TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
P/N 1076513B-NL • REV 1.0 • ISS 20MAR12
Copyright Handelsmerken en patenten
Fabrikant
© 2012 UTC Fire & Security. Alle rechten voorbehouden De Interlogix, TruVision-namen en -logo’s zijn handelsmerken van UTC Fire & Security. Andere in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten. UTC Fire & Security Americas Corporation, Inc. 2955 Red Hill Avenue, Costa Mesa, CA 92626-5923, USA Geautoriseerde vertegenwoordiger in de E.U.: UTC Fire & Security B.V. Kelvinstraat 7, 6003 DH Weert, Nederland
Certificatie Naleving van FCCrichtlijnen
Naleving van ACMArichtlijnen Canada
Richtlijnen van de Europese Unie
N4131 Klasse A: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor digitale apparatuur van klasse A volgens deel 15 van de regels van de FCC. Deze normen zijn opgesteld om redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie te kunnen verzekeren wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan bij onjuiste installatie en gebruik in strijd met de instructies in de handleiding leiden tot schadelijke interferentie aan radiocommunicatie. Gebruik van deze apparatuur in een woonomgeving kan tot storingen leiden; in dat geval dient de gebruiker, op eigen kosten, alle noodzakelijke maatregelen te nemen om deze situatie te corrigeren. Kennisgeving! Dit is een Klasse A-product. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval dient de gebruiker de nodige maatregelen te treffen. This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-0330 du Canada. 12004/108/EU (EMC-richtlijn): UTC Fire & Security verklaart hierbij dat dit apparaat voldoet aan de essentiële vereisten en andere belangrijke voorschriften van Richtlijn 2004/108/EU. 2002/96/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie niet bij het ongesorteerde gemeenteafval worden gegooid. Lever dit product na aankoop van een soortgelijk nieuw product in bij uw plaatselijke leverancier of bij een daarvoor aangewezen afvalinzamelingspunt. Zie voor meer informatie: www.recyclethis.info.
Contactgegevens Klantenondersteuning
Zie www.interlogix.com voor contactgegevens of www.utcfssecurityproducts.eu. www.interlogix.com/customer-support
Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 1 Productoverzicht 1 Functies 1 Hoofdstuk 2 Installatie 3 Installatieomgeving 3 Inhoud van de verpakking 4 Kabelvereisten 4 Camerabeschrijving 5 Aansluitingen 6 Toegang tot de SDHC-geheugenkaart 7 De camera instellen 7 De camera monteren 8 De camera gebruiken met TVR 60/ TVN 20/ TVN 40/ LNVR en andere systemen 9 De camera gebruiken met TruVision Navigator 9 Hoofdstuk 3 Netwerk- en streamingconfiguratie 11 Het beveiligingsniveau van uw webbrowser controleren 11 De camera bedienen via het internet 14 Overzicht van de camerawebbrowser 15 De netwerkinstellingen van de camera configureren 17 Informatie over de camera 20 Netwerkparameters 20 Seriële poortinstellingen 23 Hoofdstuk 4 Configuratie van de camera 25 Cameraparameters 25 Definiëren hoe informatie op het scherm wordt weergegeven 26 De systeemtijd definiëren 27 Alarmparameters 28 Gebeurtenissen plannen 30 Opnameparameters definiëren 31 Bewegingsdetectiealarmen 34 Extra tekst op het scherm toevoegen 37 Het videobeeld configureren 37 Hoofdstuk 5 Camerabeheer 41 Gebruikersbeheer 41 De SDHC-kaart formatteren 43 Standaardinstellingen herstellen 44 De firmware bijwerken 45 De camera opnieuw opstarten 45
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
i
Hoofdstuk 6 Camerabediening 47 Aan- en afmelden 47 Live-weergavemodus 47 Video-opnames afspelen 48 Gebeurtenislogboeken doorzoeken 50 Archiveren van opgenomen bestanden 53 Presets gebruiken 54 Bijlage A
Specificaties 55
Bijlage B
Pindefinities 57 Index 59
ii
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 1 Inleiding Productoverzicht Dit is de gebruikershandleiding voor de TruVision IP Cam open standaard cameramodellen: - TVC-N220-1-N(-P)
(VGA)
- TVC-N240-1-N(-P)
(4CIF WDR)
- TVC-M1220-1-N(-P)
(1,3 megapixel)
- TVC-M2220-1-N(-P)
(2,0 megapixel)
- TVC-M3220-1-N(-P)
(3,0 megapixel)
- TVC-M5220-1-N(-P)
(5,0 megapixel)
Functies In deze sectie worden de camerafuncties beschreven.
Ondersteuning van TCP/IP-, HTTP-, DNS-, RTP/RTCP- en PPPoEprotocollen
Programmering en installatie via een browserinterface
Live-weergave via het netwerk
50/60 Hz instelbare trillingregeling
Mono en bi-directionele audio
Digitaal draaien/kantelen/zoomen
Ondersteuning voor externe upgrades en onderhoud
H.264-videocompressie met dubbele functionaliteit
Ondersteuning voor volledig HD, HD, 4CIF, 2CIF, CIF en QCIF
SDHC-kaart voor lokale opslag
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
1
0BHoofdstuk 1: Inleiding
2
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2 Installatie Dit hoofdstuk bevat informatie over het installeren van de camera’s.
Installatieomgeving Tijdens het installeren van uw product moet u rekening houden met het volgende: •
Elektriciteit: Wees voorzichtig met het installeren van de elektriciteitsdraden. Dit moet door gekwalificeerd servicepersoneel worden uitgevoerd. Gebruik altijd een geschikte PoE-netwerk switch, een 12V gelijkstroom of UL Klasse 2 of CE-gecertificeerde voedingsbron voor de voeding van de camera. Zorg dat de voedingskabel of de adapter niet wordt overbelast.
•
Ventilatie: De installatielocatie voor de camera moet goed zijn geventileerd.
•
Temperatuur: Gebruik de camera niet indien de opgegeven waarden voor temperatuur, vochtigheid of voedingsbron worden overschreden. De bedrijfstemperatuur van de camera ligt tussen -10 en +60°C. De vochtigheid is lager dan 90%.
•
Vocht: Stel de camera niet bloot aan regen of vocht, en gebruik de camera niet in natte omgevingen. Als de camera nat is geworden, schakel dan onmiddellijk de voeding uit en neem contact op met een gekwalificeerde onderhoudsmedewerker. Vocht kan de camera beschadigen en tevens bestaat er kans op elektrische schokken.
•
Onderhoud: Probeer nooit zelf onderhoud aan de camera uit te voeren. Elke poging om de behuizingen van dit product te demonteren of te verwijderen, maakt de garantie ongeldig en kan bovendien ernstig letsel veroorzaken. Laat al het onderhoud door gekwalificeerd onderhoudspersoneel uitvoeren.
•
Reinigen: Raak de sensormodulen niet met de vingers aan. Als reiniging noodzakelijk is, neemt u een schone doek met daarop een beetje ethanol en veegt u de camera voorzichtig schoon. Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de lensdop terugplaatsen, zodat de sensoren zijn beschermd tegen vuil.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3
1BHoofdstuk 2: Installatie
Inhoud van de verpakking Controleer de verpakking en de inhoud op zichtbare beschadigingen. Als bepaalde onderdelen beschadigd zijn of ontbreken, moet u niet proberen de eenheid toch te gebruiken, maar onmiddellijk contact opnemen met de leverancier. Als de eenheid moet worden teruggestuurd, moet dit gebeuren in de originele verpakking. Inhoud van de verpakking: •
Camera
•
Inbussleutel
•
C-montageadapter
•
Meertalige Snel aan de slag-gids
•
CD met meertalige gebruikershandleiding
LET OP: Gebruik voedingen op de UL-lijst met directe stekkeraansluitingen die zijn gemarkeerd als Klasse 2/CE-gecertificeerd of LPS (limited power source) van het vereiste uitgangsvermogen dat op het apparaat wordt aangegeven.
Kabelvereisten Voor een juiste werking van het systeem dient u rekening te houden met de volgende kabel- en voedingsvereisten voor de camera’s. Het gebruik van kabels van categorie 5 of hoger wordt aanbevolen. Alle netwerkkabels moeten worden geïnstalleerd volgens de geldende richtlijnen en wetgeving. Tabel 1 hieronder geeft een overzicht van de vereisten voor de kabels die op de camera worden aangesloten. Tabel 1: Aanbevolen kabelvereisten Type kabel
Vereisten
Gegevens
Voor RS-485: 0,64 mm dikke, afgeschermde, tweedradige twisted-pair kabel (STP-kabel)
Video
75 ohm RS-59-coaxkabel met BNC-uiteinden
Voeding
12 V gelijkstroomkabel
4
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
1BHoofdstuk 2: Installatie
Camerabeschrijving Afbeelding 1: Afmetingen camera
Afbeelding 2: Zijaanzicht van de camera
1. Beugelmontagegaten. 6. Aansluiting voor objectief met automatische Kunnen aan de andere kant van de camera diafragmainstelling. worden geplaatst. Aansluiting automatische diafragmalens van het videotype: 2. Camera. A. Voeding; B. NC (geen verbinding); 3. Adapter voor C-montage (alleen voor C. GND (Aarde); D. Video lenzen met C-montage). Aansluiting automatische diafragmalens 4. Lens (automatische diafragmalens wordt van het gelijkstroomtype: weergegeven. Een handmatig diafragma A. Dempspoel (-); B. Dempspoel (+); heeft geen kabel). Niet inbegrepen. C. Aanstuurspoel (+); D. Aanstuurspoel (-) 5. Kabel automatische diafragmalens. Niet inbegrepen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
5
1BHoofdstuk 2: Installatie
Aansluitingen De installatie van alle materiaal moet altijd volgens de geldende normen door gekwalificeerd servicepersoneel worden verricht. Opmerking: Probeer de voedings-/gegevenskabelverbinding niet te verlengen met RJ45-koppelingen en Cat5-kabels. Gebruik alleen de meegeleverde gegevenskabel. Opmerking: Gebruik 12 V gelijkstroom of PoE. Afbeelding 3: Bedrading van de camera aansluiten
1. Ethernet RJ45 PoE-poort Netwerkapparaten aansluiten.
6. Voeding +12 V gelijkstroomvoeding aansluiten.
2. Videouitgang Aansluiting voor een CCTV-monitor.
7. RS-485 D+, DEen RS-485-apparaat zoals een PTZdomecamera aansluiten.
3. Audio-uitgang Een audio-uitgang aansluiten. Lijnniveau, 600 Ω 4. Audio-ingang Een audio-ingang aansluiten. 2,0 tot 2,4 Vp-p, 1 kΩ 5. Voedingsindicatielampje Brandt wanneer de stroom is aangesloten.
8. Alarmuitgangen 1A/1B en 2A/2B aansluiten op alarmuitgangapparaten. 9. Alarmingangen IN1/GND en IN2/GND aansluiten op alarmingangapparaten. 10. Aarde Aardeaansluiting.
