console: Een computer met de camera verbinden via de seriële poort. Apparaatparameters kunnen worden geconfigureerd met software zoals HyperTerminal. De parameters voor de seriële poort moeten overeenkomen met de parameters voor de seriële poort van de camera.
•
Transparant kanaal: Een serieel apparaat rechtstreeks op de camera aansluiten. Het seriële apparaat wordt op afstand via het netwerk bediend met een computer.
U stelt als volgt de RS-232-instellingen in: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Systeem > RS232. 2. Selecteer de RS-232-poortparameters. Opmerking: als u de camera wilt aansluiten via de RS-232-poort, moeten de RS232-parameters exact overeenkomen met de parameters die u hier hebt geconfigureerd. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
52
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
RS-485-instellingen De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen of verlichtings- en wisserapparaten te verbinden. De configuratie van deze parameters moet worden uitgevoerd voordat u verbinding maakt met een van de apparaten. U kunt als volgt de RS-485-instellingen instellen: 1. Ga naar de menuwerkbalk en klik op Configuratie > Systeem > RS485. 2. Selecteer de RS-485-poortparameters. Opmerking: de parameters voor de baudrate, het PTZ-protocol en het PTZ-adres moeten exact overeenkomen met de PTZ-cameraparameters. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
53
Camerabeheer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de camera gebruikt zodra deze is geïnstalleerd en geconfigureerd. U heeft toegang tot de camera via een webbrowser.
Gebruikersbeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u gebruikers kunt beheren. U kunt het volgende doen:
Gebruikers toevoegen en verwijderen
Toestemming wijzigen
Wachtwoorden aanpassen
Alleen de beheerder kan gebruikers beheren. De systeembeheerder kan maximaal 31 afzonderlijke gebruikers opzetten voor de camera's die in deze handleiding worden beschreven. Wanneer er nieuwe gebruikers aan de lijst worden toegevoegd, kan de beheerder toestemmingen en wachtwoorden van iedere gebruiker wijzigen. Zie Afbeelding 21 hieronder. Afbeelding 21: Het venster Gebruikersbeheer
Wachtwoorden beperken de toegang tot de camera. Meerdere gebruikers kunnen hetzelfde wachtwoord gebruiken. Wanneer u een nieuwe gebruiker maakt, moet u deze gebruiker een wachtwoord geven. Er wordt geen standaardwachtwoord voor alle gebruikers gegeven. Gebruikers kunnen hun eigen wachtwoord aanpassen. Opmerking: Bewaar het beheerwachtwoord op een veilige plaats. Als u het bent vergeten, neemt u contact op met de technische ondersteuning.
54
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Typen gebruikers De toegangsrechten van een gebruiker tot het systeem worden automatisch bepaald aan de hand van het gebruikerstype. Er zijn drie typen gebruiker:
Beheerder: Dit is de systeembeheerder. De beheerder kan alle instellingen configureren. Alleen de beheerder kan gebruikersaccounts maken en verwijderen. De beheerder kan niet worden verwijderd.
Operator: Deze gebruiker kan alleen de configuratie van zijn/haar eigen account wijzigen. Een operator kan niet andere gebruikers maken of verwijderen.
Alleen lezen: Deze gebruiker heeft toestemming voor live-weergave, afspelen en het doorzoeken van logboeken. Zij kunnen de configuratieinstellingen echter niet wijzigen.
Gebruikers toevoegen en verwijderen De beheerder kan maximaal 31 gebruikers aanmaken. Alleen de systeembeheerder kan gebruikers aanmaken en verwijderen. U kunt als volgt een gebruiker toevoegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Gebruiker. 2. Selecteer de knop Toevoegen. Het venster Gebruikersbeheer verschijnt.
