Transmission Audio M1 & M3: Verrassend grenzeloze ‘overdragers’ augustus en september 2010 Toine Dingemans De man achter Tingsha Audio is Jean-Paul Elinck, en behalve dat ik hem ken als een gepassioneerd muziekliefhebber is hij tegenwoordig ook officieel invoerder van het Zweedse luidsprekermerk Transmission Audio. Jean-Paul is bovendien een audiovriend sinds jaar en dag. Ik kan gelijk wel zeggen dat hij trots mag zijn deze luidsprekers hierheen te hebben gehaald! We delen in feite dezelfde voorkeur voor open, dipolaire luidsprekersystemen in de vorm van fullrange ribbons. De transparantie en het doorzicht van de weergave kunnen bij dergelijke speakers behoorlijk verbluffend zijn en de luisteraar meetrekken in een muzikale presentatie die vol zit met informatie, maar desondanks niet vermoeit. JP’s enthousiaste bevindingen met de Transmission Audio luidsprekers wekten mijn interesse. Ik wilde zelf weleens horen wat dat nu precies voor luidsprekers zijn, die ervoor kunnen zorgen dat je een stel fraai gerestaureerde Apogee Duetta fullrange ribbons aan de kant wilt zetten… De techniek is voor u. Bij een kennismaking met nieuwe luidsprekers hoort uiteraard een introductie, maar verwacht van mij in dit verband geen technisch achtergrondverhaal. In de eerste plaats kunt u die info vinden op het internet, op de site van T.A. zelf: http://www.transmissionaudio.com/home.html In de tweede plaats schrijf ik liever over het muzikale vermogen en de kwaliteit van de beleving dan over de techniek, die vaak weinig verklaart en teveel gebaseerd is op mooi geformuleerde woorden. De luidsprekers waarmee ik kennis kon maken zijn de M1i monitorluidspreker en M3 (Mk-II) vloerstaander. Deze luidsprekers delen dezelfde unit voor midden en hoog, maar verschillen in kastgrootte en wooferbezetting. De M1 heeft één 6,5” breedbandwoofer; de M3 heeft twee breedband 8” woofers, ondergebracht in afzonderlijke compartimenten. Mooie woofers ook: echte doorontwikkelingen van een door Ted Jordan gestarte trent, ik meen zelfs met zijn actieve medewerking. Woofers met een metalen conus. Liefhebbers die de jaren negentig bewust meemaakten zullen zich misschien de Acoustic Energy AE-1 herinneren, een legendarische monitor met een woofer die dankzij een rigide 13cm metaalconus schitterde door afwezigheid van dynamiekcompressie. De thermische belastbaarheid was zeer groot: de metalen conus is verbonden met de spreekspoel en vormt daarmee één ‘koellichaam’. In combinatie met een prachtige tweeter was dit met afstand het beste monitorsysteem dat ik ooit hoorde. Het systeem heeft mijn audiofiele leven vier jaar lang van muziek voorzien en ervoor gezorgd dat ik ging begrijpen wat dynamiek en micro-
detail precies inhielden. Ze zijn gebleven tot ik ruimte kreeg voor een groter systeem, maar wat klonken die AE-1’s dynamisch, transparant en bovenal muzikaal! De luidsprekerunit die in de M1 en M3 het midhoog en hoog voor rekening neemt is een nagenoeg massaloze true ribbon, die niet in, maar op de behuizing is gemonteerd. Het achterwaarts afgestraalde geluidsveld komt niet in een resonantieholte terecht, maar wordt daadwerkelijk aan de ruimte afgestaan. Dipolaire luidsprekers stellen specifieke eisen aan de opstelling. Als daaraan kan worden voldaan zullen ze een zeer overtuigend ruimtelijk plaatje in drie dimensies neerzetten. “The boy in the bubble (of sound)” kan werkelijkheid worden met zo’n systeem. En reken maar dat muziek die de luisteraar werkelijk wil omhullen een moeilijk realiseerbaar deel is van de muzikale droom! Daarom ben ik maar eens afgereisd naar JP om dit alles met eigen oren te kunen horen. De technische achtergrond van de luidsprekers laat ik verder voor wat ze is. De M1: een groot systeem in monitorverpakking Zo zou ik de M1 omschrijven als het in één zin gezegd moest worden. De grootheid slaat met name op het ruimtelijk beeld dat deze