Opmerking: Met behulp van de alarmuitgang kan een extern alarmapparaat worden in- of uitgeschakeld. Sluit een 12 V gelijkstroom/30 mA externe voedingsbron aan op de alarmuitgang. Zie Afbeelding 4 hieronder.
6
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
1BHoofdstuk 2: Installatie
Afbeelding 4: Externe alarmuitgang
Toegang tot de SDHC-geheugenkaart Plaats een SDHD-geheugenkaart voor maximaal 32 GB aan lokale opslag als back-up in geval van bijvoorbeeld netwerkstoringen (zie Afbeelding 5 hieronder). De kaart wordt niet bij de camera geleverd.
U hebt alleen via de webbrowser toegang tot de video- en logboekbestanden op de SDHC-kaart. U kunt de kaart niet benaderen met behulp van TruVision Navigator of een opnameapparaat. Afbeelding 5: locatie van SDHC-kaart in de camera’s SDHC-geheugenkaartsleuf
De camera instellen Opmerking: Als de lichtbron op de locatie waar de camera is gemonteerd snelle, grote variaties in licht waarneemt, is het mogelijk dat de camera niet functioneert zoals de bedoeling is. Ga als volgt te werk om de camera snel in werking te nemen: 1. Bevestig het objectief aan de camera. 2. Bereid het montageoppervlak voor. 3. Bevestig de camera aan het plafond met het juiste bevestigingsmateriaal. Zie De camera monteren op pagina 8.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
7
1BHoofdstuk 2: Installatie
4. Sluit de kabels aan op de camera. Zie Aansluitingen op pagina 6. 5. Stel de juiste streamingparameters in voor het netwerk van de camera, zodat de camera via het netwerk kan worden bediend. Zie “Hoofdstuk 3 Netwerk- en streamingconfiguratie” op pagina 11. 6. Programmeer de camera voor de juiste locatie. Zie “Hoofdstuk 4 Configuratie van de camera” op pagina 25.
De camera monteren Maak tijdens het installeren van de camera gebruik van de optionele montagebeugel. Deze wordt afzonderlijk verkocht. Ga als volgt te werk om de camera monteren: 1. Gebruik de montagebeugel als sjabloon, plaats deze waterpas tegen het montageoppervlak en markeer de positie van de bevestigingsgaten. 2. Boor en prepareer volgens alle plaatselijke voorschriften de bevestigingsgaten. 3. Maak de bevestiging stevig vast aan het montageoppervlak met het juiste bevestigingsmateriaal.
4. Dicht indien nodig alle bevestigingsgaten goed af zodat er geen vocht in het montageoppervlak kan doordringen. 5. Schroef de camera op de montagebeugel. Controleer of de camera stevig vastzit aan de beugel.
6. Sluit een 75 ohm coaxiale videokabel aan op de videokabel van de camera en sluit een 12 V gelijkstroomvoeding aan op de voedingskabel. 7. Pas de camerapositie en de beeldhoek aan naar wens.
8
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
1BHoofdstuk 2: Installatie
8. Bevestig een objectief aan de camera. Gebruik een auto-iris lens voor optimale prestaties.
De camera gebruiken met TVR 60/ TVN 20/ TVN 40/ LNVR en andere systemen Raadpleeg de betreffende gebruikershandleidingen voor instructies over het aansluiten en bedienen van de camera met deze systemen.
De camera gebruiken met TruVision Navigator Een camera moet zijn aangesloten op een TVR 60/ TVN 20/ TVN 40 voordat deze kan worden bediend met TruVision Navigator. Raadpleeg de gebruikershandleiding van TruVision Navigator voor instructies over het bedienen van de camera met de TruVision Navigator.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
9
Hoofdstuk 3 Netwerk- en streamingconfiguratie In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u de netwerkinstellingen van de camera configureert. De camera’s kunnen worden geconfigureerd en bediend met behulp van een internetbrowser zoals Microsoft Internet Explorer (IE). De procedures die worden beschreven gaan uit van de webbrowser Microsoft Internet Explorer (IE). In andere browsers moeten soortgelijke stappen worden gevolgd. U moet beschikken over systeembeheerderrechten op uw computer om de camera’s via internet te kunnen configureren.
Het beveiligingsniveau van uw webbrowser controleren Wanneer u de webbrowserinterface gebruikt, kunt u ActiveXbesturingselementen installeren voor het aansluiten en weergeven van video met Internet Explorer. U kunt echter geen gegevens downloaden, zoals video en afbeeldingen, vanwege de uitgebreide beveiligingsmaatregelen. Daarom is het noodzakelijk dat u het beveiligingsniveau van uw computer controleert en zo nodig de Active X-instellingen aanpast, zodat u kunt communiceren met de camera’s via het web.
ActiveX-besturingselementen van IE configureren U moet de ActiveX-instellingen van uw webbrowser bevestigen. Ga als volgt te werk om het beveiligingsniveau van de webbrowser te wijzigen: 1. Klik in Internet Explorer op Internetopties in het menu Extra.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
11
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
2. Klik in het tabblad Beveiliging op de zone waaraan u een website wilt toekennen onder ‘Selecteer de zone waarvoor u beveiligingsinstellingen wilt opgeven’. 3. Klik op Aangepast niveau.
4. Wijzig de opties bij ActiveX-besturingselementen en -invoegtoepassingen in Inschakelen en klik op OK. - of Klik bij Aangepaste instellingen opnieuw instellen op het beveiligingsniveau voor de volledige zone in het vak Instellen op en selecteer Laag. Klik op Opnieuw instellen. Klik vervolgens op OK in het tabblad Internetopties Beveiliging.
12
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
5. Klik op Toepassen in het tabblad Internetopties Beveiliging.
Gebruikers van Windows Vista en 7 Internet Explorer voor Windows Vista- en Windows 7-besturingssystemen beschikt over uitgebreide beveiligingsmaatregelen om uw PC te beschermen tegen de installatie van schadelijke software. Als u wilt beschikken over de volledige functionaliteit van de webbrowserinterface met Windows Vista en Windows 7, doet u het volgende: •
Voer de browserinterface en de DVR-speler uit als systeembeheerder in uw werkstation
•
Voeg het IP-adres van de camera’s toe aan de lijst van vertrouwde websites van uw browser
U kunt als volgt het IP-adres van de camera’s toevoegen aan de lijst van vertrouwde websites van Internet Explorer: 1. Start Internet Explorer. 2. Klik op Extra en kies vervolgens Internetopties. 3. Klik op de tab Beveiliging en selecteer het pictogram Vertrouwde websites. 4. Klik op de toets Websites. 5. Controleer of het selectievakje Serververificatie (https:) voor alle websites in deze zone verplicht is uitgeschakeld. 6. Geef het IP-adres op in het veld ‘Deze website aan de zone toevoegen’. 7. Klik op Toevoegen en klik vervolgens op Sluiten.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
13
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
8. Klik op OK in het dialoogvenster Internetopties. 9. Maak een verbinding met de camera voor de volledige browserfunctionaliteit.
De camera bedienen via het internet De webbrowser gebruiken om de camera via internet te bedienen. Het is raadzaam dat u het wachtwoord van de systeembeheerder wijzigt zodra de installatie is voltooid. Alleen gemachtigde gebruikers mogen de camerainstellingen wijzigen. Zie Gebruikersbeheer op pagina 41 voor meer informatie. Ga als volgt te werk om de camera online te bedienen: 1. Voer het IP-adres van de camera in de webbrowser in (standaard is dit 192.168.1.70). Gebruik de werkset IP Finder op de cd om het IP-adres van de camera te zoeken. Het dialoogvenster Login (Aanmelden) verschijnt. Opmerking: Zorg ervoor dat de Active X-besturingselementen zijn ingeschakeld. 2. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. User name (Gebruikersnaam): admin Password (Wachtwoord): 1234 Klik op OK. Het venster Web browser (Webbrowser) verschijnt in de liveweergavemodus. Opmerking: U kunt de live-weergave stoppen en starten door op de knop Live-weergave starten/stoppen te klikken
14
onder aan het scherm.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Overzicht van de camerawebbrowser Met de webbrowser van de camera kunt u gemakkelijk video bekijken, opnemen en afspelen, maar ook de camera beheren vanaf een willekeurige PC met internettoegang. De eenvoudige browserbediening biedt u snel toegang tot alle camerafuncties. Zie Afbeelding 6 hieronder. Er is slecht één camera toegankelijk vanuit één webbrowservenster. Indien er meerdere camera’s via het netwerk zijn verbonden, opent u een afzonderlijk webbrowservenster voor elke afzonderlijke camera. Opmerking: Wijzigingen die worden aangebracht in de configuratie van de camera, gelden alleen voor deze camera. De configuratie van andere apparaten die met de camera zijn verbonden, zoals camera’s of DVR’s, worden niet gewijzigd. Afbeelding 6: Webbrowserinterface
Item
Naam
Beschrijving
1.
PTZ controls (PTZbesturing)
Voor toekomstig gebruik.
2.
Live view (Liveweergave)
Aanklikken om live-video te bekijken.
3.
Playback (Afspelen)
Aanklikken om de video af te spelen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
15
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Item
Naam
Beschrijving
4.
Log (Logboek)
Aanklikken om naar gebeurtenislogboeken te zoeken. Er zijn vier hoofdinformatietypen: All (Alle), Alarm, Notification (Melding) en Operation (Bediening). Opmerking: De afspeel- en logboekfuncties kunnen alleen worden gebruikt wanneer een SDHC-kaart in de camera is geplaatst.
5.
Configuration (Configuratie)
Aanklikken om het configuratiescherm weer te geven waarmee u de camera kunt instellen. Zie Afbeelding 7 op pagina 17.
6.
Viewer
Aanklikken om live- of afgespeelde video te bekijken. De tijd, datum en camera worden hier weergegeven.
7.
Huidige gebruiker
Hiermee wordt de huidige gebruiker die is aangemeld, weergegeven.
8.
Afsluiten
Aanklikken om u bij het systeem af te melden. Dit kan op elk gewenst moment worden gedaan.
9.
Volledig scherm
Aanklikken om een volledig scherm weer te geven. De bovenste werkbalk is niet zichtbaar in de modus Volledig scherm.
10.
Live-weergave starten/stoppen
Aanklikken om de live-weergave te starten/stoppen.
11.
Vastleggen
Aanklikken om een momentopname van de video vast te leggen De momentopname wordt in de jpeg-indeling opgeslagen in de standaardmap. Zie Lokale configuratie op pagina 17 voor meer informatie.
12.
Opname starten/stoppen
Aanklikken om live-video op te nemen.
13.