3. Voer een gebruikersnaam in. 4. Wijs een wachtwoord toe aan de gebruiker. Wachtwoorden kunnen uit maximaal 16 alfanumerieke tekens bestaan. 5. Selecteer het type gebruiker in de vervolgkeuzelijst. De opties zijn Viewer en Operator. 6. Verleen toestemmingen aan gebruikers. Schakel de gewenste opties in:
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
55
Basistoestemmingen
Cameraconfiguratie
Op afstand: Parameterinstellingen
Op afstand: Live-weergave
Op afstand: Doorzoeken van logboeken/Werkstatus onderzoeken
Op afstand: PTZ-besturing
Op afstand: Upgraden/Formatteren
Op afstand: Handmatig opnemen
Op afstand: Bidirectioneel geluid
Op afstand: Afspelen
Op afstand: Uitschakelen/Opnieuw starten Op afstand: Melden aan alarmontvanger/Alarmuitgang activeren Op afstand: Beheer video-uitvoer Op afstand: Beheer seriële poort
7. Klik op OK om de instellingen op te slaan. U kunt als volgt een gebruiker verwijderen: 1. Selecteer de gewenste gebruiker op het tabblad Gebruiker. 2. Klik op de knop Verwijderen. Er verschijnt een berichtvak. Opmerking: Alleen de beheerder kan een gebruiker verwijderen. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Gebruikersgegevens wijzigen U kunt heel eenvoudig de gegevens wijzigen van een gebruiker, zoals naam, wachtwoord en toestemmingen. Ga als volgt te werk om gebruikersgegevens te wijzigen: 1. Selecteer de gewenste gebruiker op het tabblad Gebruiker. 2. Klik op de toets Wijzigen. Het venster Gebruikersbeheer verschijnt 3. Wijzig de gewenste gegevens. Opmerking: de gebruiker Admin kan alleen worden gewijzigd door het beheerderswachtwoord in te voeren. 4. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
56
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
RTSP-verificatie U kunt de streamgegevens van de live-weergave specifiek beveiligen. Afbeelding 22: Het venster RTSP-verificatie
U kunt de RTSP-verificatie als volgt definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > RTSP-verificatie. 2. Selecteer onder Verificatie de optie Inschakelen of Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om de RTSP-verificatie in of uit te schakelen. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
IP-adresfilter Met behulp van deze functie kunt u toegangsrechten toekennen of weigeren voor gedefinieerde IP-adressen. De camera is bijvoorbeeld zo geconfigureerd dat alleen het IP-adres van de hostserver voor de videobeheersoftware mag worden geopend.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
57
Afbeelding 23: het venster IP-adresfilter
U kunt het IP-adresfilter als volgt definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > IP-adresfilter. 2. Schakel het selectievakje voor IP-adresfilter inschakelen in. 3. Selecteer het type IP-adresfilter in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit: Niet toegestaan of Toegestaan. 4. Klik op Toevoegen om een IP-adres toe te voegen. 5. Klik op Wijzigen of Verwijderen om het geselecteerde IP-adres te wijzigen of te verwijderen. 6. Klik op Wissen om alle IP-adressen te wissen. 7. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
De beveiligingsservice definiëren Met deze functie schakelt u Telnet in en kunt u het bijbehorende wachtwoord definiëren. Dit wordt alleen gebruikt door de technische ondersteuningsdienst.
58
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Afbeelding 24: het venster Beveiligingsservice
U kunt als volgt Telnet definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Beveiligingsservice. 2. Schakel het selectievakje voor Telnet inschakelen in. 3. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: 1. De Telnet-gebruikersnaam is standaard root en kan niet worden gewijzigd. 2. Het standaard Telnet-wachtwoord is “ab12!” 3. Het wachtwoord moet uit minimaal vier tekens bestaan en minimaal één letter en één nummer bevatten.
Fabrieksinstellingen herstellen Gebruik het menu Standaardinstellingen om de standaardinstellingen voor de camera te herstellen. Er zijn twee opties beschikbaar:
Herstellen: Alle parameters, behalve de IP-parameters, weer terugzetten naar de standaardinstellingen.
Standaard: Alle parameters weer terugzetten naar de standaardinstellingen.