luidspreker weet neer te zetten, en niet primair op de diepgang van de laagweergave. Toch vind ik deze speaker een klein wondertje, omdat de maximale geluidsdruk die met behoud van dynamiek kan worden weergegeven meer dan toereikend is om geheel door muziek overdonderd te worden. Dat is zeker een gevolg van het wooferontwerp, dat binnen zijn belastbaarheidsgrenzen in feite vervormingsvrij kan presteren. Fysieke vervorming van het conusmembraan veroorzaakt dynamiekcompressie. De M1 kan onbehoorlijk luid spelen. Efficiënte afvoer van warmte via het conusmembraan zorgt ervoor dat ook thermische compressie geen kans krijgt. Gebrekkige warmte-afvoer van de spreekspoel is de oorzaak voor thermische dynamiekcompressie. Het gevaar van dit alles is wel, zo weet ik uit eigen ervaring, dat zo’n woofertje bij overbelasting zomaar kan overlijden zonder ooit iets van vervorming te hebben laten horen. Deze monitor speelt ook als een groot systeem op grond van zijn vermogen om een in drie dimensies scherp gestoken en groot ruimtelijk beeld neer te zetten en, wederom, vanwege zijn capaciteit om dit bij een overtuigend geluidsvolume te blijven doen. Orgelliefhebbers kunnen deze luidspreker met een goede subwoofer combineren en dan zouden ze zich weleens in een grote kerk kunnen wanen, als die informatie tenminste ook in de opname zit. De laagweergave loopt volgens mij tot zo’n 60Hz op sterkte door. Daaronder valt de weergave relatief snel weg; bij 45Hz lijkt het gedaan (40Hz volgens fabrieksopgave). Geen luidspreker voor liefhebbers van echt laag, maar dat is natuurlijk geen enkele monitor gegeven en dat kun je daarom ook geen nadeel noemen. Toch kan de M1 veruit de meeste muziek met behoud van een propportioneel gezonde hoeveelheid body en slam neerzetten. Transparantie, doorzicht en contour in het laag zijn opvallend sterke eigenschappen. Die wil je niet verspelen met een gebrekkige opstelling, want deze luidspreker heeft graag wat ademruimte achter zich. Toch heb ik er geen twijfel over dat de M1 met enige goedwillendheid in elke woonsituatie optimaal kan worden opgesteld.
Uit reviews over goede monitorluidsprekers schemert vaak verbazing en verrassing door over de laagweergave die er aan een kleine kast kan worden onttrokken. Gedeeltelijk is dat ook hier van toepassing, al vind ik niet dat de luidspreker opvalt door de kwantiteit van het laag. Er zijn monitors die daar beter in zijn, voor zover je dat ‘beter’ mag noemen, omdat meer laag uit een kleine kast vaak minder definitie en contour tot gevolg heeft. Wat dit betreft heeft de ontwerper van de M1 een evenwichtiger balans voorgestaan, door de luidspreker een uitgewogen afstemming te verlenen die resulteert in een van de strakste en meest transparante laagweergaves die ik uit een monitor hoorde komen. De M1 blinkt niet uit in veel laag, maar in een ongemeen correct laag, dat in ruimtes tot 20 vierkante meter meer dan voldoende kan zijn. Wie niet op zoek is naar fullrange weergave en bereid is de onderste 1,5 oktaaf op te offeren in ruil voor compactheid en opstellingsgemak zal in de M1 een serieuze kandidaat vinden. Zoals de laagweergave van de M1 ‘onopgemerkt spectaculair’ is, zo is de weergave van de ruimtelijke afbeelding opvallend spectaculair te noemen! Dit is een verdienste van de dipolaire ribbonunit en onderstaande opmerkingen daarover zijn daarom ook van toepassing op de M3. Jean-Paul hoeft geen compromis te sluiten op het punt van luidsprekeropstelling, dus de M1 was optimaal gepositioneerd. De luidspreker beloont die aandacht met een stereobeeld dat geweldig scherp gestoken staat. Niet alleen tussen de luidsprekers, ook ervoor, erachter en bij fasereine opnames ook daarbuiten. Dit zorgt voor een spannend, boeiend en tegelijk uitgebreid doorzicht in de muzikale boodschap van de opname. Vanuit mijn werk als akoestisch adviseur (SoundScapeS) weet ik dat overtuigende