Instellingen voor videobeelden
Klik op het gewenste pictogram in het popup-venster en schuif de balk om instellingen voor het videobeeld zoals helderheid, contrast, kleurverzadiging, tint en belichtingstijd in te stellen (belichtingstijd is hetzelfde als sluitersnelheid). De wijzigingen worden direct doorgevoerd en worden ook toegepast op de instellingen in het menu Camera image settings (Instellingen van camerabeeld) (zie pagina 37). Klik op om terug te keren naar de standaardinstellingen.
14.
e-PTZ
Klik hierop om e-PTZ in te schakelen of uit te schakelen. Wanneer dit is ingeschakeld, draait u met het muiswiel om in en uit te zoomen op een beeld op het scherm.
15.
Audio-instellingen
Aanklikken om bi-directionele audio te starten of te stoppen. Opmerking: Er moet een microfoon op uw pc zijn aangesloten voordat u audio kunt verzenden.
16.
Geluid aan/uit
Aanklikken om de audiofunctie in of uit te schakelen.
16
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
De netwerkinstellingen van de camera configureren Zodra de hardware van de camera is geïnstalleerd, configureert u de netwerkinstellingen van de camera via de webbrowser. Met de camerawebbrowser kunt u de camera op afstand configureren met behulp van uw computer. De camera wordt geconfigureerd met behulp van de OSD-menu’s (on-screen display). In het scherm van de webbrowser klikt u op de knop Configuration (Configuratie) op de werkbalk om het configuratiescherm weer te geven. Het lokale configuratievenster wordt weergegeven. Zie Afbeelding 7 op pagina 17. De camera wordt geleverd met alleen Engelstalige schermmenu’s (OSD: onscreen display). Afbeelding 7: Voorbeeld van een configuratiescherm (lokale configuratie wordt weergegeven) Configuratiescherm
Menuscherm
Huidige weergegeven gebruiker
Systeem afsluiten
Wijzigingen opslaan
Er zijn twee hoofdmappen in het configuratiescherm:
Lokale configuratie
Configuratie op afstand
Lokale configuratie Gebruik het menu Local om het netwerktype, de weergavemodus en lokale opslagpaden te beheren. Klik in het Configuratiescherm op Local configuration om het scherm met lokale instellingen weer te geven. Zie Afbeelding 7 en Tabel 2 voor beschrijvingen van de verschillende menuparameters.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
17
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Tabel 2: Overzicht van het scherm Local configuration Parameter
Beschrijving
Protocol type (Protocoltype)
Hier wordt het gebruikte netwerkprotocol opgegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: TCP en UDP.
Stream type (Streamtype)
Hier wordt opgegeven welke streamingmethode wordt gebruikt. De volgende opties zijn beschikbaar: Main Stream (Hoofdstream) en Sub Stream (Substream). Main is de standaardinstelling.
Display mode (Weergavemode)
Hiermee wordt de hoogte-breedteverhouding van de afbeelding weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: Full screen (Volledig scherm), 4:3, 16:9 of adjustable (aanpasbaar).
Package file size (Grootte van pakketbestand)
Hiermee wordt de maximale bestandsgrootte weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: 128 MB, 256 MB en 512 MB
Transmission performance (Overdrachtsprestaties)
Geeft de overdrachtssnelheid weer. De volgende opties zijn beschikbaar: Kortste vertragingsmodus, goede real-time, normale real-time en fluency en goede fluency.
Save record file as (Opnamebestand opslaan als)
Hiermee geeft u de map op voor opgenomen bestanden. De standaardmap is C:\Program Data\Web\RecordFiles.
Save captured picture as (Opgenomen beeld opslaan als)
Hiermee geeft u de map op waarin u momentopnamen wilt opslaan De standaardmap is C:\Program Data\Web\BMPCaptureFiles.
Save playback captured picture as (Opgenomen afgespeeld beeld opslaan als)
Hiermee geeft u de map op waarin u afgespeelde bestanden wilt opslaan. De standaardmap is C:\Program Data\Web\PlaybackFiles.
Save download file as (Download bestand opslaan als)
Hiermee geeft u de map op voor downloadbestanden. De standaardmap is C:\Program Data\Web\DownloadFiles.
Configuratie op afstand Gebruik het scherm Remote configuration (Configuratie op afstand) om de server, het netwerk, de camera’s, alarmen, gebruikers, transacties en andere parameters, zoals het bijwerken van de firmware, te configureren. Zie Afbeelding 8 en Tabel 3 voor beschrijvingen van de verschillende beschikbare mappen.
18
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Afbeelding 8: Scherm Remote configuration (Configuratie op afstand) (menu Basic information (Basisinformatie) is geselecteerd)
Tabel 3: Overzicht van het scherm Remote configuration (Configuratie op afstand) Configuratiemappen
Beschrijving
Basic information (Basisinformatie)
Hiermee wordt de naam van de camera en het RS-485-busID gedefinieerd. Dit scherm geeft ook het MAC-adres, apparaattype, apparaat-SN en de versie van de huidige firmware weer. Zie Informatie over de camera op pagina 20.
Channel Parameters (Kanaalparameters)
Hiermee definieert u de schermeigenschappen van de camera, opnameparameters en -schema’s, parameters voor bewegingsdetectie, beeldkwaliteit, alarmreactie en tekst op videobeelden. Zie Hoofdstuk 4 Configuratie van de camera” op pagina 25.
Network parameters (Netwerkparameters)
Hier definieert u de netwerkparameters voor het bedienen van de camera via het internet. Zie Netwerkparameters op pagina 20.
Serial settings (Seriële instellingen)
Hiermee definieert u de RS-485- en RS-232-communicatieinstellingen. Zie Seriële poortinstellingen op pagina 23.
Alarm Parameters (Alarmparameters)
Hier definieert u hoe de camera alarmen moet verwerken, zoals ingangstype, alarmmeldingen en schema’s en duur van de reactie. Zie Alarmparameters op pagina 28.
Deployment time (Implementatietijd)
Hiermee worden de schema’s gedefinieerd waarmee gebeurtenissen worden geregistreerd. Zie Gebeurtenissen plannen op pagina 30.
User Management (Gebruikersbeheer)
Hier definieert u wie de camera mag gebruiken, hun wachtwoorden en toegangsrechten. Zie Gebruikersbeheer op pagina 41.
HDD management (HDD-beheer) Hier bepaalt u hoe de in de camera gebruikte SDHC-kaart moet worden geformatteerd. Zie De SDHC-kaart formatteren op pagina 44. Remote upgrade (Upgrade op afstand)
Hier bepaalt u hoe de firmware van de camera moet worden bijgewerkt. Zie De firmware bijwerken op pagina 45.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
19
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Configuratiemappen
Beschrijving
Default (Standaard)
Hiermee herstelt u de standaardinstellingen. Zie Standaardinstellingen herstellen op pagina 44.
Reboot device (Apparaat opnieuw opstarten)
Hiermee wordt de camera opnieuw opgestart. Zie De camera opnieuw opstarten op pagina 45.
Informatie over de camera Gebruik het menu Basic information (Basisinformatie) om de cameranaam en het RS-485-bus-ID te definiëren. De standaardapparaatnaam is ‘IP Camera’ en het apparaat-ID is 88. De naam van de camera mag maximaal 12 alfanumerieke tekens bevatten. Er zijn ook verschillende parameters vooraf ingevuld en deze kunnen niet handmatig worden gewijzigd, zoals de versies van de camera, encoder, het scherm en de hardware.
Netwerkparameters Toegang tot de camera via een netwerk vereist de definitie van een aantal netwerkinstellingen. Gebruik de map Network Parameters (Netwerkparameters) om de netwerkinstellingen te definiëren. Zie Afbeelding 9 op pagina 21 voor meer informatie. Opmerking: Wanneer een netwerkparameter is gewijzigd, wordt u via de camera gevraagd om op te slaan en opnieuw op te starten.
20
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Afbeelding 9: Scherm Network subfolder (Netwerksubmap) (moet worden bijgewerkt geen NFS)
Tabel 4: Netwerkparameters Parameter
Beschrijving
Network (Netwerk)
NIC Type (NIC-type): Hier wordt het NIC-type opgegeven. De standaardwaarde is 10M/100M Auto. De overige opties zijn: 10M halfdup, 10M full-dup, 100M half-dup en 100M full-dup en 10M/100M auto. De standaardinstelling is 10M/100M. IP-address (IP-adres): Hier wordt het IP-adres van de camera opgegeven. Subnet Mask (Subnetmasker):Hier wordt het subnetmasker opgegeven. De standaardwaarde is 255.255.255.0. Gateway:Hier wordt het IP-adres van de gateway opgegeven. De standaardwaarde is 0.0.0.0. DNS Server (DNS-server):Hier stelt u de DNS-server voor uw netwerk in. De standaardwaarde is 0.0.0.0. HTTP Port (HTTP-poort): Hier wordt opgegeven welke poort wordt gebruikt voor de Internet Explorer (IE)-browser. De standaardwaarde is 80.
PPPoE
Gebruik deze optie om een dynamisch IP-adres op te halen.
DDNS
Hiermee geeft u een DynDNS- of IP-server op.
NFS
Voor toekomstig gebruik.
E-mail
Hiermee geeft u het e-mailadres op waar berichten naartoe worden gestuurd wanneer er een alarm is. Het is niet mogelijk om een bijlage bij de e-mail te voegen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
21
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
U definieert de netwerkparameters als volgt: 1. Klik in de map Network Parameters (Netwerkparameters) op de submap Network setting (Netwerkinstelling) om het venster te openen. Selecteer de gewenste waarde in de vervolgkeuzelijst NIC Type (NIC-type). Voer de waarden in voor het IP-adres, het subnetmasker, de gateway, DNSserver en HTTP-poort. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. 2. Klik op de submap PPPoE setting (PPPoE-instelling) om het venster te openen en selecteer Enable PPPoE (PPPoE inschakelen). Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. 3. Klik op de submap DDNS setting (DDNS-instelling) om het venster te openen en selecteer Enable DDNS (DDNS inschakelen). Voer IP-server of DynDNS in als het protocol. Als DynDNS is geselecteerd, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in dat is geregistreerd bij de DynDNS-website. De domeinnaam is die van de DynDNS-website. Klik op Save (Opslaan) om wijzigingen op te slaan en terug te gaan naar het menu Network settings (Netwerkinstellingen).
4. Klik op de submap E-mail setting (E-mailinstelling) om het venster te openen en voer de SMTP-server, SMTP-poort, gebruikersnaam en het wachtwoord en de adressen van de e-mailafzender en -ontvanger in. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
22
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
2BHoofdstuk 3: Netwerk- en streamingconfiguratie
Seriële poortinstellingen Gebruik de map Serial setting (Seriële instelling) om de RS-232- en RS-485communicatie-instellingen te definiëren. Indien een PTZ-camera is aangesloten op deze camera, moeten de RS-485instellingen hetzelfde zijn als het gebruikte PTZ-protocol. Afbeelding 10: Menu RS-485 setting (RS-485-instelling)
Opmerking: Wanneer een parameter is gewijzigd in een van deze menu’s, wordt u via de camera gevraagd om op te slaan en opnieuw op te starten. Tabel 5: RS-232- en RS-485-poortinstellingen Item
Beschrijving
Bits per second (Bits per seconde)
Standaardwaarde van de baudsnelheid voor de RS-232-poort is 9600. Standaardwaarde van de baudsnelheid voor de RS-485-poort is 9600.
