6 (1925) Nr. 1
TRACTATENBLAD VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1974 Nr. 63
A. TITEL
Schikking betreffende het internationaal depot van tekeningen of modellen van nijverheid; '$-Gravenhage, 6 november 1925 B. TEKST
De tekst van de Schikking is bekendgemaakt bij Koninklijk besluit van 6 juni 1928 in Stb. 196. De Schikking is op 6 november 1925 ondertekend voor de volgende Staten: België de Vrijstad Danzig Duitsland Frankrijk Libanon Marokko het Koninkrijk der Nederlanden Portugal Syrië Tunesië Zwitserland. C. VERTALING
De vertaling in het Nederlands van de Schikking is bekendgemaakt bij Koninklijk besluit van 6 juni 1928 in Stb. 196.
D. PARLEMENT
Artikel 1 van de Wet van 15 maart 1928 (Stb. 64) luidt: „Worden goedgekeurd het nevens deze wet in afdruk gevoegde op 6 November 1925 te 's-Gravenhage vanwege Ons onderteekende herziene verdrag van Parijs van 20 Maart 1883 tot bescherming van den industrieelen eigendom, gelijk dit laatstelijk was herzien te Washington op 2 Juni 1911, zoomede de navolgende eveneens in afdruk nevens deze wet gevoegde, op 6 November 1925 te 's-Gravenhage vanwege Ons onderteekende overeenkomsten, te weten: 1°. de herziene schikking van Madrid van 14 April 1891, betreffende de internationale inschrijving van fabrieks- of handelsmerken, gelijk deze laatstelijk was herzien te Washington op 2 Juni 1911; 2°. de schikking van 's-Gravenhage van 6 November 1925 betreffende het internationaal depot van teekeningen of modellen van nijverheid.". Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Buitenlandse Zaken BEELAERTS VAN BLOKLAND, de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid J. R. SLOTEMAKER DE BRUÏNE, de Minister van Justitie J. DONNER en de Minister van Koloniën KONINGSBERGER. Zie ook Bijl. Hand. St.-Gen. 1926/27 - 382. Artikel 1 van de Wet van 18 april 1973 (Stb. 203) luidt: „Het op 25 oktober 1966 te Brussel tot stand gekomen BeneluxVerdrag inzake Tekeningen of Modellen, met Bijlage, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 1966, 292, de op 6 november 1925 te 's-Gravenhage gesloten schikking betreffende het internationaal dépöt van tekeningen of modellen van nijverheid zoals herzien te Londen op 2 juni 1934 en te 's-Gravenhage op 28 november 1960 met Reglement en schaal der taksen, waarvan de Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1961, 40, en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1963, 188, de op 14 juli 1967 te Stockholm tot stand gekomen Aanvullende Akte bij de op 6 november 1925 te 's-Gravenhage gesloten schikking betreffende het internationaal dépöt van tekeningen of modellen van nijverheid zoals herzien te Londen op 2 juni 1934 en te 's-Gravenhage op 28 november 1960 en zoals aangevuld te Monaco op 18 november 1961, waarvan de Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1969, 142 en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1970, 185, worden goedgekeurd voor Nederland.
Goedgekeurd wordt de opzegging voor Nederland van: - de op 6 november 1925 te 's-Gravenhage gesloten schikking betreffende het internationaal dépót van tekeningen of modellen van nijverheid, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Staatsblad 1928, 196, - de op 6 november 1925 te 's-Gravenhage gesloten schikking betreffende het internationaal dépöt van tekeningen of modellen van nijverheid zoals herzien te Londen op 2 juni 1934, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Staatsblad 1948, I 539, - de op 18 november 1961 te Monaco tot stand gekomen Aanvullende Akte bij de op 6 november 1925 te 's-Gravenhage gesloten schikking betreffende het internationaal dépöt van tekeningen of modellen van nijverheid zoals herzien te Londen op 2 juni 1934, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 1962, 91.". Deze Wet is gecontrasigneerd door de Minister van Economische Zaken H. LANGMAN, de Minister van Buitenlandse Zaken N. SCHMELZER en de Minister van Justitie VAN AGT. Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal Bijl. Hand. II 1971/72 en 1972/73 - 11 594; Hand. II 1972/73, blz. 1106; Bijl. Hand. I 1972/73, nr. 65; Hand. I 1972/73, blz. 66-67.