ruimtelijkheid niet alleen een kwestie is van goede luidsprekers, maar ook van opstelling en akoestiek. JP weet dit ook en heeft zijn woonruimte akoestisch behoorlijk geoptimaliseerd. Diffusiepanelen achter dipoolluidsprekers zijn bijzonder zinvol, en de beloning is een enorme ruimte in de muziek. Soms ook hoor je een kleine ruimte of helemaal geen ruimte, afhankelijk van de opname. Goede opnames kunnen daarentegen ‘grenzeloos’ klinken, d.w.z. dat de muren van de luisterruimte zelf wegvallen en plaatsmaken voor die van de opname. En altijd met een omlijnd podium waarop instrumenten en stemmen tastbaar staan. M1 en M3 hebben een gebruiksaanwijzing De snelheid van een echte ribbonluidspreker is niet gemakkelijk te overtreffen en dat wordt bij het beluisteren van de M1 en de M3 al snel duidelijk. Je zou ze kunnen omschrijven als confronterende luidsprekers. Als luidsprekers die je meevoeren als je er aandacht aan schenkt, maar die moeilijk te negeren blijken wanneer ze alleen maar achtergrondmuziek hoeven te produceren. Dan blijft ze toch aandacht trekken. Opeisen zelfs! Hier komen we volgens mij op een punt waar een potentiële koper op zijn hoede dient te zijn, want M1 en M3 produceren weliswaar geluid in combinatie met elke versterker, maar maken niet met elke versterker ook werkelijk muziek! Mij is gebleken dat de M1 en de M3 kieskeurig zijn waar het aankomt op aansturing. Dat zegt niets over de kwaliteit van welke versterker dan ook. Ervaren muziekliefhebbers weten heel goed dat een
passend huwelijk tussen eindversterker en luispreker cruciaal kan zijn om een gemiddeld goede weergave te verheffen tot een spectaculaire weergave. Ik heb de M1 beluisterd terwijl deze werd aangestuurd door een Sony versterker, die in mijn oren ontoereikend was en geen geweldige match vormde met de M1. Toch kon ik dwars door die ontoereikendheid heen het potentieel van de luidspreker wel tot me door laten dringen. Muzikaal gezien denk ik dat het zeker nog beter kan. De gebruiksaanwijzing van de M1 en de M3 is wat mij betreft hun kritische aansturing. Sluit er een fatsoenlijke versterker op aan en je hebt een prima geluid! Misschien ben je er zelfs tevreden mee. Maar sluit een versterker aan die matcht met de M1 en je wordt beloond met muziek die in veel opzichten weinig of niet onderdoet voor een groot systeem! De relatieve ongevoeligheid voor nabije zijwanden maakt het bovendien tot een high-end luidspreker voor kleinbehuisden die voorzichtig moeten zijn met luidsprekers die een al te krachtige weergave hebben in het laag. Waar een echt groot systeem de gemiddelde woonruimte dicht laat lopen met geluid houdt de M1 het laag overeind met doorzicht, kracht en onberispelijke kwaliteit in datgene wat er WEL uitkomt. Vanaf 50Hz is deze speaker serieus op stem en werpt een geluidsbeeld voor (en achter) zich uit dat volkomen bevredigend kan zijn voor zelfs de meest verwende muziekliefhebber. M3 = M13? Op het moment dat ik de M1 voor het eerst beluisterde was de M3 nog niet gearriveerd in huize JP. Ik had mijn enthousiasme voor de M1 niet onder stoelen of banken gestoken, dus toen de M3 goed en wel ingespeeld was ben ik nog eens naar Wommelgem gereden voor een tweede T.A.-luistersessie. De uiterlijke familiegelijkenis tussen M3 en M1 gaat behoorlijk ver: de M3 lijkt simpelweg een verlengde M1. Met een identieke ‘bovenbouw’ voor de midhoog ribbon. Een slank ogende kast, fraai afgewerkt met zwarte pianolak. De M3 maakt toepassing van separate luidsprekerstands overbodig en dat is in meer opzichten een voordeel. Het belang van de luidsprekerstand bij een high-end monitoropstelling wordt nog schromelijk onderschat door bijna iedereen die nooit met eigen oren de verschillen waarnam tussen goede en slechte stands. Een monitor verdient een compromisloze luidsprekerstandaard en die hebben hoe dan ook een hoge prijs. Als je die kosten optelt bij de