Data Bits (Databits)
De standaardwaarde is 8.
Stop Bits (Stopbits)
De standaardwaarde is 1.
Parity (Pariteit)
De standaardwaarde is None (Geen).
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
23
Hoofdstuk 4 Configuratie van de camera In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera via een webbrowser kunt configureren. U moet beschikken over systeembeheerderrechten op uw computer om de camera via internet te kunnen configureren.
Cameraparameters In deze sectie wordt beschreven hoe u de camera-instellingen kunt aanpassen in het venster Channel Parameter (Kanaalparameter). Er zijn acht submappen die hieronder worden beschreven: •
Display settings (Display-instellingen): Hier kunt u definiëren hoe de datum en tijd op het scherm worden weergegeven. Standaard wordt de naam in de rechter benedenhoek van het scherm weergegeven en de datum/tijd bovenaan. Zie Definiëren hoe informatie op het scherm wordt weergegeven op pagina 26 voor meer informatie over het definiëren van de cameranaam.
•
Video settings (Video-instellingen): Hier wordt gedefinieerd hoe de camera een gebeurtenis opneemt. Streamingmodus, streamingtype, resolutie, beeldkwaliteit, bitsnelheid en videocompressie kunnen allemaal worden aangepast. Zie De systeemtijd definiëren op pagina 27 voor meer informatie.
•
Schedule record (Opname plannen): Hiermee kunt het opnameschema van de camera definiëren. Zie Een opnameschema definiëren op pagina 32.
•
Motion Detection (Bewegingsdetectie): Hier kunt u het schermgebied waarbinnen een reactie wordt geactiveerd en de reactiemethode definiëren. Zie Bewegingsdetectiealarmen op pagina 34.
•
Text overlay (Tekst op beeld): Hier kunt u maximaal vier regels extra tekst op beeld definiëren. Deze tekst kan op een willekeurige plaats worden gezet. Zie Extra tekst op het scherm toevoegen op pagina 37.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
25
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
•
Camera setting (Camera-instelling): Hiermee definieert u parameters voor de beeldkwaliteit en camerafuncties zoals sluitertijd, irismodus, dag/nachtmodus, IR-modus, beeld spiegelen, voedingsmodus en witbalans.
•
Time & date (Datum en tijd): Hiermee definieert u de synchronisatie van de datum en tijd met de NTP-server.
Alle gemaakte wijzigingen gelden alleen voor de camera die wordt geconfigureerd. Parameters kunnen niet naar een andere camera worden gekopieerd. Opmerking: Wanneer schemaparameters zijn gewijzigd, wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten na het opslaan van de wijzigingen. Afbeelding 11: Map Channel parameters (Kanaalparameters) (Menu Display setting (Display instelling) wordt weergegeven)
Definiëren hoe informatie op het scherm wordt weergegeven Naast de cameranaam, kunnen ook de systeemdatum en -tijd van de camera op het scherm worden weergegeven. U kunt ook definiëren hoe de tekst op het scherm wordt weergegeven.
26
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
U plaatst de datum/tijd als volgt op het scherm: 1. Klik in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) op de submap Display Settings (Display-instellingen) om het venster te openen. 2. Schakel het selectievakje Date&Time (Datum en tijd) in om de datum/tijd op het scherm weer te geven. 3. Schakel het selectievakje Week in als u de weekdag in de schermweergave wilt opnemen. 4. Selecteer de datumnotatie in de keuzelijst Date format (Datumnotatie). U kunt kiezen uit de volgende notaties: •
JJJJ-MM-DD
•
MM-DD-JJJJ (Standaard)
•
DD-MM-JJJJ
5. Selecteer de tijdnotatie in de keuzelijst Time format (Tijdnotatie). U kunt kiezen uit de volgende notaties: 24 uur en 12 uur. 6. Selecteer een weergavemodus voor de camera in de keuzelijst OSD Status (OSD-status). De weergavemodi zijn als volgt: •
Transparent & Non-Flashing (Transparant & niet-knipperend). Het schermbeeld is zichtbaar door de tekst. Dit is de standaardinstelling.
•
Transparent & Flashing (Transparent & knipperend). Het schermbeeld is zichtbaar door de tekst. De tekst knippert aan en uit.
•
Non-Transparent & Unflickeirng (Niet-transparant & niet-knipperend). Het schermbeeld is zichtbaar achter de tekst.
•
Non-Transparent & Flashing (Niet-transparant & knipperend). Het schermbeeld is zichtbaar achter de tekst. De tekst knippert aan en uit.
7. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
De systeemtijd definiëren NTP (Network Time Protocol) is een protocol voor het synchroniseren van de klokken van netwerkapparaten zoals IP-camera’s en computers. Als u netwerkapparaten op een speciale NTP-tijdserver aansluit, zijn ze allemaal gesynchroniseerd. U definieert de systeemdatum en -tijd als volgt: 1. Klik in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) op de submap Time & Date (Datum en tijd) om het venster te openen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
27
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
2. Selecteer een van de opties voor het instellen van datum en tijd: Synchroniseren met een NTP-server: Schakel het selectievakje in en voer het NTP-adres van de server in. - Of Handmatig instellen: Voer de huidige waarden voor datum en tijd in. 3. Selecteer uw tijdzone. 4. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Alarmparameters Gebruik dit menu om te selecteren hoe moet worden omgegaan met externe alarmingangen en alarmuitgangen. Afbeelding 12: Scherm voor Alarmingang
Ga als volgt te werk om een externe alarmingang in te stellen: 1. Klik in de map Alarm Parameters (Alarmparameters) op de submap Alarm Input (Alarmingang) om het venster te openen. 2. Selecteer een van de externe alarmingangen in de vervolgkeuzelijst Alarm input (Alarmingang), A1 of A2.
28
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
3. Selecteer een ingangstype in het vak Relay status (Relaisstatus). Alarmingangstype verwijst naar het type sensor. U kunt Normal Open (NO) (Normaal geopend) of Normal Close (NC) (Normaal gesloten) selecteren. NO is de standaardinstelling. Opmerking: Een camera kan pas een alarm opnemen als het opnameschema en het alarmtype zijn ingeschakeld. Zie Een opnameschema definiëren op pagina 32 voor meer informatie. 4. Selecteer hoe u wilt worden gewaarschuwd over een extern alarm. Schakel een of meer van de volgende reactiemethoden in: Email link (E-mailkoppelingen)
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Er kan geen bijlage bij de e-mail worden gevoegd. Zie Netwerkparameters op pagina 20 voor informatie over het instellen van de e-mailkoppeling.
Trigger alarm output (Activering alarmuitgang)
De alarmuitgang van de camera wordt geactiveerd. Er kunnen maximaal twee alarmuitgangen worden geselecteerd.
Trigger recording (Opname Hiermee wordt de opname gestart in de camera. inschakelen) Opmerking: Alleen beschikbaar voor camera’s met een SDHC-kaart.
5. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: Via de camera wordt u gevraagd opnieuw op te starten om de wijzigingen in het schema door te voeren. Ga als volgt te werk om een alarmrelaisuitgang in te stellen: 1. Open het scherm Alarm Output (Alarmuitgang) in de map Alarm Parameters.
2. Selecteer een van de alarmuitgangen in de vervolgkeuzelijst Alarm output (Alarmuitgang), A1 of A2. 3. Selecteer de vertragingstijd voor de alarmuitgang. De alarmuitgangvertraging is de tijdsduur waarin het relais operationeel is nadat het alarm afgaat. Selecteer een optie voor Delay (Vertraging): 5, 10 en 30 seconden, 1, 2, 5 en 10 minuten, en Manual stop (Handmatig stoppen). Indien Manual stop (Handmatig stoppen) is geselecteerd, stopt de alarmuitgang alleen wanneer de alarmingang stopt. 4. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
29
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Opmerking: Via de camera wordt u gevraagd opnieuw op te starten om de wijzigingen in het schema door te voeren.
Gebeurtenissen plannen Gebruik het menu Deployment time (Implementatietijd) om te plannen wanneer gebeurtenissen kunnen worden geregistreerd. Hiermee wordt opgegeven wanneer de alarmingangen en -uitgangen en de bewegingsdetectie in werking treden. Buiten deze geplande perioden kan het systeem geen gebeurtenissen registreren. U kunt maximaal vier gebeurtenisperioden per dag configureren. Het gebeurtenisschema treedt pas in werking als u de bewegingsdetectieparameters hebt gedefinieerd (zie pagina 34) en de alarmingang- en uitgangparameters (zie pagina 28.) Het opnameschema voor bewegingsdetectie moeten binnen de tijdsperiode van het gebeurtenisschema vallen. Afbeelding 13: Menu Deployment time (Implementatietijd)
U definieert een gebeurtenisschema als volgt: 1. Klik op de map Deployment (Implementatie) om het scherm te openen. 2. Selecteer bij Event type (Gebeurtenistype) de optie die moet worden gepland in de vervolgkeuzelijst. Er zijn vijf opties: Motion detection, (bewegingsdetectie), input port 1 (ingangspoort 1), input port 2 (ingangspoort 2), output port 2 (uitgangspoort 2) en output port 2 (uitgangspoort 2). 3. Selecteer de dag van de week en de tijdperiode voor het gebeurtenisschema. De tijdsperioden mogen niet overlappen. 4. Selecteer een andere dag van de week om het gebeurtenisschema in te stellen. - Of Kopieer het gebeurtenisschema naar andere dagen van de week door de gewenste dagen te selecteren en klik op Copy (Kopiëren). 5. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. 30
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Opnameparameters definiëren U kunt de video-opnameparameters aanpassen om de beeldkwaliteit en bestandsgrootte te verkrijgen die het meest geschikt is voor uw behoeften. Afbeelding 14 hieronder geeft een overzicht van de opnameopties die u voor de camera kunt configureren. Afbeelding 14: Menu Video setting (Video-instelling)
Parameter
Beschrijving
Channel name (Kanaalnaam)
Naam van de camera
Hier wordt opgegeven welke dubbele streamingmethode wordt gebruikt. Encoding parameters (Coderingsparameters) De volgende opties zijn beschikbaar: Main Stream (Hoofdstream) en Sub Stream (Substream). De standaardinstelling is Main Stream (Hoofdstream). Stream type (Streamtype)
Hier wordt het streamtype opgegeven waarmee u wilt opnemen. Selecteer Video als u alleen videostreaming wilt opnemen. Selecteer Video&Audio om zowel video- als audiostreams op te nemen. De standaardwaarde is Video&Audio.