E.
BEKRACHTIGING
De volgende Staten hebben de Schikking overeenkomstig artikel 23, eerste lid, bekrachtigd: Duitsland het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) Spanje Zwitserland België
F.
1 mei 1928 1 mei 1928 1 mei 1928 1 mei 1928 . . :27 juli 1929
TOETREDING
De volgende Staat en het volgende gebied zijn overeenkomstig artikel 22 tot de Schikking toegetreden: Liechtenstein Internationale Zone van Tanger
1.4 juli 1933 6 maart 1936
G.
INWERKINGTREDING
Ingevolge artikel 23, tweede lid, zijn de bepalingen van de Schikking op 1 juni 1928 in werking getreden voor Duitsland, het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland), Spanje en Zwitserland. Ten gevolge van de opzegging (zie rubriek I hieronder) zal de Schikking op 1 januari 1975 voor het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) buiten werking treden. H.
TOEPASSELIJKVERKLARING
De volgende Staten hebben de werking van tot de daarbij vermelde gebieden: Spanje (Spaans Marokko *•)) Frankrijk . . (Marokko 2 ) , Tunesië 3) en Overzeese Gebiedsdelen 4 )) Spanje (koloniën)
de Schikking uitgebreid 5 november 1928 20 oktober 1930 15 december 1947
2 ) 2 ) 3 ) 4
Thans deel uitmakend van het onafhankelijke Koninkrijk Marokko. Thans het onafhankelijke Koninkrijk Marokko. Thans de onafhankelijke Republiek Tunesië. ) Thans een reeks onafhankelijke Staten, met uitzondering van de huidige „départements d'outre-mer" en „territoires d'outre-mer", welke nog onder Frans bestuur staan. I.
OPZEGGING
De Schikking is voor de volgende Staten opgezegd:
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) België J.
28 december 1973 29 december 1973
GEGEVENS
De onderhavige Schikking is herzien te Londen op 2 juni 1934 (tekst in Sth. I 539; zie ook, laatstelijk, Trb. 1974, 64) en te 's-Gravenhage op 28 november 1960 (tekst in Trb. 1961, 40; zie ook Trb. 1963, 188). Van het op 20 maart 1883 te Parijs tot stand gekomen Internationale Unieverdrag tot bescherming van de industriële eigendom, zoals herzien te Brussel op 14 december 1900 en op 2 juni 1911 te Washington, naar welk Verdrag onder meer wordt verwezen in de preambule
tot de onderhavige Schikking, is de tekst geplaatst in Stb. 1913, 142. Vergelijk Trb. 1951, 46. Van de op 13 november 1908 te Berlijn tot stand gekomen herziene Berner Conventie, naar welke Conventie wordt verwezen in artikel 21 van de onderhavige Schikking, is de tekst geplaatst in Stb. 1912, 323. Voor het op 25 oktober 1966 te Brussel tot stand gekomen Benelux-Verdrag inzake Tekeningen of Modellen, naar welk Verdrag in rubriek D hierboven wordt verwezen, zie ook Trb. 1974, 66. Voor de op 2 juni 1934 te Londen tot stand gekomen herziening van de onderhavige Schikking, naar welke herziening wordt verwezen in rubriek D hierboven, zie ook, laatstelijk, Trb. 1914, 64. Voor de op 18 november 1961 te Monaco tot stand gekomen Aanvullende Akte bij de onderhavige Schikking, zoals herzien te Londen op 2 juni 1934, naar welke Akte wordt verwezen in rubriek D hierboven, zie ook, laatstelijk, Trb. 1974, 65. Voor een overzicht van de overeenkomsten op het gebied van de industriële en de intellectuele eigendom zie Trb. 1969, 145, blz. 50 e.v.
Uitgegeven de dertigste mei 1974. De Minister van Buitenlandse Zaken, M. VAN DER STOEL.