prijs van de M1 monitor is het kostenplaatje voor een M3 ineens een stuk aantrekkelijker. Je kunt de verkoopprijs van een monitor niet loszien van de prijs van passende stands; samen vormen ze het luidsprekersysteem. Hoezeer ik JP’s pogen om een nette luidsprekerstand voor de M1 te maken ook waardeer, ik geloof echt dat hij maar één keer hoeft te experimenteren met een goed aangeschreven luidsprekerstand. Boven en onder spikes die stelbaar zijn. Een monitorsysteem moet heel symmetrisch en waterpas kunnen worden neergezet en als dat lukt vloeien links en rechts ineen zonder merkbare looptijdfouten en dan ontstaat die grenzeloze ruimtelijkheid die zo naarstig gezocht wordt. “Never underestimate the power of good stands”…
Dat speelt dus allemaal geen rol bij de M3, maar wel is het belangrijk om middels spikes de twee luidsprekers volkomen identiek en symmetrisch op te stellen. Toen ik binnenkwam stonden de M3’s optimaal opgesteld klaar. We hebben zowel geluisterd naar muziek als tussendoor wat gepraat en ook de M3 blijkt een confronterende luidspreker te zijn. Hij heeft zoveel te vertellen, dat je ‘m niet zomaar op de achtergrond kunt laten babbelen terwijl je zelf een aandachtig gesprek moet voeren. Hij roept als het ware om aandacht. Als je ‘m die aandacht dan geeft… tsja, dan krijg je zoiets als M13… De familiegelijkenis gaat verder dan de buitenkant. De M3 is in alle opzichten een grotere M1 en ik zie dat als een compliment en een voordeel. Daar waar de M1 het voor gezien houdt gaat de M3 een eindje verder. En dat is eigenlijk alleen op het punt van de diepe laagweergave het geval, die overduidelijk krachtiger is en verder doorloopt. Met behoud van dezelfde transparantie en contour als de M1. De ruimte waarin JP muziek beluistert kan aanleiding geven tot laagproblemen, met name bij dynamische luidsprekers. De M1 spreekt dit ruimteprobleem niet aan omdat deze niet zo laag kan weergeven, De M3 kan dat wel, maar de strakke en korte laagweergave wordt nergens teveel van het goede. Denk nu niet dat de M3 weinig druk en slam in het laag kan weergeven, integendeel. Onlangs hoorde ik een M3 spelen in een grote dedicated luisterruimte waarin extreem veel laagabsorptie was toegepast. De laagweergave vulde de ruimte en was in zekere zin indrukwekkend, aangezien de luidspreker volledig nieuw uit doos kwam! Als je dan gelijk “Angel” van Massive Attack voor de kiezen krijgt en geen krimp geeft raak ik toch wel onder de indruk… Tijdens de luistersessie bij JP werd de M3 aangestuurd door twee mono eindversterkers in klasse-D techniek. Daar moet je fan van zijn vind ik. De stabiliteit is beslist bijzonder te noemen, maar de hoogweergave laat altijd te wensen over. Deze is wat mij betreft in het gunstigste geval te helder en in het ongunstigste geval artificieel en glazig. Prima versterkers voor subwoofers, maar niet voor delicate midden- en hoogfrequenties, al zal deze opmerking door lang niet iedereen worden gedeeld. Ik denk echter dat de M3 nog meer kan dan wat ik er al van hoorde. Klasse-D versterking levert een puik, beheerst en heel doorzichtig laag op, maar bekoort me niet in het hoog. Ik ben heel benieuwd naar de weergave met een mooie transistor eindversterker. De opmerkingen die ik ten aanzien van de muzikale prestaties van de M1 plaatste zijn zeker ook van toepassing op de M3. Het laag is krachtig, doortekend en droog te noemen en de M3 is in staat om een verbazingwekkende geluidsdruk neer te zetten zonder enige hoorbare compressie of andere tekenen het niet bij te kunnen benen. De tastbaarheid van instrumenten en stemmen op het podium was overtuigender dan bij de kleinere monitorspeaker. Dit kan heel goed aan de gebruikte luidsprekerstands gelegen hebben, die wel fraai zijn maar zeker niet de stabiliteit hebben van ‘echte’ luidsprekerstands met ‘vulling’. Ook hier ligt misschien nog een voor de hand liggende upgrade.