Resolution (Resolutie)
Hier wordt de opnameresolutie opgegeven. Een hogere beeldresolutie biedt een hogere beeldkwaliteit maar vereist ook een hogere bitsnelheid. Welke resolutieopties worden vermeld is afhankelijk van het type camera en of gebruik wordt gemaakt van de hoofdstream of de substream. Als u deze optie wijzigt, moet u de camera opnieuw starten om de wijzigingen door te voeren. De opties zijn: Hoofdstream: 352*240, 352 *288, 640*480, 704*480, 704*576, 800*600, 1280*720, 1280*960, 1600*1200, 1600*912, 1920 *1080, 2048*1536 en 2560*1920 Substream: 176*144, 320*240 en 352*240 Opmerking: Resoluties kunnen verschillen, afhankelijk van het cameramodel.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
31
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Parameter
Beschrijving
Image quality (Beeldkwaliteit)
Hier kunt u het kwaliteitsniveau voor de video opgeven. Waarde is vooraf ingesteld op Hoog. Deze kan niet worden gewijzigd.
Bit rate type (Bitsnelheidstype)
Hier kunt u opgeven of de variabele of vaste bitsnelheid wordt gebruikt. Een variabele bitsnelheid geeft een hogere kwaliteit die geschikt is voor het downloaden en streamen van video. De standaardinstelling is Variable (Variabel)
Max Bitrate (Max. bitsnelheid)
Hier wordt de maximaal toegestane bitsnelheid ingesteld. Bij een hogere beeldresolutie moet tevens een hogere bitsnelheid worden geselecteerd. De volgende opties zijn beschikbaar: 32 bps, 48, 64, 80, 96, 128, 160, 192, 224, 256, 320, 384, 448, 512, 640, 768, 896, 1024, 1536, 1792, 2048, Custom (Aangepast: handmatig een waarde invoeren). De standaardinstelling is 2048.
Frame rate (Framesnelheid)
Hier wordt de framesnelheid voor de geselecteerde resolutie ingesteld. De framesnelheid is het aantal videoframes dat per seconde wordt weergegeven of verzonden. De standaardwaarde is 25 (PAL)/ 30 (NTSC).
I frame interval (Interval I-frame)
Een videocompressiemethode. Het is raadzaam om de weergegeven standaardinstelling niet te wijzigen: 25.
Multicast address (Multicast-adres)
Hier wordt een D-klasse IP-adres opgegeven tussen 224.0.0.0 en 239.255.255.255. U hoeft deze optie niet op te geven als u geen gebruik maakt van de multicast-functie. Sommige routers staan het gebruik van de multicast-functie niet toe ter voorkoming van netwerkstormen. De standaardwaarde is 0.0.0.0.
RTSP Port (RTSPpoort)
Hier wordt de RSTP-poort opgegeven. De standaardwaarde is 554.
Video encoder type (Videocoderingstype)
Geeft de gebruikte video-encoder weer. De volgende opties zijn beschikbaar: H2.64 en MPEG4
Een opnameschema definiëren U kunt een opnameschema voor de camera definiëren in het venster Schedule Recordings (Opnames plannen). De opname wordt opgeslagen op de SDHCkaart in de camera. Hoewel de opnames op een DVR worden opgenomen, biedt de SDHC-kaart van de camera een back-up voor als er zich bijvoorbeeld een netwerkfout voordoet. Het geselecteerde opnameschema geldt voor alle alarmtypen. U wordt gevraagd de camera opnieuw op te starten na het wijzigen van het schema. Opnametijden na gebeurtenissen De opnametijd na de gebeurtenis wordt gebruikt als de bewegingsdetectie en/of externe alarmen zijn ingeschakeld. Wanneer een extern of bewegingsalarm wordt vrijgegeven, blijft de camera opnemen op basis van de waarde die voor
32
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
deze optie is opgegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: 5 (standaard), 10, 30 seconden, 1, 2, 5 en 10 minuten. U kunt als volgt een opnameschema definiëren: 1. Klik in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) op de submap Schedule record (Opname plannen) om het venster te openen. 2. Klik op het vak Enable Recording (Opname inschakelen) om het opnemen in te schakelen. Opmerking: Als u de opname wilt uitschakelen, deselecteert u de optie. 3. Selecteer de naopnametijd in de vervolgkeuzelijst. 4. Selecteer of de opname voor de hele week is (All day recording - Elke dag opnemen) of voor specifieke dagen van de week (Section recording - Sectie opnemen).
5. Als u All day recording (Elke dag opnemen) hebt geselecteerd, selecteert u een van de opnametypen om op te nemen uit de vervolgkeuzelijst: •
Schedule recording (Opname plannen). Dit is continu opnemen.
•
Motion detection (Bewegingsdetectie)
•
Alarm record (Alarmopname)
•
Motion or alarm (Beweging of alarm)
•
Motion and alarm (Beweging en alarm)
- Of Als u Section recording (Sectie opnemen) in de linker kolom hebt geselecteerd, klikt u op de gewenste dag van de week en stelt u voor sectie (periode) 1 de begin- en eindtijden in waarop u de camera wilt laten starten en stoppen met de opname. Er kunnen maximaal vier tijdsperioden worden geselecteerd. Selecteer een van de opnametypen die u wilt opnemen voor elke tijdsperiode in de vervolgkeuzelijst. Opmerking: De vier tijdsperioden mogen elkaar niet overlappen. 6. Stel zo nodig de opnameperioden in voor de andere dagen van de week. Gebruik de optie Copy To (Kopiëren naar) om de opnameperioden naar een andere weekdag te kopiëren. TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
33
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
7. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. Opmerkingen •
Via de camera wordt u gevraagd opnieuw op te starten om het gewijzigde schema door te voeren.
•
Als u het opnametype hebt ingesteld op Motion detection (Bewegingsdetectie) of een gelijksoortig alarmtype, moet het bewegingsdetectiealarm zijn gedefinieerd om bewegingsopnamen te kunnen starten. Zie Bewegingsdetectiealarmen hieronder voor meer informatie.
Bewegingsdetectiealarmen U kunt bewegingsdetectiealarmen definiëren. Een bewegingsdetectiealarm verwijst naar een alarm dat wordt geactiveerd wanneer de camera een beweging detecteert. Het bewegingsalarm wordt echter alleen geactiveerd als het zich voordoet tijdens een geprogrammeerde bewakingsperiode. Selecteer het gevoeligheidsniveau voor bewegingen alsmede de doelgrootte, zodat alleen belangrijke objecten een bewegingsdetectie kunnen activeren. De bewegingsdetectie wordt bijvoorbeeld geactiveerd door de beweging van een persoon, maar niet van een kat. U kunt het gebied waar de beweging moet worden gedetecteerd, de bewegingsgevoeligheid, het schema wanneer de camera beweging moet detecteren alsmede de methodes die moeten worden gebruikt om u op de hoogte te stellen van een bewegingsalarm op het scherm definiëren. Gebruik het scherm Motion Detection (Bewegingsdetectie) in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) om de instellingen voor bewegingsdetectie te wijzigen. Het opnameschema van de bewegingsdetectie moet binnen de tijdsperiode van het gebeurtenisschema vallen om juist te kunnen werken. Zie Gebeurtenissen plannen op pagina 28 voor meer informatie.
34
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Afbeelding 15: Motion detection-menu (Bewegingsdetectie)
Als u een bewegingsdetectiealarm wilt wijzigen, moet u het volgende doen: 1. Events schedule (Gebeurtenisschema): Hiermee definieert u het schema wanneer de systeemingangen en -uitgangen werken zodat alarmen kunnen worden gedetecteerd. Zie Gebeurtenissen plannen op pagina 28. 2. Recording schedule (Opname plannen): Hiermee definieert u het schema wanneer bewegingsdetectie kan worden opgenomen. Zie Een opnameschema definiëren (zie pagina 32). 3. Settings areas (Gebieden Instellingen): Definieer het schermgebied waarbinnen een bewegingsdetectiealarm kan worden geactiveerd en het gevoeligheidsniveau. Zie hieronder. 4. Linkage (Koppelingen): Specificeer de reactiemethode voor het alarm. Zie hieronder. U definieert de bewegingsdetectiegebieden en de reactiemethode als volgt: Opmerking: De opnameschema’s voor implementatie en bewegingsdetectie moeten ook worden gedefinieerd als beweging moet worden gedetecteerd en opgenomen. Zie ook Gebeurtenissen plannen op pagina 28 en Een opnameschema definiëren op pagina 32. 1. Klik in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) op de submap Motion Detection (Bewegingsdetectie) om het venster te openen. 2. Schakel het vakje Enable Motion Detection (Bewegingsdetectie inschakelen) in. Opmerking: Schakel de optie Enable Motion Detection (Bewegingsdetectie inschakelen) uit om het bewegingsdetectiealarm uit te schakelen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
35
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
3. Definieer een of meerdere bewegingsdetectiegebieden. Klik op het tabblad Zone settings (Zone-instellingen) om het bewegingsdetectiescherm weer te geven. Plaats uw muisaanwijzer op een punt op het scherm vanwaar u wilt beginnen met het markeren van het bewegingsdetectiegebied en om het gebied aan te geven dat gevoelig moet zijn voor beweging. U kunt meerdere gebieden definiëren.
Opmerking: U kunt niet een reeds getekend gebied aanpassen. Klik op Clear All (Alles wissen) om alle gemarkeerde gebieden te verwijderen en opnieuw te tekenen. 4. Selecteer het gevoeligheidsniveau voor de bewegingsdetectie uit de vervolgkeuzelijst. Alle gebieden beschikken over hetzelfde gevoeligheidsniveau. 5. Klik op het tabblad Linkage (Verbindingen). Het scherm Linkage (Koppelingen) wordt weergegeven.
6. Schakel een reactiemethode in voor het systeem wanneer een bewegingsdetectiealarm wordt geactiveerd. Schakel een of meer van de volgende reactiemethoden in:
36
Email link (E-mailkoppelingen)
Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Zie Netwerkparameters op pagina 20 voor meer informatie.
Trigger alarm output (Activering alarmuitgang)
De alarmuitgang van de camera wordt geactiveerd. Er kunnen maximaal twee alarmuitgangen worden geselecteerd.