Opmerking: als u de videostandaard heeft gewijzigd, kan hiervan niet de oorspronkelijke instelling worden hersteld als u Herstellen of Standaard gebruikt. U herstelt als volgt de standaardinstellingen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Onderhoud. 2. Klik op Herstellen of op Standaard. Er verschijnt een venster met gebruikersverificatie. 3. Voer het gebruikerswachtwoord in en klik op OK. 4. Klik op OK in het pop-updialoogvenster om de herstelactie te bevestigen.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
59
Een configuratiebestand importeren/exporteren De beheerder kan de configuratie-instellingen van de camera exporteren en importeren. Dit is handig als u de configuratie-instellingen wilt kopiëren naar een andere camera of als u een back-up wilt maken van de instellingen. Opmerking: alleen de beheerde kan configuratiebestanden importeren en exporteren. U kunt als volgt een configuratiebestand importeren/exporteren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Onderhoud. 2. Klik op Bladeren om het lokale configuratiebestand te selecteren en klik op Importeren om het configuratiebestand te importeren. 3. Klik op Exporteren en stel de opslaglocatie voor het configuratiebestand in.
Firmware upgraden De camerafirmware wordt in het flashgeheugen opgeslagen. Gebruik de upgradefunctie om het firmwarebestand naar het flashgeheugen te schrijven. U moet de firmware upgraden als die is verouderd. Als u de firmware upgradet, blijven alle bestaande instellingen ongewijzigd. Alleen de nieuwe functies worden met hun standaardinstellingen toegevoegd. De camera kiest automatisch het juiste firmware-bestand. Cookies en gegevens in de webbrowsers worden automatisch verwijderd als u de firmware bijwerkt. U kunt de firmwareversie als volgt upgraden: 1. Download de meest recente firmware naar uw computer vanaf onze website: www.interlogix.com/video/product/truvision-ip-open-standards-outdoor-cameras/ - Of www.utcfssecurityproductspages.eu/videoupgrades/ 2. Wanneer het firmwarebestand is gedownload naar uw computer, pakt u het bestand uit naar de gewenste bestemming. Opmerking: Sla het bestand niet op naar uw bureaublad. 3. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Onderhoud. Selecteer de optie Firmware of Firmware-map. Klik op de knop Bladeren om het meest recente firmware-bestand op uw computer zoeken. • Firmware-map – Zoek de upgrademap met firmwarebestanden. De camera kiest automatisch het juiste firmware-bestand. • Firmware – Zoek het firmware-bestand voor de camera handmatig. Opmerking: selecteer Interlogix_Gen_3_ipc.dav voor cameramodellen in de “Inleiding” op pagina 3. 4. Klik op Bijwerken. U wordt gevraagd de camera opnieuw op te starten. 5. Wanneer de upgrade is voltooid, wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart. De browser wordt ook vernieuwd.
60
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U kunt de firmware als volgt via TruVision Device Manager upgraden: 1. Selecteer een apparaat in het deelvenster FW upgrader of houdt Ctrl+Shift ingedrukt om meerdere apparaten te selecteren om die tegelijkertijd te upgraden.
2. Klik op de bladerknop
om het meest recente firmwarebestand te zoeken.
Als u wilt dat het apparaat na de upgrade automatisch opnieuw wordt opgestart, schakelt u Het apparaat na de upgrade opnieuw opstarten in. Als dit is ingeschakeld, wordt ook de optie Standaardinstellingen herstellen weergegeven. Schakel deze optie in als u alle parameters wilt herstellen. 3. Klik op Bijwerken. 4. Als de upgrade is voltooid, wordt de informatie over de bijgewerkte versie op de apparaten getoond.
Camera opnieuw opstarten De camera kan gemakkelijk opnieuw worden opgestart op afstand. Ga als volgt te werk om de camera via de webbrowser opnieuw op te starten: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuratie > Beveiliging > Onderhoud. 2. Klik op de knop Opnieuw opstarten om het apparaat opnieuw op te starten. 3. Klik op OK in het pop-upvenster om het opnieuw opstarten te bevestigen.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
61
Camerabediening In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de camera gebruikt zodra deze is geïnstalleerd en geconfigureerd.
Aanmelden en afmelden U kunt u eenvoudig afmelden bij het camerabrowservenster door op de knop Afmelden op de menubalk te drukken. U wordt steeds bij aanmelden gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. U kunt de taal van de interface wijzigen via het vervolgkeuzemenu in de rechterbovenhoek van het scherm.
Live-weergavemodus Nadat u bent aangemeld, klikt u op “Live-weergave” op de menuwerkbalk om toegang te verkrijgen tot de live-weergavemodus. Zie Afbeelding 1 op pagina 6 voor een beschrijving van de interface. Live-weergave starten/stoppen: U kunt de live-weergave stoppen en starten door op de knop Live-weergave starten/stoppen onder aan het venster te klikken. Opnemen: U kunt live-video opnemen en opslaan in de door u geconfigureerde map. Klik in het live-weergavescherm op de knop Opnemen onderaan het scherm. Klik nogmaals op de knop om de opname te stoppen. Een momentopname maken: In de live-weergave kunt u een momentopname van een scène maken. Klik gewoon op de knop Vastleggen onderaan het scherm om een beeld op te slaan. De afbeelding krijgt de JPEG-indeling. Momentopnamen worden op de harde schijf opgeslagen.
Video-opnamen afspelen U kunt video-opnamen gemakkelijk doorzoeken en afspelen in de afspeel-interface. Opmerking: u moet de NAS configureren of een SD-kaart in de dome-camera invoeren om de afspeelfuncties te kunnen gebruiken. Zie “Opslagapparaten” op pagina 49 voor meer informatie. Als u video-opnamen die zijn opgeslagen op het opslagapparaat van de camera wilt zoeken om af te spelen, klikt u op de knop Afspelen op de menuwerkbalk. Het venster Afspelen verschijnt. Zie Afbeelding 25 op pagina 63.
62
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Afbeelding 25: Het afspeelvenster
Naam
Beschrijving
1.
Knop Afspelen
Klik hierop om het afspeelvenster te openen.
2.
Kalender doorzoeken
Klik op de gewenste dag om te zoeken.
3.
Zoeken
Start zoeken.
4.
Afspeeltijd instellen
Voer de tijd in en klik op
5.
Downloadfuncties
om het afspeelpunt te zoeken.
Videobestanden downloaden. Vastgelegde beelden downloaden.
6.
Archieffuncties
Klik op deze knoppen voor de volgende archieffuncties: Hiermee schakelt u digitale zoom in. Leg een momentopname van de video-opname vast. Videoclipbestanden starten/stoppen.
7.
Opnametype
De kleurencode geeft het opnametype aan. Opnametypen zijn Geplande opname, Alarmopname en Handmatige opname. De naam van het opnametype wordt ook weergegeven in het huidige statusvenster.
8.
Tijdmoment
De verticale balk geeft aan waar u zich bevindt in de opname die wordt afgespeeld. U ziet ook de huidige datum en tijd.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
63
Naam
Beschrijving
9.
De tijdlijnbalk geeft de 24-uursperiode van de dag weer die wordt afgespeeld. De balk gaat van links (oudst) naar rechts (nieuwst). De balk heeft een kleurencode waarmee het type opname wordt aangegeven.
Tijdlijnbalk
Klik op een locatie op de tijdlijn om de cursor te verplaatsen naar de positie waar u het afspelen wilt starten. U kunt op de tijdlijn ook schuiven naar eerdere en latere tijd om deze af te spelen. Klik op
om de tijdlijnbalk in of uit te zoomen.
10.
Audiobediening
Hiermee bedient u de audio.
11.
Afspelen bedienen
Klik hierop om te regelen hoe het geselecteerde bestand wordt afgespeeld: afspelen, stoppen, langzaam en snel vooruit spoelen.
U kunt video-opnamen als volgt afspelen: 1. Selecteer de datum en klik op de knop Zoeken. De gezochte video wordt weergegeven op de tijdlijnbalk. 2. Druk op Afspelen om het afspelen te herstarten. Terwijl u een video afspeelt, geeft de tijdlijnbalk het type en de tijd van de opname weer. U kunt handmatig door de tijdlijn schuiven met de muis. Opmerking: voor het afspelen van opgenomen beelden heeft u toestemming nodig. Zie “Gebruikersgegevens wijzigen” op pagina 56 voor meer informatie. 3. Selecteer de datum en klik op de knop Zoeken om te zoeken naar het gewenste opgenomen bestand. 4. Klik op
om te zoeken naar het videobestand.
5. Schakel in het pop-upvenster het vakje in van het videobestand en klik op Downloaden om de videobestanden te downloaden. U archiveert een opgenomen videosegment tijdens het afspelen als volgt: 1. Terwijl u een opgenomen bestand afspeelt, klikt u op om te starten met het maken van een segment. Klik opnieuw om het segmenteren te stoppen. Er wordt een videosegment gemaakt. 2. Herhaal stap 1 om meer segmenten te maken. De videosegmenten worden op het bureaublad van uw computer opgeslagen.
64
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U archiveert als volgt opgenomen momentopnamen: 1. Klik op
om het zoekvenster voor momentopnamen te openen.
2. Selecteer het type momentopname en de start- en eindtijd. 3. Klik op Zoeken om te zoeken naar momentopnamen. 4. Selecteer de gewenste momentopnamen en klik op Downloaden om ze te downloaden.
Gebeurtenislogboeken doorzoeken U moet de NAS configureren of een SD-kaart in de dome-camera invoeren om de logboekfuncties te kunnen gebruiken. Het aantal gebeurtenisregistraties dat op een NAS- of SD-kaart kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de capaciteit van de opslagapparaten. Wanneer deze capaciteit is bereikt, begint het systeem oudere logboeken te verwijderen. Als u logboeken die op opslagapparaten zijn opgeslagen wilt bekijken, klikt u op Logboek op de menuwerkbalk. Het venster Logboek wordt weergegeven. Zie Afbeelding 26 op pagina 66. Opmerking: U moet beschikken over logboekrechten om logboekingangen te kunnen zoeken en weergeven. Zie “Gebruikersgegevens wijzigen” op pagina 56 voor meer informatie.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
65
Afbeelding 26: Het venster Logboek
1. Hoofdtype
4. Start zoeken
2. Subtype
5. Logboeken voor zoeken opslaan
3. Begin- en eindtijd om te zoeken
U kunt opgenomen logboekingangen zoeken aan de hand van de volgende criteria: Hoofdtype: Er zijn drie typen logboeken: Alle, Alarm, Uitzondering/Melding en Bediening. Zie Tabel 7 hieronder voor de beschrijvingen. Subtype: Ieder hoofdtype heeft enkele subtypen. Zie Tabel 7 hieronder voor de beschrijvingen. Datum en tijd: Logboeken kunnen worden doorzocht op begin- en eindtijden van de opname. Tabel 7: Typen logboeken Hoofdlogboektype Sublogboektypen: Beschrijven van opgenomen gebeurtenissen Alarm
Alarmingang, Alarmuitgang, Bewegingsdetectie starten, Bewegingsdetectie stoppen, Sabotagebeveiliging starten, Sabotagebeveiliging stoppen, Gezichtsdetectie gestart, Gezichtsdetectie gestopt, Detectie lijnoverschrijding gestart, Detectie lijnoverschrijding gestopt, Inbraakdetectie gestart, Inbraakdetectie gestopt, Onscherptedetectie gestart, Onscherptedetectie gestopt, Uitzondering audio-ingang, Detectie onverwachte verandering van geluidssterkte.
Uitzondering
Ongeldige login, HDD vol, HDD-fout, Verbinding met netwerk verbroken en Conflict met IP-adres
66
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Hoofdlogboektype Sublogboektypen: Beschrijven van opgenomen gebeurtenissen Bediening
Inschakelen, Abnormale uitschakeling, Opnieuw opstarten op afstand, Inloggen op afstand, Uitloggen op afstand, Parameters configureren op afstand, Opname starten op afstand, Opname stoppen op afstand, PTZ-besturing op afstand, Opslagapparaat HDD initiëren op afstand, Afspelen op bestand op afstand, Afspelen op tijd op afstand, Configuratiebestand importeren op afstand, Parameters verkrijgen op afstand, Werkstatus verkrijgen op afstand, Transparant kanaal instellen, Transparant kanaal uitschakelen, Bidirectionele audio starten, Bidirectionele audio stoppen, Alarm activeren op afstand, Alarm uitschakelen op afstand
U kunt als volgt logboeken doorzoeken: 1. Klik op Logboek in de werkbalk om het logboekvenster weer te geven. 2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Hoofdtype en Subtype de gewenste optie. 3. Stel de start- en stoptijd voor het logboek in. 4. Klik op Zoeken om de zoekopdracht te starten. Het resultaat wordt weergegeven in het linkervenster.
PTZ-besturing bedienen In de live-weergave-interface kunt u de PTZ-besturingsknoppen gebruiken om de besturing van pan-/kantel-/zoombewegingen en andere functies van de camera te bedienen. PTZ-bedieningspaneel Klik in de live-weergave op of te verbergen.
/
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
om het PTZ-bedieningspaneel weer te geven
67
Afbeelding 27: PTZ-bedieningspaneel
Tabel 8: Beschrijving van het PTZ-bedieningspaneel Beschrijving 1.
Richtingstoetsen: Hiermee kunt u de beweging en richting van de PTZ-camera regelen. De middelste knop wordt gebruikt om het automatisch draaien van de PTZ-domecamera te starten.
2.
Zoom-, scherpstelling en diafragma: Stel de zoom-, diafragma- en scherpstellingswaarden in.
3.
PTZ-beweging: Past de snelheid van de PTZ-beweging aan.
4.
Schakelt de verlichting in of uit. Deze functie wordt ondersteund door camera's met een RS-485-poort.
5.
Schakelt de cameraveger in of uit. Deze functie wordt ondersteund door camera's met een RS-485-poort.
6.
Automatische scherpstelling
7.
Initialiseert het objectief
Opmerking: 1. Als u pan- of kantelbewegingen met de richtingsknoppen wilt maken, moet de camera die is aangesloten op het netwerk ondersteuning bieden voor RS-485 en er moet een pan- en kanteleenheid aan de camera zijn bevestigd. Stel de PTZ-parameters correct in op de pagina RS-485-instellingen zie hiervoor RS-485-instellingen definiëren 2. Als u het objectief wilt bedienen, zoals zoomen of scherpstellen, moet de camera ondersteuning bieden voor automatische scherpstelling.
68
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
U stelt als volgt een preset in: 1. Selecteer een preset in de lijst met presets.
2. Gebruik de PTZ-richtingstoetsen om de camera naar de gewenste positie te bewegen. 3. Klik op
om de instelling van de huidige preset te voltooien.
4. U kunt klikken op
om de preset te verwijderen.
U roept als volgt een preset op: 1. Selecteer een gedefinieerde preset in de lijst. 2. Klik op
om de preset op te roepen.
Preset-trajecten gebruiken Een preset-traject is een ingeleerde serie preset-functies. De camera blijft gedurende een ingestelde dwell-tijd bij een stap voordat deze naar de volgende stap beweegt. De stappen worden gedefinieerd door presets. Een preset-traject kan uit maximaal 32 presets bestaan. U kunt maximaal acht preset-trajecten configureren.
U stelt als volgt een preset-traject in: 1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op te openen.
om de interface voor de trajectinstellingen
2. Selecteer een preset-trajectnummer in de vervolgkeuzelijst. 3. Klik op
om de toevoegingsinterface van de preset te openen.
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
69
4. Configureer het preset-nummer, de preset-trajecttijd en de preset-trajectsnelheid. Preset-trajecttijd:
De dwell-tijd. De tijd dat een camera op een preset blijft staan, voordat deze naar de volgende preset schakelt.
Preset-trajecttijd:
De snelheid waarmee de camera van de ene preset naar de andere beweegt.
5. Klik op OK om een preset op te slaan in het preset-traject. 6. Herhaal de stappen 3 t/m 5 om meer presets toe te voegen. 7. Klik op
om alle preset-trajectinstellingen op te slaan.
U roept als volgt een preset-traject op: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een gedefinieerd preset-traject in de vervolgkeuzelijst en klik op om het preset-traject op te roepen.
70
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
Index modus - geavanceerde modus, 29 onscherpte camera, 43 scèneverandering camera, 44
8 802.1x-parameters instellen, 15
A
E
Aanmelden en afmelden, 62 Afspelen scherm, 62 zoeken naar video-opnamen, 62 Alarm voor harde schijf vol, 33 Alarm voor harde schijffout, 33 Alarm voor illegale login, 33 Alarm voor IP-adresconflict, 33 Alarm voor netwerkverbinding verbroken, 33 Alarmingangen instellen, 35 Alarmtypen bewegingsdetectie, 26 Alarmuitgangen instellen, 35 Audioparameters, 17
E-mail koppeling naar alarmingang/-uitgang, 35 koppeling naar audio-uitzonderingsalarm, 39 koppeling naar bewegingsdetectie, 29 koppeling naar detectiealarm voor lijnoverschrijding, 41 koppeling naar detectiealarm voor verandering van de scène, 46 koppeling naar gezichtsdetectiealarm, 37 koppeling naar inbraakdetectiealarm, 43 koppeling naar onscherptedetectiealarm camera, 44 koppeling naar sabotagebeveiligd alarm camera, 33 koppeling naar uitzonderingsalarm, 34 E-mailparameters instellen, 16
B
F
Beeld-overlay, 25 Bestanden archiveren momentopnamen van opgenomen bestanden, 64 opgenomen bestanden, 64 standaardmappen instellen, 8, 9 Bewegingsdetectie detectiegebieden markeren, 29 geavanceerde configuratie, 26 normale configuratie, 26
Fabrieksinstellingen herstellen, 59 Firmware-upgrade, 60 FTP-parameters instellen, 15
C Camera opnieuw opstarten, 61 Camerabeeld configureren, 19 Cameranaam weergeven, 23 Configuratiebestand importeren/exporteren, 60
D Datumnotatie instellen, 23 DDNS-parameters instellen, 14 Detectie audio-uitzondering, 38 gezicht, 36 inbraak, 41 lijnoverschrijding, 39
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera
G Gearchiveerde bestanden afspelen, 64 Gebeurtenissen logboeken doorzoeken, 65 Gebruikers computer-id aanpassen, 56 gebruiker verwijderen, 56 nieuwe gebruikers toevoegen, 55 typen gebruikers, 55 wachtwoord wijzigen, 56 Gebruikersinstellingen, 54
H HDD capaciteit, 49 formatteren, 49
I Instellen momentopname door gebeurtenissen geactiveerde momentopnamen, 46
71
geplande momentopnamen, 46 Instelling momentopname FTP-parameters, 15 IP-adres IP-adres van camera zoeken, 5
R
L
S
Live-weergave handmatig opnemen, 62 momentopnamen, 62 starten/stoppen, 62 logboeken in logboeken zoeken, 65 Logboeken informatietype, 66 logboeken bekijken, 65
Sabotagebeveiligde alarmen instellen, 32 SDHC-kaart capaciteit, 49 formatteren, 49 SNMP-parameters instellen, 15 Streamen instellen van main/sub, 8, 9 Systeemtijd instellen, 10
M Momentopnamen archiveren van momentopnamen uit opgenomen bestanden, 64 opslaan tijdens de live-weergavemodus, 62
N NAS-instellingen, 48 Netwerkinstellingen instellen, 11 overzicht van lokale cameraparameters, 8, 9 Netwerkprotocol instellen, 8, 9 NTP-synchronisatie, 10
RS-232-instellingen, 52 RS-485-instellingen, 53 RTSP-verificatie, 57
T Taal wijzigen, 62 TCP/IP-instellingen instellen, 14 Tekst extra regels tekst op het scherm toevoegen, 24 Tekstweergave op het scherm uiterlijk, 23 Tijd voor naopname beschrijving, 50 Tijd voor vooropname beschrijving, 50 Tijdnotatie instellen, 23
O Opnemen afspelen, 62 handmatig opnemen, 62 momentopnamen in live-weergavemodus, 62 opnameschema, 50 parameters, 17 Overzicht van de webbrowserinterface, 5
P Poortparameters instellen, 14 PPPoE-parameters instellen, 14 Privacymaskers, 25 PTZ-bediening, 67
Q QoS-parameters instellen, 15
72
U Uitzonderingsalarmen typen, 33 UPnP-parameters instellen, 16
V Videokwaliteit, 19 Videoparameters, 17
W Wachtwoorden aanpassen, 56 Webbrowser toegang tot camera, 5 Webbrowser beveiligingsniveau controleren, 4 Weergave van informatie op het scherm instellen, 23
Configuratiehandleiding TruVision Covert IP Camera