Voors en tegens, maar niet voor iedereen! Ik zou bijna zeggen dat wie een M1 kan plaatsen ook een M3 zou kunnen plaatsen. De footprints komen aardig overeen en de prijs van een M1 met serieuze stands ontloopt die van een M3 helemaal niet zoveel. De M3 zet bijna een vol oktaaf meer laag neer ten opzichte van de M1 en dat is, uitgezonderd in de kleinste ruimtes, toch wel een voordeel. Het is daadwerkelijk bruikbaar laag met doortekening en slam. Niettemin kan ik me goed voorstellen dat kleinbehuisden op zoek naar bovengemiddeld goed en groots geluid hun keuze eerder op de M1 laten vallen. Tegen een beslist concurrerende prijs haal je een luidspreker in huis die in staat is om alle details en nuances binnen een opname te ontrafelen en neer te zetten op een overtuigende, muzikale manier. Op dit niveau van weergave is er niet zoveel keuze in serieuze monitorluidsprekers, maar het zou een interessant vergelijk zijn om deze M1 eens samen met een Acoustic Energy AE-1 te kunnen beluisteren. De M1 staat hoe dan ook op eenzame monitorhoogte! De M3 moet zich temidden van een veel groter serieus luidsprekeraanbod staande houden, en doet dit wat mij betreft voortreffelijk op meer dan één manier. In de jaren 90 zette er een trend in die ertoe leidde dat geluidsapparatuur almaar analytischer ging klinken. Deze inmiddels grotendeels gekeerde “cultus van het detail” bracht naar mijn mening geen echte muzikaliteit voort, omdat het teveel ‘over the top’ analytisch moest zijn. Analyse is natuurlijk goed en mooi, maar teveel hiervan brengt een soort klinische kilheid voort waarin je wel alles hoort, maar toch niets wilt laten doordringen. Deze periode heeft wel een vracht aan nieuwe electronische en electromechanische ontwikkelingen teweeggebracht, resulterend in de toepassing van nieuwe materialen en in de herwaardering van aloude concepten. Het principe van de true ribbon is al 60 jaar oud, maar verbetering van magneetmaterialen maakt het interessant om nu units met een duidelijk hoger rendement te produceren en een fraaie exponent daarvan verzorgt een groot deel van de muziek die een M1 en een M3 weergeven. Idem dito voor wat betreft de woofertechnologie: ook dit is een aloud ontwerp dat is aangepast aan het voortschrijdend inzicht in materiaalkunde. Conclusie. Het is duidelijk dat deze luidsprekers ontworpen zijn met een onderliggende filosofie, namelijk om een klankneutraal en driedimensionaal inzicht in muziekopnames te bieden. Je mag ze zien als zeer onthullend, maar niet als analytisch in de nare zin des woords. Je mag ze zien als behoorlijk confronterend, maar alleen als je niet goed naar ze luistert! Als je wèl goed naar ze luistert nemen ze je mee en bieden een ongemeen verfijnde inkijk in muziek. Ik weet uit eigen ervaring dat niet iedereen die echt van muziek houdt automatisch ook een confronterende luidspreker kan waarderen. Maar als je wèl geconfronteerd wilt worden met de inhoud van een muziekopname, kun je niet om deze twee luidsprekers heen. Er is nog wel een reden waarom je deze luidsprekers zomaar niet kunt negeren als je op zoek bent naar nieuwe speakers, en dat is de prijsstelling. Ik zou ze waarschijnlijk duurder maken. Daarmee zeg ik niet dat ze goedkoop zijn, maar ik acht het onwaarschijnlijk dat je voor de prijs van een M3 een andere luidspreker gaat vinden die homogener, completer en meeslepender kan klinken. De M1 hoeft zich op zijn beurt niet te schamen in gezelschap van high-end monitorluidsprekers van merken als Dynaudio, Acoustic Energy of Wilson Benesch, maar wisselt voor minder euri van eigenaar en dat is altijd prettig. Toch nog die ene goede raad: neem je eigen eindversterker mee als je naar een M1 of M3 gaat luisteren. De match is erg belangrijk en kan het verschil tussen ‘aardig’ en ‘helemaal geweldig’ betekenen.
Zijn het dan kieskeurige luidsprekers? Ik ben geneigd te denken dat ze dat inderdaad zijn. Maar zie het zo: we huwelijken ze zomaar uit aan de eerste de beste versterker en verwachten dan een gelukkig samenzijn! Je hebt vast speakers waarbij dit zomaar kan, maar de M1 en M3 verwachten meer van hun gewongen huwelijk met een versterker. Als het dan klikt heb je ook echt wat! En neem vooral ook eigen muziek mee als je ze gaat beluisteren. Dit is het type luidspreker dat je kan verbazen met details en nuances uit opnames die je al heel lang dacht te kennen…