Trigger recording (Opname inschakelen)
Hiermee wordt de opname gestart in de camera (A1)
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
7. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Extra tekst op het scherm toevoegen U kunt maximaal vier regels tekst op het scherm toevoegen. Met deze optie kunnen bijvoorbeeld contactgegevens voor in noodgevallen worden weergegeven. Een tekstregel kan overal op het scherm worden geplaatst. Ga als volgt te werk om extra tekst op het scherm toe te voegen: 1. Klik in de map Channel Parameters (Kanaalparameters) op de submap Text Overlay (Tekst op beeld) om het venster te openen. 2. Schakel het vakje OSD text (OSD-tekst) in voor de eerste regel tekst. 3. Voer de tekst in de kolom Text information (Tekstinformatie) in. Er kunnen maximaal 22 alfanumerieke tekens worden gebruikt. 4. Voer de coördinaten voor X en Y in van de tekstregel op het scherm. De waarden voor de positie kunnen tussen 1 en 512 liggen. 5. Herhaal de stappen 2 en 4 voor extra regels tekst, door telkens het volgende tekenreeksnummer te kiezen. 6. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Het videobeeld configureren Het kan zijn dat u het camerabeeld moet aanpassen, afhankelijk van het cameramodel of de achtergrond van de locatie, om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. U kunt de helderheid, het contrast, de verzadiging, en de scherpte van het videobeeld aanpassen. Zie Afbeelding 17 hieronder. Helderheid, contrast, verzadiging, tint en sluitersnelheden kunnen ook worden aangepast in de live-modus met behulp van het popup-menu Video image (Videobeeld). Zie item 13 Afbeelding 16 op pagina 38 voor meer informatie. Gebruik dit menu ook om parameters voor de beeldkwaliteit zoals sluitertijd, irismodus, dag/nachtmodus, IR-modus, beeld spiegelen, voedingsmodus en witbalans te wijzigen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
37
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Afbeelding 16: Menu Camera image settings (Camerabeeldinstellingen) (het 4CIFcamerascherm wordt weergegeven)
Parameter
Beschrijving
Brightness (Helderheid) Video saturation (Videoverzadiging) Scherpte (Sharpness)
Hiermee wijzigt u de verschillende elementen van beeldkwaliteit door de positie van de waarden te wijzigen voor elke parameter.
Shutter (Sluiter)
De optie voor het instellen van de sluitertijd regelt hoe lang de lensopening is geopend om licht in de camera toe te laten. Selecteer een hogere waarde om bewegingen te zien en een lagere waarde om helderdere beelden te zien. Welke instellingen beschikbaar zijn, hangt af van het gebruikte lenstype.
Iris mode (Irismodus)
Er zijn twee instellingen, Manual (Handmatig) en DC Iris. Het type lens bepaalt welke instelling wordt gebruikt.
IR mode (IR-modus)
Hiermee definieert u of de camera in dag- of nachtmodus werkt. De dagoptie (kleur) kan bijvoorbeeld worden gebruikt als de camera zich binnenshuis bevindt, waar de hoeveelheid licht altijd goed is. Opties: Day (Dag): Camera staat altijd in de dagmodus. Night (Nacht): Camera staat altijd in de nachtmodus. Auto (Automatisch): De camera detecteert automatisch welke modus moet worden gebruikt. De standaardinstelling is Auto.
Day/Night (Dag/Nacht)
Hiermee regelt u de gevoeligheid van de camera voor kleur of zwart-wit. Opties: Low (Laag), Normal (Normaal) of High (Hoog). De standaardinstelling is Normaal.
IR cut delay (IR-afkapvertraging)
38
Hiermee past u de vertragingstijd aan zodat deze afwisselt tussen de dag- en nachtmodus.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
3BHoofdstuk 4: De camera configureren
Parameter
Beschrijving
WDR level 1 (WDR niveau 1) WDR level 2 (WDR niveau 2)
Alleen 4CIF-cameramodellen. Wanneer dit is ingeschakeld, stelt de WDR-technologie (wide dynamic range) u in staat de details van voorwerpen in de schaduw of details van voorwerpen in felverlichte plaatsen te zien in beelden met een groot contrast tussen lichte en donkere plekken. Gebruik deze twee schuifbalken om het WDR-niveau aan te passen.
WDR contrast level (WDRcontrastniveau)
Alleen 4CIF-cameramodellen. Hiermee past u het WDR-contrastniveau aan.
BLC (TLC Tegenlichtcompensatie)
Alle cameramodellen behalve de 2 megapixel-camera. De tegenlichtcompensatiefunctie verbetert de beeldkwaliteit wanneer het licht in de achtergrond fel is. Hiermee wordt voorkomen dat het object in het midden te donker is weergegeven. De TLC-functie inschakelen/uitschakelen.
Image flip (Beeld spiegelen)
Niet beschikbaar op 4CIF-cameramodellen. Gebruik deze functie om de oorspronkelijke afbeelding te wijzigen in een gespiegelde afbeelding. Dit is met name handig als bijvoorbeeld de camera ondersteboven moet worden geïnstalleerd. De afbeelding kan horizontaal (omhoog/omlaag), verticaal (rechts/links) worden gespiegeld of worden gecentreerd. De standaardwaarde is None (Geen). Opmerking: De tekst op het scherm wordt niet gespiegeld.
White balance (Witbalans)
White balance (Witbalans) (WB) vertelt de camera hoe de kleur wit eruit ziet. Op basis van deze gegevens, geeft de camera alle kleuren op de juiste wijze weer, zelfs als de kleurtemperatuur van het beeld verandert, zoals bijvoorbeeld van daglicht in TL-licht. Selecteer een van de opties: Auto (Automatisch): De witbalans wordt automatisch bepaald. White balance 1 (Witbalans 1): Witbalans voor binnenomgevingen. White balance 2 (Witbalans 2): Witbalans voor buitenomgevingen. Deze optie is alleen beschikbaar op 4CIFcamera-modellen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
39
Hoofdstuk 5 Camerabeheer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de camera na installatie en configuratie moet worden gebruikt. U heeft toegang tot de camera via een webbrowser.
Gebruikersbeheer In deze sectie wordt beschreven hoe u gebruikers kunt beheren in het scherm User Management (Gebruikersbeheer). U kunt:
Gebruikers toevoegen of verwijderen
Wachtwoorden wijzigen
Alleen de systeembeheerder kan gebruikers beheren. De beheerder kan maximaal 15 verdere afzonderlijke gebruikers maken. Wanneer u een nieuwe gebruiker toevoegt aan de lijst, kan de systeembeheerder deze een eigen wachtwoord geven of een standaard wachtwoord gebruiken. Zie Afbeelding 17 hieronder. Afbeelding 17: Scherm User management (Gebruikersbeheer)
Met wachtwoorden wordt de toegang tot de camera beperkt en hetzelfde wachtwoord kan door verschillende gebruikers worden gebruikt. Als u een nieuwe gebruiker aanmaakt, moet u een wachtwoord toekennen aan de gebruiker. Er wordt geen standaard wachtwoord verschaft voor alle gebruikers. Gebruikers kunnen hun wachtwoord wijzigen. Alleen de systeembeheerder kan echter een wachtwoord aanmaken voor een gebruiker. Beheerderswachtwoorden mogen maximaal vier cijfers bevatten, van 1 tot 4. TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
41
4BHoofdstuk 5: Camerabeheer
Opmerking: Bewaar het systeembeheerderwachtwoord op een veilige plaats. Als u het bent vergeten, neemt u contact op met de technische ondersteuning. U kunt beheren wie een verbinding kan maken met een camera aan de hand van het IP van de gebruiker en het fysieke (MAC) adres dat is ingevoerd voor een gebruiker. Als u een gebruiker instelt met een MAC-adres van de computer van een gebruiker, hebben andere computers geen toegang tot de camera. Alle gebruikers kunnen een verbinding maken met een camera wanneer de IP- en MAC-adressen zijn ingesteld op nul. De toegangsrechten van de gebruiker moeten voor elke camera afzonderlijk zijn ingesteld. Typen gebruikers De toegangsrechten van een gebruiker tot het systeem worden automatisch bepaald aan de hand van het gebruikerstype. Er zijn drie typen gebruiker:
Admin (Beheerder): Dit is de systeembeheerder. De beheerder kan alle instellingen configureren. Alleen de beheerder kan gebruikersaccounts maken en verwijderen. De beheerder kan niet worden verwijderd.
Operator: Deze gebruiker kan alleen de configuratie van zijn/haar eigen account wijzigen. Een operator kan niet andere gebruikers maken of verwijderen.
Viewer (Alleen-lezen): Deze gebruiker kan de live-modus gebruiken, opnemen en afspelen en momentopnamen maken. Zij kunnen echter geen configuratie-instellingen wijzigen of in de logboeken naar gebeurtenissen zoeken.
Gebruikers toevoegen en verwijderen De beheerder kan maximaal 15 gebruikers aanmaken. Alleen de systeembeheerder kan gebruikers aanmaken of verwijderen. Ga als volgt te werk om een gebruiker toe te voegen: 1. Klik op de map User management (Gebruikersbeheer) om het scherm te openen. 2. Selecteer de knop Add (Toevoegen). Het scherm User management (Gebruikersbeheer) verschijnt.
3. Voer een gebruikersnaam in. De naam mag uit maximaal 16 alfanumerieke tekens bestaan.
42
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
4BHoofdstuk 5: Camerabeheer
4. Wijs een wachtwoord toe aan de gebruiker. Wachtwoorden kunnen uit maximaal 16 alfanumerieke tekens bestaan. 5. Voer het IP-adres en het fysieke adres (MAC-adres) van de computer van de gebruiker in. 6. Selecteer het type gebruiker in de vervolgkeuzelijst. De opties zijn Viewer en Operator. 7. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het scherm User management. Ga als volgt te werk om een gebruiker te verwijderen: 1. Klik op de map User management (Gebruikersbeheer) om het scherm te openen. 2. Selecteer de knop Delete (Verwijderen). Het scherm User management (Gebruikersbeheer) verschijnt. 3. Klik op de gewenste gebruiker in de lijst. Selecteer Delete (Verwijderen). Bevestig dat u de gebruiker wilt verwijderen. 4. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
Gebruikergegevens wijzigen U kunt heel eenvoudig de gegevens van een gebruiker wijzigen, zoals naam, wachtwoord of computer-ID. Ga als volgt te werk om gebruikergegevens te wijzigen: 1. Klik op de map User management (Gebruikersbeheer) om het scherm te openen. 2. Selecteer de gebruiker. 3. Klik op de knop Modify (Wijzigen). Het scherm User management (Gebruikersbeheer) wordt weergegeven. 4. Wijzig de gewenste gegevens. Opmerking: De gebruiker Admin (Beheerder) kan alleen worden gewijzigd door het beheerderswachtwoord in te voeren. 5. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
De SDHC-kaart formatteren Gebruik het scherm HDD Configuration (HDD-configuratie) om de capaciteit van de SDHC-kaart in de camera, de beschikbare ruimte erop en de werkstatus van de HDD weer te geven. U kunt de kaart ook formatteren.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
43
4BHoofdstuk 5: Camerabeheer
Voordat u de HDD (de SDHC-kaart) formatteert dient u alle opnames te stoppen. Zodra het formatteren is voltooid, moet u de camera opnieuw opstarten omdat het apparaat anders niet goed functioneert. Wanneer de kaart vol raakt, worden de oudste opnames overschreven. U formatteert de SDHC-kaart als volgt: 1. Klik op de map HDD Management (HDD-beheer) om het scherm te openen.
2. Klik op Select All (Alles selecteren) in de kolom HDD Number (HDDnummer) om de SDHC-kaart te selecteren. Er wordt slechts één HDDoptie weergegeven. 3. Klik op Format (Formatteren). Er wordt een scherm met de status van de formattering weergegeven.
Standaardinstellingen herstellen Gebruik het menu Default (Standaardinstellingen) om de standaardinstellingen voor de camera te herstellen. Er zijn twee opties beschikbaar:
Full mode (Volledige modus): Alle parameters worden hersteld tot de standaardfabrieksinstellingen.
Basic mode (Basismodus): Alle parameters worden hersteld tot de standaardfabrieksinstellingen, behalve het IP-adres, subnetmaskernummer en de poort, in de netwerkinstellingen.
U kunt ook alle parameters herstellen naar de beginwaarden door de knop INITIAL SET onder aan de camera in te drukken (zie Afbeelding 3 op pagina 6). De standaardinstellingen herstellen: 1. Klik op de map Default (Standaardinstellingen) om het scherm te openen. 2. Klik op Full mode (Volledige modus) of Basic mode (Basismodus). U wordt gevraagd om de camera opnieuw op te starten.
44
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
4BHoofdstuk 5: Camerabeheer
De firmware bijwerken De camerafirmware is opgeslagen in het flashgeheugen. Gebruik de upgradefunctie om het firmwarebestand (digicap.DAV) naar het flashgeheugen te schrijven. U moet de firmware bijwerken zodra deze is verouderd. Tijdens het bijwerken van de firmware, blijven alle bestaande instellingen ongewijzigd. Alleen nieuwe functies worden toegevoegd met hun standaardinstellingen. Ga als volgt te werk om de firmware bij te werken via de webbrowser: 1. Download de meest recente firmware naar uw computer vanaf onze website: www.utcfssecurityproductspages.eu/videoupgrades/ 2. Selecteer, in de map Remote configuration (Configuratie op afstand), de submap Remotely upgrade (Op afstand upgraden) om het scherm Remotely upgrade (Extern bijwerken) te openen. 3. Klik op de knop Browse (Bladeren) om het meest recente bestand digicap.DAV op uw computer zoeken. 4. Klik op Update (Bijwerken). U wordt gevraagd om de camera opnieuw op te starten.
De camera opnieuw opstarten De camera kan gemakkelijk opnieuw worden opgestart op afstand. Klik op de map Reboot device (Apparaat opnieuw opstarten) om dit scherm te openen. Klik op OK na de vraag ‘Restart the device?’ (Apparaat opnieuw opstarten?) De camera wordt opnieuw opgestart.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
45
Hoofdstuk 6 Camerabediening In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de camera na installatie en configuratie moet worden gebruikt.
Aan- en afmelden U kunt u eenvoudig aan- en afmelden bij het camerabrowserscherm door op de knop Login (Aanmelden) op de menubalk te drukken. U wordt telkens gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren bij het aanmelden. Afbeelding 18: Dialoogvenster Login (Aanmelden)
Er is slecht één camera toegankelijk vanuit een webbrowservenster. Indien er meerdere camera’s via het netwerk zijn verbonden, opent u een afzonderlijk webbrowservenster voor elke afzonderlijke camera.
Live-weergavemodus Zodra u bent aangemeld, opent u het webbrowserscherm van de camera en klikt u op Live op de menubalk om de live-modus weer te geven. Zie Afbeelding 6: Webbrowserinterface op pagina 15 voor een beschrijving van de interface. U kunt de live-weergave stoppen en starten door op de knop Live-weergave starten/stoppen te klikken
onder aan het scherm.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
47
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
De beeldkwaliteit aanpassen Klik op de knop voor beeldkwaliteit in het live-modusscherm om een popupvenster te laten verschijnen waarmee u instellingen voor het videobeeld kunt aanpassen, zoals helderheid, contrast, verzadiging, tint en belichtingstijd (zie Afbeelding 6 op pagina 15). De wijzigingen worden direct doorgevoerd en worden ook toegepast op de instellingen in het menu Camera image settings (Instellingen van camerabeeld) (zie pagina 37).
Handmatig opnemen U kunt handmatig live-video opnemen en de beelden opslaan op het bureaublad van uw computer. Klik in het live-modusscherm op de knop Record (Opnemen) onder aan het scherm. Klik opnieuw op de knop om de opname te stoppen. Er wordt automatisch een map met de opname geopend op het bureaublad van uw computer wanneer de opname wordt stopgezet. Opmerking: U moet beschikken over handmatige opnamerechten voor het handmatig opnemen van beelden. Zie Gebruikergegevens wijzigen op pagina 43 voor meer informatie.
Een momentopname nemen In de live-weergavemodus kunt u een momentopname van een scène maken. Klik gewoon op de knop Snapshot (Momentopname) onder aan het scherm om een beeld op te slaan. De afbeelding krijgt de jpeg-indeling. Momentopnamen worden op de harde schijf opgeslagen.
Video-opnames afspelen U kunt opgenomen video’s gemakkelijk doorzoeken en afspelen op de camera’s. Opmerking: Er moet een SDHC-kaart in de camera zijn geplaatst om gebruik te kunnen maken van de afspeelfuncties. Als u video-opnamen die zijn opgeslagen op de SDHC-kaart van de camera wilt zoeken om af te spelen, klikt u op de knop Playback (Afspelen) op de menuwerkbalk. Het afspeelscherm verschijnt. Zie Afbeelding 19 op pagina 49.
48
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
Afbeelding 19: Afspeelscherm
Item
Naam
Beschrijving
1.
Playback button (Afspeelknop)
Klik hierop om het afspeelscherm te openen.
2.
Full screen (Volledig scherm)
Aanklikken om een volledig scherm weer te geven.
3.
Current status (Huidige status)
Hiermee wordt het opnametype weergegeven dat momenteel wordt afgespeeld.
4.
Search calendar (Kalender doorzoeken)
Klik op de gewenste dag om te zoeken. U kunt niet zoeken op specifieke criteria, zoals alarmtype of tijd. Het opnametype wordt echter weergegeven in de opnametypebalk (zie item 9). De kleurencodes van de opnametypen worden weergegeven in item 11.
5.
Locate time (Tijd zoeken)
Klik hierop om een specifieke tijd in te voeren waarnaar u wilt zoeken.
6.
Start search (Start zoeken)
Start zoeken. Het resultaat wordt weergegeven in de lijst met bestanden hieronder en is gesorteerd op begintijd.
7.
Up/Download
Klik hierop om het geselecteerde bestand naar het bureaublad van uw computer te downloaden.
8.
Control playback (Afspelen bedienen)
Klik hier om te regelen hoe het geselecteerde bestand wordt afgespeeld: afspelen, stoppen, en snel achteruit- en vooruitafspelen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
49
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
Item
Naam
Beschrijving
9.
Timeline bar (Tijdlijnbalk)
De tijdlijnbalk geeft de 24-uursperiode van de dag weer die wordt afgespeeld. De balk gaat van links (oudst) naar rechts (nieuwst). De balk heeft een kleurencode waarmee het type opname wordt aangegeven. Klik op een locatie op de tijdlijn om de cursor te verplaatsen naar de positie waar u het afspelen wilt starten. U kunt op de tijdlijn ook schuiven naar eerdere en latere tijd om deze af te spelen.
10.
Time moment (Tijdmoment) De verticale balk geeft aan waar u zich bevindt in de opname die wordt afgespeeld. U ziet ook de huidige datum en tijd.
11.
Recording type (Opnametype)
De kleurencode geeft het opnametype aan. Opnametypen zijn geplande opname, alarmopname en handmatige opname. De naam van het opnametype wordt ook weergegeven in het huidige statusvenster.
12.
Archive functions (Archiveringsfuncties)
Klik op deze knoppen om de volgende archiveringsbewerkingen uit te voeren: Leg een momentopname van de videoopname vast. Sla het geselecteerde bestand op uw bureaublad op.
13.
Audio
Pas het geluidsvolume aan.
Een opgenomen bestand afspelen Opmerking: Voor het afspelen van video-opnamen heeft u afspeelrechten nodig. Zie Gebruikergegevens wijzigen op pagina 43 voor meer informatie. 1. Zoek naar de gewenste videobestanden met behulp van het scherm Playback (Afspelen). Opnamen kunnen worden gezocht op datum en tijd. Het resultaat wordt weergegeven in de lijst met bestanden en is gesorteerd op begintijd. 2. Dubbelklik op een videobestand in de lijst met bestanden om het afspelen te starten. Alleen het geselecteerde bestand wordt afgespeeld. Terwijl u een video afspeelt, geeft de tijdlijnbalk het type en de tijd van de opname weer. U kunt handmatig door de tijdlijn schuiven met de muis.
Gebeurtenislogboeken doorzoeken Er moet een SD-kaart in de camera zijn geplaatst voordat u logboeken kunt vastleggen. Het aantal gebeurtenisregistraties dat op een SD-kaart kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de capaciteit van de kaart. Wanneer de maximale capaciteit
50
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
wordt bereikt, zal het systeem oudere logboekingangen wissen. Als u logboeken die op de SD-kaart van de camera zijn opgeslagen, wilt bekijken, klikt u op Log (Logboek) op de menuwerkbalk. Het Logboekscherm verschijnt. Zie Afbeelding 20 op pagina 51. Opmerking: U moet beschikken over logboekrechten om logboekingangen te kunnen zoeken en weergeven. Zie Gebruikersbeheer op pagina 41 voor meer informatie. Afbeelding 20: Logboekscherm
1. Log types (Type logboeken)
4. Start search (Start zoeken)
2. Date search (Datum zoeken)
5. Export log (Logboek exporteren) Geselecteerde logboekingangen opslaan naar uw bureaublad.
3. Start and end search times (Beginen eindtijden om te zoeken)
U kunt opgenomen logboekingangen zoeken aan de hand van de volgende criteria: Log type (Type logboeken): Er zijn drie typen logboeken: Alarm, Notification (Melding) en Operation (Bediening). Zie Tabel 6 hieronder voor de beschrijvingen. Date (Datum): Logboeken kunnen worden doorzocht op datum. Time: Logboeken kunnen worden doorzocht op begin- en eindtijden van de opname.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
51
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
Tabel 6: Typen logboeken Log type (Type logboeken):
Beschrijven van opgenomen gebeurtenissen
Alarm
External Alarm In (Extern alarm in), External Alarm Out (Extern alarm uit), Motion Detect Start (Bewegingsdetectie start), Motion Detect Stop (Bewegingsdetectie stop), View Tamper Start (Beeldsabotage start) en View Tamper Stop (Beeldsabotage stop)
Notification (Melding)
Video Signal Loss (Video-uitval), Illegal Access (Ongeldige toegang), Hard Disk Error (Vaste schijffout), Hard Disk Full (Vaste schijf vol), IP Conflict (IP-conflict) en DCD Lost (DCD-uitval)
Operation (Bediening)
Power On (Voeding aan), Shut Down (Afsluiten), Abnormal Shut (Abnormaal afsluiten), Panel Login (Paneel aanmelden), Panel Logout (Paneel afmelden), Panel Config (Paneel configuratie), Panel File Play (Paneelbestand afspelen), Panel Time Play (Paneel tijd afspelen), Local Start Record (Lokale start opname), Local Stop Record (Lokale stop opname), Panel PTZ (PTZ paneel), Panel Preview (Voorbeeld paneel), Panel Set Time (Paneel tijd instellen), Local Upgrade (Lokaal bijwerken), Net Login (Net aanmelden), Net Logout (Net afmelden), Net Start Record (Net start opname), Net Stop Record (Net stop opname), Net Start Transparent Channel (Net start transparant kanaal), Net Stop Transparent Channel (Net stop transparant kanaal), Net Get Parameter (Net parameter ophalen), Net Config (Netconfiguratie), Net get Status (Net status ophalen), Net Alert On (Net waarschuwing aan), Net Alert Off (Net waarschuwing uit), Net Reboot (Net opnieuw opstarten), BiComStart (Start Voice Talk), BiComStop (Stop Voice Talk), Net Upgrade (Net bijwerken), Net File Play (Net bestand afspelen), Net Time Play (Net tijd afspelen), Net PTZ (Net PTZ)
Ga als volgt te werk om logboekingangen te zoeken op type: 1. Klik op Log in de menuwerkbalk om het scherm Log weer te geven. 2. Selecteer de gewenste optie in de vervolgkeuzelijst Log Type (Type logboek). 3. Klik op de knop Search (Zoeken) om de zoekopdracht te starten. Het resultaat wordt weergegeven op het scherm. Ga als volgt te werk om logboekingangen te zoeken op datum en tijd: 1. Klik op Log in de menuwerkbalk om het scherm Log weer te geven. 2. Selecteer een datum die u wilt zoeken. U kunt slechts één dag tegelijk zoeken. 3. Voer een begin- en eindtijd in. 4. Klik op de knop Search (Zoeken) om de zoekopdracht te starten. Het resultaat wordt weergegeven op het scherm.
52
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
Archiveren van opgenomen bestanden Exporteer opgenomen bestanden naar het bureaublad van uw computer om deze te kunnen archiveren. U kunt ook bepaalde incidenten archiveren in een bestand. Gebruik de standaard spelersoftware voor het afspelen van video-opnamen op uw PC. Video’s die handmatig tijdens de live-modus zijn opgenomen, worden direct op het bureaublad van uw computer opgeslagen (zie pagina 48). Opmerking: U moet beschikken over afspeelrechten om opgenomen bestanden te kunnen afspelen. Verplaats het externe opnameapparaat niet tijdens met maken van een back-up van uw gegevens. U archiveert een opgenomen videobestand als volgt: 1. Zoek naar het gewenste opgenomen bestand. Zie Video-opnames afspelen op pagina 48 en Gebeurtenislogboeken doorzoeken op pagina 50 voor meer informatie over zoeken naar opgenomen bestanden. 2. Selecteer het bestand dat u wilt archiveren. 3. In de afspeelmodus: Klik op Download om het archiveren van het bestand naar het bureaublad van uw computer te starten. - Of Wanneer u een video afspeelt, klikt u op de knop voor opslaan om het archiveren van het bestand naar het bureaublad van uw computer te starten. Klik opnieuw om het archiveren te stoppen. In logboekresultaten: Klik op de knop Export log (Logboek exporteren) om het archiveren van het bestand naar het bureaublad van uw computer te starten. U archiveert een opgenomen videosegment tijdens het afspelen als volgt: 1. Klik tijdens het afspelen van een opgenomen bestand op de Momentopnameknop om de opname te starten en klik nogmaals om de opname te stoppen. Er wordt een videosegment aangemaakt. 2. Herhaal stap 1 om meer segmenten te maken. U kunt maximaal 30 extra segmenten aanmaken. De videosegmenten worden op het bureaublad van uw computer opgeslagen.
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
53
5BHoofdstuk 6: Camerabediening
Presets gebruiken Deze functie is voor toekomstig gebruik.
54
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
Bijlage A Specificaties Elektriciteit Voltage-ingang
12 V gelijkstroom, PoE (IEEE 802.3af)
Stroomverbruik
4,5 W max. TVC-N220-1-N(-P), TVC-M2220-1-N(-P) 5 W max.
TVC-M5220-1-N(-P)
5,5 W max. TVC-N240-1-N(-P), TVC-M3220-1-N(-P) 7,5 W max. TVC-M1220-1-N(-P) I/O-verbinding
Uitgangsaansluiting, losse aansluiting voor RJ45
Netwerk Protocollen
TCP/IP, HTTP, DHCP, DNS, DDNS, RTP/RTCP, PPPoE, SMTP, NTP
Ethernet/IP
CoS 802.1 p/Q, QoS, IPv4
PoE IEEE
802.3af
Overige Afmetingen (L × B × H)
142 x 68 x 65 mm
Gewicht
0,5 kg
Bedrijfstemperatuur
-10 °C tot +60 °C
Opslagtemperatuur
-20 °C tot +70 °C
Milieuklassificatie
Indoor (Binnen)
PC-vereisten Intel PC
1 GHz of sneller
Geheugen
1 GB RAM
Besturingssysteem
Windows® XP, Vista of Windows 7
CGI
Direct X 9.0 of hoger
Browser
Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
55
Bijlage B Pindefinities Een standaard UTP/STP-kabel bevat acht draden met elk hun eigen kleur. Het onderstaande overzicht toont de pintoewijzingen en kleuren van de gekruiste en niet-gekruiste kabelverbindingen: Afbeelding 21: Niet-gekruiste verbindingskabel
1
Wit/Oranje
2
Oranje
3
Wit-groen
4
Blauw
5
Wit/Blauw
6
Groen
7
Wit/Bruin
8
Bruin
Wit/Oranje
1
Oranje
2
Wit-groen
3
Blauw
4
Wit/Blauw
5
Groen
6
Wit/Bruin
7
Bruin
8
Wit/Oranje
1
Oranje
2
Wit-groen
3
Blauw
4
Wit/Blauw
5
Groen
6
Wit/Bruin
7
Bruin
8
Afbeelding 22: Gekruiste verbindingskabel
1
Wit/Oranje
2
Oranje
3
Wit-groen
4
Blauw
5
Wit/Blauw
6
Groen
7
Wit/Bruin
8
Bruin
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
57
7BBijlage B: Pindefinities
Zorg ervoor dat de kabels die u hebt aangesloten dezelfde pintoewijzingen en kleuren hebben als hierboven, voordat u de kabels inzet in uw netwerk.
58
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
Index configureren, 37 WDR, 39 weergave, 26
A Aan- en afmelden, 47 Afmetingen beschrijving, 5 Afmetingen camera, 5 Afmetingen configuratie, 25 Afmetingen na opname schema configuratie, 33 Afmetingen naam wijzigen, 20 Afspelen scherm, 48 speel video opnamen af, 50 zoeken van opnamen video’s, 48 Alarm- configuratie, 28 reactie methode, 28 Alarm- ingangen configuratie, 28 Alarm- typen bewegings- detectie, 34 Alarm- uitgangen configuratie, 28 Alarminstellingen alarmrelaisuitgang, 29 Apparaat informatie weergeven, 20
B Bedrading van de dome camera, 6 Beeld spiegelen instellen, 39 Bestanden archiveren momentopnamen van opgenomen bestanden, 53 opgenomen bestanden, 53 standaardmappen instellen, 17 Bewegings- detectie configureren, 34 markeren de detectie gebieden, 35
C Camera opnieuw opstarten, 45 Camerabeeld dag/nacht, 38 witbalans, 39 Cameranaam beeld spiegelen, 39
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
D Dag/nacht instellingen, 38 Datumnotatie instellen, 26 De van de camera’s, 7
E E-mail, 28 E-mail instellen configuratie, 22
F Firmware-upgrade, 45 Framesnelheid configureren, 32
G Gearchiveerde bestanden afspelen, 53 Gebeurtenissenschema definiëren, 30 Gebruikers beheren, 41 computer-ID wijzigen, 43 een gebruiker verwijderen, 43 nieuwe gebruikers toevoegen, 42 wachtwoord wijzigen, 43 Gebruikersinstellingen, 41
H Harde schijf capaciteit, 43 formatteren, 43 kaart vol, 43
I Instellen van belichtingstijd, 16 Instellen van contrast, 16, 38 Instellen van helderheid, 16, 38
59
Instellen van kleurverzadiging, 16, 38 Instellen van opnameparameters, 31 Instellen van scherpte, 38 Instellen van tint, 16 IP-adres configureren, 22
K Kabelvereisten, 4 Kanaal- configuratie, 25
L Language (Taal), 17 Live-weergavemodus starten, 47 logboeken in logboeken zoeken, 50 Logboeken logboekingangen weergeven, 50 Logboekingangen informatietype, 51
M Momentopnamen archiveren van momentopnamen uit opgenomen bestanden, 53
N Netwerkinstellingen configureren, 17, 21 overzicht van lokale cameraparameters, 17 Netwerkparameters, 20 Netwerkprotocol instellen, 17 NTP-synchronisatie, 27
O Opnameparameters, 31 Opnametijden na opname beschrijving, 32 Opnemen afspelen, 48 gebeurtenissenschema definiëren, 30, 32 handmatig opnemen, 48 momentopnamen in live-modus, 48 momentopnamen uit opgenomen bestanden, 53
P
locatie in camera, 7 SDHC-kaart beschikbare vrije ruimte, 43 capaciteit, 43 formatteren, 43 kaart vol, 43 Seriële poorten configuratie, 23 Sluitersnelheid instellen, 38 Snapshots opslaan tijdens de live-modus, 48 Snel instellen van de camera’s, 7 Standaardinstellingen herstellen, 44 Streamen instellen van main/sub, 17 Systeemtijd instellen, 27
T Tekst extra regels tekst op het scherm toevoegen, 37 Tekstweergave op het scherm uiterlijk, 26 Tijdnotatie instellen, 26 TruVision Navigator, 9 TVR 60, 9
V Video Quality (Videokwaliteit), 37
W Wachtwoorden wijzigen, 43 WDR setup (instellingen voor breed dynamisch bereik), 39 Web browser toegang tot camera, 14 Web browser beveiligings- niveau configureren ActiveX besturingselementen, 11 controleren, 11 toevoegen camera aan Windows Vista en Windows 7 vertrouwde websites, 13 Webbrowser overzicht van de interface, 15 Weergave van informatie op het scherm instellen, 26 Witbalans instellen, 39
Plafond montage, 8
S SDHC- kaart
60
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding
62
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding