Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 1 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
TOPONIEMEN VEGHEL W.H. Cornelissen UITGAVE GEMEENTE VEGHEL 1998
Zie voor afkortingen het boek. De nummers verwijzen naar de bladzijde in het boek. GLOSSARIUM
AA Streekende opten ghemeijnen stroem gheheijten die aa, [LB-64v (1433)];
Rivier, die de gemeente Veghel dwars doorsnijdt (Hs-i). Haar loop is bepalend geweest voor vestiging van de vroegste landbouwontginningen. Ook prehistorische nederzettingen blijken langs de Aa te zijn geconcentreerd. De rivier de Aa had eigenlijk "Lodewijksvaart" moeten gaan heten na de kanalisering zoals daartoe in i830 door de gemeenteraad werd besloten.
a. OUDE AA D'eekerken aen d'aude aa [GVE15-46 (1624)]; landt int rutselt aen de oude aa [GVE12120 (1778)]; eenen beemd gelegen opt Havelt aan de oude Aa genaemt den ouden Aabeemd, een eijnde de Aa [RAV112-346v (1802)].
Onbekende ligging op het Havelt en in het Rutsel nabij De Mestbrug (z.a.). Ook in het gebied de Aa-broeken is nog een afgesneden kronkel van de Aa bekend als de Oude Aa. -Zie Diepe Aa en Overaa
De oude Aa vóór de kanalisatie in 1938, nabij de Aa-broeken AA AKKERS -Zie Akert AABEEMD 17
Eenen aabeempt int akart bij den appelweert [Hs-2 (1519-1538)]; enen aabeempt in die akertsche beemden [Hs-2 (1612-1615)]; uijtten aabeempt aen't havent [HH-163 (17141783)]; halve abeemt bij den grote oirbeemt [GVEI2-73 (1778)]; den abeemd in het rutsel (ho: 31.90) [N (1868)]. Beemd was gangbare naam voor hooiland. Volgens de keuren en breuken van 1627 was het verboden vee te laten grazen in de Aa-beemd (GAV-IIB15, art. 102). -Zie Beemd a. OUDE AABEEMD Oude aabeemt, beemt agter de straat [GVEI3 (1792)]; eenen beemd gelegen opt Havelt aan de Oude Aa genaemt den ouden Aabeemd, een zijde de Aa [RAV112-346v (1802)]; een perceel hooibeemd gelegen te Veghel aan de mestbrug genaamd den ouden aabeemd [N (1825)]. -Zie Oude Aa AABRAAK Onderpand gelegen te Veghel naast de plaats gezegd abraac [GZG-212 (1390)]. (Aa)Braak (van breken): land dat braak ligt, of dat moet gebroken d.i. beploegdworden, geschikt gemaakt om bewerkt te worden. In ruimere zin ook (meestal) onbebouwd, weinig renderend bouwland (Molemans, 1979-94). AABROEK(EN) De beemd dat aabroeck [BP 1192-35 (1421)]; abroeck [GVEIE2-39 (± 1500)]; hel in
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 2 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
abroek [RAV-24 (1540)]; eenen hoybeemt in abroeke [GVEI2-22 (1778)]; de aabroeken [kado (1832)]. A 701-762. Bekend gebied tussen de Aa en Middegaal, globaal vanaf de spoorlijn Boxtel-Gennep tot nabij Dinther. Nu grotendeels bekend als natuurgebied. Broek = laag land, moerassige weide, eng. brook (Verdam - 1450); Broek "moeras" (Molemans, 1979-109). - Zie Broek a. ACHTERSTE AABROEK Dat afterste abroec in Vechel aan die Aa [BP 1212-56 (1442)]; agterste a broek [RAV-23 (1534)]. b. VOORSTE AABROEK Dat vorst abroec [BP 1212-56 (1442)]; voorste a broek [RAV-23 (1534)]. AADRIES Een dam tegenover zijn beemd omtrent de schans uit d'aa te ruimen aan den aadries [GVB27 (1804)]. -Zie Dries AAHEUVEL Groesvelt den aaheuvel [GVEI2-209 (1778)]. -Zie Heuvel AAHOEK 18 Het lant van Hendrik Jans van Eert bij den amer den ahoek genaemt [GVB43 (1721)]. -Zie Hoek AAKANT
Groot eeusel opde aakant in de Wielse hoef [GVEI2-224v (1777)]. -Zie Kant AAL
't Aal, land en groes in 't aal, land aan 't aal bij d'oude huisplaats, land aan taal [GO inv.nr. 129, (F-lO) (1754)]; het aantal [kado 1832], [N (1844)]; F 178-208 (ho: 7.30.60; we: 2.74.50; hu: 0.27.40; he: 0.21.10; tu: 0.5.60; go: 0.4.11; bg: 0.12.7); het aantal in de grootdonk. Aal (veld): (in drassig gebied): Het eerste lid van aalveld is dan ook vermoedelijk aal, "beer, mest (gier), overdrachtelijk slijk, moeras". (Aalgrond "slijkgrond"). Aal - wijst dan op de moerassige bodemgesteldheid; vgl. in deze zin slijkbeemd (Molemans, 1976a-63). Uit de vermelding van 1754 aan 't aal is de latere vervorming tot aantal te verklaren. -Zie Uil AALBEEMD
Ex prato deo aelbeemt [GVEIE2 (1368)]. Onbekende ligging, mogelijk in of nabij het Aantal. -Zie Aal en Beemd AANTAL
-Zie Aal AARDAPPELSTREEP
Landt de aartappelstreep [GVEI2-48 (1778)]. Duidt op lange, smalle akker waarop aardappels werden verbouwd. -Zie Streep AARDENAKKER
Aardenakker in het Dorshout [N (1885, 1920)]; A 1008 (ho: 76.50), 1070 (bo: 97.20). Aard: Deze percelen waren ± 1835 eigendom van Jan Aart v.d. Ven. Benoeming vond waarschijnlijk plaats naar het bezit van diens vader Aart Jan van de Ven, geb. 1779, die
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 3 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
in 1832 de eigenaar was (OAT). -Zie Akker AARTSBEEMD
Van Lijsken aartsbeemd (onder Eerde) achter het Dorshout [GSO-262 (1617)]; lil anen aartsbeemt [GVE2-258 (1702)]. Onbekende ligging op verscheidene plaatsen, o.a. in Dorshout, benoeming naar persoonsnaam Aarts, die vanaf 1447 voorkomt (BP1447/48-264v). -Zie Beemd AARTSKAMPKE
Beemt agter Dorshout Jan aerts campke [GVEI2-186 (1777)]; een perceel hooiland, houtwas en geregtigheden gelegen in Veghel in het Dorshout genaamd Jan aartskampke en 19 bendelshout [N (1825)].
Kamp, lat. campus, is oorspronkelijk een synoniem van veld in de betekenis van "open, onbebouwd veld". Secundaire betekenis: "een individueel, uit het veld gewonnen en door een heg of een houtkant besloten perceel" (Molemans, 1979-450). -Zie Aartsbeemd en Kamp AARTSVELDJE Tunis aerts veldje [GVEI2-299 (1778)]; schuppestreep geweegt over Aartsveltje door een steegde op de gemeene weg, aen de brugge t. pl. gen't aan de hoogeijnde [RAV109-211 v (1786)].
Onbekende ligging op het Hoogeinde. -Zie Aartsbeemd AARUST Eene huyzinge bestaande in verscheyde zoo boven als beneede vertrekken, Balcancoepel, stallinge, koetshuis en aangelegen tuyn, groot ontr. 1 loop, gestaan en gelegen in Veghel in de straat genaamd Aa Rust, aan een zijde de kerkhof, andere zijde wed. Peter van de Leemput, een eijnd de rivier d'aa, andere eijnd de steenweg [RAV112-359 (1803)]; G 117 (hu, sch, erf: 08.60)
Eigenaar Petrus de Jong. Bij verdeling van de-goederen in 1803 werd Johan de Jong, zijn neef, de nieuwe eigenaar. Hij was (eif)secretaris (dorpsdienaar) en had vergunning om een pruik te dragen (W.H. Cornelissen, Toelichting op de plattegrond van de kom van Veghel, anno 1791, 1984-12). AASTEEG
a. OUDE AASTEEG Een kleijn huijsje en hoff, land en groes, een zijde de oude aa steegt, gelegen aan de Leest [RAV110-268 (1793)].
Onbekende ligging in de Leest. -Zie Aa en Steeg AASTRAAT a. OUDE AASTRAAT Den digraaf belendt de oude aastraat [Mg25a-96 (1684)]; lant de braak aen de oude aastraet [GVEI2-209 (1777)].
Ligging aan het Rutsel, nu ten westen van winkelcenrum de Boekt. Mogelijk is deze benaming te interpreteren als oude straat lopende langs de Aa of langs de oude Aa. Van deze oude Aa (in de zin van oude, verlaten rivierbedding) op het Rutselt (zie oude Aa) is echter niets meer bekend. Wel is vast te stellen, dat de omtrek van het gebied het Rutsel aanzienlijk lager gelegen is dan het centrum ervan zodat het niet onmogelijk lijkt dat in oude tijden de rivier zich oostelijk om het Rutsel heen kronkelde. Ook het toponiem Diegraaf, voor een perceel op het Rutsel, grenzend aan de Oude Aastraat, wijst op de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 4 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
aanwezigheid van een water loop. AAVONDER 20
a. OUDE AAVONDER Eenen beemdt hoijlants en geregtigheden sijnde ~ part genaemt in den Amer, genaemt oude aa beemt, gelegen aan de oude aa vonder, groot ontr. twee karren hoijgewasch [RAVllO-91 (1789)]. Onbekende ligging in de amer. Vonder = brugje over een beek (oude aa), (Goossenaerts, 843). -Zie Aa en Vonder AAWAARD In de parochie van Vechel op die aaweert [Mr22-69 (1484)].
Waard: heeft hier de betekenis van: riviereilandje; perceel langs drie zijden door water besloten. 2) Laagliggend land, dat vaak onder water loopt (Molemans, 1976a-369). -Zie Waard ABENHOEF Abenhoeff [RAV25 (1530)]; een camp lants genaamt abenhoeve groot ongeveer drie mauwerse gelegen binnen de palen van Vechel [GO-126 (1566)]; een stuck landts in aepenhoff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den ecker in abenhoeff [GVEI5-21 (1624)]; oppenhoeff [GO-129 (1754)]; abenhoeff [RAVI59-223v (1759)]; de apenhoef [kado (1832)], F 654-766; [N (1838, 1875)], F 466-'he: 10-09-80). In 1555 worden in Eerde genoemd: Cleijn Abenhoef en groot Abenhoef In 1592 treffen we de familienaam aan "Jacob Aben" en in 1612 "Thomas Aebben". In 1700 komt de spelling "Abenhoef" voor en in 1754 "Aupenhoef".
Drie boerderijen in Eerde worden Abenhoef genoemd. Onbekendheid van de omwonenden met de familienaam zal aanleiding geweest zijn tot het gebruik van de volksetymologie (Hs-9), i.C. de vervorming tot "apenhoef".
a. GROTE ABENHOEF Erffenisse genoemt die groote abenhoeff [GO-126 (1555)]. b. KLEINE ABENHOEF Een stuk lants genaamt c1eijn abenhoeff gelegen binnen de palen van Veghel [GO-126 ~ (1555)]. ABENHOEFWEG Abenhoefweg [Hb.] - Zie abenhoef. Weg naar Abenhoef Thans gelegen vanaf de provinciale weg Nijmegen-Eindhoven naar de Abenhoef, zuidelijk van de Kennedylaan. ABRAHAMSKLOOT Abrahamskloot - russelt, landmeting 1791 2175/6 [GVE-13 (1792)]; een perceel teulland gelegen binnen de gemeente van Veghel in het rutsel genaamd aberamskloot [N (1824)]. Zie kloot.
Onbekende ligging in het Rutsel. Benoeming naar persoonsnaam Abrahams ofmansnaam Abraham vgl. Abrahams Lust. "Kloot" duidt op een rode vorm. ABRAHAMSLUST Jan Abrahams lust [N (1851, 1867)]; E 696, 721 (he: 28.34.80); Vóór 1851 ontgonnen 21
tot bouwland. Volksironisch; betreft ontgonnen heidegrond, die na jaren van bewerking en bemesting vruchtbaar wordt en aldus weinig tot "lust" zal strekken. Mogelijk naar psn.: Jan Abraham de Munck vanaf 1838 notaris in Veghel. ACHTERBOS Het achterbos [N (1845)]; E 803 (bo, we: 18.30). - Zie bos. Ligging op de Lage Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging achter een perceel
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 5 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
met de naam "Tweede Bos". ACHTERDIJK Huijs, hoff, boomgart gelegen tot Vechel aen den achterdijck [N (1659)]; land de achterdijk [Mrv91-60 (1713)]; agterdijk [RAV-159 (1759)]; huijs, hof op den agterendijk [GVEI2-81 (1778)]; gelegen in Veghel in de straat op den achterdijk [N (1842, 1893)]. G 43, 44, 45 (hu, sch, erf, tu: 02.55). Tegenwoordig de Deken van Miertstraat. Benoeming naar de ligging achter de straat (Hoofdstraat). Zij liep parallel aan de Hoofdstraat. -Zie Dijk ACHT LOPENSE Een stuck landts genaamt de acht lop: (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. -Zie lopense. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de oppervlakte. AKERBEEMD Een beemd in die akerbeemd [BP 1190-155 (1417)]. -Zie Beemd AKERT In loco dicto die akart [Hs-4 (± 1380)]; ad locum dictum op dakart in loco dicto in snelvenne [Hs-4 (± 1390)]; twee strepen land in akart [BP 1190-182v (1417)]; akart [GVEIE2-39 (± 1500)]; twee stucken in d'akert aen snelven [GVEI5-45 (1624)]; lant de steen int aeckert [GVIE2-120 (1702)]; 't boektstuk bij akart [GVEI3 (1792)]; de akert [kado (1832)], [V.]; D 311-339 (bo: 15.29.70; wa: 25.60). het akert [N (1839)], D 339 (bo: 3.51.50). Waarschijnlijk is "akart" en "aeckert" een samentrekking van "aa-akkers". a. ACHTERSTE AKERT In het achterste akert [N (1846)]; D 305 (bo: 45.10). Het dichtst bij de Aa gelegen deel van het akert, dat grensde aan een inmiddels verdwenen vennetje, het snelleven genaamd. Benoeming naar de ligging achter het akert. AKERTSEPADSTUK Akarts patstuk [GVE13 (1792)]. - Zie padstuk. Benoeming naar de ligging in (bij) het Akert aan een zandweg. AKERTSETIENDE 22
Den hesseis beempt int akartssche thiende bij den appelweert [Hs-4 (1519-1538)]; quade koop akart tiende rijbroek [RV-56 (1681)]; aekerse, hamse en russche thienden [Hs-5 (1747-1794)]; akkerse tiende, [Mm]; akertse tiende(blok) - akart [RAV-159 (1757)]; de akertse tiende [N (1850)]; A 117 (we: 27.40). - Zie tiende. AKKER(S) Den ecker in de bruggen [GVE15-6 (1624)]; den acker neve de streep [GVE12-4 (1778)]; den akker; de akkers [N (1839, 1841, 1847, 1848, 1850, 1856, 1859, 1861, 1868, 1869, 1874, 1875, 1876, 1883, 1885, 1890, 1893, 1920)], [V.]; A 864 (he: 22.96.80), 868 (b, w: 1.64.70), 1008 (b: 76.50), 1071 (b: 94.40), 1089 (b: 84.60), 1090 (b: 59.30), 1305 (b: 66.60); B 144 (b: 96.20), 285 (b: 1.46.20), 672-673 (b:54.00), 820 (b: 1.60.30), 1203 (b: 1.17.50); D 934 (b: 56.90),970-971 (b: 1.99.10), 1005 (b:1.34.40); D (SLOedenrodeEerde) 75 (b: 36.10), 97 (b: 45.90), 168 (b: 80.00); E 357 (b: 57.20), 439 (b: 46.60),565-566 (b, ho: 1.11.80), 1309 (b: 76.10). Akker betekende oorspronkelijk het gemeenschappelijke (cfr. gemene akker) landbouwland bij een nederzetting. Jonger is akker in de betekenis van "een perceel bouwland (uit deze
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 6 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
complexen)", vrijwel altijd in de vorm van "Bepalend bestanddeel + akker", waarbij het eerste lid wijst op bezit, ligging, vorm, begroeiing, teelt, enz. Vgl en zie ook onder veld (Mm.).
Een gedeelte van Eerde viel tot voor kort onder St.Oedenrode en Schijndel, tegenwoordig is Eerde geheel onder Veghel komen vallen. Enkele landerijen en veldnamen van St. Oedenrode en Schijndel ressorteren nu zodoende onder Veghel. a. ACHTERSTE AKKER Van Hilleken Syben achterste ecker op ham [GVE15-11 (1624)]; den achtersten acker op middegael [GVE12-6 (1778)]; den achtersten akker [N (1842, 1864, 1983)]; A 396 (b: 1.4.20) 404 (b: 1.8.80); D 540 (tu: 02.85). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging achter andere percelen. b. BREDE AKKER Een stuck landts genaamt den breeden acker, onder Eerde [GSO-262 (1617)]; den breyacker [Mrv91-57 (1697)]; de breeden akker [N (1861, 1886)], [V.] F 290-291 (b: 86.13). c. GROTE AKKER Naast die grootacker, Vechel, Hezelaer [BP1190-538 (1422)]; een stuk land ter plaatse genaamd den groeten akker [GZG-1225 (1460)]; d'lant in den grooten ecker [GVE15-6 (1624)]; van huijs en hoff in den grooten acker op sontsveld [HH-163 (1714)]; den grooten akker in de bruggen [N (1893)]; D 479 (b, w: 1.33.73), 487 (b: 68.80). d. HOGE AKKER Genaemt den hogen acker gelegen binnen de palen van Vechel op Crijtenborg [GO-126 (1603)]; de hooge akker, creijtenbergh [RV-36 (1614)]; landt op hoge acker aent beukelaer [GVE12-55 (1778)]; de hooge akker [kado (1832)], B 118-164; den hogen akker [N (1834, 1885)], [V]. A 641 (b:2.92.1O), 665 (w: 69.80), 1124-1126 (b: 1.25.70; h: 59.70; og: 17.00), 1131, 1134-1138 (b: 3.24.40), D 90 (St.Oedenrode), (b, w: 33.60), 824-865 (b: 10.67.70; h: 3.36.60; de: 10.40; w: 1.82.40; hu: 23.20; tu: 6.20); 891 (b: 76.30), F 23 66-157, oorspr. kadastraal gemeente Sint-Oedenrode D 151. e. LANGE AKKER In die langacker, Vechel in die hoge boect [BP1192-194v-195 (1421)]; huis in loco dicto aen die Heije den langen ecker in loco dicto hennenberch [Hs-133 (1519-1538)]; lange akker, sijtaart [RV24 (1543)]; een streekken schietende opten langec ker opt zijtert [GVEI5-119 (1624)]; den hoff ende den langen ecker [GVEI5-27 (1624)]; langenakker (zijtaert) [GO-129 (1754)]; genaamd den lange acker (zijtaert) [GVEI2-145v (1778)]; de groes en langenacker [RVI60-184v (1780)]; de lange akker, eerde over de straat [GVE13 (1792)]; de langakker [N (1840, 1876, 1893)], [V.]; D 758 (b: 84.80), E 465-466 (b: 1.18.76). f. MIDDELSTE AKKER Een stuck landts den middelsen acker [GSO-262 (1617)]; een perceel bouwland genaamd den middelsten akker [N (1842, 1876)]; A 398, 399 (b: 61.30). g. NIEUWE AKKER Den nieuwen akker [N (1820)]; de nieuwe akker [N (1885)]; A 1251, 1328 (b: 20.60; w: 43.90). h. OUDE AKKER In loco dicto sweenslake land die oude akker [Hs-191 (± 1390)]; den ouden ecker teijnen ende aen [GVEI5-16 (1624)]; de oude akker [N (1885)]; A 1069, 1070, 1093 (b: 2.76.10).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 7 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
i. VOORSTE AKKER De hoft met het landt daeraen gelegen den voorsten acker, den hoffacker, den middelacker metten hoppenacker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den voorsten akker [N (18421883)]; A 396, 397 (b: 2.51.80); D 168 (St.Oedenrode) (b: 80.00); E 876 (b: 57.20); de voorste akker achter de rijt in blankenburg [N (1876)]; C 211 (b: 1.41.1 0). -Zie Aardenakker , Amerakker, Annenakker, Ariensakker, Armenakker , Assenakker , Banakker, Batenakker, Beekakker, Bergakker, Berkelsakkerke, Berkenakker , Biesakker , Biezenseakker, Binnenakker, Bloeimanakker, Bloemenakker, Boerenakker , Bogaardsakker, Bontakker, Bontwerkersakker, Braakakker, Broekakker, Brugakker , Bruineakker , Buntakker, Busakker, Cissenakker, Denenakker, Dennenakker, Dielissenakker , Dintherseakker, Domakker , Dorenakker, Driehuizenakker , Driesakker , Eerdseakker, Eikakker , Eikensakkers, Eimbersakker, Elenakker, Elsakker, Emmeriksakker, Erptseakker, Eversakker , Faassenakker , Fransenakker , Geerakker , Geraartsakker, Geurtsakker , Gijsenakker , Graafakker , Grietenakker , Groesakker, Grootdonkseakker, Haakakker , Halve Kerkakker , Hamseakker, Harkmansakker , Heesakker , Hegakker , Heiakker , Heintjesakker, Henskensakker , Herculesakker , Herenakker , Heuvelakker , Hoebenakker , Hoefakker, Hoekakker, Hoevenaarsakker, Hofakker, Hoppenakker, Houtakker, Hubertakker, Huigenakker, Hurkmansakker, Jacobsakkerke, Janssenakker, Joppikenakker, Joseppenakker, Kalverakker, Kamerakker, Kapelakker, Kemelseakker, Kemenaatseakker, Kerkakker , Keselakker, Kesselakker, Klaassenakker, Konijnnenakker, Korstenakker , Kouterakker , Kremersakker, Krengelakker, Krijtenburgseakker, Krommeakker , Kruisbroerenakker , Laarakker , Lambertsakker , Laurensakker , Leenakker , Leestakker , Leestenakker , Leeuwenakker , Leienakker, Leinseakker, Leunissenakker, Lijsenakker , 24
Lijskesakker, Looakker, Looiakker, Maasakker, Meester Jacobsakkerke, Meeuwissenakker, Melisakker , Mensakker , Middegaalsakker, Molenakker, Mortelakker , Mosterdakker , Muilakker , Muisakkers), Muldersakker , Mutsakker, Nederakker , Ne1enakker, Nelissenakker, Notenakker, Oeienakker, Ovenakker,Overakker, Paalakker ,Papenakker , Pastoorsak ker, Persoonsakker , Petersakker , Plasakker , Platteakker , Poortakker , Regenakker , Rijakker, Roelofsakker, Roesakkerke, Rondakkerke, Rooiakker, Roversakker, Ruttenakker, Schepensakker, Scheurakker, Schopakker, Schottaartakker, Schuurakker , , Serafijnakker , Severijnakker, Sint Antoniusakker, Smitsakker, Smuldersakker , Stapakker , Starakker, Steenwegakker, Stopakker, Stukakkers, Teeuwsenakker, Theunisakker, Thomassenakker, Tijssenakker, Tillaarseakker, Tommeakker, Veerakker, Veghelseakker, Venakker, Versakker, Vijkensakker, Voorakker, Voortakker, Vosakker, Vreeakker, Vrensenakker, Vriesakker, Vrijnskenakker, Wedakker , Wellesakker , Wendelsakker , Wenselakker, Wilgakker, Woitkensakker, Woutersakker, Zantvoortsakkerke, Zeelakker, Zoeiakker, Zoerakker. AKKERDUK Den ackerdijck, neven de straetse hoeve [Mrv91-1 (1712)]; een acker den ackerdijk neven de staetse hoeve [Ms13-25]. Onbekende ligging in de nabijheid van de straat, de kom van het dorp. Het lijkt niet waarschijnlijk, dat het hier gaat om een verschrijving van achterdijk (zie achterdijk) . -Zie Dijk AKKERKE Het akkerke [N (1845, 1848, 1861, 1862, 1874, 1876, 1887, 1891)]; A 356 (b: 46.10), B 402 (b: 70.40), C 380 (b: 57.20) 396, 398 (b: 67.10), D 167 (b: 60.40) 1008 (b: 24.40),
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 8 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
E 852 (b: 64.30), F 64 (b, w: 38.00); het akkerke [V]; A 869 (gedeelte), C 215-217 (w: 24.20; he: 1.89.20), D 628 (b: 49.60) 701 (b: 37.90). a. HOOG AKKERKE Het hoog akkerke aan de lage heide [N (1870)]; B 407 (b: 58.60). b. KLEIN AKKERKE Het klein akkerke voor het spoor [N (1885)]; A 1090-1092, 1099 (b, w: 82.90)]. c. NIEUW AKKERKE Nieuwakkerke [N (1874)]. D 60 (b: 39.80). AKKERSVELD Van den akkersveld [V.]; E 1206 (b: 41.40); Benoeming naar persoonsnaam "Van den Akker". -Zie Veld ALERSLAND Van Gijsbert Jan Alers lant aen de bueckelaer steeghde [GVE15-115 (1624)]. Onbekende ligging aan de Beukelaarssteeg, nu Hezelaarstraat. Benoeming naar de eigenaar Gijsbert Jan Alers. -Zie Land 25ALLEMANSKAMP -Zie Allemanskant ALLEMANSKANT Allemanscamp [RVI58-85 (1730)]; lant op de boekt bij allemans cant [GVEI2-137 (1777)]; een perceel bouwland op de boekt, ter plaatse genaamd rondebult op allemanskant [N (1843-1876); V.]; D 198 (b: 60.00) 201 (b: 12.30) 202 (b: 94.50) 217; (b: 24.70). Ligging op de ronde bult, de omgeving van het huidige volkstuinenkomplex. Het eerste lid duidt mogelijk op gemeenschappelijk bezit, vgl. den Alleman, de Bont-Dialect Kempenland III-48.
-Zie Kant AMERBEEMD Hoij in den amerbeemt [GVEI2-185 (1777)]. -Zie Amert en Beemd Gelicht op Dorshout - Amerika AMERIKA Amerika [V.]; A 867 (w: 22.59.30). Gebied liggend in het Oost Dubbelen (nabij de amer(t)), tegenwoordig ligt er ter plaatse een zandweg van die naam, het is een zijweg van de Pater v.d. Elzenlaan, die achter langs de vulcaanjabrieken loopt. Mogelijk is dit vrij recente toponiem een produkt van plaatselijke volkshumor die deze eertijds ongure buurt in verband bracht met het "vrijge26
vochten" Amerika (zie Balkan). (Amerika Wintelre). Het (was) is een schertsende benaming vanwege de betrekkelijk verre ligging: ik ga naar Amerika. Voor soortgelijke uitheemse benamingen zie Egypte, Jeruzalem en de Transvale(n), (De Bont Dialekt van Kempenland geograf namen~pg. 131). -Zie Noord-Amerika en Balkan AMER(T) In loco dicto den amer [Hs-6 (± 1385)]; op gheen amer [Hs-6 (± 1390)]; ad locum dictum die namer [Hs-155 (± 1500)]; eenen aabeempt ad locum dictum den amer [Hs-6 (1519-1538)]; eenen aabeempt in den amer aan de aa [Mrv30-123 (1530)]; in den aemer [GSO-262 (1617)]; hoij en landt in de amer [GVE12-168v (1777)]; de amert [kado (1832); N (1836, 1864, 1871, 1879, 1884, 1894); V.]; A 665 (w: 69.80) 864, 865 (w: 22.47.90)
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 9 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
936-978 (b: 5.94.29, w: 7.49.60, og: 1.9.18, bg: 8.10, hu: 7.92, tu: 5.50), 986, 987 (h: 69.70, og: 10.40). De naam is momenteel (1955) nog bekend voor moerassig land op Dorshout. Uitgangspunt
is het germ. + ami-. Dit germ. + ama, mnl. + ame, is overgeleverd in Amestelle, Amstel daarnaast is germ. + ami, mnl. + eme, bewaardin de naam Eem, die aan verschillende wateren toekomt. Korte namen lenen zich bijzonder voor uitbreiding met suffixen en zo ontstond naast "eem" met s-suffix, een verlengde vorm "eems". (In de klassieke overlevering Amisia). Op soortgelijke wijze ontwikkelde zich met r-suffix een germ. + amra. Hamer, naast Hgd. Hammer. Een Zuidnederlands (h)amer is door Lindemans verklaard als "nat land op de oever van een beek". (Hs-6). Gebied, liggend aan de noordzijde van (het) Dorshout. Ook een perceel onder Eerde of Everse (Sint-Oedenrode), waarvan de ligging onduidelijk is, draagt de waarschijnlijk verwante naam "aemer". Deze verklaring lijkt zeer plausibel, omdat de Amert bij Dorshout laaggelegen is en ook het gebied tussen Eerde en Everse plaatselijk drassig is, er lagen voorheen enkele grote vennen. -Zie Breugelsamer en Vijfkesamer a. GROTE AMER De grote amert, in den amert [N (1885)]; A 984, 985 (ho, we: 1.8.80). b. NIEUWE AMER Den nuwen amer, in den ham [BP1185-308v (1408)]; den nuwen amer en den auden amer van den bredenbeempt [BP121O-241 v (1440)]. C. OUDE AMER Den auden amer, in den ham [BP1185-308v (1408)]; den nuwen amer en den auden amer van den bredenbeempt [BP1210-241 v (1440)]. ANNAEEUWSEL Anna eeusel aldaer [GVE12-21 (1778)].
Benoeming naar psn. Anna; Johanna. ANNAHOEK Anna hoek [N (1833)]; F 848 (b: 42.30). ANNEMOEISEEUWSEL 27
Een perceel groesland gelegen alsvoor (op 't ven) genaamd annemoeijseusel [N (1819)]. Onbekende ligging op het Ven. "Annemoei" : tante Anne. Eeuwsel van tante Anne. (Verwijs en Verdam). Moei: tante, moederszuster, ook vaderszuster. -Zie Eeuwsel ANNENAKKER Sijnen camp bij den annenacker op de coevering (onder Eerde), [GSO-262 (1617)]; annenacker aen de leest voor sijterse beemden [GVE13 (1792)]; een perceel teulland, groese, houtwasch en geregtigheden gelegen te Veghel in de valstraat genaamd annenakker [N (1819)]. Onbekende ligging aan de Leest waarschijnlijk in de omgeving van het huidige Biesboschpark en op de Coevering onder Eerde in het grensgebied met Sint-Oedenrode. Het eerste lid is afgeleid van de vrouwsnaam An (Johanna). -Zie Akker ANNENHOEF De annassehoef [HH-128 (1471)]; de annasche hove [HH-133 (1507)]; item eenen acker teullants aen de zantsteegt genoemt annenhoeve [GO-126 (1676)]; landt in annenhoef [GVEI2-325 (1778)]; genaamd den annenhoef (Wilbershoek) [N (1818)]. Onbekende ligging in het gebied tussen Willebrordushoek en Logtenburg, niet ver van de bosrand, die de zuidgrens vormt van het Veghelse grondgebied, en die doorsneden wordt door de weg Nijmegen-Eindhoven.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 10 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Hoef ANNEVELDJE Anneveldje, ter plaatse genaamd schuttersveld [N (1871)]; B 23 (b: 16.40). In 1842 was dit bouwland in eigendom van Anna Hofmans. -Zie Veld ANSEMHOFSTAD Van eenen huijze hostat ende hoff geheiten met ansems hostat gelegen aent havelt [GVIE2 (1403)] Onbekende ligging in het Havelt. Het eerste lid zal een afleiding zijn van een persoonsnaam. -Zie Hofstad APENHOEF -Zie Abehoef APPELWAARD Den hesseis beempt int akartssche thiende bij den appelweert [Hs-I0 (1519-1538)]; appelenweert aan het havel [RAV-23 (1530)]; huijs, hoft, boomgart en aengelegen lant alnoch twee lopens in de valstraat alnoch een lopens in de akerse thiende, alnoch een hoijbemt genaamt den appelenwerdt, groot omtr. 9 karren hoij [N (1661)] ; hoij in appelenweert [GVEI2-20 (1778)]; appelenwaard [N (1838)]; D 387 (h: 77.00). Weerd/waard: ingedijkt land (Alblasserwaard, Stevensweerd, Bolsward). Kil. weerd insula amnica. Het woord land dat vaak onderloopt nog. De naam appelweerkomt nu (1955) niet meer voor, maar blijkens de vermelding "enen aabeempt" ligt het voor de 28
hand te besluiten, dat het een laagliggend en nat land moet zijn geweest (Hs-I0). Mnl. weert, waert: 1) riviereilandje, 2) laagliggend land dat vaak onder water loopt (Molemans, 1979-976).
Ligging in de Haveltse beemden, zuidelijk van het Havelt in de Akert. Het eerste lid is mogelijk een volksetymologische vervorming van de oudere toponiemen Epperenwaard, Opperenwaard, Eppenwaard en Oppenwaard en zou dan een persoonsnaam kunnen verbergen. Benoeming naar appels lijkt in de drassige Haveltse beemden niet waarschijnlijk. -Zie Epp(er)enwaard en Oppenwaard ARDIENEVELD Ardieneveld op de watersteeg [N (1883)]. B 969 (w: 61.20).
Het eerste lid is afgeleid van de vrouwsnaam Ardina. -Zie Veld ARIAANSHAAG Gelegen in corst ariaans haeg onder Eerde [GSO-262 (1617).
Onbekende ligging inder Eerde, wellicht in het voorheen Rooise gedeelte in het gebied, genaamd Haag. Het eerste lid is een afleiding van een persoonsnaam Ariaan, Adriaans. -Zie Haag ARIAANSKAMPKE a. KLEIN ARIAANSKAMPKE Een stuck landts genaamt cleijn ariaenskampke [GSO-262 (1617)]. -Zie Kamp ARIENSAKKER Ariensakker (sontvelt) [RV37-18v (1594)]; van den ariensecker toebehorende meriken wed. jan ariens van helvoirt int geheel [GVEI5-129 (1624)]; peter teunis ariensacker (dorhoudt) [GVE2-194 (1702)]; op creijtenborg ariensacker [GVEI2-284 (1777)]; een perceel teulland, groes, houtgewas en geregtigheden gelegen op den biezen genaamt ariensakker, (3.38) (op het maatboek van Veghel nr. 3640) [N (1817)]. -Zie Akker ARIENSBEEMD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 11 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Tijs marten ariensbeemt [GVE2-243 (1702)]. -Zie Beemd ARIENSERF Van anna dochtere jan ariens erff aen de straet den hoff [GVEI5-97 (1624)]. -Zie Erf ARIENSLAND De streep neffen jan arienslant mette corte stucken teijnen aen gelegen in de neerbiest [GVEI5-101 (1624)]. -Zie Land 29 ARIENSSTREEPKE 't Stucxken lant loco voors. (bruggen) neffen goossen anens streepken [GVEI5-68 (1624)]. -Zie Streep ARMENAKKER Een parceel land en groes, voorpotinge, houtwasch en geregtigheden aan den Doornhoek genaamt armenacker, 5 1. 38 r. aen een eijnde de valstraat [RAV1l2-4 7v (1795)]; armenakker [V.]. D 244 (b: 87.50). -Zie Akker ARMENBEEMD Landt op de boekt van armebeemt agter de schopakker [GVEI2-143 (1778)]. ARMENBUNDERS Armenbunders op watersteegt [RAVI59-172 (1754)]. ARMENEEUWSEL(S) Halve arme eeuse1 op watersteegt [GVEI2-139 (1777)]; armeneussel aan bundersteeg en busselehecken [GVE13 (1792)]; een parceel groesland in twee gegraven, op de watersteeg genaemt de arme eeusels, groot 5 à 6 karren hoijgewasch [RAV1l2-174 (1798)]. -Zie Eeuwsel ARMENHOEF Landt in armenhoef (logtenborg) [GVEI2-325 (1777)]. -Zie Hoef ARMENKAPEL St. Antoniuskapel, de arme kapel [Ms-8/3]. ARMENKOOPKES De arme koopkes [V.]; C 369 (he: 20.60.10).
Ligging in het voormalig heidegebied Hogerduinen. Bij dit vrij recente toponiem moet het eerste lid wellicht eerder opgevat worden als adjektief in de betekenis van schraal, zoals in arme zandgrond vgl. Kwadekoop. -Zie Koop ARMENLAND Het arme lant in hennenberg (laege heij) [GVE2-39 (1702)]; van de arme lant int akert [GVEI2-193 (1777)]. -Zie Land
Samenstellingen met armen - wijzen op goederen die eigendom waren of zijn van de COO, vroeger Tafel van de H. Geest genoemd. In de 1ge - 20e eeuw zijn de H. Geest - door de armentoponiemen verdrongen (Molemans, 1976a, blz. 75). ARRITSTREEP Die arritstreep en lij skenslant in loco dicto dat gretingvelt [Hs-ll (± 1490)]; arritstreep 30 [BP1259].
Streep = vorm van het perceel land. Zou het eerste element de dialectische uitspraak verraden van het bekende toponiem "aard" = heideveld? (Hs-ll).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 12 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Ertstrepen
ASDONK Asdonk naast kilsdonksedijk bij watermolen [RAV-24 (1539)]; asdonk [RV-54 (1664)]; hoij in de asdonk [GVE12-187 (1777)]; de asdonk [N (1872 t/m 1895), V.]. A 778 (h: 40.60) 780 (w: 26.80) 841-843 (h: 2.23.10).
As is een prehistorische waternaam (aska), die op een nederzetting werd overgedragen te vergelijken met Asse in Brabant (Molemans, Paulissen, 1976, blz. 87). -Zie Donk
ASDONKENHOF Van den asdonken-hof gelegen te Veghel aan de driehuizenakker [N (1826)]. -Zie Hof
ASSELDONKSEHOEF Het erf en lant van de asseldonkse hoef (zontvelt) [GVE2-271 (1702)].
In Veghel komen in 1406-1421 de persoonsnaam Nicolaus de Astendonc en in 1507 de Astendonck voor. -Zie Hoef
ASSENAKKER Assenacker [RAV-159 (1757)]; lant op zontvelt, lant en beemt den assenacker [GVE12290 (1777)]. -Zie Akker en Asdonk
BAAKSHOEVE Eene hoeve lants gheheiten die baexhoeve, ghelegen in de parochie van Vechel op eene stede gheheiten op Zittart [Mr1322-69v (1433)]; die baecxe hoeve op sijtart, Vechel [Mrv27-12 (1562)]; de baecxhoeve op Zittaert [Mr1325-69 (1633)].
Onbekende ligging onder Zijtaart. De door Hoogbergen veronderstelde verklaring van "bake" voor varken, lijkt niet waarschijnlijk (Hs-13). Eerder lijkt de naam ontleend te zijn aan de familienaam Baecx, welke familie deze hoeve bezat in de 15e en 16e eeuw. In 1433 Henrick van Baecx (Mr 1322-69v p.16). BAAN Aanduiding voor weg. De meeste verbindingswegen worden "straat" genoemd; heel wat minder frekwent is "weg" en uitzonderlijk is "baan". (MM.). a. NIEUWE BAAN (Eerde) nieuwe baan [Mb. (1954)].
Onbekende ligging onder Eerde. Wellicht identiek aan Eerdsebaan. b. OUDE BAAN (Eerde) oude baan [Mb. (1954)].
Het vroegere tracé van de weg naar Eerde. 31 BAGGERVELD
Het baggerveld [N (1866)]; D 893 (w: 34.10). Het baggerveld is vrij dicht bij de Aa gelegen, op het Ham. Bagger mnl. baggher, baggaert, modder, slijk (de Vries). Dit perceel is een laag gelegen weiland met een kleine poel in het midden, grenzend aan hoger gelegen bouwland. BAKKERSVELDJE
Bakkersveldje in het oost-dubbelen [N (1888)]; (A 1956 (b, w: 43.20) oorspr. gedeelte uit A 866 (w: 13.14.09). Waarschijnlijk afgeleid van de persoonsnaam Bakker die voorkomt in 1888. BAKSSTUK
Een stuk land gezegd baksstuk [GZG-1225 (1460)]; Afgeleid van de persoonsnaam Baks of Baecx. -Zie Baakshoeve BALGOOIENBEEMD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 13 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Jan van balgoijen beemt [GVEI2-130 (1777)]; jan van balgoenbeemt [GVEI2-129 (1777)]. Naar persoonsnaam Jan van Balgoyen uit 1777. BALKAN
Den balkan [V.-]. In de balkanlanden woedde de oorlog hevig in de jaren 1914-1918. Het gehucht America te Veghel was toen door een ongure buurt bevolkt, waar nog al eens gevochten werd. Naar verluidt is toen voor het gehucht America de naam "d'n balkan" ontstaan. BALLINGHOEVE
Hereditates die ballinghoeve [Hs-14 (± 1380)]; in de hoeve 't guet te poervelt bij die ballinghoeve [BP1l95-175 (1425)]; die gemeen buenre strekkende tot de ballinghoeve [GZG-1l24 (1454)]. Balling/ballings = eigennaam. Het woordenboek vermeldt de grote frekwentie van de eigennaam Balling als typisch Zuid-nederlands (Hoogbergen). Mogelijk ook afgeleid van mnl. ballinc = balling, banneling, zeljstandignaamwoord van ban, bannen (De Vries). De ballinghoeve komt ook voor onder de naam poeyerveltsche hoeve (Meuwese, 1954). BANAKKER
Banakker, scheiding met Lieshout [GVE13 (1792)]; de banakker [V.-]; E 1444, 1449, 1452 (b: 3.40.90, w: 47.30, hh: 6.80). Gelegen in de vroegere heerlijkheid Jekschot onder Zijtaart, misschien samenhangend met mnl. ban, rechtspraak, rechtsgebied (De Vries). -Zie Akker BANHOEVE
Een hoeve lands genaamt de banhoeve gelegen alhier tot Veghel op't Zijtaart, groot 69 lopense [RAVllO-142v (1790)]. -Zie Ballinghoeve en Banakker 32
BARBERENHOEF Een stuck landts in barberenhoeff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; een stuck landts in baerberenhoff [GSO-262 (1617)]. Naar psn. Barbara. -Zie Hoef en Hof BARGENBEEMD Bargenbeemt, Ham [GVE13 (1792)]. Misschien verband met mnl. woord "barg", gesneden mannelijk varken (De Vries), ook berg (w.N. T.). -Zie Beemd BARRIERE Aan de barriere paaIen tussen den schutskooij (in de Beukelaarssteegt), [GVB26 (1798)]; teijnde den Steenweg bezeijde barière (op de Boschstraat), [GVB26 (1800)]; aan de barrière in de molenstraat [GVBII26-1 (1805)]. Aan de Molenstraat en Straat stonden slagbomen voor het innen van weggeld voor onderhoud van de in 1791 aangelegde steenweg. BARTELEVELD(JE) Barteleveld in huigenbosch; barteleveldje ter plaatse het aantal [N (1877, 1891); V.-]. B 766 (w: 53.70), E 657-658 (he: 52.40; db: 51.40), F 188 (w: 30.50). -Zie Veld BARTELSKOOP Bertelskoop in het oost dubbelen; tegen bartelskoop in het oost dubbelen; bartelscoop [N (1885, 1891); V.]; Oorspronkelijk ged. van A 864, 869 (he: 39.80.80).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 14 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Koop BATENAKKER Een erfgoed in de parochie Vechghel en een erfpacht van lh m. rooge Veghelse maat uit de baten acker [(1358)]; baetenakker tussen 2 bruggen [RV-24 (1539)]; baetenacker sontvelt [RAV-31 (1594)]; landt batenacker (zontvelt) [GVEI2-283 (1777)]; Baaten acker, zontvelt [RAV109-19v (1783)]. Waarschijnlijk afgeleid van de persoonsnaam Bathe (Beatrix) vgl. 1358 Margrieten fiZia Bathe (HH). -Zie Akker BEEK Een perceel bouwland te Veghel op het middegaal gelegen genaamd de beek (maatboek 123) de eene zijde de armen van Dinther de andere zijde de boschweg [N (1826)]. Een perceel bouwland waarschijnlijk genoemd naar de beekgraaf op de grens tussen Veghel en Dinther. Beek is een grondwoord voor natuurlijke waterloop (MM.). a. NIEUWE BEEK Usque ad locum dictum nuwebeke, per longitudinem de nuwebeke etc. [Hs-159 (1310)]; van audebeke uit de aa lijnrecht zich uitstrekkend tot nuwebeke, langs nuwebeke tot erde [Enklaar p. 245 (1941)]. 33 Volgens Meuwese was de nieuwe beke een verlegging van de hierna vermelde oude beke, lopend vanaf Eerde in de richting van de huidige Zuid- Willemsvaart. De nieuwe beke en de oude beke vormden van oudsher de grens tussen Veghel en Schijndel en worden als zodanig vermeld in de oorspronkelijke uitgiftebrief der gemeente door Hertog Jan II dd. 1310. Tegenwoordig wordt de waterloop op de grens van Veghel en Schijndel westelijk van de Zuid- Willemsvaart de Schei/oop genoemd (MM.) z. a. b. OUDE BEEK Van truweestersgrave achter Eerde tot de plaats geheten d'oude beecke, vandaar tot de molen van Dinther [MM.(1309)]; ad locum dictum audebeke versus Dynter [Hs- (1310)]; van de palen van Schijndel achter Eerde tot aan veerdoncx kolk gelegen mitten eijnde aan die oude beke [MM- (1465)]; audebeke versus Dynter [Mv (1954)]. De oude beke liep volgens Meuwese als voortzetting van de nieuwe beke vlak langs de Sluisdijk, naar de molen van Ki/sdonk op Dinthers grondgebied en vormde het oostelijke gedeelte van de grens met Schijndel, volgens de genoemde uitgiftebrief Deze waterloop is nu niet meer bekend (MM.). -Zie Riekenbeek BEEKAKKER Die beecacker in Vechel en een beemd aldaar bij den crommen wiel [BP1212-68 (1442)]; den beeckecker met het lant en aengelegen acht stucken opte boekt [GVE15-39 (1624)]. Waarschijnlijk een akker nabij een beek gelegen. -Zie Akker BEEKGRAAF Op hazelberch beemd deusseis van hazelberchs camp aen den beeckgraeff [RAV-23 (1519-1538)]; op haselbergh in de palsdonk aen den beekgraeff [HH-147 (1621-1691)]; 't geerken aen den beeckgraeff [GVE15-3 (1624)]; haselbergs (beemt) grenst aan beekgraaf [RAV-159 (1741)]; lA hoij op den beeckgraef [GVE12-168v (1778)]; de beekgraaf, lopende door sektie A, B en C [kado (1832)]; de beekgraaf [N (1890)]; A 159-162 (w: 1.11.30). Schönfeld merkt in verband met het woord "beek" op, dat dit woord een natuurlijk water aanduidt, van minder betekenis dan een rivier; maar later is ten onzent zo'n beek vaak vergraven of gekanaliseerd. Dit laatste geldt dus voor Veghel ook. Beekgraaf is een
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 15 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
tautologisch hydronym. Het element "graaf" is de benaming voor een water, dat dienst doet als afvoer naar een ander water (Hoogbergen). Deze niet onaanzienlijke waterloop kronkelt zich vanaf de grens met Erp via de Krekelshof bij Mariaheide, de Hintel en het Ven, zuidelijk van de Hazelberg, naar de Aa. Het meest westelijke gedeelte ervan vormt globaal de grens tussen Veghel en Dinther. BEEKSLOOT Tegen de beeksloot in de geerbunders [N (1867)]. A 185 (w: 72.30). Dit is een synoniem van de beekgraaj, in de volksmond algemeen gebruikt. BEEMD(EN) Den bempt in die bruggen [RV-23 (1519-1538); de beemt agter schopakker [RAV159 (1743)]; de beemden op zontvelt [RAV-159 (1754)]; de beemd [N (1860, 1876, 1879, 1884), V.-]; A 839 (ho: 55.10) 1002-1007, 1043, 1123, 1124 (ho: 3.47.00), E 424,433, 34 434, 558, 559, 569 (ho: 1.94.20; w: 33.40; hh: 2.22.40), D 261-262 (ho: 30.80; b: 29.40).
Beemd was en is nog steeds de gangbare naam voor hooiland. (MM.)
a. ACHTERSTE BEEMD Zijn eigen groes den achterste beemt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den agterste beemt aen Leijgraef [GVEI2-35 (1778)]; de achterste beemd in het Dorshout [N (1893)]. A 1096 (ho: 44.90). b. BREDE BEEMD Den bredenbeempt in loco dicto Vermoelsgoet [Hs-36 (1249); in den bredenbeempt in Vechel [BP1185-368 (1408)]; den nuwen amer en den auden amer van den breden beempt [BPI21O-241 v (1440)]. - LANGE BREDE BEEMD Tegen den lange bredebeemt op schoute rek [GVB-26 (1788)].
Benoeming naar de vorm. Ligging onbekend. C. EERSTE
BEEMD De eerste beemd ter plaatse genaamd het zeelstje [N (1869)]; D 14-16 (ho: 70.90). d. GROTE BEEMD De groote beemt, ham [RAV-158 (1738)]; in den groten beemt (Zijtaart) [GVEI2-145v (1778)]; den grooten beemd, den groten beemd [N (1834, 1848, 1884, 1891)]; A 743 (b, w: 40.70), D 739,799,818, 819 (ho: 2.50.10). - ACHTERSTE GROTE BEEMD Agterste groote beemt, sijterse beemt aan steenweghecken [GVE-13 (1792)]. - VOORSTE GROTE BEEMD Voorste groote beemt, sijterse beemt aan steenweghecken [GVE-13 (1792)]. e. HOGE BEEMD De hooge beemt, havelt, beemden agter de straat [GVE-13 (1792)].
Benoeming naar de ligging. Onbekende ligging op het Havelt.
f. KLEINE BEEMD lA In
de cleijnen beemt agter Ham [GVEI2-164 (1778)]; een perceel groesland gelegen te Veghel op seijtart genaamd den kleijnen beemd; den kleinen beemd [N (1830, 1847, 1848, 1884)]; A 741 (ho: 15.40), D 394, 837 (ho: 83.60). g. LANGE BEEMD(EN) Die langbeemt [BP1190-182v (1417)]; v.o. ex prato de lancbemt [GVIE2 (1429)]; in die langhe beemden [Hs-132 (1519-1538)]; lange beemden op ham [Hs- (1534)]; lange beemt int aabroeck [HH-147 (1621-1691)]; lange beemt, a-broek [RAVI59-74v (1744)].
Benoeming naar de vorm. Onbekende ligging in de Aabroeken en op het Ham. h. NIEUWE BEEMD 35
Het hoij in de nieuwen beemt [GVE2-95 (1702)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 16 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Nieuw duidt hier op een later of jonger ontgonnen perceel (MM.) Onbekende ligging.
i. TWEEDE BEEMD De tweede beemd ter plaatse genaamd het zeelstje [N (1869)]; D 17-19 (ho: 70.80). j. VOORSTE BEEMD Den voorsten beemd met het cruijs (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den voorsten beemt op Vorstenbos [GVEI2-34 (1778)]; voorste beemd in het Dorshout [N (1893)]; A 1094 (ho: 47.30). -Zie Aalbeemd, Aartsbeemd, Akerbeemd, Ariensbeemd, Armenbeemd, Balgoyenbeemd, Bargenbeemd, Berlosbeemd, Besselersbeemd, Beugtsebeemd, Bijgersbeemd, Bildjensbeemd, Blakenbeemd, Boerenbeemdje, Bosbeemd, Bultbeemd, Bundersebeemden, Bunsenbeemd, Buntbeemden, Burgersbeemd, Daantjesbeemd, Denenbeemd, Dirkenbeemd, Donkerbeemd(en), Dorshoutsebeemd, Driehoeksebeemd, Driesbeemd, Egelkolksebeemd, Fraaienbeemd, Geerbeemd, Gelijkebeemd(en), Gerritsbeemd, Goorbeemd, Grevebeemd, Grootvadersbeemd, Grote Langakkersebeemd, Grote Oorbeemd, Hamsebeemden, Hansvoortsebeemden, Haveltsebeemd, Hazelbergsebeemd, Hendrikbeemd, Heskensbeemd, Hesseisbeemd, Hoeksebeemd, Hondstaartsebeemden, Hooibeemd(je), Jan Dirkebeemd, Jan van Balgooienbeemd, Jan Willemsbeemd, Jungerbeemd, Katalijnenbeemd, Keizersbeemd, Kerkebeemd(je), Klaassenbeemd, Kleine Oorbeemd, Klootjesbeemd, Klopperdamsbeemd, Krommebeemd, Kuipersbeemd, Lenarsbeemd, Lendersbeemd, Lindersbeemd, Lisbeemd, Loeksbeemd, Meerbeemd, Melissebeemd, Middegaalsbeemd, Molenbeemd, Muggenbeemd, Muilenbeemd, Muldersbeemd, Oelbeemden, Oetelaarsbeemd, Olieslagersbeemd, Oorbeemd(en), Oppersbeemd, Paalbeemd, Pasbeemd, Pastoorsbeemd, Persoonsbeemd, Peter Jan Tunisbeemd, Philipsbeemd, Regenbeemd, Remmersbeemd, Rietbeemd, Rijbeemd, Rijdendebeemd(en), Rijenbeemd, Roeloffenbeemd, Rogsebeemden, Ronde beemd, Rooisebeemd, Rootsenbeemd, Rullekensbeemd, Schenkelsbeemd, Schijndelsebeemd, Schimmeiersbeemd, Schoorbeemd, Schragenbeemd, Sint Antoniusbeemd, Sluisbeemd(je), Smitsbeemd, Strijpenbeemd, Suurmontsbeemd, Theunisbeemd, Thomasbeemd, Tijbosbeemd, Tijssenbeemd, Vierkante beemd, Vissersbeemd, Vlotbeemd, Vogel(s)beemd, Vonderbeemd, Vorstenbosschebeemd, Vrouwenbeemd, Vrouwkesbeemd, Weierbeemd, Wemmersbeemd, Willemsbeemd, Zijtaartakkersbeemd, Zijtaartsebeemd. BEEMDJE(S) ~ Part in een hoijbemt genaemt het beemtken te Vechel opt Sontvelt [N (1658)]; een groesvelt het beemtje [GVEI2-30 (1778)]; het beemdje, de beemdjes [N (1847, 1862, 1873, 1885, 1893)], [V.-]; A 1005-1007 (h: 94.80), C 112-119, 129-135, 155, 156, 164, 165, 175, 176, (b: 1.60.10; w: 5.56.00; sch: 99.-), E 433, 434, 824, 1106-1108, 14001406 (w: 2.65.60; b, w: 1.18.50); beemdjes aan de Aa [N (1920)]; A 1005-1007 (h: 94.80). a. GROOT BEEMDJE Het groot beemtje, hooge heide [RAV159-202 (1757)]. b. KLEIN BEEMDJE Het c1eijn beemtje op ham [RAVI58-177 (1738)]; 't kleijn beemtje, sijterse beemt 36 [GVE13 (1792)]; het klein beemdje [N (1838, 1891)]; D 793,794 (h: 1.07.20). - ACHTERSTE KLEIN BEEMDJE Het achterste klein beemdje, op het ham [N (1848)]; D 840 (h: 32.60). -Zie Drie beemdjes, Geerbeemdje, Geweerbeemdje, Groesbeemdje, Hoevenaarsbeemdje, Meerbeemdje, Sluisbeemdje, Vossenhoolsbeemje, Wielrebeemdje, Woutersbeemdje BEEMDSTREEP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 17 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een stuck landts genaemt de beemdstreep (onder Eerde) [GSO- 262 (1617)]. BEEMDSTUK In eenen acker lants genaemt dat beemstuk ter plaatse voorsz. (in d'Eerde) [GO-126 (1545)]; een stuck landts int beemtstuck (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; een perceel bouwland, groeskanten, houtwas, voorpoting en geregtigheden gelegen te Veghel in het eerde, genaamd het beemdstuk [N (1830)].
Onbekende ligging in Eerde. Een perceel hooiland van geringe omvang. -Zie Stuk BEGUNENSTUK Bageijne stuk int rutselt aen de speelheuvel [GVEI2-165v (1778)].
Ligging in het Rutsel. Een bagine is een begijn, zuster eener vrije geestelijke orde (Verwijs en Verdam). Vermoedelijk het gewezen eigendom van een begijn "lekezuster" ofwel van een begijnhof Begijn kan ook een benaming zijn voor een kloosterzuster in het algemeen. Derhalve kan het begijn(en)stuk eveneens het bezit geweest zijn van een klooster (Toponymie van Overpelt). -Zie Stuk BELENKAMP Beelencamp, eerde op de berg [RAV31-16 (1590)]; aen d'Eerde onder roij ter plaatse genoemt bee1encamp [GOI26-47 (1663)]; 4 1. akkerland genaemt beelenkamp te Veghel in 't eert aen boevenroede [Dom.-171 (1731-1756)]; beelencamp, heijde bij 't Ven [GVEI3 (1792)]; beelekamp, beelenkamp, de billenkamp, bellenkamp in het rutsel [N (1841, 1845, 1861, 1874, 1882); V.-]; D 254-255 (og: 2.05), 257 (b: 10.50), 262-265 (b, w: 66.90), 267 (b: 8.60) = voorm. gebied St.Oedenrode, D 250-251 (b: 1.23.40). Afgeleid van voornaam Isabele ? (Toponymie van Sint-Huibrechts-Lille, Molemans). Afgeleid van persoonsnaam Beien ? BELTJESTIENDEN Beltjenstienden [N (1854)]. Afgeleid van persoonsnaam Beltjens. De familie Beltjens was anno 1771 in het bezit van
bepaalde tienden in Veghel. Dit zou ook in het begin van deze eeuw volgens Meuwese nog het geval geweest zijn. (MM.) -Zie Tienden BENDEL Den beijndel aan de heij [RAVI61-21 (1762); de bendel [N (1862)]; C 147 (b: 25.20). 37 BENDELSHOUT Een perceel hooiland, houtwas en geregtigheden gelegen te Veghel In het dorshout, genaamd jan aarts kampke en bendelshout [N (1823)]. -Zie Hout BENDELSVELD 't Stuck in beijndelsvelt [GVE15-163 (1624)]; landt op D'Erp genaemt beijndelsvelt [GVE12-31 (1778)]; lant bendelsvelt [GVE12-34 (1778)]; binnen de gemeente van Nistelrode op vorstenbosch in bendelsveld [N (1819)].
Ligging op grensgebied Veghel - Nistelrode. Bendel, gebonden bandhout voor hoepelmakers. Benoeming wsch. naar de plaats waar hoepelhout groeide. -Zie Veld BERG De berch, in de berg, eert [RAV24 (1544); d'lant opten berch [GVE15-47 (1624); een stuk aen den berg gelegen binnen de parochie van St.Oedenrode en onde de palen van Vechel op crijtersberg [GO-125-41 (1646)]; landt aen den berg [GVE12-119 (1778)]; de berg [kado (1832)]; den berg [N (1834 - 1894), V.-]; E 65, 66 (h: 25.10; b: 26.40), 75108, 110-129 (kad.); F 855, 856 (b: 64.-), 865, 866 (b: 1.3.50), 1080 (hh: 26.70).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 18 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Berg is in de Kempen frekwent ter aanduiding van hoger gelegen, weinig renderend land: Hanenberg, Lochtenberg, Suikerberg. In de meeste gevallen heeft berg hier evenwel de betekenis van landduin of zand-, zavelberg (MM. Verschillende percelen liggend in Eerde en Zijtaart. Achter het kerkdorp Eerde begint een hoge zandrug die vrij dicht langs de grens met Sint-Oedenrode naar het oosten loopt. Deze heuvelrij, door bebossing grotendeels aan het oog onttrokken, wordt doorsneden door de weg Veghel naar Sint-Oedenrode maar zet zich oostelijk hiervan nog een flink eind voort. Deze heuvels vormen de hoogstgelegen natuurlijke punten van Veghel en naderen een hoogte van 13 m. boven NAP. Ook de Berg in Zijtaart vormt een lichte verhoging ten opzichte van het omliggende land en in het bijzonder in kontrast met het midden in het gebied gelegen Bergsven.
a. NIEUWE BERG De nieuwe berg in de berg [N (1879)]; E 78, 79 (b, w: 1.12.80). Betreft een jong ontgonnen deel van het gebied de Berg in Zijtaart. -Zie Achterste Valkenberg, Eerdsebergen, Hazelberg, Heemberg, Heiligtseberg, Helterenberg, Hennenberg, Herleberg, Heuvelberg, Houtberg, Kalvarieberg, Koeveringseberg, Konijnsberg, Leestenberg, Molenberg, Schuifelenberg, Schuivelberg, Slopperense berg, Strikberg, Valkenberg, Verenberg, Verrenbergsetiende, Vrouwkesberg, Zandberg en Zijtaartseberg BERGAKKER Den bergakker [N (1754)]. -Zie Akker en Berg BERGEHEI Berge hei [V.-]; C 366, 367 (he: 26.98.40).
Dit gebied is wat hoger gelegen dan het aangrenzend gebied Hogerduinen. -Zie Berg en Hei 38 BERGHOF(KE)
Denselven vant berchoffken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de berghoff, de cuijlen Eerde [RAVI59-42 (1741)]; de berghoff [GO (1754)]. Liggend nabij den Berg te Eerde. -Zie Hof . BERGSKE
't Bergske [V.-]; E 921 (b: 34.60). Een naar het midden toe oplopend perceel bouwland te Zijtaart. BERGSBUSSELE
Het bergs bussele (creijtenborgh [GVEI2-320 (1777)]. Bossel, bussel: dimunitief van bos. Dit op Krijtenburg gelegen perceel ligt nog binnen de beboste heuvelrand die zich uitstrekt vanaf Eerde in de richting van Zijtaart-Zontveld. -Zie Bussele BERGSVEN
Op den loop vant bergsven [GVB26-4 (1800)]; het bergsven aan den doornhoek [N (1848)]; E 97 (wa: 5.50). Dit nog niet lang geleden gedempte vennetje vormde een inzinking midden in het enigszins hooggelegen gebied de Berg nabij Zijtaart. -Zie Ven BERGWEG
Bergweg [Hb]. BERK
Zijn derde part in den berck (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. BERKELSAKKERKE
Van berkels akkertje [V.-]. oorspr. C 368 (he: 14.05.60).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 19 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Liggend in voormalig heidegebied Hogerduinen. Afgeleid van persoonsnaam. BERK (EN) AKKER
Berckenakker [RAV158-96v (1730)]; een perceel teulland met houtwas genaamd den berkakker [N (1830)]; Onbekende ligging, mogelijk op het grensgebied met Sint-Oedenrode. Omwald met berkenhout. (MM. -55). BERKENKAMP
Een stuck landts in den berkencamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Hier zijn twee betekenissen mogelijk: perceel omzoomd door berkenhout, ofwel benoeming naar een berkeboom als grensboom. BERKENSTEEG
Tegen sijn veld de berkesteegt [GVIIB7-12 (1791); een perceel weiland te Veghel in de putten aan de berkesteegd [N (1818, 1838); F 495 (w: 28.80). Liggend in de Putten, westelijk van de Zuid- Willemsvaart ter plaatse van het huidige 40 industrieterrein, dichtbij de brug. Dit is de benaming voor een kennelijk met berken beplante steeg. BERKENWAL
Een parceel teulland en groese gelegen opt ven genaamt den berkewal, groot ontr. 4 1. [RAV112-315 (1801)]; -Zie Wal(len) Onbekende ligging op 't Ven. Benoeming naar aarden wal, een al dan niet opgeworpen verhoging begroeid met berken. BERKHOF
Van de berckhoff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; -Zie Berghof BERKVELDEN
Agterste velde met de berkvelde [GVE12-186 (1777)]; Ligging onbekend. -Zie Berk BERKVELDEKE
Den selven van zijn berck veldeken met het heijvelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. BERLO
Landt van grave van BerIo [GVE12-197 (1777)]. Onbekende ligging. Land benoemd naar gewezen bezit van Albert Ferdinand graaf van Berlo, echtgenoot van Jeanne Philippina van Erp, eigenaresse van kasteel Frisselstein anno 1678. BERLO(S)BEEMD
BerIo's beemd int vossenhol [GVE12-188 (1778)]; de geregte helfte in voegen bij haer is afgepaelt, en geregtigheden in eenen beemt hoijlants, agtert casteel, genaemt BerIo beemt, groot ontI. 8 karren hoijgewas, naest seijde het sluijsje of laek Johannis van Grinsven e.a., een eijnde de rivier de Aa [RAV108-176 (1780)]; -Zie BerIo en Beemd BERLOSKAMP
Hoij in berIoes camp agter casteel [GVE12-256 (1778)]; -Zie BerIo en Kamp BERTELAND
Achter berte land [V.-]; oorspr. B 170 (he: 17.80.10). Dit perceel ligt op het voormalig heidegebied het Wuiten. Afgeleid van mansnaam Bert. BERTMANSHOEVE
Erf die bertmanshoeve bij bredelaar [BP1179-447 (± 1390)]; vuijt een stuck ackerIant
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 20 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
genaemt de bersmans hoeve off cauwenoirt gelegen onder Vechel aen die heijde [RG169 (1646)]; van Vechel sijn schuldich aen den hertoge van brabant ter cause van xx bunderen gemeijnte voortijds geheeten beersmanshoeve [RG169 (1646)]; een stuk akker land 41 genaamd de bersmanshoeve of couwenoirt, 1 malders te Vechel aen de heijde [Dom-171 (1731-1756)]; de geburen van Veghel ter cause van 20 b. gemeijnte voortijds geheiten beermanshoeve [Dom-171 (1731-1756)]. Ligging waarschijnlijk in het heidegebied op de grens met Uden, noordelijk van de weg Veghel-Uden. De naam is niet meer bekend. De Kouwenoord schijnt een andere benaming te zijn voor de bertmanshoeve. Bertman is een eigennaam die nu niet meer voorkomt in Veghel. (Hs-). -Zie Hoeve BESSELERSBEEMD
Besseler(s) beemd [V.-]; A 988-990 (h: 78.30; og: 7.80). Afgeleid van persoonsnaam Besseler(s), Besselaar. -Zie Beemd BETJESVELD
Betjesveld in Huigenbosch [N (1877)]; B 1875, 1878 = oorspr. B 563-564 (w: 52.90). Afgeleid van vrouwsnaam Betje, Elisabeth. -Zie Veld BEUGENHOEF
Een heijcamp achter van beugenhoef (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. BEUGT
Beugde par. Dynter den ameracker ad locum dictum aen gheen boeghe [Hs- (1639)]; 't beugt [GVE13 (1792)]; op de buechde (op beugt) [Ms- (1792)]; 1 perceel weiland genaemt het beugt te Veghel; aan het beug [N (1848, 1855)]; Een buurtschap onder Dinther, noordelijk van de Beekgraaf, langs de dorpenweg naar 'sHertogenbosch. Beug, boeghe, afl. van beuk (Gijsseling -155) met suffix t = plaats waar beuken groeien. BEUGTSEBEEMD
Beugtse beemt [GVEI3 (1792)]. Onbekende ligging in het Beugt. -Zie Beemd BEUGTSBRUGSKE
Neelenhoff aen beugts brugske [RAVI58-41 (1727)]; het brugje genaemt beugs brugje (onder Boschstraat) [GVB-26 (1783)]; beugts brugske aan middegaal, scheiding met Dinther [GVEI3 (1792)]; langs den boschweg, gelegen te Veghel op het middegaal nabij het beugs brugje [N (1825)]. Gelegen op het snijpunt van de Beekgraaf en de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch. Zeer waarschijnlijk identiek met het Hansvoortsbrugske. -Zie Hansvoortsbrugje BEUKELAAR
Et de mansu seu bonis dictum ten buekelaer [GVIE-2 (1374)]; de hoeve 't goet op beukelaer [BP1187-101v (1411)]; ad locum dictum aent beukelair, aent beuchelair in die Heze [Hs- (± 1500)]; aent buekeler in verrenberch [Mrv23-110 (1533)]; buuckelaar 42
[GVE2-52 (1702)]; 27 roijen aent beukelaer [GVEI2-48v (1778)]; beukelaar [kado (1832); N (1843)]; B 1045, 1046 (w: 92.70), 1139-1273.
Afleiding met personijicerend suffix -elaar, van beuk. Perceel begroeid met beukebomen (Hs-). Volgens Van Passen (1967 -133) blijkt een laar in de kempen ovet het algemeen de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 21 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
betekenis te hebben gehad van onbebouwde (gemeenschaps)grond waarop men het vee liet grazen (Top. v. Neerpelt. M.).
BEUKELAARSBROEK Het beukelaarsbroek [kado (1832)]; C 380-423.
Groot voormalig heidegebied oostelijk van Veghel tussen het Beukelaar en Hogerduinen. -Broek, eigenlijk moeras, sekundair (na ontwatering) ook (drassig) hooiland.
BEUKELAARSELOOP Op den beukelaarse loop [GVB26 (1799)].
Ligging onbekend op het Beukelaar. -Loop = waterloop (M. Top. Valk).
BEUKELAARSESTEEG Uijtenbrouwers hofstatt in beukelaarsteeg (beukelaar in verrenberg [Hs- (1534)]; van Gijsbert Jan Aerslant aen de bueckelaer steghde [GVEI5-111 (1624)]; huijs hoff en aengeleghen erff 1 malders te Vechel ter plaatse genaemt aen het buijkelerssteege [Dom171 (1731-1756)]; landt aan beukelaarssteegt [GVEI2-100 (1778)]; de beukelaarschesteeg [kado (1832)]; B 3 (w: 32.80). Op de kadasterkaart van 1832 doorsnijdt deze het gebied 't Beukelaar. Deze steeg is
identiek met het huidige laatste gedeelte van de Hezelaarstraat, in de volksmond de Oude Udenseweg genoemd, vanaf de kruising met de provinciale weg Oss tot aan de provinciale weg naar Uden.
BEUKELAARSEVELDEN De beukelaarse velden in het beukelaars broek [N (1892)]. C 644 (b en w: 1.18.60), oorspr. C 380, 391 (he: 35.98. 90). -Zie Veld(en)
BEUKELAARSROT Bueckelaersroth bestaet in 21 huijsen begint in Zeger Donckersbeemt en is ijder aengemeten als voor [GVB28 (± 1700)].
Een rot is een wijk van het dorp, vertegenwoordigd door een rotmeester, die in opdracht van het dorpsbestuur hand- en spandiensten organiseert.
BEUKELAARSTRAAT In de beukelaarstraat tegenover den dries [GVB26 (1796)].
Mogelijk identiek met de vroegere Beukelaarssteeg.
BEUKENDIJK Een perceel weiland liggende in drie velden in de knokert ter plaatse genaamd beukendijk [N (1842)]; E 2135-2137 (w: 1.3.80), oorspr. E 698, 711 (he: 31.39.70).
Ligging in de Knokert. Dijk met beuken erlangs. -Zie Dijk 43 BEZEM Bezem [V.-]; F 3293-3298, oorspr. gem. Sint-Oedenrode D 24, 76-78, 106, 108-113.
Ligging in Eerde nabij het Zandvliet. Wsch. afgeleid van begroeiing met bezem, als benaming voor eene soort van vederdistel (cirsium arvense), ook stekel, (haver)distel, boerenplaag enz. genoemd. . BIESAKKER Die byesacker met een driesschelken, Vechel , tillaer [BP 1190-183 (1417)] ; landt den biesacker (creytenborgh)[GVE12-298 (1777)].
Benoeming naar begroeiing met biezen (M. Top. Valk.), wellicht ook identiek met de biezense akker. Beide akkers liggen op Krijtenburg. -Zie Akker BIESDRIES Den biesdries [GVE12-60v. (1778)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 22 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging onbekend. Benoeming naar de begroeiing met biezen. (M. Top. Valk.). Ook hier lijkt verband mogelijk met het gebied de biezen te Zijtaart. Meuwese is van mening dat de Nederbiest hetzelfde gebied is als de Lage Biezen (Meuwese 1954). In de Bossche Protocollen van ± 1400 worden zowel Byest als Nederbyest genoemd. -Zie Dries BIEST In loco dicto in die bye st [BP1178-204v (1385-1390)]; uyt twe stucken lants in die biest [GVIE2 (1426)].
Biest is een plaats waar biezen groeien. Ligging zeer waarschijlijk bij Zijtaart. Het zijn laaggelegen landen, meest weilanden. Biest vertoont het bekende-t-suffix. J. de Brouwer citeert de mening van J. Helsen ten aanzien van de naam Biest: "In het centrum van de meeste van onze Kempische dorpen is steeds de onbebouwde driehoekige Biest gebleven, met in het midden de Biezenpoel, waarvan het zijn naam heeft gekregen tI. In Zijtaart ligt de Nederbiest ongeveer in het midden van de buurtschap. Lindemans meent, dat de naam Biest zich ook uitgestrekt heeft tot slecht weiland. Dit komt overeen met de reeds genoemde betekenis, die Schönfeld aan dit toponym hecht. Het lijkt aannemelijk dat biest een andere vorm is voor de Biezen, welke naam nog in gebruik is.
a. KORTE BIEST Land die cortbiest te Vechel [BP1212-251 (1442)]. Ligging onbekend. b. LANGE BIEST Land die langhebiest [BP1212-251 (1442)].
Ligging onbekend. . -Zie Krombiest en Nederbiest BIESVELD Het nieulant in biesvelt (zontvelt) [GVE2-278 (1702)]; een parceel teulland en groese gelegen opt zontvelt, genaamt 't biesvelt, groot ontr. 3lf2 1. [RAV112-264 (1800)]; een perceel groes en land gelegen als voor (op het ven) genaamd biesveld [N (1818)]. 44
Benoeming naar de begroeiing met biezen. -Zie Veld BIETENPLAK Biettenplak [V.-]; Oorspr. F 635 (he: 16.85.40). Ligging in het Kempkensbroek, ten oosten van de tegenwoordige weg naar Sint-Oedenrode. Perceel waar bieten verbouwd werden. -Zie Plak BIETSTUK Het bietstuk, ham [RAV28 (1569)]. Perceel waar bieten verbouwd werden. BIEZEN Ad locum dictum die byesen [BP1189-291 (1417)]; de biesen (byesen) [RAV (1539)]; rot den biesen en creytenburgh begint in aert donckerts grooten beemt, bestaet in 22 huysen [GVB28 (± 1700)]; den biezen [GO (1754)]; mutsards leggende op den grond alwaar dezelve gewassen zijn den biezen [N (1842)]. In tegenstelling tot biest, wordt de benaming de Biezen nog gebruikt. Ligging onder Zijtaart. -Zie Biest a. HOGE BIEZEN Hooge biesen [RAVI59-190 (1755)]; de hoge biezen, de hooge biezen [kado (1832)]. E 841-981, 983-1044, F 1160-1213.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 23 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een van de hoogst gelegen gebieden van Veghel onder Zijtaart, hier en daar reikend tot ± 13 m. boven N.A.P. b. LAGE BIEZEN De lage biezen [kado (1832)]; E 726-840. Dit gebied grenst noordelijk aan de Hoge Biezen en is aanmerkelijk lager gelegen (±
1
m.).
BIEZENDRIESKENS Bouw- en weiland genaamd de biezendrieskens [N (1861)]; E 945-947 (b, w: 64.90). BIEZENSEAKKER(S) Een stuk lants genaemt den biesen acker gelegen binnen de parochie van Sint-Oedenrode en binnen de paelen van Veghel ter steede geheiten op Crytenborgh [GOI26-18 (1564)]; biesense acker op creytenborg [RAV36 (1614), RAV159-190 (1755)]; biezense akker(s) [N (1860, 1864), V.-]; E 866, 867, 869, 871 (b: 1.30.60). -Zie Biezen en Akker BIEZEN(SE)DIJK Aan de biezense dijk begonnen [GVB26 (1787)]; vroeger behorende tot de Doornhoek (Zijtaart) biezendijk [BD (1967)]. De tegenwoordige Biezendijk was eens de oude verbinding Veghel-Son, oostelijk gelegen van de weg naar Sint-Oedenrode. De vroegere Biezendijk behoorde volgens Meuwese tot 45
de Doornhoek (M.V.C. 1954), wat aannemelijk maakt, dat deze niet identiek is met de huidige Biezendijk, maar eerder met de weg die nu de Hemel genoemd wordt, of mogelijk ook met de voornoemde Oude Biezensedijk. a. OUDE BIEZENSEDIJK Een perceel weiland gelegen te Veghel aan den ouden biezenschendijk [N (1843)]. E 270 (w: 56.20). Weg die naar de Biezen liep. Deze zandweg bestaat nog en vormt een verbinding tussen de Doornhoek onder Zijtaart en de Biezen. De naam is in onbruik geraakt. BIEZEN(SE)LOOP
Genaamt de biezense loop [GVB26-2 (1794)]; de biezenloop [kado (1832)]; de biezense loop [V.-]; Begrenst o.a. F 455 (w: 21.49.30). Ter hoogte van de Voort onder Zijtaart gaat de Jekschotse loop over in de Biezen(se) loop, die via Hoge Biezen, het Reibroek en het Keselaar naar de Zuid- Willemsvaart stroomde en vandaar evenwijdig daaraan naar het noord-westen liep. Een groot deel van de Biezense loop is verlegd en volgt een andere bedding. Het is nu een brede, genormaliseerde waterloop, die ter hoogte van het zuidelijk gedeelte van het industrieterrein de provinciale weg naar Sint-Oedenrode-Eindhoven kruist. -Zie Loop en Biezen BIEZENSESTUKKEN
De biezensche stukken [N (1861)]; E 847, 848 (b: 79.40). Twee lange velden op de Hoge Biezen. -Zie Stuk en Biezen BIEZENSEVELD
Biesensevelt [RAVI59-100 (1746)]. -Zie Biezen en Veld BIGGE
Ex mansu bigghe [HHI27-7 (1406-1421)]. BIGGELAARSKUIL
Biggelaarskuil [V.-]; E 482-484 (b: 89.80; w: 38.40). Afgeleid van persoonsnaam v. d. Biggelaar, is een in Veghel algemene familienaam.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 24 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Kuil BIJGERSBEEMD
Dicto byghersbeemt [HHI28-19 (1471)]. Ligging onbekend. Mogelijk afgeleid van persoonsnaam. BIJLSTUK
Van Bauwen Peters erff op hamme d'bylstuck ende 't hueffken [GVEI5-25 (1624)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de vorm of mogelijk ook afgeleid van persoonsnaam. BIJSTERVELD 46
Te bijstervelt onder Uden, Vechel, Erpe en Nystelre [BP1175-278v (± 1380)]; ex bijstervelt [HHI27-3 (1406-1421)]; bijsterveld [Mh- (1956)]. Mogelijk gaat het hier om een uitgestrekt gebied tussen Uden, Veghel, Erp en Nistelrode, tenzij met Erpe de oude buurtschap d'Erpt bedoeld wordt die op de grens van Veghel en Nistelrode ligt onder Vorstenbosch. In dat geval zou het een veld kunnen betreffen rondom of nabij deze buurtschap, die inderdaad ongeveer op een snijpunt van de grenzen der drie gemeenten ligt. Bijstervelt = woest, onontgonnen land (Verdam -1251, 1252). BIKKELKAMP Drie stuxkens naest den bikkelcamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. BILTJESBEEMD Den hoek van bildjensbeemt (Dorshout) [GVB26-22 (1804)]. Mogelijk afgeleid van de persoonsnaam Beltjens. -Zie Beemd BINNENAKKER Binnenacker [GVEI2-187 (1777)]. BINNENBOCHT Sijn hoff mette binnenbocht (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Bocht is, naast Gelookt en Kamp (z.a.), in de NoordBrabantse Kempen de benaming voor individuele, omheinde percelen, oorspronkelijk een door heggen of houtwallen besloten perceel (De Bont 1969, 23-25). BINNENERF Het binne erff [GO- (1754)]. -Zie Erf BINNENPLAK Den binnenplak [N (1861, 1877)]; B 800 (b, w: 1.78.20), E 1683 (w: 21.30) oorspr. E 836 (w: 19.20). -Zie Plak BINNENSTUKSKES De twee binnestucxkens nieuwt lant [GVEI5-4 (1624)]. -Zie Stuk BINNENVELD Lant en groes int binnevelt van Peter de Bie [GVEI2-154v (1778)]; het binneveld [kado (1832)], A 1294-1330; het binneveld, het binnenveld [N (1834, 1836, 1840, 1842, 1848, 1861, 1877, 1920)]; [V.-]; A 68 (b: 98.60), 378-380 (w, hu, mo: 23.86), 864 (he: 22.96.80), 1035-1042 (hu, b, w: 1.89.70), 1061 (b: 89.20), 1330 (w: 40.90), B 191, 191a (he: 1.76.70), 330 (b: 50.30), 514, 534 (b: 2.06.40), C 203, 207-209, 211 (w: 1.30.70; tu: 08.70); b: 1.41.10), D 999 (b:1.85.1O), E 256a, 257, 265 (b: 1.66.60), 364365 (w: 23.10, b: 35.80), 448-449, 459-463 (b: 1.22.90; hu: 11.50; tu: 04.72; w:
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 25 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
31.70), 475-479 (b: 2.92.80; tu: 05.60; hu: 06.50), 544-556, 581-584 (b:4.29.26; w: 47
2.32.80), 692 (he: 14.72.50), 741 (w: 39.70), 817-818 (w: 30.40), 836-839 (w: 68.16), 897-901 (b: 29.30; w: 1.05.60), 932-936, 947 (hh: 12.20; b: 2.00.80), 960 (b: 36.30), 1037-1039 (b: 96.41), 1055 (b: 2.37.70), 1153-1155 (w: 15.60; b: 33.02), 1469-1473 (he: 25.6.60; w: 40.30; hu: 06.90; b: 2.48.90), 1501-1503 (hu: 3.49; b: 56.40; he: 18.00), F 303, 306-307 (b: 85.70; w: 26.60; tu: 3.67), 330-334 (w: 1.04.90; b: 1.04.80), 827 (he: 6.95.10). Een binnenveld is een door omliggende akkers of aangelagen ingesloten stuk grond en enkel over deze te bereiken (M. Top. Valk.). -Zie Veld a. ACHTERSTE BINNENVELD Achterst binneveld, achterste binnenveld [V.]; A 864 (he: 22.96.80), B 508 (b: 1.61.60). BISSCHOPSEVELDEN
Bisschopsevelden [V.-]; A 838, 839 (ho: 1.05.40). Afgeleid van persoonsnaam Bisschops. De betekenis "perceel met een kerkelijke rente belast" is eveneens mogelijk (M. Top. Valk.). -Zie Velden BLAFFERT
De blassaert, doornhoek, in 16e eeuw fam. Blassaert [Hs- (1616)]; den blasstaert [GVEI5-46 (1624)]; den blafert (de leest) [GVE2-212 (1702)]; lant den blaffert [GVEI2235 (1777)]. Blaffaert is bekend als familienaam. Zeer waarschijnlijk genoemd naar eigenaar. Vgl. Jan Blaffaert, 1388. Familie Blassaerts, 16e eeuw. Afgeleid van mnl. blassaert = blespaard, bles (Verwijs en Verdam). Mnl. blaffaert = klapper (Verwijs en Verdam). BLAFFERT ERFKE
Eenen acker teullandt, groese, houtwasch, voorpotinge en geregtigheden aan den doornhoek, genoemt landt blaffert erfke, groot ontr. 9 1. [RAV110-90v (1789)]. Onbekende ligging aan de Doomhoek. Afgeleid van persoonsnaam (vgl. Jan Arien (de Jonge) Blaffaert, 1538 (RAV) -Zie Erf BLAKENBEEMD
Blakenbeemt, akart [Hs- (1532)]. "Blak" gewoonlijk beschouwd als een bijvorm van vlak. Thans vooral in de zuidelijke gewesten. Effen, bloot, kaal; inzonderheid van eene landstreek waar het oog ver reikt (W.N.T.). -Zie Beemd BLAKENBERG
Een stuck landts genaemt den blakenborch (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. BLAKENBROEK
Blakenbroek [V.]; F 634 (he: 10.32.20). Ligging in het Kemkensbroek aan de Biezendijk. In 1805 is sprake van een Wedue Blakenbroek, mogelijk is dit perceel dus afgeleid van deze persoonsnaam. 48
-Zie Broek BLANKENBURG
Zijnen blanekenboreh in den tillaer [GVEI5-144 (1624)]; blankenberg, havelt in de stad [RAVI60-9 (1760); lant aen heuvel blankenburg [GVEI2-126 (1778)]; blankenburg [kado (1832)], C 424-460; [N. (1845)]; C 455-456 (w: 48.90). Borch kan teruggaan op een got. baurgs, dat stad of vlek betekende en later synoniem werd met burcht, slot, kasteel.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 26 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Indien Blancken geen eigennaam is, is aansluiting te zoeken bij de mening van Schönfeld, die wijst op de witte kleur van de grond (onvruchtbaarheid), (Hoogbergen -23). Ligging aan de grens met Erp, ter hoogte van het tegenwoordige waterleidingbedrijf. Anno 1832 was het een nog grotendeels onontgonnen gebied, dat naar de Erpse grens licht in hoogte toenam. Misschien ook afgeleid van blank in de betekenis van: door water bedekt (W.N. T.). Er lagen daar vroeger inderdaad enkele vennen. BLANKENSKERKHOF
Gelegen nabij Blankenburg. Plaats links van de weg naar Veghel, bij het ponpstation. Hier werden vroeger landlopers en moordenaars begraven en allen die geen kerkelijke begrafenis werd gegeven. De mensen in de omgeving spreken van een moordenaar Blanken, die daar het eerst zou zijn begraven. Uit de stukken in het gemeente archief blijkt dat dit kerkhof als algemene begraafplaats is aangelegd in 1867 en dat inderdaad als eerste in 1868 werd begraven het lijk van Josephus Blanken (GA Veghel inv.nr. 1994). Zie Blanckenborch. (Hs-). De verklaring van Hoogbergen dat blanken betrekking zou hebben op onvruchtbare grond is niet aannemelijk. Er wordt altijd gesproken van Blankenskerkhof Voor zover bekend vond begraving plaats tot 1942, in totaal 7 lijken (Blankes kerkhof, artikel uit "Vehchele" 1983-71, door mevr. Hartman). BLAUWE KEI Blauwe kei [V.]; D 4 (ho: 2.81.80). Dwarsstraat van de Hoofdstraat, oudtijds met blauwe keien geplaveid. Enige jaren terug is op deze plaats een oude blauwe molensteen opgegraven, die zich daar volgens de overlevering zou bevinden. Deze steen is nu als ornament geplaatst bij het huidige gemeenschapshuis. (Hs-). De verklaring van Hoogbergen is in strijd met de algemene opvatting hierover. Mogelijk bestaat verband met de ter plaatse bekende naam de kesie die in 1406 al bekend was. -Zie Kesie BLAUWE STEEN
De blauwe steen [RAV157-67 (1691)]; eenen grooten ende verheven blauwen steen of sarek met een kelder daaronder in de groote kerek int eoor van D.L. Vrouw, dienende tot grafsteen [RAV98-167 (1726)]; den morgen of den blauwen steen Vechel aen de Heeselar (leen van 't leenhof ten Bogaerde te Dinther) [Mrv92-110v (1773)]; aen den blaauwen steen op de Hoge Boekt [N. (1878)]; D 68 (b: 72.00). Identiek met de Blauwe Kei. De Blauwe Steen is blijkens de stukken een oudere benaming. -Zie Blauwe Kei 49 Gedeelte kadasterkaort anno 1832, sektie D 1 genaamd Haveld, omgeving Blauwe kei
• .... • •
. : . §. .
• •.•.
-
op "::::::
~ ..
••••
••• • •.
50BLEEK
De bleek [N. (1976, 1879, 1883, 1887)]; [V.]; B 522,523 (w: 16.10, de: 29.90), C 317 (he: 3.98.90), D 546-551 (w: 1.57.28, og: 14.90), E 789-790, 794 (og: 10.00; he: 5.83.-). De bleek was eigenlijk de plaats waar het linnen gebleekt werd. Bleek is thans nog een appelatief voor een achter het woonhuis gelegen graspleintje waar men al dan niet het lijnwaad laat bleken.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 27 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
a. OUDE BLEEK Uyt eene huysinge, hoff ende erffenissen omwaetert, liggende tot Vechel omtrent de kercke, aen de revier de Aa en aen de gemeijnte genaemt d'oude bleijck [RGI69-35 (1646)]; uyt een huysinge, hof en erff omwatert liggende tot Veghel omtrent der kercke aldaar 7 1., d'een seyde en de eene eynde aen de gemeynte genaemt de oude bleijck [Dom. 171-22v (1731-1756)]. BLEEKKUIL De blijkkuil [V.]; F 1097-1099 (hu, tu en b: 97.40). -Zie Bleek en Kuil BLEEKVELD Uyt de wintmoelen van Vechel ende een bleijck veldeken [RGI67-14v (1629)]; 't bleikveld [V.]; F 1121 (w: 48.60). -Zie Bleek en Veld BLINKERT Van Heylken Stevens blinckert in d'akert [GVEI5-85 (1624)]. De betekenis van de naam blinkerd kan zijn: kaal, wit, duin (W.N. T.). BLOEIMAN(AKKER) De bloeyman(akker) -biesen [Hs- (1535)]; een stuck landts genoempt Bloijman groot ontr. twee mudsaets gelegen te Veghel ter plaetsen genoempt den biesen in de creijtenborch, e.z. Henrick Rutten, e.e. Marten Symons en Jan Melus Jacobs [RASI12-7v (1625)]. - Afgeleid van persoonsnaam Bloyman. Vgl. Henrik Bloyman, 1442, BP. BLOEM(EN)AKKER Den blomenacker aen die laeg vonder [BP1189-87 (1415)]; den bloemenacker of bloemengat, liggende in vier strepen op de burght [Mg25a-92 (1662)]; eenen acker genaemt den bloemenacker off bloemegat daar eene wegh tussen doorgaat gelegen te Veghel liggende in vier strepen op de burght of bocht [H25a-92 (1747-1794)]. Synoniem met bloemengat, dat in de 1ge eeuw niet meer in de stukken werd aangetroffen i.t.t. bloemengat. BLOEMENGAT Dat biomenstuc in dat blomengaet [BPI190-328 (1418)]; bloemengat (blommengat) russelt, hoge boekt [Hs- (1539)]; bloemengat (blommengat) [Hs- (1675)]; bloemengat (blommengat) [Hs- (1703)]; 51/2 lant bloemegat [GVEI2-86 (1778)]; bloemengat [N. (1838)]; D 29 (ho: 63.10). Landerijen te Veghel aan de Boekt. Gat = synoniem voor moerassige plaats. Ook 51 drinkplaats voor vee. Het woord kan verschillende betekenissen hebben: zeegat, geul door ondiepe gronden; kolk, visgat, wiel en tenslotte plas, ven. Dit woor is natuurlijk niet het got. gatwo, mnl. gate, Hgd. Gasse. Perceel waar veel bloemen groeide/geteeld werden. Mogelijk ook teruggaand op persoonsnaam Bloemen. Mogelijk ook afgeleid van bloem in de zin van bloesem, gewestelijk b. v. in Brabant (W.N.T.). Of van bloem, het fijnste van het meel, soms voorkomend als bloemen (W.N. T.). -Zie Bloemenakker BLOEMENHOF Aen die donck aen bloemenhof [Mrv30-56 (1584-1589)]; stucxken in den bloemenhoff [GVE15-95 (1624)]; huis etc. genaamt bloemenhof, ter plaatse den blauwen steen [RAV98-167 (1726)]; landt en hoy 't rijtje genaemt bloemenhof [GVE12-67 (1778)]; tegen seijnen acker den bloemhoff [GVC17 (1790)]; bloemenhof [N. (1835, 1836, 1862, 1869)]; [V.]; D 4-11 (ho: 2.35.60), 13 (b: 71.20), 25 (b: 42.50), 28 (b: 89.10), 63 (b:
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 28 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
29.80), 626 (b: 1.04.20). De benaming bloemenhof geldt voor verscheidene percelen, een op de Leest bij het oude zwembad, de andere grenzend aan het bloemengat. Mogelijk is bloemenhof in dit geval identiek met bloemengat, evenals de bloemenakker. -Zie Bloemengat en Hof a. KLEINE BLOEMENHOF Den kleijne bloemenhof [GVE2-304 (1702)]. Ligging aan de straat, wellicht bij de bloemenhof BLOEMENSTUK Dat biomenstuc te Vechel in dat blomengaet [BP1190-328 (1418)]. -Zie Bloemengat en Stuk BOEKAMP Johannis Julius Rijbroek aan boekamp den dijk niet gemaakt [GVB26 (1801)]. Ligging waarschijnlijk onder Zijtaart. Wellicht moet hier Boerkamp gelezen worden (zie Boerdonk). -Zie Kamp BOEKT Sita in prochia de Vechel ad locum dictum op die boect [GVIE2 (1438)]; de boekt [Hs( 1682)]; lant en venneke op de boekt [GVE12 (1778)]; de boekt [N. (1874, 1884, 1892)]. D 57 (b: 37.90), 211 (b: 27.10), 222 (b: 78.20). Een groot deel van het huidige Veghel-Zuid, oostelijk van de Aa droeg van oudsher deze naam. Het winkelcentrum ter plaatse is ernaar genoemd. Plaat waar beuken groeien. Boek = beuk. De -(- duidt op de kollektieve suffix (Hs-). Uit de volksmond kwam als verklaring naar voren, dat hier vroeger boekweit werd verbouwd. a. GROTE BOEKT De grote boekt [V.] Onbekende ligging in de Boekt. 52 b. HOGE BOEKT In loco dicto op die hoghe boect [BP1177-371v (± 1385)]; in loco dicto die hoeghe boect [BP1179-121 (± 1395)]; in die langacker in die hoge boect [BP1192-194v (1421)]; hoge boect [GVE2 (± 1500)]; op die hoghe boect [Hs- (1519-1544)]; op die hoghe boect [Hs( 1605-1612)]; bloemengat (blommengat) russelt hoge boekt [Hs- (1703)]; hoog(e) boekt [GVIIE13 (1792)]; de hoge boekt [kado (1832)]; D 45 - 128.
De Hoge Boekt ligt niet ver van het Havelt. Van het Hezelaar langs de Blauwe Kei komt men in de Lage en de Hoge Boekt. Het westelijk deel van de Boekt, overeenkomend met Veghel-Zuid tussen de Dr. Schaepmanlaan en de provinciale weg naar Erp. Ten opzichte van het aangrenzende gebied het Zeelstje gaat het hier inderdaad om wat hoger gelegen gronden.
c. KLEINE BOEKT De kleine boekt [V.].
Onbekende ligging in de Boekt. d. LAGE BOEKT De geer - leege boekt in de bolck [Hs- (1531)]; een parthije landt op de leeg boekt [GVEI2-40 (1778)]; lage boekt ofnederboekt [H.- (1956)].
Dit gebied ligt oostelijk van de Hoge Boekt, begrensd door de Heuvel, de binnenweg naar Erp en de zijweg daarvan, uitkomend op de Scheijelaar. Het gebied ligt niet duidelijk lager dan de Hoge Boekt, maar kent niet zoals dit een scherp hoogteverschil met enige aangrenzende gebieden.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 29 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
e. LANGE BOEKT De langeboekt [N. (1874)]; D 47 (b: 38.30).
Benoeming naar de vorm. Een langwerpig perceel op de Hoge Boekt. -Zie Nederboekt BOEKTSETlENDE Juttencamp, boektse tiende [Hs- (1676)]. -Zie Tienden a. LAGE BOEKTSETlENDE Leegboekse tiende aen rijt [GVEI2-114 (1778)]. -Zie Nederboektsetiende BOEKTSTEEG
Tegenwoordig is dit een doodlopend steegje, uitkomend op de oude weg naar Erp, de Heuvel. Op de kadasterkaart van 1832 vormde het een lange steeg die tussen de Hoge en de Lage Boekt doorliep tot vlakbij het huidige volkstuinen kompleks en de Boektstraat genoemd werd. -Zie Boektstraat en Steeg BOEKTSTRAAT(JE) In de boekstraat, handwijzer naar Uden en Erp, dijk naar Erp [GVB26 (1787)]; het boektstraatje [GV (1818)]; de boektstraat [kado (1832)], (D 1); de boektstraat [V.]. -Zie Boekt, Straat en Boektsteeg 53
BOEKTSTUK Vant boek stuek [GVE12-139 (1777)]; 't boektstuk bij akart [GVIIE13 (1792)]; het boektstuk [N. (1838, 1879)]; D 224 (b: 37.80).
Dit is een langwerpig perceel op de ronde bult nabij de Hoge en Lage Boekt. -Zie Boekt en Stuk
BOELAART Huys Veehel ter plaatse genaemt boulaert [Mrv91-239v (1742)].
BOERDONK De boedonek, in middegaal [Hs- (1756)]; land op middegaal de boedonk [GVE12-13 (1778)]; de boerdonk, de boeding [N. (1840, 1848, 1874)]; A 681, 682 (b: 73.50).
Deze percelen zijn zichtbaar hoger gelegen dan de omliggende gronden in de drassige Aabroeken. Ze liggen onmiddellijk links van het toegangspaadje vaaf de Middegaal naar de ijsbaan. Wellicht afgeleid van hetwoord boer als aanduiding voor het beroep of van de persoonsnaam Boer. Boede is synoniem van schuur (Schönfeld -154). Boede is huisje, keet, herdershut (Moerman, -38/39). Een donk is een lichte ophoging in een depressie (M. Top. Valk.).
BOERENAKKER De boerenakker, Haevelt [GVIIE13 (1792)]; den boerenakker [N. (1842, 1876, 1879)]. D 972, 976, 977 (b: 89.70). -Zie Akker
BOERENBEEMDJE Een groesvelt houtw. en geregtigh. groot ontr. 2 1. gelegen opt Zontvelt, genaamt Boere Beemtje, een seijde den loop die Jexsehot en Veghel is seheijdende [RAVl12-262v (1800)]. -Zie Beemd
BOERENVELD Gerit boerenvelt, ham [RAV158-42v (1727)].
In dit geval afgeleid van persoonsnaam Gerit Boeren. -Zie Veld
BOGAARD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 30 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
In bonis suis in Veehele dietis ten bomgarde [PGS (1334)]; huis, hofstad en hof geheten ten boghart in Veehel (vroeger van jhr. Willem v.d. Bossehe, ridder) tussen een straat en de egelkolkse beemd [BP1213-158 (1442)]; hereditatem ad bona ten bogart [GVIE2 (1449)]; een stuek nieulandts teijnde den bogart [GSO-262 (1617)]; den boogaart (hoog eynde) [GVE2-204 (1702)]; de boomgaard [V.]; A 864 (he: 22.96.80).
Met fruitbomen beplante en gewoonlijk omheinde weide bij het woonhuis; meestal ook dienstig als grasweide voor hetjongvee (MM.). Mnl. boomgaert of bogaert = bosschage, lusthof, waranda, boomgaard, vruchtbomentuin. Gaarde = tuin. Er zijn in ons huidige woord gaarde twee woorden samengevloeid. Mnl. gaerde = tuin, Hgd. Garten, de zwakke vorm en een tweede woord: Mnl. gaert got. gards = huis. In samenstellingen ook tuin, omsloten ruimte. Dit element gaard is in vele toponymen bewaard. Stuttgart, afgegrensde plaats waarbinnen een stoeterij, fokkerij voor 54
paarden was ondergebracht. Het wapen van deze stad vertoont een zwarte merrie, die een veulen voedt. Belgrado, Nowgorod, Stalingrad etc. Grieks chortos, Lat. hortus tuin (Hs-). Benaming voor verscheidene percelen en voor de goederen "ten bomgarde " die volgens Meuwese in bezit waren van de familie van den Bosschen en die bij het Havelt gelegen hebben dd. 1375. Deze goederen behoorden niet tot de zgn. leengoederen, maar vormden een vrij eigen bezit van de voornoemde familie Van den Bosschen. BOGAARDSAKKER Den groten pasbeemt, strekkende van die Aa tot die boghartsaeker [BPI189-87 (1415)].
Waarschijnlijk behorende bij de goederen "ten Bomgarde ". -Zie Bogaard en Akker BOGAARDSHOFSTAD Die boghartsaeker en die boghartshofstat [BPI212-186 (1442)].
Behorende tot de goederen "ten Bomgarde ". -Zie Bogaard en Hofstad BOGAARDSTRAAT Land die merghengave bij die boghartstraet [BPI202-289 (1432)]; die boogartstraet bij die pasbeemt [Hs- (1519-1538)]; boogaardstraat in russelt, nederbiest [Hs- (1530)].
Wellicht een weg leidend naar het goed "ten Bomgart". Hij moet via de Blauwe Steen, de huidige Blauwe Kei en het Russelt in de richting van het Havelt gelopen hebben. -Zie Bogaard BOLKEN Strepata una sita in den bulc [GVIE2 (1368)]; land in den bulek aen die kerepad [BPI188382 (1414)]; land den bolliek [Br122-60v (± 1490)]; de geer, leege boekt in de bolck [Hs- (1531)]; in den bolk [Hs- (1519-1538)]; de twee smeken in de bolcken [GVEI5-1 (1624)]; de bolcken, heeselaar [RAVI59-96v (1746)]; de bolken [kado (1832)]; G 210269; de bolken [N. (1834)]; G 214 (b: 63.60).
In Veghel zijn nu nog bekend de Grote en de Kleine Bolken. Het is een andere naam voor het goed "te Overacker". (Te Overacker alias den Buleke). In de collectie Cuypers van Velthoven, Veghel nr. 164 wordt o.a. gesproken van: "twee ackers aen malcanderen gelegen genoempt den Bolckt, groot mede te samen een bos mudsaet lants; aenden wijntmolen Vechel. Een andere naam voor besloten, omsloten, afgesloten land was: "blok" bij het werkwoord beluiken; kwam het accent op de eerst syllabe te liggen, dan ontstond mnl. beele, bule, bole. Kiliaen omschrijft dan ook block-lands als "ager, fossa, agger aut sepe clausus, septum, ager septus, q.d. belock/luycken claudere". Het middelnederlands heeft voor blockland de meer gespecialiseerde betekenis van: "land dat aan alle zijden beloken was en dus geen toepad had". Blok blijkt verder een veel voorkomend toponym te zijn, zeer gewoon als benaming van een stuk land. De Bolken komt overeen met het gebied dat begrensd wordt
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 31 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
door Stationsstraat, Zeven Eikenlaan, Hezelaarstraat, Meijerijstraat.
a. GROTE BOLKEN De grote bolken [V.]. Nu Meijerijstraat. 55
b. KLEINE BOLKEN De kleine bolken [V.]. Nu Deken Snoecxstraat. c. LANGE BOLKEN 1 Parceellants genaemt de lange bolken [N. (1720)]. Wellicht langwerpige percelen in de Bolken gelegen. BOLKHOEKSKE 't Bolckhoekske, heeselaar [GVIIE-13 (1792)]. Onbekende ligging op het Hezelaar. -Zie Bolken BOLKSETlENDE Bolcke tiende [Mrv69-205-206 (1702)]. -Zie Tienden BOMMELROOI Een stuck landts den boemelroy (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; land op bommelroy [GO (1754)]; genaamd den bommelrode [N. (1818)]; dommelrooi, bommelroy [V.]. P 885 (b:53.90), 891 (b: 44.90). Naam te Eerde voorkomend. J. W. Muller wijst op de betekenis bommel = duivel. Ook Schönfeld blijkbaar in navolging van het Woordenboek 1II-331 vermeldt: "onvruchtbaar land, stond in slechte reuk: het was des duivels, vandaar die benamingen". Rooy kan duiden op een ontgonnen gebied (roden), maar misschien ook op de kleur van onvruchtbare grond. Edelman heeft in Boor en Spade gewezen op de verwarring van rood als kleurnaam met rooi (bosrooiing). Uitman geeft voor Bommel uitsluitend de betekenis: onvruchtbaar land, zanderige plek, zonder nadere verklaring. -Zie Rooi a. GROTE BOMMELROOI Een parthije teullant en groese, houtwasch en geregtigheden in de Eerde op de cuijlen, groot ontr. 21., genaamt den grooten bommelroij [RAV112-241v (1799)]. b. HOGE BOMMELROOI Hooge bommelroy [GO (1754)]. Vermoedelijk het zuidelijk gedeelte van de Bommelrooi dat wat hoger gelegen is. c. KLEINE BOMMELROOI Een parthije land en houtwasch gelegen in de Eerde op de cuijlen genaamt de klijne bommelrode, groot ontr. 3 1. een eijnde de gemeene wegh [RAV112-241 (1799)]. d. LAGE BOMMELROOI Een stuck landts den leegen boemelroy (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; leege bommelroy [GO- (1754)]. Vermoedelijk het lager gelegen noordelijk deel. 56 BONENVELD Boenenvelt, verrenbergse tiende [Hs- (1569)]. Benoeming naar gewas. -Zie Veld BONTAKKER
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 32 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Het lant in den bontacker [GVE2-213 (1702)]; halve bontacker aen den doornhoek [GVEI2-140)]; een parceel teulland, canten, groes en houtwasch aan den doornhoek aan de leest, genaemt den bontacker, groot ontr. 31. [RAV112-227v (1799)]. Mogelijk verband houdend met de kleur van de grond. Het W.N. T. geeft als relevante betekenissen voor bont: veelkleurig, miskleuring, geschakeerd, niet effen van kleur; als z. n.w. heeft bont volgens W.N. T. de betekenis van het vel van zekere zachtharige dieren, inzonderheid eekhoorns, hermelijnen, sabels, dassen etc. doch ook wel herten, vossen etc. met het haar er aan bereid en gebruikt als verwarmende winterkleding. Mogelijk is er ook een verband met het beroep van bontwerker (zie bontwerkersakker). Ook de ligging ondersteund dezemogelijkheid. Wellicht kan er sprake zijn van een spellingvariant van buntakker. Misschien afleiding van persoonsnaam vgl. Aert Janss die Bont, 1447. BONTEWIEL Bonten wiel [HHI63-30 (1714-1783)]. Onbekende ligging. BONT PAARD Huijs, schuur, brantkuijl genaamt "in het Bont peert [RAV98-29 (1723)]; huis en erf van Jacobus van Orten, gelegen alhier in de straet genaemt het bont peert [RAV101-255v (1742)]; Amoldus van den Hurk herbergier in de straat genaamt het bontpaart [RAV103154 (1752)]. Herberg waar tevens stalling is. BONTWERKER(SAKKER) Bont werkersakker in wielrothse tienden [Hs- (1547)]; acker genaemt de bontwerker [HHI47-43 (1621-1691)]; uyt eenen acker genaemt den bontwerker [HHI63-56 (17141783)]. Ligging in de Wielrotse Tienden die Meuwese situeert in de Doornhoek onder Zijtaart. Afgeleid van persoonsnaam vgl. Willem Willem (die) Bontwercker 1447. BOOIDONK De ecker de boydonck genaemt [GVEI5-6 (1624)]; smitscamp aan de boydonck (Havelt) [GVE2-82 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt. Afgeleid van persoonsnaam Boy. Vgl. Dirck Boyen 1702. -Zie Donk BOOIENBUNDER Dirck Boyen Bunnder (dorhoudt) [GVE2-89 (1702)]. Afgeleid van persoonsnaam Dirck Boyen 1702. -Zie Bunder 57
BOOM -Zie Draaiboom, Leinseboom, Rooieboom en Schutsboom BOONGRAAF In die hantfoert opten boengroeff [Mrv23-87v (1519-1538)].
Onbekende ligging in de Hansvoort (globaal overeenkomend met het huidige gebied Middegaal). Mogelijk benoeming naar het gewas. -Zie Graaf BOONKAMP Lant en groes in de Leynsecampen op zontvelt den Booncamp [GVE12-271 (1777)]. BOONSTREEP De boonstreep in Huigenbosch [N. (1877)]; B 798 (b: 30.10).
Benoeming naar gewas. BOS (SEN) lh Landt 't Bosch (zontvelt) [GVE12-282 (1777)]; 2 groesveltjens aldaer den hogen dries en 'tbos [GVE12-284 (1778)]; hetbosch, de bossen, bos [N. (1847,1864,1883)]; [V.].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 33 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
A 869 (he: 16.94.00), C 325, 328, 329 (b: 1.08.50; de: 49.50), 332 (bh: 1.00.10), E 655 (bos: 76.70),785 (b en w: 56.10), 1062 (w: 23.40), 1378-1384 (w: 1.16.90), 1381-1385 (b en w: 1.4.60).
Naar de ligging in een bosgebied (MM.). Toponym dat herinnert aan de oorspronkelijke bosbouw (Hs-).
a. HOOG BOS Een perceel teulland genaamd het hoog bos op het Sontveld [N. (1819)]. Onbekende ligging op het Zondveld. b. OUD BOS Het oud bos ter plaatse genaemt de Hoef [N. (1882)]; B 210-216 (b en w: 2.9.00). Deze percelen waren anno 1832 omringd door een naaldbos. c. TWEEDE BOS Het tweede bos [N. (1845)]; E 804 (w: 22.70). -Zie Achterbos, Doombos, Dorusmonenbos, Eikelkampbos, Elzenbos, Geerbos, Geerlingsbos, Heibos, 's-Hertogenbosch, Hintelbos, Huigenbos, Hoekstra's bos, Kattenbos, Kleetbos, Meeuwissenbos, Mensebos, Merksebos, Pastoor zijn bos, Rattebos, Spierbos, Verhoevenbos, Vleutenbos, Voorbos, Vorstenbosch. BOSKE Het boschke en martelijneveld op het Ven [N. (1883)]; B 703 (w: 92.00); buske, 't bosje [V.]. A 926 (w: 27.30); C 326 (he: 16.30). -Zie Bos, van Dongensboske en Otterboske BOSBEEMD Denselven vanden bosbeemd (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. 58 BOSDREEF
De hongerlijder, het een eind de watersteegt en het ander eind de boschdreef [N. (1826)]. Identiek met de Bossteeg, gelegen in het gebied Heibosch, tussen de spoorlijn BoxtelGennep en het Ven. Bosdreef is de minder algemene benaming. De dreef liep evenwijdig aan de Bundersteeg (zie Bundersteeg) naar een kompleks naaldbos (anno 1832). Een restant er van bestaat nog, het is, gezien vanaf de kruising spoorlijn, Bunderstraat, het eerste zijweggetje de wijk de Bunders in, uitkomend bij de natuurtuin. -Zie Dreef en Bossteeg BOSKAMP
Boschcamp [HHI28-6 (1471)]; de boschkamp in ruybroek in nuytcampen [Hs- (1539)]; in de boscamp [HH147 (1621-1691)]; huis hoff en aangelegen landerijen staande en gelegen aen den biesen genamt Boscamp [N. (1708)]; een parthije groese en houtwasch aan den doornhoek genaemt Boscamp, ontI. Ph 1. [RAV112-150v (1797)]; boschkamp [N. 1840, 1844, 1866, 1876)]; E 725 (w: 49.54), 726 (he: 74.10), 730-732 (w: 93.60); de boskamp [V.]; E 729 (b: 1.71.90). Anno 1832 bestond een deel van de boskamp uit naaldbos, kad.krt. 1832. -Zie Bos en Kamp BOSSTEEG
De bossteeg aan het Heibosch [N. 1877, 1890)]; B 927 (w: 35.80), 941-943 (w: 1.16.90). -Zie Bosdreef BOSSTRAAT
De bolcken, bosstraat onder de molen heeselaar [Hs- (1539)]; coolencamp (veltje) hantfoirtse tiende hey by de boschstraat [Hs- (1616)]; hoy in de boschstraet [GVEI2-83 (1778)]; boschstraat waaronder Beugs brugje en oude huisplaats [GVB26 (1783)]. Dit is de oorspronkelijke benaming voor de aloude verbinding met 's-Hertogenbosch nu vaak de dorpenweg genoemd. De huidige Middegaal, Gasthuisstraat, Stationsstraat, Molenstraat en Deken van Miertstraat werden alle zo genoemd. Bos is hier dus een verkorting van 's-Hertogenbosch.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 34 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
BOSVELD
Boschveld in Huigenbosch [N. 1862)]; B 786 (w: 1.10.40); bosveld [V.]; E 655 (hh: 76.70). Liggend zowel in het Huigenbosch, in 1832 grenzend aan een perceel loofhout, als in de Leinse Del, waar het een perceel betreft dat in 1832 met lofhout begroeid was (kad.krt.1832). -Zie Bos en Veld BOSWEG
De voetpat vant geerbos aff op de Watersteeg tot op den Boschweg (brug, de bosweg op) [GVB26 (1789)]; den dintherschen akker, het een einde den boschweg het ander einde de armen van dinther [N. (1826)]. Identiek met de bosstraat. BOTERPAD
Boterpad [Hb.]. 59 In Eerde nog gangbare benaming. In vroeger tijden werd langs deze pad boter van Eerde naar Veghel gebracht. BOTERWAAG Huis in de straet, van outs genaemt de booterwaeg, 1 1., een eijnd rivier de aa, ander eijnd de straet [RAV107-286v (1777)]. Bij de ingang van de Openbare Bibliotheek (Markt 1) hangt een oude kaas en boterwaag,
die herinnert aan de eerstijds op deze plaats in bedrijf zijnde boterwaag. Het gewelfde plafond is nog het originele van de boterhal. Een boterwaag was verbonden aan een botermarkt. De aangevoerde boter moest worden gewogen en de prijs bij opbod (mijnen) worden vastgesteld. Het recht om een botermarkt in Veghel te houden is in 1719 door de Staten Generaal verleend. In het privilege staat, dat die wekelijks op donderdag mag plaatsvinden en tevens dat jaarlijks vier paarden- of beestenmarkten mogen worden gehouden. In 1720 wordt reeds een waaghuis voor de botermarkt gebouwd door aannemer Jan van Strijp uit Eindhoven voor 680 gulden. Het gebouw moet in de tegenwoordige Hoofdstraat hebben gestaan. Voortaan mochten Veghelaren hun boter niet elders ter markt brengen, alvorens die op de Veghelse markt te koop te hebben aangeboden. Onder het nieuwe raadhuis van 1782 werd een "waeghuys" gemaakt. Waarom het oude waaggebouw werd verlaten is niet bekend. Misschien had de open galerij te veel te lijden van de weersinvloeden en was het waaghuis bouwvallig geworden. Vanaf 1788 krijgt de boterhandel concurrentie van Erp, waar eveneens een privilege voor een wekelijkse botermarkt werd verleend. In de loop van de 1ge eeuw heeft de botermarkt haar beste tijd gehad. In 1868 wordt de boterwaag onder het raadhuis verbouwd tot gevangenis, omdat de botermarkt weinig werd bezocht. Waarom in het thans nog bestaande oude gemeentehuis wederom een boterwaag werd opgericht, is niet geheel duidelijk. In de landbouwverslagen vanaf 1877 worden sporadisch gegevens gevonden over de botermarkt. Wel blijkt er op de wekelijkse marktdag een welige handel in nuchtere kalveren en varkens. Mogelijk heeft het gemeentebestuur bij de bouw van het gemeentehuis verwacht, dat de boterhandel zou opleven. Bij de oprichting van de boteJj'abrieken rond de eeuwwisseling is de boterwaag geheel overbodig geworden (W.H. Cornelissen, brochure opening Bibliotheek, -1985). BOUDEWIJNSLAND Van Boudewijnslant (franckevoort) [GVE2-128 (1702)].
Afgeleid van persoonsnaam Boudewijns of van mansnaam Boudewijn. -Zie Land BOUWLUST
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 35 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Poyerveltse hoeve (poeyerveltse) aan de hey (= hoeve bouwlust) weg Veghel, Uden bij kerk van Mariaheide [RAV160-8 (1760)]; eene bouwhoeve etc. genaamd Bouwlust [N (1846)], B 608-638; bouwlust [kado (1832), B 808-832; hoeve bouwlust [V.] B 834 (b: 2.33.20).
Een hoeve met landerijen onder Mariaheide, die men langs de provinciale weg naar Uden dichtbij Mariaheide, links in het landschap ziet liggen aan het einde van een fraaie oprijlaan. Het bouwjaar 1818 prijkt in de vorm van muurankers op de voorgevel. V. Hoof vereenzelvigt hoeve Bouwlust met de andere Poederveldse hoeve (v. HooJ). Mogelijk was de Poederveldse hoeve vroeger op dezelfde plaats gevestigd (zie Poederveldse hoeve). Ook 60
Meuwese vereenzelvigt beide hoeven met elkaar Meuwese).
BOVENBROEK In dicta prochia in loco dictum bovenbroek [GVIE2 (1464)]. Ligging onbekend. Het verst van de boerderij gelegen broek. Boven is hier synoniem van achterste (M. Top. v. Overpelt). Mogelijk duidt het eerste lid ook op een relatief hoge ligging (de Bont). -Zie Broek
BOVENROOI Een heyveltje binnen de palen van Vechel in loco dicto in Bovenroy [Hs- (± 1385)]; een stuck lants gelegen in die prochie van Rode aen dat eerde ter plaatsen geheiten bovenrode [GVIE2 (1464)]; bove roeyen (Eerde) [GVE2-39 (± 1500)]; in bovenroy [G0126-8 (1547)]; een stuk lant in de parochie van roy in boven rooden [G0126-1O (1555)]; een stuck landts genaemt den bovenroeij (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; land op de bovenroy [GO- (1754)]. Onbekende ligging waarschijnlijk in de Kuilen onder Eerde. Mogelijk in de betekenis van het achterste Rode (St. Oedenrode). Dit gedeelte van Eerde behoorde vroeger (vóór 1966) tot St. Oedenrode. Dichtbij de Eerdse Bergen gelegen, kent dit gebied verschillende hoge punten zodat er ook sprake kan zijn van een hoog gelegen perceel gerooid bos. -Zie Rooi
BOVENSTUKKEN De bovenstukken op de Hoge Biezen [N (1864, 1891)]; E 882 (b: 32.60). Het eerste lid zal ook hier de betekenis hebben van de achterste (stukken) van een hogere ligging is hier niet duidelijk sprake. -Zie Stuk
BRAAK In loco dicto in die brake [Hs- (± 1385)]; akker die brake [BP1190-182v (1417)]; land die braeck in loco dicto den Heemberch [Hs- (1519-1538)]; zijn hoff ende lant op ham, de braeck genaemt [GVE15-29 (1624)]; landt de braek van Daniels [GVE12-128v (1777)]; de braeck, havelt [GVIIE13 (1792)]; de braak [N (1845, 1847, 1869, 1870, 1892); V.]; D 129a, 141 (b, hh: 53.80), 138 (b: 32.70), 710 (b: 75.80), 226-227 = St.Oedenrode (b: 57.30), E 446-448 (b: 1.19.30). Land dat braak ligt, of dat moet gebroken dat is beloegd worden, geschilt gemaakt om bewerkt te worden, in ruimere zin ook (meestal) onbebouwd, weinig renderend bouwland (Molemans, 1979 -94).
a. ACHTERSTE BRAAK De agterste braak ter plaatse genaemt de setert [Mrv92-16 (1751)]. Onbekende ligging waarschijnlijk onder Zijtaart. -Zie Heerlaarsbraak, Kerisbraken, Kommerbraak en Matteeuwsebraak
BRAAKSKE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 36 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een hostat gelegen in ghene breecsken in die prochie van Vechel [GVIE2 (1398)]; dicte braexsken [HH128-12 (1471)]; braexken [HH133-51 (1507)]; 't braecxken in den d'avelt [GVE15-133 (1624)]. 61
BRAAKAKKER Den braackacker (havelt) [GVE2-141 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt. -Zie Akker
BRAAKKUIL Een perceel heide gen'd de braakkuil [N (1875)]; F 951 (he: 19.60). Ligging Eerde in de Kuilen.
BRAKERT Den Brakert int Akert [GVEI5-39 (1624)]; de braekert, akert [Hs- (1751)]; een perceel teulland geleegen te Veghel in het aakert genaamd den brakert (grenzend aan de potschijt) [N (1820)]. Mogelijk een verbinding van braak met aard "gemene heidegrond" (Molemans, Top. Valk.); een personijicerende -aard- afleiding van het werkwoord braken, wellicht in de betekenis van het braken van vlas. Vlasteelt was in Veghel algemeen (vgl. Vlashoj, de Vlas) (Molemans, Top. Valk.). -Zie Donkersbrakert
BRAKT Eenen acker bouwlant genomt de brackt [N (1656)]. Onbekende ligging. Mogelijk afgeleid van persoonsnaam of op onduidelijke wijze samenhangend met braak.
BRANDGRAAF De eene zijde de gemeentens pastorije huysing van Veghel de andere zijde mevrouw de Kuyper, voor den steenweg, agter den brandgraaf [N (1818)]. Een in de rivier de Aa uitmondende waterloop die anno 1818 evenwijdig liep aan de straat (nu Hoofdstraat), achter langs de huizen aan de zuidzijde. Deze waterloop is inmiddels verdwenen. Wellicht werd uit deze, dichtbij de dorpskern liggende waterloop, die op slechts enkele honderden meters van het brandspuithuisje lag, water gepompt in geval van brand. Eventueel ook afgeleid van brand in de betekenis van plaats waar brandstof/dot, moer, turf, kon gehaald worden (Molemans, Top. Valk.). -Zie Graaf
BRANDKAMP Brandkamp [N (1838)]; C 528, 529 (he: 77.20). Het eerste lid geeft mogelijk aan dat het hier gaat om land dat door brand (van bos en heide) vruchtbaar gemaakt werd (Molemans, Top. Valk). Mogelijk is ook dat "brand" hier aanduidt dat op die plaats brandstof klot, moer, turf, gehaald kon worden (M. Top. Valk). Ook afleiding van persoonsnaam lijkt niet onwaarschijnlijk.
BRANDSKAMP Uyt huys schuer hoff ende aengelegen erffenis gelegen onder Vechel op Sontvelt, d'een eijnde aen die gemeijnte ende dandere eijnde aen den brantscamp [RGI69-20 (1646)]; brantscamp op zontvelt [Hs- (1753)]; een perceel heide gelegen te Veghel op het zontveld 62
genaamd brandskamp [N (1824)]. Onbekende ligging op Zondveld. Waarschijnlijk afgeleid van persoonsnaam. BRECHTLAND
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 37 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van Joossen van Breeht landt in de boleken [GVE15-94 (1624)]. Onbekende ligging in de bolken. Afgeleid van persoonsnaam. BREDE a. LANGE BREDE
De lange breede, dorshout [GVIIE13 (1792)]; den langenbreeden, lange breeje [N (1838, 1848, 1885, 1920)]; A 782, 785 (ho: 1.57.40), 798 (w: 92.80), 802 (ho: 80.10). Benoeming naar de vorm. Het gaat hier om verschillende min of meer uiteenliggende percelen, die waarschijnlijk eens een groot perceel gevormd hebben. BREDELAAR
Erf die bertmanshoeve bij bredelaer [Hs- ± 1390)]; ex bredelaer [HH128-1 (1471)]; bredelaar, hintelt, kempken [Hs- (1539)]; bredelaar aert jans merike en lodeswine peter loyen [Hs- (1604)]. Onbekende ligging in het gebied tussen het Ven en Mariaheide. Mogelijk duidt het eerste lid op de vorm van het gebied, laar kan hier personijicerend gebruikt zijn of ook in de betekenis van "laar" onbebouwde (gemeenschaps)gronden (Hs-). -Zie Laar BREDELAARSEHEI
Kempkens in nuyteampen aen de hey, bredelaars hey [Hs- (1532)]; kempkens in nuyteampen aen de hey, bredelaars hey [Hs- (1742)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk nabij Bredelaar of identiek met Bredelaar. Ingeval van identiteit met Brederse hei (zie 245.) Hoge Heide. Ook afleiding van persoonsnaam bredelaar lijkt mogelijk vgl. Woutger Henrik Wantgerss van Bredelaar, 1447. -Zie Bredelaar en Hei BREDERSEHEI Vijt huijs en hoff gelegen aan de hooge heyde off brederse heyde genaemt [HH163-9
(1714-1783)] . Identiek met de Hoge Heide. Wellicht is het eerste lid een recentere variant van Bredelaar. -Zie Bredelaarshei BRESSERSVELD
Bressersveld [V.]; A 665 (w: 69.80), 865 (w: 22.47.90). Ligging in het Middegaal. Afgeleid van persoonsnaam Bressers, Bresser. BREUGELSAMER
Het eerste rot bestaende in 18 huysen beginnende in breugelen amer [GVB28 (± 1700)]; breugels amer [GVIIE13 (1792)]; breugels amer [N (1845)]. Dit perceel valt kadastraal weliswaar onder de Dorshoutse Beemden, maar behoorde vanouds tot het gebied de Amert in het Dorshout, het eerste lid zal een persoonsnaam zijn 63 vgl. Marie, Mathijs Lucas van Broegel, 1447. -Zie Amert BRIEL Lant den briel (logtenburg) [GVEI2-330 (1777)]. Liggende op Logtenburg. Spellingsvariant van bril. In de betekenis van laag, vochtig, waterig, moerassig, met gras of met houtgewas begroeid land, of omheind kreupelbos of park, waarin dieren gehouden en gejaagd worden (W.N.T.). -Zie Bril BRIL Het veyken aen den bril (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den bril [V.]; F 918 (b, w: 1.68.70). Liggende in de Kuilen onder Eerde. Afgeleid van persoonsnaam. -Zie Briel
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 38 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
BROBBELAAR Ad locum dictum brubbelaer, ad locum dictum brobbelaer [Hs- (1385-1390)]; aent brobbelaer [BPI192-325 (1422)]; brobbelaer [GVE2-39 (+ 1500); ex bobbelaer [HH13340 (1507)]. Onbekende ligging. Het Middelnederlands Woordenboek kent dir woord niet, maar het Woordenboek van de Nederlandsche Taal geeft als betekenis voor brobbelaar: sukkel, ongeluksvogel en voor brobbeling: knoeiwerk. Misschien werd deze naam gehecht aan een stuk grond, waarmee men slechts ongeluk had. Misschien ook was de eigenaar een sukkel (Hs-).
BROEK De broek, leest [GVIIE13 (1792)]; 't broek [V.]; C 368 (he: 14.05.60), 372 (he: 18.61.70). Verkaveld gedeelte van voormalig heidegebied Hogerduinen en benaming voor een perceel op de Leest. Moeras (M. Top. Valk). Moerasgrond (Hs.). a. ACHTERSTE BROEK Het achterst broek aan het keselaar [N (1893)]; E 693-696 (he: 63.16.90). b.VOORSTE BROEK 't Voorste broek [V.]; A 868 (he: 15.93.00), E 698 (he: 9.10.00). -Zie Aabroek, Beukelaarsbroek, Blakenbroek, Bovenbroek, Diepenbroek, Grevenbroek, Heibroek, Kampkemsbroek, Tietenbroek en Veghelsbroek BROEKSKE(S) De broekskes in de kolenkampen, het broekske [N (1862, 1875)]; A 521-524 (w: 1.10.00), D 1102-1103, 1207 (w: 92.70). Ligging in de Kolenkampen en in de Eeuwsels (Haveld). -Zie Middegaalsbroek(je), Mollenbroekje, Nollenbroekje, Reibroek(ske), Schutboomsbroek( je), Vensbroekje en Wilbersbroekje BROEKAKKER 64
Den broeckacker Vechel [Mrv91-57 (1697)]; langs sijne broeckacker int dorshout [OAc17 (1790)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Moerassige akker. Ook afleiding van persoonsnaam v.d. Broek lijkt niet onwaarschijnlijk. Vgl. Jan Aert Roever van den Broek, 1447, Henrick Janss van den Broec. BROEKERT
Eenen hoijbeemt genaamt den broekart, gelegen onder Oedenrode groot 1 kar hoijgewas neffens erve de gemeijnte van Vechel, de andere zeijde de baron van Maldegom [Leijste der dooden Veghel (april 1699)]; landt den broekert [GVE12-145v (1778)]. Ligging onbekend, o.a. onder Eerde. Mogelijk een personijicerende -aard- afleiding van Broek (zie broek) (M. Top. Valk.); of een verbinding van broek met -aard- "gemene heidegrond" (M. Top. Valk.). BROEKHOVENSETIENDE
Meulentiende = broekhovense tiende [Mg25a-69 (± 1693)]. Afgeleid van persoonsnaam Broekhoven. In 1693 was Jonker Francois van Broeckhoven bezitter der tienden van Dorshout, Brugtienden en Molentienden. BROEKJESVELDJE
Het broekjes veldje op het Middegaal [N (1844)]. Misschien ook van persoonsnaam Broek, het dimunitief als bijnaam, het veldje van broekske. -Zie Broek BROEKKOOP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 39 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Broekkoop [N (1883, 1892); V.]; F 458 (he: 23.38.80), 466 (he: 10.09.80), 634, 635 (he: 27.17.60). Ligging in de voormalige heidegebieden het Dubbele en het Kampkensbroek onder Eerde. Deze (laag) gelegen heidegron den werden ook wel als "broek" aangeduid. Kampkesbroek, Veghelsbroek, zodat broekkoop waarschijnlijk opgevat moet worden als "koop op het broek". Afleiding van persoonsnaam lijkt eveneens mogelijk. -Zie Koop BROEKLOOP
Heide en weiland gen'd de broekloop [N (1875); F 469 (he 13.06.00). BROEKVELD(EN)
Het broekveld [N (1861)], E 697, 720, weg (he: 20.78.70); het broekveld op Hoger Duinen, de broekvelden op Hoger Duinen [N (1891)]; C 211 (b: 1.41.10), 368 (he: 14.05.60), 371-372 (he: 20.91.40), 374 (he: 1.04.90), 395 (he: 21.60.10). -Zie Veld BROKSKE
Een stuck landts genaemt het brucxken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; het brokske [N (1886)]; brökske [V.]; F 343-345 (b, w: 1.20.40). Bouw- en weiland in de Grootdonk onder Eerde aan de grens met Schijndel. Wellicht benoeming naar de vorm. 65 BROODVERLOREN Een perceel bouwland gen'd broodverloren [N (1861)]; F 1184-1185, 1202-1203 (b: 1.42.20). Bouwland gelegen in de Hooge Biezen. Men besteedde, zonder succes, vaak veel moeite aan dergelijk land (vgl. verloren kost) (M.Schönfeld, 1980 -57). BROOSKAMP Een groesveld houtwas en geregtigheden gelegen aan de heijde genaemt brooskamp [N (1815)]. Onbekende ligging aan de heide, waarschijnlijk de hoge of lage heide onder Mariaheide. Mogelijk samenhangend met mnl. brund, bruidh. drek in de overdrachtelijke betekenis van moeras (vgl. Broeseinde, M. Top. Neerpelt). BROSTOREN Een perceel bouwland gen'd den brostooren [N (1857)]; E 1206 (b: 29.90). Bouwland gelegen in het Zondveld. Mogelijk benoeming naar bodemgesteldheid als "lichtbarstend, brijzelig" (WNT-1580). Indien bros is afgeleid van breken (De Vries-90), kan bros identiek zijn aan braak. BROUWERSMITS Brouwer smits [V.]; B 829-832 (w: 3.06.40). Gelegen in het gebied genaamd Bouwlust, achter hoeve Bouwlust; personijïcerende afleiding van de beroepsnaam. Brouwer Smits was de bezitter van deze gronden (1840). BROUWHillS Den Brouwhuis in het beukelaar [OAVB44-4 (1594)]; huijs hoffstadt etc. genoempt den brouwhuis of Juttenvelt gelegen aent Beukelaer [Me-11/4]. Onbekende ligging aan het beukelaar. Op deze plaats zal oudtijds bier gebrouwen zijn. Eventueel ook een personijïcerende afleiding van Brouwhuis als persoonsnaam. BRUG(GEN) De brugakker in de brugge [Hs- (1530)]; tussen twee bruggen [Hs- (1537)]; de donkdoncke in de brugge aan de leest [RAV157-67 (1690)]; in de bruggen [RAV159 (1743)]; lant in de brugge [GVE12-189 (1777)]; de bruggen [kado (1832)]; D 415-544; ter plaatse genaemt brugge aan de Hoogeinde [N (1844)]. D 457 (b: 92.50).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 40 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Dit is de benaming voor een gebied ten westen van de Aa-oever, gelegen tussen de Aabrug bij de Markt en de zgn. mestbrug in de Leest. Het omvat het tegenwoordige Julianapark, de wijk 't Hoogeinde en een groot deel van de wijk de Leest. Benaming naar de beide bruggen over de Aa. a. GROTE BRUG Eenen beemt (sijnde ca. de helft) soo gelijk tans met een sloot te langs door is afgegraven, binnen deese dorpe van Veghel over en bij de groote brugge, genaamt den kerkenbeemt, een eijnde de gemeene straet [RAV112-279 (1800)]. b. HOGE BRUG Hoge brug [V.]. Dit was de benaming wor de brug over de Zuid- Willemsvaart die plaats heeft gemaakt 66
voor het huidige viadukt. Benoeming naar de hoogte van de brug. c. OUDE BRUG Vechel bij die aude brugge [BP1186-122 (1409)]; in die voertacker, aldaar, aen daude brugge [BPl192-194v/195 (1421)]. Wellicht is hier de brug bij de Markt bedoeld of ook de mestbrug. -Zie Draaibrug, Mestbrug en Wittebrug BRUGJE Het brugje bij het brugje op het middegaal [N (1891)]; A 313 (b: 39.50). Het brugje over de Beekgraaf meestal het Beugtse Brugske genoemd. -Zie Beugtsebrugske, Hasvoortbrugske en Middegaalsbrugje BRUGAKKER Die brugecker te Vechel [BP1195-226 (1425)]; de brugakker in de brugge [Hs- (1530)]; putstrepken, genaemt den brugacker neffens die erffenisse peter lambert arts [HH (17141783)]. Akker bij een der bruggen gelegen in de Bruggen. BRUGLAAR Bruglaer [AG (1365)]. Ligging onbekend. Het tweede lid is hier wellicht "laar" in de betekenis van onbebouwde (gemeenschaps)grond. Laar bij een brug gelegen. -Zie Laar BRUGSTREEP De bruggestreep [GVE15-1 (1624)]. Ligging onbekend. Langwerpig perceel gelegen bij een brug. -Zie streep BRUGTIENDEN In de bruggensche tienden [Mrv67-55 (1664)]; drie tiend dampen: Dorhout, Brughtiende en Molentiende [GH25-67 (1720)]. Volgens Meuwese bestonden de Brugtienden uit landerijen aan 't Hoogeinde tussen de twee bruggen. Benoeming naar de ligging. -Zie Tienden BRUINEAKKER Een stuck landts neffens den bruijnen acker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; bruynen acker of streep aen de santsteegt [GVE12-231 (1777)]; bruinen akker [N (1836)]; F 839 (b: 41.50); de bruine akker [V.]; F 1039 (b: 48.00). Percelen bouwland onder Eerde in het Heiligt en de Willebrordushoek. Benoeming naar de grondkleur. -Zie Akker BRUINEKAMPKE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 41 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
In bruinelen campken [GSO-262 (1617)]; van den coeweyde metten perdtswijde bruijnele camp [GSO-262 (1617)]; teulant en groes, 2 loop gelegen int Eerde genaamt brunelle 67 cempke [RAV105-26 (1762)]; een perceel teulland kanten houtwas en geregtigheden gelegen in het Eerde (onder St.Oedenrode) aan den hogen akker genaemt Bruine kampke [N (1816)]. Onbekende ligging aan de hoge akker onder Eerde. De oudere vorm "bruynele, brunelle" suggereert een benoeming naar het geneeskruid "brunel" (Kiliaan 93: bruynelle), (Verwijs en Verdam) dat ter plaatse veel voorgekomen zal zijn of zelfs geteeld werd. -Zie Kamp BRUSSELSEBUNDER Bonaria sita in loco dicto die bruesselsche buenre feria 7 post pinksteren [GVIE2 (1367)]; land in loco dicto die bruesselsche buenre [BP1179-616 (± 1390)]; die hoeve ten Hornick in loco dicto bruessesche buenre [BPI256-22v (1485-1490)]. Onbekende ligging waarschijnlijk in de nabijheid van het Ven. Afgeleid van persoonsnaam Henrick van Breussel, 1390. -Zie Bunder BRUSSELSEHOEVE Die bruesselsche hove [BPI213-40 (1442)]. Onbekende ligging, wellicht nabij de Brusselse bunder. Afgeleid van persoonsnaam vgl. Henrick van Breussel, 1390, Peter van Bruessel (schepen) 1419. BRUSSELSETIENDE Hermanus Beltjens, possesseur van de Dorshoutse, Brugthienden en Molenthienden en de Akerse, Hamse en Brusselse thienden [Mrv92-127 (1782)]. Waarschijnlijk gaat het hier om een verschrijving van Russelsetiende, een der zgn. oude tienden. BULT(EN) Een stuck landts genaemt den bult (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de bulten op Logtenburg [N (1862)]; F 1020 (b: 93.30); de bult [N (1873, 1876, 1885)]; A 1141 (w: 22.70), B 504 (he: 20.65.30), D 199 (b: 34.80); den bult [V.]; C 228 (w: 66.00). Ligging op verscheidene plaatsen. Benoeming naar accidentering in het terrein ter plaatse. Meestal gaat het om iets hoger gelegen of hellende percelen, "de bulten" op Logtenburg duidt wel op de aangrenzende zandheuvels. -Zie Rondebult BULTBEEMD De bultbeemd [N (1888)]; A 1139 (ho: 90.20). Liggende op het Dorshout. Oorspronkelijk dus op de linker oever van de Aa, tegenwoordig is de bultbeemd opgegaan in het aan de Aa grenzende deel van de Vijverwijk, omdat de bedding van de rivier sinds 1885 aanzienlijk meer westelijk is komen te liggen. Het perceel belendde een verhoging ter plaatse. Benoeming naar de desbetreffende verhoging. -Zie Beemd BUNDER(S) Eenen hoycamp genoemt de weyhoeff geleegen binnen de palen van Vechel in de eerste bunder in de colk [GOI26-22 (1570)]; den ecker aen de bunders [GVEI5-1 (1624)]; den 68 buunder bij het poejervelt [GVE2-117 (1702)]; den bunder aen crekelshof [GVEI2-45 (1778)]; aen de buenders na de drie huizen [GVEII13 (1792)]; de bunders [kado (1832); A 258-308; [N (1841, 1871, 1875, 1883); V.]; A 409-412 (w: 69.10), B 909-910 (w: 86.40), 1047, 1048 (w: 62.70), 1283-1286 (w: 60.60), E 1185-1186 (b: 30.50; w:
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 42 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
23.00). Algemeen voorkomende aanduiding voor vele percelen, verspreid over het Veghelse grondgebied. Tegenwoordige benaming voor nieuwe wijk. "Bunder" heeft betrekking op (vooral sinds de 16e eeuw) verkochte gemeentegronden (M. Top. Valk.) en is een oude oppervlaktemaat gelijk aan 1 hectare. z.o. Keuren en breuken 1629, art. 81. a.ACHTERSTE BUNDERS De achterste bunders in de Bunders [N (1884)]; A 265 (w: 37.00). b.LAGE BUNDERS Monnixhoeve, naast leege buenders en beemt de geer [Hs- (1533)]. Waarschijnlijk gelegen in de nabijheid van het Ven. Laag gelegen percelen. c.LANGE BUNDERS Van den langen buender (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; eeusel in lange buenders off geere [GVEI2-4 (1778)]; de lange bunders in de Bunders [N 1891); A 286-289 (w: 1.36.90). Benoeming naar de vorm. d.MIDDELSTE BUNDERS De middelste bunders op het Zontveld [N (1862)]; E 1180-1181 (b: 93.90). e.NIEUWE BUNDER(S) Nieuwe buenders [Hs- (1533)]; nieuwe buunres [Hs- (1562)]; in de nieuwe buunders (heselaer) [GVE2-64 (1702)]; de nieuwen bunder [N (1874)]; A 266, 267 (w: 62.70). Liggende in het gebied, kadastraal bekend als de Bunders, langs de grens met Dinther oostelijk van de dorpenweg naar den Bosch en ook op andere plaatsen, "nieuw" heeft hier de betekenis van "recent ontgonnen" (M. Top. Valk.). Deze ontginningen dateren niettemin in sommige gevallen al van het begin der 16e eeuw. f.OUDE BUNDERS De oude buenres agter poeyervelt [Hs- (1533)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de Hintel, achter het Ven, of de lage hei nabij hoeve Bouwlust onder Mariaheide. "Oud" duidt op "eerst, vroegst ontgonnen". g.VOORSTE BUNDERS De voorste bunders [N (1860, 1862, 1884)]; A 263 (w: 49.10), B 900 (b, w: 58.60), E 1182-1186 (b, w: 1.18.50). -Zie Armenbunders , Booienbunder, Brusselsebunder, Busselbunders, Driebunder , Eerdsebunders, Geerbunders, Gemenebunders, Gielensbunder, Gretingbunder, Heibunders, Honderdbunders, Laarbunders, Lieve Vrouwebunders, Poeierveldsebunders, Rijnenbunder, Ruttenbunder, Sint Aagtenbunder, Udensebunder, Veghelsebunder, Verleijenbunder, Vrouwkesbunder. 69
BUNDERKE 't Bunderke [V.]; F 915 (w: 28.00), 1185-1186 (b,w: 30.50.23). Liggende op de Kuilen en in de Hoge Biezen. -Zie Bunder
BUNDERSEBEEMDEN By buenderse beemden [Hs- (1607)]. Onbekende ligging, mogelijk behorende tot het gebied, kadastraal bekend als de Bunders. Beemden, liggende nabij of behorend tot de Bunders, of andere bunders. -Zie Beemden
BUNDERSEHOEK Ad locum dictum den buenreschen hornick [BPI266-74 (± 1500)]; van drije stucxkens nieuwt lant in den bunderssen hoeck toebehoirende Henrick Gerits ende een stucxken teijnen 't heestervelt aen de varenb. [GVEI5-133 (1624)]; roeffencamp in buenderse hoek
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 43 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
[RAVI59-66v (1743)]; de bundersche hoek [kado (1832)]; B 1274-1349; ter plaatse genaamd bundersschenhoek [N (1845); B 1318 (he: 9.63.10). Het gebied westelijk van de provinciale weg Eindhoven-Nijmegen, ongeveer vanaf hotel de Oude Barrière tot aan de wethouder Donkersweg. Mogelijk is deze benaming afgeleid van het oude toponiem "de gemene bunders". Deze kunnen waarschijnlijk ter plaatse gesitueerd worden.
BUNDERSGAT Hoy int bundersgat [GVEI2-3 (1778)]. Onbekende ligging (zie bundersebeemden). Het is onduidelijk of "gat" hier opgevat dient te worden in de betekenis van toegangsweg (M. Top. Valk.) of in die van laagte (M. Top. Overpelt). -Zie Gat
BUNDERSTEEG Armeneussel aan bundersteeg en busselhecken [GVIIE13 (1792)]; buenderse steeg, heyde [GVIIE13 (1792)]; de bundersteeg [kado (1832); V.]; B 2 (w: 40.90), E 700 (he: 22.41.00). Liggende onder Zijtaart in het voormalige heidegebied het Reibroek en op de grens van de gebieden het heibosch en de Heibunders, in het verlengde van het vroegere Venssteegje. -Zie Steeg en Venssteegje
BUNDERSTRAAT Recente herbenaming deel Beukelaar de Bunderstraat [B- (1967)]. Dit is een recente benaming voor de zandweg vanaf hotel de Oude Barrière in noordelijke richting lopend tot aan de spoorlijn Boxtel-Gennep en het heibosch. Benoeming wellicht naar de Bundersehoek, Heibunders, Laarbunders en Busselbunders, die alle in de buurt van of aan deze zandweg gelegen zijn.
BUNDERSVELDJE Het bundersveldje [N (1869, 1875)]; B 894, 895 (b, w: 53.40),902 (b: 18.10). Liggende in de Heibunders. Benoeming naar de ligging ter plaatse. 70
BUNDERVELD Het buundervelt (frankevoort) [GVE2-128 (1702)]; het bundersvelt [GVIIB26 (1798)]. Onbekende ligging in het vroegere Frankevoort, nu Stad geheten aan de weg naar Erp. Benoeming naar de oppervlakte of naar aldaar gelegen perceel/percelen de Bunder(s) genaamd. -Zie Maassenbunderveld
BUNSENBEEMD Den bunsenbeemt [GVEI2-151 (1778)]. Onbekende ligging. Misschien is hier sprake van een spellingsvariant van Bunselbeemd = Busselbeemd, beemd nabij een bosje (zie bussel). Ook kan er wellicht een persoonsnaam onder schuil gaan en was de oorspronkelijke vorm "Bontenbeemd" of "Bont zijn beemd" vgl. Aert Janss die Bont, 1447.
BUNT Gelegen in die voerss. proehie ter plaetsen genaemt in die bunt in die hamsehe thiende [GVIDI-l (1535)]; van Joneker Jan van Lanevelts hoeff op hamme en binnevelt, de stucken teynen den dries, de stucken achter 't bijlstuek, de twee stucken tussen de middelcanten, de lang stucken ende de twee stucken de bundt genaemt tsamen [GVEI5-23 (1624)]; het lant in de bunt [GVE2-155 (1702)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar rietachtige grassoort (W.N.T.).
BUNTAKKER
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 44 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Den bundteeker [GVEI5-20 (1624)]; landt de sehoer en buntaeker op Ham [GVEI2-163 (1778)]. Onbekende ligging op het Ham. -Zie Bunt en Akker
BUNTBEEMD(EN) De helft van die buntbeemd in Vechels Tillaar [BP1190-182v (1417)]; buntbeemden op ham by de Aa-hamsehe tiende [Hs- (1535)]; die hantaert en aeker daeraen gheleghen die buntbeempt Ct goed te Haanvelt) [Mr1322-65 (1608)]. Onbekende ligging op het Ham. -Zie Bunt en Beemd
BURG Burg (daarnaast ook borg) is een bijvorm van berg (M. Top. Valk.) ook gebruikt in huisnamen (Matiënburg, Puttenburg). -Zie Blankenburg, Homburg, Korstenburg, Krijtenburg, Achterst Krijtenburg, Logtenburg, Mariënburg, Puttenburg en Zwanenburg
BURGEMEESTERSVELDJE Burgemeestersveldje [V.]; B 560 (w: 34.20). Ligging op de grote Hintel. Benoeming naar de eigenaar, waarschijnlijk burgemeester Völker (1906-1924) die in Veghel meer gronden bezat.
BURGERSBEEMD Hoy agter Ham Burgers beemt [GVEI2-31v (1778)]; burgers beemd [V.]; D 261 (ho: 71 30.80). Afgeleid van persoonsnaam. -Zie Beemd BURGT
Den bloemacker of bloemengat Vechel liggende in vier strepen op de burght [Mg25a-92 (1662)]; eenen acker genoemt den bloemenacker off bloemegat daar eene wegh tussen doorgaat gelegen tot Veghel liggende in vier strepen op de burght off boekt [LG.h25-92 (1747-1794)]; de burcht ter plaatse Duifhuis [V.]. Enkele malen gebruikt als synoniem voor de Boekt, tevens de benaming voor een veldje op het Duifhuis op de grens met Uden. Hoewel het in het eerste geval waarschijnlijk om een verschrijving gaat van Boekt of Brug(gen) (de oudste gegevens vermelden steeds uitsluitend "de Boekt"; het ligt niet voor de hand, dat in een periode van ongeveer een eeuw een andere naam, naast de oorspronkelijke, in gebruik raakt, terwijl deze zowel daarvoor als daarna volkomen ontbreekt), zou er eventueel sprake kunnen zijn van burcht in de betekenis van "een breede gracht om een kasteel of pachthoeve" (W.N.T.). Dit zou dan kunnen duiden op de gracht rondom kasteel Frisselstein, hoewel de Boekt op betrekkelijk grote afstand ervan ligt. Ook in de betekenis van stad, versterkte plaats. Deze laatste zal zeker van toepassing zijn op "de burcht" bij Duifhuis omdat ter plaatse een kasteeltje op Udens grondgebied gestaan heeft. BUS
Hoeve de Busch [GO (1754)]; uyt sijn hoeve genaemt in de bus binnen de paelen en limiete van Veghel int Eerde gelegen [GVE12-334 (1777)]; de bus [kado (1832)]; F 308 (b: 13.10). Een spellingvariant van "bosch". De betreffende hoeve lag aan de bosrand zuidelijk van Eerde. BUSAKKER
Int lant op den biesen en busacker [GVE2-290 (1702)]. Onbekende ligging wellicht in de nabijheid van hoeve de Bus. Benoeming naar hoeve de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 45 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Bus, benoeming naar nabij gelegen bos. -Zie Bus en Akker BUSHOEF
De bushoef [kado (1832)]; D 304-326 (gem. St.Oedenrode). Identiek met hoeve de Bus. -Zie Bus en Hoef BUSSELAARSLAND
Twee parceelen lant aldaer busselaers lant (akert) [GVE12-157 (1778)]. Onbekende ligging in het Akert. Afleiding van persoonsnaam Besselers (zie besselersbeemd). Afleiding van werkwoord "busselen", in bussels binden (W.N.T.). Mogelijk benoeming naar iemand die het busselen als beroep had of vaak bijstand verleènde bij het busselen. BUSSELBUNDERS
De busselbunders [V.]. 72 Het dichtst bij de spoorlijn Boxtel-Gennep gelegen deel van de huidige wijk "de Bunders". Benoeming naar het midden in dit gebied gelegen "bussele". BUSSELE Bussele [GVE2-39 (± 1500)]; stuk teulant geleegen onder parochie en ter plaatse aent Eerd voornt. gemeenelijk genaemt het nieuwlant met het busselen daar annex [G0126-42 (1645)]; het bussele op de hey [Hs- (1699)]; het landt genaamt de bussele [GVIIB7-27 (1773)]; het bussele [N (1847, 1854, 1860, 1867, 1884, 1891)]; A 1330 (w: 39.50), B 913, 978 (w: 1.41.20), 1039, 1040 (w: 79.20), 1042, 1043 (w: 57.30), D 812 (ho: 39.60).
Ligging op de grens der gebieden de Hemel en de Watersteeg, die later gedeeltelijk de Busselbunders genoemd werden en tevens in andere gebieden. Deze percelen zullen oudtijds met geboomte of kreupelhout begroeid zijn geweest of in de nabijheid van dergelijke percelen gelegen zijn geweest. Bussele is diminutief van bos (M. Top. Valk.). -Zie Bergsbussele BUSSELEHEK Armeneussel aan bundersteeg en busselehecken [GVIIE13 (1792)]; de groote mortel by buendersteeg aan busselehekken [GVIIE13 (1792)].
Ligging aan het Bussele op de Watersteeg. Hek dat toegang gaf tot het Bussele. BUSSELKE Het busselke [N (1839)]; B 471 (w: 40.30).
Liggende op de Kleine Hintel nabij het Ven. -Zie Bussele BUSSELSTEEG De busselsteeg [kado (1832)]; sektie B tweede blad.
Deze liep vanaf de zandweg die tegenwoordig de Bunderstraat heet en de oostelijke begrenzing vormt van de wijk de Bunders, naar het Bussele. Een restant van deze zandweg bestaat nog en is vanaf de kruising spoorlijn - Bunderstraat gezien het derde weggetje westelijk de Bunders in. BUUSSTREEPKE (STREPEN) Land in loco dicto buusstrepeken [Hs- (± 1390)]; buestrepen [HH128-23 (1471)].
Onbekende ligging. (Verwijs en Verdam) vermelden het werkwoord "buusschen", slaan, kloppen. Misschien houdt dit zeer oude toponiem hier op duistere wijze verband mee. Hoogbergen suggereert een afleiding van een verdwenen adjectief "baats, ablautend met "boets" (boes) zoals bate naast boete. Behorende tot de woordfamilie van baten, zou "buus" wellicht "voordelig" of voordeel brengend kunnen betekenen (Hs-). DAAL
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 46 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Binnen de parochie van St.Oedenrode en binnen de palen van Veghel ter plaetse en het Eerde gemeeneIijk genoemt het dael [G0126-34 (1613)]; nog sijn landt off parceel genaamt aan 't daal [GVIIB7 (1773)].
Ligging vermoedelijk overeenkomend met het huidige gebied het Aantal onder Eerde, dat laag gelegen is ten opzichte van het naar het zuiden, in de richting van de Eerdse bergen, oplopende, aangrenzende gebied. "Daal" is een variant van dal. 73
-Zie Diependaal en Groenendaal DAANTJESBEEMD
Twee rijdende beemden agter den sehopaeker, genaamt daantjesbeemt [RAV102-57v (1744)]. Onbekende ligging achter de Schopakker (D 288-310), tussen het Akert en de Haveltse beemden. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd DALENSTRAAT
Dalenstraat [kado (1832)]. F 284 (b: 1.06.00). Straat onder Eerde die noordelijk van de kom in de richting van het gebied het Aantal (Daal) loopt. Benoeming naar het Daal. DAM
Volgens het W.N. T. is een dam: 1) eene in of door (niet langs) een water gelegde waterkering; 2) eene aanplanting in eene sloot, die toegang geeft tot een stuk (wei)land; 3) aarden wal. -Zie Goortsdam(men), Klopperdam, Lankveldedam(men) en Rietmansdam(men) DANEHOEF
Daane hoef [V.]. F 894 (b: 44.60). Ligging in de Kuilen onder Eerde. Het eerste lid is wellicht afgeleid van een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Hoef DANELAAT
Ex manso de danelaet, et ex domo morto et ex prato et ex druestueken [HHI63-23 (1783)] . Onbekende ligging waarschijnlijk in de kom van het dorp. Wellicht gaat het hier om een verschrijving of onjuiste lezing van "Davelaar" (zie Danklaar, Davelaar). Het eerste lid kan ook afgeleid zijn van een persoonsnaam of mansnaam. Het tweede lid zou de korte vorm kunnen zijn van "waterlaat" (du: Ablass), "afwateringssloot" wellicht gegraven ter ontwatering van een terrein (M. Top. Valk). DANIELSHOFSTAD
't Erf danels hostat in Vechel in den Bolliek [BPI208-303 (1438)]. Onbekende ligging in de Bolken in de kom van het dorp. Het eerste lid is afgeleid van een persoonsnaam vgl. Daniel Henrick Danells (1447 KL.P. V.). -Zie Hofstad DANIEL VELDEN
Huis de moriaen tussen pastorije en daniëlvelden in de straat [Hs- (1762)]. Onbekende ligging in de nabijheid van de huidige Lambertuskerk. -Zie Veld DANKLAAR 74
Danclaer [GVIE2 (1367)]; danclaer [GVE2-39 (± 1500)]. Ligging onbekend of overeenkomend met de Davelaar. Waarschijnlijk betreft het hier een onjuiste schrijfwijze of verkeerde lezing van "davelaar".
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 47 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Laar DAVELAAR
Op davelaar [BP1178-25v (± 1390)]; de manso de danlaer [HHI28-23 (1471)]; ad locum dictum affelair [Hs-(± 1500)]; ad locum dictum davelair [Hs- (± 1500)]; frankevoort in tillaartse tiende in davelaer [Hs- (1539)]; deselve zijn lant rondom bij 't huijs in den davell [GVEI5-67 (1624)]; de braeck in den d'avell [GVEI5-76 (1624)]; zijn ront veldeken in den d'avellaer [GVEI5-127 (1624)]; lant in den d'avellt [GVEI5-142 (1624)]; landt en canten in davillaer [GVEI2-139 (1777)]. Ligging globaal overeenkomend met de huidige buurtschap de Stad. Davelaar is afgeleid van de mansnaam Davell = Daniël (Mh). -Zie Laar DAVELAARSEHOEVE
Huys, hoff ende erve met sijne toebehoerten gelegen in die davelaersche hoeve [GVIE2 (1401)]; davelaersche hoeve [GVE2-39 (± 1500)]. Onbekende ligging, wellicht op het Davelaar. -Zie Davelaar en Hoeve DAVELAARSETlENDE
Davelaarse tiende [Hs- (1531)]; de hoge, davelaarstiende [Hs- (1572)]; op het davelaar, ook davell tiende, de davelaarse tiende [Mh- (1954)]. Ligging waarschijnlijk overeenkomend met de Davelaar. -Zie Davelaar en Tiende DAVELTlENDE
-Zie Davelaarse Tiende DEELTJE
Vant deelken (de Leest) [GVE2-215 (1702)]; hoijlants genaamt het deelke aan de pettelaar opt citart [RAV101-224v (1741)]; hoyaldaer 't deeltje off Pettelaer (Zijtaart) [GVEI2254 (1778)]. Onbekende ligging onder Zijtaart en op de Leest, mogelijk betreft het een perceel in het grensgebied van Zijtaart en de Leest. "Deel" (uit een groter geheel) bijv. perceel uit de gemene vroente (Cfr. Dittmayer, 1963312) of het na een erfdeling verkregen deel (vgl. Kavel in Kaart) (M. Top. Overpelt). DEEUWSEL
Spellingsvariant van eeuwsel. -Zie Eeuwsel 3. ACHTERSTE DEEUWSEL 't Achterste deuwsel [V.]. E 432, 435, 436 (ho: 42.90; w: 73.40). Ligging in het Keselaar, nabij de verbreding in de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de ligging. 75b. VOORSTE DEEUWSEL
't Voorste deeuwsel [V.]. E 430,431 (b: 2.10.90),435 (w: 17.40).
Ligging in het Keselaar, nabij de verbreding in de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de ligging. DEEUWSELKES De deuwselkes [V.]. E 1124 (b: 31.80).
Ligging op het Zondveld. Diminutief van Deeuwsel. -Zie Eeuwsel DEL
Laag gelegen bouwland: 1) tegenover berg c.s. staan dal en de bijvorm del (Top. Neerpelt, -200). -Zie Leinsedel DELISAKKER
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 48 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van den delisecker in den Tillaer toecomende Renric Ariëna [GVEI5-135 (1624)]; delisacker (havelt) [GVE2-151 (1702)].
Onbekende ligging nabij of aan het Havelt. Het eerste lid is afgeleid van een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Akker DELISLAND 't Streepken neffen jan delisland [GVEI5-163 (1624)].
Onbekende ligging. -Zie Land DELISSE Peer Delisse in de putten [N. (1871)]; A 1531, 1532 (b, w: 56.20).
Genitief van persoonsnaam of mansnaam Delis. DELISSTUK " Landt genaemt Arie Delis stuk [GVEI2-36v (1778)].
Onbekende ligging. -Zie stuk DELISVELD Een stuck landts genaemt delisvelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Veld DENENAKKER Genaemt Renrick Denen ecker voor den heIlicht [GVEI5-28 (1624)]; twee stucken teullandt, groescanten en gerechtigheden op middegael genaemt deenen acker groot ontr. 21. [RAV110-245v (1793)].
Onbekende ligging op middegaal. Het eerste lid is afgeleid van een persoonsnaam. -Zie Akker 76
DENENBEEMD Dirk Jan Deenen beemt, agter schopakker [RAV159-49v (1741)]. Onbekende ligging bij de schopakker, zuidelijk van de wijk Veghel-Zuid nabij de Aa. -Zie Beemd
DENENHEIVELD Op Creytenborgh Lijs Jan Denen Heivelt [GVEI2-285 (1778)]. Onbekende ligging op Krijtenburg onder Zijtaart. -Zie Heiveld
DENENLAND 't Stuck in de hese neffen Roeloff Jan Denenlant [GVEI5-93 (1624)]. Onbekende ligging in het Heze(laar). -Zie Land
DENNENAKKER Huys staet op de nieuw gemeente landt den dennen acker [GVEI2-3 (1778)]. Onbekende ligging. Dit perceel zal begroeid geweest zijn met dennen. -Zie Akker
DENNENHOF Landt den dennenhof in Valstraet [GVEI2-71 (1778)]. Onbekende ligging in de Valstraat, de vroegere weg van Veghel naar Zijtaart. -Zie Hof
DENNENSTEEG De dennesteeg aan de veertig lopense [N. (1859, 1882, 1887); F 519-521 (b, w: 1.11.90). Ligging aan de Veertig Lopense, het nabij het viaduct gelegen gedeelte van het industrieterrein.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 49 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Deze steeg liep anno 1832 langs een uitgestrekt dennebos en was een zijweg van de toenmalige zandweg naar Eerde.
DERDEVELD Het derde veld in Blankenburg, het derde veld in Beukelaarsbroek [N. (1876, 1883)]. C 394, 395, 398 (he: 43.50.40; wa: 74.90), 423 (he: 21.94.60). Dit perceel maakt deel uit van een geheel van drie.
DESSELT Misschien afgeleid van Middeleeuws "dessel, dissel", kromme bijl, houweel. Benoeming naar de vorm. Of van mnl. dissel in de betekenis van 1) boom die zich tusschen de beide paarden van een tweespan bevindt en de richting van de wagen bepaalt, 2) kromme dissel, kort sterk gebogen hout vooraan zekere boerenwagens, waaraan de bespanning bevestigd wordt en waarmede de wagen met behulp van den voet wordt bestuurd (Verwijs en Verdam). Benoeming naar de vorm. Ook een afleiding van de plant distel lijkt niet ondenkbaar.
a. HOGE DESSELT Juxta locum dictum die hoghe desselt [Hs- (± 1390)]. 77
Ligging onbekend. Benoeming naar de hoge ligging. DIEGRAAF Land den Dyegrave [BP1189-87 (1415)]; de diegraeff [RAV158-36 (1730)]; den diegraaf [N. (1838, 1875, 1876)]; diegraaf [V.]. D 245, 247, 248 (b: 1.81.00), 249, 263 (b: 54.80). Bouwland liggend in het Rutsel. Mogelijkerwijs is deze naam ontstaan uit een oorspronkelijk (maar nergens aangetroffen) hydroniem Diepgraaf Er zijn aanwijzingen dat ter plaatse een oude Aabedding of aftakking van de Aa gelegen kan hebben (zie Oude Aa). Deze is misschien oudtijds verder uitgegraven om als ajwateringssloot dienst te doen. -Zie Beekgraaf DIELISSENAKKER Dielisseacker [GVEI2-181 (1778)]. Onbekende ligging. Afgeleid van de mansnaam Dielis, Delis of van de persoonsnaam Dielissen, Delissen. -Zie Akker DIELISSENBEEMD Mathijs Dilissebeemt agter Dorshout [GVEI2-190 (1778)]. Afgeleid van de persoonsnaam Dielissen. -Zie Beemd DIELISSTREEP Goort Dielisstreep [GO- (1754)]. Onbekende ligging onder Eerde. Afgeleid van persoonsnaam. -Zie Streep DIEPE AA De lengthe van de kilsdoncxe sluys tot de diepe Aa is int geheel 777 roede ende is yder huys aengemeten vier roeden [GVIIB28 (± 1700)]; liggende tegen de sogenaamde diepe Aa (rivier de Aa vanaf scheijding Erp) [GVIIB26 (1790)]. Liggend in de nabijheid van de Kilsdonkse sluis in de Aa aan de grens met Dinther. De rivier splitste zich ter plaatse in twee stromen die iets verderop weer bij elkaar kwamen. De hoofdbedding werd wellicht aangeduid als de diepe Aa. DIEPENBROEK In loco dicto die diepenbroeck [Hs- (± 1390)]; peciam terre deam dat diepenbroeck [GVIE2 (1422)]; land dat diepenbroeck int Davelaer [Hs- (1519-1538)]; zijn diepenbroeck
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 50 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
in den d'avelt [GVEI5-137 (1624)]; landt aent Beukelaer Diepenbroek [GVEI2-54 (1778)]. Onbekende ligging ongeveer op de scheiding van de gebieden Nederboekt, Beukelaar en Stad. Het woord "diep" kan in het Middelnederlands behalve de diepte ook de samenstelling van de bodem aanduiden. Het bekende liedje: "dan zijn de paadjes diep, ja diep", is hier een voorbeeld van. Hier betekent "diep" misschien "modderig, moerassig". -Zie Broek DIEPENDAAL 78
Van den diependaal en het heyvelt [GVE2-24 (1702)]; een heyvelt den diependael [GVEI2-33 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Daal DIEPERBEEKLAND D'lant in de bruggen neffen genaemt van dieperbeeeklant [GVEI5-51 (1624)]. Onbekende ligging in de Bruggen. Benoeming naar persoonsnaam. -Zie Land DIJK Zijnen eeker aende dijek in de bruggen [GVEI5-1l2 (1624)]; dijk naar Sehijndel [GO( 1754)]. Onbekende ligging op verscheidene plaatsen. Plaatselijk veel gebruikte aanduiding voor weg, ook als benaming wor aan een dijk liggende percelen. a. NIEUWE DIJK En mitter anderen zijde neven die nuwe dijke in die proehie van Veehel [GVIE2 (1384)]; opt Zytaart aan den nieuwen dijk [GVIIB26 (1796)]. Onbekende ligging onder Zijtaart en mogelijk op andere plaatsen. -Zie Aehterdijk, Akkerdijk, Beukendijk, Biezendijk, Oude Biezensedijk, Donkerendijk, Eerdsedijk, Erpsedijk, Goordonksedijk, Havendijk, Hazelbergsedijk, Kerkdijk, Kilsdonksedijk, Kortendijk, Maasdijk, Polsdijk, Rooisedijk, Sehijndelsedijk, Oude Sehijndelsedijk, Sluisdijk, Udensedijk, Vorstenbossehedijk, Zondveldsedijk DIJKPLAK De dijkplak [V.]. F 458 (he: 23.38.80). Liggende in het voormalige heidegebied het Dubbele onder Eerde aan de Schijndelsedijk. Benoeming naar de ligging aan een dijk. -Zie Plak DIKKE STUKKEN De dicke stukken, op't ven [RAV159-178v (1754)]; erf opt Ven en tlandt genaemtde dieke stueken [GVEI2-17 (1778)]. Onbekende ligging op het Ven. Wellicht benoeming naar de vonn van de percelen. -Zie stuk(ken) DINGENSLOPEN Een stuek landts genaemt dingenslopen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Waarschijnlijk afgeleid van persoonsnaam. -Zie Lopen DINTHERSE AKKER Dinterse akker, hamfoortse tiende [RAVI59-74 (1744)]; de Dintherse Akker op het Middegaalsveld [N (1891)]. A 315 (b: 1.28.40). Ligging aan de oostzijde van de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch aan de Beekgraaj. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 51 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Akker 79
DINTHERSESLUIS Beginnende van de Dintherse Sluys tot de groote brug (onder rivier de Aa) [GVIIB26 (1784)]. Waarschijnlijk is bedoeld de Kilsdonkse sluis in de Aa op de grens van Veghel, Schijndel en Dinther. Benoeming naar de ligging. DINTHERSVELD Het dinthersveld in de Korsehoeven [N (1868)]; B 227, 228 (w: 1.11. 80). Wellicht afgeleid van persoonsnaam. -Zie Veld DINTHERSENVORSTENBOSCH Beemt op den Dintersen Vorstenbos [GVEI2-35 (1778)]. Onbekende ligging, mogelijk in de buurtschap Hazelberg tussen Veghel en Vorstenbosch of elders langs de grens tussen Nistelrode en Dinther onder Vorstenbosch. Benoeming naar de ligging. DIRKENBEEMD Jan dirkenbeemt, valstraat naast hoevenaarsakker [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging aan de Valstraat, de voormalige weg van Veghel naar Zijtaart. Afgeleid van persoonsnaam. -Zie Beemd DIRKLAND Benoeming naar mansnaam. -Zie Land a. ACHTERSTE DIRKLAND Agterste dirc1ant aen leege hey [GVEI2-50 (1778)]. Onbekende ligging aan de Lage hei onder Mariaheide. benoeming naar de ligging. DIRKSERF Van Jan dircx erff hoplant ende de streep int Dorhoudt [GVEI5-64 (1624)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Erf DIRKSHOF Van jan dirckshof (dorhoudt) [GVE2-192 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. Jan Dircks vermoedelijk betreft het dezelfde persoon als bij het voorgaande toponiem. -Zie Hof DIRKSKESSTREEPKE 't Streepken in de d'avell genaemt Dircxkens streepken [GVEI5-20 (1624)]. Onbekende ligging in het Davelaar, nu Stad nabij de Heuvel aan de weg naar Erp. Het eerste lid is een dimunitief van een mansnaam. -Zie Streep 80 DIRKSLAND Jan dircks lant (dorhout) [GVE2-187 (1702)].
Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land DIRKTOMASSE Een perceel bouwland genaamd dirk Thomasse [N (1895)]. F 279 (b: 33.20).
Ligging in de Eerde. Benoeming naar een persoonsnaam. DIRSKENSSTUKKEN Een parceel teullant en canten gelegen alhier op Ham groot ontr. 2 1., genaemt de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 52 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
dirskens stukken, in sijne reengenoten aldaer [RAVll0-237v (1793)].
Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is vrouwsnaam (Dirris = Theodora). -Zie stuk(ken) DISTEL VELD(EKE) Een stuck landts genaemt het dystelveldeken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; groes het dijstelveld [GO- (1754)]; een perceel weiland genaamd het Dysselveld in de Grootdonk, ter plaatse genaamd de Horst jens [N (1846)]; het Dijselveld [N (1855)]; F 265 (w: 48.10).
Ligging in de Horstjens onder Eerde. Benoeming naar de bekende plant, die ter plaatse veel voorgekomen zal zijn. -Zie Veld DOELEN De halve doele van Berlo (dorhoudt) [GVE2-191 (1702)]; 6 loop landt in Doelen int Dorshout [GVEI2-7 (1778)]; de doelen [N (1835, 1838, 1841, 1845)];A 445 (b: 55.80), 1149 (b: 83.90), 1153 (b: 20.20); den Doele [N (1875, 1885), A 1127-1130 (b: 1.36.20), 1145-1146 (b: 58.20).
Ligging in het Dorshout, ter plaatse van de huidige Oranjewijk, oostelijk van de weg Veghel-Oss en in het Geerbosch. Molemans geeft deze betekenis voor het toponiem: schietbaan van een schuttersgilde (M. Top. Valk.). Ook doel: grensscheiding tussen twee akkers (M. Top. Neerpelt).
a. ACHTERSTE DOELEN Een gedeelte in agterste doelen [GVEI2-79 (1778)]. Ligging vermoedelijk in het Dorshout. Benoeming naar de ligging "achter" in de Doele(n) het verst van het dorp. DOLEG Hoy aen oude Aa den dooleg [GVEI2-112 (1778)].
Onbekende ligging aan een oude Aa-bocht. Afgeleid van mnl. dootlage, doodlage, dolege "moeras, slijkpoel" (M.Top. Valk). DOMAKKER De domakker, hooge boekt [Hs- (1535)]; ee parceel teulland, 3 à 4 1. op de boekt, gen't den domacker [RAV102-265v (1748)]; lant op de boekt den Domacker [GVEI2-309v (1777)].
81 Onbekende ligging op de Boekt. Misschien afgeleid van een ouder Tommeakker (zie Tomme akker), waarvan het eerste lid "tomme" graf kan betekenen (M. Top. Valk). Inderdaad heeft eens op de Hoge Boekt een oud kerkhof gelegen, getuige de volgende passage: 'Item dat nuyemant op den ouden kerckhof! op die Hoge Boect gelegen met synnen beesten of! peerden wegen of! tuyeren en sal, op een Boschpont, ende daer sal alleman af! mogen beceuren' (Keuren en Breuken der gemeente Veghel art. 91, 1649). Mogelijk was de Domakker (Tommeakker) een aan het kerkhof grenzend perceel bouwland. Het eerste lid zou ook moeras kunnen betekenen Dittmaier (1963:55). Dump, Dumpf "Vertiefung im Gelände meist mit Wasser gefüllt (M. Top. Boch. -173). -Zie Akker DONGENSBOSKE Notaris van dongens bosje [V.]; C 337 (de: 48.50). Ligging op Hogerduinen. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bos DONK Van enen .... erfft aen ghene donek ende in die proehie van Vechel [GVIE2 (1424)]; done [GVE2-39 (± 1500)]; de donek, donk, over de brugge aan de leest [RAV157-67v (1690); huys hof en aangelegen erff 8 1. te Vechel aen de donek en 50 r. aen den
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 53 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
hulserdonek [Dom.l71 (1731-1756)]; land in de donk [GO (1754)]; de donk [N. (1835, 1871)], [V.]; D 627, 629 (b: 1.34.40), F 898 (b: 45.60). Verspreide ligging. Donk "lichte ophoging in een depressie". a. ACHTERSTE DONK Een parceel land en groes houtw. en gereehtigh. aen den Doornhoek, genaamt de agterste donk, groot ontr. 21. [RAV112-46v (1795)]. b. VOORSTE DONK Een parceel land en groese houtwaseh en gereehtigh. aan den doornhoek genaamt de voorste donk, groot ontr. 3 1. [RAV112-45 (1795)]. Onbekende ligging in de Doornhoek. Benoemd naar de ligging. -Zie Asdonk, Astendonk, Boerdonk, Elsdonk, Esdonk, Espendonk, Goordonk, Grootdonk, Hei(s)donk, Hilverdonk, Hooidonk, Hordonk, Hulsberdonk, Kilsdonk(ske), Palsdonk, Pasdonk, Petteldonk, Poederdonk, Smitsdonk, Vrodonk. DONKERENDIJK Landt en dijek aen de hey den donkerendijk [GVE12-45v (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zou ook het adjectief "donker" kunnen zijn. Er zou dan sprake kunnen zijn van een weg, beplant met hoog opgaand houtgewas, dat veel licht tegenhield. DONKER(S)BEEMD(EN) In Donekersbeempt [HH-133 (1507)]; lucas donkerbeemt in keseler [Hs- (1534)]; in Donekersbempt [HH-163 (1714-1783)]; hoy in de Donkerbeemde [GVE12-150 (1778)]; de donkere beemden, de Donkerbeemd [N (1834, 1862)]; donker beemd [V.-]. D 417 (ho: 35.50), 425, 426 (ho: 1.62.80). Onbekende ligging in de Bruggen en onder Zijtaart in het Keselaar en mogelijk opandere 82
plaatsen. het eerste lid is zeer waarschijnlijk een persoonsnaam Doncker(s). Vgl. Aert Wouter Doncker en Jan Willem Donkers, 1447 (Kl.P. V.). DONKERSBRAKERT Donekers brakert int Akert [GVEI5-69 (1624)]. Onbekende ligging in het Akert, wellicht identiek met de Brakert aldaar. -Zie Brakert DONKERSERF Een stuexken neffen Seger Donekers erff 't c1eijn veldeken met drye eortte loopkens de Rijt genaemt [GVEI5-148 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Erf DONKERSHOF Donkerhoff, zontvelt [RAV-162v. (1752)]; quaat huis opt zontvelt van outs genaamt donequershof [RAV105-267v (1767)]; een partije teull. en eanten en drie groesveltjes aan malkanderen gelegen (hebbende voor dese een huijs gestaan) genaamt donkershoff, op't zontvelt ontr. 41. [RAV112-261v (1800)]; donkershof [V.]; E 1367 (b: 79.40). Liggend op het Zondveld. -Zie Hof DONKERSLAND Den eeker opt zijtert neffen marten Donekers lant [GVEI5-65 (1624)]. Onbekende ligging onder Zijtaart. -Zie Land DONKERSTRAAT Donkerstraat [Hs- (1534)]; twee stueken aen 't doneker straetken [GVEI5-71 (1624)]; eenen aeker teulants genampt de streep gelegen te Veehel in de donekerstraet [N (1715)];
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 54 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
een pareeel teullant eanten houtwaseh voorpoting en gereehtigh. in de donkersstraat, ontr. 3 1. [RAV112-120 (1797)]; de donkerstraat [N (1843, 1865, 1876)]; D 102-104 (b, w: 1.9.70), 113 (b: 56.70), 115 (b: 59.70). Ligging op de Hoge Boekt, een zijweggetje van de oude weg naar Erp nu prof Oppenheimstraat, leidend in de richting van de Blauwe Kei - dr. Schaepmanlaan. Het beginpunt van dit oude weggetje lag ongeveer tegenover de zuivelfabriek St. Lambertus. Molemans vermeldt ook: "straat zonder vaste ligging, die verlegd kon worden over de braakliggende akker van de driejaarlijkse wisselbouw" (Lindemans 1935, -16; De Brouwer 1955, -40). DONKSVELDEN Van de Donksvelden in de Bunders [N (1891); A 272, 273 (w: 57.50). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld DONSTUKKEN Uytte donstueken/druestueken gelegen neffens erffenisse Gerit Hendries en voorts op de gemeen straet en opt eijnd aanjoneker Goord van Eijek goet [HH-163 (1714-1783)]. Onbekende ligging in de kom van het dorp. Mogelijk gaat het hier om een verschrijving of 83 onjuiste lezing van d'oustucken, de oude stukken, ofzelfs doncstucken, donkstukken. -Zie Stuk DOORN De doren [HH-133 (1507)]; landt den braack en den doom (dorhoudt) [GVE2-190 (1702)]; lant den hoek en doom int dorshout [GVEI2-192v (1777)]; een perceel teulland en groeze houtwas voorpoting en geregtigheden gelegen in het Dorshout genaemt den doren [N (1816)]; den doom [V.]; A 1281-1284 (b: 1.42.10; w: 61.90). Liggend in het gebied het Laagland tussen Dorshout en de tegenwoordige N.C.B.-laan. Een ander perceel den Doom lag langs de Udensesteeg, waarvan de ligging niet duidelijk is. Dit perceel is vermoedelijk omgeven geweest met een doornhaag.Met de haag- of meidoorn werden hagen aangelegd (cfr. Mnl. Wh ll12526: hagedoorn "tot haag dienende doornstruik, dorenhaag"). Dikwijls in de verkorte vorm doom (M. Top. Neerpelt, -196). Mogelijk ook naar de persoonsnaam van Doom, die ter plaatse nog algemeen voorkomt. DOORNBOS De doombosch, sontvelt, naast groote wheyhoeff [Hs- (1564)]; de doombosch, sontvelt naast groote wheijhoeff [Hs- (1616)]; het lant in den doorenbos (Zondvelt) [GVE2-278 (1702)]; een parceel teullant op Zontvelt den Doombos [GVEI2-285 (1777)]. Onbekende ligging op Zondveld/Jekschot. Allerlei bomen en struiken konden als grensaanduiding en perceelsafsluiting dienen, maar zeker is er geen geschikter dan de doornstruik (hagedoorn) die dan ook op grote schaal als zodanig gebruikt werd (M. Schöfeld, Veldnamen in Nederland 1980 -139); Misschien is hier sprake geweest van een perceel voorheen bos, omgeven met doornhagen, of van een dergelijk perceel nabij een bos. Het eerste lid kan wellicht ook verwijzen naar de eigenaar (van Doorn). -Zie Doom en Bos
84 DOORNHOEK Hofstad met toebehoren ter plaatse genaemt den Doerenhoek [GZG-3246 (1591)]; de hemel in doornhoek [Hs- (1682)]; een hoeve groot in teulland metten hoff en boomgard, groes en houtwas thien loopense en in hoyland een karre hoijgewas gelegen aan den Dorrenhoek [HH-163 (1714-1783)]; 't rot den Doornhoek [GVIIB26 (1787)]; de Doomhoek [kado (1832)]; E 130-202. Gebied liggend onder Zijtaart. -Zie Doom en Hoek DOORNHOEKVELDJE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 55 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Het doornhoekveldje ter plaatse de Berg [N (1888)]; E 122, 123 (w: 46.70). Liggend nabij de Doornhoek. Benoeming naar de ligging. DOORNSKOOP Doornskoop [V.]. A 1281-1284 (w: 61.90). Ligging identiek met de Doorn bij Dorshout. -Zie Doom en Koop DORELEIJERSVELD Een euselvelt houtwaseh en geregtigh. op de watersteeg genaamt dorelaijers velt, groot 3 à 4 karren hoijgewaseh [RAV112-174v (1798)]; doreleyersveld op de Watersteeg [N (1862, 1894)]; B 992 (w: 42.40). Het eerste lid is een persoonsnaam. DORENAKKER Een stuk lants geleegen binnen de palen van Veghel genaemt Claas van Dooren aeker op Crijtenborg [GO-126 (1573)]. Onbekende ligging op Krijtenburg. Het eerste lid is een persoonsnaam. DORENHOF Een stuek landts den dorenhoff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Doom en Hof DORENSVELDJE Van Doorensveldje [V.]; D 4-11 (ho: 2.39.40). Ligging in het Zeelstje, tussen rivier de Aa en Blauwe Kei. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld DORPSSTRAAT a. OUDE DORPSSTRAAT (Eerde) vroegere Rooise deel Kapelstraat, de Oude Dorpsstraat [B- (1966)]. Het vroegere Rooise deel van de Kapelstraat. DORREHENGST Huys, hof, bogart den dorren henxt, Vechel aen die sttaet bij der kerken, met een eind 85 aan een laeck [Mrv-31 (1591)]. "Dor" hier waarschijnlijk in de betekenis van dun, mager, smal, rank (Verwijs en Verdam, -358). DORSHOUT Retro locum dictum Dorhout, campus hoge Dorhout [BPl176-366v (1385)]; in dat Dorhout aan die Aa [BP1197-86 (1426)]; scragenbeemt aen Dorhout [BP1268-37/37v (± 1500)]; int dorhout [HH-147 (1621-1691)]; het dornhout [Mrv91-12v (1719)]; hertgang Dorshout en Eerd [GVE12-185 (1778)]; het Dorshout [kado (1832)];A 1008-1140; Dorhout bouwmanswoning etc. en arbeiderswoning genaamd Puttenburg, gelegen in de Knokert, de Nieuwe Kopen, Amert, Dorshout de Putten [N (1852)]; A 803, 826-829, 872, 909, 910, 915, 916, 936, 937, 1093, 1100-1104, 1137, 1371-1464 (hu: 08.20; tu: 01.92; ho: 2.15.50; hh: 04.60; og: 74.60; b: 5.20.90; w: 5.72.83). Bekende buurtschap in Veghel, die zich vanaf de Oranjewijk noordelijk langs de Aa uitstrekt, tot aan de Amert en de Knokert. Ook benaming voor een boerenwoning ter plaatse (anno 1852). Anno 1927 was Dorshout bovendien de naam voor de huidige N. c.B. -laan. Dorshout is een nog bekende naam. Het eerste element kan droog en dor betekenen, maar ook dwars. Het is bekend dat op het Dorshout een kapel gestaan heeft toegewijd aan St.Antonius (daar lag ook de Teunis-akker) en St.Sebastianus. Op die plaats staat thans een boerderij Dorshout C 28. Men noemde de kapel op Dorshout de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 56 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
nieuwe kapel in tegenstelling tot de oude op het Havelt. -Zie Hout a. ACHTERSTE DORSHOUT Agterste dorshout [Hs- (1675)]; hoy agterste dorshout en Jan Willemsbeemt [GVE12-47 (1778)]; in het achterste dorshout [N (1846)]; A 865 (w: 22.47.90). Ligging in de Amert "achter" (van het dorp uit gezien) het Dorshout. Benoeming naar de ligging. b. HOGE DORSHOUT Ad locum dictum dat hoghe dorhout [Hs- (1385-1390)]. Onbekende ligging in Dorshout. Benoeming naar de hoge ligging. c. LAGE DORSHOUT Vuijt huijs schuer hoff ende aengelegen erffenis wesende een hoeve landts genoempt leghe dorhout gelegen onder Vechel aan de rivier de Aa [RG-169 (1646)]; 1 muds houtvelt genaemt cruysbroederen hout, aen het lege dorhout [Dom.-171 (1731-1756)]. Ligging niet nauwkeurig bekend, waarschijnlijk dichtbij de Knokert aan de Aa. Benoeming naar de lage ligging. d. VOORSTE DORSHOUT Clopperdam in dorshout (achter voorste) [Hs- (1675)]. Onbekende ligging, hoewel aangenomen kan worden dat het gaat om het dichts bij het dorp gelegen gedeelte van het Dorshout. Benoeming naar de ligging. DORSHOUTSEBEEMD(EN) De Dorshoutsche beemd [kado (1832)]; A 979-1007; de gelijke of dorshoutsche beemden [N (1835); A 1001 (ho: 1.41.40). 86
Ligging aan de Aa-zijde van Dorshout. -Zie Beemd DORSHOUTSDUBBELE In de strooken van het Dorshouts Dubbelen [N (1842). Ligging aan de oostzijde van de Zuid- Willemsvaart tegenover het Eerds dubbele, dat aan de westzijde gelegen is. -Zie Dubbele DORSHOUTSREK Van den easteele tot en met het dorshout rek [GVIIB26 (1790). Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Rek DORSHOUTSROT Het dorshouts roth beginnende int kerekenbeemtje bestaande in 19 huysen [GVIIB28 (± 1700)]. DRAADVELD 't Draadveld [V.-]; F 932 (w: 26.90). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam. DRAAmOOM Teullant aen den draaiboom [Mrv91-57 (1697)]; Onbekende ligging. Ze herinneren wellicht alle aan de 16e en 17e eeuwse afsluitbomen (Top. van Bocholt, -33). DRAAmRUG De draaibrug in het Dubbele en aan de draaibrug [N (1869)]. De oorspronkelijke brug over de havenmond die later vervangen werd door een ophaalbrug. Ook deze is sinds kort op haar beurt vervangen door een vaste brug een horizontaal opendraaiende brug.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 57 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
DREEF De dreef [V.-]; E 524-526,535 (b: 3.49.10; og: 48.00; w: 47.50). Liggend in Grietenveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging aan een dreef Dreef: 1) breede weg, geschikt om er vee langs te drijven; breede landweg 2) met bomen beplante weg, laan (W.N.T. 3267-68). -Zie Torendreef DRIEBEEMDJES De drie beemdjes [V.-]; C 271-272 (w: 77.80). Drie kleine aaneengesloten percelen liggend in Goordonk onder Mariaheide aan de grens met Uden. -Zie Beemd DRIEBUNDER Haer portie inde drie buender (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. 87 Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Bunder DRIEHOEK De driehoek, dorshout [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Benoeming naar de vorm. DRIEHOEKSEBEEMD Daaraan volgen de driehoeksen beemt [GVIIB26 (1789)]; Onbekende ligging, mogelijk nabij de Driehoek. -Zie Driehoek en Beemd DRIEHUIZEN Huis hof op't Ven aen de drije huijse [RAV99-215v (1732)]; aan de buunders na de driehuizen [GVEII13 (1792)]; een perceel bouwland gelegen te Veghel aan de driehuizen [N (1844)]; B 291 (b: 21.30); de driehuis [N (1873)]; B 257, 264-270 (b: 82.30; hu: 07.50; tu: 08.00; og: 20.10). Buurtschap liggende ten noord-oosten van het Ven in het gebied de Heiakker. Benoeming naar de bebouwing. DRIEHUIZEN(SE)AKKER Driehuysacker aan hey [RAVI59-74 (1744)]; den driehuizen akker [N (1841)]; B 282-284 (w: 1.6.60); den driehuizenschen akker, op den heiakker [N (1871)]; B 290 (b: 37.50). Liggende nabij de Driehuizen. -Zie Driehuizen en Akker DRIEKRAAIEN De drie kraaien aan het Haveld [N (1847)]; D 1148, 1149 (w: 42.70). Ligging aan het havelt in de nabijheid van de plaats waar vroeger een kapel gestaan heeft (zie St. Antoniuskapel). DRIEKSKESVELD Driekskesveld [V.]; C 5, 6 (w: 59.00); D 97 (b: 64.70). Twee percelen het ene liggend aan de westzijde van de oude weg naar Erp, nu Heuvelstraat, dichtbij de splitsing Hezelaarstraat-Heuvelstraat, het andere in het gebied genaamd aan de Udense Dijk nabij de Goordonksedijk. Het eerste lid is een diminutief van een persoonsnaam. -Zie Veld DRIELANDENPUNT 't Drie landen punt [V.-]; E 1597 (he: 94.80). Het punt waar de gemeenten Veghel, Lieshout en St.Oedenrode samenkomen. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 58 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
DRIELOPENSE Een stuck landts de drie lopense (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de grootte. -Zie Lopense 88
DRIES (SEN) Een driesch bij akker Molencamp [BP1176-106v (± 1385)]; den dries in loco dicto Heemberch [Hs- (1519-1538)]; den dries in de de haag [GVE2-120 (1702)]; den dries, den driessen [N (1842, 1862, 1863, 1869, 1871, 1884); V.-]; A 665, 1192, 1193 (w: 69.80; ho: 77.10), 864 (he: 22.96.80), B 13, 14 (b: 32.60; hu: 01.10), E 440 (w: 27.70), 1276 (b: 36.20), F 173, 174 (w: 52.50), 1063, 1064 (w: 50.70). Verspreide ligging. Kil. driesch = ager pascuus. Lindemans wijst op verband met het telwoord drie. De betekenis zou dan zijn "toestand van den akker in het derde jaar van den wisselbouw". Hij legt verband met het jra. trieu. Uit de omstandigheid "braakland" ontstond dan een tweede betekenis: "leeg, onbebouwd land" en ook "weiland". M. Gysseling sluit zich aan bij Mansion's opvatting (O.G.N. 106) die thriusk- afleidt van threusk. In Vla. evolueert -eu als volgt: -eu- wordt -eo- wordt -io- wordt -ie- in tegenstelling met Holland-Utrecht-Limburg, waar althans voor Umlautsfactor uit eu ü ontstaat. Als men in thriusk de -u- als een vocaliseringsproduct beschouwt van de -w- en -sk- als een residusuffix van het suffix-isk, dan verkrijgt men een etymologie die blijkbaar de oudste betekenis van dries goed dekt. De betekenis is dan "braakliggend land" en "dorpsplein". Zie Valkenswaard -188. a. GROTE DRIES De groten dries [V.-]; E 742 (w: 49.70). Ligging op de Lage Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de grootte. b. HOGE DRIES Twee groesveltjes aldaer (Zontvelt) den hogen dries en't bos [GVE12-284 (1777)] ;de hooge dries -heyde [GVIIE13 (1792)]; zich uytstreckende tot den hogen dries (op den Erpsenweg) [GVIIB26 (1803)]; de hoge dries [V.-]. F 931 (w: 62.40). Verspreide ligging. benoeming naar de hoge ligging. - ACHTERSTE HOGE DRIES De achterste hoge dries op de Heiakker [N (1862)]; C 140 (b: 66.20). Benoeming naar ligging en hoogte. - VOORSTE HOGE DRIES De voorste hoge dries op de Heiakker [N (1862)]; C 138 (w: 75.80). Benoeming naar ligging en hoogte. c. LAGE DRIES De lage dries op het Middegaal [N (1884)]; A 396, 400 (b: 1.04.20; w: 34.40). Benoeming naar de lage ligging. d. SMALLE DRIES Een hoyvelt smallen dries [GVE12-36 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de vorm. e. VOORSTE DRIES 89
Den voorsten dries, de voorsten dries [N. (1861); V.-]; E 712, 718 (he: 4.29.50; og: 07.30),989 (w: 53.00),997-999 (b: 2.03.10), F 294 (w: 58.10). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 59 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Aadries, Biesdries, Geerdries, Kalverdries, Kesselsedries, Kolksedriessen, Molendries, Schaapsdries, Schopdries DRIESAKKER Den driesacker van Heylken Aarts (Biesen) [GVE2-285 (1712)]; landt op Rijkevoort den driesacker [GVE12-296 (1778)]. Onbekende ligging op de Biezen of in de Voort onder Zijtaart. Akker nabij een dries gelegen. -Zie Dries en Akker DRIESBEEMD Driesbeempt aent dorhout [Hs- (1500-1510)]. Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Dries en Beemd DRIESEEG De drieseegd op de Hoge Biezen [N (1860)]; E 939 (b: 28.30). Benoeming naar de vorm, een min of meer driehoekig perceel. Hoek in een dries of driehoekig perceel nabij een dries. -Zie Dries en Eeg DRIESHOF Huys drieshof en dwarsstukjens (zontvelt) [GVE12-279 (1777)]. Onbekende ligging op Zondveld. Benoeming naar ligging in of nabij een dries. -Zie Dries en Hof DRIESKE(S) Het drieske, de drieskes van Willem Rat [N (1836, 1858, 1861, 1875)]; A 1034 (w: 08.90), B 56, 57 (w: 54.30), F 339-341, 346, 347 (b: 64.00, w: 53.60), 1170 (b en w: 25.50). Verspreide ligging. Diminutief van dries. -Zie Deursensdrieske, Haverdrieske, Koopdriesje, Nollesdrieske, Vensdrieske, Wiesdrieske DRIESLAAGHUIS De dries leeghuis, de Zytaartse Beemd [N (1893)]; E 343 (w: 58.30). Ligging in het keselaar onder Zijtaart. Dries behorende tot de percelen genaamd het Laag huis. -Zie Dries en Laag huis DRIES STUKKEN Huis en hof teullant groeze gelegen aan het Heeselaar genaemt de driesstukken [N (1814)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar en mogelijk op het Ven. (Zie Drie stukken). stukken in of nabij een dries gelegen. Dit toponiem zou identiek kunnen zijn met de Druinstukken 90
(zie druinstukken) in de Bolken. -Zie Dries en Stukken DRIESTREPEN Een stuek genoemt de drie strepen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. DRIESTUKKEN Den dries in de drie stueken (heselaar) [GVE2-57 (1702)]; gelegen als voor (op 't ven) de drie stukken [N (1818)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar en op het Ven. Het lijkt niet onwaarschijnlijkdat dit toponiem verstaan moet worden als de Driesstukken, welke dan identiek zouden kunnen zijn met de Druinstukken (Druestucken) in de Bolken en de Stukken tegen den Dries op het Ven.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 60 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
DRIETIP Drietip in Korsica [N (1880, 1881, 1889)]; B 504 (he: 20.65.30), D 72, 290, 295 (w: 36.40), E 275 (w: 28.30). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm, driehoekige percelen. -Zie Tip DRIEVELDEN De drie velden [N (1874); V.-]; C 380, 391 (he: 35.98.90), E 647-649 (w: 1.01.40). Liggende in de Leinsedel onder Zijtaart en in het Beukelaarsbroek. -Zie Veld DRIEVELDJES De drie veltjes [V.-]. E 637 (he: 63.40). Liggende in de Leinsedel. -Zie Veld DRIEWEGENSCHEIDING Landt aen de drie weegsehede [GVEI2-54 (1778)]; de drie weegseheyden [GVIIEI3 (1792)]; de drie wegensehegen [N (1838)]; D 133 (b: 38.70). Liggende op de Nederboekt aan de Heuvel, aan een driesprong, waar een zandweggetje vanuit het gebied Stad-Beukelaar uitkomt op de oude weg naar Erp. Benoeming naar de ligging. DRIEZWAANTJES Huis gen't de drie swaentjens, in de straet [RAV95-208 (1714)]; huis van Goort Jan Goorts van Doom geh. met Elisabeth Hendrik Peter Teunissen, een zijde het fortuijn, andere zijde de drije swaantjens [RAV97-186v (1721)]; huis in Veghel in de straat neven 't huis de drije swaentjens, andere zijde de rooden leeuw [RAV99-185v (1731)]; erf de drie swaentjens [GVEI2-210 (1777)]. Onbekende ligging in de straat. DRIEZWANEN Huysinge de drie swanen [Mrv91-177 (1729)]. 91 Onbekende ligging. DRUINSTUKKEN
Uyt de druynstucken [GVIE2 (1384)]; gevestigd op land gelegen in de parochie van Veghel ter plaatse gezegd int Druntstuckel [GZG-195 (1388)]; drunestucken inprochie de Vechel [GVIE2 (± 1400)]; in loco dicto in die druynestuckel [GVIE2 (1401)]; ex druestuckel [HH133-34 (1507)]; Dielis Goossen Artens druijnstuck in de boleken [GVEI5-163 (1624)]; Antonis Denen van joncker Goort van Eyck erff ende landt de druijnstucken [GVEI5-163 (1624)]; uijtte donstucken/druestucken gelegen neffens erffenisse Gerit Hendrix en voorts op de gemeen straet en opt eynd aen joncker Goord van Eijckgoet [HHI63-2 (1714-1783)]. Onbekende ligging in de Bolken, mogelijk identiek met Driesstukken. Het lijkt niet aannemelijk dat het eerste lid "druin" opgevat kan worden als een spellingvariant van "dries", eerder is "driesstukken" een volksetymologische vervorming van de oudere varianten "druynstucken", "druestucken", "druntstuckel". Mogelijk houdt het toponiem verband met het mnl. "runde" (ruyne, run) boomschors, door leerlooiers gebruikte eikeschors. De "d" zou dan oorspronkelijk een lidwoord geweest zijn. Mogelijk ook van mnl. "runt", rund of van mnl. "ruyn", gesneden paard, ruin (VelWijs-Verdam 1699, 1683). Of van mnl. ruine, ruïne, bouwvallen, puinhopen. In dat geval zou het gaan om percelen waar eens een bouwwerk heeft gestaan (W.N.T. -1746). DUBBELE
De dubbelen [kado (1832); F 367-471; nagras wassende te Veghel in het Dubbele [N
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 61 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(1862)]. Groot voormalig heidegebied tussen Veghel en Eerde, tegenwoordig industrieterrein, mogelijk ontstond deze naam, nadat de Zuid- Willemsvaart die het gebied doorsneed, aangelegd was. Het grote aaneengesloten heidegebied werd daardoor in twee, van elkaar geïsoleerde, delen gesplitst. -Zie Dorshoutsdubbele, Eerdsdubbele en Oostdubbele DUIFHUIS
Retro locum dictum tuyftheze beemd die weidecamp [Hs- (1385-1390)]; de thuyfthuyse [HHI33-6 (1507)]; ter steden geheyten tuyfthuys onder Vechel, grenzend met een zijde aan de gemeynt van Uden en met een eind aan den wech van den welsfoert [Mrv31 (1591)]; weyveltje opt duyffhuys [GVEI2-101 (1778)]. Het Duijhuis is een buurtschap onder Uden in het grensgebied met Veghel vroeger stond daar een kasteeltje. De oudere spellingvarianten maken de voor de handliggende associatie met duijhuis, duiventil minder aannemelijk. De werkelijke betekenis van het toponiem blijft, afgezien van de genoemde interpretatie, obscuur. DUIFHUISCHESTRAAT
De Duifhuische straat [kado (1832)]; C 276, 284 (b: 2.62.90). Liggende op de grens tussen Veghel en Uden vanaf de Goordinksedijk lopende in de richting van Mariaheide, tegenwoordig DuijhuizelWeg genaamd. Benoeming naar de ligging. DUIKER
Een perceel weiland gelegen te Veghel in het Dubbelen, genaamd den duiker [N (1842); 92 F 400 (w: 67.60).
Ligging aan de Zuid- Willemsvaart op de oostelijke oever. Benoeming naar de duiker in de waterloop genaamd de Grote Loop, onder de Zuid- Willemsvaart. DUIN(EN) Lage zandverstuiving (M. Top. Valk. -108). -Zie Hogerduinen
DUISVELDEN Drie groesvelden genaemt lijskesduysvelde gelegen te Veghel aen de heijde [N (1817)].
Onbekende ligging onder Marlaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld(en)
DUNGEN In prochia de Vechel .... in loco dicto die dungen [GVIE2 (1357)].
Onbekende ligging. Dung = donk hoger gelegen gebied in een depressie (M. Top. Val. 109). DUNGENSESTUK(KEN) De dungense stukken [GVIIE13 (1792); de dungensche stukken [N (1840, 1841, 1864)]; E 909, 910, 912 (b: 1.44.90); het dungens stuk [N (1860)]; E 911 (b: 21.30); de dungusse stukken [V. -] .
Liggend op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam. -Zie Stuk(ken)
DWARSSTUK(JES) Huys dries hof en dwarsstukjens (Zontvelt) [GVE12-279 (1777)]; landt in dwars stuk aldaer (Ven) [GVE12-21 (1778)].
Onbekende ligging op het Ven en op (het) Zondveld. Benoeming naar de ligging dwars op ander(e) perce(e)l(en). -Zie Stukken
EEG (JE) De eegd in de Knokert [N. (1843)]; A 801 (ho: 14.90); 't eegje [V.}.
Benoeming naar de driehoeksvorm van een eg, met egede, eegde (M. Top.St.Huibr.Lille 131).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 62 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Drieseeg
EEGWINKEL Beemd int eecwinkel [Hs- (± 1390)]; uit enen beemt gelegen inde eencquinckel [GVIE2 (1445)]; ad locum dictum die hamsfoert in loco dicto eecquinckel [Hs- (1450-1460)]; eecqwinkel [GVE2-139 (± 1500)]; et ex eecwinckel [HH163-4 (1714-1783)].
Onbekende ligging in de vroegere Hansvoort, overeenkomend met het tegenwoordige Middegaal. Misschien identiek met de Kwink/Kwint. Dit toponiem is een tautologische samenstelling. Winkel en egge betekenen beide "hoek". Beekman geeft als vormen: egge, egghe en eeghe met de betekenis kant, zijde, grens, hoek, scherpe kant, punt. Het Mnl. Wbk. legt verband tussen mnl. egghe en het latijn acies = spits. De oorspronkelijke 93
betekenis was "spits, punt". Later heeft zich de betekenis ontwikkeld naar "scherpe kant van een wapen" en "scherpe kant, hoek"; vandaar kant of grens, ook bepaald.: een hoekje land, een kampje. a. HOGE EEGWINKEL Land dat hoge eghewinkel [Hs- (1390-1395)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk hoger liggend deel van de Eegwinkel. Benoeming naar de hoogte van het perceel. EENSTEEGJE Eensteegje op de Watersteeg [N (1883)]; B 1002, 1003 (w: 66.30). Benoeming naar de ligging aan één steegje, i.t.t. aangrenzende percelen genaamd de Twee Steegjes, welke tussen twee steegjes in gelegen zijn. -Zie Tweesteegjes EERDE Hulsberdone nabij de Eirde [GZG-272 (1396)]; d'eerd [Hs- (1537)]; hopvelt aen d'eerde [GVEI5-231 (1624)]; hertgang Dorshout en Eert [GVEI2-181 (1778)]; in den hoek de eerde [N (1821); kado (1832)]; F 1-65 en D 152-303 (Sint-Oedenrode). Kerkdorp van Veghel, zuidelijk in de richting van Schijndel. Aard = gemeenteweide, bouwland, weiland langs een waterloop. Aard verschijnt ook in de vorm eerd. Vgl. Eerde bij Ommen in Overijsel. Afgezien van de etymologie betekent het woord in de Kempen meestal: onbewonnen heide- en bosland in gemeenschappelijk gebruik genomen tot het hoeden van het vee, tot het steken van schadden en tuif en tot het halen van heide als strooisel voor de dieren. Nagenoeg ieder dorp had destijds zijn eigen "aard". Mansion maakt onderscheid tussen een stam "aard" en een stam "aarde". Hij meent dat "aard" een volksetymologische spelling is. het vereenzelvigt het element - aard met mnl. aert, dat gezegd wordt van bouwland, vaste grond, landstreek. Aarde staat voor eerde en is verwant met ohgd. Era = aarde, land. Aard daarentegen spruit uit germ. + arthu "landbouw" voort en is verwant met ags. eard = woning. Het is een afleiding uit de bekende wortel -ar- (ploegen) (lt. aratrum, gr. arotron ploeg). Aard is dus zonder twijfel oorspronkelijk een ploegland geweest, maar in het Nederlands heeft zijn betekenis zich ontwikkelt tot "veld, open plaats" en onder meer "land bij een rivier", "aanlegplaats". a. ACHTER EERDE Vuijt eenen buender heijlants metten sande bevloogen gelegen onder Vechel ter plaetsen genoempt affter Eerde, aende gemeijn heijde [RGI69-33 (1646)]. Onbekende ligging onder Eerde..Benoeming naar de ligging. b. VOOREERD Vooreerd [Mh. (1953)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. EERDELAND
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 63 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
't Stuexken opte boet neffen Jan van Eerdelant [GVEI5-70 (1624)]. Onbekende ligging op de Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land 94
EERDERWOUD Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar ligging. -Zie Woud
EERDSEAKKER In het eerde genaamd den eerdsen akker [N (1819)].
Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker
EERDSEBAAN Weg naar Eerde, vanaf de provinciale weg naar Eindhoven. -Zie Baan
EERDSEBERGEN De heuvelrij die zich uitstrekt van Eerde tot de Coevering, een buurtschap tussen Veghel en St.Oedenrode. Benoeming naar de ligging. -Zie Berg
EERDSEBUNDERS Eerdse buenders [Hs- (1535)]; genaemt de eerdesche bunder [G0126-9 (1549)].
Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Bunder( s)
EERDSEDIJK Onbekende ligging onder Eerde, waarschijnlijk wordt de oude rechtstreekse verbinding Veghel-Eerde bedoeld, die dwars door het Dubbele liep. De tegenwoordige Chrysantenstraat in de Bloemenwijk maakte oorspronkelijk deel uit van deze verbinding, evenals de weg de Dubbelen, die tot voor zeer kort vanaf de Kennedylaan naar Eerde liep. De onlangs aangelegde Marshallweg heeft deze brede oude dreef, voorzien van een apart jietspaadje, op een klein gedeelte dichtbij de kom van Eerde na, weggevaagd. Dit resterende gedeelte toont zich in zijn structuur nog altijd iets van de ouderdom van deze verbinding aan, die naar alle waarschijnlijkheid vele eeuwen oud is en vooral sinds de aanleg van de Zuid- Willemsvaart in betekenis is gaan afnemen. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk
EERDSDUBBELE Eerds dubbelen [N. (1853)]; F 465, 467 (he: 44.20.40).
Het gedeelte van het Dubbele aan de oostzijde van de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de ligging onder Eerde. -Zie Dorshoutsdubbele en Dubbele
EERDSEPAD Den eerdschen padt het vorste en achterste dorhout met de hoogeinden [Me-4/ 103-104] ; de eerdse pad in de Putten [N (1871)]. A 1514-1516 (w + hh: 73.90).
Percelen gelegen aan de voetpad naar Eerde (Eerdse pad) in het gedeelte van het gebied de Putten, waar zich nu de Bloemenwijk bevindt. De percelen lagen ingeklemd tussen de weg naar Eerde en een voetpad, die iets meer noordelijk parallel daaraan eveneens naar 95
Eerde liep. Van deze zeer oude pad resteert nog het meest westelijke gedeelte bij Eerde, dat nog altijd de naam Boterpad draagt. -Zie Pad EE(R)STERVELD Het eersterveld, het eesterveld [N (1838, 1847)]; D 170 (b: 35.20).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 64 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Mogelijk samenhangend met "eest", inrichting, in verschillende bedrijven, om stoffen, inzonderheid mout of graan, door hitte te drogen, gewoonlijk een van onderen verwarmde vloer (W.N.T. -3932). Of met "eesten" op den eest drogen (W.N.T. -3933). Mogelijk ook afgeleid van "eester", hetzelfde woord als heester, met vruchtbomen of ander plantsoen beplante grote tuin. In Zuid Nederland thans bepaaldelijk in Vlaanderen (W.N. T. -3934). -Zie Veld EERSTEVELD Eerste veld in het beukelaarsbroek [N (1883)]; C 394, 395 (he: 43.59.40). Benoeming naar de ligging in een geheel van drie percelen. -Zie Veld, Derdeveld en Tweedeveld EEUWSEL(S) Peda pasque die eeussels [GVIDI-l (1532)]; d'nieuwt lant int eussel [GVEI5-6 (1624)]; 't eeusel in de kolk [GO (1754)]; het eusel op Ham [Hs- (1764)]; de eeuwsels [kado (1832)]; D 1080-1130. de eeuwsels [N (1835, 1837, 1841-1843, 1845, 1865, 1866, 1869, 1872, 1894); V.]; A 1029-1030 (w: 42.80), B 861-863 (w: 1.39.40), 1010-1016 (b, w: 2.73.00), D 702 (ho: 44.90), 1064 (w: 31.70), 1080 (b: 64.89), 1088-1089 (b, w: 1.7.80), 1110 (w: 42.20), 1118-1119 (w: 08.10; b: 32.90), 1123 (gr: 61.10), E 433-434 (w: 33.40), 487, 712, 718, 719, 988 (w: 42.70); het eeuwsel, de eeuwsel [N. (1834, 1850, 1861, 1862, 1864, 1874, 1891, 1893)]; A 358-360 (b: 98.10), 357, 385 (b: 34.40, w: 73.30), B 424, 425 (w: 90.40), C 439-441 (w: 1.57.60), D 822 (ho: 62.30), 1120 (b: 37.80), E 498 (b: 29.00), 500-501 (b, w: 55.10), 991-992 (w: 82.60); 't euwsel [V.]; E 734-735 (b, tu: 1.52.87). Verspreide ligging. Eusel, afgeleid van eeuwen "voeren", is een gangbare Kempische benaming voor weiland meestal van minderwaardige kwaliteit (M.Top. St. Huibr.Lille, 133). a. ACHTERSTE EEUWSEL Groesvelt 't agterste eeusel [GVEI2-19 (1778)]; het achterste eeusel [N (1847, 1893)]; D 1101, 1102, 1104-1106 (b, w: 1.8.80), E 432 (w: 56.00). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. b. GROOT EEUWSEL het groot eussel, Vechel [Mrv91-57 (1697)]; groot eeusel op de Aakant in de Wielse hoef [GVEI2-223 (1778)]; het groot eeuwsel [N (1874, 1888)]; A 405, 406, 413 (w: 73.60), D 1020 (b: 1.40.80). Verspreide ligging. Benoeming naar de grootte. c. HOOG EEUWSEL Het hoog eeuwsel ter plaatse genaemt de Setert [Mrv92-16 (1751)]; het hoog eeuwsel, heiveld en drieske [N (1861)]; F 339-341, 346, 347 (b, w: 1.40.00). 96
Ligging in de Gro(ot)donk onder Eerde. Benoeming naar de hoge ligging. d. KLEIN EEUWSEL Het c1eyn eeussel op Middegael [GVEI2-9 (1778)]. Onbekende ligging op het Middegaal. e. MIDDELSTE EEUWSEL 't Middelste eeusel en merrie grevenbemt [GVEI2-110 (1778)]. Ligging op meerdere plaatsen. Benoeming naar de ligging tussen andere percelen. f. VOORSTE EEUWSEL Voorste eeusel op watersteegt [GVEI2-80 (1778)]; het voorste eeuwsel [N (1847, 1893); D 1107, 1108 (b, w: 86.60), de helft van D 1103 (w: 31.40), E 435 (w: 17.40). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Annaeeuwsel, Annemoeiseeuwsel, Armeneeuwsel, Huibeneeuwsel, Koeeeuwsel,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 65 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Lankveldseeuwsel, Lievevrouweneeuwsel, Lijskeseeuwsel, Soerakkerseeuwsel, Vrensseneeuwsel, Vrouweeeuwsel, Middelste Vrouweeeuwsel, Welteneeuwsel EEUWSELKAMP D'nieuwt lant in den eusselcamp [GVEI5-131 (1624)]. Onbekende ligging. Kamp, gebruikt als eeuwsel, weiland. -Zie Kamp EEUWSELKAMPKE Een streepke aldaar, het eusselcampke [Mrv91-57 (1697)]; het eeusel campken (havelt) [GVE2-142 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt en mogelijk ook op andere plaatsen. Diminutief van Eeuwselkamp. EEUWSELKE Een perceel groesland gelegen als voor (te Veghel) aan de lage heide) genaamd het eeuwselke [N (1824)]. Onbekende ligging aan de Lage Heide onder Mariaheide. Diminutief van Eeuwsel. EEUWSEL VELD (EKE) Het eusselvelt, gelegen op de Watersteegt [GVIE7 (1697)]; het eeuselveldeken (doorenhoek) [GVE2-218 (1702)]; eeuselvelt aen Watersteegt in Dirk de Cuypercamp [GVEI2131 (1778)]. Onbekende ligging op meerdere plaatsen. Veld als weiland, eeuwsel, gebruikt. -Zie Veld a. EERSTE EEUWSELVELD Het eerste euselvelt op de hintelt [Hs- (1781)]. Een uit een geheel van meerdere velden. EGELKOLK Beemd den egelkolc te Vechel strekkende van die Aa tot die boghartsacker en die boghartshostat [BPI212-186 (1442)]. 97
Onbekende ligging in de omgeving van het Rutsel. Het eerste lid zal een spellingvariant zijn van "echel" (zelden egel) 1) bloedzuiger (WN.T. -3757). -Zie Kolk EGELKOLKSEBEEMD Huis etc. ten boghart tussen een straat en die egelkolkse beemd [BP1214-158 (1442)]. Onbekende ligging in het Rutsel bij de Egelkolk. -Zie Beemd EGIDIUSHOEFKEN Egidius hoefken [HH127-2 (1406-1421)]; Egidius huefken [HH128-4 (1421-1471)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een mansnaam zijn. EIK De bekende boomsoort, soms gebruikt als grensmarkering, soms ook als plaats van aanbidding. -Zie Heilige eik en Molleseik EIKAKKER Den hoff metten eijckecker opt zijtert [GVE15-65 (1624)]. Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid zal aanduiden, dat de akker gemarkeerd werd door een eik. -Zie Akker EIKELKAMP Den gemeentens ekelkamp [GVIIB (1791)]; bosch genaemt den ekelkamp [N (1825)]; A
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 66 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
498 (w: 17.90); naast den eikelkamp in de Putten [N. (1863)]; A 1505 (hh: 72.20). Ligging in het gebied de Putten. Het was oorspronkelijk een vrij groot perceel bos, grotendeels gelegen in de huidige Bloemenwijk ter hoogte van de Lelielaan; een kleiner deel lag aan de andere zijde van de haven. Blijkbaar was het eens een aaneengesloten bos, dat door de aanleg van de oude haven in tweeën gesplitst werd. Het toponiem is nog bekend in Veghel als aanduiding voor het gebied waarin de Bloemenwijk gelegen is en als benaming voor een oud steegje aldaar dat niet ver van het viaduct komt op de rijksweg. Het eerste lid eikel, ekel is een afleiding van eik met diminutiefsaffix-el ter aanduiding van de vrucht van de eikelboom, hoewel in oudere samenstellingen ook de eik zelf bedoeld kan zijn. Vermoedelijk een gemeentelijk eikenbos (M. Top. Valk. Gemeen Eikelveld -118). -Zie Kamp EIKELKAMPBOS Ekelkampbos, dorshout [GVIIE13 (1792)]. Ligging in het Dorshout, vermoedelijk identiek met de Eikelkamp. -Zie Eikelkamp en Bos EIKEN Ex bonis ter eycken [HH133-58 (1507)]. Onbekende ligging. Wellicht benoeming naar ter plaatse groeiende eikebomen. ElKESVELDJE 98
Het vruchtgebruik van het eikesveldje aan den heuvel [N (1823)]. Onbekende ligging op de Heuvel. Het eerste lid is wellicht een diabetische variant van "eiken". -Zie Veld EIKGOED Uytte donstuckenldruestucken gelegen neffens erffenisse Gerit Hendrics en voorts op de gemeen straet en opt eynd aen joncker Goord van Eyck goet [HH163-2 (1783)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in of nabij de Bolken. Het eerste lid is een persoonsnaam. EIKSSTREPEN Ex eicksstrepe [HH133-33 (1507)]. Onbekende ligging. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn of ook duiden op een ter plaatse voorkomende eik. -Zie Streep EILPT Ad locum dictum die eylpt [BP1178-164v (± 1390)]. Onbekende ligging, mogelijk identiek met de Erpt (zie Erpt). De betekenis van het toponiem blijft duister, tenzij het om een spellingvariant van de Erpt gaat. EIMBERSKAMP Haer part in eymberscamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp EINDE -Zie Hoogeinde, Laageinde, Moleneind, Spitseind en Zegerseinde EINDEN 't Goed ter ijnden, Willem van Erpe [BP1206-260 (1439)]. Onbekende ligging. Vermoedelijk benoeming naar de ligging "aan de uiteinden" van een bepaald gebied. a. HOOGEINDE(N)
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 67 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Dictis die hoghe ynden ad putte [HH133-8 (1507)]; den gentenbrick Veghel aen dehoocheynden [BP1413-401 (1581)]; de hooch eijnden in den brugge [GVE15-159 (1624)]; van eenen 't rot de hoge eynde [GVIIB26 (1787)]; gelegen te Veghel in de lyndse kampen genaamd het hoogeind [N (1819)]; de hoogeinde [kado (1832)]; A 1141-1273. Als meervoud benaming voor gebied rond de tegenwoordige Hoofdstraat en H. Hartplein, als enkelvoud voor een perceel op de Leinsekampen. Benoeming naar de hoge ligging. b. LAAGEINDE Gelegen binnen de parochie van Sint-Oedenrode en onder de palen van Veghel aen leegeynd op Crytenborgh [G0126-41 (1639)]; een perceel groesland gelegen als voor (zontveld) genaamt het leegeind [N (1820)]. 99
Onbekende ligging op Krijtenburg en op het Zondveld onder Eerde respektievelijk Zijtaart; mogelijk gaat het om hetzelfde perceel. Benoeming naar de lage ligging. EINDHOVENS Van eindhovens [V.-]; E 442-445 (hu: 16.90; tu: 11.80; w: 45.30). Ligging in het Keselaar onder Zijtaart. Benoeming naar persoonsnaam. ELENAKKER Elenakker op zontvelt [Hs- (1753)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker ELENKAMP Het dooster boven peter elencamp op d'erpt [Hs- (1755)]. Onbekende ligging in het gebied Schuttersveld op de grens van Veghel en Nistelrode onder Vorstenbosch in de oude buurtschap de Erpt (Derpt). Het eerste lid is een persoonsnaam, Peter Elen. -Zie Kamp ELSAKKER Elsakker in davelaar [Hs- (1530)]; den elssecker [GVEI5-123 (1624)]; landt den elsacker aen de dijk [GVEI2-134 (1778)]; de elsakker op het Zontveld [N (1848)]; E 1368 (b: 80.70). Verspreide ligging. Perceel afgezoomd met elzenstruiken (Top. St.Huibr.Lille, -132). -Zie Akker ELSDONK(EN) Een stuk lants groot ongeveer vijf loop gelegen binnen de palen van Veghel, ter steede geheiten d'elsdoncken [GOI26-21 (1573)]; elsdonk in de heivelden [N (1892); A 147, 148 (b: 68.40). Ligging in het gebied de Heivelden ter hoogte van het Ven, westelijk van de provinciale weg Veghel-Oss. ..... -Zie Donk ELSHORST Ex palsdonc genaemt den elshorst, en uyten langenacker of scuppenstreep bij de oliemolen [HHI63-53 (1714-1783)]; een rijdende hooibeemd in het dorshout genaamd de elshorst [N (1818, 1843, 1860)]; A 1002, 1003, 1004 (ho: 1.14.70). Ligging in de vroegere Dorshoutse beemden, die sinds de normalisatie van de Aa grotendeels onder de Aa-broeken zijn komen te vallen. Ter plaatse werd een wijde lus in de Aa afgesneden, die nog lange tijd als zgn. Oude Aa bekend was. Deze is betrekkelijk korte tijd geleden gedempt, op een minuscuul stukje na. De percelen lagen op een hoogte. -Zie Horst
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 68 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ELST Naam te Veghel. Bosland met elzen, -t- duidt weer op het collectieve suffix (Hs-). Onbekende ligging. 100ELZENBOS Dit (hams) rot scheyt aen den elsenbos in de beemt bij de schans [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de omgeving van de Doornhoek onder Zijtaart. Benoeming naar de begroeiing met elzenstruiken. ELZENSPLAK Van den elzensplak [V.-]; F 252 (b: 84.20). Ligging in de Horstjens onder Eerde. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Plak EMMERENSVELD Emmerensveld en langensveld op de watersteeg [N (1854)]; B 1006, 1007, 1017 (ho: 1.39.50). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld EMMERIKSAKKER Emmericksacker (havelt) [GVE2-87 (1702)]; emmeric acker aent Beukelaer [GVE12-157v (1778)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar/Havelt. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn, maar kan ook een afleiding zijn van (h)ammerik, dial. (h)emmerik, personificering op (e)rik van ham (r.a.): stuk gelegen in een ham of kromming van een waterloop (M. Top. Valk. -139). -Zie Akker ENGEL Het huijs en hof den engel (hoog eynde) [GVE2-208 (1702)]; huisinge, schop, hoff en gerechtigheden alhier over de Brugge aen de Leest, van outs genaemt den Engel, nu genoemt den Romeijn [RAV104-181v (1759)]; erf en landt den engel [GVE12-222 (1778)]. Onbekende ligging aan de Hoogeinde en de Leest. Benoeming naar het religieuze begrip engel. De Engel is een algemeen verspreide huisnaam. Het uithangteken "in den Engel" zinspeelt op de hulpvaardige engel Rafaël, die de jonge Tobias op zijn reis vergezelde. Vandaar o.m. naam voor afspanningen. Engel kan ook teruggaan op lat. angelus 'hoek' als benaming voor een hoekhuis of winkel (M. Top. Zonhove, -373). ENGELSMAN Een perceel teulland in veghel int dorshout genaemt den Engelsman [RAV107-281 (1777)]; op de wiel den engelsman genaemt aan Dinterse kant de boschkes alle in de rivier hangende te ruymen (op de rivier de Aa) [GVIIB26 (1788)]; de kanten tegen den engelsman (op de weg naar Schijndel), den engelsman in de Putten [N (1802, 1884)]; A 1335 (b: 71.60). Liggende op twee plaatsen, namelijk in de Putten/Dorshout, als perceel bouw- en weiland en als wiel dichtbij de rivier de Aa op de oostelijke Aa-oever in het grensgebied met Dinther. Mogelijk wordt hiermee de wiel bij de Kilsdonkse molen bedoeld. Dit toponiem verwijst wellicht naar een persoonsnaam of bijnaam, of zeis naar een zich hier gevestigd hebbende Engelsman (W.L. Grahame, kasteel Avestein te Dinther?). 101 EPPERENW AARD Een stuk beemd in epperenwert te vechel [BPI186-361v (1410)]; eppenweert [BPI196257 (1427)]. -Zie Appelenwaard en Oppenwaard
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 69 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ERF Aldaer (crekelshot), soo groes, teul als heylandt, zijnde het erf [GVEI2-42 (1778)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk op de Krekelshof onder MaTiaheide. Het W.N. T. geeft als definitie: Omheinde grond die bij een huis of bij een ander gebouw behoort (W.N. T. 4165).
a. ACHTERSTE ERF Nieuw gemeente, agterste erf [GVEI2-319 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. b. NIEUW ERF Huis, hoff aen de leege heij genaemt het nieuw erff [RAV102-275 (1749)]. C. OUD ERF Het oud erf, Zijtaart [RAV159-173v (1755)]; het oude erf int Dorshout [GVEI2-81 (1778)]; het oud erf [N (1846, 1858)]; F 636-639 (b, w: 1.80.60). Ligging in de Kempkes onder Eerde en in het Dorshout. -Zie Arienserf, Binnenerf, Dirkserf, Donkerserf, Huibenerf, Jakobserf, Pelserserf, Roeffenerf, Ruttenerf, Suurmontserf, Willemserf. ERFKE Erfke in hel [GVEI2-56 (1778)]; het erfke [N (1865); V.-]; A 1288 (b: 1.58.30), E 326 (b: 95.10). Ligging in het Keselaar onder Zijtaart en in het Dorshout. Diminutief van erf. a. KLEIN ERFKE Huis en hof in de straat, bewoont door Peter Antonij Dierx, genaemt het cleijn erffke [RAV105-11v (1762)]. b. OUDE ERFKE Lant het oude erfke op Ham en marteleyneveltje [GVEI2-159 (1778)]; een perceel bouwen weiland, hakboschje voorpoting en geregtigheden, genaamd het oude erfke in het Dorshout [N (1842, 1848)]; A 1287-1289 (b, w: 1.85.70). Ligging in het Dorshout en op het Ham. -Zie Joosterfke ERFSEHOF D'erffse hoff ende lant in de donck [GVEI5-6 (1624)]. Wellicht een hof nabij een (het) erf gelegen. -Zie Hof ERF VAN JAN BURGERS Een huijsinge, schuur, schop, hoff en aangelegen land en groes, houtwasch en gerechtig102 heden aant Heselaar, genaemt Erff van Jan Burgers [RAV112-173v (1798)]. ERGIKSESTREPEN Egickse strepen [HH127-2 (1406-1421)]; ex erghicksestrepen [HH128-23 (1421-1471)]; erghicksstrepen [HH133-47 (l507)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is misschien een afleiding van mnl. eggich (egich, eckich) ook eggerick, eggerich: met kanten of puntig (Verwijs en Verdam, -586); het zou dan percelen met een hoekige vorm kunnen betreffen. -Zie Streep ERMERSLAND Ermers landt en groesveltje [GVE12-99 (1778)]. Onbekende ligging. het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Arien Ermers GVE2-199 Hoge hei. -Zie Land ERPEVELD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 70 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van erpeveld [V.-]; A 864 (he: 22.96.80). Ligging in het voormalige heidegebied Oost-Dubbelen, grenzend aan het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam, die in Veghel algemeen voorkwam en nog voorkomt. -Zie Veld ERPSEDUK Nieuwlandt aen de erpse dijk [GVE12-130v (1777)]. Vrijwel zeker wordt de provinciale weg Veghel-Erp bedoeld, die van oudsher de hoofdverbinding tussen de twee plaatsen vormt. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk ERPSEWEG -Zie Weg a. GROTE ERPSEWEG Op den grooten Erpsenweg [GVIIB26 (1801)]. Identiek aan de Erpse dijk. Benoeming naar de ligging. ERPT Jan Willem Peters op eerpt [HH147-12 (1621-1691)]; Hendrick Willems op derp [GVE224 (1702)]; groes onder Vorstenbosch op erpt [GVE12-139 (1777)]; derpt [kado (1832)]; B 1, 12, 13, 14 (w: 1.05.90; b: 32.60; hu: 01.10); een huisje gelegen te Veghel op d'erpt, ter plaatse genaemt de Hoogakkers [N. (1845)]. Ligging in het grensgebied tussen Veghel en Nistelrode onder Vorstenbosch aan het Schuttersveld. De betekenis van dit toponiem is duister. ERPTSEAKKER Een perceel teulland gelegen te Veghel op den derptsen akker achter de schum [N (1819)]. Onbekende ligging op of nabij de Erpt. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker 103
a. ERPTSE HOGE AKKER Op den derpsen hoogen akker [N (1819)]. Onbekende ligging op of nabij de Erpt. Benoeming naar de ligging. ERPTSESTEEG Aan de d'erpse steegd [N. (1802)].
Onbekende ligging op of nabij de Erpt. Benoeming naar de ligging. -Zie Steeg ERPTSESTRAAT Uyt huijs en hoff bij de hagestraete ofte erpsestraat en eenen acker genaemt de weltgerse hoeff [HHI63-14 (1714-1783)].
Onbekende ligging op of nabij de Erpt, wellicht identiek met de Erptsesteeg. Benoeming naar de ligging. -Zie Straat ERTSTREPEN Ex strepa tre dia ertstrepe et paelacker [HH133 (1507)]; ex petia tre dea ertstrepen et paelacker [HHI63-8 (1714-1783)].
Onbekende ligging mogelijk identiek met Arritstreep. Ook benoeming naar teelt is mogelijk (zie Erwtjesveld). Het lijkt ook mogelijk dat ter plaatse "erts" aangetroffen werd, vooral de nabij de oevers van de Aa in Veghel zijn rijk aan ijzer, dat vaak in de vorm van brokken ijzer (ijzeroer) gevonden kan worden en de aarde een roestbruine kleur geeft. -Zie Streep en Arritstreep ERWTJESVELD(JE) Sijn veld ertjensveld [GVIIB7 (1791)]; het ertsveldje, het ertjesveld in Blankenburg
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 71 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
[N (1834, 1876)]; C 452 (b: 58.80).
Ligging in Blankenburg aan de grens met Erp. De spellingvariant suggereert een verband met "erts" (zie boven), er kan ook sprake zijn van een verschrijving van Ertje(n)sveld. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Anneke Henr. Ertjens. Benoeming naar de teelt (M. Top. Valk. -111: Erwtakker). ESDONK Essdonk onder Eerde [Mv-1953 (anno 1573).
Hooggelegen land begroeid met essen (fraxinus excelsior). Schönfeld merkt in zijn "Veldnamen" op dat sommige woorden zowel een hoogte als een laagte kunnen aanduiden. Een goed voorbeeld hiervan is "donk". H. Kern kwam op etymologische gronden tot de betekenis: "laaggelegen gronden". Men vergelijkt ohgd. tunc = onderaardse vertrek; oon eng. dunk = mest, en verder fra. donjon = slottoren. De begrippen diep en donker hangen uiteraard nauw samen en zo is het aannemelijk dat het woord "donk" ook met "donker" in verband staat. Beekman (Mnl.Ebk. XI) daarentegen wees terecht op het gebied van de grote rivieren, waar het woord als appellatief nog voorkomt voor een hogere plek in het lage veen, voor ''plaatsen die in de broeckachtige landen wat rijzen". Als eiland wordt reeds vroeg genoemd de insula Dunc (niet ver van Heusden gelegen), waarop de paters van St. Truiden een kerk gebouwd hadden. Maar ook op hoge gebieden komen - donknamen - voor). -Zie Donk 104
ESDONKSTRAAT (Eerde) Esdonkstraat [Mb-]. Recente straatnaam in de kom van Eerde, zijstraat van de Kapelstraat. Benoeming naar de Esdonk. ESPE Een parceel teullant op Middegael aent Beugs brugje, genaemt de Espe [RAV108-38 (1778)]. Esp, espenboom, een soort van populier; lat. populus tremula. Benoeming naar de begroeiing met espen. ESPENDONK Van erffenisse genaemt espendonck in de hansfort [HH163-8 (1714-1783)]. Onbekende ligging op het Zondveld en in omgeving van het Middegaal. Benoeming naar de begroeiing met espen en naar de ligging op een hoogte. -Zie Donk ESPENDONKSHOOIVELD Twee hoyvelden houtwasch en geregtigheden, gelegen op Middegaal genaamt Espendonks hoijvelt [RAV112-113v (1797)]. ESPENSTUK Land dat espenstuck ad locum dictum op Hennenberch [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging op of nabij de Hennenberg (zie Hennenberg) in het gebied genaamd aan de Udensche Dijk onder Marlaheide. -Zie Stuk ESPENVELD Espenvelt middegaal [GVIIE13 (1791)]. Onbekende ligging op het Middegaal. -Zie Veld ESSELAAR Vechgel ad locum dictum die essenlaar hoeve Tylaer [Hs- (± 1380)]. Onbekende ligging waarschijnlijk in het gebied de Stad of het Havelt. Benoeming naar de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 72 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
begroeiing met essen. -Zie Laar EVERSAKKER Een stuck landts int everse acker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; in eversacker aant bloemegat (heselaar) [GVE2-69 (1702)]. Ligging onduidelijk waarschijnlijk in het Zeelstje, nu het westelijke gedeelte van de wijk het Zuid ter hoogte van de Dr. Schaepmanlaan. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Eversland en Akker EVERSLAND De helft in Frederick Everslant (Havelt) [GVE2-153 (1702)]. 105 Onbekende ligging op het Havelt. -Zie Land FAASSENAKKER Jan Aert Faese acker, in creugestraet [GVE12-109 (1778)]; tegen faassenacker op ham [GV (1790)]. Onbekende ligging in het grensgebied van Kruigestraat en Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker FAASSENVELD Jan Aert Faessenvelt, havelt [RAV158-42v (1727)]. Onbekende ligging op het Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld FALIEVELD(JE) Heyvelt aen de heij 't falie veltje (straet zuydzeyde) [GVE12-347 (1777)]; een groesvelt, houtwasch en gerechtigheden binnen deesen dorpe van Veghel in de buunders in de watersteegt genaemt het falievelt, groot ontr. 6 karren hoijgewas, d'een seijde 't falievelt P. de Jong [RAV1l2-282 (1800)]. Onbekende ligging in de Bunders in de Watersteegt. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. baron de la Falie 1777. Falie znw. v. wsch. ontleend aan lat. velum vgl.hd. feile. Doek van zwarte stof, die door de vrouwen over het hoofd of over de schouders werd gedragen. In sommige streken van Z.Ndl. nog wel gedragen, althans bij begrafenissen en lijkdiensten. Op zijn falie krijgen (Een pak slaag krijgen). (Landbouwbedrijf, dr. J. Goossenaerts, -208). -Zie Veld FlJENVELD Lant fyenvelt ad locum dictum nederbiest [Hs- (1519-1538)]. Kil. fye-kruyd = Thalictru. Officin. Sophia. In ieder geval zal het de naam van een of andere plant geweest zijn, die daar gegroeid moet hebben. -Zie Veld FLORIDA Florida in het Dubbele [N. (1868)]; F 449, 453, 455, 457-459, 470 (hh: 47.10; w: 31.86.30; he: 49.30.50); verbouwen woonhuis gen'd Florida, Zuid-Willemsvaart t.O. wittebrug , eigenaar L. Maussen [GAV2043-16 (1904)]. Ontginningsboerderij in het Dubbele. Mogelijk speelt bij deze benaming volkshumor of fantasie een rol (zie Amerika). Misschien is het verschijnsel emigratie verantwoordelijk voor deze benaming en andere soortgelijke benamingen. FORTUIN Huis, hof in de straet, genaemt het Fortuijn [RAV97-31 (1719)]; huis van Goort Jan
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 73 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Goorts van Doom geh. met Elisabeth Hendrik Peter Teunissen, aan een zijde het fortuijn, andere zijde de drije Swaantjens [RAV97-186v (1721)]; erf het fortuijn [GVE12-79v (1778)]. Onbekende ligging in de Straat (kom). Waarschijnlijk op te vatten als "goede fortuin", 106 voorspoed, geluk, buitenkans of als bezit, kapitaal (WN.T. -4642, 4643). De eigenaar zal zich gelukkig geprezen hebben met zijn bezit, dan wel zijn volledige kapitaal erin gestoken hebben. FRAAIENBEEMD
't Fraaien bemd, land den dries opten heemberch [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging mogelijk nabij de Hennenberg onder Mariaheide. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam vgl. Andries Lucas die Fraeij (Kl.v.P.). Het zou ook de kwaliteit van het perceel kunnen aangeven. -Zie Beemd FRANKEVOORT
Tillaersacker ad locum dictum tillaer prope locum dictum vrankenvoert [Hs- (± 1380)]; ad locum dictum vranckevoert [Hs- (1470-1480)]; filius Johannis de vrankevort [HHI27-2 (1471)]; ad locum dictum aent Franckevoert [Hs- (1485-1490)]; vranckevoert [GVE2-39 (± 1500)]; een huijsinge met vier lopensaten lant en de groescanten genampt het vranckenvoort [N. (1656)]; huijs, hoff ende aangelegen teulant, groese ende hoij, ter plaatse genoempt aent franckefort [N. (1710)]; frankevoort in Tillaartse [RAVI58-93 (1730)]; frankevoert [GVEI2-118v (1778)]; sijn veld frankvort op den heuvel [GVIIB7 (1791)]; aan het haveld genaamd aan frankevoort tiende in davelaar [N. (1820)]. Ligging ongeveer identiek met de Stad. Het eerste lid zou een persoonsnaam kunnen zijn. De familienaam Franken is nu nog bekend in Veghel. -Zie Voort FRANSENAKKER
Den halven acker int aackert van Peter Hendrick Jan Claas, genaamt leysken fransenacker (doorenhoek) [GVE2-217 (1702)]. Onbekende ligging in het Akert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker FRANSHOEFKE
Frans hoefke op de Nederboekt [N. (1883)]; D 135 (b: 65.10). Het eerste lid kan een mansnaam zijn. Mogelijk was het in bezit van een Fransman. -Zie Hoef FRISSELSTEIN
Frisselstein, eerste vermelding [Mm-73 (1470)]; oculaire inspectie over de reparatie van het casteel Fritzelsteijn [RAV95-161 (1712); casteel en lande daeraen genaemt Fridtselsteyn, vrey van tiende [GVEI2-86 (1778)]; casteel en landt daeraen genaemt Frisselsteyn [GVEI2-86 (1778)]; een bierbrouwerij met de daarbij behoorende gereedschappen woonhuijs met de daar aangelegen stallingen voor runderen en paarden, lastplaats dorsvloer, waageschuur, varkenskooij en verder getimmerten, hof boomgaert en aangeleege teul- en groeslanden gelegen binnen den dorpe van Veghel vast aan de oude Roomsche kerk, van ouds genaamd het kasteel van Fritselstein, groot in gronden ca. 14 lopensen, belend oost de pastorij, west de rivier [N. (1820)]; bierbrouwerij genaamd fritselstein, heerenhuis genaamd fritselstein [N. (1883)]; G 10-12 (hu: 15.50; tu: 10.50; pleziertuin: 1.05.60). Kasteel in Veghel dat aan het begin van de vorige eeuw werd afgebroken. Het eerste lid is 107 waarschijnlijk een Duitse mansnaam, het tweede lid de in Duitsland gebruikelijke
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 74 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
aanduiding voor burcht (Meuwise, - ). De naam is te verklaren als een evolutie van Friesenstein, stein of burcht van de Vriese. De Vriese is een veel voorkomende 14e en 15e eeuwse naam in Veghel (M. v. Asseldonk, 1987-97). Kasteel Frisselstein
FRISSELSTEINSTRAAT Ligging dichtbij de plaats waar eens het kasteel stond, een recente straatnaam, benoeming naar het kasteel.
GAARD -Zie Boomgaard en Wijngaard
GAGELVELD Het gagelveld [Mrv92-92v-71 (1770)]; het gagelveld [N. (1834,1864); A 377 (gr: 35.50), 400 (w: 34.40; ho: 2Iop.). Ligging in het Middegaalsveld, waar dit gebied grenst aan de Koolenkampen, aan de vroegere Parallelweg-Noord, nu Geerbos genaamd, tevens een centraal gelegen perceel in het Middegaalsveld. Benoeming naar de begroeiing met gagel, ungrica gale, een heesterachtige plant die op drassige gronden voorkomt. -Zie Veld 108 GANGSKE 't Gangske, steegje ter hoogte van de oude Vlas en Graanbeurs [V.-].
Steegje dat lag op de plaats waar nu Vlas en Graan ligt, een zijstraatje van de Hoofdstraat, het toponiem duidt aan, dat het om een smalle doorgang gaat. GAPERT Landt de gapert [GVE12-226v (1777)]; een perceel teullant en canten aan den doornhoek, genaamt de gapert [RAV112-327 (1801)]; de gapert [V.-]; D 645, 666 (w: 25.88).
Onbekende ligging op de Doornhoek en tevens op de Leest. benoeming naar de bezitter (die gapert als bijnaam had). Een gapert, gaper is ook een houten beeld, inzonderheid de houten kop met gapende mond en vaak met een uitgestoken tong, welke voor de winkel van een drogist als uithangteken geplaatst is (W.N.T. -279, 280). Mogelijk werd hier een geneeskrachtig gewas geteelt voor een drogist of apotheker, of was het perceel eigendom van of gepacht door een drogist of apotheker. GASTHUIS STRAAT
Vrij recente benaming voor het verlengde van de Stationsstraat tot aan de spoorwegovergang. Benoeming naar het ter plaatse gelegen gasthuis, nu St. Jozef ziekenhuis. GAT
Gat komt op de hogere gronden voor als terreinwoord voor lage, drassige gebieden (Cfr. v. Loon 1965-20) (M. Top. Overpelt, -266). In Veghel schijnt het ook vaak de betekenis te hebben van "doorgang". -Zie Bloemengat, Bundersgat, Heigat, Hekkegat, Moedersgat, Schijndelsgat, Staartgat, Vaargat en Veghelsgat GATTE Bert v. Gatte [V.-]; F 1212 (he: 7.46.60).
Onbekende ligging onder Zijtaart. Benoeming naar persoonsnaam. GEER Die kolestrepe met een drieske daarbij die gheer [BPl185-308v (1406)]; lant den gheer in die hese [Hs- (1519-1538)]; vier stucken in de hese neffen de gheer [GVE15- 93 (1624)]; eeusel in lange buenders off geere [GVE12-4 (1778)]; de geer, beukelaars steeg [GVIIE13 (1791)]; een perceel land en groese geleegen als voor genaamd de geer (krijtenburg) [N. (1818)]; de geer op het Middegaal [N. (1884)]; A 668, 673 (b, w: 43.50); de geer, paadje naar Erpseweg, vanaf splitsing Hezelaarstraat, Zeven Eikenlaan [V. -] .
Benoeming naar de vorm. Verspreide ligging. De primaire betekenis van geer is speer en overdrachtelijk een puntig toelopend stuk (Verwijs en Verdam II -1497; Schönfeld 1950112; Bach 1953-263; Dittmayer 1963-87; M. Top. Bach -169).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 75 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
a. ACHTERSTE GEER Van twee bimd. in d'achterste geer [HH163-30 (1714-1783)].
Onbekende ligging. -Zie Huibengeer en Mollegeer GEERKE(NS) 't Geerken aen den beeckgraeff [GVE15-3 (1624)]; het geerke [RAV158-32 (1727)]; de 109
geerkens [GVIIE13 (1792)]; de geerkens [kado (1832)]; A 405-422 (w: 4.06.80); het geerke [N. (1834)]; A 1143 (b: 13.30). De Geerkens is een gebied grenzend aan het Middegaalsveld, noordelijk van het huidige sportpark, tevens percelen. 't geerke op verscheidene plaatsen o.a. in het Dorshout. Diminutief van Geer. Er is hier inderdaad sprake van spits toelopende percelen. GEERAKKER Land de geeracker [GVE12-224 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Akker GEERBEEMDJE Het geerbeempie (den heuvel) [GVE2-136 (1702)]; eenen hoybeemt, houtwasch en geregtigheden gelegen aant Havelt genaemt het geerbeemtje, een seijde Peter van Eert, ander seijde Claas Versteegde, een eijnde J. v.d. Heuvel, voorts spits uijt [RAV112-21Ov (1799)]. Onbekende ligging op Havelt en op de Heuvel. -Zie Beemd GEERBOS Int geerbosch [HH147-43 (1621-1691)]; van 't geerbosch en groesveld op watersteegt tsamen [GVE12-347 (1778)]; het geerbosch [kado (1832)]; A 423-518; een perceel weiland liggende in drie velden, gelegen te Veghel ter plaatse genaamd de geerbunders of het geerbosch, het geerbosch in de geerbunders [N. (1841, 1842, 1884, 1885); A 179, 180 (w: 74.10), 249-254 (w: 56.00), 417-419 (w: 55.40), 514 (w: 20.00). Gebied westelijk van de provinciale weg Veghel-Oss, juist ten noorden van de spoorlijn Boxtel-Gennep. Sinds kort ook gebruikt als benaming voor de noordelijke parallelweg aan de spoorlijn die de weg naar Oss verbindt met de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch. Dit gebied heeft niet duidelijk een "gerende", spits toelopende, vorm, mogelijk ontleend het zijn naam aan het aangrenzende gebied de Geerkens. -Zie Bos GEERBUNDERS Geerbuenders op watersteeg [Hs- (1542)]; geerbuenders op watersteeg, naast vorstenbosbeemd en watersteegt [Hs- (1681)]; een groesvelt agter middegaal in de geerbunders [GVE12-23 (1778)]; de geerbunders [kado (1832)]; A 179-257; een perceel weiland liggende in drie velden gelegen te Veghel ter plaatse genaamd de geerbunders of het geerbosch [N. 1842, 1845)]; A 422 (w: 50.50). Dit gebied grenst aan het Geerbos, aan de noordzijde. -Zie Bunders GEERDRIES De geerdries [GO- (1754)]; de geerdries [V.-]; F 814-815 (b: 88.00). Ligging aan de Willebrordushoek onder Eerde. Deze percelen lopen spits toe. -Zie Dries GEERKAMP Benen acker bouwlant genompt den geercamp gelegen te Vechel [N. (1653)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 76 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
110 Onbekende ligging. -Zie Kamp GEERKANT
Geerkant [N. (1858)]; A 407-408 (w: 21.60). Ligging in de Geerkens. Benoeming naar de ligging in een spitse punt in de Geerkens. -Zie Kant GEERLINGKAMP
Geerlingeamp in leynse campen Zontvelt [RAV159-194v (1755)]. Onbekende ligging op het Zondveld, wellicht nabij de Leinse kampen op Erps grondgebied. Het eerste lid is een mansnaam of persoonsnaam vgl. Geerling Hendrics GVIE2-22 Hoge hei 1702. -Zie Kamp GEERLINGSBOS
Geerliesbossehe, erf by die herbertswye [BP1189-87 (1415)]; geerleesbossehe erf bij die herbertswije [BP1212-251 (1442)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de omgeving van het vroegere Davelaar, nu de Stad. -Zie Bos GEERLINGSLAND
't Streepken neffen Lonis Geerlinex lant [GVE15-163 (1624)]. Onbekende ligging, het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land GEERSKAMP
Geerscamp by heyligt [GVIIE13 (1792); Onbekende ligging nabij het Heiligt. Het eerste lid kan een mansnaam of persoonsnaam zijn Geert(s). -Zie Kamp GEERSTUK(KEN)
De vier geerstucken, twee eort ende twee lang tot het eiexken toe [GVE15-4 (1624)]; een geerstuek inde sweenslaeh [GVE15-72 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Geer en Stuk GEERTRUIENKLOOSTER
Het lant van geertruien c100ster (doorenhoek) [GVE2-222 (1702)]. Onbekende ligging aan de Doornhoek onder Zijtaart. Afleiding van persoonsnaam Geertrui Clooster. Was dit perceel eigendom van een klooster (H. Gertruda). -Zie Klooster GEERTSKAMPKE
Het geertskempke, buenderse hoek [Hs- (1569)]. Onbekende ligging in de Bundersehoek. Benoeming naar persoonsnaam of mansnaam. -Zie Kamp 111
GEERT(S)VELD(JE) Een perceel groesland te Veghel aan den dorenhoek, genaamd Johannes geertsveld, het Johannes Geert veldje [N (1821, 1834)]; E 90-91 (b: 33.55). Ligging in het gebied de Berg nabij de Doomhoek onder Zijtaart. Benoeming naar persoonsnaam. -Zie Veld GEERVELDEKE Zijn vaders lant in d'akert wesende een geerveldeken [GVEI5-46 (1624)]. Onbekende ligging in het Akert.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 77 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Geert en Veld GEEST -Zie Heiligegeest GEITENHOEK Geitenhoek, de geitenhoek juist voor splitsing Hezelaarstraat-Heuvelstraat [V.-] . Benaming voor het gedeelte van de Hoofdstraat vanaf de Blauwe Kei tot aan de Heuvel. De naam is nu niet meer in gebruik. Op deze plaats woonden veel mensen die geiten hielden. Veghel had in het begin van deze eeuw een bloeiende geitenfokvereniging. -Zie Hoek GELIJKEBEEMD(EN) Agter Dorshout by gelijke beemden [Hs- (1535)]; by gelijke beemden [Hs- (1615)]; in de gelijke beemden tegenover de laak vant sluysje inde hel [GVIIB26 (1799)]; de gelijke of Dorshoutsehe beemden, de gelijke beemd in de Dorshoutsehe beemden [N. (1835, 1845); A 999 (ho: 2.9.80), 1001 (ho: 1.41.40). Liggend in of identiek met de Dorshoutse beemden. "Gelijk" hier wellicht in de betekenis van vlak, vrij van oneffenheden (W.N.T. -1169). -Zie Beemd GELUK Geloeet [HHI27-1 (1406-1421)]; gelegen in den proehien van Vechel ter plaetsen geheyten int geloeet [GVIE2 (1542)]; de stucken 't geluek genaemt [GVEI5-38 (1624)]; van eenen aeker genaemt geluek aent havent [HHI63-19 (1714-1783)]; een huys en lant 't geluk [GVEI2-165v (1778)]. Onbekende ligging op het Havelt en mogelijk op meerdere plaatsen. De grondvorm is gelookt, afgeleid van mnl. geluken = (om)sluiten. Geleekt ontwikkelt verder tot gelukt (palatalisering) en (mogelijk met volksetymologische reïnterpretatie) tot geluk. Het is een specifieke benaming voor een individueel, uit de heide ontgonnen en rondom geheind perceel bouwland. In deze betekenis komen ook bocht en kamp voor, dit laatste in mindere mate. De vorm gelookt (geluk) is typisch Noord-Brabants in de Belgische Kempen komen eerder look en blo(o)k voor (Top. Valkenswaard, -117). GEMEENLAND Het gemeyn land, ham [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging op het Ham. "Gemeen" heeft hier de betekenis van gemeenschappelijk. -Zie Land 112 GEMEENTE
De eigenlijke betekenis van gemeente, een afleiding van "meen" "gemeenschappelijk". De naam werd evenwel ook overgedragen op ontgonnen percelen uit de gemeente (M. Top. Valk. -119).
a. NIEUWE GEMEENTE De nieuwe gemeynte op ham (havelt) [GVE2-151 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt. "Nieuw" zal hier duiden op pas verworven/ontgonnen gemeentegronden. GEMENEBUNDERS Beemden die ghemeyn boenre [Hs- (1390)]; een huys in die Ballinghove bij die gemeyn buenre en 't leengoed die Poderveltsche Hove [BPI201-149 (1430)]; een kamp land gelegen in Veghel ter plaatse genaamd die gemeen buenre [GZG-1124 (1454)]; gemeyn buenders, by poeyervelt [Hs- (1533)].
Onbekende ligging, waarschijnlijk tussen Veghel en Mariaheide aan de oostzijde van de weg naar Uden. -Zie Bunders GENTENBUIK
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 78 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een huys genaempt den gentenbuyck, brouhuys etc. omgraven cruythof metten binnenvelden, de helft van den boogaert, Vechel aen de Hoocheinden [BP1143-401 (1581)].
Onbekende ligging aan de Hoogeinden, benaming voor een huis. Het eerste lid zou afgeleid kunnen zijn van "gent" benaming van het mannetje der gans, van den gander of ganzerik (W.N.T. -1581). Mogelijk ook van gent, jent, schoon, bevallig, lief, hupsch, net, aardig (W.N.T. -261). GERAARTSAKKER Geraertsacker, hoge heyde [Hs- (1662).
Onbekende ligging op de Hoge Heide onder Mariaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Akker GERECHT Een heijcamp gelegen ontrent het gericht [RGI67-11 (1629)]; halve buender heylant gelegen onder Veghel op 't lijntvenne omtrent het gerichte [Dom.l71 (1731-1756)].
Onbekende ligging in de omgeving van het Leinsven, zuidelijk van het Zondveld. De benaming wordt nu gebruikt voor een weggetje in het leinsven. In de hei, waar de grenzen van Veghel, Lieshout en Erp samenkomen ligt een stuk grond, dat nog "tgrecht" heet. In een Erps Verpondingsboek van 1761 wordt gesproken van: Land aan de Galgberg in 't Lijnt. Werden hier de gerechtelijke processen ten uitvoer gelegd? GERIJ Van eenen hoeybemt streckende op den haselbergsen dijck genaemt het gerij [HHI63-53 (1714-1783)].
Onbekende ligging aan de Hazelbergse dijk, nu Hazelberg genoemd. Mogelijk duidt het toponiem op "rijdende percelen" (rijdende beemden). Of schuilt hier "rei" in van "reie, ree", gracht, waterloop. Gespan als middel om het land te berijden. Een arbeider wint 113
gewoonlijk het gerij toe. 't Gerij voor niet hebben (J. Goossenaerts, 232). GERRIT PAULUSSEVELD
Een groesvelt en geregtigheden gelegen in de creugestraat genaamt Gerrit Paulusse velt, groot ontrent drie karren hoijgewas, een seijde de heijde van Veghel [RAV112-67 (1796)]. Onbekende ligging in de Kruigenstraat. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld GERRITSBEEMD
Van Jacob Willem Geritsbeemd (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd GERRITSKAMP
Geritscamp aan 't heyligt [RAV159-190 (1755)]; Geritscamp op Zijtaert [GVE12-274 (1778)]. Onbekende ligging aan het Heiligt onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp GERWENSKOOP
Van Gerwenskoop [N. (1894)]; F 864 (b, w: 1.30.50). Ligging in het Dubbele onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Koop GEURT SAKKER Van Jacob Wilm Geurts ecker aen 't bloemegat [GVE15-105 (1624)]. Onbekende ligging aan het Zeelstje. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker GEWEER
Enen bempt den ghewere in Vechel aen die oude brugge neven die Aa [Hs- (1542)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 79 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging aan de Aa. Schönfeld merkt op, dat men in de middeleeuwen, behalve met sleepnetten ook viste met een "were" = visweer, neerhangend net of gevlochten werk. De naam van het bedrijf is waarschijnlijk overgegaan op de plaats, waar dit bedrijf werd uitgeoefend. GEWEERBEEMDJE
Vuyt een stuck hoylants genoempt het geweer beemptken gelegen onder vechel aen den ackerlandt genoempt den hoogentuyn en aen erve genoempt den hillenhoff, aen de revier de Aa [RG169-23 (1646)]; geweerbeemtje, abroek [RAV159-74v (1744)]; hoij op middegael het sluijs- of geweerbeemtje [GVE12-263 (1777)]. Onbekende ligging op het Middegaal aan de Aa. -Zie Geweer en Beemd GEWEERWIEL
De reviere de A gemeten van Erp af tot den geweerwiel achter het casteel toe is lanck achthonderd roeden ende van den sluys af tot den grooten oorbeemt is lanck sevenhondert 114 en tachtentigh roeden [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging wellicht nabij kasteel Frisselstein. -Zie Geweer en Wiel GIELENSBUNDER
Dirck Arien Gielensbunder (de hey onder havelt) en Gysbert verlegenbuunder [GVE2265 (1702)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk onder Mariaheide (Havelt). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bunder GIELENSVELD
Acker aent havelt Hendrik Gielensvelt (Gielingsvelt) [GVEI2-100 (1778)]. Onbekende ligging aan het Havelt. -Zie Veld GIELISKAMP(EN)
't Perceel of vierkantige hoeck van de gemeente voor het lant van Michiel Aart Gielens, genaemt gielenskamp [Dom. 171 (1731-1756)]; landt in gielenscamp [GVEI2- 225 (1777)]; de gieliskampen [kado (1832)]; E 218-237 (og: 25.70; he: 73.01; w: 1.77.60; b: 1.77.60); gieliskamp [N. (1836, 1839); E 226 (b: 44.50), 236-237 (w: 73.90); een perceel bouwland, groeskanten, houtwas en geregtigheden gelegen te Veghel aan den Doornhoek, ter plaatse genaamd gieliskampen [N. (1842)]; E 222 (b: 41.40); gilliskampen (N. (1847); G 232-233 (w: 42.30). Gebied onder Zijtaart, grenzend aan Korsika en weiland ten zuiden van de huidige Overakkerstraat. -Zie Kamp GIJBENKAMP(KE)
Peter Gijben campke [N. (1650)]; gijbencamp (Ven) [GVE2-12 (1702)]. Onbekende ligging op het Ven. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp GIJSENAKKER
Landt aent havelt gijsenacker [GVEI2-123v (1778)]; eenen acker teulland, canten, houtwas, voorpoting en geregtigheden aan de leest in de brugge, genaamt Gijsenacker, groot ontrent 6 loop [RAV112-229 (1799)]. Onbekende ligging op het Havelt aan de Leest. -Zie Akker GIJSENKAMP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 80 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van de gysencamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Johanna Gijsen 1837, of een genitief van een mansnaam. -Zie Kamp GIJSENVELDEKE
Een hoyvelt genaemt gijsenveldeken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. 115 Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Veld GOED
Eene uitgestrektheid gronds die men bezit (W.N.T. -331). -Zie Eikgoed, Komelisgoed, Middegaalsgoed, Vermoeisgoed, Zegersgoed GOEDEKAMP Een stuck lants genaemt den goeden camp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. Goede zal duiden op de kwaliteit van de grond. -Zie Kamp GOORDONK Hoyrdonck, grooydonck [Hs- (1550)]; 't huys aen d'hoerdonck [GOI26-20 (1570)]; 2 streepen teullandt en drieske in goirdonk [GVEI2-43v (1778)]; heyvelt in hoirdonk [GVEI2-101 (1778)]; goordonk [kado (1832)]; C 212-316; ter plaatse genaamd Huigenbosch Udensedijk Heiakker en Hoordonk [N. (1862)].
Ligging aan de grens met Erp in de meest noord-oostelijke hoek van Veghel niet ver van Mariaheide. De primaire betekenis van mnl. gore, vr. goor, 0 is slijk, moeras. Mits een goede ontwatering kan een goor sekundair ook hooiland aanduiden. Vele goren waren ook geschikte terreinen voor klotwinning (M. Top. Valk. -122). -Zie Donk GOORDONKSEDIJK
Weg die ten zuiden van Mariaheide in oostelijke richting naar Volkel loopt. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk GOORDONKSEVELDEN Goordonkse velden [V.-]; C 316 (he: 10.48.30). Ligging in Goordonk, anno 1832 heidegebied. Benoeming naar de ligging. -Zie Velden GOORTSDAMMEN Goortsdammen [V. -]; ter hoogte van perceel C 310
Ligging aan de grens met Erp ter hoogte van Goordonk. Benoeming naar persoonsnaam. -Zie Dam GOORTSKAMP Land en groes in Hendrick Goorts camp [GVEI2-20 (1778)]; gelegen als voor (op het Ven) Hendrick Goortskamp [N. (1819)].
Onbekende ligging op het ven. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp GOORTSLAND Deselve van de voorkijnderen Comelis Goorts lant op ham [GVEI5-14 (1624)].
Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land 116
GOORTSVELD(EKE) Een stuck landts genaemt het streepken met Hens Jan goortsveldeken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; groes in Tony Goortsveld [GVE12-9 (1778)]; Jan Goortsveld, heijde bij 't ven [GVE13 (1792)]. Verspreide ligging. Benoeming naar persoonsnaam.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 81 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Veld GOOSSENKAMP Landt en groes int Dorshout in Peter Arie Gosencamp [GVE12-185)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp GOOSSENSLAND 't Stucxken opte bock neffen Jan Ariens genaemt goossens lant [GVE15-23 (1624)]; goossens land [GO- (1754)]. -Zie Land GOOSSENSVELD Goossensvelt [GO- (1754)]. -Zie Veld GOUDENLEEUW Gouden Leeuw, tramstation, nu nog altijd bekend als plaatselijk horecabedrijf [V.]. Bekend plaatselijk horecabedrijf vanaf ± 1900. Dit is een algemeen voorkomende benaming voor een horecabedrijf GRAAF In den amer tot de graeff toe van vissersbeemt [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging in of nabij het perceel genaamd de Visser in het Dorshout. Graaf is een grondwoord voor een natuurlijke waterloop (zie beek) (M. Top. Valk. -280). -Zie Beekgraaf, Boongraaf, Brandgraaf, Diegraaf, Hanegraaf, Heestersgrave, Leigraaf, Moergrave, Morgengraaf, Muilengraaf en Stokgraaf GRAAFAKKER Den graevacker [Ms-]. Onbekende ligging. Dit zal een perceel zijn, gelegen aan een graaf, een waterloop. -Zie Akker GRASKAMP Twee stucken ackerlants deene genaemt den grascamp en dander genaemt den santcamp [N. (1658)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk op de Voort onder Zijtaart, mogelijk ook op Krijtenburg. Benoeming naar de begroeiing. -Zie Kamp GRASVELDJE Een perceel groes genaamd het grasveldje, aan den rooisendijk [N. (1819)]. Onbekende ligging aan de weg naar Sint-Oedenrode. Benoeming naar de begroeiing. 117 -Zie Veld GRETING
Die beemd rijdt of deilt tegen zekere personen, genaamd die gretinge [BP1195-187v (1425)]; Vechel aen de gretinck [BP1201-165 (1430)]. Onbekende ligging. Personificerend van persoonsnaam Greting. GRETINGBUNDER
Bij die hoernic in die monichoeve bij 't erf der greting buenre [BPl184-292 (1406)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de nabijheid van het Ven. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bunder GRETINGHOEVE
Beemd in der monichoeve naast den gretinghoeve [BP1208-12v (1437)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de omgeving van het Ven. -Zie Hoeve
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 82 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
GRETINGVELD
Int gredickvelde [Hs- (1470-1480)]; land die poelacker in gretinckvelt [BP1257-385 (1488)]; die arritstreep en lijskenslant in loco dicto dat gretingvelt [Hs- (1490)]; gretinvelt [HH133-68 (1507)]. Onbekende ligging, mogelijk in de omgeving van het Ven. -Zie Veld GRETINGWIJK
Sita in prochia de Vechel ad locum dictum aen die gretingswijck [(1443)]; luttelstuc ex heze pares greticwijck [HH133-50 (1507)]. Onbekende ligging. -Zie Wijk GREVENBEEMD
Merike greevenbeemt [RAV158-80 (1729)]; 't middelste eeussel en merrie grevenbeemt [GVE12-110 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd GREVENBROEK
Grevenbroek of hijmanscamp aen hey [GVE12-71 (1778)]. Onbekende ligging. Personificerend van een persoonsnaam, Grevenbroek. Mogelijk is het eerste lid ook een genitief van het mnl. greef, grave, graaf, "graaf, opzichter, opziener" (M. Top Boch -75). -Zie Broek GREVENBROEKSKAMP
Het lant in grevenbroeckscamp (Ven) [GVE2-14 (1702)]; 't heyvelt grevenbrox camp [GVE12-44v (1778)]. Onbekende ligging op het Ven. 118 -Zie Kamp GRIENSVENSHOEVE De wed. Jan Willems gebruiker van een hoeve toebehoerende den heer van Maldegem genaemt griensvenshoeve, den hoff mette geheel hoeff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Hoeve GRIET(EN) De griet in grietenveld [N. (1879)]; E 555, 556 (b: 3.2.90); de griet, de grieten [V.]; E 534, 537-540 (b: 2.46.40); w: 2.38), 544-556, 581-584 (b: 4.29.26; w: 2.32.80), 574576 (b: 1.26.10; w: 36.20). Ligging onder Zijtaart, wellicht identiek met Grietenveld (zie Grietenveld). Mogelijk naar vrouwsnaam (Mar)griet (M. Top. St. Huibr.Lille -135) Grieten (beemd). Misschien duidt het toponiem ook op de kwaliteit van de plaatselijke grond mnl. griet = grof zand, steengruis (Hs-22). Niet onwaarschijnlijk is dat Griet hier geïnterpreteerd moet worden als Margriet (W.N.T.): Griet, eene benaming in Zuid-Nederland voor de groote madelief (W.N.T. -698) er zouden hier dan veel margrieten gestaan hebben. GRIETENAKKER Een stuck lants genaemt gritenacker gelegen binnen de parochie van St. Oedenrode ter plaatse genaamt eerde en binnen de paelen van Veghel [GOI26-20 (1570)]. Onbekende ligging onder Eerde. Naast de bovengenoemde mogelijkheden kan hier theoretisch ook sprake zijn van een afleiding van een persoonsnaam Grieten (M. Top. Valk. -124 Griet). -Zie Akker
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 83 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
GRIETENLAND Grietenlant, laag heij [GVE2-29 (1702)]; van grieten landt [GVEI2-38v (1778)]. Onbekende ligging aan de Lage Heide onder Mariaheide en mogelijk elders. -Zie Land GRIETENVELD Het grieteveld [Mg25a75-7 (1709)]; landt en groes op Zijtaert grietenvelt [GVEI2-145v (1778)]; grietenveld [kado (1832)]; E 520-589; grietenveld [N. (1836)]; E 570-573, 577578 (b, w: 3.66.60). Gebied onder Zijtaart, wellicht identiek met Griet(en). -Zie Veld GRIETENVELDSTRAAT Grietenveldstraat [B- (1967)]. Straat onder Zijtaart, leidende in de richting van het Grietenveld, tegenwoordig wordt deze straat Pater Vervoortstraat genoemd. Benoeming naar de ligging. -Zie Straat GRIJNS KAMP Grynskamp [N. (1848, 1860)]; A 1517 (hh: 09.20), F 487 (hh: 21.86). Benaming voor twee percelen liggende in het gebied de Putten aan de Zuid- Willemsvaart. 119 Mogelijk verbergt het eerste lid een persoonsnaam. Er zou ook een duistere samenhang kunnen zijn met het zeljstandigenaamwoord "grijns" werkwoord "grijnzen" misschien met de plaatselijke betekenis van "mopperen". -Zie Kamp GROENENDAAL Huis te gruenendale [Hs- ± 1385)]; huis te gruenendael [Hs- (± 1390)]; hoeven ten gruenendale [GVIE2 (1430)]; hoeve ten gruenendael [GVE2-39 (± 1500)]; van twee huyzen en hoven op groenendael bij St. Antonis capelle [HHI63-51 (1714-1783)]. Onbekende ligging bij de vroegere St. Antoniuskapel. Het toponiem kan dan betrekking hebben op zowel het Havelt, Eerde als het Dorshout, omdat zich op alle drie deze plaatsen een Sint Antoniuskapel bevond. Het zal een vruchtbaar gebied betroffen hebben, mogelijk met veel geboomte. -Zie Daal GROENETUIN Lant op creytenburg den crommen off groenentuyn [GVEI2-299 (1777)]. Ligging op Krijtenburg onder Eerde; identiek met kromme tuin (zie kromme tuin). -Zie Tuin GROES Den bloemacker, den groes, den cloot [Mg25a88-9 (1662)]; de groes int dorhoudt [GVE2-191 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout en waarschijnlijk in of nabij het Zeelstje. Benoeming naar de begroeiing met groes "gras". a. NIEUWE GROES Van de nieuwe groes (dorhoudt) [GVE2-194 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. GROESAKKER Een stuck landts genaemt den groesacker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de groosakker, hoogh boekt [Hs- (1675)]; groesakker [GO- (1754)]; de groes en langenacker [RAVI60-184v (1780)]; de groesakker [N. (1838)]; D 196 (b: 67.60). Ligging op de Hoge Boekt, onbekende ligging onder Eerde. -Zie Akker
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 84 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
GROESBEEMDJE Het soogenaemt groesbeemtje aldaer (zontvelt) [GVEI2-280 (1777)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. -Zie Beemdje GROESVELD(EKE) Het groesveldeken (crytenburg) [GVE2-283 (1702)]; een perceel beemd op haselbergh genaemd het groesveld [N. (1822)]. Onbekende ligging op Hazelberg en op Krijtenburg onder Eerde. -Zie Veld 120
GROOTDONK Hoeve de grootdonck [Mrv91-46 (1712)]; grootdonken [GO- (1754)]; de grodonk [kado (1832)]; F 284-366; de grootdonk [N. (1835, 1877)]; F 178-185 (w: 92.70; b: 1.57.90; he: 21.10; hu: 13.90; tu: 17.20), 458, 459 (he: 26.08.80). Gebied liggend onder Eerde. Vanaf de rivier de Aa en de Zuid- Willemsvaart komende begint het landschap ter hoogte van de Grootdonk in de hoogte toe te nemen, wat zich voortzet in de richting van de Eerdse bergen. Men kan hier dus wel spreken van een "grote donk". -Zie Donk
GROOTDONKSEAKKER De grootdonkse akker in het Dubbele [N. (1869)]; F 458-459 (he: 26.06.80) (ged.) Ligging in het voormalige heidegebied het Dubbele onder Eerde, nabij de Grootdonk aan de noordzijde van de Schijndelsedijk. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker
GROOTDONKSEHOEVEN Hoeve gen't de grootdoncxse hoeff [RAV97-166 (1721)]; in de grootdonksehoeven [GO( 1754)]. Onbekende ligging in de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Hoeve
GROOTDONKSVELDJE Ter plaatse voorschreven (grootdonk) den kattenbosch, kalverveldje en het grootdonksveldje [N. (1818)]; grodonksveldje [V.]; F 336 (b: 30.30). Ligging in de Grootdonk onder Eerde. benoeming naar de ligging. -Zie Veld
GROOTDONKWEG Grootdonkweg [MB-]. Lopende vanaf de Grootdonk in noordelijke richting naar de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de ligging.
GROOTVADERSBEEMD Grootvayersbeemt/grootvadersbeemd [RAV158-80 (1729)]; een beemt alhier agter de straat genaamt grootvaijersbeemt [RAV102-217v (1748)]; grootvayers beemt [GVEI2-81 (1778)]. Onbekende ligging. De volkshumor bedoelt met grootvader, de gemeente, die het perceel in eigendom had. Mogelijk ook "beemd van grootvader afkomstig". -Zie Beemd
GROOTV ADERSKAMP Een perceel teellant, groeze, nieuw erf, houtgewas en geregtigheid, aan de Dorenhoek genaemt grootvaaijers kamp [N. (1814)]. Onbekende ligging aan de Doornhoek onder Zijtaart. -Zie Kamp
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 85 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
GULDENBODEM 121 Mitten anderen eynde aen den guldenboedem [GVIE2 (1457)].
Onbekende ligging. Dit toponiem moet wel duiden op zeer vruchtbare grond.
GULTENKAMP Van den guItencamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. het eerste lid kan een spellingvariant zijn van gulden gronden (zie gulden bodem). Mogelijk is het ook een persoonsnaam. -Zie Kamp
HAAG De hage, davelaarstiende [Hs- (1572)]; haer haegh mette rouhaegh ende het heestervelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; erf met een groesveltje aende haeg [GVEI2-124 (1778)]; de haag [kado (1832)]; C 473-502; de haag [N. (1875, 1892)]; C 474-476 (b en w: 1.77.10), 504-506 (b en w: 37.20); den haag [N. (1835)]; C 503 (b: 94.90); de haag [N. (1838)]; D 47 (w: 33.20) voormalig ged. St.Oedenrode.
Gebied grenzend aan de Heuvel, aan de oostzijde. tevens gebied in Eerde (Schijndel/St.Oedenrode). Mnl. hage(n) 1) bosje van laag hout of kreupelhout, 2) heg, heining. Buiten de betekenis van "omheining van levend hout, secundair een met houtgewas omheind perceel" had haag dus ook de betekenis van "laagstammig bos, doornstruiken: (M. Top. Valk. -126). -Zie Ariaanshaag, Hooihaag en Rouwhaag
HAAGVELD In d'haegvelt [Mr1325-148 (1645)]; 't haegveld [Mr1333-84 (1726)].
Onbekende ligging. -Zie Veld
HAAK Landt den haak int Dorshout [GVEI2-90v (1778)]; de haak, Dorshout [GVIIE13 (1792)].
Onbekende ligging in het Dorshout. Wellicht is hier sprake van een benoeming naar de vorm. Personificerend van persoonsnaam vgl. Jan Johannes Haak 1737, Kl. Bevolk. reg. Veghel -Zie Winkelhaak
HAAKAKKER Den haakakker [V.}; D 312-313 (og: 05.30; hu: 09.40).
Ligging in de Bushoef onder Eerde (voormalig gebied St.Oedenrode). Benoeming naar de vorm, in de vorm van dit perceel is wel een haak te herkennen. Ook benoeming naar persoonsnaam is mogelijk. -Zie Haak en Akker
HAAN Lant byt erf den haen (zontvelt) [GVEI2-272 (1777)]; huijs etc. aen de leege heijde, van outs genaamt den Haan [RAVllO-155v (1791)]; de haan aan de Lage Heide [kado (1832)] B 355 (hu: 05.10).
Huis liggende aan de Lage Heide onder Mariaheide, tevens onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de diernaam. De kraaiende haan was een frekwent voorkomend uithangteken. Bekend zinnebeeld der waakzaamheid (M. Top. 122
Zonhove, -133). -Zie Mouthaan
HAANVELD In 't goet te hanvelt [BP1184-182v (1405)]; die hoeve te hanevelt en die hoeve te hanenvelt [BP1208-229v (1439)]; huis die hovel aent haenvelt [Hs- (± 1495)]; sitis in
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 86 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
prochia de Vechel ad locum dictum aent haenvelt [GVIDI-3 (1532)]; 't goed van Haneveldt [Mrv1325-4 (1633)]; 't goed van Hanevelt, Vechel, genaemt de Lankveltse hoeve [Mr92-72 (1780)]. Vermoedelijk identiek met het Hamvelt. Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn vgl. Henrick Willem die Haan 1431 (Kl.V.P. -103v). -Zie Veld, Hamveld, Havelt en Lankveld
HAGESTRAAT Haghestraet [HH133-21 (1507)]; uyt huijs en hoff bij de hagestraete ofte erpschestraet en eenen acker genaemt de weltgerse hoeff [HH163-14 (1714-1783)]. Ligging zeer waarschijnlijk identiek met de Hoogstraat onder Mariaheide. -Zie Hoogstraat
HAKKENHOEF De hakkenhoef, hey by heselaer [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in de omgeving van de (Lage) Hei of het Hezelaar. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Johanna hak 1791 (Kl.V.P.). Benoeming naar de vorm. Perceel met een haak of hoek (M. Top. Valk. -129). Hakkeveldje. -Zie Hoef
HALEVELD Onbekende ligging. het eerste lid is wellicht een persoonsnaam. -Zie Veld
HALVEKERKAKKER Een perceel land in vier stukjes, gelegen alhier op de Boekt, sijnde het lanf genaamt den halven kerke acker, groot ontI. derdalff loop, een eijnde de rivier de Aa [RAV112-87 (1796)]. Onbekende ligging op de Boekt, Veghel-Zuid, aan de rivier de Aa. Benoeming naar de eigenaar. HAM
Quondam manso dicto vulgaris hamme [GVIE2 (1368)]; in parochia de vechel in locum dictum op den ham Godefridi de Erpe [GVIE2 (1391)]; de hoeve 't goet te ham in Vechel [BP1184-100 (1405)]; hoeve op hamme [BP1437-53v (1438)]; hoeve hamme [GVE2-39 (1500)]; sijn lant op ham [GVE15-8 (1624)]; 1/3 beemt agter ham, twee karre hoijgewas [GVE12-128v (1777)]; op ham [kado (1832)]; D 866-984; het ham in de nieuwe veldjes [N. (1891)]; D 1026, 1027 (b: 66.70). Gebied aan de noordzijde van de Zuid- Willemsvaart, grenzend aan Erp. 't Ham is een groot stuk grond in Veghel. Als toponiem is het gebruikelijk voor spits toelopende percelen. Dit is in ons geval niet meer na te gaan. De grenzen van 't ham zijn wel zo vaag, dat niemand meer precies weet, waar het begin en waar het einde is. het is een 123 buurtschap. Ook in de hydronymie komt het woord voor. De naam Hemelrijk kan een volksetymologische vervorming zijn van 'heem, grens (Lindemans 1928, -150) en rike, gebied, of van ham, hemmekin, inham, afgeperkt of omheind stuk grond (Frans Claes, Naamkunde 1987 -69). HAMSEAKKER
Hamse akker, havelt [GVIIE13 (1792)]; de hamse akker [N. (1847, 1885)]; D 980, 995 (b: 91.30, w: 06.60), 1123 (b: 61.10); den hamschen akker [N. (1865)]; D 959, 980 (hu: 03.19, b: 91.30). Verspreide ligging op en nabij het Ham. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker HAMSEBEEMD(EN)
De hamse beemden, op ham [GVIIE13 (1792)]; de hamsche beemd [kado (1832)];
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 87 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
D 783-823. Gebied aan de oostelijke Aa-oever grenzend aan het Ham. benoeming naar de ligging. -Zie Beemd HAMSEHOEVE
De hamse hoeve [N. (1851)]. Ligging op het Ham aan de grens met Erp, een oude boerderij met patriciërshuis. benoeming naar de ligging. -Zie Hoeve HAMSESTREPEN
De hamse streepen in het lanckvelt, Vechel [Mrv91-57 (1697)]. Onbekende ligging op het Ham of het Havelt. Benoeming naar de ligging. -Zie Streep HAMSETIENDE
Buntbeemden op ham by de aa-hamsche tienden [Hs- (1535)]; ackerse, russche en hamse tienden [Mg25-65 (1747-1794)]. Nauwkeurige ligging niet bekend wellicht grotendeels samenvallend met het Ham. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende HAMSKASTELEKE
Hams kasteleke [V.] Identiek met de Hamse hoeve een populaire benaming die nog gebruikt wordt. HAMSROT
D' eerste roth het hams roth bestaet in achtien huyssen en is toegemeten yder huys 4 roeden is 72 roeden [GVIIB28 (± 1700)]. HAMTIENDSEBLOK
Getiend in de hamthiendse block [Mrv28-13 (1566)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. 124 HAMVELD(JE) Een beemd genaamd ter hamfelt in de parochie van Veghel [HGB-230 (1339)]; aen gheen hamvelt in loco dicto in der nederboect [Hs- (± 1390)]; thanffelt [Hs- (1420-1425)]; kezelaer, haemvelt [GVIE2 (1462)]; huis, plaats, hof en land gelegen in de parochie Veghel ter plaatse genaemt aent hamvelt [GZG-1378 (1472)]; hamsveltje, havelt [GVIIE13 (1792)]; op het hamsveld [N. (1820, 1868)]; D 941, 942 (w: 59.10). Onbekende ligging op het Ham, waarschijnlijk niet ver van de aangrenzende Nederboekt. Benoeming naar de ligging. -Zie Veld HANDELSTEEG Handelsteeg , Zijtaart [V.]. Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid zou een persoonsnaam kunnen zijn; vgl. Cornelis van Haandel, 1833 (Kl. ber. V.). Was het misschien een verbinding met de (bedevaart)plaats Handel ? -Zie Steeg HANEGRAAF Hanegraaf [RAV159-95 (1776)]. Onbekende ligging. Benoeming naar persoonsnaam Hanegraaf die in Veghel en omstreken nog algemeen voorkomt. Benaming voor een waterloop. -Zie Haan en Graaf HANENVELDJE Een perceel bouw- en weiland, houtwas, voorpoting en geregtigheden gelegen in veghel
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 88 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
op het Middegaal, genaamd het hanenveldje [N. (1824)]. Onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar persoonsnaam of diernaam. -Zie Haan en Veld HANNELATPLAK Hanneletplak [V.]; F 1062 (w: 56.90). Ligging in het Heiligt. Benoeming naar Hanne Lathouwers die daar woonde (Volksm. 35). -Zie Plak HANNESKESKOOP Hanneskeskoop [V.]; B 172-178,205 (he: 8.44.10; de: 67.40; b: 2.19.70; og: 15.36). Ligging in het vroegere heidegebied het Wuiten ten noorden van het Ven. Benoeming naar mansnaam Hanneske, diminutief van Hannes, Johannes. -Zie Koop HANSVOORT Tgoed in die hamfort in loco dicto hamfort [Hs- (± 1385)]; hamsvoert [Hs- (1450-1460)]; ad lovum dictum die hamsfoert in loco dicto eecquinckel [Hs- (1450-1460)]; filia de hafort [HH133-6 (1507)]; de hafoert, de hamfoert [HH133-7 (1507)]; 't nieuw lant in de handtfort [GVEI5-3 (1624)]; van eenen acker gelegen in hamsfort tot op de gemeenstraet [HHI63-4 (1714-1783)]; 1 perceel teelland genaemt het hansvoort gelegen op Vorstenbosch [N. (1828)]. 125Onbekende ligging, wellicht het huidige Middegaal, Middegaalsveld en omliggend gebied. De spelling HamsJoert wettigt de veronderstelling dat het hier ging om een doorwaadbare plaats (zie voort) nabij een ham gelegen. Evenals in het gebied het Ham bevond zich ter plaatse, tussen de Aa-broeken en de Dorshoutse beemden een opvallende bocht in de rivier de Aa. -Zie Ham en Voort HANSVOORTBRUGSKE
Hansfoorts brugske [Hs- (1561)]; beemt aant hamfoortsbrugsken [GVE2-178 (1702)]; van eenen hoybempt gelegen omtrent hamsfortsbruxke, de gemeene beekgraef, streekende op die Aa [HHI63-7 (1714-1783)]. Dit is vrijwel zeker een bruggetje waar de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch de BeekgraaJ kruist, het tegenwoordige bruggetje ter plaatse wordt Beugs Brugske genoemd. Benoeming naar de ligging. -Zie Beugsbrugske HANSVOORTSEBEEMDEN
Uuyt enen buenre bemps gelegen in die hantfoers beemde [GVIE2 (1400)]. Onbekende ligging in oJ nabij de Hansvoort. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd HANSVOORTSETIENDEN
Land den mostart in die hantvoertse thiende [Hs- (1519-1538)]; bij die middegaelsche hoeve in de hantfoertsche thiende [Mrv25-13 (1551)]; dinterse akker, hamfoortse tiende [RAV159-44v (1744)]; hanfoortse tienden of tienden v.h. middegaal [Mh- (1954)]. Onbekende ligging, wellicht grotendeels samenvallend met de Hansvoort. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende HANTAART
Hantaert [HHI33-36 (1507)]; land die hantaert Ct goed te Haenvelt) [Mr1322-65 (1608)]. Onbekende ligging waarschijnlijk in de omgeving van het Havelt. Dit is wellicht personijicerend naar een persoonsnaam vgl. Johannes van den Hantart, 1702 (L.V. Jam.). HAPVOORT
Hapvoort (tussen Erp en Mariaheide) [Ms-].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 89 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging tussen Erp en Mariaheide. Het eerste lid is onduidelijk, mogelijk van mnl. happe, hakbijl, snoeimes (Verwijs en Verdam -144). Een doorwaadbare plaats in een met kreupelhout dichtbegroeid gebied ? -Zie Voort HARENSVELD
Van Harensveld [V.]; A 665 (w: 69.80). Ligging op het Middegaal. Het eerste lid is een persoonsnaam van Haren, een in Veghel en omstreken algemeen voorkomende persoonsnaam. -Zie Veld HARKMANSAKKER
126 Lant int akert harkmans acker [GVE12-172v (1777)]; een perceel teulland, houtwasch en geregtigheden genaamd harkmansakker in het akert [N. (1820)]. Ligging in het Akert, vrijwel zeker identiek met Hurkmansakker. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker en Hurkmansakker HASSEVELD
Hasse veld [V.]; E 662-663 (de: 78.90). Ligging in de Leinsedel onder Zijtaart. Het eerste lid is een genitief van de mansnaam Has, Johannes. -Zie Veld HAVELD
Uuyt erffenissen aen dat havelt gelegen [GVIE2 (1443)]; in die nederboect aent havelt [Hs- (1519-1538)]; zijnen hoff ende lant aen't havelt [GVE15-33 (1624)]; uytten aabempt aen't havent [HH163-2 (1714-1783)]; hertgang 't havelt [GVE12-107 (1778)]; het haveld [kado (1832)]; D 1131-1256; het haveld [N. (1883)]; D 1231 (b: 45.10). Buurtschap en gebied aan de oostzijde van de dorpskom, zuidelijk van de weg naar Erp. Misschien een nevenvorm van of ontstaan uit het toponiem Davelaar (zie Davelaar). Op grond van bovenstaande opgave zou men gelijkenis verwachten met Hamveld. Maar 't Havelt en 't Ham zijn twee onderscheiden stukken grond. De namen zijn nog algemeen bekend. Misschien is een etymologie oorspr. hovevelt aanvaardbaar. Bij contractie (korte -e- staat tussen gelijke consonanten) ontstaat hovelt. In dialectische uitspraak misschien vervormd tot Havelt. Bij deze constructie zou eveneens een naam "Hoffelt" of "haffelt" mogelijk zijn. Een tweede mogelijkheid is wellicht een vorm: ho-veld, een hoog veld. -Zie Haanveld en Hamveld HAVELDSEBEEMD
De haveldsche beemd [kado (1832)]; D 370-414 (ho: 23.22.17; w: 16.30). Hooibeemden aan de oostelijke Aa-oever nabij het Havelt. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd HAVELTSROT
Thaevelts roth bestaet in 18 huysen ende is aengemeten yder huys vier roeden alsvooren ende begint aen den elssen bos achter schans [GVIIB28 (± 1700)]; op den padt van Peter Henrick Lambers naar Hams eusel, het havelts rot [Ms4-104] . -Zie Rot HAVELTTIENDE
De collick, havelttiende [Hs- (1681)]; landt in de havertiende aent reybroek in de colk [GVE12-268v (1777)]. Onbekende ligging aan het Rijbroek onder Zijtaart. De percelen hebben blijkbaar deel uitgemaakt van een tiende die grotendeels op het Havelt lag en daaraan zijn naam ontleende. De spellingvariant Havertiende suggereert weer een verband met het gewas
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 90 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
haver. -Zie Tiende 127 HAVEN a. NIEUWE HAVEN Nieuwe haven [V.]. De grote industriehaven aan de westzijde van de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de recente aanleg. b. OUDE HAVEN Oude haven [V.]. Liggend aan de oostzijde van de Zuid- Willemsvaart, zich uitstrekkend tot aan het H. Hartplein. Benoeming naar het vroege tijdstip van aanleg. HAVENDIJK Havendijk [V.]. Ligging langs de oude haven, de tegenwoordige benaming is Noordkade. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk HAVENPLEIN Havenplein, anno 1924 omgedoopt tot H. Hartplein [V.]. Ligging bij de zwaaikom in de haven, nu H. Hartplein. Benoeming naar de ligging. HAVENSTRAAT Aan de hoogeinde in de havenstraat [N. (1873)]; A 865 ged. (w: 22.47.90). Nog in gebruik zijnde oude benaming voor een zijstraatje van de Sluisstraat dat uitloopt op de Zuidkade. HAVERDRIES(KE) 't Haverdriesken in d'akert [GVEI5-37 (1624)]. Onbekende ligging in het Akert. Benoeming naar het gewas. -Zie Dries HAVERKAMP Landt en groes de havercamp en bussele [GVEI2-171 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Kamp HAVERSTREEP Haverstreep aen lege heyde [GVEI2-40 (1778)]. Onbekende ligging aan de Lage Heide onder Mariaheide. -Zie Streep HAVERVELD Haverveld [V.]; A 868 ged. (he: 15.93.00). Ligging in het voormalig heidegebied het Oost-Dubbele. -Zie Veld HAZELBERG 128 Beemden bij die hazelberg [BP1l96-15v (1426)]; op hazelberch beemd "deussels van hazelberchs camp" aen den beeckgraaff [Hs- (1519-1538)]; op haselbergh in de palsdonck streckende aen den beekgraeff [HHI47-40 (1621-1691)]; op haselbergh in de palsdonc streckende aen den beeckgraeff [HHI63-52 (1714-1783)]; hazelberg aan de heivelden [N. (1871)]; A 149-152 (wen hh: 60.70). Buurtschap halvenvege Veghel en Vorstenbosch, noord-westelijk van het Ven. Benoeming naar de begroeiing met hazelaar, mnl. hasel = hazel, hazelaar coryllus avillana (hs-24). Benoeming naar de hoge ligging; buurtschap ligt een halve tot een meter hoger dan de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 91 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
aangrenzende gronden ten zuiden ervan. -Zie Berg
HAZELBERGSEBEEMD Haselbergs beemt, grenst aan beekgraaf [RAV159-45v (1741)]; in de haselbergse beemt [GVEI2-22 (1778)]; hazelbergschen beemd in de heivelden [N. (1871)]. A 146 (w: 2.06.50). Ligging nabij de Hazelberg in het gebied genaamd de Heivelden, aan de Beekgraaf Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd
HAZELBERGSEDIJK Van eenen hoeybemt streckende op den haselbergsen dijck genaemt het gerijgent [HHI6353 (1714-1783)]. Dit is vrijwel zeker de weg door de buurtschap Hazelberg, die in oostelijke richting naar Mariaheide en in westelijke richting naar Beugt-Dinther loopt en nu eenvoudig Hazelberg genoemd wordt. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk
HAZELBERGSEKAMP Op hazelberch beemd deussels van hazelberchs camp aen den beeckgraaf [Hs- (15191538)]. Ligging op de Hazelbergse beemd (zie Hazelbergse beemd) aan de Beekgraaf Benoeming naar de ligging. -Zie Kamp
HAZELBERGSHEK 4 1. Landt aent haselbergs hecken int heijvelt [GVEI2-25 (1778)]. Onbekende ligging bij de Hazelberg. Benoeming naar de ligging. -Zie Hek
HAZEPOOT Hazepoot, sijterse beemden [GVIIE13 (1792)]; den hazenpoot [N. (1836, 1891)]; D 783, 785 (ho: 91.60). Ligging in de Hamse beemd. Wellicht benoeming naar de vorm; in drie aan elkaar grenzende perceeltjes ter plaatse kan men (met enige verbeeldingskracht) een (haze)poot Zlen.
HEEMBERG Situm in parochia de Vechel ad locum dictum aen ghenen heeberch [GVIE2 (1431)]; 129 arcam et ortum sito in prochia de Veehel ad locum dictum hoeberch (herberch) [GVIE2 (1432)]; den dries in loco dicto op heemberch [Hs- (1519-1538)]; aant havelt op heemberg [GV (1556)]; de stucke of den ecker teynen den hoff heemberch genaemt [GVEI5-13 (1634)]; heberg [HH 163-1 (1714-1783)]; van huijs ende hoff mette erffelijeheyd gelegen onder heeberg [HHI63-19 (1714-1783)]; 1 perceel teulland, groes, houtwas en geregtigheden op 't Ham genaemt heemberg bij rielandshoef [N. (1815)]. Onbekende ligging. Mnl. heem betekent o.a. erf, afgescheiden, omheind stuk grond, vgl.mnl. heemwerf Heem, woonplaats, in engere of ruimere zin, derhalve hetzij (iemands) huis, woning, verblijf, hetzij (iemands) vaderland, geboortegrond enz. (W.N.T. -286). -Zie Berg en Homberg
HEERIjT Blijkens een mededeling van Enklaar op pag. 94 van Gemeene Gronden in NoordBrabant, vereenzelvigt hij de Leigraaf, die momenteel nog bekend is, met de Heerijt. Het klopt wel met de situatie. Rijt is een afwateringssloot. Kil. ryte= canalis, locus humilis sive declinis. Schönfeld zegt dat "rijt" op de eerste plaats een litoraal woord is, dat echter hier en daar vrij ver naar binnen is gedrongen. het is een afleiding door middel van een suffix van de idg. basis rei, ri = stromen. In Noord-Brabant komen voor: Bruggenrijt, Peelrijt,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 92 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ekkersrijt. Het eerste lid verbergt misschien een oud woord - heen - = riet? (Hs-).
HEERKENSVELD Heerkensveld [V.]; B 32 (w: 60.40). Liggend in het Schuttersveld. Het eerste lid is een persoonsnaam ± 1842 was Arnoldus Heerkens de bezitter van dit perceel. -Zie Veld
HEERLAARSBRAAK Land zegherseijnde bij die heerlaersbrake [BPI212-26 (1443)]. Onbekende ligging. Mogelijk is hier sprake van land dat verbonden geweest is met kasteel Herlaer onder Sint Michielsgestel. -Zie Braak Heerdveldse hoef onder Eerde 130
HEERTVELDSEHOEF De heertvelsche hoef [kado (1832)]; D 1-25 (ged. Sint-Oedenrode). Hoeve gelegen in Eerde in de heidegebieden van de gemeenten van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode. dat kan in. verband worden gebracht met een verklaring voor de naam, omdat heerd- of weidegangen uit uitgestrekte vroente of heide bestonden, die achter elke nederzetting lag, waarop een buurtschapsherder het vee hoede (M. Top. Bocholt -135). -Zie Hoef HEES (HEZE) Thyscamp in loco dicto in die hese [Hs- (± 1450)]; in die heze [Hs- (1519-1538)]; heesch = de heeze, agter dorshout bij gelijke beemden [Hs- (1535)]; d'lant in de hese aen malcanderen liggende [GVE15-67 (1624)]; huis gen't de hees, int dorshout [RAV97-203v (1721)]; huis int agterste dorshout genaamt de Hees van ouds bekend met den naem van cruijsbroere hoeve [RAV101-170 (1740)]; de hees aan het Beukelaar [N (1868, 1883)], [V.-]; A 1063 (b: 41.20), 1064 (w: 24.20), B 1191, 1194 (b: 49.80), 1195 (b: 15.00). Verspreide ligging, soms wellicht ook identiek met het Heze(laar). Hees is een frekwent voorkomende naam ter aanduiding van kreupelbos en van (vaak uitgestrekte) kompleksen land (gerooid bos of door hees kreupelbos omheind land) (M. Top. v. Bochholt -44). -Zie Kruisbroerenhoef a. ACHTERSTE HEES De achterste hees aan het Beukelaar [N (1847)]; B 1191, 1194 (b: 49.80). Benoeming naar de ligging "achter" een perceel de Hees, aan het Beukelaar, het lijkt niet onwaarschijnlijk dat de Hees en de achterste Hees, hun naam ontlenen aan het nabij gelegen gebied het Heze(laar). b. GROTE HEZE In 't land die groetheze [BP1192-418 (1421)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de oppervlakte en naar de ligging. HEES AKKER Et usque heesacker et de heesacker usq, [GVI (1310)]; ex hezecker [HH128-16 (1471)]; ex agro dicto heesacker [HH133-1O (1507)]; van de heesacker [HH163-26 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging nabij een perceel de Hees genaamd (of naar begroeiing rondom met kreupelhout). Benoeming naar persoonsnaam Heesakkers lijkt ook mogelijk. -Zie Akker HEESAKKERSHOEK Heesakkershoek [V.]; F 170 (b: 59.50). Ligging in de Nieuwe Heikampen (Heikopen) onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Adriaan Jacop Heesackers 1803 K. Bev. V.-; het perceel is in een hoek
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 93 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
gelegen. -Zie Hoek HEESSEHOEF Van de schouteth van heesse hoeff [GVE15-18 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal zijn afgeleid van een persoonsnaam. 131 -Zie Hoef HEESSTUKSKES Quadam pecia terre die heesstuxken [GVIE2 (1443)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging op of nabij een perceel of gebied genaamd de Hees (Heze(laar)? of naar begroeiing rondom met kreupelhout. -Zie Hees en Stuk HEESTERSGRA VE -Zie Graaf Onbekende ligging waarschijnlijk aan de zuidzijde van de dorpskom van Eerde aan de rand van de Schijndelse heide. Vermoedelijk moet Truheestersgrave gelezen worden als Trui Heesters grave; het eerste lid zal dus een persoonsnaam zijn; "grave", graaf, sloot. -Zie Graaf HEESTERVELD(EKE) Haer haegh mette rouhaegh ende het heestervelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't heesterveldeken in de neerboeckt [GVE15-39 (1624)]; het heesterveld ter plaatse genaemt aen de Eerde [Mrv92-74v (1768)]; het heestervelt by buendersteeg aan busselhekken [GVIIE13 (1792)]. HEGAKKER Die hegecker te Vechel bij die hoeve ten bogaert [BP1l95-155v (1425)]; de hegakker, nederbiest [Hs- (1537)]; d'lant in den hegecker [GVE15-71 (1624)]; landt vant afgebroke erf op den hegacker [GVE12-67 (1778)]; genaamd den hegakker, te Veghel aan het hezelaar [N (1830)]; hegakker [V.], D66, 67 (b: 1.90.70), 68, 70-72, 97, 98 (b: 2.27.01; hu: 6.50; w: 36.40). -Zie Akker HEI(KE) Dat gelden Aert Glaeus kynder aan die heij [GVIE2 (1437)]; huis in loco dicto aen die heye den langen ecker in loco dicto henneberch [Hs- (1519-1538)]; aen den hertgang de hey [GVE12-1 (1778)]; landt over 't heyke, 't campke [GVE12-30 (1778)]; de heide [kado (1832)]; D 361 (b: 10.50) (St.Oed.). de hei, de heide, het heike [N (1886, 1891, V.]; B 171 (he: 9.46.20), C 5, 6 (w: 59), 399 (he: 19.72.30), E 638-640 (w: 55.40; hu: 57.00; de: 1.70.00), 692 (he: 14.72.50), 694 (he: 15.61.40), 1532, 1533 (he: 3.45.20), F 465 (he: 20.63.51). Verspreide ligging. Hei, heide werd meestal gebruikt ter aanduiding van het tegenwoordige Mariaheide, maar ook voor het heidegebied (vroeger van St.Oedenrode) zuidelijk van Eerde, en evenals "heike" voor percelen ontgonnen heide. Anno 1832 kende Veghel nog uitgestrekte onontgonnen heidegebieden: Hogerduinen, Beukelaarsbroek, het Reibroek onder Zijtaart, het Dubbele tussen Eerde en Veghel, het Wuiten en het Vensbroekje nabij Vorstenbosch en nog verscheidene kleinere gebieden. De Veghelse heiden zullen meestal laaggelegen geweest zijn. Zoals elders in de Kempen, is heide de gangbare benaming geworden ter aanduiding van de, meestal met heide begroeide, gemeentelijke gronden, die zeer uitgestrekt waren. Andere namen ter aanduiding van deze gemene gronden zijn Aard (zie Eerde), Gemeente en Vroente. 132 a. ACHTERSTE HEI
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 94 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
De achterste hei in het Dubbele [N (1891)]; F 464 (he: 9.84.40). Benoeming naar de ligging. b. HOGE HEI Het campke, hoge heyde [Hs- (1662)]; uyt huijs en hoff gelegen aan de hooge heyde off brederse heyde [HH163-9 (1714-1783)]; de hooge heide [kado (1832)]; B 303-350. Ligging onder Mariaheide aan de oostzijde van de Lage Heide. Benoeming naar de ligging te opzichte van de Lage Heide. c. LAGE HEI Leege hey [Hs- (1664)]; de leegh hey bestaet in 23 huyssen ende begint in den buender genaemt den junger aen muylengraeff is toegemeten yder 4 roeden [GVIIB28 (± 1700)]; van eenen acker aen de leeg heyde [HH163-4 (1714-1783)]; lege hei [Mh- (1954)]; de lage heide [kado (1832)]; B 351-393; [N (1843)]; B 409-415 (hu: 09.10; mo: 03.42; w: 89.60; b: 1.64.30). Gebied onder Mariaheide aan de noordzijde van de weg naar Uden, ongeveer vanaf de kerk oostwaarts tot aan de Beekgraaf vlakbij het gedenkteken. Benoeming naar de ligging. Ten oosten van dit gebied begint het niveau van de bodem te stijgen. (Uden ligt aanmerkelijk hoger dan Veghel). d. VOORSTE HEI De voorste hei in het Dubbele [N (1891)]; F 463 (he: 12.04.70). Benoeming naar de ligging. -Zie Bergehei, Bredelaarshei, Bredersehei, Mariaheide, Veghelseheide, Verreheide en Voorhei HEIAKKER(S) De heyacker op sontvelt [Hs- (1530)]; een stuck landts den heyecker (onder Eerde) [GS)262 (1617)]; heyacker op seytaert [RAV157-101v (1694)]; heyakker in den berg [GO( 1754)]; de heiakker [kado (1832)]; B 249-302; den heiakker, de heiakkers [N (1836, 1842, 1891, 1892], [V.-]; A 1 (b: 90.40), C 162 (b: 29.60), 179-182 (b: 90.60; og: 06.78), F 965-966 (b: 56.10). Gebied oostelijk van het Ven bij de buurtschap Driehuizen, en aan de oostgrens der gemeente onder Mariaheide aan de zuidzijde van de weg naar Uden. Ook benaming voor afzonderlijke percelen verspreid over de gemeente. Benoeming naar de ligging op of nabij de heide; bouwland ontgonnen uit de heide. -Zie Akker a. ACHTERSTE HEIAKKER Landt den agtersten heiacker [GVE12-42 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. HEI(SE)BOS Heysbos [RAV160-36 (1763)]; het heibosch [kado (1832)]; B 838-878; het heische bos, het heische bosch [N (1842, 1845)]; B 894, 895 (w: 08.40; b: 45.00), 937, 938 (w: 54.70). Gebied aan de oostzijde van de Wethouder Donkersweg, halverwege Veghel en Mariahei133 de, noordelijk van de weg naar Uden. Benoeming naar ligging en begroeiing. Anno 1832 kende dit gebied een groot naaldbos. -Zie Bos HEIBROEK Ter plaatse genaemt het heibroek [N (1852)]; E 677, 678 (b: 61.00). Ligging in het Reibroek onder Zijtaart. Mogelijk gaat het hier om een verschrijving of verkeerde lezing van Reibroek. Benoeming naar de ligging in het heidegebied Reibroek. -Zie Broek
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 95 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
HEI(SE)BUNDER(S) In de heytse bunder (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; in de heydse bunders [Mrv91-201v (1735)]; agterste eeusel in de heyse bunder [GVE12-137 (1777)]; de heibunders [kado (1832)], [V.]; B 705-731 (w: 12.31.30). Gebied liggend aan de zuid-oostzijde van het Ven. Als enkelvoud ook benaming voor enkele andere verspreid liggende percelen. Benoeming naar de ligging. -Zie Bunders HEIDENS VELDJE Van der heydens veldje [V.]; C 368 (he: 14.05.60). Ligging op Hogerduinen. Benoeming naar persoonsnaam v.d. Heiden, in Veghel algemeen voorkomend. -Zie Veld HEIDONK Velt in hey(s)donk [GVE12-45 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Donk HEIENKAMP Ex heyencamp [HH128-15 (1471)]; heyencamp [HH133-45 (1507)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is wellicht een afleiding van een persoonsnaam. Of een genitief van "hei"? -Zie Kamp HEIGAT Huys hof en aengelege lant en groes aent heygat op zontvelt [GVE12-279v (1777)]; het heigat aan de Leinsedel [N (1847)]; E 1567, 1568 (b: 85.10). Ligging aan de noordpunt van het gebied het Leinsven onder Zijtaart aan de grens met Erp. Benoeming naar de ligging aan het vroegere heidegebied het leinsven. Mogelijk begaf men zich via dit punt naar de heide. -Zie Gat HEmOEF Die heyhoeve [BPl195-46 (1425)]; tzontvelts roth bestaet in eenentwintigh huysen en is yder huys aengewesen als vooren, eerstelyck de heyhoef [GVIIB28 (± 1700)]; heyhoeve, scheiding met Lieshout [GVIIE13 (1792)]; de heilioef [kado (1832)]; E 1457-1499, 15011506; de heihoef [N (1839)]; E 1474 (b: 86.50), 1498, 1499 (b: 31.49). 134 HEIKAMP(EN) De heycamp, scheiding met Lieshout [Hs- (1546)]; gelegen ter plaatse aan d'Eerdegenaemt den heycamp [GOI26-39 (1638)]; die heydecamp [(1747-1794)]; heische camp [N (1836)]; A 809 (w: 46.20); heikampen [kado (1832)]; F 455 (w: 21.49.30), 457-460 (w: 10.37.00; he: 46.16.90), 465 (he: 20.63.50), 467 (he: 23.56.90), 470-471 (he: 11.16.60) Verspreide ligging. Benaming naar de ligging. -Zie Kamp a. NIEUWE HEIKAMP(EN) De nieuwe heikampen [N (1856, 1879); F 118 (b: 68.70), 158, 159 (b: 64.70); de nieuwe heikamp [N (1864)]; F 132, 133 (b: 44.10). Gebied onder Eerde, identiek met de Nieuwe Heikopen. "Nieuw" duidt op latere ontginning. HEIKO(O)P(EN) Den heikoop [N (1862, 1876, 1877, 1886, 1888, 1889, 1893, 1895); A 867 (w: 22.59.30), C 369, 370 (he: 27.35.50), 376, 377 (he: 6.78.20), E 679, 680 (b: 59.33), 695 (w: 49.30), 1029 (w: 74.60), F 462,463 (he: 13.13.40),827 (he: 6.95.10); heikopen [V.]; A
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 96 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
864 (he: 22.96.80). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Koop a. ACHTERSTE HEIKOOP De achterste heikoop in het beukelaarsbroek [N (1876, 1886)]; C 394, 395, 399 (he: 63.31.70). Benoeming naar de ligging. b. GROTE HEIKOOP De grote heikoop in het beukelaarsbroek [N (1883)]; C 399 (he: 19.72.30). Benoeming naar de afmeting en de ligging. c. KLEINE HEIKOOP De kleine heikoop in het beukelaarsbroek [N (1883)]; C 395 (he: 21.60.10). Benoeming naar de afmeting en ligging. d. NIEUWE HEIKOPEN De nieuwe heikoopen [kado (1832)]; F 112-177; de nieuwe heikopen [V.]; (b: 59.50). Gebied liggend onder Eerde, identiek met de Nieuwe Heikampen. Benoeming naar de ligging. HEILIGE EIK Een stuck landts aenden h(eiligen) eyck (onder Eerde) [GSO-262 (1617)] Onbekende ligging onder Eerde. Dit zal een oude heilige plaats geweest zijn. -Zie Eik HEILIGEGEEST Noch van deselve heilige geest drije stucxkens neffen de straet opte hooch boect [GVEI534 (1624)]; de heiIge geest [N (1871, 1876, 1895)]; D 200 (b: 42.00), E 563 (b: 49.00). 135 Ligging op de Ronde Bult en in Grietenveld onder Zijtaart. Dit zullen bezittingen geweest zijn van de H. Geest- of Armentafel (M. Top. Neerpelt, -119). HEILIGEGEESTHOEVE Van de heilige geest hoeff ten bossen [GVE15-154 (1624)]; van de heylige geest hoeve hoy en groes [GVE12-115v (1778)]. -Zie Heilige Geest en Hoeve HEILIGENGEESTVELD Halff eussel metten aengelegen lant, gelegen tot Vechel op de wattersteghe neffen het heiligen geestvelt [N (1660)]; een acker teull. houtwasch en geregtigh. onder de Hoogboekse Thiende genaemt het heijlige geest velt of vosacker, groot ontr. 3 1.[RAVI 09-147 (1785)]. Onbekende ligging in het gebied de Watersteeg. Ook ligging in de Stad aan de Driewegenscheiding (zie aldaar). -Zie Vosakker HEILIGGIELISVELD Heilig Gielisveld [N (1838, 1841)]; D 1152 (w: 69.60), 1153 (b: 39.90). Ligging op het Havelt. Benoeming naar de H. Michaël. -Zie Veld HEILIGT Hoeve lochten-borch ad locum dictum aent heylict [Hs- (1500)]; ex heze in heiloect [HH133-16 (1507)]; ad locum dictum int heylichte [Hs- (1519-1538)]; in 't heiligte [G0126-52 (1684)]; huijs hoft ende aangelegen lant en groese aende kempkens int heijIligt als op logtenborg is gelegen [N (1711)]; het heIligt [kado (1832)]; F 1021-1082, [N (1835, 1840, 1894)]; F 1031 (b: 86.40), 1046 (b: 71.30), 1060-1061 (b en w: 98.90);
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 97 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
het heiligt, [N (1836)], [V.]; F 987, 990, 1012, 1013, 1062 (w: 85.00; he: 26.20), 1082 (hh: 66.90). Gebied onder Eerde aan de oostzijde van de weg naar St. Oedenrode, zich uitstrekkend tot aan de bosrand van de Koeveringse bossen. Is dit het mnl. woord heilicht helft (Verwijs en Verdam -299). Of ligt er een samenhang met "heilig" meer voor de hand? a. ACHTERSTE HEILIGT Het achterst heIligt in het heIligt [N (1891)]; F 1022, 1023, 1028 (b en w: 68.60). Benoeming naar de ligging. b. KORT HEILIGT Vuijt een stuck ackerlants gelegen onder Vechel op creijtenborch aent cort heilicht [RG169-12 (1646)]; 51 r. akkerland te Vechel op creytenborgh aen het cort heijlicht [Dom.171 (1731-1756)]. Onbekende ligging op Krijtenburg onder Eerde. Benoeming naar de vorm en naar de ligging aan of nabij het Heiligt. c. VOORSTE HEILIGT Het voorste heIligt [N (1840, 1891); F 1070 (b: 37.20), 1072 (w: 27.50), 1078 (b: 88.90). 136 Benoeming naar de ligging. HEILIGTSEBERG
Een derde part in den heyligsenberg [GOI26-58 (1710)]; huijsje hof etc. in Veghel aen de kempkens of Biesen, aen den Heijligse Bergh; eenen houtberg gelegen aldaer genaemt den heijligse berg [RAVIlO-36v (1788)]; heyligdenberg, biesen [GVIIE13 (1792)]. Ligging op de Biesen onder Zijtaart, in de omgeving van het Heiligt. Benoeming naar de ligging; hooggelegen perceel nabij het Heiligt. -Zie Berg HEILKESHOF
Hoy en lant heylkeshof int vossenhol int Dorshout [GVEI2-196 (1778)]. Onbekende ligging in de Nieuwe Kopen bij het Dorshout. Het eerste lid is een vrouwsnaam; Heyl(ken) was de gangbare vleivorm van Helena. -Zie Hof HEILTJESVELDJE
Heyltjensveltje [GVEI2-228 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Veld HEIMANSKAMP
Grevenbroek of hymanscamp aen hey [GVEI2-71 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Carel Heymans 1867 (Kl.Bev. V.-). -Zie Kamp HEIMANSLAND
Symon Heymanslandt [GVEI2-297 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land HEIMENHOVE
Aert Heymenhove in die langhove [BP1195-175v (1425)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Hoeve HElMENSLOOP
Gerrit Heymens loop (den Biesen) [GVE2-286 (1702)]. Onbekende ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 98 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Loop HEIMINGTIENDEN
Blockthienden die man noempt daw thienden off heyming thienden, Jonker Jan Heym [Mrv28-13 (1567)]; heymssche yhienden [Mrv28-13 (1567)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een afleiding van de persoonsnaam Heym. De familie Heym was eens de bezitter van de tienden in Veghel. -Zie Tiende en Oudetienden 137 HEIMORGEN
De heimorgen in de hoef [N (1868)]; B 170 (w: 78.10). Ligging in de Hoef nabij het Ven, zuidelijk van het vroegere heidegebied het Wuiten. Benoeming naar de ligging bij de heide, of naar ontginning uit de heide en naar de oppervlakte. -Zie Morgen a. VOORSTE HEIMORGEN De voorste heimorgen in het Wuiten [N (1889)]; B 170 (b: 1.15.80). Ligging in het Wuiten. Benoeming naar de ligging. HEINEKAMP
Pietje Heinenkamp [V.]; F 223, 224 (b: 25.80; w: 44.50). Ligging in de Kalverkamp onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp HEINTJESAKKER
Tegen zijn erve heijntjesacker aan de Valstraat [GV- (1790)]. Onbekende ligging aan de Valstraat, de oude verbinding met Zijtaart. Het eerste lid is een diminutief van de mansnaam Hein. -Zie Akker HEIPLAK
Heiplak en hofveld [N (1874)]; E 1478-1480 (b: 83.60; he: 95.80). Ligging in het gebied de Heihoef aan de uiterste zijgrens van de gemeente. Benoeming naar ligging op of nabij of ontginning uit de heide. -Zie Plak HElSEAKKER
Op den heisenakker [N (1819)]. Onbekende ligging wellicht onder Mariaheide. -Zie Akker HElSEROT a. HOGE HElSE ROT
De hoogh heys roth bestaende in 23 huysen bestaet in huysen beginnende aen den stockgraeff 7 namen met 4 roeyen en 1 naam met 1 roey begint aen de waystat van swanenburgh [GVIIB28 (± 1700)]. HElSETIENDEN
De heijse tienden (Mariaheide) [Mb- (1954)]. Onbekende ligging; waarschijnlijk grotendeels overeenkomend met de Lage en Hoge heide. -Zie Tiende HElSEVELDJE
Het heisveldje op de watersteeg [N (1854)]; B 776 (w: 40.40). 138 Benoeming naar de ligging. -Zie Veld HEISTEEG
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 99 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
De heisteegt [V.]; F 680-681 (b: 34.10; w: 31.00).
Ligging in de Abenhoef aan een zandweg, de Heisteeg. Benoeming naar de ligging. -Zie Steeg HEISTREEP Drije stueken de heystreep genaemt [GVE15-16 (1624)]; de hey streep [GO- (1754)]; de heistreep [N (1861)], F 289 (b: 40.80)]; de heistreek [V.], F 289 (b: 40.80).
Ligging in de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar ligging op of nabij, of ontginning uit de heide en naar de vorm. -Zie Streep HEITIP Heitip [V.], C 368 (he: 14.05.60 ged.).
Ligging in het voormalig heidegebied Hogerduinen. Benoeming naar de vorm. -Zie Tip HEIVELD(EN) Noeh aen een stuek lants geheyten dat heyvelt terselver stat geheyten op zontvelt [GVIE2 (1400)]; een stuk lants het heyvelt [G0126-11 (1555)]; in eorstiaanshaag ende int heytvelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; het heyveltie (doorenhoek) [GVE2-218 (1702)]; in 't heijvelt [GO- (1754)]; de heivelden [kado (1832)], A 98-148, 150-165; het heivelt [N (1842)], F 342 (w: 12.50); het heiveld [N (1848, 1861, 1866, 1868, 1871, 1975, 1883, 1888, V.-]; B 21 (b en w: 69.20), 679 (w: 82.80), D 895-897 (b: 1.84.50), 1121, 1122 (b: 41.50), E 913 (b: 38.50), 941 (b: 30.10), 1227, 1228 (b en w; 65.30), 1235 (w: 84.30), 1238 (he: 50.50), F 339-341, 346, 347 (b en w: 1.40.00).
Gebied, zich uitstrekkend van de Beekgraaf tot de buurtschap Hazelberg, aan de westelijke zijde van de weg naar Oss, tevens benaming voor vele verspreid liggende percelen.
a. ACHTERSTE HEIVELD 't Agterste heyvelt in heyse buenders [GVE12-54 (1778)].
Onbekende ligging in de Heibunders. Benoeming naar de ligging. b. KORT HEIVELD Op ereytenburg het eort heyvelt [GVE12-299 (1777)].
Onbekende ligging op Krijtenburg onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm.
c. LANG HEIVELD Op krijtenburg genaamd het lankhijveldt [N (1818)].
Onbekende ligging op Krijtenburg onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm. d. VOORSTE HEIVELD Het voorste heyvelt aen Leygraef [GVE12-34 (1778)].
Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. 139
HEIVELDSESTREEP Heyveltse streep heyde by 't ven [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging bij het Ven, wellicht nabij het gebied de Heivelden (zie Heivelden) . Benoeming naar de vorm. -Zie Streep
HEKKEGAT Buenders aent heckegat [GVE12-69 (1778)]. Onbekende ligging. Duidend op de aanwezigheid van een hek. -Zie Gat
HEKKEGATSKAMP Van den heckengaescamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; heckengadtscamp (onder Eerde) GSO-262 (1617)]; twee percelen groesland gelegen in de grottdonk genaamd hekkegatskamp [N (1830)]. Onbekende ligging in de Grootdonk onder eerde, waarschijnlijk nabij een hek op de Schijndelsedijk, waar ter hoogte van de Grootdonk, de grens tussen Veghel en Schijndel
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 100 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ligt. Benoeming naar de ligging. -Zie Kamp
HEKKENSKAMP Een groesvelt int dorshout, genaemt aent Veghelse gat, genaemt heckenscamp, aen den rouwen camp groot ontr. 3 karren hoijgewas [RAV108-80 (1778)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Benoeming naar de ligging. -Zie Kamp
HEL(LEKE) Hel, in Abroek [Hs- (1540)]; een hoyveldeken de hel [Mrv91-67 (1697)]; in den beemd genaemt in de hel tot den hoek van 't sluysje (onder de Boschstraat [GVIIB26 (1785)]; de hel, het helleke [N (1835, 1847, V.-)]; A 849-850 (ho: 46.20). Ligging in het gebied de Knokert achter het Dorshout, hoewel ook van dezelfde percelen sprake kan zijn en mogelijk elders, op de Aa-broeken, aan de grens met Schijndel. Benoeming naar de slechte kwaliteit van de grond ? hel, mnl. helle had de bet. van 1. kuil, diepte; 2. helling, aflopend stuk grond (Molemans, Zonhove -402).
HELTERENBERGSTRAAT (Eerde) Helterenbergstraat [MHb.]. Ligging in de kom van Eerde. Benoeming naar de ligging.
HELTERT Een parceel teulland en voorpoting gelegen int Eerde genaamt den Heltert, ontr. 1 1. [RAV112-182 (1798)]. Onbekende ligging in het Eerde. Wellicht afleiding op 'aart/ert'. aard de gemeenschappelijke heide-, bos-, en broekgronden. Een synoniem van Aard is gemeente, resp. Vroente (Mélotte-Molemans, -60). -Zie Hilterd 140 HEL VERSKAMP D'landt in den helverscamp in den varenbergh [GVE15-129 (1624)). Onbekende ligging waarschijnlijk in de omgeving van Mariaheide (zie Verrenberg). Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Kamp HEL VERSVELD(JE) Landt helvers velt [GVE12-120v (1778)]; een parceelland en canten gelegen in Veghel aan 't Beukelaer, genaemt het helvorsveltje, groot ontr. 1 1. [RA Vl12-299 (1801)]. Onbekende ligging in het Beukelaar. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld ZijÛUlrt, Den Hemel HEMEL De hemel in doornhoek [RAV56-187 (1682)]; huijs hoff aent heselaar genaemt de Hemel [RAV94-91 (1704)]; 4,5 1. landt en groes den hemel [GVE12-59 (1778)]; de hemel [kado (1832)]; B 1021-1104, E 203-217; den hemel [N (1836, 1841, 1882)]; B 1022 (b: 65.00), E 99-103 (hu en tu: 2.24.12), 209 (b: 52.50). Gebied aan de oostzijde van de vroegere Watersteeg, nu Populierlaan, tussen Lindelaan en Heuvelsteeg, nu de fietspad vanaf de Populierlaan de Bunders in. Dit gebied maakt tegenwoordig deel uit van de nieuwe wijk de Bunders. Ook onder Zijtaart ligt een gebied de Hemel, grenzend aan de Doomhoek. Op het Zondveld onder Zijtaart droeg anno 1832 een woning deze naam. Wellicht duidend op de goede kwaliteit van de grond. Hemel 141 Benaming voor een huis heeft betrekking op een herberg (Van Lennep -93 e. v.), voor het
overige betreffen het percelen omheind door een heg of heining. Hemelen, heimen, beheimen "omheinen" = afscheiden door een heg of heining (Verwijs en Verdam, -323). a. ACHTERSTE HEMEL
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 101 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een perceel groesland houtwasch en geregtigheden op de watersteegd genaemt den agtersten hemel [N (1815)]; de achterste hemel ter plaatse genaamd de hemel [N (1871)]. B 1072-1074 (b en w: 80.50). Ligging in de Hemel bij de Watersteeg. Benoeming naar de ligging "achter" in de Hemel. b. VOORSTE HEMEL Een perceel teulland groeze houtwasch voorpoting en geregtigheden aant heselaar genaemt den voorsten heemel [N (1814)]; de voorste hemel ter plaatse genaamd hemel [N (1871)]. B 1025 (b: 64.50). Ligging in de Hemel bij de Watersteeg. Benoeming naar de ligging "voor" in de Hemel. HEMELSTEEG De hemelsteeg [kado (1832)]; B 3 (w: 32.80); weg de hemelsteeg [V.]; E 196 (b: 74.70). Ligging in het gebied de Hemel bij de Watersteeg. De vroegere Hemelsteeg bestaat nu nog als fietsroute de wijk de Bunders in. Benoeming naar de ligging. -Zie Steeg HENDRIKBEEMD Nelis Jan Hendrikbeemt, havelt [RAV159-154 (1751)]. Onbekende ligging op het Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd HENDRIKHOF Lant hendric hof [GVEI2-149 (1778)]; eenen acker teulland gelegen aant havelt genaemt Hendrixhoff, groot ontr. 3 1. [RAV112-333 (1802)]. Onbekende ligging in het gebied Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Hof HENDRIKKESTUK Een stuk teulland en geregtigheden gelegen aen de heijde, op den hoogenacker, genaemt Hendrikke stuk, groot ontr. 2 1. [RAV112-69v (1796)]. Onbekende ligging onder (Maria)heide. Het eerste lid is een mansnaam. -Zie Stuk HENDRIKKEVELD Een perceel bouw- en weiland gelegen te Veghel in het Eerde genaamd hendrikke-veld [N (1825)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een mansnaam. -Zie Veld HENNEKESAKKER Een stuck landts genaemt hennekens acker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. 142 Onbekende ligging onder Eerde. Naar alle waarschijnlijkheid is dit toponiem een verkeerde lezing of verschrijving van Henskensakker (zie Henskensakker). -Zie Akker
HENNENBERG Ad locum dictum hennenberch [Hs- (1380-1385)]; huis in loco dicto aen die heye den langen ecker in loco dicto hennenberch [Hs- (1519-1538)]; den heyecker in den hennenbergh [GVEI2-129 (1624)]; lant in hennenberg aen de hey [GVEI2-197 (1777)];een perceel bouwland genaamd den hennenberg gelegen te Veghel aan den Udenschendijk [N (1843)]; C 89 (b: 42.70); de hennenberg [N (1862), V.-]; C 81,82 (b: 48.00; og: 07.10), 85 (b: 1.72.20). Ligging in het gebied genaamd "Aan de Udense Dijk" onder Mariaheide, ongeveer tegenover de kerk. Het meest voor de hand liggend lijkt de verklaring van een hoog gelegen land met hennen. Misschien is het eerste deel een vervorming van -heinde( heinde en ver)? Het verband dat Hoogbergen suggereert met "heinde" wordt ondersteund
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 102 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
door het toponiem Verrenberg, dat ook ongeveer op dit gebied betrekking zou kunnen hebben. -Zie Berg
a. ACHTERSTE HENNENBERG Een parceel teulland en canten aen de heijde genaamt den agtersten hennenbergh, 2 1. 23 r. [RAVllO-263v (1793)]. Benoeming naar de ligging.
HENNENSTUK 't Henne stuck [GVEI5-6 (1624)]; hennestuk, ham [GVIIE13 (1792)]; het hennenstuk [N (1838, 1848)]; D 827 (b: 34.20), 828 (mo en b: 47.40). Ligging op het Ham. -Zie Stuk
HENSBERGELANGESTUKKEN Van hensberge lang stukken [V.-]; E 1016-1017 (b: 3.16.90). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar bezitter en vorm. -Zie Stuk
HENSKENSAKKER Een stuck landts genaemt henskensakker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; henskens acker (heselaer) [GVE2-59 (1702)]; henskens acker aen de boekt [GVEI2-62 (1778)]; een perceel teulland gelegen op de boekt genaemt henskensakker [N (1816)]. Onbekende ligging op de Boekt, Hezelaar en onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker
HENSKENSLAND Van pastoorslant opte boekt neffen Rut Henskenslant [GVEI5-124 (1624)]. Onbekende ligging op de Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land 143 HENSSENAKKER Een stuck landts genaemt henssenacker [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam identiek met Henskens (zie Henskensakker). -Zie Akker HERBERTSWUK Ad locum dictum herberswijc [Hs- (± 1390)]; een stuck lant in herbrechtswijc [BP1189353 (1416)]; gelegen in der prochien van Vechel ter stede geheijten herperswijc [GVIDI-3 (1449)]; herbertwyck in davelaar [Hs- (1563)].
Onbekende ligging in het vroegere Davelaar, nu de Stad. Is dit een wijk door de heer "berecht"? Misschien een persoonsnaam ? Wijk is de benaming voor buurt, gedeelte van een gemeente of van een agglomoratie. Men is het er wel over eens dit woord af te leiden van lt. vicus, alhoewel in het germaans een verwant woord kan bestaan hebben, dat hetzelfde begrip ongeveer dekte, (got. weihs) bewoonde plaats. In het klassieke Latijn heeft vicus (verwant met Gr. oikos) reeds de dubbele betekenis: 1) wijk, blok huizen, straat; 2) dorp, landgoed. (Vgl. Muller-Renkema Lat. Ned. Wbk) Waar Caesar (de bello Gallico) spreekt van de dorpen van de Galliërs, gebruikt hij steeds vicus, in tegenstelling met oppidum (omwalde stad). Kiliaen geeft: wijck = sinus maris, litus curvum, maris jlexum. Vermoedelijk bedoeld Kiliaen het germaanse woord wijk in de betekenis van toevluchtsoord, een verbaal abstract van wijken. In verschillende germaanse talen bestaat een dergelijk woord. Eng. wiek, wich; Deens vgl; On.vik (misschien hierbij viking ?).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 103 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Zandwijk kent een equivalent in het Engels: Sandwich, Sandvig in Denemarken, Sandvik in Zweden en Noorwegen, Sanvic in Normandië. A.A. Beekman (Ts. Aaardrk.Gen.2e serie (1902) 930) meent dat in de Nederlandse plaatsnamen -wijk- steeds moet worden opgevat met de betekenis woonplaats, streek, buurt.Boekenoogen kent ook een Zaans "wijk" in de betekenis: "inham in het water". Het Mnl. Wbk. geeft nog: vaart of zijtak, uitkomend op een hoofdkanaal in de veenstreek; van Dale geeft: breede sloot in veenderijen. Het lijkt dus als conclusie gewettigd aan te nemen, dat er zowel in het Latijn als in het Germaans een stam vic heeft bestaan, die beide oerverwant kunnen zijn. De Latijnse vorm betekent: wijk, dorp, straat; de germaanse: kreek, inham. Het lijkt nodig dat bij toponymen de aard en de ligging van de plaats goed gekend moeten zijn, voor men kan vaststellen of de stam van de germaanse dan wel van romaanse oorsprong is. Daar komt nog bij, dat in vele gevallen beide betekenissen elkaar hebben beïnvloed, zodat van de oorspronkelijke zin niet veel meer blijkt. HERCULES AKKER Van de hellicht van de herculesecker int dorhout voor zijn hellicht [GVE15-117 (1624)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is de naam Hercules 1) persoon uit de
klassieke mythologie, bekend door zijn buitengewone kracht en naar wie ook een sterrebeeld heet, 2) bij vergelijking: een Hercules, iemand van zeer grote lichaamskracht (W.N.T. -595). Mogelijk was Hercules een mansnaam of persoonsnaam of duidde op de lichaamskracht van de eigenaar/bewerker. Misschien was er sprake van een trekpaard/os van die naam. -Zie Akker HERENAKKER 144 Eenen acker teul1ant groescanten houtwasch en geregtigheden gelegen in Veghel in de donkerstraet, genaemt Heeren acker, groot ontr. 6 1. [RAV112-202v (1799)]; een perceel teul1and geleegen binnen de gemeente van Veghel in de donkere straat met houtwasch en geregtigheden, genaamd heerenakker [N (1822)].
Onbekende ligging op de Hoge Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Jacoba Heer, 1809, Carolina de Heer, 1855, Josephus Heeren, 1886 (Ki.bev. V.). -Zie Akker
HERENVELDJE Heereveltje aent Beukelaer [GVEI2-107 (1778)].
Onbekende ligging aan het Beukelaar. -Zie Veld
HERLEBERG In loco dicto heerberch [Hs- (1385-1390)]; 't goed herleberch [BP1194-28v (1423)].
Onbekende ligging. De spellingvariant Heerberch wettigt een verklaring als van -Herenakker (zie Herenakker). Mogelijk identiek met Hiltersenberg (zie Hiltersenberg). Mogelijk moet het eerste lid worden verstaan als Heerlo, bos van de heer (Heer als persoonsnaam) . -Zie Berg
HERMANHOFSTAD Herman hofstad beukelaar in verrenberch [Hs- (1533)].
Onbekende ligging, waarschijnlijk in het Beukelaar(sbroek). Het eerste lid is een mans- of persoonsnaam. -Zie Hofstad
HERMANKOOP Huijs genaemt den Hermencoop; huijsplaetske aen den Hermanscoop [RAV98-96v (1725)]; huijs hof aan den biesen, genaamt den hermencoop [RAV105-66v (1763)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 104 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging aan de Biesen. Het eerste lid is een mans- of persoonsnaam. -Zie Koop HERMEI De hermey op de agterdijk [RAVI59-154v (1751)]; een huijsinge met op en dependentie van dien bestaende in twee woninge en aengelege hoff, groot ca. 30 royen, geleegen ontrent de kerke voer de hermeij, een zijde de gemeente en seeker landt en weg door't hecken toebehorende Benjamin de Jong, een einde den voetpadt [RAVIlO-253 (1793)].
Onbekende ligging in de dorpskom aan de achterdijk. Moet het eerste lid gelezen worden als "heer" in de betekenis van 1) totel, waarmede men een boven ons geplaatst persoon noemt of aanspreekt, 2) landsheer, vorst (Verwijs en Verdam, -259-361), of ook in de betekenis van heer, leger gewapende schaar (Verwijs en Verdam, -363). Het tweede lid houdt mogelijk verband met het Mnl. "meyen" in de betekenis van 1) zich verlustigen zich vermaken, voor zijn genoegen uitgaan, eig. het meifeest vieren (Verwijs en Verdam, -1336). Mogelijk is er ook sprake van een afleiding van Mni. Heremite kluizenaar (Verwijs en Verdam, -364). 145
HERTOGENBOSCH Eene huizinge, schuur, moestuin, waterput, erf en geregtigheden, staande en gelegen te Veghel in de straat, van ouds genaamd 'sHertogenbosch [N (1842)]; G 120, 121 (tu: 02.18; hu: 04.20). Benoeming naar de stad 's-Hertogenbosch. -Zie Bos HESKENSBEEMD Noch vuyt enen aabempt gelegen in die voerscrevene prochie ter plaetse genoemt op ham genoemt den heskensbempt [GVI (1529)]. Onbekende ligging op het ham. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn of een deminutief van een mansnaam Has, Johannes, Haske. -Zie Beemd HESSELSBEEMD Den hesseis beempt int akartssche thiende bij den appelweert [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging nabij de Appelwaard in de Haveltse beemden. Hessel is een persoonsnaam: Jan van Hessels verwierf in 1633 de secretarie van St.Oedenrode, Veghel, Aerlebeke, Stiphout, Rixtel en Lieshout. 0fr. Mommers: St.Oedenrode. -Zie Beemd HESSELSKAMP Hesselcamp naast erfenis Hesseisoen [BP1177-13]. Onbekende ligging. -Zie Kamp HEUVEL Hoeve ten hoevel [Hs- (1390-1395)]; die hovel aent haanvelt [Hs- (± 1495)]; huysplaats en landt den heuvel aen de leege heyde [GVEI2-39 (1778)]; den heuvel [kado (1832)]; C 503-553; hakhout staande en wassende te Veghel op den Heuvel [N (1842)]. Gebied en buurtschap aan de noordzijde van de weg naar Erp, niet ver buiten Veghel. Tevens een perceel van onbekende ligging op de Lage Heide. Benoeming naar de hoge ligging. De Heuvel is een licht welvend en wat hoog gelegen terrein. Gangbare naam voor (iets) hoger gelegen land (Molemans, Zonhove, -412). -Zie Aaheuvel, Sint Joostheuvel, Speelheuvel en Zijtaartseheuvel
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 105 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
HEUVELAKKER Heuvelakker, leege boekt [GVIIE13 (1792)]; een perceel bouwland gelegen te Veghel op het havelt genaamd den heuvelakker [N (1824)]. Onbekende ligging op het Havelt, waarschijnlijk nabij de Heuvel. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker a. GROTE HEUVELAKKER Den grooten heuvelecker [GVEI5-35 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht nabij de Heuvel, mogelijk een deel van de Heuvelakker. Benoeming naar de oppervlakte en naar de ligging. 146 b. KLEINE HEUVELAKKER Den deijnen heuvelecker [GVEI5-35 (1624)]. Onbekende ligging. (Zie grote heuvelakker). HEUVELBERG Heuvelberg [Hs- (1545)]; putten bij heuvelberg [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging waarschijnlijk in het gebied de Putten. Benoeming naar de hoge ligging. Hier is sprake van een tautologische samenstelling waarbij beide elementen hoogte aanduiden. -Zie Berg HEUVELS ROT tHeuvels roth begint in Peter Hendrickx omloop bestaet in achttien huysen en aengemeten als voren [GVIIB28 (± 1700)]. HEUVELSTRAAT De Heuvelstraat is een zijstraat van de Hoofdstraat, richting Heuvel, Erp. Het is een restant van de oude weg naar Erp. Benoeming naar de ligging. -Zie Straat a. OUDE HEUVELSTRAAT De oude heuvelstraat [B- (1967)]. Dit was de benaming voor een ander restant van de oude weg naar Erp, het gedeelte waar de zuivelfabriek St.Lambertus staat, nu Prof Oppenheimstraat. Benoeming naar de ligging. HEZELAAR In loco dicto hezellaar [Hs- (± 1390)]; tgoet te hezellaer [Hs- (1390-1395)]; hezelaer [GVE2-39 (± 1500)]; lant aent heeselaer off bunders gat 't rontveltje [GVEI2-52 (1778)]; hezelaar [kado (1832)]; B 1105-1138; hezelaar [N (1893)], [V.-]; B 1143 (w: 15.70 ), 1148 (b: 84.70). Gebied liggende tussen Zeven Eikenlaan, Lindelaan, Hezelaarstraat en Iepenlaan, vroeger de Watersteeg. Voor 1832 moet de benaming op een groter gebied betrekking gahad hebben. Was hier oudtijds een open (ontgonnen) gebied, omgeven door kreupelhout? -Zie Hees en Laar HEZELAARSETIENDE Op het hezelaar, de hezelaarse tiende [Mh- (1954)]. Onbekende ligging, wellicht grotendeels samenvallend met het Hezelaar. HEZELAARSROT Het heselaers roth bestaende in 26 huysen beginnende in aert olislagers beemt aen den sloot is toegemeten als vooren [GVIIB28 (± 1700)]. HEZELSTRAAT In de hezelstraat [N (1878)]; B 1168, 1169 (hu: 01.61).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 106 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Dit is een oude benaming voor de Hezelaarstraat. Benoeming naar de ligging. Het eerste lid zal een verkorting zijn van Hezelaar. 147 HILLENSEHOEVE Die hyllensche hove, Leunis v. Erpe [BP1205-29 (1435)]; vuijt een stuck hoijlants genaemt het geweer beemptken gelegen onder Vechel aen een ackerlant genaemt den hoogentuijn en aen erve genoempt den hillenhoff en aen de reviere de Aa [RG169-23 (1646)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk op het Middegaal. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Gerrit Hillensoen (1442, BP, lijst Jam. V.). -Zie Hoeve HILTERD Een stuck lants den hilterd (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de hilterd [N (1868, 1870)]. D 242, 244 (gem. St.Oedenrode) (b: 33.50). Ligging onder Eerde nabij het Zandvliet (zie Zandvliet). Het eerste lid is mogelijk het mnl. Hille ook in de vorm van "hilt", heuvel. Het tweede lid is mogelijk een verkorting van "aarde" (Verwijs en Verdam, -436). -Zie Hilterd HILTERSEBERG Hiltersenberg [GAV (1520)]; helterenberg [Hs- ]; een houtberg genaemt den heldersen berg te Veghel aan de Kempkes [N (1814)]. Ligging nabij het Zandvliet onder Eerde, niet ver van de percelen de Hilterd. -Zie Hilterd en Berg HILVERDONK Ad locum dictum aen die hilverdonck [Hs- (1475-1480)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is wellicht een afleiding van een persoonsnaam Hilvers, Helvers. -Zie Donk HILVERSVELD Een perceel teelland groeskanten houtwas en geregtigheden gelegen aan het bukelaar genaemt het hilversvelt [N (1816)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. -Zie Veld HINTEL Goederen gelegen in Veghel ter plaatse gezegd in die hinckelt [GZG-160 (1383)]; in loco dicto inden hinttelt [Hs- (± 1385)]; bij die hintelt [BP1188-346 (1414)]; aen die heye in die hyntelt [Hs- (1519-1538)]; hintelt, hey [Hs- (1600)]; het eerste euselvelt op de hintelt [RAV160-196v (1781)]. Gebied liggend noord-oostelijk van het Ven. Mogelijk is dit een afleiding van de stam "hint'. Ekwall s. v. hints zegt: "Welsh hynt means road" (Dial. Kempenland, -163). a. ACHTERSTE HINTEL Achterste hintel [V.-]; B 576 (w: 32.20). Ligging "achter" in de Grote Hintel. Benoeming naar de ligging. b. GROTE HINTEL 148 De groote hintel [kado (1832)]; B 504-595; de grote hinteld [N (1844)]. Dit deel van de Hintel strekt zich uit vanaf het Ven in oostelijke richting tot aan de weg naar Uden ter hoogte van Mariaheide. Benoeming naar oppervlakte. c. KLEINE HINTEL Jasperskamp in kleyn hintelt by 't ven [GVIIE13 (1792)]; de kleine hintel [kado (1832)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 107 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
B 452-503. Grenzend aan het Ven in de Grote Hintel, iets noordelijker gelegen. Benoeming naar de oppe rviakte . d. OUDE HINTEL De oude hintel aan de Lage Heide [N (1862)]; B 430, 431 (b: 70.40). Ligging aan de Lage Heide, noordelijk van de Grote Hintel. Benoeming naar het (vroege) tijdstip van in gebruiknamelontginning. Mogelijk behoorden de betreffende percelen tot de eerste ontginningen in de omgeving van de Hintel. Hintelstraat Marillheide HINTELHOEVE Rutgercamp by hintelthoeve over de straat [GVlIE13 (1792)]. Onbekende ligging, wellicht aan de Hintel. Benoeming naar de ligging of afleiding van een persoonsnaam. -Zie Hoeve 149
HINTELSBOS
Hintels bosch [V.-]; F 455, 457 (w: 31.86.30). Ligging in het vroegere heidegebied het Dubbele, noordelijk van de huidige Schijndelsedijk. Waarschijnljk lijkt echt(!r een afleiding van een persoonsnaam vgl. Johannes van den Hintel 1773 (Kl.Bev. V.); gezien de ligging van het perceel nabij het onder Schijndel vallende bosgebied het Wijboschbroek, kunnen we aannemen dat het met bos beplant zal zijn geweest (het gebied ter plaatse is ook nu nog boomrijk), hoewel het anno 1832 nog uit weiland bestond. -Zie Hintel en Bos HINTELSTEEG
Aan de hinteisteeg op de kleine hintel [N (1873); B 480, 481, 503 (w: 4.47.60). Tegenwoordig de Hintelstraat geheten, leidend van het Ven langs de Grote en Kleine Hintel naar Mariaheide. -Zie Steeg HINTELSTRAAT
Hinteistraat [B- (1967)]. Recente benaming voor de vroegere Hintelsteeg. HINTELSVELD
Genaemt ten hintelsvelt [GVIIB26 (1798)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk aan de Hintel. Benoeming naar de ligging, naar persoonsnaam (zie hintelbos); een verband met de Hintelhoeve lijkt ook denkbaar (zie hintelhoeve). -Zie Veld HOEBENAKKER
D'lant in maes hoebenecker [GVE15-55 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker HOEF
Enen huyse hostat ende hoff mitten erffenissen daer toe behoerende groet tsamen omtrent vier lopense genoemt die hoef, gelegen binnen der prochien van Vechel ende ter plaetse voorschreven [GVI2 (1541)]; 't kempken in de hoeff in den d'avell [GVE15-143 (1624)]; huijs aen't heselaer gen't de hoeff [RAV97-31 (1719)]; een eeuselvelt aent middegaals brugge de hoef [GVE12-22 (1778)]; de hoef [kado (1832)], B 198-216; de hoef [N (1835, 1839, 1842, 1856, 1868, 1876, 1877, 1879, 1892)]; A 512 (w: 44.30), B 203-204 (mb: 2.55.90), 449 (b: 93.40), C 425 (w: 22.90), 426-428 (b en w: 89.30), 429-432 (b en w: 1.31.50), 450 (w: 60.20), D 63 (b: 29.80). Gebied ten noord-oosten van het ven, grenzend aan de Kleine Hintel, tevens een komplex
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 108 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
bouw- en weiland in de Blankenburg en nog enige percelen op het Middegaal en elders. -Zie Abenhoef, grote Abenhoef, kleine Abenhoef, Annenhoef, Armenhoef, Asseldonksehoef, Barberenhoef, Beugenhoef, Danehoef, Gasthuishoef, Hakkenhoef, Heessehoef, Heihoef, Jacobshoef, Knokkehoef, Korsehoef, middelste Korsehoef, voorste Korsehoef, Korstehoef, Kreppehoef, Krollehoef, Kruisbroerenhoef, Noordhoef, Oordsehoef, Rielandshoef, Rooisehoef, Weihoef, grote Weihoef, Zandvoortsehoef en Zondveldsehoef 150HOEFAKKER Een stuek landts den hoefaeker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den hoefakker [N (1836, 1845, 1872)]; A 1012, 1015 (b: 3.81.70). Ligging in het Dorshout en onbekende ligging onder Eerde. Deze percelen zullen deel uitgemaakt hebben van een hoef (hoeve). Benoeming naar de ligging. -Zie Akker HOEFKE De twee eorte stueken 't hueftken genaemt [GVE15-16 (1624)]; het lant en groes int hoetken (Zontvelt) [GVE2-278 (1702)]; landt het huetke (straet zuydzeyde) [GVE12-346 (1777)]; het heutke [N (1838, 1861)]; B 640, 641 (b: 46.70), D 115 (St.Oedenrode) (b: 27.80). Verspreide ligging. Diminutief van hoef (hoeve). a. KLEIN HOEFKE Zijn streep met het cleyn hueftken ende teynen over de straet in de neerbiest [GVE15-113 (1624)]. Onbekende ligging in de Lage Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Egidiushoetke, Franshoetke, Jennekeshoetke, Kruisbroerenhoefje, Roverhoetke, Sandershoetke, Steegdenhoetke en Woutershoetke HOEK Lant den hoek en doom int Dorshout [GVE12-192v (1777)]; de hoek, den hoek [N (1842, 1886), V.-]; F 295-297 (b en w: 1.09.30), 371-372 (w: 39.10). Twee percelen liggende noordelijk van de Schijndelsedijk aan de rand van het Dubbele tevens drie percelen in de Grootdonk onder Eerde en een perceel in het Dorshout, identiek met of nabij de Doorn (zie doorn), waarvan de ligging niet nauwkeurig bekend is. Benoeming naar de ligging aan een hoek in een zandweg (Grootdonk), respektievelijk aan een hoek in een lintvormige reeks smalle percelen (Dubbele). Een hoek duidt op 1) perceel dat een hoek vormt, te vergelijken met eegde, geer, tip e.a., 2) perceel met een winkel of haak, 3) kleine agglomoratie in hoekvorm, niet noodzakelijk aan de uithoek van de gemeente gelegen (M. Top. Overpelt, -154). Zie Aahoek, Bolkhoek(ske), Bundersehoek, Doornhoek, Geitenhoek, Kakkershoek, Kampkeshoek, Seherpehoek, Spitsehoek, Strepenhoek en Willibrordushoek HOEKAKKER Een stuek landts genaemt den hoeekaeker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de vorm of naar de ligging nabij of binnen percelen genaamd de Hoek. -Zie Akker HOEKSEBEEMD In den hoeeks beemt (straat) [GVE2-75 (1702)]; hoekse beemt in bloemengat [RAV16088v (1770)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in het gebied het Zeelstje nabij de kom van het dorp. Benoeming naar de ligging nabij of in een hoek. -Zie Beemd 151 HOEKS HEKKEN
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 109 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Kempken aen hoecx hecken [GVE15-144 (1624)]; huis aant havelt off hoexkhecken gelegen [RAV104-258v (1761)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Benoeming naar de ligging. HOEKSKE(S) Een stuck landts het hoecxken (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; het hoexke, ham [RAV159-84 (1745)]; de hoekskens [V.-]; E 1055 (b: 2.37.70). Verspreide ligging. Diminutief van Hoek. HOEKSTRASBOS Hoekstra's bos [V.-]; F 458 (he: 23.38.80). Ligging in het Dubbele, juist ten zuiden van de Schijndelsedijk. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Jan Hoekstra 1827 (Kl.Bev. V.). HOERENBOGAARDJE Boven den dijk welke van de coevering of eygentlijk het soogenaamde hoerenbogaertje naar Lieshout is lopende [GV (1754)]. Onbekende ligging nabij de Coevering, tussen Veghel en Sint Oedenrode. -Zie Bogaard HOEVE Vuyt erffenissen geheyten in die hoeve [GVIE2 (1387)]; t stuck lants de hoeve genoempt in den d'avell [GVE15-134 (1624)]. Onbekende ligging in het Davelaar, nu Stad, en elders. Hoeve, sinds de 16e eeuw enkel bewaard in de betekenis van boerderij, was oorspronkelijk een oppervlaktemaat, oud-nederlands hover, middelnederlands hoeve, hove, hoef (Verwijs en Verdam, -487-488). Het was de oppervlakte land, nodig voor het onderhoud van één gezin. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen: 1) landbouwuitbatingen in het bezit van kloosters of abdijen, 2) talrijk zijn daarnaast de (meestal jongere) nederzettingen: ontginningen in de buurt van bestaande nederzettingen, met daarop een hofstede (primair of secundair). Het zijn type voorbeelden van geïsoleerde ontginningen, respectievelijk nederzettingen, 3) in de derde plaats heeft hove de betekenis van ontginning zonder meer (M. Top. Valk. -145, 146). Van hoeve(n) in de eerste zin is in Veghel waarschijnlijkgeen sprake, het gebied de Hoef bij het Ven en de Hoef in de Blankenburg komen mogelijk onder 2, in de overige gevallen is het niet met zekerheid vast te stellen. a. GROTE HOEVE Groete hoeve, op ham [Hs- (1534)]; de heer van maldegom eygenaer van de groote hoeve in jekschot (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging op het Ham en in Jekschot onder Zijtaart. Benoeming naar de oppervlakte. b. HALVE HOEVE Huijsinge schop bakhuijs hoff land en groese gestaan en gelegen alle aan den anderen binnen deezen dorpe van Veghel op ham, genaemt de halve hoeve, groot ontr. te samen 152
met het leegvelt, de klijne conijnsberg en de koij, lllop. [RAV1l2-286 (1800)]. Onbekende ligging op het Ham. c. KLEINE HOEVE(N) De gebruijkers in de cleijn hoeven in jekschot [GSO-262 (1617)]; een hoeve lants gelegen tot Vechel ter plaetse genaamt op Zyttaert ordinaer genoemt de cleyne hoeve [LeurGH25a80 (1747-1794)]. Ligging onder Zijtaart, waarschijnlijk identiek met Klein Zijtaart in het Grietenveld en in Jekschot eveneens onder Zijtaart. Benoeming naar de oppervlakte.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 110 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Baakshoeve, Ballinghoeve, Banhoeve, Bertmanshoeve, Brusselsehoeve, Davelaarsehoeve, Gretinghoeve, Griensvenshoeve, Grootdonksehoeve, Hamsehoeve, Hardveldsehoeve, Heilige Geesthoeve, Hillensehoeve, Hintelhoeve, Koksehoeven, Kollaartshoeve, Lankveldsehoeve, Lintermansehoeve, Logtenburgsehoeve, Looisehoeve, Middegaalsehoeve, Monnikhoeve, Poederdonksehoeve, Poederveldsehoeve, Rutselsehoeve, Schoerfdehoeve, Senemanshoeve, Straatsehoeve, Suurmontshoeve, Veldhuishoeve, Vriesehoeve, Vritershoeve, Weihoeve en Weikeshoeve HOEVENAARSAKKER Jan dirkenbeemt valstraat naast hoevenaarsakker [GVIIE13 (1792); RAV1l2-49v (1795)]. Onbekende ligging aan de oude weg naar Zijtaart, voorheen Valstraat genaamd. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Antoon Jan Hoevenaars 1870 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker HOEVENAARSBEEMDJE Jan hoevenaarsbeemdje in de Molenbeemden [N (1862)]; A 637,638 (ho: 62.70). Ligging in de Molenbeemden, nu Vijverwijk. -Zie Beemd HOEVENAARSKAMP Hoevenaarscamp by sijterse beemd aan steenweghekken bij valstraat [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging aan de oude weg naar Zijtaart, voorheen Valstraat, wellicht op de Leest. -Zie Kamp HOEVERSESTRAAT Hoeversche straat [kado (1832)]. Minuutplan sektie F kaart 4, vóór 1966 Schijndel. Oude weg naar Schijndel vanaf de kom van Eerde, tegenwoordig Dalenstraat genoemd. De weg liep vanaf de huidige Zandvliet in de richting van het gebied de Gloriehoeven onder Schijndel. Benoeming naar de ligging. HOF(KES) De et ex peciaterre dca den hoff [GVI (1443)]; een stuck landts het hoffken neffens het kerselingen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't hooffken bij 't huys [GVEI5-35 (1624)]; erff ende lant den hoff ende beyde de hooffkens ende by thuys liggende t'samen [GVEI5109 (1624)]; de hoff, hooge heide [RAV159-222v (1759)]; een perceel bouwland genaamd den hof, gelegen te Veghel op het Middegaal [N (1818, 1842)]; 't hofke [V.-]; A 384 (b: 21.50). Verspreide ligging, tuin, omheinde ruimte bij de woning (moestuin, koolhof, bietenhof, 153 enz.) (M. Top. Valk. -147). a. HOGE HOF Hoogenhoff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de hogenhof [V.-]; F 333 (b: 48.10). Ligging in de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar de hoge ligging. b. KLEIN HOFKE(S) 't Cleyn hooffken [GVE15-43 (1624)]; den hoff, hopvelt ende cleyn hooffkens [GVE15-5 (1624)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de oppervlakte. c. LAGE HOF Zijn eoeweijde aenden leegen hoff (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de lage ligging. d. LANGE HOVEN Aert heymen hove in die langhoven, Vechelse tiende [BP1195-175v (1425)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk behorend tot de Veghelse tienden (zie tiende). Benoeming
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 111 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
naar de vorm meervoud van hof, mogelijk ook van hoef, hoeve. e. NIEUWE HOF De nieuwe hoff aan de hey [Hs- (1562)]; de nieuwe hoff aan de hey [RAV160-34v (1763)]. Onbekende ligging waarschijnlijk onder Mariaheide. Benoeming naar (recent) tijdstip van ingebruikname/ontginning. f. OUDE HOF De oude hoff, sontvelt [Hs- (1541)]; den ouden hoff neffen de straet [GVE15-86 (1624)]; de oude hoff, te middegaalsbroek aan het geerbos [GVIIE13 (1792)]; den oudenhof [N (1838)]; D 862 (b: 24.70). Verspreide ligging. Benoeming naar (vroeg) tijdstip van ingebruikname/ontginning. -Zie Berghof, Berkhof, Bloemenhof, Dennenhof, Dirkshof, Donkershof, Dorenhof, Drieshof, Erfsehof, Heilkeshof, Heimenhof, Hendrikshof, Heshof, Jakobhof, Kalehof, Kapelhof, Ketelaarshof, Krekelshof, Legerhof, Molenhof, Nelenhof, Raassenhof, Rouwehof, Schapenhof, Theunissenhof, Thomassenhof, Tijssenhof, Tweehofkes, Vaarzenhof, Vinkenhof, Vlashof, Vollenhove, Vriesenhof, Weihof en Woesthove HOFAKKER De hoff met het landt daeraen gelegen den voorsten aeker, den hofaeker, den middelaeker metten hoppenaeker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. HOFLAAR Dicta hoflaer [HH128-8 (1471)]; ex hoflaer [HH133-79 (1507)]. Onbekende ligging, misschien identiek met Offelaar (zie Offelaar). -Zie Laar HOFSTAD 154 In loco dicto op die hofstat [Hs- (± 1385)]; de cromme streep de hoffstadt genoempt in den d'avell [GVE15-134 (1624)]; van de hofstad (citart onder zontvelt) [GVE2-268 (1702)]. Onbekende ligging op meerdere plaatsen. De oude vorm -stad- is hier bewaard in plaats van de gewone vorm uit de casus obliqui -stede-. Hof betekent omsloten tuin, maar het kan ook een verkorting zijn van hoeve. -Zie Ansemshofstad, Bogaardshofstad, Daniëlshofstad, Hermanhofstad, Ipreynshofstad, Krabbenhofstad, Kuitenbrouwershofstad, Lubrechtshofstad, Monnickhofstad, Poeldonksehofstad en Vriesehofstad HOFVELD(JE) Hofveld en heiplak [N (1874)]; E 1478-1480 (b en he: 1.79.40); hofveld, hofveldje [V.-]; A 1062 (b: 31.90), F 816-817 (b: 88.60). Verspreide ligging. Veldje dat als hof gebruikt werd of nabij een hof gelegen was. -Zie Veld HOGERDUINEN Een perceel heigrond te Veghel op hoogduinen [N (1830)]; hogerduinen [kado (1832)], C 317-379; hoogerduinen [N (1891)], C 325, 326 (b en bosje: 79.70); Voormalig heidegebied liggende tussen de wegen naar Uden en Erp, tot aan de grens met Erp en de Goordonksedijk. Benoeming naar de hoge ligging variërend van 9.50 tot 10.50 boven NA.P. De hoge ligging en de niveau-verschillen maken het aannemelijk, dat hier eens sprake was van zandverstuivingen. -Zie Duin HOLLEWILG Beemd den hollenwilg [GV (1822)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 112 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging. Benoeming naar het voorkomen ter plaatse van een holle wilg, mogelijk als grensteken. HOMBURG Vechel aenden hoemborch [Hs- (1450-1500)]. Onbekende ligging. Is dit een syncope van hogen borch ? Of beter nog, is dit toponiem samengesteld uit een verborgen vorm van hó, bijvorm van hoog en borch ? Vgl. Homberg en Homburg. Mogelijk ook een variant van Heemberg (zie Heemberg). HOMMEL Den hommel [V.-], F 730-740 (b en w: 1.11.63; hu: 01.74). Ligging in de Abenhoef onder Eerde. Benoeming naar persoonsnaam vgl. Teuntje den Hommel 1873(Kl.Bev. V.). Naar het woord hommel in de betekenis van 1) in WestVlaanderen de naam voor hop (hoppeplant). In Noord-Nederland vindt men dit woord waarschijnlijk bewaard in den Geld. plaatsnaam Hummelo. In den handel. De "afgeplukte en gedroogde bloemen" van de hop (W.NT. -890), 2) gewestelijk (Noord-Brabant enz.) de donder (W.NT. -891). De verbouw van hop was in eerde heel gewoon vgl. Hopkamp, Hopveld. HONDERDBUNDERS Drie bunders land gelegen in veghel ter plaatse genaemt die honderd bunders [GZG-419 155 (1412)]; in die ghemeyn hondert Vechelse boenre bij die hintelt [BP1188-346 (1414)]. Onbekende ligging bij de Hintel. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Bunders HONDSTAART(JE) De hontstae(r)t, nederboekt [Hs- (1532)]; hondstertje of hondstaet, leege boekt naast gijsenakker bij hendriek geert roef [Hs- (1590)]; van heilige geest lant den honstart int akert [GVE15-34 (1624)]; lant den hontstaert op de boekt [GVE12-117 (1778)]; de hondstaart [N (1841, 1885, 1920, V.-]; A 1014 (b: 47.70), 1044 (ho: 1.28.00). Ligging in het Dorshout, tevens onbekende ligging op de lage boekt. Benoeming naar de vorm. HONDSTAARTSEBEEMDEN De hondstaedse beemden agter dorshout, by gelijke beemden [GVEII13 (1792)]. Ligging waarschijnlijk identiek met de Hondstaart. Benoeming naar de vorm. -Zie Beemd HONDSTREEP Een streep land die hontstrepe, tillaar [BP1190-182v (1417)]. Onbekende ligging in de omgeving van het gebied de Stad. Mogelijk naar de begroeiing met de vuilboom of spork, dial. honshout, honzenhout cfr. Kiliaan, -243: hondsboom j. sporckenhout; Schuermans Bijv. 125: hondsboom, hondshout (M.Top.Overpelt, -163). Of ook naar de slechte kwaliteit van het bouwland. Hond is hier blijkbaar prejoratief (M.Top.Overpelt, -163). Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn vgl. Elisabeth de Hond 1822 (Kl.Bev. V.). Het tweede lid duidt op de vorm van het perceel. HONGERLIJDER Een parceel groese houtwas en geregtigheden in Veghel op de watersteegt genaemt den hongerleijer, groot ontr. 5 karren hoij [RAV112-319v (1801)]; de hongerlijder op de Watersteeg [N (1868)]; B 960-965 (w: 1.96.70). Dit zal een perceel geweest zijn waarvan de grond van slechte kwaliteit was en weinig opleverde. HOOFDSTRAAT Hoofdstraat te Eerde, nu Kapelstraat [V.-]; vroeger aangeduid als straat [V.-]. Centraal gelegen in het centrum van Veghel, die vroeger de straat genoemd werd. Tevens
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 113 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
de oude benaming voor de Kapelstraat in Eerde. Benoeming naar de centrale funktie en ligging. HOOFTEPLAK Van hoofte plak [V.-], F 827 (he: 6.95.10). Ligging aan de Willebrordushoek onder Eerde. Het eerste lid is een genitief van een persoonsnaam vgl. Adriaan v. Hooft 1893 (Kl.Bev. V.). HOOG Lant 't hoog op creytenburg [GVE12-312 (1778)]; 't hoog [N (1861, 1873), V.-]; D 161 (ged. St.Oedenrode) (b: 57.20), E 859 (b: 16.50), 924 (b: 53.00), 932, 933 (b en hh: 84.80), 938, 939, 1009-1012 (b: 2.28.20). 156 Verspreide ligging. Gesubstantiveerd adjectief, benoeming naar de hoge ligging.
a. ACHTERSTE HOOG Het achterste hoog op de Hoge Biezen [N (1883)], E 857 (b: 36.70). Benoeming naar de ligging "achter" in het Hoog. HOOffiEEMDJE
Een groesveltje 't hoybeemtje [GVE12-279 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de begroeiing. -Zie Beemd HOOIHEKKEN
In de braek aent hoy hecken [GVE12-130 (1777)]. Onbekende ligging. Een hek dat toegang gaf tot hooiland? -Zie Hekken HOOIKAMP
Sijn part in den hoijcamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de begroeiing. -Zie Kamp HO(O)L Het hooI, agterste dorshout [Hs- (1675)]; landt int hooI [GVE12-147 (1778)]; 't hooI [V.], A 914 (w: 44.10). Ligging in het Dorshout en mogelijk tevens op andere plaatsen. 't Hool in het Dorshout (A 914) is identiek met het Vossenhol en zal hier dus de betekenis hebben van "hol". Hool is een gesubstantiveerd adjectief "hol, gat", een uitgehold terrein (M.Top. St.Huibr.Lille, -143). -Zie Mollenhool en Vossenhol HOOLSTRAAT
Recente naam (Zijtaart), de Hoolstraat [B- (1967)]. Weg onder Zijtaart die leidt naar het gebied 't Hool onder Keldonk, gemeente Erp. Benoeming naar de ligging. HOOP
Molen de hoop [V.-] . Molen de Hoop onder Mariaheide. De benaming zal duiden op de verwachtingen die de bezitter er van had. -Zie Kwadehoop HOORDEKOOP
Bert hoorde koop [V.-], C 376 (he: 4.14.20). Ligging op Hogerduinen. Het eerste lid is wellicht een vervorming van de mansnaam Goort, in de genitief, of ook een persoonsnaam vgl. Johanna van Hoorde (Kl.Bev. V.); de betreffende persoon zal dit perceel ontgonnen hebben uit de heide. -Zie Koop 157
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 114 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
HOPKAMP
Geleegen onder Vechel aen de cuylen seeckere twee halve campen lants zijnde groes en heyvelt, gemeenelijk genoemt den hopcamp [GOI26-44 (1648)]; nieuwencamp aen de hopcamp (Eerde) [GVEI2-250v (1777)]; den hopkamp [V.-]; F 327, 336-337, 339 (b: 1.44.00; hu: 09.80). Ligging in de Grootdonk onder Eerde, tevens onbekende ligging aan de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar de teelt. -Zie Kamp HOPKOOP
Gebr. van hopcop (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Koop HOPLAND
Van Jan Dircx erff hoplant ende streep int dorhoudt ende bij int dorhoudt [GVEI5-64 (1624)]. Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Land HOPPENAKKER
De hoff met het landt daeraen gelegen den voorsten acker den hoffacker, den middelacker metten hoppenacker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is wellicht de meervoudsvorm van "hop". -Zie Akker HOPSTREEP
De hopstreep op zontveldeke [RAV160-26v (1762)]. Onbekende ligging, mogelijk op het Zondveld onder Zijtaart. -Zie Streep HOPSTUK
Het hopstuk [RAV160-85v (1770)]. Onbekende ligging. -Zie Stuk HOPVELD(EKE)
't Hopveldeken in den d'avell [GVEI5-58 (1624)]; hopvelt op de cuylen [GO- (1754)]; margriete streep en hopveltje in de Donkerstraet (Creytenborgh) [GVEll-315 (1777)]; 't hopveldeke [GVEI2-41 (1778)]; het hopveld, het hopveldje [N (1847, 1856, 1861, 1883), V.-]; A 1062 (b: 31.90), E 810 (w: 22.20), F 260 (b: 36.00), 261, 262 (b: 71.90). Verspreide ligging. -Zie Veld HORDONK
Van eenen weycamp gelegen aen hordonck [HHI63-37 (1714-1783)]; gelegen te Veghel aen de heide ter plaatse genaemt hoordonk [N (1826)]. Ligging onder Mariaheide, waarchijnlijk identiek met Goordonk. 158 -Zie Donk HORKAMP Op de grens van Dinther en Veghel ligt een weiland, dat door de omwonenden horkamp wordt genoemd. Mnl. hore = slijk, modderpoel. HORRIKSETIENDEN Woutervelt in bredelaar in de hey in horicks tiende [Hs- (1539)]; ook tienden van het Ven genaamd de horricse tienden [Mh- (1954)]. Onbekende ligging nabij het ven. Het eerste lid is een variant van Hurk. -Zie Tiende
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 115 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
HORST De horst [N (1848)], A 62-64, 69 (b en w: 58.46). Ligging in het gebied de Kampen bij het Ven. Mndl. horst, hurst, kreupelhout (M.Top. Bocholt, -132). -Zie Elshorst, Kerkhorst en Kromhorst HORSTJE(S) Een stuck lants genaemt dat horsken (binnen de parochie van St.Oedenrode en binnen de palen van Vechel) [GOI26-7 (1545)]; een stuck landts genaemt het herstgen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; een stuck landts genaemt het horstgen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't horstjen [GO- (1754)]; de horstjens [kado (1832)]; F 245-283. In meervoudsvorm benaming voor een gebied onder Eerde. In enkelvoudsvorm eveneens een stuk land onder Eerde, dat ongeveer ter plaatse van het huidige gebied de Horstjens ligt. a. ACHTERSTE HORSTJES De achterste horstjens [N (1861)]; F 263 (b: 50.90). Ligging in de Horstjens onder Eerde. Benoeming naar de ligging "achter" in de HorstJens. b. VOORSTE HORSTJES De voorste horstjens [N (1861)]; F 259 (b: 40.60). HOSPES Herberg bij de hospes nu Hema [Ms-]. Dit is de benaming voor een herberg die gestaan moet hebben aan de tegenwoordige Hoofdstraat, tegenover de Hervormde Kerk. Het Latijnse woord "hospes" gastheer, waard (W.N.T. -1128). HOSSENT 't Landt de hossent (zontvelt) [GVEI2-273 (1778)]; een parceel teullandt aen de heijde op't Ven gen't de Hossent, 4 loop. [RAVllO-233 (1792)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart en op het Ven. Mogelijk is dit toponiem een samentrekking van horst-eind (zie horst, zie eind), of van honds-eind (vgl. ook Zondveld-Soffelt) . 159 HOSTEL De hostel [N (1864)]; E 504 (w: 23.10). Ligging in het gebied de Hostie onder Zijtaart. Zeer waarschijnlijk is hier sprake van een verkeerde lezing of verschrijving van Hostie (zie hostie). HOSTERS Lant de hosters neve de straet [GVE12-157 (1778)]. Onbekende ligging. Ook hier is misschien sprake van een verkeerde lezing of verschrijving van Hostie (zie hostie). HOSTIE De hostie [kado (1832)]; E 475-519; (een perceel bouwland) genaamd de hostie [N (1835, 1839); A 17 (b: 37.10), 18 (b:48.40), E 499 (b en w: 68.60); de hosti, de hostie [V.-]; E 485-489 (b: 1.33.70); w: 37.80), 500-501 (b: 25.70; w: 29.40). Gebied liggend onder Zijtaart, tevens enige verspreide percelen. Mndl. hofstede, hostede "de plaats waar een hof stond, staat of kan staan, bij uitbreiding de hofstede zelf". Die Hoeffstaet - hosdie - hostie (M.Top.Bocholt, -161). HOSTIEKE Land het hostieke [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging. Diminutief van hostie. -Zie Hostieke HOUT
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 116 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Beemtjens teynde 't hout [GVE12-187 (1777)]; 't hout in het Dorshout [N (1885)]. A 997 (ho: 39.30). Benoeming naar de begroeiing, het perceel zal eens met geboomte begroeid zijn geweest. Hout "bos" (mM.Top. Valk. -110). De naburige percelen "het achterste hout" en "het voorste hout" maken het waarschijnlijk, dat 't Hout meerdere percelen omvatte. Misschien kan het toponiem ook gezien worden als een korte vorm voor het Dorshout. a. ACHTERSTE HOUT Het achterste hout [N (1836)]; A 1013 (b en w: 82.10); 't achterst hout [V.-]; A 1013, 1019-1022 (b en w: 3.45.40). Ligging "achter" in het (Dors)hout. Benoeming naar de ligging. b. VOORSTE HOUT Het voorste hout [N (1836)]; A 1009 (b en w: 29.80). Ligging "voor" in het (Dors)hout. Benoeming naar de ligging. -Zie Bendelshout en Kruisbroerenhout HOUTAKKER Lant op Middegael houtacker [GVE12-186 (1777)] Onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar begroeiing of omwalling met geboomte. -Zie Akker HOUTBERG 160 Houtgewas gen't de houtberg, int heijligt ontrent Eerde [RAV101-224v (1741)]; houtberg agter eert bij Coevering [GVEI2-209 (1778)]. Onbekende ligging nabij de Coevering tussen Veghel en St.Oedenrode. Benoeming naar de begroeiing. Wellicht is een van de beboste stuifduinen bedoeld die ter plaatse nog altijd voorkomen. HOUTEKUILEN Van houte kuilen aan de Lelielaan behorende bij houtzaagmolen [V.-] . Liggende aan de Lelielaan nabij de Zuidkade langs de oude haven, inmiddels verdwenen. Het eerste lid is een genitief van de persoonsnaam v. Hout. A. P. van Hout eas eens de bezitter van deze vijvers die bij een houtzaagmolen behoorden. -Zie Kuil(en) HOUTEPLAK Van Houtteplak [V.-]; A 1286 (og: 06.70). Ligging in het gebied het laag land nabij het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam, vgl. Antonius Petrus van Hout 1844 (Kl.Bev. V.). -Zie Plak HOUTSEBEEMD De houtsche beem [N (1836)]; A 983-985 (ho: 1.12.20; w: 27.30). Ligging langs de Aa, grenzend aan het Dorshout. Dit toponiem lS een variant van Dorshoutsebeemd. -Zie Beemd en Dorshoutsebeemd HOUTWIEL Jan v. Rijt aen yder cant van den houtwiel twee roeyen de kinderen Willem Hendricx [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging. Dit was wellicht een wiel omringd met geboomte of kreupelhout. -Zie Wiel HUBERTAKKER Hubertecker op henneberch [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging op de Hennenberg onder Mariaheide. Het eerste lid zal een persoonsnaam
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 117 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
of mansnaam zijn vgl. Willem Hubers, 1840 (Kl.Bev. V). -Zie Akker HUIBENEEUWSEL Huybeneeusel havelt in de stad [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in de Stad. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam, Huib, Huub. -Zie Eeuwsel HUffiENERF Coop van peter Hanrick Huyben erff [GVEI5-19 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Erf 161 HUmENGEER Huybengeer by buenderse beemden [Hs- (1607)]. Onbekende ligging. -Zie Geer HumENKAMP Zijn part in de huijpenvamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; huybencamp aan zontvelt [RAV158-82 (1730)]. Onbekende ligging onder Eerde en het Zondveld onder Zijtaart, mogelijk gaat het hier om hetzelfde perceel. -Zie Kamp HUIBENLAND 't Huybenlant [RAVI60-156v (1781)]. -Zie Land HUIGEN AKKER Dicta huyghenecker [HH128 (1471); het lant den huygenakker (den Biesen) [GVE2-290 (1702)]. Onbekende ligging op de Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Christina Maria Huygen 1853 (Kl.Bev. V.) of een genitief van een persoonsnaam Huig, Hugo. -Zie Akker HUIGENBOS Een perceel hoeijlant genampt huijghen bosch [N (1660)]; hey in huygenbus [GVEI2-132 (1778)]; het huigenbosch [kado (1832)]; B 732-807; huigenbus [N (1836, 1839)]; B 753 (w: 25.50), 767, 768 (w: 36.10), 779 (bh: 18.90); huigenbosch [N (1862)]; B 761, 762 (w: 1.20.50). Gebied onder Mariaheide, westelijk van het dorp, grenzend aan hoeve Bouwlust. Delen van dit gebied waren anno 1832 beplant met loofbos. -Zie Bos HUIGENBOSSTRAAT Recente benaming Mariaheide, Huigenbosstraat [B- (1967)]. Straat in MaTiaheide ter plaatse van het Huigenbos aan de westzijde van het dorp. Benoeming naar de ligging. HUIGENVELD Huygenvelt in de byesen (biesen) [Hs- (1532)]. Onbekende ligging in de Biezen onder Zijtaart. -Zie Veld HUIS (JE) a. HOOG HUIS
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 118 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Het hoog huis op de Bolken [N (1882), V.-]; G 231 (b: 2.17.30). Huis liggende in de Bolken, in het centrum van Veghel inmiddels verdwenen, tevens in de 162 huidige Deken van Miertstraat (het Franciscanessenklooster). Benoeming naar de bouw in twee of meer verdiepingen. b. KLEIN HUISJE Huis, schuur, hof op de Biesen, genaamt het cleijn huijsje [RAV107-225)]; een parceel land, houtwasch en geregtigheden, opt zijtaert genaemt het cleijn huijsje off Leunisse acker, 3 loop. 26 roeden [RAV112-59v (1795)]. Onbekende ligging op de Biezen onder Zijtaart. c. LAAG HUIS Landt het leeghuys (Zontvelt) [GVEI2-289 (1777)]; het laag huis [N (1868), V.-]; E 343, 355 (b: 61.10; w: 58.30), 344-345 (w: 61.80), 482 (b: 28.00); het leeghuis [N (1893); E 297 (w: 30.10), 355 (b: 61.10), 480 (w: 15.80), 481 (b: 60.0). Ligging in het Keselaar en in de Hostie onder Zijtaart, tevens onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging nabij een laag huis i. c. boerderij. d. NIEUW HUIS Het nieuw huis op het ven [N (1883)]; B 664, 669 (hu: 69.10). Ligging op het Ven. Benoeming naar het (recente) tijdstip van de bouw. e. OUD HUIS Het lant van Peter Elens bij het oude huys (den Biesen) [GVE2-286 (1702)]; het oud huis [N (1875, 1876, 1883)]; B 660-667 (hu etc: 1.09.80), D 1169, 1180, 1182-1185, 1189, 1190 (hu etc: 1.84.30), E 157 (og: 06.20), 625 (he: 3.42.80), 665-669 (w: 19.70; b: 1.69.60). Ligging op het Havelt, het Ven, de Leinsedel onder Zijtaart, tevens onbekende ligging op de Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar het (vroege) tijdstip van de bouw. -Zie Brouwhuis, Driehuizen, Drieslaaghuis, Duithuis, Komperenhuiske, Molenhuis, Stamhuis, Stenenhuis, Tuifthuis en Umanshuisje HUISPLAATS De voerste stucken bij St. Joost stock naast de hese en de huysplaats [Mrv311-28v (1592)]; de huisplaats op 't ven [RAV160-30v (1764)]; de huisplaats [N (1848, 1871, 1891), V.-]; B 101 (wen hw (89.80), 132-135 (b: 47.17), 303, 304 (de: 32.60; w: 30.70), 381-386 (b en w: 1.31.67). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. Het perceel waarop een boerderij heeft gestaan is een (oude) huisplaats, (oude) huisplak of oude hof (M.Top.Neerpelt, -112). a. OUDE HUISPLAATS Een stuck landts d'oude huysplaets (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; landt aent Beukelaer de oude huisplaets [GVEI2-156 (1778)]; de oude huisplaats [N (1838)]; B 294 (b: 40.70). Verspreide ligging. HUIZING -Zie Neerhuizing HULSBERDONK Huis, hof en landerijen gelegen in de parochie Veghel, ter plaatse genaemt hulsberdonc 163 [GZG-272 (1396)]; van die gemeijnte van Vechel aen den hulserdonck [RAV169-1v (1646)]; huys, hof en aengelegen erff 8 loop. te Vechel aen de donck en 50 r. aen den hulserdonck [Dom.-171 (1731-1756)].
Onbekende ligging. het eerste lid is misschien afgeleid van huls, steekpalm (zie Hulsel). Eventueel ook identiek aan Hilverdonk (zie Hilverdonk). -Zie Donk
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 119 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
HULSEL
Mogelijk afgeleid van een oorspronkelijke vorm van huls-lo, hulsbos. Huls = steekpalm (M.Top. Valk, -154). Volgens W.N.T. hulsel een enkele maal ook van de kap, de bekroning van een bouwwerk (W.N.T. -1309). Germ. hulisa - m. "hulst" + lauhum, dat. pl. bij lauha - n. "bosje op hoge zandgrond" (M. Gysseling, 1960, -523).
a. HOOG HULSEL 't Hoog hulsel [V.-]; F 338, 341, 346-347 (b en w: 1.74.90). Ligging in de Grootdonk onder eerde. Mogelijk heeft hier eens een boerderij met een opvallend hoge kap gestaan. De verklaring van Molemans en Gysseling is voor dit gebied aannemelijker. HULSELAAR In loco dicto hulselaer [Hs- (± 1385)]; ex hulslaer [HH127-1 (1406-1421)]; hoeve ten hulselaar [Mrv91-201v (1735)].
Onbekende ligging. De naam slaat op de begroeiing met hulst (ilex aquifolium). -Zie Laar HULSTHHURK 6 1. Weiland genaemt holsthorrincks alias corstenhorrick, Vechel aen hoge heyde [Dom.-171 (1731-1756)];
Onbekende ligging aan de Hoge Heide onder Mariaheide. Benoeming naar begroeiing met hulst. -Zie Hurk HULSTKAMP Hulstkamp [V.-]; A 869 (he: 16.94.00).
Ligging in het Oost-Dubbele. Identiek aan de Hutkamp (zie hutkamp), voor het betreffende perceel kwam de vorm Hulstkamp slechts eenmaal naar voren, uit de volksmondgegevens. -Zie Kamp HURK (EN) Bij die hoernic in die monichoeve bij 't erf die gretingbuenre [BP1184 (1406)]; die hoeve ten hornick in loco dicto bruessessche buenre [Hs- (± 1490)]; de hornic [HH133-9 (1507)]; de horck of horrickstiende gemeyn buenders [Hs- (1563)]; een schoon eusselvelt in twee gegraven, houtwasch en geregtigheden en voorpotinge, gelegen in Veghel teijnde de watersteeg, genaemt den hurk, groot ontr. 5 1. [RAV112-100 (1797)]; de hurken in de Kampen [n (1850)]; A 1552 (b en w: 92.00).
Ligging in de Kampen bij het Ven (de Hurken); ook in de variant Horrik of Hornik oude benaming voor een gebied, identiek aan of nabij het Ven. Het Horric is gelegen bij het 164
Ven. Bij sommige mensen krijg je de indruk, dat het zelfs een andere naam voor het Ven is. Het Ven zou dan een "hoek" genoemd worden. Horik = hoek van een straat; land gelegen in een hoek. Er komen veel vormen van dit woord voor: hornick, hornyck, hoornic, hoirnic etc. Beekman ziet verband met horn en hoorn, welke woorden dan de betekenis kunnen hebben van landstreek, land, kwartier en ook van hoek.
a. KORTE HURK 1 1. Hoyvelt aen Hintelt genaamd cortenhurk [GVEI2-89v (1778)]; kortenhurk [N (1838, 1883, 1889); B 217,218 (b: 89.40),219 (w: 67.20), 226 (b: 1.30.80); korte hurk [V.-]; B 220 (b: 1.07.50; w: 2.52.00). Ligging in de Korsehoeven. Benoeming naar de vorm. -Zie Hulsthurk en Korstenhurk HURKSKE Een heyvelt op Vorstenbos 't hurkske [GVEI2-36 (1778)]; het hurkske [V.-]; B 272-276
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 120 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(b: 2.04.60; w: 21.40; tu: 09.30; hu: 10.50).
Ligging op de Heiakker nabij de buurtschap Driehuizen en het Ven, tevens onbekende ligging "op Vorstenbosch". Vanuit Veghel gezien ligt bovengenoemd perceel in de richting van Vorstenbosch, niet zo ver van de noordelijke gemeentegrens zodat het wellicht om hetzelfde perceel gaat. Diminutief van Hurk. HURKMANSAKKER Hurkmansakker, akert [GVIIE13 (1792)]; hurkmansakker in het Akert [N (1871)]; D 331 (b: 50.80).
Het eerste lid is een in de streek nog algemeen voorkomende persoonsnaam. -Zie Akker en Harkmansakker HURKMANSVELD Hurkmansveld op de Watersteeg [N (1854)]; A 225, 235-239 (w: 1.48.10). HUSSENVELD Hussenvelt, boekt [RAV-283 (1700)].
Onbekende ligging op de Boekt. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Veld HUT Eeusel agter den huet [GVEI2-71 (1778)].
Onbekende ligging. Ter plaatse zal een kleine woning of schuur gestaan hebben. In St.Oedenrode niet ver van het Jekschot onder Zijtaart is nog het toponiem Veghelse Hut bekend; misschien wordt deze hut bedoeld. HUT KAMP De hutkamp in het Oost-Dubbele [N (1871)]; A 869 (he: 16.94.00).
Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de ligging nabij een hut; een perceel met een hut erop ? -Zie Kamp 165
JAANEKOOP Chris jaanekoop [V.-]; C 371 (he: 2.29.70). Ligging op Hogerduinen nabij de Goordonksedijk. Het eerste lid is de genitief van een vrouwsnaam of mansnaam. -Zie Koop JAGERSVELDEN De jagersvelden [V.-]; C 24-28 en ged. 19, 20 en 23 (w: 1.68.70; he: 77.60; w: 81.00). Ligging in het gebied genaamd "aan de Udensedijk" onder Mariaheide. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Christiaan de Jager 1823 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld JACOBHOF Jan Tys Jacob hof, nederboekt [Hs- (1615)]. Onbekende ligging op de Lage Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam of de genitief van een mansnaam. JACOBSAKKER(KE) Aen acker lants genaemt mr. Jacobs acker [N (1720)]; meester Jacobs ackerke [GVEI275 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker JACOBSERF Arien Jacobserf, sontvelt [Hs- (1616)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Erf JACOBSHOEF Van Tonis Jacobs Hoeff op ham [GVE15-9 (1624)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 121 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Hoef JACOBSLAND In Jacobs lant (hooge heij) [GVE2-27 (1702)]. . Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam of de genitief van een mansnaam. -Zie Land JANDIRKEBEEMD Eenen halven hoijbeemt en geregtigh. gelegen in de valstraet genaemt Jan Dirke beemt, groot 6 1. 6 r., een eijnde hoevenaersacker [RAV112-49v (1795)]. Onbekende ligging in de Valstraat onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. JANDIRKSEEUWSEL Een parceel weijlant, houtwasch en geregtigheden gelegen aen de heijde, genaemt Jan Dirx Eeusel, groot 2 1. 9 r. [RAV112-53 (1795)]. Onbekende ligging in de (Maria)heide. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Eeuwsel 166 JANJORISKAMP Eenen acker teulland, canten, houtw. en geregtigh. te Veghel op Ham, genaamt Jan Joris camp, groot ontr. 5 I [RAV1l2-286v (1800)]. Onbekende ligging op het Ham. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp JANSENAKKER De streep neffen Daniel Janssenecker metten corte stucxkens daer teynen aen in de Neerbiest [GVE15-71 (1624)]. Onbekende ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker JANSESTREEP Nelis Janse streep int Dorshout [GVE12-215v (1777)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep JANTJESPLAK Jantjesplak [V.-]; C 316 (he: 10.48.30). Ligging op Goordonk onder Mariaheide. Het eerste lid is het diminutief van de mansnaam Jan.
-Zie Plak JANVANBALGOOIENBEEMD Eenen beemt hoijlants aent havelt genaemt Jan van Balgoijenbeemt, ontr. 3 karren hoijgewas, een zijde St. Tunisbeemt, andere zijde de Aa [RAV108-94 (1779)]. Onbekende ligging in het Havelt aan de Aa. Benoeming naar persoonsnaam. J~ILLEMSBEEMD Benen beemt hoijlants gelegen agtert Dorshout, genaamt de schimmelaer oft Jan Wilms beemt, groot ontr. 4 karren hoij [RAV1l2-326v (1801)]. Ligging in het Dorshout, perceel identiek met de schimmelaar (zie schimmelaar). Benoeming naar een persoonsnaam. JASPERSKAMP Jasperskamp, in kleyn hintelt by 't Ven [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in de Kleine Hintel bij het Ven en mogelijk elders. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam. JASPERSLAND 't Tweede deel van den ecker in de handtfort bij Dirk Jasperslant haeren hoff ende lant bij
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 122 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
't huys [GVE15-110 (1624)]. Onbekende liggingin de Hansvoort, nu Middegaal, Middegaalsveld en omgeving. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land JEKSCHOT Et a doernken usque jexschot et de jexschot pro ut limites [GVI1 (1310)]; usque jeesschot 167 et de jeesschot pro ut limites [Hs- (1310)]; van domken tot jaexschot ende van jaexschot pro ut limites [Hs-83 (1310)]; de groote weghoeve by jecschot [Hs- (1564)]; een hoeve in jecschot [GSO-262 (1617)]; de heerlykheyt jeckschot [Mrv92-73 (1768)]; jekschot [kado (1832)]; E 1422-1456; heerlijkheid jekschot, bestaande is zes bouwhoeven, weiland, mast en schaarhoutbossen, bosgrond en heide [N (1893)]; E 1408-1416 (b: 7.90.40; w: 12.20; hu: 07.00; bakhu: 00.32; tu: 03.36), 1417-1420, 1422-1439, 1441-1456 (b: 48.70; hu: 11.70; tu: 08.80); jeksend (jekschot) [V.-]; E 1422-1439, 1441-1456. Gebied liggende ten zuiden van het Zondveld onder Zijtaart, in vroeger tijden de Heerlijkheid lekschot. Het eerste lid is mogelijk ontstaan uit laak, lacob (M.Top.Overpelt, -182, de laak). Het tweede lid: scho(o)t, beboste hoek zandgrond, uitspringend in een moerassig terrein (M.Top. Valk. -110). lekschot behoort tot de hoogst gelegen gebieden van Veghel en ligt niet ver van lage terreinen als het Laars op het aangrenzende grondgebied van St.Oedenrode. Jekschot zuidzijde nabij Veghel JEKSCHOTSELOOP Een parceel groese en heijde gelegen in Veghel opt Zontvelt aen de Jekschotsen loop [RAV112-263v (1800)]. Waterloop die begint aan de noordgrens van het gebied lekschot; vervolgens over een vrij grote afstand in noord-westelijke de grens vormt tussen Veghel en St.Oedenrode en tenslotten ter hoogte van het gebied de Voort overgaat in de Biezenloop. Benoeming naar de ligging. -Zie Loop JEKSCHOTSTRAAT Recente herbenaming (Zij taart) Jekschotstraat [B- (1967)]. 168
Dit is het meest zuidelijke gedeelte van de weg van Zijtaart naar Marlahout onder Lieshout, vanafJekschot tot aan de uiterste zuidgrens van de gemeente. Benoeming naar de ligging. JENNEKESHOEFKE Vuyt een stuek aekerlants genoempt jennekens hoeffken gelegen onder Veehel in vranekenvoirt deen sijde aen de kerekstrate [RG169-26 (1646)]; 4 1. akkerland gemoempt jennekenshoefke te Veehel in vranekevoirt [Dom.-171 (1731-1756)]. Onbekende ligging in Frankevoort, nu de Stad, aan de oude weg naar Erp. Het eerste lid is het diminutief van Johanna (M.Top.Overpelt. -183). -Zie Hoef JONGER Een pereeel hooiland gen'd de jonger, de jonkert te Veghel, dorshout [N (1837, 1868, 1870)]; A 786 (ho: 1.02.20) Perceel liggend in de Knokert onder Middegaal, identiek met de Rijdende beemden. JONKERJAN Bos van jonker Jan [V.-]; C 356, 357, 360-364 (he: 53.50; de: 68.90; de: 1.55.10; hh: 88.50). Ligging op Hogerduinen aan de grens met Erp. Benoeming naar de eigenaar, wellicht een nazaat van Jonkheer Joseph G. de Kuyper, die anno 1832 bezitter was van een deel van deze percelen.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 123 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
JONKERMIDDEGAAL Een hooybeemd, houtwas en geregtigheden gelegen binnen deze dorpe van Veghel in Dorshout, genaamd jonker middegaal [N (1814)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Benoeming naar de eigenaar, een telg uit het geslacht Middegaal, dat in de 15e eeuw aanzien genoot in Veghel. JONKERSKAMP Jonekerseamp, eert [RAV158-167 (1736)]; in het dorshout in jonkerskamp [N (1822)] Onbekende ligging in het Dorshout en onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam of verwijst naar een eigenaar die de titel Jonker droeg. -Zie Kamp JOOST(EN)ERFKE Eenen aeker teulants mette groes genoemt Jan Joosten erfken gelegen tot Veghell op Ham [N (1660)]; Jan Joost erfke, Havelt [Hs- (1681)]. Onbekende ligging in het gebied Havelt/Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam of de genitief van een mansnaam. -Zie Erf JOOSTEVELD Lant op Ham, Jan Joostevelt [GVE12-165 (1778)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam. -Zie Veld 169 JOOSTJESVELDJE Joostjesveldje [V.-]; B 787 (w: 45.50). Ligging in het Huigenbos onder Mariaheide. Het eerste lid is het diminutief van de mansnaam Joost. JOPPIKENAKKER Joppikenakker [V.-]; D 718 (b: 38.10). Ligging in de Zijtaartse beemden. Het eerste lid is mogelijk een persoonsnaam of genitief van een mansnaam. -Zie Akker JORISKAMP(KE) Van d'lant genaemt Joriskempken [GVEI5-59 (1624)]; Jan Joriscamp, Ham [GVIIE13 (1792)]; Jan Joriskamp [N (1834)]; D 894a (b: 1.01.50). Ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp JORISVELD 't Joris veld [V.-]; F 899 (b: 88.00). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Veld JOSEPPENAKKER Joseppenakker nieuwe veldjes [N (1888)]; D 1080 (b: 66.50). Ligging op de Eeuwsels nabij het gebied de Nieuwe Veldjes. Het eerste lid zal een genitief zijn van de mansnaam Joseph, Jozef -Zie Akker JUNGER De leegh heij bestaet in 23 huyssen ende begint in den buender genaemt den junger aen muylengraeff is toegemeten yder 4 roeden [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging in de Lage Heide onder Mariaheide. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Philip Carel Junger 1916 (KI.Bev.V.).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 124 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
JUNGERBEEMD Jungers beemt [GVE2-252 (1702)]; 1/4 hoy in jungerbeemt [GVEI2-259 (1777)]; int rot no 17 tot 16 heys rot tegen den jongerbeemt niet wel geveegd [GVIIB26 (1789)]. Onbekende ligging onder Mariaheide nabij de Junger. -Zie Beemd JUTTENKAMP Juttencamp boektse tiende [Hs- (1676)]. Onbekende ligging, wellicht op of nabij de Boekt (zie Boektse tiende). Het eerste lid is een persoonsnaam of genitief van de vrouwsnaam of mansnaam Jut, Judith (M.Top. Valk. 157). Afgeleid van "jut" in de betekenis van juttepeer, benaming van eene bekende, sappige vroege peer (W.N.T. -578). -Zie Kamp 170 JUTTEVELD Huys hoffstadt etc. genoempt den brouwhuis of juttenvelt gelegen aent Beukelaer [Ms-]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. KAKKERT (KAKKERS) Halven hooijbemdt genoemt den kaeckert, groot ontrent twee karren hoijgewas, een eijnt de gemeijne Aa [RAV60 (1667)]; kakckert, Ham [RAV158-127v (1733)]; beemt in kackart [GVE12-116 (1778)]; de kakkert [N (1838, 1860)]; D 811 (ho: 1.13.60), 816 (ho: 76.20); de helft van een hooibeemd genaamd de kakkers te Veghel op het Ham [N (1848)]. Ligging in de Hamse beemd. J. Lindemans brengt kaak - geen ongewoon element in de toponymie - in verband met mndl. cace, caec "wang" in toponiemen met de overdrachtelijke betekenis van "verhoogde berm, zijkant". Cfr. Lindemans (1930, 1940a, 1951a: nrs. 666, 31, 377). Zie in dit verband ook de Brouwer (1965-68). De betekenis van cacker/cackart (personijicerende afleiding van mnl. cace) is dan: beemd met verhoogde bermen of zijkanten i.c. voor een perceel aan een waterloop (M. Top. Overpelt, -185). KAKKERSHOEK Kackershoek [GVIIE3 (1707)]. Onbekende ligging, wellicht nabij of identiek met de Kakkert. -Zie Kakkert en Hoek KALEHOF Den kae1en hof (Havelt) [GVE2-150 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt. Het adjectief zal duiden op de geringe kwaliteit van de grond, zodat er weinig groeide. -Zie Hof KALVARIEBERG De calvarieberg [N (1852)]; G 290 (b: 79.10). Liggend in de straat, ongeveer waar zich nu de kapel van het Franciscanessenklooster aan de Deken van Miertstraat bevindt. Benoeming naar de bijbelse kalvarieberg. -Zie Berg KALVERKAMP(EN) Benen hoycamp genaemt de calvercamp gelegen alhier aen d'Eerde [G0126-51 (1681)]; calvercamp [GO- (1754)]; nieuwen camp aende kalvercamp [GVE12-245 (1777)]; de kalverskamp [kado (1832), V.- ]; F 209-244, 460; de kalverkampen [N (1835)]; F 212219 (b: 2.10.60). Gebied liggend onder Eerde, grenzend aan het Dubbele. Benoeming naar de aanwezigheid van weiland, voor het vee. Een groot deel van dit gebied bestond uit grasland.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 125 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Kamp KALVERLOEKT Terre dictum dat calverloect [GVIDI (1468)]; dat calverloect [GVIDI (1537)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de veeteelt. -Zie Geluk 171 KALVERSTRAAT Straatje liggend tussen Hoofdstraat en de Deken van Miertstraat, evenwijdig daaraan; vroeger heette het achtereenvolgens Achterdijk en Marktstraat. Benoeming naar de kalvermarkt waar Veghel in vroeger tijden bekend om was.
KALVERVELD(JE) Een stuck landts genaemt het calvervelt (onder Eerde) [G50-262 (1617)]; ter plaatse voors. (grootdonk) genaamd den kattenboseh, kalverveldje en het grootdonksveldje [N (1818)]. Onbekende ligging in de Grootdonk onder Eerde.
-Zie Veld KALVERWEI(KE) 't Kalverweike [GVlIEI3 (1792)]; de kalverwei aan de Grote Hintel [N (1881)]. B 403 (b: 26.60). Ligging aan de Grote Hintel en mogelijk elders.
-Zie Wei(ke) Het centrum Veghel, o.a. Kalverstroot, Korte Marktstraat, Molenstraat 172 KAMP(EN) Den ecker de camp genoempt neffen Peter Huybenerff [GVEI5-38 (1624)]; landt de camp nevens den nieuwendijk [GVEI2-101 (1778)]; de kampen [kado (1832); A 3-97, E 1-74; de kamp [N (1836, 1838, 1841, 1843, 1845, 1847, 1861, 1872, 1883, 1891, 1893, 1895), V.-]; A 784, 804 (ho: 2.24.20), 847-848 (he: 1.48.20), 853-855, 863, 869 (b en w: 67.70), 857-861 (b: 1.30.00; og.: 31.40), 903-911 (w: 3.05.00), 1028 (w: 51.30), 1031 (w: 39.00), B 79-80 (b: 36.30), 545 (w: 93.00), C 483, 485 (w: 54.70), D 111 (St.Oed.) b: 36.90), E 179 (b: 43.50), 236, 237 (b en w: 73.90), 279-281, 283, 284 (b: 2.43.30), 700 (he: 22.41.00), 752-754 (b en w: 1.18.50), 695 (w: 61.60), F 1166-1169 (b en w: 2.21.40), 1171-1177 (b en w: 1.67.50), 1189 (b: 12.20); de kampen [N (1834, 1835, 1844)]; A 40, 47-50, 53, 59-73 (b: 2.71.70; w: 3.85.80; hu: 06.70; tu: 04.55), E 73 (hh:53.40), 74 (w: 40.90); het kampke(s) [N (1836); A 847 (w: 76.50). Gebieden nabij het Ven, aan de noordzijde ervan, en onder Zijtaart dichtbij het viaduct gelegen, tevens vele afzonderlijke percelen verspreid over het grondgebied. Kamp, lat. campus, is oorspronkelijk een synoniem van veld in de betekenis van "open, onbebouwd veld". Hier heeft kamp de secundaire betekenis van: een individueel uit het veld gewonnen en door een heg of een houtkant besloten perceel (M. Top. Valk., -160). a. ACHTERSTE KAMP Achterste kamp [V.-]; F ged. 327, 336, 337 (hu: 9.80; b: 1.13.10), 328-329 (b en w: 92.90). Ligging in de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar de ligging. b. GROTE KAMP(EN) In de groote camp (Citart onder Zontvelt) [GVE2-268 (1702)]; de grote kampen [N (1848, 1886)]; A 59-60, 71-73 (w: 1.28.80), E 92 (b: 80.40). Verspreide ligging o.a. in de Kampen nabij het Ven. Benoeming naar de oppervlakte. c. HOGE KAMP Van sijn part in den hoogencamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 126 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de hoge ligging. d. KLEINE KAMPEN De kleine kampen [N (1848)]; A 61, 70, ged. 62 (w: 68.29). Ligging in de Kampen nabij het Ven. Benoeming naar de oppervlakte. e. KORTE KAMPEN Korte kampen [N (1856)]; A 602 (b: 43.88). Ligging in de Kolenkampen. Waarschijnlijk is hier sprake van een verschrijving of onjuiste lezing van Kolenkampen. In beide gevallen gaat het om zeer kleine perceeltjes met bebouwing. f. LANGE KAMP De lange kamp, op de Kleine Hintel [N (1868)]; B 454, 455 (w: 1.1.20). Ligging op de Kleine Hintel. Benoeming naar de vorm, twee langgerekte percelen. g. NIEUWE KAMP(EN) Te betalen uten enen buenre bempts geheyten den nuwen camp in die proche van vechel 173 [GVIE2 (1415)]; ex nove campo [HH133-33 (1507)]; vuyt eenen buender drye loopensaets twee royen ackerlants genoempt den nieuwencamp gelegen tot Vechel aen de hoogeheyde [RG169-11 (1646)]; de nieuwe camp (den heuvelt) [GVE2-131 (1702)]; lant op rijkevoort genaemt de nieuwencamp op Creytenborg [GVE12-164v (1778)]; nieuwenkamp [N (1841)]; E 742 (w: 43.70); de nieuwe kampen, Eerde [N (1851)]; F 163-165 (b: 46.90; w: 20.20); den nieuwe kamp [N (1880)]; E 57,58 (b en w: 63.10). Verspreide ligging. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning of ingebruikname. - VOORSTE NIEUWE KAMP Den voorsten nieuwencamp [GVE12-318 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. h. OUDE KAMP(EN) De auwencamp (leynse campen sontvelt) [Hs- (1545)]; de oude campen, leynse campen sontvelt [RAV159-162v (1752)]; den auden camp bij oliemolen [GVE12-197 (1778)]; de oude kamp [N (1880, 1888)]; E 109-111 (b en w: 1.20.10). Ligging onder Zijtaart in het gebied de Berg en op of nabij het Zondveld, tevens mogelijk nog op andere plaatsen. Benoeming naar het (vroege) tijdstip van ingebruikname of ontginning.
i. VOORSTE KAMP De voorste kamp [N (1847), V.-]; E 622-624 (b en w: 1.16.10), F 327, 336, 337 (hu: 9.80; w: 1.13.10). Ligging in de Grootdonk onder Eerde en in de Leinsedel onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. -Zie Belenkamp, Bellenkamp, Berkenkamp, Berloskamp, Bikkelkamp, Boekamp, Boonkamp, Boskamp, Brandskamp, Brooskamp, Eikelkamp, Eimberskamp, Elenkamp, Gasthuiskamp, Geerlingskamp, Geerskamp, Gerritskamp, Gieliskampen, Gijbenkamp, Gijsenkamp, Goedekamp, Goortskamp, Goossenkamp, Graskamp, Grevenbroksekamp, Grijnskamp, Gultenkamp, Haverkamp, Heienkamp, Heikampen, nieuwe Heikampen, Heimanskamp, Heinekamp, Hekkegatskamp, Hekkenskamp, Helverskamp, Hesseiskamp, Hoevenaarskamp, Hopkamp, Horkamp, Huibenkamp, Hulstkamp, Hutkamp, Jan Joriskamp, Jasperskamp, Jonkerskamp, Joriskamp, Juttenkamp, Kalverkamp, Keizerskamp, Kerkenkamp, Kinnekeskamp, Koekamp, Koenenkamp, Kolenkamp(en), Koopkeskamp, Koppenkamp, Korstenkamp, Kraaienkamp, Kransekamp, Krekelhotkamp, Kuiperskamp, Kwadekamp, Larekamp, Lathouwerskamp, Leinsekamp(en), Lennissekamp, Leunissekamp, Lijskeskamp, Lippenkamp, Logtsekamp, Maaskamp, Martenskamp, Meeuwenkamp, Meisekamp, achterste Meisekamp, grote Meisekamp, kleine Meisekamp,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 127 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Melterskamp, Molenaarskamp, Molenkamp, Mulderskamp, Nunenskamp, Oetelaarskamp, Ossenkamp, Preinekamp, Proostkamp, achterste Proostkamp, Roeffenkamp, Roskamp, Rouwekamp, Rullenkamp, Rutgerkamp, Schenkelskamp, Scheperskamp, Schijndelsekampen, Schoenmakerskamp, Schout(en)kamp, Schuppenskamp, Simonskamp, Smitskamp, Smitsekamp, Snuiskamp, Steenkampen, Suurmontskamp, Thomassekamp, Tijssekamp, Uitkampen, Veroedenkamp, Verrekamp, Vonniskamp, Vrouwkeskamp, Weikamp en Zandkamp KAMPKE(S) 174 Bredelaer, hintelt, kempke [Hs- (1561)]; het eampke, hoge heyde [Hs- (1662)]; het eampie aent poejervelt (havelt) [GVE2-142 (1702)]; halff eeusel aen de kempkens (ereytenborgh) [GVEI2-297 (1777)]; tegen sijn erve de kemkens [GVIIB7 (1790)]; de kempkens [kado (1832)]; F 635a-653; het kempke [N (1861, 1868, 1875, 1878, 1881, 1883,1886, 1889, 1895), V.-]; A 848 (w: 71.70), B 170, 197 (b: 56.25), 192, 193, 196 (b en w: 79.20), 203 ged. (de: 1.84.70), 452, 456 (b en w; 75.50), 561, 562 (w: 30.30), C 156 (w: 16.10), E 520, 521 (b en w: 93.40), 985, 986, 487, 712 (w: 14.60; he: 4.29.50; b: 39.50), 1338-1341 (og: 11.20; he: 1.22.40; b: 90.90); het kampke [N (1844, 1860)]; E 120 (b: 83.60), 175-177 (b en w: 76.90); 't kemke [V.-]; E 983-987 (b: 77.90; w: 25.40; og: 9.40); het kaemke ('t kemke) [V.-]; F 315-320 ged. (w: 53.40; hu: 10.60; tu: 07.50; og: 13.70); de kempkes [N (1894)]; F 1065, 1066 (b: 38.50). In de enkelvoudsvorm is het een veel voorkomend toponiem voor het hele grondgebied van Veghel. Als meervoud duidt het hoofdzakelijk een gebied aan onder Eerde, enige kilometers ten zuiden van het viaduct, aan de oostelijke zijde van de weg naar St.Oedenrode. Diminutief van kamp. a. GROOTKAMPKE Noch vuyt enen kempken lants geheyten dat groet kempken gelegen in die proehie van Vechel in gheen akart deen syde een stuek lants geheyten die vereht [GVIDI (1512)]. Onbekende ligging in het Akert. Benoeming naar de oppervlakte. b. KLEIN KAMPKE
Verbetering vant cleyn eampie (de kemkens) [GVE2-295 (1702)]. Onbekende ligging aan de Kempkes. Benoeming naar de oppervlakte. c. VOORSTE KAMPKE 't Voorste eampke [GVEI2-24 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Aartskampke, Klein Ariaanskampke, Bruinekampke, Eeuwselskampke, Geertskampke, Kleimanskampke, Kluiterhaverkampke, Mangenkampke, Meekampke, Muggenkampke, Nieuwekamp, Roelofskampke, Sehijndelskampke, Smolderskampke, Udenskampke, Vorstenbosehkampke, Wouterskampje, Zegerskampke en Zeilkampkes KAMPKENSBIEZEN
Aen de eampkens biesen op Crijtenborg [GOI26-56 (1699)]. Onbekende ligging op Krijtenburg. Bedoeld zullen zijn de Hoge Biezen die grenzen aan de Kempkes en zich uitstrekken tot aan Krijtenburg. Benoeming naar de ligging. KAMPKENSBROEK
Het kempkensbroek [kado (1832), N (1894), V.-]; F 633-635 (he: 43.27.40), 635 (ged) (he: 16.85.40). Gebied onder Eerde, aan de oostzijde van de weg naar St.Oedenrode, ter hoogte van de President Kennedylaan. Benoeming naar de ligging bij de Kempkens. -Zie Broek KAMPKESHOEK
Ter plaatse genaamd den kempkeshoek [N (1820)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. Misschien identiek met Kempkes-hoek.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 128 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
175-Zie Hoek KAMPKESROT Kempkens rot twee facken niet geveegd (onder rivier de Aa) [GVIIB26 (1783)]. KANARIEVENNEKE 't Kanarievenneke [V.-] Gelegen op het Ven. laag gelegen weiland, omzoomd met riet, bij regen meteen onder water. Er werd 's winters op geschaatst (V.-). KANIJKE Twee stucken teullandt, canten houtwasch en geregtigheden in Veghel aen de hooge heijde overt heijke genaemt het Canijcke, groot ontr. 21. [RAV109-206 (1786)]. Onbekende ligging op de Hoge heide onder Mariaheide. Komijn, Kanijn wellicht benoeming naar het dier konijn. KANT(EN) Smalle strook langs een of meer percelen (v.Dale). a. LANGE KANT Langenkant op de Leest [N (1879, 1891)]; D 526 (b: 38.30); de lange kant langs de percelen [V.-]; E 847-848 (b: 79.40), 849-853 (b: 2.89.10). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en op de Leest. Benoeming naar de vorm. -Zie Aakant, Geerkant, Lijskeskant, Middelkanten en Tarwekant KAPEL Vuijt huys hoff ende aengelegen erffenis gelegen onder Vechel aent Havelt bijde capelle [RG169-31 (1646)]; de capelle in Eerde [RAV161-154v (1751)]; erff en lant aen de capel int Eerdt [GVE12-250 (1777)]. Bedoeld worden de kapellen, gewijd aan St. Antonius (zie Sint Antoniuskapel) op het Havelt en in Eerde, die inmiddels verdwenen zijn. De Eerdse kapel die nog lang heeft dienst gedaan als schoolgebouw, werd in 1965 afgebroken. KAPEL ST. ANTONIUS EN ST. SEBASTIAAN Liggend in het Dorshout van 1618-1648 en mogelijk langer. Benoeming naar de beide heiligen. KAPELAKKER Een stuk ackerlant gemeenelijk genoemt den cappelacker binnen de parochie van Veghel aen d'Eerde [G0126-34 (1614)]. Onbekende ligging in de nabijheid van de St. Antoniuskapel onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker a. GROTE KAPELAKKER Huijsje hoff etc. over de brugge, genaamt den grooten cappelacker [RAV101-60v (1738)]; den grooten capelacker [GVE12-200 (1778)]. Onbekende ligging nabij een der kapellen (Havelt, Eerde of Dorshout). Benoeming naar 176 de oppervlakte. b. KLEINE KAPELAKKER Hogen acker aldaer (over de Brugge) genaemt den c1eynen capel acker [GVEI2-202v (1777)]. Onbekende ligging nabij een der kapellen, Benoeming naar de oppervlakte. KAPELHOF Capelhoff aent Havelt [GVEI2-159 (1778)]; de kapelhof [N (1852, 1876, 1895)]; D 1164, 1169, 1180, 1182-1185, 1189, 1190 (w: 3.49.10; hh: 02.48). Ligging op het Havelt. Benoeming naar de ligging. -Zie Hof
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 129 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KAPELKUIL Verdrinking van Ludovicus Jan Denissen, out ontrent 5 jaar, in den cappelcuijl alhier over de brugge [RAV99-178v (1731)]; huis over de brugge genaamd aan de capelcuijl [RAV106-109v (1769)]. -Zie Kuil KAPELLAND Het capelle land [GO- (1754)]. Onbekende ligging in de nabijheid van de kapel in Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Land KAPELSTRAAT (Eerde), Kapelstraat [Mb-]. Ligging in de kom van Eerde, de centrale dorpsstraat. Benoeming naar de ligging. KAPELLEVELD(JE) Een stuck landts het capellen velt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; capelleveitje, eerde over de straat [GVIIE13 (1792)]; Jan Kapelleveld [N (1835)]; B 470 (w: 46.40). Onbekende ligging, nabij de kapel in Eerde, tevens op de Kleine Hintel. Benoeming naar de ligging; op de Kleine Hintel; benoeming naar persoonsnaam. -Zie Veld KAR -Zie Keulsekar KAT Een huijsinge, hof, boomgaart en aengelegen teullandt groese houtwasch voorpotinge en geregtigheden gelegen op Zontvelt van outs genaemt de Kat, groot ontr. 7 1. [RAV109213 (1786)]; de kat [N (1835, 1836)]; E 671 (hu: 1.06), 1319-1321 (b en w, hu, erf: 1.00.30). Ligging op de grens van het Zondveld en de Leinsedel onder Zijtaart, benaming voor twee tegenover elkaar liggende huizen en enkele percelen land aan een driesprong ZondveldstraatLeinserondweg. Mogelijk benoeming naar persoonsnaam vgl. Cornelis Hendrikus de Kat 1916 (Kl.Bev. V.). (M. Top. Overpelt -188) (Kattenberg): "Kat" heeft hier blijkbaar een pejoratieve betekenis 177 voor iets minderwaardigs vgl. in deze zin Bach (1953 & 342): "Hund und Kätze können als Bestimmungswort die Kleinheit ader Verächtlichkeit des im Grundwort genannten Begriffs bezeichnen und brauchen mit dem betreft. Tier unmittelbar nichts zu tun ZU haben". (M. Top. Overpelt -188) (Kattestraat): Gysseling (1954), Moerman (1956) en Tavenier Vereecken (1968) sluiten de mogelijkheid kat: dier helemaal niet uit. Moeilijk te achterhalen is of het bijgeloof eventueel een rol gespeeld heeft bij het ontstaan van zulke straatnamen (zie Zwarte Kat). Denkbaar lijkt ook de benoeming naar de bijnaam van een bewoner/bezitter van de betreffende percelen. (M. Top. Overpelt) (Kattestraat) Volgens Lindemans (1952a: 136137), eveneens in HCTD 1932: 71-84 en in Med. 1954: 88-89 - is (kat(te) een wisselvorm van kade (cfr. mat = made, rot = rode) en betekent "aarden opworp". Een kattestraat is dan een weg (meestal een zijstraat bij een agglomeratie) die opgehoogd werd en bevestigd op houten balen, met elkaar verbonden door rijshout. De hoge ligging van de betreffende percelen maakt deze verklaring hier weinig aannemelijk. KATALIJNESTUK
Landt cataleyne stuk (Zontvelt) [GVEI2-286v (1777)] Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid zal de genitief zijn van de vrouwsnaam Katelijn, Catharina.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 130 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie stuk KATTENBOS
Ter plaatse voorschreven (grootdonk) genaamd den kattenbosch, kalverveldje en het grootdonksveldje [N (1818)]; kattenbosch [V.-]; F 337-338 (b: 1.18.70). Ligging in twee percelen in de Grootdonk onder Eerde. -Zie Bos
a. GROTE KATTENBOS Een stuck landts den grooten cattenbos (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; den groten kattenbos [GVB57 (± 1750)]. Dit zal wellicht het grootste van de twee percelen de Kattenbos zijn. Ligging onder Eerde. Benoeming naar de oppervlakte. b. KLEINE KATTENBOS
Een stuck landts genaemt den cleynen cattenbos (Eerde) [GSO-262 (1617)]; den kleinen kattenbos [GVB57 (± 1750)]. Ligging onder Eerde, wellicht het kleinste van de twee percelen de Kattenbos. Benoeming naar de oppervlakte. KEEL
De keel, heyde [Hs- (1564)]. Onbekende ligging in de Hoge of Lage Hei onder Mariaheide. Benoeming naar de vorm? Keel I eigenlijk. Benaming voor verschillende delen van den in- en uitwendigen hals 1) naam voor het voorste gedeelte van den uitwendigen hals (W.N.T. -1927). Il oneigenlijk 2) gapende geopende mond of muil. b) de mond of uitmonding van een stroom (W.N.T. 1939). De enige stroom van betekenis ter plaatse is de Beekgraaf die echter pas vele 178 kilometers verder uitmondt in de rivier de Aa, zodat de laatstgenoemde betekenis van "keel" hier niet relevant zal zijn. KEERSEKOOP De kirse koop [V.-]; F 465 (gedeelte) (he: 20.63.50).
Ligging in het Dubbele onder Eerde. Het eerste lid verbergt misschien een persoonsnaam. Is een variant van kaars (W.N.T. -676); mogelijk ook afgeleid van "keer" in de betekenissen: de keer van 't lot, van de kans enz., de wending, het omslaan; een gewenschte, een gunstige, een ongunstige een onverwachte enz. keer (W.N.T. -1961); slinksche wending, streek, draai. -Zie Koop KEERSELING Een stuek landts het kroeselaer (onder Eerde) [GSO- 262 (1617)]; een stuek landts het kerselaer (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; een stuek landts het hoffken neffens het kerselingen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; het keerling, eert [RAVI58-155 (1736)]; int kesseling [GO- (1754)]; het kirsele [GO- (1754)]; keseling [N (1838, 1875)]; F 894 (b: 44.60); de keerseling [V.-]; F 894-896 (b: 96.60).
Ligging op de Kuilen onder Eerde. Afgeleid van een persoonsnaam Kieseling, vgl. Gerardus Lambertus Kieseling, 1817, (Kl.Bev. V.). De variant Kirsele kan misschien geïnterpreteerd worden als Keerse-lo, Keersebos; hoewel dit ook een afzonderlijk toponiem kan zijn. De variant Kerselaar zou een samenstelling kunnen zijn van Keerselaar (zie laar), dit kan wellicht ook gelden voor de variant Kroeselaar. Kerselare, kerseboom (Verwijs en Verdam, -1379) Keseling (zie Keselaar). KEI -Zie Steen en Blauwekei KEIZER Een stuek lants die kesie oft die keysere [MrI322-68v (1569)]; huis in de straat genaamt
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 131 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
de keijser [RAV101-185v (1741)]; erf genaemt den keyser [GVEI2-73 (1778)]; huijsinge, hof, dries en aengelegen teullant in de straet, van ouds genaemt den keijser, ontr. 7 1., een zijde Hendr. v.d. Linden, andere zijde Direk Tonis van eerd, een eind de straet, andere einde Jan van den Bos en straet [RAV108-98v (1779)].
Ligging aan de oostzijde van de Hervormde Kerk aan de tegenwoordige Hoofdstraat. Identiek met de Kesije (zie Kesije) inmiddels verdwenen; mogelijk heeft het toponiem ook nog betrekking op een perceel van onbekende ligging elders. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Mariellus Wilhelmus de Keyzer 1883, Adriana Keyzers 1833 (Kl.Bev.V.). Benoeming naar de bijnaam van de eigenaar die in het schuttersgilde eens "keizer" schoot (M.Top. Valk. -161). -Zie Kesie KEIZERSBEEMD Keizersbeemd [V.-]; A 1095 (ho: 48.80). -Zie Keizer en Beemd KEIZERSERF Eenen bouwlant genampt Adriaen Keijssers erff gelegen te Vechel aen het broek bij den 179
schutboem [N (1660)]. Onbekende ligging nabij de voormalige brandweerkazerne. -Zie Keizer en Erf KEIZERSKAMP In den keyserscamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Keizer en Kamp KEIZERSVELD Een stuck landts genaemt keysersvelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; acker teulland genaemt het keijsersvelt, omtrent de schutsboom [RAV96-140v (1717)] ; keysersvelt [GSO-262 (1754)]; keyzersveld [N (1836)]; D 624 (b en w: 1.34.70); keizersveld [N (1870), V.-]; D 623 (w: 73.00), 624 (b: 1.34.70). Onbekende ligging nabij de kom van Eerde, tevens ligging op de Leest. -Zie Keizer en Veld KELLISAKKER Den halven kellisacker (den heuvel) [GVE2-130 (1702)]. Onbekende ligging op de Heuvel. Het eerste lid verbergt wellicht een persoonsnaam. -Zie Akker KEMELSEAKKER Een stuck landts den kemelschen akker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. het eerste lid kan een persoonsnaam zijn. KEMENAATSEAKKER 't Goed te haenvelt, ligghende te Vechel te weten die huysinge ende die hoeve daarbij gheleghen, den kemenaatsen acker, met eenen mortel daeraen gheleghen [Mr1322-65 (1608)]. Onbekende ligging, wellicht aan het Havelt. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Jakobus van Kemenade 1883 (Kl.Bev. V.). KERISBRAKEN Dat derde vuyter kerisbraken [GVIE2 (1367)]; kerisbraken [GVE2-39 (± 1500)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Lucia Cornelia Keeris, 1899 (Kl.Bev. V.); het tweede lid is afgeleid van "braak". KERISSTREEP De kerisstreep, nederboekt [Hs- (1532)]. Onbekende ligging op de Lage Boekt.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 132 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Streep KERK De kerk [V.-]; E 1213-1214 (w: 60.70). Percelen liggende op het Zondveld onder Zijtaart. Wellicht bezit van der kerk van Zijtaart. 180
KERKAKKER Binnen der prochien van Vechel ter plaetsen genoemt int russelt groet tsaamen omtrent een mauwersaets mitten eenre syden neven den laerecker ende mitten anderen syden neven den kerkecker toebehoerende der vicarien van Vechel streekende mitten enen eynde op die gemeyn straat en mitten anderen eynde op een gemeyn laeck comende uuyter aa [GVIDI (1541)]; den halven kerkenakker (laege heij) [GVE2-46 (1702)]; een parceelland in vier stukjes gelegen alhier op de Boekt sijnde het land genaamt den halven kerke acker, groot ontr. derdalff 1., een eijnde de rivier de Aa [RAV112-87 (1796)]. Onbekende ligging op de Lage Hei onder Mariaheide, tevens in het Rutsel grenzend aan de Laarakker (zie Laarakker), op de Boekt aan de Aa, en mogelijk nog op andere plaatsen. Benoeming naar de eigenaar. -Zie Akker
KERKDIJK Streekende van den dijck genoemt die kerkdijck totter gemeynder aa [GVIDI (1539)]; kerkdijk (nu Hoogstraat) [Mm-11 (1627)]; het hoij aen de kerckdijck (hoog eijnde) [GVE2-208 (1702)]; de kerckdijk (Hoogstraat) [Ms-]. Volgens Meuwese is dit de oude benaming voor de Hoogstraat. De kerk lag in die tijd op de plaats van het oude gemeentehuis. Benoeming naar de ligging. Zie ook "Keuren en breuken", 1627, art. 100 (GVIIB15).
KERKELAND Het kerckenlant (Crijtenburg) [GVE2-284 (1702)]; omtrent de oude Aa, naast den laeracker oost, het kerckelant zuid [Mg25a-90 (1739)]. Onbekende ligging naast de Laarakker op het Rutsel, tevens op Krijtenburg onder Zijtaart. Benoeming naar de eigenaar.
KERKENBEEMD(JE) De kerckenbeemt in de brugge [RAV56-31v (1680)]; het dorshouts roth beginnende int kerckenbeemtje [GVIIB28 (± 1700)]; lh in eenen onverdeelde beemt hoijlants houtwasch en geregtigh. over de brugge, genaemt kerkebeemt, groot int geheel 7 1. 5 r. [RAV112-60 (1795)]; de kerken beemd [N (1835, 1879), V.-]; A 992-996 (ho: 2.24.40), 993 (ho: 37.70), E 1122 (w: 1.10.90), 1122a (b: 19.80); de kerke beemd [V.-]; D 424 (ho: 78.00); het kerke beemdje in de Amert [N (1885)]; A 993 (ho: 37.70). Verspreide ligging. Benoeming naar de eigenaar. -Zie Beemd
KERKENKAMP Kerckencamp [Hs- (1546)] Onbekende ligging. Benoeming naar de eigenaar. -Zie Kamp
KERKHEK Het kerkhek [N (1871, 1875, 1880)]; B 120 (b: 30.20), 120-121 (b en w: 60.80); kerkhekke [V.-]; B 119 (b: 88.90). Percelen, liggende op de Hoge akker aan de noordgrens van de gemeente, nabij Vorstenbosch. Benoeming naar de ligging nabij een hek op een weg waarlangs men ter kerke ging. Benoeming naar een hek, waarmee aan de kerk behorende percelen werden
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 133 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
181 afgesloten.
KERKHOEFWEG Kerkhoefweg [Hb-]; Weg in de kom van Eerde, leidend naar de Eerdse bergen. benoeming naar de ligging (hoewel de kerkhoef niet meer bekend is).
KERKHOF Dat molenhuus by kerkhof [Hs- (± 1390)]; erve bij neven den kerekhoff [GVIE2 (1431)]; kerekhoff [GVE2 (± 1500)]; zijn landt opte hooeh boekt twee stueken neffen den kerekhoff [GVEI5-127 (1624)]; huys en erf aent kerkhof (straet zuydzeyde) [GVEI2-347 (1777)]; op de boekt genaamd den kerekhoff [N (1819)] Ligging op verschillende plaatsen o.a. ongeveer ter plaatse van het oude gemeentehuis en op de Hoge boekt (nauwkeurige plaats niet meer bekend). a. OUDE KERKHOF Uit lant ter plaetse genaemt aen den alden kerkhof [GZG-3244 (1520)]; een stuek teullants groot ontr. 31h 1. gelegen op de boeekt, aen den ouden kerekhoff, een eijnde de gemeijn straet [EAV57-101 (1681)]; twee stueken teullant op de boekt bij den oude kerkhof, groot ontr. 3 1., een eijnde de oude kerkhof, andere eijnde de weg [RAV109-130 (1785)]. Ligging zie Waterschapskaart van de Aa, 1816. Benoeming naar het (vroege) tijdstip waarop het als zodanig in gebruik was. Zie "Keuren en breuken", 1627, art. 91 (GVIIBI5). -Zie Blankenskerkhof en Sehoolkerkhof
KERKENHORST Den kereken horst (de straat) [GVE2-304 (1702)]; hoylant kerke horst [GVEI2-148 (1778)]; 2 hoijvelden bij malkanderen gelegen in de donker beemde, genaemt den kerkenhorst, een zijde de rieviere de Aa [RAV108-185v (1781)]; een hooijbeemd genaemt de kerken horst, in de donker beemden [N (1815)]. Onbekende ligging in de Bruggen nabij de Donkerbeemden (zie Donkerbeemd(en)) aan de Aa, mogelijk identiek met de eveneens ter plaatse gelegen Kerkenbeemd. Benoeming naar de eigenaar. -Zie Horst
KERKPAD Land in den bulek aan die kerepad [BP1188-382 (1444)]; de kerkpad, het kerkpad [N (1804, 1877), V.-]; B 783, 784 (w: 51.90), E 475-479 (b: 2.92.80; tu: 5.60; hu: 6.50); kerkepad [V.-]; B 777-779, 781-784 (w: 1.46.00; he: 10040; bh: 18.90). Benoeming naar de ligging; een paadje dat naar de kerk leidde of percelen aan een dergelijk paadje gelegen. Ligging in de Bolken ter plaatse van de huidige Deken Snoecxstraat, tevens onbekende ligging onder Eerde; ook als benaming voor percelen in Huigenbos onder Mariaheide en in de Hostie onder Zijtaart. De kerkpad in de Bolken sloot aan op de oude voetpad naar Uden, die ook als kerkpad aangeduid werd en die westelijk van de tegenwoordige weg naar Uden door de landerijen liep. Restanten van deze kerkpad, alias voetpad naar Uden, zijn nog aan te treffen. De percelen genaamd de Kerkpad in Huigenbosch grensden aan dit pad. -Zie Pad 182
Gedeelte kaart anno 1816 van H. Verhees met o.a. toponiemen Ketelwiel en Oude kerkhof 183
KERKPADSVELD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 134 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Kerkpadsveld in Huigenbosch [N (1862)]; B 783, 784 (w: 51.90). Ligging in Huigenbosch onder Mariaheide. Benoeming naar de ligging, identiek met de percelen de Kerkpad in Huigenbosch. -Zie Veld KERKSTRAAT Vuijt een stuck ackerlants genoempt Jennekens hoeffken gelegen onder vechel in vranckenvoirt, deen sijde aende kerckstraete [RG169-26 (1646)]; de kerkstraat [N (1883)]; G 10, 11 (hu: 15.50; tu: 10.50); de kerkstraat, nu Deken van Miertstraat [V.-]. Een der vroegere benamingen voor de Deken van Miertstraat. Tevens voor de straat van de markt naar de kerk. In de 17e eeuw werd blijkbaar de oude weg naar erp ter hoogte van het Frankevoort, nu de Stad, ook Kerkstraat genoemd. Benoeming naar de ligging. a. KORTE KERKSTRAAT Korte kerkstraat [V.-] ; Straatje van de Deken van Miertstraat naar de Kalverstraat. Nog bestaand. benoeming naar de lengte van de straat. KESELAAR Ad locum dictum keeselaer [BP1188-488v (± 1414)]; keeseler, in sijtaart, naast valstraat in donkerbeemden [Hs- (1533)]; int keseler in die valstraet [Hs- (1519-1538)]; landt de stelt int keeselaer [GVE12-187v (1777)]; keselaar [kado (1832)]; E 276-400, 402-474; N (1836, 1839), V.-]; E 226 (b: 43.20), 386 (b: 76.00), 448, 449, 459-464 (hu: 11.50; tu: 4.72; ho: 24.40; b: 98.70; w: 31.70; he: 37.90). Gebied liggende onder Zijtaart ter hoogte van de verbreding in de Zuid- Willemsvaart. Benoeming naar de bodemgesteldheid, i. c. naar de hinderlijke aanwezigheid van een grintsubstraat (p.D.K.: matig droge zandleemgrond met grintsubstraat). Mnl. kesel, keisel, kiezelsteen (Mnl.Wb.IIl). Cfr. ook: Kiliaan -290 kesel(steen), keselingh "silex"; W.N. T. VII 2734-35 kezel "keisteen". -Zie Laar KESELAKKER Keselacker, doornhoek [RAV160-5 (1760)]; Onbekende ligging op de Doornhoek onder Zijtaart. De Doornhoek grenst aan het Keselaar. het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Adrianus V. Kessel, 1855 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker KESIE De kesy [BP1184-328v (1406)]; item noch twee lopensaet lants gheleghen aldair gheheiten de kesye tusschen erffenisse Ghysbert Willem Ghysbertsoen d'een syde, en de erffenis her Jans van Straten priester ter andere syden [LB-63v (1448)]; een stuck lants die kesie oft die keysere [Mr1322-68v, 69v (1569)]; de kesie [Mr1325-120 (1634)]; van auts genaemt de kesie strekkende van de straet tot agteraen de beemden [Mrv92-51v (1763)]; een huis met kleijn huijsje met aangelegen hof in de straat genaamd de kesie, groot ontr. 1/2 1., een eijnde de straat, andere einde de beemden [RAV112-360v (1803)]; de kesie [N (1841, 1842)]; G 148-151 (hu: 16.83; tu: 11.90), 150, 153, 154 (hu: 01.35; hu: 01.85; hu: 01.20). 184 Ligging naast de Hervonnde kerk aan de Hoofdstraat. Op het Hezelaar ligt de kesije, vlak bij de Blauwe Kei. Dit woord verbergt het in Vlaanderen bekende kassei. Het schijnt al heel vroeg een stenen weg geweest te zijn. -Zie Keizer KESSELAKKER
Twee stucxkens ende een hoecxken in de kesselecker [GVE15-36 (1624)]; landt den kesselacker [GVE12-81 (1778)]; kesselakker, havelt, leege boekt [GVIIE13 (1792)]; een
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 135 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
perceel bouwland genaamd de kesselakker in het Havelt, kesselakker aan de Nederboekt [N (1842, 1847, 1888)]; D 177, 178 (b: 96.60), 179 (b: 46.80), 189 (b: 87.10). Ligging op de Lage Boekt. -Zie Keselakker KESSELSEDRIES
De kesselsendries , van kesselsdries [V.-]; E 950 (b: 20.10). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. het eerste lid is een persoonsnaam. KETELAAR
Een perceel teulland groes houtwas en geregtigheden genaamd ketelaar gelegen als voor (doornhoek) [N (1830)]. Onbekende ligging aan de Doornhoek onder Zijtaart. Benoeming naar de alhier zeer algemene persoonsnaam Ketelaars . Benoeming naar het beroep van ketelaar, iemand die ketels maakt (W.N.T. -2507). KETELAARSHOF
In ketelaarshof (straat) [GVE2-303 (1702)]. Onbekende ligging in de kom van het dorp. -Zie Ketelaar en Hof KETELAARSLAND
Ketelaarslant (havelt) [GVE2-87 (1702)]; landt op de boekt ketelaarslandt [GVE12-121v (1778)] . Onbekende ligging op de Boekt en op het Havelt. Aangezien deze beide gebieden aan elkaar grenzen, zou het hier om hetzelfde perceel kunnen gaan. KETELWIEL
Vande gerechtigheijt van de moelen ende de visscherije genoempt de ketelwiel [RG169-84 (1646)]; 4 à 5 loop landt in wielsehoef met de helft van de ketel wiel [GVE12-221v (1777)]; de ketelwiel [kado (1832)]; D 716 (wa: 07.60); ketelwiel [V.-]; D 714,715,717, 719 (ho: 80.80; b: 1.11.50). Waterplas liggende op de Leest, ongeveer ter plaatse van de Merwedelaan, inmiddels verdwenen; het eerste lid, ketel, is een gangbare benaming voor een bodeminzinking (in de vorm van een ketel), al dan niet met water gevuld (M.Top.Bocholt -189). -Zie Wiel KEULSEKAR
Tegenover woonhuijsinge genaamd de Keulse Kar te Veghel is liggende een afgelegen hoekske land genaamd den capelhof [GVIIB9 (1796)]; een huis, stal, bakhuis en verdere 185 getimmerte met aangelegen hof staande en gelegen te Veghel aan de hoogeinde genaamd de keulsche kar [N (1830)]. Herberg liggende aan het Havenplein, nu H.Hartplein. Veel dorpen en steden in Brabant hebben een uitspanning binnen hun gemeentegrenzen met deze naam. De naam is afkomstig van een handelsroute die in Keulen eindigde en al in de 17e eeuw gebruikt werd, vooral om het linnen van de vlasboeren naar Duitsland te brengen. De Keulse Kar heeft haar taak waarschijnlijk kort na 1866 moeten beëindigen na de aanleg van de spoorweg 's-Bosch - Eindhoven - Venlo (J. v.d. Ven, Brabants Dagblad, 31-12-1987). CHRISTESTEEGJE Christe steegje [V.-]; E 469 (b: 1.49.80). Ligging in het Keselaar onder Zijtaart. Het eerste lid is een genitief van een mansnaam. -Zie Steegje KILSDONK(SKE) Het kilsdonkske hendrick geert roef [Hs- (1590)]; een hoijbempt gelegen tot Vechel genompt het kilsdonckxe [N (1653)]; hoy het kilsdonkje [GVEI2-79 (1778)]; in het achterste dorshout op het kilsdonk nabij de sluis [N (1819)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 136 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging op het drielandenpunt Veghel, Schijndel, Dinther aan de Aa ter hoogte van de Kilsdonkse molen onder Dinther. Het diminutief duidt wellicht op een klein perceel hooiland, dat deel uitmaakte van de Kilsdonk. Het eerste lid is waarschijnlijk afgeleid van "kil" volgens W.N.T. Al) diep, geul, smal kanaal tusschen banken, droogten of platen in zee voor de kast, geul, kanaal waterloop tusschen buitendijksche gronden - gorzen, schorren, slikken, waarden, zanden - in rivieren en stroomen; smalle en diepe natuurlijke waterloop in het algemeen (W.N.T. -2916). B2) boezem, inham in den oever eener rivier als (natuurlijke) havenplaats voor schepen (W.N.T. -2920). Bij de Kilsdonk vertakte de Aa zich in twee beddingen die iets verderop weer ineenvloeiden. De oostelijke Aa-oever ter plaatse is wat hoger gelegen, zodat het tweede lid "donk" hier wel toepasselijk is. Mogelijk had het toponiem ook specifiek betrekking op het tussen de beide Aa-armen gelegen stuk grond, waarop de Kilsdonkse molen (waarvan een restant nog bestaat) zich bevond. -Zie Donk KILSDONKSEDIJK De colck naast sluysbeemd in kilsdonksedyk [Hs- (1541)]; naast vierkante bemt en corstencamp naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1607)]; asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1711)]; naast kilsdonksedijk bij watermolen [GVIIE13 (1792)]. Dit zal het weggetje zijn dat vanaf de dorpenweg naar 's-Hertogebosch ter hoogte van Beugt via de Kilsdonkse molen in de richting van het Dorshout loopt. Op Veghels grondgebied tegenwoordig Pater V.d. Elsenlaan genaamd. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk KILSDONKSEMOLEN Sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen (bunders agter de straat) [Hs- (1540)]; sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen (bunders agter de straat) [GVIIE13 (1792)]. Watermolen liggende op de Kilsdonk onder Dinther. Benoeming naar de ligging. 186 KILSDONKSESLUIS Sluysbeemt by kilsdonkse sluis en kilsdonkse molen (bunders agter de straat) [Hs( 1540)]; de lenghte van de kilsdoncxe sluys tot de diepe aa is int geheel 777 roeden ende is yder huys aengemeten vier roeden [GVIIB28 (± 1700)]. Sluis in de Aa op de Kilsdonk onder Dinther; enige honderden meters stroomopwaarts bevindt zich de tegenwoordige sluis. benoeming naar de ligging. -Zie Sluis KILSDONKWEG Recente herbenaming (Dorshout), de Kilsdonkweg [B- (1967)]. Weg in het Oost-Dubbele vanaf de Pater v.d. Elsenlaan naar de Zuid-Willemsvaart. Benoeming naar de ligging. KINNEKESKAMP Kinnekenscamp [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging. Het eerste lid kan afgeleid zijn van "kinneke" kinnetje I Eigenlijk. De naam van een inhoudsmaat 1) een houten vat of ton van bepaalden inhoud te weten veelal het vierendeel van een vat, maar soms minder. II Een vat enz. van de (onder I) aangeduide grootte, met deze of gene waar, met het een of ander artikel gevuld; de hoeveelheid (van iets, welke zulk een vat enz. inhoudt; zoveel als er (van iets) in zulk een vat enz. gaan kan (gaat). 2) In den boterhandel 3) in den bierhandel 7) als een maat voor aardappelen en fruit (W.N.T. -3104). Ook van kinneke, kindeke, verkleining van kind (W.N.T. -3102). Misschien is het eerste lid een persoonsnaam. -Zie Kamp
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 137 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KLAASEKOOP Klaosse koop [V.-]; F 458 (ged.) (he: 23.38.80). Ligging in het Dubbele onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam. -Zie Koop KLAASEVELD Klaaseveld op de Leest [N (1888)]; D 579 (b en w: 82.80). Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn of een genitief van een mansnaam. -Zie Veld KLAASSENAKKER Jan Claassenacker, Zytaert [RAVI59-30v (1740)]; Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker KLAASSENBEEMD In Jan Claassen beemt (hoog Eynde) [GVE2-209 (1702)]; Hoy Jan Claesebeemt in de keeselaer [GVEI2-230 (1778)]; Onbekende ligging in het Keselaar onder Zijtaart, tevens in de Hoogeinden. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd 187 KLAASSENHEfVELDEKE Griet Claassen heijveldeke (laege hey) [GVE2-29 (1702)]. Onbekende ligging aan de Lage Hei onder Mariaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam, het tweede lid geeft arm dat het perceel uit de heide ontgonnen is of nabij de heide gelegen is. -Zie Heiveld KLAVERVELD(JE) 't Cleverveldeken [GVEI5-88 (1624)]; het klaverveld, aan de Lage Heide [N (1870)]; B 409-411 (w: 53.90); het kleverveldje op het Middegaal [N (1884)]; A 667 (b: 19.00). Verspreide ligging. Benoeming naar de begroeiing. -Zie Veld KLEEFBOS v. Kleef bos [V.-]; C 369 (ged.) (he: 20.60.10). Ligging op Hogerduinen. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bos KLINKERWEG Op het Middegaal aan den Klinkerweg, de Klinkerweg in de Putten [N (1851, 1885)]; A 366 (b: 34.30), 1550 (b: 43.20). Deze benaming werd gebruikt voor de oude weg naar Sint-Oedenrode ter hoogte van het gebied de Putten en tevens voor de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch ter hoogte van het Middegaal. Benoeming naar de bestrating. KLOKGIETER De klokgieter [V.-]; B 227,228 (w: 1.11.80). Ligging in de Korsehoeven onder Mariaheide. Benoeming naar de eigenaar vgl. Francina Klokgieter, 1873 (Kl.Bev. V.). KLOKGIETERSVELD Een perceel groesland met houtwas gelegen te Veghel op het Ven genaamd klokgietersveld [N (1824)]; Onbekende ligging nabij het Ven. -Zie Klokgieter en Veld
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 138 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KLOKSTREEP Land die clockstrepe [BPI184-334 (1406)]. Ligging wellicht identiek met Kolk (se)streep. Het eerste lid kan waarschijnlijk gezien worden als een variant van Kolk. -Zie Streep en Kolksestreep KLOMPEVELDEN Klompevelden in de Bunders [N (1891)]; A 295-298 (w: 1.43.00). Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Cornelis Klomp, 1989 (Kl.Bev. V.).
-Zie Veld 188 KLOOSTER
Een stuck nieulandts int c100ster (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; het c100ster boven peter elencamp op d'erpt [RAV159-196 (1755)]; het klooster [N (1858, 1891), V.-]; E 944 (b: 39.70), 951 (b: 32.60, F 1181 (de: 79.00). Liggende in verscheidene percelen op de Hoge Biezen, tevens op de Erpt nabij Vorstenbosch. Deze percelen zullen in bezit geweest zijn van een klooster, welk klooster het betreft is onduidelijk. -Zie Geertruienklooster KLOOSTERSTRAAT
Kloosterstraat, later nieuwstraat (1911) geheten, in 1946 Deken van Miertstraat, voorheen ook Kerkstraat [V.-] . De huidige Deken van Miertstraat. Benoeming naar het aan die straat gelegen Franciscanessenklooster. KLOOT(KE), KLOOTJES Die c10et in den Ham [BP1185-308v (1406)]; land den c10et int davelaar [Hs- (15191538)]; het c1oetken, nederboekt [Hs- (1532)]; een stuck landt genaemt de c10t (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't c100tken in de d'avell [GVE15-20 (1624)]; de c1oot, in de collick [RAV157-101v (1694)]; het vierde part in de c1uytiens (franckevoort) [GVE2-128 (1702)]; van de c1ootiens, havelt [GVE2-142 (1702)]; land aldaer de c10etjens (creytenborgh) [GVE12-234 (1778)]; de c1oot, dorhout [GVIIE13 (1792)]; de c1ootjes, akart [GVIIE13 (1792)]; 1 perceel bouwland genaemt de kloot, op het Beukelaar [N (1829)]. Verspreide ligging. MOOl. cloot, ablautend verwant met kluit betekent in de eerste plaats klomp, kluit, bol, onder meer van aarde, klei, turf (M.Top.Neerpelt, -199). Kloot heeft ook betrekking op een perceel dat rond is van vorm. -Zie Abrahamskloot en Truienklootke KLOOTJESBEEMD
Klötjesbeemd, klootjesbeemd [V.-] ; Gebied in de kom van Veghel, begrensd door de spoordijk, de Aa en de Middegaalsepad. Ter plaatse werd turf gestoken. -Zie Beemd KLOPPERDAM
Clopperdam in Dorshout [Hs- (1675)]; hoy in c10pperdam [GVE12-57 (1778)]; een hooijbeemd in 't Dorshout genaemt klopperdam [N (1815)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het W.N. T. vermeldt voor klopper: 1 2) persoon die bij bekendmakingen op een bekken klopt, omroeper (W.N.T. -4361); 3) voorheen bij het dijkwezen langs de Maas beoosten 's-Hertogenbosch. Beambte die bij zekere schouwen op een dijkvak klopte, opdat degene die tot het onderhoud verplicht was, zich daarvoor aansprakelijk zou verklaren; IJ 1) Klomp, holsblok. In Z. Ned. (W.N.T. -4362). Benoeming naar een persoonsnaam ? -Zie Dam
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 139 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KLOPPERDAMSBEEMD
Klopperdams beemt (dorhoudt) [GVE2-194 (1702), GVE12-196 (1778)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Benoeming naar de ligging. 189 -Zie Beemd KLOVENWAARD Vuyt enen bempt geheyten de c10ven weert [GVIE2 (1457)]. Onbekende ligging. Verwijs en Verdam geven als betekenissen voor "kloven" I 1klooven, splijten, 2) splitsen, scheiden, 3) scheiden, verdeelen (Verwijs en Verdam, -1594, 1595). -Zie Waard KLUITERHA VERKAMPKE Het c1uyter haver campken (havelt) [GVE2-149 (1702)]; c1uyter haver campke [GVEI2159 (1778)]. Onbekende ligging op het Havelt. Benoeming wellicht naar de ligging, nabij een perceel de Kluitert en benoeming naar de teelt. -Zie Kamp KLUITERKE(S) Cluijterken ook roeffencamp in buenderse hoek [RAV159-66v (1743)]; een eeusel 't c1euterke [GVEI2-53 (1778)]; landt in akerse tiende de c1uyterkens [GVEI2-109 (1778)]. Onbekende ligging in het Akert. Diminutief van Kluitert. -Zie Kluitert KLUITERT Noch uuyt eenen stuck lants genoemt die c1uijter gelegen in die prochien voerss. ter plaetsen geheyten int aakart [GVIDI (1535)]; 't c1eijter in d'akert [GVEI5-37 (1624)]; de c1uyter, akart [GVIIE13 (1792)]; de kluitert in het akert [N (1850)]; D 330 (b: 78.50). Ligging in het Akert. Mogelijk afgeleid van een persoonsnaam vgl. Aert Cloeter, 1447 (Kl.V.P. -7). Samentrekking van kluit-aarde, grond, rijk aan kluiten, mogelijk ook rijk aan klot, tuif (zie Kluitveld, Klootke). Personifikatie van kluit, misschien ook in de zin van klot, turf. a. VOORSTE KLUITERT In de voorste kluijtert op ham [GVE2-151 (1702)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging "voor" in een perceel de Kluitert. KLUITVELD Bene heijcamp met de c1uijt ofte torff daer inne liggende gelegen tot Vechel genampt Peter Dirckx c1uijtvelt [N (1660)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de winning van turf. -Zie Veld KLUITVEN Zijn lant bij en teijnen c1uytven opte hooch boect [GVEI5-34 (1624)]; lh c1uytven opt ven (straet zuydzeyde) [GVEI2-43 (1777)]. Onbekende ligging op de Hoge Boekt. -Zie Ven KNECHTELSVELD 190 Knechtelsveld op de Kleine Hintel [N (1873)]; B 470, 471 (w: 86.70). Ligging op de Kleine Hintel. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Franciscus, Johannes, Cornelis Knegtel, 1817 (KI.Bev.V.). -Zie Veld KNIPPERDUL
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 140 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Uithoek liggende op het drielandenpunt Veghel, Erp, Uden, aan de Goordonksedijk. Uithoek te Veghel op de grens met Uden. Kaart no. 609, verkend in 1895. Gedeeltelijk herzien in 1920. Knip = een knik in de weg. W.N.T. VII-4647. Een greppel op de scheiding van grenzen werd "doel" in het mnl. genoemd. Later ging de betekenis "grensscheiding" overwegen, zodat de uit een greppel opgeworpen grond ook "doel" kon genoemd worden. De grens tussen Uden, Veghel en Erp vertoont inderdaad een scherpe sbocht, hetgeen misschien het element knippe = knik in de weg, aannemelijk maakt. In Erp wordt ook kortweg van de Knip gesproken. KNOEDE Die welck gelick geheiten knoede [GVIE2 (1356)]. KNOKERS De knokers [N (1860)]; B 572 (w: 69.50); de knookers [V.-]; F 456 (he: 8.86.60). Ligging op de Grote Hintel en in het Dubbele. Afgeleid van Knoeck, knook. "Knoeck" wijst op de vorm van een perceel grond; een puntig stuk land (Hs-119). Het tweede lid zal de meervoudsvorm zijn van een personijicerend "ert". Aan de perceelsvormen van de Knokers op de Grote Hintel is geen puntige vorm te herkennen. De benaming zal hier betrekking hebben op een oudere toestand. Het W.N.T. geeft voor "knook" 1) enkel 2) been, bot; de oudste betekenis zal geweest zijn: verdikking, knobbel aan een been of bot (W.N.T. -4750). a. GROTE KNOKERS De grote knokers [V.-]; A 869 (he: 16.94.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Dat zijn enige grote percelen, nabij het gebied de Knokert (zie Knokert) gelegen. Benoeming naar de vorm. KNOKERT After poyerveltbeemd den knoeckaert [Hs- (1519-1538)]; knokert, cnoeckart-hey = de knoekart in de hintelt [Hs- (1601)]; van den knockart (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; buender aen de knokert [GVEI2-52 (1778)]; de knokert [kado (1832)]; A 777-863; de knokert [N (1837, 1839, 1843, 1893), V.-]; A 869-870 (he: 16.94.00; og: 20.60), B 589, 590 (w: 54.40), 750 (w: 41.60), 757 (w: 59.30), F 799-800 (b en w: 1.21.10). Gebied liggende aan de westelijke Aa-oever vanaf de Amert en het Dorshout tot de grens van Schijndel; tevens enige percelen in de Willebrordushoek onder Eerde en enige percelen in Huigenbos en op de Grote Hintel. Het eerstgenoemde gebied is vrij grillig van vorm, wat de naam kan rechtvaardigen. De percelen in de Willebrordushoek hebben zelfs nadrukkelijk een "knokige" vorm. Bij de percelen op de Grote Hintel en in Huigenbos (zie Knokers) is geen hoekige vorm te herkennen. Het toponiem zal naar een oudere toestand verwijzen in dit geval. KNOKKEHOEF 191 3 Royen lant in knocke hoef [GVEI2-56 (1778)]; Onbekende ligging. Het eerste lid is wellicht een afleiding van "knook" (zie Knokers). Mogelijk ook teruggaand op een persoonsnaam vgl. Hendrik Knook 1883 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoef KOEEEUWSEL Aan sijn koe-eeusel (Mollegeer), [GVIIB26 (1798)]. Onbekende ligging in de Mollegeer. Benoeming naar het gebruik. -Zie Eeuwsel KOEIENVELD Coeienvelt - heye [Hs- (1551)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk aan de Hoge of Lage Heide onder Mariaheide
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 141 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(gewoonlijk heeft "hei(de)" betrekking op het gebied). Benoeming naar het gebruik van het perceel. -Zie Veld KOEK De koek op de Hoge Biezen [N (1893)]; E 963 (b: 40.30). Dit is een verschrijving of onjuiste lezing van de Kolk. KOEKAMP De koekamp-heyde aan 't Ven [GVIIE13 (1792)]; de koekamp op het Ven [N (1847)]; A 26-29 (w: 79.20). Benoeming naar het gebruik als weide. -Zie Kamp KOENENKAMP Corstiaen koenencamp in buenderse hoek [Hs- (1532)]. Onbekende ligging in de Bundersehoek. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp KOEPEL De koepel [V.-]; F 117 (b: 68.70). Op dit perceel bevindt zich een duidelijke verhoging. Benoeming naar de vorm (van de verhoging) ? KOEPELVELDJES De koepelveldjes [V.-]; B 881-883 (w: 2.68.30). Ligging in Huigenbosch. Benoeming naar een klein gebouwtje op een van deze percelen (881) waar door de eigenaar/verpachter van deze gronden wijn opgeslagen werd. Het gebouwtje had een rond dak en is rond 1975 afgebroken. -Zie Veld KOEVERING Van Jan de Mulder opte couveringe erff ende lant aen ende by malcanderen liggende [GVEI5-14 (1624)]; koomwintmolen op de coeveling [Mrv92-82 (1770)]; houtberg agter Eert bij coevering [GVEI2-209 (1777)]; 192 Oude buurt, juist ten zuiden van de bosrand aan de grens met St. Oedenrode, aan weerszijden van de provinciale weg. Het gebied valt grotendeels onder St. Oedenrode waar de naam voorkomt in Koeveringsedijk, de Oude Koevering, een huis aan deze dijk gelegen en Koeverings Welvaren, tot voor enige jaren een café en speeltuin aan de provinciale weg. Op Veghels grondgebied, onder Eerde, bevindt zich een zandweg, de Coevering genaamd, vanaf de bosrand, ter hoogte van manége Hertog Jan, lopende in de richting van het dorp Eerde. Misschien afgeleid van "koevereeren" - koeveren A) verkrijgen B 1) toenemen, groter worden, 2) (langzaam) vooruitgaan (in welstand), vooruitboeren, beter worden (van een ziekte); opschieten (van werk). ergens op koevereeren - bekomen, vooruitgaan O. Volkst. (oostelijk NBr.). Koevering, eertijds in de juridische uitdrukking bij (de) koevering oploopen, gezegd van een niet op tijd voldane schuld: bij den periodieken terugkeer van den vervaldag telkens verdubbeld worden (W.NT. -5015, 5016). KOEVERINGSEBERG Heide gen'd de koeveringsche berg [N (1875)]; F 964 (he: 55.70). -Zie Koevering en Berg KOEVERINGSEBOSSEN Koeveringse bossen, bossen bij de Koevering [V.-] Algemeen gebruikte benaming voor het bosgebied aan de zuidgrens van de gemeente,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 142 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
nabij de buurt de Koevering. Benoeming naar de ligging. -Zie Bos KOEVERINGSEMOLEN Couveringse molen [GO- (1754)]; bommelrooy by santcamp en coeveringtmolen [GVIIE13 (1792)]; coeveringse molen vroeger molen van everswyck [Ms-]; gezigtstraal op den standaard van den koeveringsche molen (voor 1966 Rooys grondgebied) [kado (1832)]. Op de grensscheiding van Veghel, St. Oedenrode en Schijndel heeft sinds 1299 steeds een molen gestaan. De laatste molen, die in 1905 gebouwd werd ter vervanging van de in datzelfde jaar door brand verloren gegane vroegere molen, werd in 1944 door oorlogshandelingen vernield. (Molens in NB. 1978). De molen lag op het punt waar de Scheiweg, de Molenweg en de weg de Coevering samenkomen. Benoeming naar de ligging. KOEWEI Uuyt een stuck weijlants genoempt de koyweije gelegen onder Vechel ter plaetsen genoempt aen apenhoeve [RG-169 (1646)]; stuck weiland genaemt de koeijweije aan de apenhoeve bij eert [Dom.-171 (1731-1756)]. Onbekende ligging in de Abenhoef onder Eerde. Benoeming naar het gebruik als veeweide. -Zie Wei a. ACHTERSTE KOEWEI D'agterste coewey [GO- (1754)]. Onbekende ligging in of nabij de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar de ligging. 193 Koeveringse Molen KOFFIESTRAATJE Het koffie straat je [V. -]. Vroeger was dit een populaire benaming voor de Havenstraat, die bij oudere mensen nog wel bekend is. Benoeming naar de vertrouwelijke onderlinge omgang van de bewoners van dit straatje. Men kwam gemakkelijk en zonder plichtplegingen bij elkaar over de vloer (op de koffie).
KOFFIEVELDJE Koffie veldje [V.-]; F 933 (b: 49.10). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar het gewas? -Zie Veld
KOKSEHOEVEN Koksche hoeven [N (1856)]; B 232,238,247 (w: 95.40). Dit is een verschrijving of onjuiste lezing van Korse hoeven. -Zie Korse Hoeven
KOLENKAMP(EN) In loco dicto die coolecampen [BP1l78-402 (± 1390)]; de coolecampen [Mrv91-14 (1698)]; een part in colencamp [GVEI2-62 (1778)]; de koole kampen [kado (1832)]; A 519-610; de koole kampen [N (1835)]; A 519, 563-565 (w: 1.11.40); koolkamp [kado (1843)]; A 586 (b: 41.00). Gebied liggende dichtbij de kom van Veghel omsloten door Stationstraat-Gasthuisstraat (voorheen Bosstraat), Zeven Eikemlaan (voorheen Modderstraat), lepenlaan-Populierenlaan (voorheen Watersteeg) en Geerbos (voorheen Parallelweg-Noord). Benoeming naar de teelt. Percelen waarop kolen werden verbouwd (M.Top. Valk. -171, 194
koolhof) ook ruimer in de zin van groententuin. Hier wellicht moestuin. De ligging van het gebied bij het dorpscentrum maakt het voorkomen van vele groenten-/moestuinen ter plaatse wel aannemelijk.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 143 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
De naam is nu nog bekend. voor het stuk grond, waar de nieuwe Ambachtsschool staat. het lijkt niet mogelijk om te denken aan kol = hoogte, omdat dit stuk grond juist vrij laag ligt. Misschien verdient de voorkeur een verklaring die de bereiding van houtskool recht doet wedervaren. In de toponymie zijn namen bekend, die herinneren aan dit thans verdwenen bedrijf (koolster, kools, koolshoek). a. LANGE KOLENKAMPEN Sijn veld de lange eolenkampen aant heselaer [GVIIB7 (1791)]. Onbekende ligging nabij of aan het Hezelaar (het Hezelaar grenst aan de Kolenkampen). Benoeming naar de vorm. KOLENKAMP(VELDJE) Cooleneamp(veltje) -hantfoirtse tiende hey by de bosehstraat [Hs- (1546)]; eooleneamp( veltje) -hantfoirtse tiende hey by de bosehstraat [Hs- (1616)]; eooleneamp(veltje), hantfoirtse tiende hey by de bosehstraat [Hs- (1709)]. Onbekende ligging, wellicht op de Kolenkampen (het vroegere gebied de Hansvoort kan de Kolenkampen omvat hebben). Benoeming naar de ligging. KOLENVELDJES Juffrouw Kooienveldjes op de watersteeg [N (1854)]; A 440,441 (w: 08.70; og: 15.10). Liggende aan de weg de Watersteeg aan het Geerbos. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld(jes) KOLK(SKE) Eenen hoyeamp genoemt de weyhoeff geleegen binnen de palen van veehel in de eerste bunder in de eolk [GOI26-22 (1573)]; de eolliek, havelttiende [Hs- (1681)]; de groes int eollixken (Zontvelt) [GVE2-281 (1702)]; hoijbeemt in dorshout genaemt de Colk off Helleke, groot ontr. 3 karren hoijgewas [RAVllO-238v (1793)]; de kolk [N (1835, 1836, 1839, 1840, 1858, 1861, 1865, 1876, 1891, 1893)]; A 833-834 (w: 51.60), C 377, 394, 399 (he: 44.55,60), E 941 (b: 30.10), 942 (b: 31.10), 956 (b: 33.70), 957 (b: 32.90), 958 (b: 43.50), 965 (b: 08.30), 976, 977 (b en w: 77.50), 983, 984 (b en w: 49.20). Verspreide ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart in de Bundersehoek-Huigebos, in Blankenburg, in de Knokert en op het Zondveld onder Zijtaart. Vrijwel al deze kolken zijn inmiddels verdwenen. Benoeming naar de (vroegere) aanwezigheid van een waterplas. De kolk in Blankenburg is het kleinste van de twee vennen geweest die gelegen hebben nabij het huidige waterpompstation (zie Mergelven, Grote en Kleine). Dichtbij het perceel de Kolk in de Knokert bevindt zich een kleine inzinking, waarin vroeger mogelijk water stond. In het gebied Bouwlust, oostelijk van de Weihoef nabij Huigenbos en niet ver van de Bundersehoek, ligt, waar de spoorlijn de Bunderstraat kruist, nu nog een klein vennetje, het lijkt aannemelijk, dat dit vennetje bedoeld wordt met de Kolk bij de Weihoef Waar het Kolkske op het Zondveld gelegen kan hebben is niet duidelijk. Ook op de Hoge Biezen is de juiste ligging niet te achterhalen. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Hendrik Johan van de Kolk 1823 (Kl.Bev. V.). -Zie Egelkolk en Veerdonkskolk 195 KOLKEHEKKEN Aant kolke hekken [GVIIB26 (1801)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. KOLKESTEEGJE Kolke steegje [V.-]; E 980 (b: 60.10). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. Benoeming naar de eigenaar. -Zie Steeg KOLKSVELDJE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 144 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een perceel weiland genaamd het kolksveldje gelegen te Veghel aan den hoogen Biesen [N (1843)]; E 971 (w: 33.00). Benoeming naar de ligging. -Zie Veld KOLKSEDRIESSEN De kolksche driessen [N (1861)]; E 972-975 (b en w: 1.21.10). Ligging op de Hoge Biezen. Benoeming naar de ligging. -Zie Dries KOLK (SE)STREEP Die kolcstrepe met een driessche daarbij die gheer in den ham [BPl185-308v (1406)]; de colkstreep -wielrothse tiende [Hs- (1565)]; de kolksche streep [N (1861)]; E 941 (b: 30.10). Ligging op de Hoge Biezen, tevens onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging. -Zie Streep KOLLAART Op land gezegd callaer [GZG-212 (1390)]; van huys en hof met aangelegen lant genaamd den collart [HH163-4 (1714-1783)]; een eeuselvelt collaart [GVE12-212 (1777)]. Onbekende ligging. Mogelijk afgeleid van een persoonsnaam Callaars is een in Veghel nog algemeen bekende familienaam. KOLLAARTSHOEVE In loco dicto collaertshoeve [Hs- (1519-1538)]; collaertshoeve aan de heyde [Hs- (1604)] Onbekende ligging wellicht op de Hoge of Lage Heide onder Mariaheide. Dit moet wel een persoonsnaam zijn. In de voormalige kerk van Veghel (in 1863 afgebroken) lag begraven Walrannus van Erp, gestorven 31 juli 1527 en zijn vrouw Jonkvrouw van Bronchorst, gestorven 1juli 1509. Voor zijn vrouw waren op dit graf (volgens de l'Escaille) verschillende wapens aangebracht o.a. van een zekere "Collaert". -Zie Kollaart KOMANS Campo dicto den comans [GVIDI (1532)]. Onbekende ligging. Wellicht afgeleid van een persoonsnaam. 196 KOMMERBRAAK Land die commerbrake [BP1l79-107 (± 1390)]. Onbekende ligging. Braakliggend, onvruchtbaar land, dat daarom armoede en verdriet veroorzaakte. -Zie Braak KOMPEREN Huis bestaande in vijf woningen, met pannen gedekt, in de straet, van outs genaemt compeere (eigenaar Hendrik Hommelis gehuwd met Agnees Symon van Rixtel), [RAV108134 (1779)]. Waarschijnlijk het huis gelegen in de kom van het dorp (G 167) tegenover "de kesie". Symon Hendrik Hommelis was de bewoner van 1791 tot 1801. KOMPERENHUISKE Comperen huysken gebruycker Delis Janssen [GVIIB28 (± 1700)]; huijsken en hof (brandewijnstokerij) aen de straet van outs genaemt compeeren huijske [RAV98-212 (1727)] . Onbekende ligging. Wellicht identiek met Komperen (zie Komperen). Misschien gaat hier een persoonsnaam schuil: vgl. Jacob Compeer zijn erf! en landt in de bolcken, 1624;
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 145 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Jacob Compers (in de straet) begraven op 3 oktober 1664 (RAV156). KONIJNENAKKER Nog in een stuk lants genoemt conynen acker, gelegen in de parochie van rhoode in bovenroode [GO-126-11 (1555)]. Onbekende ligging in Bovenrooi onder Eerde. Ter plaatse zullen veel konijnen voorgekomen Zljn. -Zie Akker KONIJNSBERG Conijnenberg, ham [GVIIE13 (1792)]; de konijnberg [N (1834)], D 894 (b: 1.82.00); konijnenberg [N (1838)], D 830 (b: 42.60); konijnsberg [N (1839, 1848, 1860)], D 829 (b: 67.40), 894 (b: 1.82.00). Ligging op het Ham en het aangrenzende gebied de Hoge Akkers. (Zie konijnenakker); ter plaatse is een verhoging van ongeveer 1meter in het landschap. -Zie Berg a. GROTE KONIJNSBERG Een parceel teulland en canten houtwas en geregtigheden gelegen in Veghel op Ham, genaamt den groote konijnsbergh, groot ontr. 7 1. [RAV1l2-289v (1801)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar oppervlakte. b. KLEINE KONIJNSBERG Huijsinge schop bakhuis hoff land en groese gestaen ende gelegen alle aan den anderen binnen deesen dorpe van Veghel op Ham genaamt de halve hoeve, groot ontrent te samen met het leegvelt, de klijne conijnsberg en de koij 111op. [RAVl12-286 (1800)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar oppervlakte. KOOI 197 Huijsinge schop bakhuis hoft land en groese gestaen ende gelegen alle aan den anderen binnen deesen dorpe van Veghel op Ham genaamt de halve hoeve, groot ontrent te samen met het leegvelt, de klijne conijnsberg en de koij 11 lop. [RAV112-286 (1800)]; de kooi [N (1834)]; D 890 (b: 65.10). Ligging op het Ham. Wellicht perceel waarop zich een schaapskooi bevond. De kooi (veld) toponiemen herinneren aan de vroegere schapenteelt in de Kempen. De schapen werden het hele jaar op de heide gehoed en 's-nachts in kooien gestald; op de gemene vroente (M.Top.Overpelt, -213, kooi(en)). -Zie Schutskooi KOOP De koop, den koop [N (1861, 1868, 1873, 1875, 1878, 1883, 1885, 1886, 1891, 1892, 1893), V.-]; A 245 (b; 34.75), 1332 ged. (w: 42.00), C 391 (w: 86.30), 622 (b en w: 71.50), D 1202 (w: 43.50), E 285-287 (w: 76.70), 491 (w: 30.30), 599 (b en w: 80.30), 641, 642 (w: 1.12.80), 698 (w: 87.30), 722 (w: 87.30), F 209-211 (w: 77.60), 458 (verk.), 460 (w: 1.87.80), 463 (b: 1.21.50), 465 (nieuw erf: 1.72.30; b: 53.70), 1040 (b: 67.80). Verspreide ligging. Op bepaalde tijden, vooral wanneer er geldschaarste was, verkocht de gemeente (zulks met toestemming van de grondheer (de abt van Echtemach)) stukken heide aan de inwoners (M.Top. Valk, -171). a. ACHTERSTE KOOP Den achtersten koop [N (1871, 1875, 1886, 1887, 1893)]; A 869 ged. (he: 16.94.00), C 399 ged. (he: 19.72.30), E 643-646 (w: 1.11.00), 646-649 (w: 1.11.40), F 458,459 ged (w: 72.60); achterste koop [V.-]; F 458 ged. (he: 23.38.80). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 146 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
b. GROTE KOOP De grote koop [N (1874, 1890)]; A 869 ged. (b en w: 82.10), C 395 ged. (w: 68.80). Ligging in het Beukelaarsbroek en in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de oppervlakte. c. NIEUWE KOOP Nieuwenkoop [N (1846)]; A 928 (w: 83.90); de nieuwe koop [N (1861, 1875, 1879, 1880, 1881, 1883, 1884, 1891, 1893)]; A 864 ged. (b en w: 78.60), 865, 866 (w: 72.30), 868 (w: 68.60), C 370 (b en w: 68.80), 380 (w: 92.00), E 693 (w: 1.35.20), 695 (w: 75.00), 713 (he: 75.00), F 468 ged. (b: 92.00); den nieuwen koop [N (1876, 1878, 1879, 1880)]; B 171 (he: 83.40), C 423, 442 (w: 95.70), D 1201 (w: 45.40), E 695 (b en w: 75.00); den nieuwe koop [V.-]; A 665 (w: 69.80), 864 (verk.) (he: 22.96.80). Verspreide ligging. Benoeming naar het recente tijdstip van ontginning of ingebruikname. - ACHTERSTE OF SMALLE NIEUWE KOOP De achterste of smalle nieuwe koop [N (1862)]; B 153 (w: 41.40); de achterste nieuwe koop [N (1893)]; A 864 ged. (he: 22.96.80). Ligging op de Hoge akker en in het Oost-Dubbele. Benoeming naar ligging en vorm. - VOORSTE NIEUWE KOOP De voorste nieuwe koop, grote hintel [N (1862)]; B 504 ged. (w: 82.20). Ligging op de Grote Hintel. Benoeming naar de ligging. 198 d. OUDE KOOP De oude koop [N (1883, 1886)]; C 395 (w: 1.07.50), E 43-45 (w: 57.20). Benoeming naar het (vroege) tijdstip van ontginning of ingebruikname. e. VOORSTE KOOP De voorste koop [N (1886), V.-]; C 391 ged. (w: 86.30), 395 ged. (w: 2.04.70), F 458 ged. (he: 23.38.80), 460 (w: 78.20). Ligging in het Dubbele onder Eerde en in het Beukelaarsbroek. Benoeming naar de ligging. - TWEEDE VOORSTE KOOP De tweede voorste koop in het Beukelaarsbroek [N (1887)]; C 391 (w: 85.30). Ligging in het Beukelaarsbroek. Benoeming naar de ligging naast de voorste koop. -Zie Achterste Heikoop, Bartelskoop, Broekkoop, Crommerdekoop, Doomskoop, van Gerwenskoop, Grote Heikoop, Hanneskeskoop, Heikoop, Hoordekoop, Hopkoop, Jaanekoop, Keersekoop, Klaassekoop, Kleine Heikoop, Hermankoop, Kopkoop, Kremerskoop, Kuiperskoop , Kwadekoop, Logtekoop, Marinussekoop, Nieuwenhuizenskoop, Schipperskoop, Toontjeskoop en Willemekoop KOOPDRIESJE Een perceel groese gen'd het koopdriesje, in Eerde onder de apenhoef [N (1886)]; -Zie Koop en Dries KOOPKE(S) De koopkes in de Lijnse Del, de koopkes in het Beukelaarsbroek [N (1871, 1883)]; C 395 ged. (he: 21.60.10), E 633, 634 (w: 48.80); het koopke [N (1874, 1878, 1888, 1892, 1895)]; A 864 ged. (w: 29.10), C 396 ged. (b: 36.20), E 509-511 (b en w: 1.43.80), F 488 (b en w: 35.00); 't keupke [V.-]; A 864 (verk.); kupke [V.-]; F 458 ged. (he: 23.38.80); de kupkes [V.-]; F 220-224 (b: 92.90; w: 44.50). Verspreide ligging. Diminutief van kopen. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Armekoopkes KOP De cop in keseler [RAVI59-147v (1750)]. Onbekende ligging in het Keselaar onder Zijtaart. Mogelijk afgeleid van persoonsnaam
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 147 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
vgl. Petrus Comelius Köpp, 1878 (Kl.Bev. V.); Jacoba Kup, 1871 (Kl.Bev. V.). Benoeming naar de verheffing in het landschap (W.N.T. -5491) "kop" 6a) kleine heuvel, aardbult. Eventueel ook benoeming naar een bijnaam "de kop"? KOPEN De kopen over de weg Keselaar [N (1886)]; E 285-287 (w: 76.70). a. NIEUWE KOPEN De nieuwe koopen [kado (1832)]; A 903-935; [N (1839, 1841, 1842)]; A 926, 927 ( w: 57.60), E 629-632 (w: 95.00), F 132, 135, 171 (b en w: 44.10); de nieuwe kopen [N (1842, 1846, 1847, 1884), V.-]; A 864 (verk.), 866 ged. (w: 2.7.70), D 171 (b: 55.80), 1206 (w: 53.00), F 134, 135 (b en w: 48.40), 139-141 (b en w: 76.00), 163-165 (b en w: 67.10). 199 Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning of ingebruikname. KOPKESVELD
Kopkenvelt, dorshout [GVIIE13 (1792)]; kopkesveld in het dorshout [N (1845, 1884)]; A 1017, 1018 (w: 1.12.40). Ligging in het Dorshout. Benoeming naar een persoonsnaam of bijnaam. benoeming naar kleine verheffingen in het perceel. -Zie Kop en Veld KOPKOOP
Lant de copkoop [GVE12-222 (1777)]; de kopkoop [N (1835), V.-]; E 26 (he: 20.90), 378 (b: 36.70). Ligging in de Kampen en in het Keselaar onder Zijtaart. Ligging aan de "kop", de uiteinden, van andere percelen ? -Zie Kop en Koop KOPPENKAMP
Hoy in coppencamp [GVE12-258 (1778)] Onbekende ligging. -Zie Kop en Kamp KOPPENSVELD
Coppensvelt [GVE12-187 (1777)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam Koppens, die in Veghel en omstreken algemeen voorkomt. -Zie Veld KORENMOLENWEG
Recente benaming (Zijtaart), korenmolenweg [B- (1967)]. Dit is een recente benaming voor een zijstraat van de Zondveldstraat, even ten zuiden van de dorpskom. Benoeming naar een molen die ter plaatse heeft gestaan. KORENSTREEP
Korenstreep [V.-] Onbekende ligging op de Kleine Hintel. Benoeming naar het gewas. -Zie Streep KORENSTUK
Het koornstuk, havelt [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging op het Havelt. -Zie Stuk KORF
-Zie Pekelkorf KORNELISLAND
Een perceel bouwland gelegen alsvoor (op den hogen akker onder Veghel) genaamd
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 148 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
200comelisland, de heide [N (1830)] Onbekende ligging op de Hoge akker nabij Vorstenbosch. Het eerste lid zal een persoonsnaam of mansnaam zijn. -Zie Land KORS (E)HOEF 21. Groes genaamd de corshoeff aen de leege hey [GVE12-32v (1778)]; de corsthoeff aan de hey [GVEII12 (1792)]; de korsehoef [N (1840, 1889)]; B 234-236 (w: 1.06.20), 325 (b en w: 29.40); de korschehoeven [kado (1832)]; B 217-248; de korsehoeven [N (1868)]; B 229-231 (w: 1.15.90); korse hoeve [V.-]; B 249-251,259 (w: 1.00.60; b: 76.70),269271 (b: 1.25.10). Gebied noord-oostelijk van het Ven. Het eerste lid kan een afleiding zijn van de mansnaam Corst, Corstiaan, Christiaan of van de persoonsnaam Kors: vgl. Johannes Kors 1799; Christiaan Korsten 1902 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoef a. ACHTERSTE KORSEHOEF Het agterste corsehoef [GVE12-98 (1778)]; hoyvelt aen de heyde langs de Beekgraeff gen't de agterste Corshoeff [RAV112-68 (1796)]. Onbekende ligging in de Korsehoeven. Benoeming naar de ligging. b. MIDDELSTE KORSHOEF Een hoyvelt sijnde genaemt de middelste corshoeff, groot ontr. 4 karren hoijgewasch gelegen alhier aen de heijde langs den Beekgraeff [RAVl12-67 (1796)]. Onbekende ligging in de Korsehoeven. Benoeming naar de ligging. C. VOORSTE KORSHOEF De voorste korshoef [GVE12-112 (1778)]; een hoijvelt sijnde de voorste corse hoeff, ontr. 4 karren hoijgewas, alhier aen de heijde langs den Beekgraeff [RAV112-70v (1796)] . Onbekende ligging in de Korsehoeven aan de Beekgraaf Benoeming naar de ligging. -Zie Kwade Korsehoef KORSIKA Erf en landt aen de steencampe nu genoemt corsica (creytenborgh) [GVE12-315 (1777)]; korsika [kado (1832)]; E 238-262, 264-275; corsica [N (1835)]; E 267-269 (b en w: 1.33.30); een huis en erf met bouw- en weilanden, hakhout en opgaande bomen genaamd korsika [N (1842)]; E 256-265 (bh: 89.00; og: 11.90; hu: 10.10; w: 54.50; b: 3.85.00); corsica, recente herbenaming (Zijtaart), 1967. Gebied liggende onder Zijtaart voor 1800 de Steenkampen genoemd. Blijkbaar benoeming naar het bekende eiland; misschien mag verondersteld worden dat deze naam ingevoerd is door hetzij de fam. Smidt auf Altenstad uit St.Oedenrode die ter plaatse een aanzienlijk grondbezit had, hetzij door Jacob Jacot (gemeentesecretaris te Veghel in de eerste helft der vorige eeuw) die eveneens gronden bezat ter plaatse. Misschien hadden Jacob Jacot of de fam. Smidt auf Altenstad door afkomst, reizen of relaties affiniteit met het bewuste eiland. De kennelijk Franse naam Jacot vormt ook wel een suggestie in die richting. 201 KORSTEHOEF In jan corstehoef [GVEI2-35 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam; mogelijk vormt dit toponiem de basis voor de benaming Korsehoef-Korsehoeven. -Zie Hoef KORSTENAKKER Drie percelen lants aen malcanderen genaamd willem corstenacker [N (1719)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 149 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. KORSTENBURG Korstenburg [RAV (1643)] Onbekende ligging. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam of genitief van een mansnaam. -Zie Burg KORSTENHORRIK Vuijt sess loopensaets weijlants genoempt holphorinck alias corstenhorrick gelegen onder Veghel aende hoogeheijde [RG169 (1646)]; 6 1. weiland genaamdholsthoirinck alias corstenhorrick, vechel aen hoge heide [Dom.-I71 (1731-1756)]. Onbekende ligging aan de Hoge Heide onder Mariaheide. Misschien ontwikkelde zich uit dit toponiem het recentere Korte hurk in het gebied de Korsehoeven. Dit laatste gebied grenst aan de Hoge Heide. -Zie Hurk KORST(EN)KAMP De corstencamp (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; hoy in corstcamp in dorshout [GVEI2202 (1778)]; eenen beemt hoijlands houtwasch en geregtigh. int Dorshout ontrent de Sluijs, genaamt corstencamp, 4 karren hoijgewas [RAV112-228 (1799)]; korstenkamp [N (1835, 1886, 1892)]; A 813 (ho: 93.30), 814 (ho: 91.60), 815 (ho: 89.50). Verspreide ligging in de Knokert en op de Biezen onder Zijtaart. -Zie Kamp KOST -Zie Verloren Kost KOUS De kaus op het havelt [N (1892)]; D 1241 (og: 08.70), 1242 (b en w: 5.96). -Zie Kuis KOUTERAKKER Den couter acker [GVEI2-21 v (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid "kouter" volgens W.N.T. bouwland, akker, meest van vrij groote uitgestrektheid, soms in het bijzonder het omgeploegde, voor het zaaien gereedliggende land; oorspronkelijk de benaming voor den oudsten, eerst ontgonnen grond, en vandaar in zeer vele toponiemen en in eigennamen. Uitsluitend in bepaalde streken van Zuid-Nederland bekend, thans vooral in verband met plaatselijke omstandigheden, niet zozeer als algemeen begrip (W.N.T. -5879). 202 -Zie Akker KOUWENOORT Couwenoort, hooge heide [Hs- (1664)]; stuck ackerland genaamd de bersmanshoeve of couwenoirt 1 malders te Vechel aen de heyde [Dom.-171 (1731-1756)]; huis aent heselaer genaamt den couwenoort [RAV103-102v (1751)]; kouwenoord [kado (1832)]; D 11391142 ( b: 40.60; w: 41.40). Onbekende ligging aan de Hoge Heide onder Mariaheide, tevens ligging aan het Hezelaar. Benoeming naar persoonsnaam Kouwenoord ? Misschien ook samengesteld uit koude en oord. "Oord" = uiteinde, kant, rand, hoek (M.Top. Valk. -113) een koude hoek. KRAAIEN -Zie Drie Kraaien KRAAIENKAMP Lambert tyssen van vorstenbos in craejecamp [GVE2-166 (1702)]; een hoijvelt houtwasch en geregtigh. aan de hintelt genaemt craijen camp, ontr. 4 karren hoijgewasch [RAV112175
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 150 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(1798)]; de kraayenkamp [kado (1832)]; B 596-619; kraayekamp aan de Grote Hintel [N (1869)]; B 504, 596, 597 (w: 60.40). Gebied aan de oostzijde van het Ven; tevens perceel van onbekende ligging aan het Beukelaar; ter plaatse zullen veel kraaien gehuisd hebben. Het nabij gelegen met bomen en struikgewas omgeven Ven is ook nu nog een aantrekkelijk gebied voor vogels. -Zie Kamp KRAAKHEK(KEN) 't Kraakhecken, leest [GVIIE13 (1792)]; het kraakhek op de leest [N (1853)]; D 701 (b: 37.90). Het hek zal een krakend geluid voortgebracht hebben. KRAAYENHOFFSTRAAT Een hof waar de kraaien tierig heen en weer vlogen, maar dat ongeschikt was voor landbouw. Het woord zal dus een pejoratieve betekenis hebben gehad en ongeveer gelijk hebben gestaan met ollaand (onland = slecht land). Straat liggende in de kom van Veghel. Benoeming naar de vermaarde uit Veghel afkomstige waterbouwkundige Cornelis J. Kraayenhoff. KRABBENHO(F)STAD Land crabbenhostat, tillaar [BPI190-182v (1417)]. Onbekende ligging in de Tillaar. Wellicht afleiding van persoonsnaam: vgl. Gerrit Jan Krap; 1873 (Kl.Bev. V.). -Zie Hofstad KRANENMORTEL In de clene hoeve tot jecscot, twee bunders naest den craunen (cranen mortel) [N (1660)]. Onbekende ligging in Jekschot onder Zijtaart. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn: vgl. Petronella Kranen, 1803 (Kl.Bev. V.). Benoeming naar de kraanvogel? -Zie Mortel 203 KRANESVELD Kranesveld aan het geerbosch [N (1862, 1894)]; A 475 (b: 59.30; w: 59.30). Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn (zie kranenmortel) vgl. ook Willemyna Peter Krane, 1762 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld KRANSEKAMP Kranse kamp [N (1828)]; de krance kamp [V.-]; E 597-598 (b: 75.80). Ligging in de Leinsedel onder Zijtaart. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam vgl. Maria Jan Kransen, 1758 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp KREKEDOM Een perceel weiland gen'd kreekedom [N (1857)]; E 1818 (w: 38.50). KREKEL(S)HOF Ad locum dictum op krekelshof [BPI214-136 (1440-1445)]; gelegen tot veghel aan de hey by de crekelshoff [GVB44 (1546)]; huis, bakhuis in Veghel aan de heij van ouds genaamt de kreeckelshoff (eigenaar Jan Ruth V.d. Crekelshoft) [RAV99-264v (1732)]; crekelhoff aan de hey [RAV159-89v (1746)]; krekelshof [kado (1832)]; C 183-211. Gebied liggende onder Mariaheide, zuidelijk van dweg naar Uden, nabij de grens met Uden. Krekel = krakeel, perceel waarover een (grens)betwisting bestond of krekel "insekt": aanduiding van woeste respektievelijk onvruchtbare terreinen (M.Top. Valk. -74). Het eerste lid bevat weer een diemaam. het ligt voor de hand om ook hier weer te denken aan benamingen, misschien door spottende buren gegeven, voor slecht en onvruchtbaar land. Bij Krekelshof zal dat in ieder geval een moerassig gebied geweest zijn.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 151 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KREKELHOFSTRAAT Recente herbenaming deel Past. van Haarenstraat Mariaheide, Krekelhofstraat [B- (1967)] Straat in de kom van Mariaheide, lopende in de richting van de Krekelhof Benoeming naar de ligging. KREKEL(S)HOFKAMP Aen crekeishof camp [GVEI2-41 (1778)]; krekelhofcamp [GVEII13 (1792)]. Onbekende ligging op de Krekelshof Benoeming naar de ligging. -Zie Kamp KREMERLAND De stucken opte hooch boekt neffen Luyt de cremerlant [GVEI5-123 (1624)]. Onbekende ligging op de Hoge Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land KREMERSAKKER Cremersakker, dorshout [GVIIE13 (1792)]; kramersakker [N (1835)]; D 508 (b: 69.60); kremersakker [V.-]; D 508 (b: 69.60). Ligging in de Bruggen en onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Akker 204 KREMERSKOOP
Kremerskoop [V.-]; F 175 (w: 40.00). Ligging in het gebied de Nieuwe Heikopen onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Koop KREMERSTREEP
Arien cremerstreep, nederbiest [Hs- (1564)]. Onbekende ligging in de Lage Biezen. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep KRENGELAKKER
De krengelakker in het dorshout [N (1895)]; A 1092 ged. (b: 58.90). Ligging in het Dorshout. Hangt het eerste lid samen met kreng: 1) een dood lichaam van een dier; vooral: een tot bederf overgaand dierlijk lichaam, 2) een dier van weinig of geen waarde, of' een mensch die (in een of ander opzicht) weinig beduidt. Inzonderheid in de volgende toepassingen: a) een slecht paard, een knol, biek, guit, b) een magere, kleine persoon. 3) De walging die een kreng (in de betekenis 1) dikwijls wekt, geeft aanleiding tot het gebruik van het woord als scheldnaam voor dieren en menschen; in 't bijzonder wordt het voor kwaadaardige menschen gebezigd (W.N.T. -153, 154). -Zie Akker KREPPEHOEF
Een perceel groesland met nieuw erf gelegen te Veghel aan het havelt genaamd kreppehoef [N (1826)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Het eerste lid zal afgeleid zijn van een persoonsnaam vgl. Gerrit Jan Krap, 1873 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoef KRIJTEN
Het kreiten [N (1871, 1875); B 114, 115, 118 (w: 1.10.40). Ligging in het gebied de Nieuwe Velden tussen Vorstenbosch en Mariaheide. Mogelijk afgeleid van "krijt" 1) kring, cirkel, 2) kampplaats, strijdperk, afgeperkte ruimte, waarbinnen de gerechtelijke tweekamp plaats had; ook worstelpark (Verwijs en Verdam 2101). KRIJTENBURG
Ad locum dictum kreytenborch [BP1223-16v (1450-1455)]; creijtenborch [GVE2-39 (± 1500)]; biesense acker, op creytenborg [Hs- (1614)]; (rot) den biesen en creytenburgh
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 152 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
begint in aert donckerts grooten beemt bestaet in twee en twintig huysen [GVIIB28 (± 1700)]; lant op rijkevoort genaamt de nieuwencamp op creytenborg [GVE12-164v (1778)]; krijtenburg [N (1860, 1879)]; E 936 (b: 17.50), F 1191 (b: 37.00); krijtenburg, recente herbenaming (Zijtaart) [B- (1967)]. Gebied liggende op de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde nabij de Voort onder Zijtaart, tevens benaming voor enkele percelen in dit gebied. Tegenwoordig straatnaam ter plaatse. Op Zijtaart komt nu nog een krytenberg voor. Kit. cryt = rechtsgebied, grondgebied, circus, agon. Dit zou een betekenis van "omsloten land" kunnen rechtvaardigen. Ik heb nog gedacht aan lt. craticulum bij cratis = rijshout, waarvan het mnl. crade = latten 205 206
werk een ontlening kan zijn. De betekenis zou uiteindelijk hetzelfde blijven. Gebied door een afrastering aan het gemeenschappelijk gebruik onttrokken. Afgepaald gebied. Omheind land. -Zie Krijten en Burg a. ACHTERST KRIJTENBURG Een stuk lants geleegen binnen den palen van Vechel ter steede geheiten agter crytenborgh [GO-126 (1576)]; het achterst krytenburg op de Hoge Biezen [N (1872)]; E 1004 (b: 34.70). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart nabij de Voort. Benoeming naar de ligging. -Zie Nederkrijtenburg
KRUTENBURGSEAKKER Uyt ackerlants ende heijlants genoempt den creijtenborchsen acker gelegen onder Vechel aen die heylit op lochtenborch [RG169-36 (1646)]; 1 b. akkerland en heyland genaamd den creytenborgse acker, te Veghel aen die heijliet op lochtenborgh [Dom.-171 (17311756)]; een groesveltje op creytenburgse acker [GVE12-292 (1777)]. Onbekende ligging in Logtenburg/Heiligt onder Eerde. Gebieden die grenzen aan de Hoge Biezen. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker
KRUTENBURGSESTREEP Een stuck lants genaamt die crytenborgse streep groot een sesterse geleegen binnen de palen van Veghel op creytenborgh [GO-126 (1573)]. Onbekende ligging op Krijtenburg. Benoeming naar de ligging. -Zie Streep
KRUTENBURGSEVELD Int creytenburgse velt aan de steegd [GO- (1754)]. Onbekende ligging in Krijtenburg, nabij de Voort. Benoeming naar de ligging. -Zie Veld
KRINGSTRAAT -Zie Kruigestraat
KROLLEHOEF Krollehoef [N (1835)]; D 618 (w: 22.10). Een perceeltje weiland liggende op de Leest. Het eerste lid zal een genitief zijn van de persoonsnaam Krol vgl. Gerardus Krol, 1841 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoef
KROLLEVELD Krolle veld [V.-]; F 458 ged. (he: 23.38.80). Ligging in het Dubbele. -Zie Veld
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 153 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KROMBIEST Akker die krombiest in die hoge boect [BP1199-194 (± 1429)]. 207 Onbekende ligging op de Hoge Boekt. Benoeming naar de vorm. -Zie Biest KROMHORST
Beemd strekkende van erf die cromhorst tot 't erf die monichoeve [BPI212-21 (1442)]. -Zie Horst KROMMEAKKER
Een derde in crommenacker of braak [GVEI2-62 (1778)]; 1 perceel teelland met groeskanten en houtwas aan den doornhoek genaamd krommenakker belend de valstraat [N (1814)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar en in de Doornhoek onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm. -Zie Akker KROMMEBEEMD
Lant het heufke en halven crommenbeemt [GVEI2-79 (1778)]; de kromme beemd [N (1847)]; D 400 (ho: 89.70); den krommenbeemd [N (1880)]; D 724 (ho: 37.80). Ligging in de Haveltse beemden en in de Zijtaartse beemden. benoeming naar de vorm. Beide percelen in een bocht van de rivier de Aa. -Zie Beemd KROM (ME) STREEP
Een stuck landts genaamt de crom streep (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de cromme streep de hoffstadt genoempt in den d;avell [GVEI5-134 (1624)]; landt de cromstreep [GVEI2-38 (1778)]; de kromme streep [N (1842, 1844, 1873, 1875)]; F 285, 286 (b: 1.10.20); de kromstreep [N (1886), V.-]; F 286 (b: 1.09.30). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm. KROM(ME)STUK(KEN)
Land dat cromstuck int Davelaar [Hs- (1519-1538)]; sijn crom stucxken op de boekt neffen de voetpat [GVEI5-140 (1624)]; cromstuck int dorshout [GVEI2-187 (1778)]; het kromstuk [N (1861, 1871)]; B 132-135 (b: 45.60; hu: 01.57), E 783, 784 (b en w: 54.20); de kromme stukken op de hoge akkers [N (1871)]; B 130 (b: 49.10); de kromstukken [V.-]; B 29 (b: 1.47.90). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm. KROMMETONG
De krommetong [V.-]; E 948 (w: 31.80). Dit perceel grenst aan de kromme tuin op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Wellicht berust het toponiem op een misverstand (het is slechts eenmaal genoteerd uit de volksmond terwijl van het toponiem de kromme tuin ook andere gegevens bekend zijn); mogelijk heeft het zich ontwikkeld als nevenvorm naast de oorspronkelijke kromme tuin. Benoeming naar de vorm. KROMMETUIN
Een stuk lants genoemt den crommen tuyn (creytenborgh parochie rode) [GO-126 (1556)]; het land de cromme thuijn (de kemkes) [GVE2-296 (1702)]; krommen tuin [N (1891)]; de 208 kromme tuin [V.-]; E 856 (b: 71.40), Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm. -Zie Tuin KROMMEWIEL Die beecacker en een beemd aldaar bij den crommenwiel [BPI212-68 (1442)]; beempt
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 154 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
aen den crommen wyel [Mr1322-65 (± 1608)]; aan dese seyde van den crommen wiel (op de rivier de Aa) [GVIIB26 (1788)]. Onbekende ligging op het Havelt of het Ham. Benoeming naar de vorm. -Zie Wiel KROMMERDEKOOP Crommerde koop [V.-]; A 868 (verk.) (he: 15.93.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Het eerste lid is de genitief van de persoonsnaam de Crommert, die nog algemeen voorkomt in Veghel. Een zekere v.d. Crommert was de eigenaar/pachter van het perceel (1977). -Zie Koop KROMSTREPENELLEBOOG Een stuck landts genaamt de crom streepen ellenboch (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde, mogelijk in de Grootdonk. Een der beide percelen, de kromstreep aldaar (F 285), herinnert qua vorm aan een gebogen arm. Benoeming naar de vorm en naar de ligging bij een perceel de kromstreep. KRUIGESTRAAT Groes aen de creugestraet [GVEI2-33 (1778)]; creugherstraat, havelt [GVIIE13 (1792)]; de kruigestraat [kado (1832)]; D 340-369; de kreugestraat [N (1839)]; D 362-371 (hu., schu., erf, b en w: 3.64.00); kringstraat [N (1859)]; D 343-345 (b: 1.53.10; tu: 5.90; hu: 07.60). Gebied nabij het Havelt. Het eerste lid is wellicht 'kruigen " dialect voor "kruiwagen". De bovengemelde naam "kringstraat" moet een verschrijving of onjuiste lezing zijn, gezien de ligging van het toponiem kruigestraat. KRUIS (KE) Een stuck nieulandts int cruijs (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't cruys opte boct [GVEI5-69 (1624)]; het cruyske, Eerde (RAV158-38 (1727)]; part in de cruysele [Go( 1754)]; landt aent cruys [GVEI2-145 (1778)]; het kruis [N (1835, 1844)]; D 229, 232233 (b: 67.90). Ligging op de Ronde Bult, tevens onbekende ligging onder Eerde in de Bushoef (Kruisele). Ter plaatse zal eens een kruis gestaan hebben. KRUISBROEDERS (Convent van): streepenhoek dorhout naast convent cruysbroeders [Hs- (1551)]; convent van cruysbroeders bij namer dorhout [Hs- (1569)]; ± 1600 op dorshout goed van convent van cruysbroeders [Mb- (1954)]. Onbekende ligging nabij de Amert en het Dorshout. Benoeming naar de kruisbroeders van Den Bosch die hier een goed bezaten. 209 KRUISBROERENAKKER In arie cruysbroere acker 3 parteye [GVEI2-173 (1777)]; een parthije teullant en groese gelegen in Veghel op 't Ham, genaemt kruijsbroeren acker, groot ontr. 6 1. [RAV112-288 (1800)]. Onbekende ligging op het Ham. -Zie Kruisbroeders en Akker KRUISBROERENHOEF Van de cruysbroerenhoefie [GVEI5-116 (1624)]; cruysbroeders hoeff gebruyker ruth daendels [GVIIB28 (± 1700)]; huis int agterste Dorshout gen't de Hees, van ouds bekend met den naem van cruijsbroere hoeve [RAV101-170 (1740)]; huis int achterste dorshout, van ouds bekend met den naam van cruijsbroere hoeve [RAV106-262v (1772)] Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Kruisbroeders, Hoef en Hees
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 155 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KRUISBROERENHOUT Van vissersbempt achter cruysbroedershout [HHI63-51 (1714-1783)]; 1 muds houtvelt genaamt cruysbroederen hout, aen het lege dorhout [Dom.-171 (1731-1756)]; hoy int dorshout agter cruysbroerenhout [GVEI2-260 (1778)]. Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Kruisbroeders en Hout KRUISBROERENLAAK Hebben beschouwt ende bevonden het doode lichaam van Aert Jacob Rommen, ter plaetse op den Aakant in eenen kuijl genoempt cruijsbroeren laack, alwaar hij was in leggende [RAV93-116 (1690)]. -Zie Kruisbroeders en Laak KRUISSTRAAT Cruysstraat [Hs- (1561)]; cruysstraat [Hs- (1600)]; lant het braakje aen de cruysstraet [GVEI2-75 (1778)]; recente herbenaming deel Ven, de kruisstraat [B- (1967)]. Oude benaming voor Molenstraat, Molenwieken (anno 1700), tevens straat in de kom van Mariaheide. Benoeming naar een wegkruising of (veld)kruis (M.Top. Valk. -180). KUlKEVELD Coykenvelt, op zijtaart [RAV159-103 (1746)]; lant cuykevelt op zijtaert [GVEI2-235 (1778)]. -Zie Veld KUIKENAKKER Cuykenacker, seytaert [RAVI57-101v (1654)]; van kuikenakker op het ham [N (1891)]; D 981 (b: 55.10). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker KUIL (EN) Huis ten cuylen, Vechel aent dorhout [BPI201-149 (1430)]; vuijt 153,5 roijen eckerlants ende weijlants genaamt inde cuijllen gelegen onder Veghel tot boevenroode [RGI69-31 210 (1646)]; land en groes op de cuylen [GO- (1754)]; de kuilen [kado (1832)]; D 327-360 (St.Oedenrode) , F 867-968. Gebied onder Eerde. Kuil "waterkuil". Kuil is ook frequent ter aanduiding van laag gelegen bouw-, wei- of hooiland (synoniem van Dal en het tegenovergestelde van berg, heuvel, hoog veld). Een derde betekenis is kuil, ontstaan door het uithalen van zand of zavel (M.Top.Overpelt, -222). Het zal hier gaan om de tweede betekenis. Het gebied de Kuilen grenst aan de Eerdse bergen. Meuwese is van oordeel dat het gegraven kuilen of putten betrof, waarmee men een grens aangaf (zie Reemputten). -Zie Biggelaarskuil, Blijkkuil, Kapelkuil, Landkuil, Roodskuilen, Waskuil en Zandkuilen KUILENSEBROEKSTEEG
De kuilensche broeksteeg [kado (1832)]. Zandweg leidende naar de Kuilen, inmiddels verhard en de Kuilen genoemd. Benoeming naar de ligging die betrekkelijk lang was in kontrast met de parallel eraan lopende Kuilense heisteeg. -Zie Steeg KUILENSEHEISTEEG
De kuilense heisteeg [kado (1832)]. Zandweg leidende naar de Kuilen, parallel aan de Kuilense broeksteeg. Benoeming naar de ligging; lopende vanaf het heidegebied 't Dubbele langs de Abenhoef naar de Kuilen; iets hoger gelegen dan de Kuilense broeksteeg. -Zie Steeg
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 156 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KUILENSEPAD
-Zie Oude Kuilensepad a. OUDE KUILENSEPAD Tegenwoordig Kerkhoefweg (Eerde), de oude kuilensepad [B- (1966)]. Zandweg onder Eerde, vanaf het huidige St. Antoniusplein naar de Kuilen. Nu Kerkhoefweg genoemd. Wellicht is dit de oudste verbinding geweest van de kom van Eerde met de Kuilen. -Zie Pad KUILEVELD
Een stuck landts genaamt het cuylenvelt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; lant int eert cuylevelt [GVEI2-251v (1777)]; kuileveld in het Eerde [N (1883)]; D 193, 194 St.Oedenrode (b: 38.40). Ligging onder Eerde nabij de kerk. Benoeming naar het gebied de Kuilen is hier niet waarschijnlijk, gezien de ligging mogelijk was het oppervlak van het perceel wat ongelijk. -Zie Veld KUIPERSBEEMD
Kuijpersbeemd [V.-]; D 421, 422 (ho: 82.50). Ligging in de Bruggen aan de Aa. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Ardina Kuypers, 1876 (Kl.Bev. V.). -Zie Beemd 211 KUIPER(S)KAMP Eenen camp genampt dirck de cuijper camp [N (1654)]; het voorste eeusel op de watersteegt, cuypers camp [GVEI2-114 (1778)]; eeuselvelt aen watersteegt in dirk de cuypercamp [GVEI2-131 (1778)]. Onbekende ligging aan de Watersteeg. -Zie Kamp a. ACHTERSTE KUIPERSKAMP Groesvelt agterste cuyperscamp [GVEI2-67 (1778)]. Onbekende ligging, wellicht gedeelte van Kuiperskamp. Benoeming naar de ligging. b. VOORSTE KUIEPRSKAMP Groesvelt voorste cuyperscamp [GVEI2-166 (1778)]. Onbekende ligging, wellicht gedeelte van Kuiperskamp. Benoeming naar de ligging. KUIPERSKOOP Kuiperskoop [N (1845, 1884)]; A 106 (w: 50.00), E 51,52 (w: 61.10). Ligging in de Kampen onder Zijtaart en in het Dorshout. -Zie Koop KUIPERSVELD(EN) Kuipersveld [N (1854)]; A 225,235-239 (w: 1.48.10); kuypersvelden [V.-]; A 1081 (b: 57.10); kuypersveld [V.-]; F 240-241 (b: 64.30). Verspreide ligging. -Zie Veld KUIS Een perceel teullant canten houtwasch aen den heuvel, genaemt de kuijsch, 3 loop [RAV108-78v (1778)]; de kuis [N (1843, 1866)]; D 1238 (b en w: 47.10), 1239 (b: 41.10). Ligging op het Havelt. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Lamberta Kuys, 1888 (Kl.Bev. V.). -Zie Kous KUITENBROUWERSHOFSTAD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 157 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Cuytenbrouwershofstatt in beukelaarsteeg (beukelaar in verrenberg) [Hs- (1534)]; Onbekende ligging aan de Beukelaarsteeg, nu het oostelijke deel van de Hezelaar-straat. Het eerste lid zal een persoonsnaam geweest zijn. -Zie Hofstad KUM De kum [N (1838)]; F 952 (b: 17.40). Ligging in de Kuilen onder Eerde. Is hier sprake van een verschrijving of onjuiste lezing van het toponiem de Kup? -Zie Kup KUP Een stuck landts in de coub (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; in de cub [GO- (1754)]; 212 landt in de küb [GVIIB7 (1773)]; te Vechel in het eerde, op de kuylen genaamd de kup [N (1842)]; F 955 (b: 45.80); de cup [V.-]; F 955 (b: 45.80).
Ligging in de Kuilen onder Eerde, grenzend aan het perceel genaamd de Kum (zie kum). Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Jacoba Kup, 1871. -Zie Kop KUPPEVELD Kuppeveld [V.-]; A 864 (verk.) (he: 22.96.80).
Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de eigenaar D. Crommert Kuppe. -Zie Veld KW AADSTRAATKE Twee kemkens int akert teynen 't quaet straetken [GVEI5-66 (1624)].
Onbekende ligging in het Akert. "Kwaad" hier in de betekenis van "slecht" of moeilijk begaanbaar (M.Top. Valk. -182 kwade straat). "Straatke" diminutief van straat. KWAADVELD Het kwaad veld in grietenveld [N (1879)]; E 581, 584 (b en w: 1.48.50).
Ligging in Grietenveld onder Zijtaart. "Kwaad" duidt hier wel op de slechte kwaliteit van de grond. -Zie Veld KWADEHOOP Quaade hoop (of koop?) akart tiende, rybroek [RAV56-87 (1681)].
Onbekende ligging in de Akertse tiende en/of in het Reibroek onder Zijtaart. Benoeming naar de slechte kwaliteit van de grond; mogelijk verkeerde lezing of verschrijving van kwade koop. -Zie Kwade Koop KWADEKAMP Twee parceeltjes land aan den Biesen, genaamt den quaden camp, groot ca. 2 1. [RAV112276v (1800)].
Onbekende ligging aan de Biezen onder Zijtaart. -Zie Kamp KWADEKOOP Land den quaeyen coop in die nederbiest [Hs- (1519-1538)]; genaemt den quaden coop gelegen binnen deeze parochie van vechel opt zontvelt [GOI26-31 (1610)]; zijn streepken met het hopveldeken daemeffen in de neerbiest in de quaetcoop [GVEI5-137 (1624)]; de kwade coop, dorshout [GVEII13 (1792)]; de kwade koop op de hoge boekt [N (1847)]; D 111 (b: 25.90).
Verspreide ligging. -Zie Koop KWADEKORSHOEF De quade corshoef [GVEI2-33 (1778)].
Onbekende ligging, waarschijnlijk in de Korsehoeven. 213
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 158 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
KWADELOOP
Den quaden loop [GVEI2-135 (1777)]. Onbekende ligging. -Zie Loop KWADEMOERVEN
Quaedt moerven opt zontvelt [GVEI2-148 (1778)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart, moerassig ven. In verbinding met broek respektievelijk beemd betekent kwaad in de eerste plaats "drassig" met veel houtgewas en daardoor moeilijk te bewerken (M.Top.Overpelt "kwaad broek"). -Zie Moerven KWADESTEEG
Tegen sijn velt in de quade steegt [GVIIB7 (1791)]; de kwaai steegt [V.-]; B 81 (he: 71.80). Ligging aan een zandweg in de Nieuwe Velden tussen Vorstenbosch en Mariaheide. Duidend op slechte grond of moeilijke begaanbaarheid van de zandweg. -Zie Kwadesteeg KWADESTREEP
De quaij streep int akert [GVEI5-26 (1624)]; de quaede streep (havelt) [GVE2-138 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt en in het Akert. -Zie Streep KWADEWEI
Een heijtvelt, houtwasch en gerecht. gelegen op de cuijlen, genaemt de quade Wel] [RAV109-132v (1785)]. Onbekende ligging op de Kuilen onder Eerde. -Zie Wei KWARTIER
-Zie Strolkwartier KWEZELS LAND
Queesels landt aldaer (corshoeff) [GVEI2-38 (1778)]; 2 stukjes teullandt ter plaatse aan de leege heijde, genaemt queesels landt, ontr. 21h 1. [RAVllO-14v (1788)]. Onbekende ligging in de Korsehoeven. benoeming naar een persoonsnaam. Benoeming naar de eigenaar/pachter van het perceel die een kwezel was. Kwezel: 1) In sommige streken, bepaaldelijk ten zuidenvan de Moerdijk, de naam voor zekere katholieke vrouwen die eene gelofte van kuischheid hebben gedaan maar niet tot eene orde behoren; hetzelfde wat men elders een klopje noemt. 2) Smadelijke, of in zwakkere toepassing (zoals in ZuidNederland), afkeurende en daarbij soms enigszins medelijdende benaming voor eene vrouw of meisje in wier leven de godsdienst de eerste plaats inneemt. 3) Benaming als de onder 2 besprokene voor een dergelijke man (WN.T. -776). Benoeming naar de kwezels (in de eerste betekenis) voor wie de opbrengst van het perceel bestemd was. KWINK
214 Zijnen ecker de quinck genaemt [GVEI5-3 (1624)]; peter roefen van dinteren de jongh van de quinck (de hey onder havelt) [GVE2-167 (1702)]; 1 perceel teulland met groeskanten genaemt de kwink te veghel [N (1848)]; de kwink in de Aabroeken [N (1891)]; A 736 (b: 38.99). Ligging in de Aabroeken. Een overblijfsel van het oude toponiem Eekwinkel (zie Eegwinkel). De variant kwint kan duiden op de vruchtbaarheid van de grond (W.N.T. -813). Kwint = winst. KWINT
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 159 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Lant de quint op middegael [GVEI2-143 (1778)]; hoijkamp of beemt ontr. 2 karren hoijgewasch, gelegen alhier op middegael aen de quint of hel [RAV110-207 (1792)]; een perceel bouwland met houtgewas gelegen te veghel op het middegaal genaamd de kwint [N (1824)] Quint, quintus = mansnaam (heiligennaam). -Zie Kwink en Hel a. VOORSTE KWINT Een parceel teullandt op middegael genaemt de voorste quint, groot ontr. 21h 1. [RAV110246v (1793)]. Onbekende ligging op het Middegaal. benoeming naar de ligging. KWINTSESTEEG Een huijsinge hoff en aangelegen land en groes en gerechtigh. gelegen alhier op middegaal, groot 4 1. 34 r. een eijnde de Bosstraat, een seijde de quintse steeg [RAV112-23 (1795)]. -Zie Kwint en Steeg LAAG Land genaemt 't leeg [GO- (1754)]; perceel teulland genaamt het laag gelegen alsvoor (in de Eerde) belend de eene zijde de kerkpad [N (1830)]. Onbekende ligging onder Eerde. Gesubstantiveerd adjectief (M.Top. Valk. -182). Benoeming naar de lage ligging. a. HOGE LAAG Hoge laag in het Eerde [N (1883)]; D 177 St.Oedenrode (b: 60.90). Ligging in het Eerde, nabij de dorpskern. Benoeming naar de ligging; het is een hellend perceel dat grotendeels onder een wat laag gelegen gebied valt, maar met een zijde tegen een hoger gebied ligt. LAAK Die buntbeemd aan die lake [BP1190-182v (1417)]; bij die laeck comende uyter aa [Mrv23-124v (1519-1538)]; philipze bemt en laak agter de straet en regt van visserye [GVEI2-347 (1777)]. Waterloop, uitkomende op de Aa, evenwijdig aan de straat (Hoofdstraat), iets ten zuiden van de markt; identiek aan de brandgraaf (zie brandgraaf); tevens waterloop of poel op het Ham. Laak mnl. lake hgd. lache (ohd. lahha) "meer, poel, plas". Ags. lacu (eng. lake "meer"), in het bijzonder gebruikt voor kleinere waterlopen; het werd door Nederlanders geïmpor215 teerd naar Neder-Weser en Neder-Elbe. Men heeft dit Nederlands-Rijns- Westfaals woord wel eens voor een ontlening aan lt. lacus gehouden. Wij sluiten ons aan bij van Wijk en Mansion, dat het germaanse woord wellicht beïnvloed is door het Romaanse, maar dat het niet daaraan ontleend is; een belangrijk argument is de ablaut van on. lokr = langzaam stromende beek. Uitgangspunt germ. + lako, evenals lekken (+ lakjan) ablautend met de e-vorm van leek. -Zie Kruisbroerenlaak, Megelaak, Sweenslaak, Sweenslaakselaak en Zonderlaak
LAAN -Zie Zeven Eikenlaan
LAAR Van het toponiem laar werd nog geen algemeen bevredigende etymologische verklaring gegeven. Enkele naar voren gebrachte betekenissen zijn: 1) open plaats in een bos; 2) plaats waar men hout kan lezen; 3) moerassig bos. Volgens van Passen blijkt een laar in de Kempen over het algemeen de betekenis te hebben gehad van onbebouwde (gemeenschaps)
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 160 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
grond, waarop men het vee liet grazen (M.Top.Neerpelt, -143-144). -Zie Bredelaar, Brobbelaar, Bruggelaar, Danklaar, Davelaar, Esselaar, Hezelaar, Hoflaar, Hulselaar , Keselaar, Ketelaar , Meerlaar ,Offelaar, Pettelaar, Schijfelaar, Tillaar, Weidelaar en Zonderlaar
LAARAKKER Van die Aa tot die laeracker [BP1189-87 (1416)]; een stuk bouwland geheten den lairacker, hoge boekt [BP1237-163v (1468)]; ex loracker [HH133 (1507)]; int russele bij die laerecker [Hs- (1519-1538)]; den laeracker in de aeckerse thiende [Mrv93-67v (1688)]; den laeracker met de kerckegifte 't regt van patronaetschap ende het patronaetschap van Vechel anno 1720 [GH25a (1747-1796)]; de laarakker [N (1835), V.-]; D 254 (b: 2.11.00),254-256 (b: 3.18.90). Ligging in het Rutsel, nabij de mestbrug (zie mestbrug), ongeveer ter plaatse van winkelcentrum de Boekt. De kerkgijte en het patronaatschap gaan terug op de stichting van een kerk. De stichting van een kerk, of dat nu een kapittel, een abdij of een wereldlijk heer was, oefende het patronaatsrecht uit. Hij had uit dien hoofde recht op de inkomsten van de kerk maar de plicht voor het onderhoud en eventueel herstel te zorgen. De patroon had bovendien de kerkgijte dat wil zeggen hij had het recht om iemand voor een parochie of een beneficie voor te dragen en hem met de inkomsten van de kerk of van het beneficie te begijtigen. Het was een akker van 10 lopense (leupense): één lopense (verkort uit lopensaet) is een stuk land, dat men kon bezaaien, door één keer met voorschoot of zaadmandje rond te gaan. De akker ligt tussen de Aa-brug en de Mestbrug. Zie voor -laar- no. 35. Kil. merkt op bij laer: locus incultus et vacuus: solum incultum. pascuum publicum.
a. GROTE LAARAKKER Den groten laaracker [GVE12-350 (1778)]. Wellicht de benaming voor het grootste perceel (D 254) van de drie percelen die samen de laarakker vormden. Benoeming naar de oppervlakte.
LAARBUNDERS 216 De laarbunders [V.-] . Gebied ter plaatse van de wijk de Bunders, rondom begrensd door Hemelsteeg, Lindelaan en Watersteeg, nu Populierlaan. -Zie Laar en Bunders LAARS Het laars [N (1860, 1894), V.-]; F 996-1009 (b: 2.05.20; bh: 57.93; de: 17.30), 1207 (w: 31.60), 1210 (he: 65.60). Een aantal percelen liggende op Logtenburg en op de Hoge Biezen onder Eerde. Mogelijk op een of andere manier afgeleid van "laar" (zie laar). Juist ten zuiden van deze percelen lag vroeger op het grondgebied van St.Oedenrode een groot ven, genaamd het Laarsven. Misschien dat bij het verdwijnen van het Laarsven als een soort verkorting hiervan een toponiem 't laars overbleef, hoewel een afleiding van Laarsven van laars voor de hand liggender lijkt. LAARSVELDJE(S) Laarsveldje [N (1862)]; F 1204 (he: 38.50), 1205 (w: 27.20); van de laarsveldjes in het dorshouts dubbelen [N (1884)]; A 868 (ged.) (b en w: 79.80). Ligging op de Hoge Biezen onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Veld LAARSWEG Recente herbenaming deel biezen (Zijtaart), laarsweg [B- (1967)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 161 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Recente benaming voor een zandweg op de Hoge Biezen onder Eerde. Benoeming naar de ligging. LAAT De verkorte vorm van waterlaat (M.Top. Valk. -182). Waterlaat (du. Ablass) "afwateringssloot" wellicht gegraven ter ontwatering van een terrein (M.Top. Valk. -262). -Zie Nederlaat, Sommerlaat, Sonderlaat en Waterlaat LAMBERSAKKER Jenneke Jan Lambers akker, dorshout [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging op het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker LAMBERSLAND Zijn lant in de neerbiest neffen hanrick lambers lant [GVEI5-121 (1624)]. Onbekende ligging op de Lage Biezen onder Zijtaart. LAMBERTAKKER Jan Lambert acker, zijtaart [RAV159-30v (1740)]. Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker LAND a. HOOGLAND 217 Het hoogland bij D. v.d. Ven in het dorshout [N (1885)]; A 1279 (b: 1.23.90). Ligging in het gebied 't laag land bij het Dorshout. Benoeming naar een kleine verheffing in het perceel. b. LAAG LAND Een stuck landts aent eerd leeglandt [GSO-262 (1617)]; het leeg lant (hoog eynde) [GVE2-202 (1702)]; het laag land [kado (1832)]; A 1174-1293. Gebied nabij het Dorshout, grenzend aan de huidige Oranjewijk; tevens een perceel van onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de lage ligging; vooral in kontrast met de Hoogeinden. - NIEUW LAAG LAND D'nieuwt leegh lant int kempken [GVEI5-140 (1624)]. Onbekende ligging in de Kampkes onder Eerde en Zijtaart. Benoeming naar (recente) tijdstip van ontginning (ingebruikname) en naar de lage ligging. c. Nieuw land -Zie Nieuwland d. OUDE LAND Het oude en nieu lant in de haag (havelt) [GVE2-149 (1702)]. Onbekende ligging in het gebied de Haag, nabij de Heuvel. Benoeming naar het vroege tijdstip van ontginning/ingebruikname. -Zie Alersland, Anderland, Ariënsland, Armenland, Berteland, Boudewijnsland, Brechtland, Busselaarsland, Comelisland, Delisland, Denenland, Dieperbeekland, Donkersland, Eerdeland, Ermersland, Eversland, Geerlingsland, Gemeenland, Goortsland, Goossensland, Grietenland, Heimansland, Henskenland, Hopland, Huibenland, Jaspersland, Kapelland, Kerkeland, Ketelaarsland, Kremerland, Kwezelsland, Lambersland, Lijskesland, Martensland, Melisland, Meussenland, Moeskopsland, Molsland, Netteland, Nouwland, Ooievaarsland, Oortsland, Pastoorsland, Pauleseland, Peter Klaaseland, Petersland, Philipseland, Preinsland, Prinseland, Schuldersland, Simonsland, Stevensland, Suurmontsland, Theunisland, Tijssenland, Tijs Willemsland, Uilland, Veghelsland, Verdussenland, Voermansland, Voorderland, Weerland, Weierland, Willemsland en
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 162 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Zomerland LANDKUIL Landkuil [V.-]; F 1122 (b: 84.70). Liggende in de Kampkes onder Eerde. Land hier wellicht ter aanduiding van een perceel akkerland. (M.Top. Overpelt -230, "landboelen"); mogelijk een perceel met naar het midden toe een geringe verlaging. -Zie Kuil LANDSTRAAT a. LAGE LANDSTRAAT (Dorshout) een lage landstraat [B- (1967)]. Recente benaming voor een weggetje tussen de gebieden laag land en Binnenveld nabij het Dorshout uitkomend op de Pater V.d. Elsenlaan. Benoeming naar de ligging. 218
LANDWEER Gelegen omtrent der lantweren [GVIE2 (1384)]; de landweer (door Hoger Duinen) [kado (1832)]; C 373, 374 (he: 1.50.60). Ligging op Hogerduinen. Landweer 2) Wal opgeworpen ter verdediging van het land tegen den vijand/ook dijk ter verdediging tegen het water? (W.N. T. -1034). Kan de landweer op het wat hoog gelegen Hogerduinen als funktie gehad hebben het tegengaan van zandverstuiving?
LANGAKKERSEBEEMD Langakkerse beemt, syterse beemden [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in de Zijtaartse beemden. Benoeming naar de ligging bij (onbekende) perce(e)l (en) de langakkers ? -Zie Beemd
a. GROTE LANGAKKERSEBEEMD 1/4 Van de grote lang aekerse beemt (ereytenborgh) [GVE12-295 (1777)]. Onbekende ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de oppervlakte.
LANGENSVELD Langensveld (+ emmerensveld) op de watersteeg [N (1854)]; B 1006, 1007, 1017 (he: 1.39.50). Ligging op de Watersteeg. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Amoldus Langens, 1893 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld
LANKVELD Die hoeve te lanevelt en die hoeve te hanenvelt [BP1208-229v (1439)]; het langvelt op het havelt [Ms-]; het lanekvelt neder ereytenboreh [Hs- (1561)]; 't goed te lanekvelt in erpe en vechel op ham [Mr1325-67 (1633)]; eeusel aent lankvelt [GVE12-102v (1778)].
LANKVELDEDAMMEN Van lankveldedammen [V.-] .
LANKVELDSEEU1VSEL Lant int lanekveltse eeusel (ham) [GVE2-154 (1702)]; lankveltseusel, leenroerig leenhof van brabant [RAV160-178 (1780)].
LANKVELDSEHOEVE Van joneker jan van lanekvelts hoeff op hamme een binnevelt, de stucken teynen den dries, de stucken achter 't bylstuek, de twee stucken tussen de middelcanten, de lang stucken en de twee stucken de bundt genaamt 't samen [GVE15-23 (1624)]; van meurse hoeve genaamt de lankveltse hoeve [GVE12-156v (1778)].
LANKVELDSETIENDE Hennenberg(h) aan de hey, lanekveltse tiende, hamse tiende [Hs- (1539)]; hennenberg(h)
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 163 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
aan de hey, lanekveltse tiende, hamse tiende [RAV159-74v (1744)].
LANKVELDSSTREEPKE 219 Lancvelts streepken [GVEI5-75 (1624)]. LAREKAMP Jan v.d. Larekamp [N (1885)]; A 1024, 1025 (b: 85.30; og: 04.56); jan van lare kamp [V.-]; A 1024 (b: 85.30). Ligging in de Amert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp LATHOUWERSKAMP Sijn part in den lathouwerscamp (onder Eerde) [GS)-262 (1617)]; Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Maria Lathouwers, 1828 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp LAURENSAKKER Laurensakker [Hs- (1614)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een mansnaam zijn vgl. Mathijs Jan Laureynss, 1447 (LijstJam. naam. V.). -Zie Akker LAURENSSTREEP 3 Loop lands margriet laurensstreep [GVEI2-109v (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep LEEMPUTTEN Leemputte [GVI (1540)]; (dorshout) de leemputten [Mh-]. Onbekende ligging in het Dorshout. Plaats waar leem werd gestoken. (M.Top. St.Huibr. Lille, -152 leemkuil). Benoeming naar de eigenaar vgl. Adriana v.d. Leemput, 1851 (Kl.Bev. V.). LEEMPUTTEVELDEN Limputte velden [V.-]; A 944-952 (b: 51.20; w: 2.03.30) Ligging in de Amert. Het eerste lid is een persoonsnaam, de percelen waren anno 1832 eigendom van de kinderen RoeloJ v.d. Leemput. -Zie Veld LEENAKKER Een hooy beemdeken met eenen eyken boom daer op staen en gelegen aen de aa aen een acker genoempt den leenacker [LGH25a-9v (1670)]. Onbekende ligging aan de Aa. Bouwland in leen (M.Top.Overpelt, -239leenakker). LEEST Donk, donek, over de brugge aan de leest [Hs- (1539)]; donk, donek, over de brugge aan de leest [RAVI57-67v (1690)]; 't rot de leest (dijk naar rode) [GVIIB26 (1787)]; de leest [kado (1832)]; D 545-645, 648-708; de leest op de leest [N (1871)]; D 642-647 (b en w: 18.45). Gebied, omsloten door de huidige weg de Leest, de Zuid- Willemsvaart en de Violenstraat220 Rembrandtlaan (vroeger oude weg naar St.Oedenrode). Tegenwoordig is het toponiem in gebruik als benaming voor een wijk die ter plaatse gelegen is. Deze omvat echter ook nog het gebied de Bruggen en een deel van de Zijtaartse beemden, terwijl het gedeelte van de oude Leest tussen Violenstraat en Rembrandtlaan er buiten is komen te vallen. Leest als kollektief van "lese" (De Bont -180). "Lese" 1) spoor, groeve, vore (Verwijs en Verdam 388). LEESTAKKER Leest acker in de valstraet [GVEI2-224v (1777)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 164 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging aan de voormalige weg naar Zijtaart. Benoeming naar de ligging in de Leest; de oude weg naar Zijtaart, vroeger Valstraat genoemd, liep door de Leest (zie Valstraat). -Zie Akker LEESTENAKKER Zijn lant bij tonis arien leestenecker int dorhout [GVEI5-112 (1624)]; jenneke jan leeste acker [GVEI2-193 (1778)]. Onbekende ligging in het Dorshout en mogelijk elders. Het eerste lid is een genitief van 221
een persoonsnaam. -Zie Akker LEESTENBERG Leestenberg [RAV159-40 (1741)]. Onbekende ligging, wellicht op de Leest. Benoeming naar de ligging. Benoeming naar een persoonsnaam. -Zie Berg LEEUW -Zie Rode Leeuw LEEUWENAKKER Een stuk lants genoemt leeuwenacker Ct crytenborg) [GO-126 (1545)]. Onbekende ligging op Krijtenburg op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Jacob v. Leeuwen, 1867 (Kl.Bev. V.), of een genitief van een persoonsnaam vgl. Jean Antoin de Leeuw, 1794 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker LEGERHOF Binnen de palen van vechel op crijtenborg item weyvelt genoemt den legerhoff [GO-126 (1603)]. Onbekende ligging op Krijtenburg op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Te interpreteren als lagere hof? (zie laag huis Hogerduinen). Leger in de betekenis van 1) vaste ligplaats verblijfplaats van in het wild levende viervoetige dieren, 3) verblijfplaats, gewoonlijk in de openlucht. Inzonderheid van eene strijdmacht die te velde staat en dan meestal zoveel als: legerplaats, kamp soms ook: kwartier thans verouderd, 2d) in sommige dialekten wordt "leger" gebezigd in den zin van "grafplaats op een kerkhof". Mogelijk ook onjuiste lezing of verschrijving van lage(n) hof. -Zie Hof LEI Een parthije teulland en groese en ca. 1 1. nieuwland, houtwasch voorpotinge en geregtigh. int dorshout genaemt de leij, groot ontr. tesamen 3% 1. [RAVllO-200v (1792)]. LEIENAKKER Gelegen alsvoo op de boekt genaamd leyenakker [N (1818)]. Onbekende ligging op de Boekt. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam vgl. Wilhelmina Leeijen. -Zie Looienakker LEIGRAAF Het voorste heyvelt aen leygraef [GVEI2-34 (1778)]. Een "graven" die het water leidt, afvoert naar een ander water (M. Schönfeld, Nederlandse waternamen, 1955, -171). -Zie Graaf LEINSEAKKER Den lijnschenakker [N (1861)]; E 1025 (b: 43.40), 1027 (b: 37.00).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 165 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
222 Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging; nabij het Lijnt onder Erp, is hier niet het geval. De leinse akkers liggen op grote afstand van het Lijnt i.t.t. gebieden als het Leinsven en de Leinsedel. Het gaat hier vrijwel zeker om een verschrijving voor een oorspronkelijk lijnsenakker. Een belendend perceel draagt deze naam. -Zie Akker en Lijnsenakker LEINSEBOOM
Op den hoek na den lynsen boom (op den zontve1tsen dijk) [GVIIB26 (1787)]. Onbekende ligging, mogelijk wordt hier een afsluitboom bedoeld (zie draaiboom). Deze zou dan kunnen liggen ter plaatse van het Heigat, dat inderdaad aan de Zondveldsedijk nu Zondveldstraat ligt en dat toegang gegeven zal hebben tot het voormalige heidegebied het Leinsven. Benoeming naar de ligging. LEINSEDEL
De leinsche del [kado (1832)]; E 590-671; de lijnschedel [N (1875)]; E 611 (w: 55.70). Gebied onder Zijtaart aan de grens met Erp. Benoeming naar de ligging nabij 't Lijnt onder erp. Het gebied is gedeeltelijk betrekkelijk laag gelegen, vooral in kontrast met het aangrenzende Zondveld aan de zuidzijde ervan. -Zie Del LEINSEDELSTRAAT
Nu meester v.d. Venstraat (Zijtaart) de leinsedelstraat [B- (1967)]. Straat in de kom van Zijtaart, nu Meester v.d. Venstraat. Benoeming naar de ligging, leidende in de richting van de Leinsedel. LEINSEDELWEG
Rond 1935 werd de leinsedelweg opgeheven en onder de boeren aldaar verdeeld [N( 1935)]. LEINSEHEIVELDJES
De heiveldjes in de lijnse del [N (1893)]; E 628 (w: 45.30); de leinse heiveltjes [V.-]; E 628 (w: 45.30). Ligging in de Leinsedel. Benoeming naar de ligging. Anno 1832 bestond een groot deel van de Leinsedel nog uit heide. Er zal sprake zijn van uit de heide ontgonnen of nabij de heide gelegen veldjes. -Zie heiveld LEINSEKAMP(EN)
Zijn lant in de lijnsse campen [GVE15-65 (1624)]; geerlingcamp in leynse campen zontvelt [RAV159-194v (1755)]; de lijnsekamp in de lijnse del [N (1893)]; E 606 (w: 216.80); de leinse kamp, de leinse kampen [V.-]; E 148 (b: 81.40; w: 12.20), 605 (w: 21.40). Ligging in de Leinse del; tevens enkele percelen in de Doornhoek. (Dit moet echter wel op een vergissing berusten daar de Doornhoek en de Leinsedel op grote afstand van elkaar liggen. Mogelijk is hier evenals bij Lijntse akker sprake van een verschrijving of van volksetymologie, waarbij een niet langer begrepen mansnaam Lijs of persoonsnaam Lijsen geassocieerd werd met het Lijnt, de Leinsedel. Benoeming naar de ligging. 223 -Zie Kamp(en) LEINSERONDWEG
Recente naam (zijtaart) de leinserondweg [B- (1967)]. Recente benaming voor een weg die oostelijk om Zijtaart heen, langs de leinsedel naar het Zondveld loopt. Vroeger de Valstraat. Benoeming naar de ligging. LEINSMORTELSELOOPJE
Het leinsmortelsche loopje [kado (1832)]; E 693,695 (ho: 86.10).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 166 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Waterloop in het Reibroek, uitkomend op de Biezenloop. Benoeming naar de ligging; waterloop heeft zijn oorsprong aan de rand van de Leinsedel. De percelen ter plaatse zullen aangeduid zijn als de Leinsemortels. -Zie Mortel en Loop LEINSVEN
Op lijntvenne [Mrv25-13 (1549)]; helft in twee bunder hoy int leyntsven [GVE12-213 (1777)]; het leinsven [kado (1832)]; E 1507-1597; het leinsven [V.-]; E 1538 (he: 1.67.90). Gebied dat samen met de Heihoef en Jekschot de meest zuidelijke uitloper van het grondgebied vormt. Benoeming naar de ligging nabij het (Erpse) Lijnt; ooit zal hier een ven gelegen hebben, een klein vennetje was ook aanwezig in het nabij gelegen Lijnt. LEINT
Op lynt [Hs- (1530)]. Tegenwoordig buurtschap onder Erp op grensgebied met Veghel. Leint plsl. dialekt voor lint = znw. o. Als kollektief aan vlas (J. Goossenaerts, -464). LEINTJESAKKER
Den halve leyntiens acker (dorhoudt) [GVE2-188 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is de genitief van de vrouwelijke voornaam (Kata)lijntje. -Zie Akker LENARSBEEMD
Parten in lenarsbeemt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam zijn vgl. Leonardus Leenders, 1893 (Kl.Bev. V.). -Zie Beemd LENNISSEKAMP
Jan lennissekamp [N (1836)]; A 856 (b: 21.80). Ligging in de Knokert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp LEUNIS (SEN) AKKER
Lant op zijtaert leunisse acker [GVE12-241 (1777)]; leunis akker sontvelt [GVIIE13 (1792)]; een parceel land houtwasch en geregtigh. opt zijtaert genaemt het c1eijn huijsje off Leunisse acker, 3 1. 26 r. [RAV112-59v (1795)]. 224 Onbekende ligging onder Zijtaart, tevens op Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid is een mansnaam, een genitief van een mansnaam (Leunis Apollonius) of een persoonsnaam. -Zie Akker LEUNISSEKAMP Landt aen biese leunisseeamp [GVEI2-31O (1778)]; jan leunisse kamp [N (1838)]. C 424 (w: 74.40). Ligging in de Blankenburg, tevens onbekende ligging aan de Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een mansnaam. -Zie Kamp LIESHOUTSEPAAL Eenen halven bunder heyvelts gelegen in der proehien van Vechel after lijnt aen den lieshoutsen pael [RAE25 (1551)]. Grenspaal (duerkens pael). LIE(VE)VROUWENBUNDER(S) In onse lieve vrouwenbuunders [GVE2-163 (1702)]; lievrouwen bunder [GVEI2-176 (1777)]; lieve vrouwe buenders naast mollengeer [GVEII13 (1792)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 167 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging nabij de Mollegeer. Benoeming naar O.L. Vrouw en naar de oppervlakte; werd de beschenning van O.L. Vrouw afgesmeekt voor deze percelen? -Zie Bunder(s) LIE(VE)VROUWENEEUWSEL Laeste lievrouwe eeusel aen aa [GVEI2-75 (1778)]; lie(ve)vrouw eeusel by molenbeemt en oirbeemden [GVIIE13 (1792)]; lieve vrouwe eeuwsels [N (1838)]; A 632-634 (b, w en hh: 94.90). Ligging in de Molenbeemd op de oostelijke Aa-oever, ter hoogte van de pastorie. -Zie Eeuwsel(s) a. LAGE LIE(VE)VROUWENEEUWSEL Het middelste of leegen lievrouwe eeusel [GVEI2-80 (1778)]. Een der drie percelen, de lie(ve)vrouwen eeuwsel(s) in de Molenbeemd. Benoeming naar de lage ligging. LIJSENAKKER Een stuek landts genaamt lijssenaeker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; lijsenakker [N (1865)]; E 1028 (b: 34.40). Ligging op de Hoge Biezen. Benoeming naar de begroeiing met lissen: lissche, lesche, lisch, lesch, ook lies (lijs) = rietgras, lisgras, lisch. Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn vgl. Mechtildis Lijssen (Kl.Bev. V.). -Zie Akker LIJSENVELD Hoy op den beeekgraef leysevelt [GVEI2-26 (1778)]; lesse velt aan de sandsteeg [RAVI60-185v (1780)]; leysenvelt [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging aan de Beekgraaf en mogelijk elders. -Zie Veld 225LIJSENSVELD Leysensvelt [GVEI2-27 (1778)]; hoy in lyssensvelt [GVEI2-97 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een genitief zijn van de persoonsnaam Lijsen. -Zie Veld LIJSKESAKKER
Leyskensakker, op rykevoort, creytenborgh [RAV159-99 (1746)]; luyske acker op creytenborg [GVEI2-284 (1777)]; 1/4 in luijskens acker op creytenborg [GVEI2-293 (1778)]; een perc. teulland en geregtigh. gelegen op krijtenburg genaamt lijskensakker [N (1817)]. Onbekende ligging op Krijtenburg onder Zijtaart. Het eerste lid is een genitief van een persoonsnaam of van een mansnaam vgl. Leysken Aarts (lijst fam. Veghel GVIE2-199, 1702).
-Zie Akker LIJSKESEEUWSEL
Leyske douws, naast bussele op de heyde [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging op de Hoge of Lage Heide, of op een ander heidegebied. -Zie Eeusel LIJSKESKAMP
Leyskenscamp, heyde agter de cuylen boven eerde [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging nabij de Kuilen onder Eerde. -Zie Kamp LIJSKESKANT
Lyskenscant [RAV158-89v (1730)]. Onbekende ligging. -Zie Kant
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 168 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
LIJSKESLAND
Die arritstreep en lyskensland in loco dicto dat gretingvelt [Hs- (± 1490)]; lyskenslant [BPI413-402v (1581)]; leyskens lant [GVEI2-212 (1778)]; een perceel bouwland met groeskanten, houtwas en geregtigheden gelegen te veghel aan de leest genaamd lijskensland [N (1824)]. Onbekende ligging aan de Leest en mogelijk elders. -Zie Land LIJSKESVELD(JE)
Landt en groes leyskensvelt bij ossencamp [GVEI2-93 (1778)]; 1 perceel teelland groeze houtwasch en geregtigheden gelegen op den biezen genaamd lijskesveld [N (1815)]; lyskens veldje op de lage biezen [N (1864)]; E 790 (he:5.83.1O), 792 (w: 42.80). Ligging op de Lage Biezen en in het gebied Nieuwe kopen/Dorshout. -Zie Veld LINDENVELDEN
Van den lindenvelden in de bunders [N (1891)]; A 278,279,284,285 (w: 1.27.10). Benoeming naar de eigenaar Jan. Johannes V.d. Linden. 226 -Zie Veld LINTERMANSEHOEVE
De poederveldsche hoeve. gheleghen mitter eender sijde neven lintermanse hoeve [Mr1322-67] . Onbekende ligging, waarschijnlijk tussen Veghel en Mariaheide. het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam. -Zie Poederveldse Hoeve LIPPENKAMP
Ex lippencamp [HH133-22 (1507)]; uyt 't goet genaamt lippencamp en boscamp [HH16315 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Francisca Wilhelmina Lippen, 1902 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp LIPPER
Bij de lipper in het eerde [N (1846)]; D 204, 205 (St.Oedenrode) (b: 56.60). Ligging onder Eerde nabij de dorpskom. Benoeming naar het ambacht "lepper" (ketel-, schoen)lapper. LISBEEMD
Van de lisbeemt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar begroeiing met lissen. -Zie Beemd LOEKEN
De leocken op sontvelt [Hs- (1563)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de eigenaar/pachter vgl. fam. v. Loeken, 16e eeuw; Herman Jan Loeken, 1431 (Kl.v.P.p. 8). LOEKSBEEMD
De zandplaten aan loeksbeemd [GVIIB26 (1807)]. Onbekende ligging. Mogelijk te interpreteren als logtsebeemd (zie loxkamp als vorm van logtsekamp) (zie logt). Het eerste lid is mogelijk ook een persoonsnaam Loeks of V.d. Logt (zie logtekoop). -Zie Beemd LOEKT
-Zie Kalverloekt LOGT
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 169 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
De betekenis is niet duidelijk. Te Neerpelt vormen de lochten een uitgestrekt beemdkomplex, terwijl te Eksel de buurtschap de Locht bekend is. Deze laatste gaan terug op looktuninge (tuun), waarin mndl. loke "omheining, sekundair omheinde ruimte", en mndl. tuun, tuninge, heining, vooral vlechtwerk van teen" (Mnl.Wb. VIII, 769, 786). Of deze verklaring ook geldt voor de Bocholtse Locht is twijfelachtig. Een verband willen zoeken met West-Vlaams lochting "moestuin" (cfr. C. Tavenier-Vereecken, De etymologie van 227 lochting Med. 1952: 81-84) is ons inziens uitgesloten (M.Top.Bocholt, -164).
LOGTEKOOP Van de lochtekoop [V.-]; C 371 (he: 2.29.70). Ligging op Hogerduinen. Het eerste lid is de persoonsnaam v.d. Logt vgl. Maria v.d. Locht, 1836 (Kl.Bev. V.). -Zie Koop
LOGTENBURG Hoeve lochtenborch ad locum dictum int heIlicht [Hs- (1268)]; huis lochtenborch ad locum dictum int heIlicht [Hs- (1519-1538)]; van claes wilm tonisland op lochtenborch [GVEI5-91 (1624)]; 't rot van logtenborg (dijk naar rode) [GVIIB26 (1787)]; logtenburg [kado (1832)]; F 969-1020; lochtenburg [N (1839), V.-]; F 991-995 (b: 1.42.90; he: 12.80), 995 (b en he: 31.00). Gebied liggende onder eerde, grenzend aan de weg naar St.Oedenrode, aan de oostzijde en aan de Koeveringse bossen. -Zie Logt en Burg
LOGTENBURGSEHOEVE De palen van Veghel bij doe logtenborgse hoeve en in die startsteegde [GO-126-17 (1563)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk op Logtenburg onder Eerde. -Zie Logtenburg en Hoeve
LOGTSEKAMP Eenen acker teullants geleegen binnen de palen van vechel genaamt logsscamp [GOI26-39 (1634)]; twee heIlichte en twee campen genoemt logse camp aldaer aengelegen, geleegen binnen den dorpe van Schijndel en onder Vechel ter plaatse voomoemt aen d' eerde [GOI26-43 (1640)]; eenen acker teulants met den houtberg genoemt lookscamp [GOI2655 (1698)]; logtcamp boven eerde, in de heyde agter de cuylen [RAVI58-68 (1729)]; lox camp [GO- (1754)]; logtsche kamp [kado (1832)]; D 362-376 (St.Oedenrode) (b: 74.10; og: 34.60; w: 2.35.90). Gebied liggende onder Eerde; voor 1966 Roois grondgebied. -Zie Logt en Kamp
LOO Een stuck landts int 10 (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; 't 100 [GO- (1754)]; het 100 [N (1846, 1868, 1870)]; D 200 (b: 20.90), 202 (b: 17.70),204-205 (w: 85.20) (St.Oedenrode). Ligging onder Eerde; voor 1966 Roois grondgebied. Bos op hoge zandgrond (M.Top.v. Bocholt, -194). Land het Loo ligt bij de kerk in Eerde. Lo-loo met de betekenis van bos is heel gewoon. Naast -woud- en -hout- schijnt het woord -lo- een ouder woord te zijn. Beekman heeft gewezen op liefst vier woorden lo, die tot twee kunnen worden gereduceerd nl. lo met de betekenis bos en lo met de betekenis water. Zijn beide woorden etymologisch identiek. Weijnen heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Het uitgangspunt is dan het lt. lucus met de betekenis: moerasbos. Nu kon in sommige gevallen het eerste element verdwijnen, in andere gevallen het tweede. 228
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 170 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Wouterslo LOOAKKER
Ex agro dicto loeecker [HHI28-16 (1471)]; ex agro dicto loeecker [HHI33-8 (1507)]; de looacker binnen de parochie van St.Oedenrode aen d'eerde [GOI26-15 (1559)]; de 100 acker eerde over de straat [RAVI58-172 (1737)]. Onbekende ligging onder Eerde. Wellicht nabij of deel uitmakend van 't Loo. Benoeming naar de ligging. LOOIAKKER
Het leengoed met den loo-acker en 1/3 in den mostaertacker [GVEI2-270 (1778)]; de looiakker [N (1843, 1861, 1893), V.-]; E 428 (b: 37.20),430-431 (b: 2.10.90). Ligging in het Keselaar. De eenmaal gesignaleerde spelling loo-akker suggereert een afleiding van 100 (zie loo-akker), hoewel ter plaatse geen bos meer aanwezig is en ook de kadasterkaarten van 1832 in die omgeving geen bossen te zie geven. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Peterus V.d. Looy, 1875 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker LOOIENAKKER
Van loyenacker (dorhout onder havelt) [GVE2-170 (1702)]; 3 1. teullandt op de boekt, genaemt Loijen acker [RAVllO-205v (1792)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Akker LOOIENSTREEP
Lant int akert neffen wilm aert loyen streep [GVEI5-53 (1624)]. Onbekende ligging in het Akert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep LOOIER
Bij de looyer aan het beukelaar [N (1871)]; C 629 (b: 38.20). Het is niet duidelijk of het hier om een toponiem dan wel om een beroepsnaam gaat; in het eerste geval zal dan wel sprake zijn van benoeming naar het beroep van (leer)looier en is ter plaatse wellicht een leerlooierij aanwezig geweest. LOOISEHOEVE
Ad locum dictum in die loysche hoeve [1448]. Onbekende ligging. Het eerste lid is wellicht afgeleid van de persoonsnaam van Looy. -Zie Hoeve LOOIVONDER
Den blomenacker aan die lueyvonder [BPI189-87 (1415)]. Onbekende ligging bij de bloemenakker op de Hoge Boekt/het Zeelstje. Bruggetje over een waterloop (mogelijk ook de rivier de Aa) ter plaatse. Mogelijk kan hier sprake zijn van een onduidelijke samenhang met het beroep van (leer)looier. LOOP
Een stuck landts op den loop (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; de groes neffens de loop 229 (den heuvel) [GVE2-136 (1702)]; de loop in de mollegeer tegen den loop [N (1868)]; A 107 (w: 27.60). Mogelijk een korte vorm van "lopen" benaming voor zekere landmaat (W.N. T. -2874 "lopen" (s2)). Verspreide ligging. Loop hier in de betekenis van waterloop. a. GROTE LOOP Groote loop Oost-Dubbele [kado (1832)]; A 864, 869 (he: 39.86.80). Waterloop, liggende in het gebied Oost-Dubbele. Dit was een aanzienlijke waterloop, die dwars door het Eerds- en Oost-Dubbele liep. In het Oost-Dubbele bestaat deze nog. b. HOGE LOOP Hooge loop, havelt [GVIIE13 (1792)]; een perceel teulland gelegen alsvoor (den heuvel)
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 171 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
genaamd den hogen loop en hogendries [N (1823)]. Onbekende ligging op het Havelt. Benoeming naar de hoge ligging. Het is hier niet duidelijk of er sprake is van loop in de zin van waterloop of in die van landmaat. c. LANGE LOOP Een parceel teullant aende sandtsteegt genaemt den lange loop, groot ontrent 3 1. [RAV109-132v (1785)]. -Zie Beukelaarseloop, Biezenseloop, Heimensloop, Jekschotseloop, Kwade loop, Leinsmortelseloopje, Omloop, Scheiloop, Staartloop, Tillaarloop, Waterloop en Weversloop LOOPKE(S) De vier loopkes bij 't huys [GVE15-32 (1624)]; het loopke [N (1871, 1884, 1888)]; A 865 (w: 22.47.90); 't leupke [V.-]; A 868 (ged) (he: 15.93.00). Een aantal percelen in het Oost-Dubbele (loopke) tevens percelen van onbekende ligging (loopkes). In het eerste geval waarschijnlijk benoeming naar ligging aan waterloop evenwijdig aan de grote loop, maar minder belangrijk dan deze; misschien ook benoeming naar landmaat (zie loop); in het tweede geval lijkt benoeming naar landmaat waarschijnlijker. a. KORTE LOOPKES De corte loopkens by 't huys ende hoff voors. [GVE15-31 (1624)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de vorm; wellicht benoeming naar de landmaat (zie loop) of ook naar loop in de betekenis van waterloop. LOPEN -Zie Dingenslopen LOPENSE Lopensaat-dialektisch met afzwakking tot lopense, is een oppervlaktemaat (naar de hoeveelheid graan, nodig voor het bezaaien van een akker). Mnl. lope "landmaat" + saet "zaad" (M.Top. Valk. -189). -Zie Drielopense en Veertiglopense LUBRECHTSHOFSTAD In de helft van de kamp erf lubrechs hostat in vechel op ham [BP (1421)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Henrica 230 Theresia Liebregts, 1902 (Kl.Bev. V.). -Zie Hofstad LUK Ex loect [HH133-29 (1507)]; een stuck landts int luck (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; van een stuck lants genaamt de loect neffens donc [HHI63-16 (1714-1783)]; in het luk [V.-]; F 911-914,916,917 (w: 2.55.60). Ligging in de Kuilen onder Eerde. -Zie Geluk LUST -Zie Abrahamslust en Bouwlust LUTHERENCALVIJN Luther en calvijn, boerderij (gebouwd in 1856) [V.-]; F 1148 (ged.) (w: 15.80). Twee gevelstenen voorstellende een leeuwekop zouden betrekking hebben op Luther en Calvijn. LUTTELSTUK Luttelstuc ex heze penes gretic wijck [HH133-50 (1507)]; het luttelstuk, tussen 2 bruggen [RAV31-75v (1594)]. Luttel bnw., mnl. luttel "weinig" (Etymologisch woordenboek, J. de Vries, -418).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 172 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Stuk MAAGDESTRAATJE Het maagdestraatje, tot voor kort Korte Marktstraat, van Hoofdstraat naar Kalverstraat [V.-]. Benaming voor het korte verbindingsstraatje van de Hoofdstraat naar de Markt, tot voor kort Korte Marktstraat geheten. MAASAKKER Maasakker, ham [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Adrianus Maas, 1888 (Kl.Bev. V.); of ook afgeleid van de persoonsnaam Maasakker vgl. Wilhelmina Maasakker, 1811 (Kl.Bev. V.). Benoeming naar de ligging nabij het elf maastricht op het Ham lijkt mogelijk. -Zie Akker MAASDIJK Maasdijk [GAV- (1822)]. Onbekende ligging; mogelijk op het Ham (zie maaskamp, maastricht, maasakker); benoeming naar de rivier de Maas moet wel uitgesloten worden geacht. Mogelijk is het eerste lid een persoonsnaam (zie maasakker). Benoeming naar de ligging nabij het elf maastricht op het Ham is misschien mogelijk. -Zie Dijk MAASKAMP De maaskamp bij maastrecht [GAV- (1823)]. 231 Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging nabij het elf maastricht ter plaatse. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn (zie maasakker). -Zie Kamp MAASKESVELD Maaskesveld in het beukelaarsbroek [N (1887)]; C 379, 392, 393 (he: 5.39.70). Het eerste lid zal een diminutief zijn van de persoonsnaam Maas (zie maasakker). -Zie Veld MAASSENBUNDERVELD Van leysken maassen buunder velt bij vroukensvelt (havelt) [GVE2-153 (1702)]. Onbekende ligging op het Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bundersveld MAASTRICHT Erke op ham staende op de nieuw gemeente genaemt mastrigt [GVEI2-169v (1777)]; een huijsinge hoff land groes en nieuw aangekogte erve ± 5 1. gelegen op 't Ham, genaemt Maastricht, rontsomme in de gemeente [RAV112-61 (1796)]; de maaskamp bij maastrecht [GAV- (1823)]; maastricht [N (1843, 1891)]. Wellicht benoeming naar de stad Maastricht; er is misschien ook een verband met de persoonsnaam Maas, gezien de verscheidene nabij het elf maastricht voorkomende maastoponiemen. Waternaam "maas", mase, mose 'slijk, modder' (M. Schönfeld, -72, 73). MAAT(JE) Algemeen verspreid voor hooiweide in de Kempen zijn made, maat en maai. Afleiding van de stam van het werkwoord maaien met de oorspronkelijke betekenis van land waarvan het gras gemaaid wordt = hooiweide in tegenstelling met veeweide (M.Top.Bocholt, 172). -Zie Voedermaat(je) en Vogelmaatje MAGGERMANSVELDJE(S) Maggermansveltje, ham [GVIIEI3 (1792)]; een perceel teulland gelegen op't ham,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 173 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
genaamd maggermansveldjes, groot ontI. 2 1. [RAV112-359 (1803)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Veld MANDERSVELD Mandersveld [V.-]; B 766-768, 785 (w: 89.80; hh: 1.13.50). Ligging in Huigenbosch onder Mariaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam; anno 1840 was een der percelen eigendom van Francis Manders. -Zie Veld MANEGE De manegie in de putten [N (1872)]; A 867 (ged.) (w: 22.59.30). Dit moet een dialektische variant zijn van manege; ter plaatse zal eens een manege aanwezig geweest zijn. 232 MANGENKAMPKE
Ex heze dicta manghen kempken [HHI28-3 (1421-1471)]. Onbekende ligging. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn. Mange een soort van catapult of blijde, een krijgswerking waarmede men zware steenen of looden kogels wierp tegen de muren eener belegerde stad (Verwijs en Verdam, -1102). Misschien ook verkeerde lezing of verschrijving voor muggenkampke (zie muggenkampke). MARGRIETENSTREEP
Margrieten streep (heselaar) [GVE2-66 (1702)]; margrieta streep en hopveltje in de donkerstraet (creytenborgh) [GVEI2-315 (1777)]. Onbekende ligging op Krijtenburg onder Zijtaart en aan het hezelaar. Het eerste lid is wellicht een genitief van de vrouwsnaam Margriet. Mogelijk ook benoeming naar begroeiing met margrieten. -Zie Streep MARIAHEIDE
Dit is een vrij recente naam voor een der drie Veghelse kerkdorpen, gelegen tussen Veghel en Uden. Benoeming naar de H. Maria, de patroon heilige van de parochie die in 1907 ter plaatse gesticht werd. De oorspronkelijke naam was de Hei(de) onderverdeeld in Hoge en Lage Heide; in de spreektaal wordt de Hei nag algemeen gebezigd. MARIENBURG
Mariënburg (dr. V.d. Berg) in de straat [N (1883)]; G 138, 139 (hu:24.80). De oude benaming voor een patriciërshuis aan de Hoofdstraat, dat nog bestaat; het ligt aan de westzijde van 't Steegje, de smalle doorgang Hoofdstraat-Blauwe Kei. Het eerste lid is een oud genitief van Maria (wellicht de H. Maria); van een hoogte is hier echter geen sprake zodat het tweede lid meer algemeen als huisnaam opgevat zal dienen te worden. -Zie Burg MARINUSSEKOOP
Marinussekoop op Hogerduinen [N (1887)]; C 378, 379 + weg (he: 8.48.80). Het eerste lid is een genitief van de in Veghel algemeen voorkomende persoonsnaam Marinus of van de mansnaam Marinus. -Zie Koop MARKT
Centraal plein te Veghel, oorspronkelijk driehoekig van vorm en aanzienlijk kleiner dan tegenwoordig. MARKTSTRAAT
De marktstraat [N (1894), V.-]; G 35 (hu: 00.80). Deze benaming werd voor 1951 gebruikt voor de huidige Kalverstraat. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 174 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
a. KORTE MARKTSTRAAT Zijstraatje van de Kalverstraat (Marktstraat) uitlopend op de Hoofdstraat. Het (nog bestaande) straatje is niet meer dan enkele tientallen meters lang. 233 -Zie Maagdenstraatje De Korte Marktstraat
MARTELIJNEVELD Marte lynenvelt op 't ven [RA V160 (1764)]; lant het oude erfke op ham en marte leyneveltje [GVEI2-159 (1778)]; martelijneveld [N (1883)]; B 702 (w: 92.00). Is het eerste lid een diminutief van de mansnaam Martijn ? -Zie Veld
MARTENSKAMP Hendrik martens cam[p [Hs- (1664)]; 1 1. akkerland en heyland genaamt den martenscamp te vechel aan het eerde op het scheyden [Dom. 171-11v (1731-1756)]. Onbekende ligging onder Eerde en mogelijk elders. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp
MARTENSLAND Zijnen ecker int russelt neffen henrick martens lant [GVEI5-112 (1624)]; martens lant in de haag [GVE2-120 (1702)]. Onbekende ligging in de Haag en in het Rutsel. Het eerste lid is een persoonsnaam.
MARTENSSTREEP Van willem martens streep int russelt [GVEI5-114 (1624)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep
MARTENSVELD In martens velt (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging in onder Eerde. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn (zie martenskamp). -Zie Veld 234 MATS De mats, keseler [Hs- (1533)].
Dit is zeer waarschijnlijk een verkeerde lezing van muts. -Zie Muts MATTEEUWSEBRAAK Lant mateeuse braak [GVEI2-142 (1777)].
Onbekende ligging. Het eerste lid is een genitief van een persoonsnaam. vgl. Irena Maria Mattheeuws, 1898 (Kl.Bev. V:) of van een mansnaam Mattheus, Matthieu. -Zie Braak MEEKAMPKE Aert van meecampke, dorshout [RAVI60-122v (1775)].
Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp MEER
Meer = waterplas (M.Top. Valk. -194). MEERBEEMDJE Het meerbeemtje van aert leyten [GVE2-325 (1702)]; het meerbeemtje [GVEI2-178 (1777)].
Onbekende ligging. Het eerste lid zou ook een persoonsnaam kunnen zijn vgl. Marinus Cornelis Meer, 1876 (Kl.Bev. V.). -Zie Meer en Beemd MEERLAAR Ex meerlaer [HHI27-4 (1406-1471)].
Onbekende ligging. Een open plek bij een waterplas? Afgeleid van een persoonsnaam,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 175 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
vgl. Henrick Meuss van Meerlaer, 1447 (Kl.Bev. V:). -Zie Meer en Laar MEEUWENKAMP
Mogelijk gaat het hier om een verschrijving voor nieuwe kamp (zie nieuwe kamp). Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn, vgl. Lambert Meeuwen, 1768 (Kl.Bev. V.).
a. ACHTERSTE MEEUWENKAMP De agterste meuwencamp [RAV159-223v (1759)].
Onbekende ligging. -Zie Meeuwenkamp MEEUWISSENAKKER Een parceel land en groes houtwasch en geregtigh. gelegen te Veghel op den Heuvel, genaemt land de Braak off Meeusen acker en Winkelhaak, groot ontr. 4 à 5 1., een seijde de steegde [RAV112-175 (1798)].
Onbekende ligging op de Heuvel. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker 235 MEEUWISSENBOS In daas meeuwissenbos (zontvelt) [GVE2-275 (1702)].
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bos MEGELLAAK Goederen van hauvelt en meghelake van petrus van erpe [1312]; meghelake met een visvijver op het havelt of op de boekt [Me.].
Onbekende ligging op het Havelt of op de Boekt. Hoogbergen associeert het eerste lid met het woord "meghe" = modder, leem (coagerleem) dat Kiliaan noemt (Etymologicum Teutonicae Linguae Kiliani ed tertia) (Hs- 143). Het W.NT. trekt het bestaan van dit woord "meghe" in de zin van coagerleem in het hoog duits in twijfel (W.NT. -451 "Meger"). Niettemin zou Hoogbergens verklaring van "megelaak" als modderige waterplas, uitgaande van "meghe" in de betekenis van modder, niet onwaarschijnlijk lijken. Een afleiding van een persoonsnaam is ook denkbaar vgl. Marselis van Megen, 1447, (lijstfam. Veghel). -Zie Laak MEISEKAMP(EN) Myssencamp dorhout [RAVI59-142v (1750)]; 1/8 part in meyse camp [GVEI2-186v (1777)]; in de mijsekampen [N (1822)]; een perceel hooiland genaamd meische kamp [N (1843)]; A 818-820 (ho: 1.5.20); de meise kamp [N (1871, 1885, 1890, 1893)]; A 810811 (ho: 41.30), 816 (ho: 37.20), 817 (w: 37.90), 818-821, 864 (ged) (ho: 1.21.00); 1 perceel hooiland gen'd de meischen kamp [N (1868)]; A 812 (ho: 78.10).
Ligging in de Knokert en het Oost-Dubbele. Het eerste lid is wellicht afgeleid van "mei" in de betekenis van meimaand of in de betekenis van "berk" (W.NT. -454, mei (3)). Of het verbergt de in Veghel nog voorkomende persoonsnaam Meys vgl. Petronella, Johanna, Maria Meys, 1900 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp a. GROTE MEISEKAMP De grote meisekamp [N (1895), V.-]; A 808-833 (ho: 8.03.10; hh: 1.32.20), 818-820, 821, 864 (ged) (og: 50.60; we: 1.21.00), 820 (ho: 39.40).
Ligging in de Knokert en het Oost-Dubbele, grotendeels overeenkomend met meisekamp. Benoeming naar de grootte i.t.t. de kleine meisekamp. b. KLEINE MEISEKAMP De kleine meisekamp [N (1895), V.-]; A 864 (ged) (he: 22.96.80), 865 (ged) (w: 22.47.90).
Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de grootte i.t.t. grote meisekamp.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 176 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
MELISAKKER Jan melisecker [GVEI5-42 (1624)].
Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker MELISLAND 't Streepken neffen wouter melis lant in d'akert [GVEI5-23 (1624)]. 236
Onbekende ligging in het Akert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Land MELISSENBEEMD Melissenbeemt in appelenweert agter havelt [RAV105-184v (1764)]; hoy genaamt melisse beemt [GVE12-112v (1778)]; een hooibeemd gelegen op het ham genaamt meelissenbeemd [N (1816)]. Onbekende ligging in het gebied Havelt/Ham. Het eerste lid zal een genitief zijn van de persoonsnaam Melis (zie melisakker) of van de mansnaam Melis. -Zie Beemd MELISSENVELD 3/4 Cuylen hoppe in melissenvelt [Mrv98-140 (1725)]. Onbekende ligging. -Zie Veld MELTERSAKKER Meltersacker op de boekt [GVE12-75 (1778)]. Onbekende ligging op de Boekt. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Akker MELTERSKAMP In Goossen melterscamp (den heuvel) [GVE2-134 (1702)]. Onbekende ligging op de Heuvel. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp MELTERSVELD Meltersveld [N (1838)]; D 211 (b: 27.10). Ligging op de Ronde Bult. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Veld MELVEN Recente herbenaming deel heuvel, het melven [B- (1967)]. Recente benaming voor een zandweg die vanaf de Heuvel, noordelijk van de weg naar Erp naar het Melvert en de grens met Erp loopt (zie melvert). Dit toponiem is verder in geen enkele bron aangetroffen en berust waarschijnlijk op een onjuiste registratie van het Melvert, waarheen de zandweg leidt. In die omgeving hebben wel enkele vennen gelegen, ter hoogte van het waterpompstation, die echter in geen enkele bron als Melven aangeduid werden. MELVERT Melfoort, havelt in de stad [GVIIE13 (1792)]; een parceel groesland nieuwerff in Veghel aan 't mermellangs de liemieten van Erp groot 4 1., d'een seijde van 't geheele perceel de scheijding van Erp, een eijnd de steegde [RAV112-184v (1798)]; aan het melvelt [N (1823)]; het melvert [N (1835, 1845, 1852, 1868, 1870, 1871, 1874, 1875, 1876, 1877, 1892)]; C 354, 355 (he: 20.60; de: 46.20), 357, 358 (de: 88.50),396 (he: 17.23.00),399 (he: 19.72.30),400-401 (de: 5.62.90), 410-412 (we en de: 60.80), 414-416 (he: 13.20; w: 36.20), 421-422 (w: 43.60), 423 (he: 21.94.60). 237 Gebied liggende in het Beukelaarsbroek langs de grens met Erp, van Blankenburg tot aan de Goordonksedijk. De oorspronkelijke vorm was waarschijnlijk Melt-foort, Mels-foort,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 177 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
welke in Veghel als familienaam nog voortleeft. Melt is dan wellicht te herleiden tot de plantnaam melde, of tot de mnl. plantnaam melle, waarbij niet duidelijk is om welke plant het gaat (Verwijs en Verdam, -1364). Melde - of Mel(le) (tuinmelde) onkruid, gekweekte melde die als groente en als geneeskrachtig kruid werd gebruikt (M. Schönfeld, -67). Mogelijk ook benoeming naar een waterloop van die naam. a. ACHTERSTE NIEUW MELVERT Het achterst nieuw melvert in het beukelaarsbroek [N (1883)]; B 44 (wen he: 72.60). Ligging in het Beukelaarsbroek. Benoeming naar de ligging en naar het (recente) tijdstip van ontginning. b. VOORSTE NIEUW MELVERT Het voorste nieuwe melvert in het beukelaarsbroek [N (1883)]; B 44 (w: 71.40). Ligging in het Beukelaarsbroek. Benoeming naar de ligging en naar het (recente) tijdstip van ontginning. MENSAKKER 6 1. Landt de braek off mensacker en winkelhaak [GVE12-67 (1778)]; de braak of meensacker en winkelhaak [GVE12-121 (1778)]. Onbekende ligging. het eerste lid zal een persoonsnaam zijn (zie mensebos). -Zie Akker MENSEBOS Hoy en groes claes meensebos op zontvelt [GVE12-242 (1778)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bos MERGELVEN a. GROOT MERGELVEN Groot mergel ven [kado (1832)]; C 397 (wa: 2.02.00). b. KLEIN MERGELVEN Klein mergel ven [kado (1832); C 398 (wa: 74.90). Vennen nabij grens met Erp, bij Blankenburg. Benoeming naar oppervlakte. Mergel eene meststof; men schijnt mergel ook in de bet. veenaarde opgevat te hebben (Verwijs en Verdam, -1447). MERGENGAVE Land die merghengave bij die boghartsstraet [BP1202-289 (1432)]. Wellicht is hier sprake van een variant van morgengraaf (zie morgengraaf) . MERKSEBOS Merkse bos [V.-]; A 780-785 (ho: 2.95.50; og: 09.50; w: 26.80). Ligging in de Knokert. Het eerste lid is een persoonsnaam; de percelen waren eigendom 238 van een zekere Merks. -Zie Bos MESTBRUG
Mestbrug [WKV (1816)]; de mestbrug [kado (1832); N (1879)]; D 415, 416 (ho: 1.17.70). Dit is vanouds de benaming voor het smalle bruggetje over de Aa, nabij het tegenwoordige Biesboschpark. Men zal deze brug zo genoemd hebben, omdat vanaf de Leest, waar veel boerderijen stonden mest vervoerd werd naar de bouwlanden aan de overzijde van de Aa, zoals het Rutsel, het Akert, de Ronde Bult etc. MEUSSENLAND
Aert meussen lant [GVE15-30 (1624)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 178 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. MEUSSENSTREEP
De vier stucken neffen marten meussen streep. een stuck tusschen de twee middelcanten, twee c1eyn stucxkens tussen de twee middelcanten, een stucxken neffen de steeghde ende een stuck neffen arien hanrick tonislant in d'akert [GVE15-23 (1624)]. Onbekende ligging. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep MICHIELSAKKER
Huis, schop, bakhuis hof en aangelegen teullanden groese houtwas voorpoting en geregtigheden gelegen te Veghel op het zijtart in 4 tegens elkander leggende percelen gronds genaamd den akker, michiels akker, binneveld en jennekesakker [N (1816)]. Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam, vgl. Joanna Maria Michiels, 1855 (Kl.Bev. V.), of een genitief van een mansnaam Michiel. -Zie Akker MIDDEGAAL
Uuyter hoeven middegael ende scoerfde hoeve [GVIE2 (1387)]; ex middegael dicta [HH128-4 (1471)]; hoeve met toebehoren genaamd de hoeve van middegael [GZG-1993 (1556)]; eene schoone huysinge ofte casteeltje met de neerhuysinge, schure, hoff boomgaard, ackerland, hoy ende weylanden, malkanderen in eenen plack aangelegen, gelegen tot vechel ter plaetse genaemt middegaal [Mrv91-14 (1698)]; het eerste rodth het middegael bestaende in 27 huysen, beginnende aen de kilsdoncxe sluys [GVIIB28 (± 1700)]; middegaal [kado (1832)]; A 641-686; op het middegaal [N (1843)]; A 369-370 (b: 49.90); een perceel hooiland genaamd de middegaal in de Aa-broeken te Veghel [N (1857)]; A 703-704 (ho: 1.90.60). Gebied begrensd door de Aa-broeken en de Molenbeemd, liggend tussen de Aa en de dorpenweg naar 's-Hertogenbosch. Het St. Jozef-ziekenhuis ligt in het centrum ervan. De naam is nog goed bekend in Veghel en is officieel in gebruik voor het gedeelte van de dorpenweg vanaf de spoorlijn tot de grens met Dinther aan de Beekgraaf In de 14e en 15e eeuw genoot te Veghel een geslacht Middegaal groot aanzien. Wellicht te interpreteren als midden-gaal vgl. middenbroek, een tussen twee andere broeken gelegen laagland (Verwijs en Verdam, -1534 middelbroec-gaal). Het W.N.T. vermeldt: onvruchtbare plaats in akker en weiland, natte en modderige plaats. Eng. galls en gauls en hoog duits 239 Wassergalle. Mansion zegt: galle = onvruchtbare plek in een akker. Hij verwijst naar het Bremer dialekt dat Gähl kent als "niedriger Grund, durch ein Wasserlaub geht". Veel voorkomende vormen met Umlaut zijn: gel, gehl, gole, göhle en gal, steeds met de betekenis van laag gelegen en vochtige plaats. "gaal" en "gul" hebben vermoedelijk "keel" als bijvorm. Geldrop == het dorp aan de geIle (Hs-146). Inderdaad is het Middegaal een laaggelegen gebied. Links op de foto de weg Middegaal, op de achtergrond het Middegaals Veld (1968) a. HOOG MIDDEGAAL Seeker hooge huijsinge met neerhuijsinge etc. op middegael, van outs gen't Hoog middegael, 16 à 17 1. [RAVllO-244v (1793)]. b. LAAG MIDDEGAAL Hoeve laegh middegael [Mrv91-113 (1719)]. Hoeve van onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar de lage ligging. MIDDEGAALS (E)AKKER Van jonker middegaels acker int dorshout [GVE12-188 (1777)]; 1 perceel teulland met kanten, genaamd den medegaalschen akker te veghel [N (1848)]. Onbekende ligging in het Dorshout en in het grensgebied met Dinther. In het eerste geval
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 179 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
240
gaat het om benoeming naar de bezitter Jonker Middegaal in het tweede geval is wellicht eerder sprake van benoeming naar de ligging op of nabij het Middegaal. -Zie Akker MIDDEGAALSBEEMD
Jonker middegaalsbeemt, dorhout [RAVI59-111 (1748)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Benoeming naar de bezitter. -Zie Beemd MIDDEGAALSBROEK(JE)
Een groesvelt aent middegaelsbroekje de hoef [GVEI2-14 (1778)]; middegaalsbroek [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging, wellicht is het middegaalsbrugje bedoeld (zie middegaalsbrugje); benoeming naar de ligging; vermoedelijk gaat het om een verschrijving voor middegaalsbrugje. -Zie Broek MIDDEGAALSBRUGJE
Eeuselvelt aent middegaelsbrugje de hoef [GVEI2-22 (1778)]. Mogelijk het bruggetje over de Beekgraaf aan de grens met Dinther vroeger Hansvoortsbrugje, tegenwoordig Beugts brugske genoemd. Benoeming naar de ligging; het gebied middegaalsveld strekt zich tot daartoe uit. MIDDEGAALSGOED
Neffens middegaelsgoet [HHI63-34 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging of naar de eigenaar ([am. Middegaal). -Zie Goed MIDDEGAALSEHOEVE
Bij die middegaelsche hoeve in de hanfoertsche tiende [Mrv25 (1551)]; het hoy in de middegaalse hoef (de leest) [GVE2-212 (1702)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging of naar de eigenaar ([am. Middegaal). -Zie Hoeve MIDDEGAALSEPAD(JE)
Middegaals padje [V.-]; de middegaalse pad vanaf de kerk langs het ziekenhuis, ook de pad genoemd [hs-]. Paadje van de Gasthuisstraat (Middegaal) naar de kerk. Het volgde ongeveer het tracé van de huidige Burgemeester de Kuyperlaan/Meester van Coothstraat. Benoeming naar de ligging. MIDDEGAALSETIENDEN
Middegaalse tienden [Mrv205,205v,206-57 (1702)]. Onbekende ligging, wellicht globaal overeenkomend met het Middegaal. Benoeming naar de ligging. -Zie Tienden MIDDEGAALSVELD
241 Landt int middegaelsveld [GVEI2-40 (1778)]; het middegaalsveld [kado (1832)]; A 309-404; het middegaalsveld [N (1869, 1870, 1884, 1891)]; A 290-292 (w: 60.80), 348 (b: 78.70), 361, 367 (b: 74.50),409-412 (w: 69.10). Gebied oostelijk van de dorpenweg naar Den Bosch vanaf de spoorlijn tot de grens met Dinther aan de Beekgraaf Benoeming naar de ligging. -Zie Veld MIDDELAKKER
De hoff met het landt daeraen gelegen den voorsten aeker, den hofaeker, den middelaeker
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 180 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
metten hoppenaeker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker MIDDELGRASVELD
Het middel grasveld [N (1856)]; B 190 (b: 65.80). Ligging in het voormalig heidegebied het Wuiten. Benoeming naar de ligging; een centraal gelegen perceel in een vroege ontginning in het Wuiten; tevens benoeming naar de teelt. -Zie Veld MIDDELKANTEN
Van joneker jan van lanevelts hoeff op hamme en binnevelt, de stucken teynen den dries, de stucken achter 't bijlstuek, de twee stucken tussen de middelcanten, de lang stucken ende de twee stucken de bimdt genaamt tsamen [GVEI5-23 (1624)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging. MIDDELRODESVELD
Middelrodensveld [N (1842)]; A 376 (b: 49.50). Ligging in het middegaalsveld. Het eerste lid kan een genitief zijn van een persoonsnaam. Mogelijk was er ook een verband met het op 10 km. afstand gelegen dorp Middelrode. -Zie Veld MIDDELSTESTUKKEN
De middelste stukken [GVEI2-34 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Stuk MIDDELSTEVELD
Het middenste veld [N (1876, 1895)]; C 423 (ged.) (he: 21.94.60). Ligging in Blankenburg. Benoeming naar de ligging. -Zie Veld
MIDDELSTEVRO~NEE~SEL Het middelste vrouwe eeusel [GVEI2-86 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Vrouweneeuwsel MIDDELSTREEP
242 Middelstreep [GO- (1754)]. Onbekende ligging onder Eerde of in de omgeving van de Grootdonk. Benoeming naar de ligging. -Zie Streep MIJNTJESVELD Myntjesveld in het reibroek [N (1892); E 695 (ged.) (he: 19.15.70). Ligging in het Reibroek. Het eerste lid zal een genitief zijn van een vrouwsnaam Mijntje, diminutief voor Wilhelmina. -Zie Veld MIKKERS De mikkers [N (1842, 1864), V.-]; F 883, 884 (b: 61.30; bh: 03.25). Ligging in de Kuilen. benoeming naar persoonsnaam vgl. Martinus Mikkers, 1881 (Kl.Bev. V.). MIKKERSLAND Mikkersland [00- (1754)]. Onbekende ligging in de Kuilen. Benoeming naar persoonsnaam. -Zie Mikkers en Land MIKKERSVELDJE Mikkersveldje [V.-]; B 172 (verk.) (he: 8.44.10).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 181 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in het voormalig heide gebied het Wuiten. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Mikkers en Veld MODDERSTRAAT De weg tegenover zijn erf in de modderstraat [GVIIB26 (1783-1810)]; de modderstraat [N (1842, 1843)]; D 1171-1173 (hu: 04.42; b: 75.70; w: 20.60). Ligging in de kom van Veghel, het is de oude naam voor de tegenwoordige Zeven Eikenlaan; tevens een zandweggetje op het Havelt. Beide wegen zullen modderig geweest zijn. MOEDERSGAT Moedersgat vijver bij zwijssencollege [V.-]. 243
Moedersgat vijver bij zwijssencollege [V.-]. Vijver in het centrum van Veghel. Een vijver gegraven in verband met de bouw van het St. lozefgasthuis (nu streekziekenhuis), benoeming naar de "moeders", zusters Franciscanessen van het "moederhuis" te Veghel die vroeger de leiding hadden van het ziekenhuis. -Zie Gat MOER Hier heet een land de moore (van Erp op de lijn tot Uden, op het Ham) [Ms-]. Onbekende ligging. Moer = veengrond, klot (M.Top. Valk. -196). MOERAS Moeras [V.-]; B 764 (w: 13.50). Perceeltje in Huigenbosch onder Mariaheide, liggend aan de zuidzijde van de spoorlijn; een klein, met wilgen begroeid moerasbosje. Benoeming naar de moerassige bodemgesteldheid. MOERGRAAF Een beemd, dorhout, over het water en strekkende van die Aa tot die moergrave [BPI201-6v (1430)]. Onbekende ligging in het Dorshout of in de Aa-broeken, mogelijk identiek met Beekgraaf of Grote Loop. Waterloop door moerassig gebied? -Zie Graaf MOERVELD Moirvelt (van Erp op de lijn tot Uden, op het Ham) [Ms-]. Onbekende ligging in de omgeving van het Ham. Een laag gelegen veld (waar moer, veen werd gewonnen?). -Zie Moer en Veld MOERVEN Gedeelte int moerven [GVEI2-55 (1778)]. Onbekende ligging. Ven waar tuif gestoken werd? -Zie Ven MOESKOPSLAND Moeskopsland [N (1875)]; F 136-137 (b: 51.60). Ligging onder Eerde. Benoeming naar persoonsnaam vgl. Wilhelmina Moeskops, 1881 (Kl.Bev. V.). -Zie Land MOETEPLAK Nel moete plak [V.-]; F 1164-1165 (b: 38.80; w: 20.50). Ligging aan de Hoge Biezen onder Eerde. Moet-moei. De moeders - of vaderszusters droegen den .... titel van moei, moet of mot (W.N.T. -982). Nel moete plak = plak van tante Nel. -Zie Plak MOETEVELDJE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 182 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
244 Een perceel groesland gelegen op de watersteegd in de twee steegdjes genaamt jen moete veldje [N (1814). Onbekende ligging op de Watersteeg. Veldje van tante Jen. -Zie Veldje MOLEKE
Huis in de straat, van ouds genaamt het meuleken [RAV98-212 (1727)]. MOLEN
Windmolen op de meulentienden [Hs- (1300)]; asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1539)]; in de eerdse buenders by watermolen [Hs- (1561)]; after die rosmoelen aldaar [Mrv28-13 (1566)]; den moelenacker by den wijntmoelen [Mrv29-1 (1572-1574)]; naast vierkante beemt, corstencamp by watermolen [Hs- (1607)]; asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1664)]; asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [RAV155168v (1736)]; coomwintmolen [Mrv91-229 (1740)]; een paardenolymolen met huys enz. aan het hoogeinde over de brugge [Mrv92-96 (1771)]; asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [GVIIE13 (1792)]; eene huizinge en verdere getimmerte erf bouwland en geregtigheden staande en gelegen te veghel aan den molen ter plaatse genaamd bolken [N (1843)]; G 258-260 (hu: 02.52; b: 25.80); een wind-koren- en boekweitmolen, erf etc. [N (1845)]; G 277 (molen: 11.40); standaard, wind, koom en boekweitmolen op de hooge boekt [N (1856)]; D 99 (b: 39.40); steenen wind-koom-boekweit en pelmolen [N (1857, 1873, 1890)]; D 605-606 (og: 18.69); landb. huizing etc. waarin een rosolijmolen [N (1859)]; A 1237-1242 (w: 87.20; oliem: 01.30; hu: 03.80; tu: 05.50; b: 87.00)); een rosolijmolen [N (1862)]; G 189, 190, 191a (hu: 03.69; tu: 01.17); een standaard, wind, koren en boekweitmolen met erf, bouw- en weiland etc. in het rybroek [N (1873)]; E 720 (ged.) (he: 13.64.00); rosolymolen etc. aan de hoogeinde [N (1881)]; A 1231, 12331235, 1237-1242 (hu, tu, oliem: 81.80). -Zie Kilsdonksemolen en Koeveringsemolen MOLENAKKER
Den molenacker by die aa [BP1180-581 (1390-1395)]; den molenacker tegenover dat huis aan die aa [BP1186-122 (1409)]; opten moleneckere [Mrv28-13 (1566)]; een stuck landts den molenacker (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; molenacker op agterdijk achter de straat [RAV158-77v (1729)]; de molenakker [N (1857)]; G 270 (b: 73.10). Ligging in de dorpskom, straat nabij de bolken, tevens onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker MOLENAARSKAMP
Een perceel groes en teulland houtwasch en geregtigheden geleegen binnen de gemeente van veghel aan den doornhoek genaamd molenaarskamp [N (1821)]. Onbekende ligging aan de Doomhoek. Het eerste lid kan de genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Petrus Molenaars, 1874 (Kl.Bev. V.). Mogelijk was dit perceel eigendom van een molenaar. -Zie Kamp MOLENBEEMDEN
Die molenbeemt by die groet molenwyel en by die c1eynen wyel [Hs- (± 1385)]; 245 molenbeemd = meulenbeemd in molentiende [Hs- (1533)]; lie(ve)vrouw eusel by molenbeemd en oirbeemden [GVIIEI3 (1792)]; de molenbeemden [kado (1832), V.-]; A 611-640; de meulenbeemd [N (1841)]; A 788 (ho: 2.00.20). Gebied in de dorpskom globaal begrensd door het Middegaal-Stationsstraat-Deken van Miertstraat-De Aa. Een binnen het gebied gelegen scholengemeenschap draagt tegenwoordig
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 183 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
de naam "De Molenbeemden ". Benoeming naar de ligging bij een molen ongeveer ter plaatse van het huidige café de Molen. -Zie Beemd MOLENBERG Landt aen de molenberg [GVEI2-83 (1778)]; 1 perceel teulland genaamd den molenberg aan den molen, belend voorden boschweg achter de eigenaars van den windmolen de eene zijde [N (1828)]. Ligging bij de voornoemde molen. Benoeming naar de ligging; de hoogte waarop de molen stond. -Zie Berg MOLENDRIES Den molendries [GVIIB26 (1798)]; den korenwindmolen van Veghel met de daarbij gelegen huizinge, stalling en schuur onder een dak, bakhuis en verdere bergplaats, zijnde den molen gecotteerd nr. 32 en de huizinge ook nr. 32 met de darbij gelegen hof, den zgn. molendries [N (1825)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Dries MOLENEIND Moleneind [N (1838), V.-]; A 620, 621 (b: 80.50). Dit was vroeger de benaming voor het gedeelte van de huidige Stationsstraat nabij de molen, tevens geldend voor enige daaraan gelegen percelen. Benoeming naar de ligging. MOLENHEK In 't molenhekke [GO- (1754)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie hek(ken) MOLENHOF(KE) Vuijt de hellichte onbedeijlt van ontrent thien loopensaets erffens genoempt het moolenhooffken gelegen [RGI69-6v (1646)]; in de molen hoff [GO- (1754)]; erffenis genoemt het molenhofke, eerde, erffenis genoemt het molenhoefke [Dom.- (1756)]. Onbekende ligging in de Kuilen onder eerde. Benoeming naar de ligging. -Zie Hof MOLENHUIS Dat molenhuus by kerkhof [Hs- (1380-1385)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. MOLENKAMP Een driesch by akker moelencamp [Hs- (± 1385)]; den molencamp in vechel, dorhout 246 [BP1208-92 (1438)]. Onbekende ligging in het Dorshout en mogelijk elders. benoeming naar de ligging. -Zie Kamp MOLENSTEEG Molensteeg [V.-] . Ligging in het voormalig heidegebied het reibroek onder Zijtaart (ter plaatse E 695). Benoeming naar de ligging. MOLENSTRAAT Een huis aen de moelenstraet [Mrv25-13 (1548)]; gelegen te veghel in de molestraet [N (1823)]; molenstraat tot 1914, daarna stationsstraat, 1936 weer gedeeltelijk molenstraat [V.-]; tegenwoordige molenwieken en molenstraat [Mh- (1954)]. Straat in het dorpscentrum. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 184 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
MOLENTIENDE(N) Molenbeemd = meulenbeemd in molentiende [Hs- (1533)]; meulentiende = broekhovense tiende [Mg25a-67 (1693)]; molenbeemd = meulenbeemd in molentiende [RAV160-26v (1762)]; de molentienden [ Mh- (1954)]. Onbekende ligging waaronder de molenbeemd. Benoeming naar de ligging. -Zie Tienden MOLENVELD Molenveld [V.-]; D 150-151 (St.Oedenrode) (b: 70.80). Liggende op de Hoge Akker onder Eerde. Benoeming naar de ligging nabij een molen, waarvan een gedeelte nog bestaat. -Zie Veld MOLENWEG (Eerde) molenweg [Hb-]. Zandweg onder Eerde aan de grens met St.Oedenrode. Benoeming naar de ligging; de weg komt uit op de plaats waar voorheen de Koeveringse molen stond. -Zie Windmolenweg MOLENWIEL Waterplas bij een (water)molen. a. GROTE MOLENWIEL Die molenbeemt bij die groet moelenwyel, en by die c1eynen wiel [Hs- (+ 1385)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de oppervlakte en de ligging. MOLLEGEER De mollengeer over de beekgraaf [RAV159-139 (1746)]; een groesvelt in twee gegraven, daaronder 18 r. nieuwe gemeente met sijne houtwasch en geregtigh. gelegen teijnde de watersteeg, genaamt mollegeer, groot ontr. 4 1. [RAVU2-101 v (1797)]; de molegeer, de mollegeer [kado (1832)]; A 166-178 (w: 4.09.10); de mollegeer [N (1841, 1856, 1886)]; A 87-88 (w: 67.10), 166 (w: 36.10), 170-172 (w: 84.60). Gebied liggend aan de westzijde van de weg naar Oss, ter hoogte van het Ven. Het eerste 247 lid is mogelijk een persoonsnaam vgl. Anna Maria Mollen, 1860 (Kl.Bev. V.), of de genitief van een persoonsnaam vgl. Henricus Johannes de Mol, 1818 (Kl.Bev. V.). Ter plaatse had men misschien veel hinder van mollen; het is vanouds een weilandgebied. De eenmaal voorkomende spellfng molegeer vormt een zwakke indikatie, dat het toponiem verwijst naar een molen; van een molen in die omgeving is echter niets bekend. Het is een spits toelopend gebied dat ingeklemd ligt tussen de Geerbunders en de Heivelden. -Zie Geer MOLLENBROEKJE
Op ham mollenbroekje [GVIIB7 (1790)]. Onbekende ligging op het Ham. Mogelijk moet dit toponiem gelezen worden als nollenbroekje (zie nollenbroekje). -Zie Broek MOLLENHOOL
Een huijsinge, hof, teul en groeslandt, houtwasch met alle sijne geregtigheden, groot 4 à 5 1. gestaen en gelegen op middegael, genaemt het Mollen HooI [RAV110-245 (1793)]. Onbekende ligging op het Middegaal. MOLLESEIK
Molles eik [V.-]; F 1158 (he: 45.20). Ligging aan de Hoge Biezen onder Eerde. Het eerste lid verbergt wellicht een persoonsnaam Mol, Mollen (zie mollegeer), of ook Nolle, een naam die hier algemeen voorkwam in de vorige eeuw vgl. Jan Nolle, 1893 (Kl.Bev.lZ) (zie nollebroekje, nolledrieske). Het
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 185 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
tweede lid staat wellicht voor "eeg", hoek (zie eeg(je); het gaat om een enigszins hoekig perceel. Ook de mogelijkheid, dat op het perceel een eik stond, die als markering diende kan niet worden uitgesloten. -Zie Eik MOLLEVELDJES
Molleveldjes binneveld [N (1860)]; A 1296, 1297 (w: 48.40). Ligging in het gebied Binneveld nabij het Dorshout. -Zie Veld MOLSLAND
Peter ariën molslant [GVEI5-1 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een (genitief van een) persoonsnaam. MONENBOS
Doms monenbos [V.-]; A 1315 (b: 09.90). Ligging in het gebied Binneveld nabij het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam; dit perceeltje zal eens met bos begroeid zijn geweest of aan een bos gegrensd hebben; nu is dat niet meer het geval; anno 1832 was het bouwland. -Zie Bos MONNIKHOEVE
Hulsberdonc nabij monichoeve van heylyssem [GZG-272 (1396)]; bij die hoernic in die monichoeve bij 't erf der greting buenre [BP1184-292 (1406)]; monninxhoeve, naast leege 248 buenders en beemt de geer [Hs- (1533)]; uyt hymans grooten camp, genaamt den moninxhoff [HH163-49 (1714-1783)]. Onbekende ligging, wellicht nabij het Ven. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Jacop Monic, 1442, BP (lijstfam. Veghel). -Zie Hoeve MONNIKHOFSTAD
In den monichostat [BP1l95-187v (1425)]. Onbekende ligging. -Zie Hofstad MOOST
De moost, doornhoek [RAV56-184 (1683)]; van huys en hoff gelegen aen den dorenhoeck genaamt die moest [HH163-26 (1714-1783)]; de moost [N (1834, 1836)]; E 170 (b en w: 1.08.30), 883 (b en ho: 1.50.60). Ligging aan de Doornhoek en aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Wellicht afgeleid van "moos" 1 moer, slijk, modder; 2) ook als naam voor de plaats waar het vuil langs gaat (W.N.T. -1120). De eerste betekenis lijkt hier het meest plausibel; hoewel beide percelen niet laag gelegen waren, bleef er misschien veel water staan door een bepaalde bodemstruktuur. MORGEN
Den morgen of den blauwen steen vechel aen den heeselar [Mrv92-110v (1773)]; de morgen [V.-]; C 331 (b: 1.00.60). Onbekende ligging op de Hoge Boekt of het Zeelstje. Landmaat die niet precies te omschrijven is; eigenlijk zoveel land als met één span in een morgen kan worden geploegd (M. Top. Bocholt, -167). -Zie Heimorgen en Voorste Heimorgen MORGENGRAAF
De morgengrave [RAV161-85v (1770)]; land aen den blauwen steen den morgengraaf [GVE12-76 (1778)]. Onbekende ligging op de Hoge Boekt of het Zeistje. Benoeming naar de ligging nabij een waterloop de morgengraaf ? Deze waterloop ontleent dan wellicht zijn naam aan de ter
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 186 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
plaatse gelegen morgen. -Zie Graaf MORIAAN
Johannes Hellinx, coopman, inwoner van Veghel, toebehorende sekere huijsinge genaemt den moriaen, gestaen alhier in de straet, bewoond door Claes de Vries [RAV101-141 (1740)]; huis de moriaen in de straat tussen pastorije en daniëlvelden [RAV160-22 (1762)] . Huis van onbekende ligging in de dorpskom, niet meer bekend. Moriaan 1) Aethiopiër, 2) Neger (als toonbeeld van zwartheid) over morianen als uithangtekens van tabakswinkels, herbergen en allerlei huizen (zie v. Lennep en ter Gouw, Uithangt.2, 145-146). (W.N.T. -1145) "Zwarte en donkerkleurige vreemdelingen hebben altijd veel aantrekkelijks gehad voor tabaksverkopers, te weten om ze voor hun winkel uit te hangen. Natuurlijk de ten verkoop aangeboden waar kwam van de andere wereld, en 249 dus moest dat ook door wezens uit de andere wereld worden aangetoond: en in de eerste plaats door Indianen. De tabak was afkomstig uit Amerika, en wel uit Virginia, een volkplanting, door Sir Walter Raleigh aangelegd, van waar Drake den tabak naar Engelend overbracht als een heilzame plant tegen een rauwe maag. Maar, waren 't de Amerikanen of Indianen, die den tabak voortteelden, het waren de negers, die hem plantten; tusschen negers en mooren maakte men in die dagen geen onderscheid en zoo kwamen zij allen, onverschillig wie, op de luifels of op de stoepen der tabaksverkopers. Mooren of morianen stonden intusschen niet alleen aan de winkels van laatst gemelden te prijken, maar ook aan herbergen en aan de gevels der burgerwoningen (v. Lennep en ter Gouw, -145). MORTEL Beemd die mortel [BP1195-228v (1425)]; de mortel, dorshout [Hs- (1535)]; de mortel, hantfoirtse tiende op middegaal [Hs- (1614)]; erf en landt de mortel [GVE12-60 (1778)]; de mortel in het rijbroek [N (1879)]; E 693, 695 (ged) (wen he: 2.12.50); op 't hezelaar, ook de heeze, de mortel [Mh- (1954)]. Verspreide ligging. Mortel mndl. mortele, moortel "steengruispuin, beslagen kalk" enz. In de toponymie heeft mortel de betekenis gekregen van wat op de eigenlijke mortel lijkt nl. slijk, modder. Het betreft percelen die bij regenval drassig zijn, vermoedelijk te wijten aan steensubstraat (M. Top. van Bocholt, -170). a. GROTE MORTEL De groote mortel by buendersteeg aan busselehekken [GVEII13 (1792)]; een perceel teulland groese en geregtigheden gelegen op het bukelaar genaamt de groote mortel [N (1816)]. Onbekende ligging op de Watersteeg, tevens op het Beukelaar. Benoeming naar de oppervlakte. b. KLEINE MORTEL De kleine mortel op het ham [N (1848)]; D 831 (b: 62.10). Benoeming naar de oppervlakte. C. LANGE MORTEL De lange mortel [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de vorm. -Zie Kranenmortel en Rietmortel MORTELKE Het mortelke, dorshout [Hs- (1535)]; corstencamp agter dorshout naast asdonk, naast vierkante beemd en mortelken [Hs- (1607)]. a. LAAG MORTELKE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 187 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Leeg mortelke [GVE12-57 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de lage ligging. MORTELAKKER De mortelakker (hezelaar) [M.]. Onbekende ligging aan het Hezelaar. Benoeming naar de kwaliteit van de grond. 250-Zie Akker MORTELSTREEP
Een streep land die mortelstrepe [BP1190-182v (1417)]. Onbekende ligging. -Zie Streep MOSTERD
Land den mostart in die hantfoert [Hs- (1519-1538)]; de mostaart, watersteegt, hantfoortse tiende in heselaar [Hs- (1600)]; de mostaart, watersteegt, hantfoortse tiende in heselaar [RAV159-72v (1744)]; de mosterd [N (1862)]; A 584 (b: 64.20). Ligging op de Koolekampen en mogelijk op andere plaatsen. Benoeming naar de teelt. Brassica, nigra, mosterd of zwarte mosterd. Het twaalfde geslacht onzer inlandse Crueijeren heet Sinapis (mosterd). Thlasp: Arvense, gemeene Boerekers ..... wilde mosterd (wilde mosterd ook als volksnaam voor mierikswortel en voor zandkool) (W.N.T. -1169). Mogelijk ook benoeming naar persoonsnaam vgl. Gerit Mostart, 1411, hoeve Sweenslake (lijstfam. Veghel). MOSTERDAKKER
Huis, schuur op't zijtart, genaemt de mostertacker [RAV97-64v (1720)]; 1/3 van den mostaert acker (zontvelt) [GVE12-269 (1777)]; den mosterdakker [N (1869, 1893)]; E 430 (b en w: 1.32.30), 455 (b: 40.00); mostertakker [V.-]; E 430-431 (b: 2.10.90); mostartakker (hezelaar) [Mb-]. Ligging in het Keselaar onder Zijtaart, tevens onbekende ligging op het Zondveldonder Zijtaart en aan het Hezelaar. -Zie Mosterd en Akker MOSTERDPOT
Haer lant de mosterpot genaamt [GVE15-161 (1624)]. Onbekende ligging. Mosterd wordt evenals peper en zout te pas gebracht in zegswijzen die aanduiden dat men iets zeer duur betaalt. Iets dat veel kost heet "dure mosterd of duur als mosterd" (W.N. T. -1168). Mogelijk heeft de bezitster veel voor dit land moeten betalen, of heeft het omgekeerd goed opgebracht. Benoeming naar een persoonsnaam is hier weinig aannemelijk. MOSTERDVELD(JE)
Land het mostertvelt aen de watersteegt [GVE12-40 (1778)]; het mosterdveldje in de kolenkampen [N (1882)]; A 585 (b: 45.90). Ligging in de Kolenkampen, grenzend aan het perceel de Mosterd, tevens onbekende ligging aan de Watersteeg. -Zie Mosterd en Veld MOUTHAAN
Een stuck landts in den moutehaen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; haer groes in de moutehaen (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]; in den mouthaan [GO- (1754)]; de mouthaen by capel in eerde in berg [RAV160-187v (1780)]; den mouthaan [V.-]; D 292-294 (St.Oed.) (w: 1.12.70, og: 14.30). Ligging onder Eerde. "Mouthaan", voorkomende als naam voor bierdrinker (W.N. T. 251 1182). Het toponiem veJWijst dan wel naar de eigenaar (bij)genaamd Mouthaan. Te Veghel is ook nu nog "Mouthaan" als persoonsnaam bekend. MOUWERSEL
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 188 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een stuck landt genaamt het mouersel (onder Eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Mogelijk afgeleid van mnl. "mouwer" naam voor de hoeveelheid graan, die voor iemand tegelijk aan den molen mag worden gemalen; ook wel naam voor eenig bepaald aantal, inzonderheid voor 32; voor de Meyery wordt uit de 18e eeuw opgegeven een mauwer eieren voor 30 eieren (W.N.T. -1189). Kan hier de persoonsnaam v. Moorsel schuilgaan vgl. Wilhelmus v. Moorsel, 1847 (Kl.Bev. V.). MOZIKWIELTJE
Van de oude aa vaart aff tot het mosikwieltje toe sijnde het rot van den heuvel [GVIIB26 (1778)]. Onbekende ligging aan de Aa. Het eerste lid is wellicht afgeleid van mnl. mosich. Het woord kan naast mo(o)sachtich in gebruik geweest zijn in de betekenis van slijkig, modderig en in die van bemost, met mos begroeid. Zie mos en vgl. de Bont, -713 moozig, mozig, modderig (VeJWijsen Verdam, -1976). -Zie Wiel MUGGENBEEMD
Van den muggenbeemt [HH163-31 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Wellicht een drassige beemd waar veel muggen voorkwamen. -Zie Beemd MUGGENKAMPKE
Ex mughenkempken [HH133-45 (1507)]. Onbekende ligging. -Zie Kamp MUILAKKER
Van den muylacker neffens erffenis anneke hem. ertjens [HH163-15 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Wellicht benoeming naar de begroeiing met muil a) monnikskap (Aconitum Napellus) in Waterland, b) voor Calceolaria hybrida, in Vlaanderen; ook schoentjes en pantoffelkruid genoemd, c) in Vlaanderen ook voor Leeuwenbek (Anthirrinum Majus) (W.N.T. -1203). -Zie Akker MUIL(EN)BEEMD
Muylenbeemt, dorshout [RAV157-36 (1684)]; muylenbeemt agter dorshout [GVE12-143 (1777)]; nevens muylbeemd, dorshout [GVIIB26 (1804)]; hooybeemd en geregtigheden gelegen in dorshout genaamt moulenbeemd [N (1816)]; muilenbeemd in de knokert [N (1871)]; A 788 (ho: 2.20.00). Ligging in de Knokert. -Zie Beemd MUILENGRAAF
De leegh hey bestaet in 23 huysen ende begint in den buendere genaemt den junger aen 252 muylengraeff is toegemeten yder 4 roeden [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging in de omgeving van Mariaheide. -Zie Graaf MUISAKKER(KE) De muysakker [Hs- (1548)]; d'muijseckerken in den d'avell [GVEI5-145 (1624)]; den muysacker [GVEI2-121 (1778)]; een parceel teulland canten houtwasch en gerigtichheden op den heuvel, genaemt den muijsenacker, ontr. 2 loop [RAV110-225 (1792)]; de muisakker [N (1838, 1843, 1871)]; D 52 (b: 33.50), 136 (b: 28.80), 148 (b: 33.50), 149 (b: 32.50). Ligging op de Hoge Boekt, tevens op de Lage Boekt en Heuvel. Naast mndl. mose,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 189 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
westvla. moze brabants moos "slijk modder" komt in het Limburgs frequent muis, moes voor, eveneens met de betekenis van moeras, modder (Top. v. Bocholt, -189). Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Jan Muys, 1889 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker MUISVELD Op den hoek van grote muysveld (op de loop van de watersteegd na de bunderse steegd) [GVIIB26 (1800)]. Onbekende ligging op de Watersteeg. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld MUIZERSVELD Muizersveld [V.-]; A 869 (verk) (he: 16.94.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de eigenaar, een zekere Muizer vgl. Johanna Francina Muysers, 1869 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld MULDERSAKKER Muldersacker op Ham [GVEI2-160 (1778)]; 1 perceel teulland, groeze, houtwas en geregtigheden op 't ham genaamt den mulders akker [N (1815)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Theodora Mulders, 1821 (Kl.Bev. V.). Het perceel kan eigendom zijn geweest van een "mulder" molenaar. -Zie Akker MULDERSBEEMD Part in mulders beemt [GVEI2-148 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Beemd MULDERS KAMP Zijn part aen mulderscamp (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; mulderskamp [N (1835)]; E 57,58 (b: 63.10). Ligging in de Kampen onder Zijtaart, tevens onbekende ligging onder Eerde. -Zie Kamp MULDERS STREEP 253 De geer, muldersstreep en d'ander landt [GVIIB7 (1773)]. Onbekende ligging. -Zie Streep MULDERSVELD Muldersveld [V.-]; F 386 (og: 16.00). Ligging in het Dubbele. -Zie Veld MULDERSWEI Een camp gelegen achter de mulders weij (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Wei MUNSTERS Persoonsnaam vgl. Antonetta Huberdina Munsters, 1893 (Kl.Bev. V.). a. ACHTER MUNSTERS Achter munsters [V.-]; E 295 (w: 32.40). Ligging in het Keselaar. Benoeming naar de ligging. MUTS (AKKER) Stuck lants genoemt die muts [GVIDI (1535)]; de muts(akker) hezelaar [M.].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 190 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging aan het Hezelaar. Benoeming naar de vorm? Was "de Muts" een bijnaam voor de bezitter? Afgeleid van Mutsaars bijv.? Vgl. Wilhelmina Mutsaars, 1892 (Kl.Bev. V.). Een verkorting van "mutsaart" een oude landmaat zoals lopense voor lopensaat? -Zie Akker NACHTEGAAL Huijs in de nachtegael [RAV96-53v (1715)]; huis gen't de nagtegaal [RAV97-113v (1720)]; een perceel land en groes gelegen aant middegaal groot 2 1. 14 r. genaemt de nagtegaal (nr. 114 = A 401), [RAV112-24 (1795)]; A 401 (b: 1.54.10). Ligging in het Middegaalsveld nabij het Geerbos. Benoeming naar een persoonsnaam ? Benoeming naar de vogel, die daar ter plaatse voorgekomen zal zijn. NACHTEGAALSSTREEP Landt nagtegaals streep [GVE12-4 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Nachtegaal en Streep NEDERAKKER Den nederacker ad locum dictum den speelhoevel [Hs- (+ 1485)]. Onbekende ligging nabij de ronde bult. Een laag gelegen akker. -Zie Akker NEDERBIEST uuyt twe stucken lants gelegen in die nederbiest [GVIE2 (1426)]; ad locum dictum in die 254 nederbyest [BPI249-361v (1450-1500)]; nederbiest [GVE2-39 (± 1500)]; d'lant in de neerbiest [GVEI5-59 (1624)]. Ligging onder Zijtaart, een oudere aanduiding voor het gebied de Lage Biezen. Benoeming naar de lage ligging. NEDERBIESTERTIENDE
Nederbiesser tiende [Mrv69-205,205v,206 (1702)]. Ligging waarschijnlijk globaal overeenkomend met de Nederbiest of Lage Biezen onder Zijtaart. benoeming naar de ligging. -Zie Tiende NEDERBOEKT
Ad locum dictum aen gheen hamvelt in der nederboect, ook lage boekt [BP1249 (13501400)]; in die nederboect aent havelt [Hs- (1519-1538)]; jan tys jacob hof, nederboekt [Hs- (1615)]; de nederboekt [kado (1832)]; D 129-195. Identiek aan de Lage Boekt. Benoeming naar de lage ligging. -Zie Lage Boekt NEDERBOEKTSETIENDE
Nederboekt(se) tiende [Hs- (1532)]; nederboekt(se) tiende [RAVI57-36 (1684)]; aent havent in de neerboecce thiende [HHI63-1 (1714-1783)]. Ligging waarschijnlijk overeenkomend met de Nederboekt. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende NEDERKRIJTENBURG
Nedercreytenborgh [Hs- (1535)]; het lanckvelt nedercreytenborch [Hs- (1561)]. Onbekende ligging onder Zijtaart, wellicht een lager gedeelte van Krijtenburg. Benoeming naar de lage ligging. -Zie Krijtenburg NEDERKRIJTENBURGSETIENDE
Eenen halven camp lants geleegen binnen de palen van veghel genoemt in ruybroek in de needer crytenborgse thienden [GOI26-23 (1577)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 191 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging onder Zijtaart, waarschijnlijk globaal overeenkomend met nederkrijtenburg. Benoeming naar de ligging. -Zie Tienden NEDERLAAT
Nederlaat en toelvelt (poelvelt?) sontvelt [Hs- (1561)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. benoeming naar de lage ligging. -Zie Laat NEDERVERGT
Lant die nedervercht [Hs- (± 1385)]. Onbekende ligging, mogelijk deeluitmakend van of liggend bij de Vergt m het Akert. Benoeming naar de lage ligging. -Zie Vergt(en) 255 NEERHUIZING De neerhuizing in de straat, ter plaatse genaamd fritselstein [N (1844)]; (hu: 33.00). Benaming voor een huis nabij de plaats waar kasteel Frisselstein eens stond. "Neer" is de 16e eeuwse gesyncopende vorm van mndl. neder "laag, laaggelegen " (mnl. Wb. IV, 2298, 2240): cfr. Kiliaen 413: neder "humilis inferus, depressus". (M. Top. Overpelt, -272) "huizing" 2) datgene waarin men huist of huizen, wonen kan b) het geheel der delen of der afzonderlijke gebouwen die te zamen eene woning uitmaken; de betekenis welke dit zelfstandignaamwoord in Zuid-Nederland heeft (de Bo.; Com. Verol.) c) in de onder b) genoemde betekenis of, en dit vooral in den nieuweren tijd, als een deftiger woord voor (woon)huis, gebouw. (W.N.T. -1291). een laaggelegen, voornaam huis, of mogelijk een in kontrast met het nabijgelegen (hoge) kasteel "lage behuizing". NELENAKKER 1,5 Loop. landt op middegael alhier genaemt neelen acker [GVE12-7v (1778)]; teul, groes, heylant en halve schaapsdries op zontvelt neelenacker [GVE12-281v (1778)]; een parceel teulland en groese, opt zondvelt, groot ontr. 5 1. genaamt Neelen acker [RAV112263 (1800)]. Onbekende ligging op het Middegaal en het Zondveld. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn of een genitief van de vrouwsnaam Neel, Nel, Comelia. -Zie Akker NELENHOF Neelenhoff aan beugts brugske [RAV158-41 (1727)]; vier stukken land en canten gelegen op middegaal genaamt Nelenhoff, groot ontr. 2 1. een eijnde de bosstraet [RAV112-64v (1796)]; een perceel teulland gelegen te veghel op het middegaal genaamd neelenhof [N (1818)]. Onbekende ligging bij het Beugts brugske langs de dorpenweg aan de grens met Dinther, tevens onbekende ligging op het Middegaal, hoewel mogelijk hetzelfde perceel bedoeld is. -Zie Hof NELISSENBEEMD Jan nelissebeemd agter ham [GVE12-81 (1778)]. Onbekende ligging op het ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd NELISSEVELD Nelisseveld [N (1861)]; E 967-970 (b en w: 2.15.50). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. -Zie Veld NELISSENAKKER
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 192 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Nelissenakker [N (1875)]; E 429 (b: 69.00). Ligging in het Keselaar. Het eerste lid is een persoonsnaam of een genitief van een persoonsnaam of mansnaam. -Zie Akker NELISSTREEP Van nelis jan nelisstreep (dorhoudt) [GVE2-192 (1702)]. 256 Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep NETTELAND Netteland op den heiakker [N (1873)]; B 297 (b: 25.90); nette land [V.-]; B 295, 297 (b: 46.80). Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Helena Netten, 1861 (Kl.Bev. V.), of een genitief van de vrouwsnaam Net, Antonetta. NIEUW Het nieuw [N (1843, 1847, 1862, 1868, 1871, 1873, 1875, 1883)]; A 1331-1333 (w: 14.33.90; og: 10.80), B 112-113 (w: 47.60), 165 (b: 50.30), 166 (b: 1.50.00), 167 (b: 1.19.40), 170-171 (he: 27.26.30), C 95 (b: 59.90), E 749,750 (he: 11.90; b: 1.18.70), F 1039 (b: 48.00); 't nei [V.-]; F 635 (ged.) (w: 50.90); het neij [V.-]; C 89-91 (b: 1.61.50). Verspreide ligging. benoeming naar (recente) tijdstip van ontginning og ingebruikname. a. ACHTERSTE NIEUW Het achterste nieuw [N (1861, 1892)]; B 244a (b: 74.40), C 395 (ged.) (he: 21.60.10), E 746-748 (w: 66.50). Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. b. GROOT NIEUW Het groot nieuw [N (1871, 1880)]; B 32 (w: 60.40), 118 (he: 1.06.60). Benoeming naar de oppervlakte. c. KLEIN NIEUW Het klein nieuw [N (1871, 1880)]; B 3 (w: 30.70), 31 (w: 13.70). Benoeming naar de oppervlakte, grenzend aan het groot nieuw. d. VOORSTE NIEUW Het voorste nieuw [N (1892)]; B 200 (b: 36.30), C 394, 395 (ged.) (he:43.59.40). Benoeming naar de ligging. NIEUWENHUIZENSKOOP Nieuwenhuyzens koop in de putten [N (1873)]; A 1331 (w: 5.29.30). Ligging in de Putten aan de noordzijde van de Schijndelsedijk, nu N. CR.-laan. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam vgl. Ardine V.d. Nieuwenhuizen, 1906 (Kl.Bev. V.).
-Zie Koop NIEUWLAND Land dat nuweland op sontvelt [Hs- (1519-1538)]; d'nieuwt lant int eussel [GVEI5-6 (1624)]; 't nieu lant in de haag (havelt) [GVE2-149 (1702)]; landt op middegael 't nieuwlandt [GVEI2-21 (1778)]; het nieuwland [N (1837, 1847, 1848, 1861, 1862, 1874)]; A 354 (b: 69.90), 939 (b en w: 78.30), D 836 (b: 44.00), E 1375 (b: 48.00), 1376, 1377 (b en w: 1.10 .40), F 288 (b: 67.60); het neiland in de Grootdonk [N (1886)]; F 287 (b: 43.20); 't nieuw land [V.-]; E 1283 (w: 21.60). 257 Verspreide ligging. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning / ingebruikname. -Zie Land
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 193 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
a. ACHTERSTE NIEUWLAND Het achterste nieuwlant op middegael [GVEI2-9 (1778)]. Onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar de ligging. b. VOORSTE NIEUWLAND
't Voerste nieuwlandt en den biesdries [GVEI2-59 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Vrensenieuwland NIEUWSTRAAT
De nieuwstraat nu deken van miertstraat, voorheen ook kerkstraat geheten [V.-] . Een der namen die vroeger in gebruik was voor Deken van Miertstraat. Benoeming naar het (relatief) recente tijdstip van aanleg. Niettemin behoort de Nieuwstraat, alias Kloosterstraat, alias Kerkstraat, alias Deken van Miertstraat tot de oude straten van de dorpskom. NOLLENBROEKJE
Den weg komende van nollen broekje [GVIIB26 (1804)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Hendrikus Nolle, 1883 (Kl.Bev. V.), of de genitief van de mansnaam Nol, Arnoldus. -Zie Broek NOLLESDRIESKE
Nolles drieske [V.-]; F 936 (b: 17.90). Ligging in de Kuilen. -Zie Dries NOORDAMERIKA
Noord-amerika in het oost-dubbele [N (1871, 1885)]; A 866 (ged) (w: 13.14.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de ligging ten noorden van de buurtschap Amerika. -Zie Amerika NOORDHOEF
Landt in de noorthoeff [GVEI2-144 (1777)]; een parceel teulland aant havelt, genaamt de Noordse hoeff, groot ontr. 6 1. [RAV112-332 (1802)]; een perceel teulland, groese en houtgewasch geleegen te veghel, genaamd de noordhoeff [N (1819)]. Onbekende ligging op de Heuvel en Havelt, wellicht identiek met oortse hoef (zie oortse hoef). het eerste lid is de persoonsnaam van Noort vgl. Jacoba van Noort, 1882 (KI.Bev.V.). Benoeming naar de noordelijke ligging (ten opzichte van andere hoeve bv. ?). -Zie Hoef NOORDVELD
Noortvelt eerde [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging onder Eerde. 258 -Zie Veld NOTENAKKER Lant aldaer (zontvelt) notenacker [GVEI2-279 (1777)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Hendrikus Noten, 1869 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker NOTENLAND Noten landt [GVEI2-33 (1778)]. Onbekende ligging. NOTENVELD(JE) Het nooteveldeken (doorenhoek) [GVE2-219 (1702)]; nootenvelt in valstraat [RAV159103 (1746)]; het notenveldje [N (1883)]; E 392 (b: 43.20).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 194 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in het Keselaar onder Zijtaart, tevens aan de Doornhoek onder Zijtaart (mogelijk hetzelfde perceel). NOUWLAND Een perceel teulland genaamd nouwland gelegen op sandvliet onder st.oedenrode [N (1830)]; het nouwland (st.oedenrode) in het eerde [N (1848)]. Onbekende ligging op het Zandvliet onder Eerde, waarschijnlijk identiek met Uilland (diabetisch "ouwland"). -Zie Uilland NUNENSKAMP Nuynenscamp creytenborgh [Hs- (1613)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid zal de genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Petronella v. Nuenen, 1837 (Kl.Bev. V:). -Zie Kamp OEIENAKKER Een stuck landts in den oeijenacker (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Antonius Hubertus Noijen, 1820 (Kl.Bev. V.), de "n" van Noyen is dan ten onrechte bij het voorafgaande lidwoord getrokken. Verband met mndl. oeye, ooi (Verwijs en Verdam, 1598) voor vrouwelijk schaap lijkt hier niet waarschijnlijk. -Zie Akker OELBEEMD(EN) Oelbeemt in abroek, oelbeemden in abroek [Hs- (1548)]. Onbekende ligging in de Aa-broeken. Het eerste lid is misschien "oele", papaver, maankop vgl. Oeleackere "een akker vol met papavers" (Verwijs en Verdam, -18). Oel einde: het eerste lid enz. ol, ul, uhl, ohl, oel, oehl, alle varianten van Auel, een 1afleiding van Aue (ndl. ouwe) enz. (zie Top. van Os, -91). OETELAAR Oetelaer of proostcamp aen hintelt [GVEI2-107 (1778)]. 259 Onbekende ligging aan de Hintel. benoeming wellicht naar persoonsnaam vgl. Antonia V.d. Oetelaar, 1908 (Kl.Bev. V.). OETELAARSBEEMD Eenen hoeijbempt gelegen tot vechel genampt ottelaers bempt [N (1654)] ; hoy agter casteel oetelaers beemt [GVE12-116 (1778)]; eenen hoijbeemt gelegen alhier agtert casteel genaemt in oetelaersbeemt, groot ontr. 3 karren hoijgewas een seijde de meulenbeemden [RAV112-326v (1801)]. Onbekende ligging nabij kasteel Frisselstein. -Zie Oetelaar en Beemd OETELAARSKAMP Landt aen hey in oettelaerscamp [GVE12-96 (1778)]; oetelaarskamp op de heiakker [N (1862)]; C 146, 148 (b: 1.40.20). -Zie Oetelaar en Kamp OEVERS TIP V.d. Oevers tip [V.-]; C 316 (verk.) (he: 10.48.30). Ligging in Goordonk onder MaTiaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Tip OEVERS VELD V.d.Oeversveld [V.-]; B 761 (w: 1.13.40). Ligging in Huigenbosch. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 195 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
OFFELAAR Campo dicto offelaer sito in prochia de vechel [GVIE2 (1357)]; de kamp offelaer te vechel [BP1188-494 (1414)]; ex oefelaer [HH133-29 (1507)]; genoemd dat offelaer gelegen binnen die prochien van vechel ter plaatsen geheyten in die heze [GVIE2 (1528)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar. Gaat hier een persoonsnaam schuil ? Mogelijk identiek aan hoflaar. -Zie Hoflaar OFFEREN Lant d'offeren genaemt in de hese [GVE15-120 (1624)]; offeren (op watersteegt) en beukelaarssteeg [GVIIE13 (1792)]; 1 perceel teulland kanten houtwasch en geregtigheden aan 't heselaar genaemt het offeren [N (1815)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar en op de Watersteeg, mogelijk identiek met offelaar. Naar het werkwoord 'offeren" in religieuze zin, werd de opbrengst "geofferd" of was het betreffende perceel juist een "offer" in de zin dat het weinig goeds opleverde? -Zie Offelaar a. KLEIN OFFEREN Klein offeren aan het Beukelaar [N (1862)]; B 1152 (b: 58.70). Ligging aan het Beukelaar. OLIEMOLEN 260 De oliemolen in de putten [N (1885, 1888)]; A 1537, 1538 (w: 37.60), 1539, 1540 (b en w: 1.05.60). Benoeming naar een oliemolen die ter plaatse gestaan zal hebben. OLIEMOLENAAR De olymolenaar op de watersteeg [N (1854)]; A 432, 435 (w: 44.30). Wellicht benoeming naar het beroep van de bezitter. OLIESLAGERSBEEMD Het heselaers roth bestaende in 26 huysen beginnende in aert olislagersbeemt aen den sloot is toegemeten als voren [GVIIB28 (± 1700)]. -Zie Beemd OLIESTRAATJE Tegenwoordig geheten vonniskamp (eerde) het oliestraatje [B- (1966)]. Oude benaming voor een straatje in de kom van Eerde, dat nu Vonniskamp gedoopt is. Mogelijk bestaat er een verband met een oliemolen of een olieslager die ter plaatse zijn beroep uitoefende. OLIVIER Tramstation oliver, nu café heesters [V.-]; olivier [GV (1936)]. Oude benaming voor het huidige café Heesters, vroeger tramstation. Benoeming naar de eigenaar vgl. Antony Oliver, 1840 (Kl.Bev. V:). OMLOOP Beemd den omloop [BP1413-402v (1581)]; theuvels roth begint in peter henrickx omloop bestaet in achtien huysen en is aengemeten als vooren [GVIIB28 (± 1700)]; hoy agter casteel den onloop [GVE12-202v (1777)]; eenen hoijbeemt gelegen in de donkerbeemden genaemt den onloop, 3 1. 42 r. een eijnde de rivier de Aa [RAV112-10 (1794)]; den omloop, de omloop [N (1835), V.-]; D 428 (ho: 67.40). Ligging in de Bruggen. Mogelijk naar "omloop" in de betekenis a) eene uitgestrektheid die eene zekere ruimte inneemt of omvat, binnen zekere ruimte besloten is, "om" welke als het ware een kring "loopt" die er de grenzen van bepaalt, b) de omtrek van een kring of van eene ruimte, ofwel een weg of baan, langs den omtrek eener ruimte of in een
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 196 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
bepaalden kring daarbinnen loopende (W.N.T. -394). Het perceel ligt (zeker indien het verbonden is geweest met een aangrenzend perceel, D 236) enigszins om een reeks andere percelen heen. OOIEV AARSLAND Twee stucken teulland te Veghel op den hogen acker, genaemt oijevaersland [RAV112 (1796)]. -Zie Land OOIEVAARSNEST Huis, bakhuis etc. op 't Ven, genaamt den oijevaarsnest [RAV98-204v (1726)]. OORBEEMD(EN) Oirbeemt in abroeken [Hs- (1546)]; 't vierde part van den oirbempt gelegen alhier tot 261 veehel [N (1649)]; part hoy in den oirbeemt [GVEI2-2 (1778)]; de oorbeemd [kado (1832)]; A 687-700 (ho: 5.41.00); de oorbeemd [N (1835, 1836, 1874, 1884, 1894)]; A 692 (ho: 52.20), 695 (ho: 11.20), 696 (ho: 29.40), 697 (72.40), 700 (ho: 71.10); de oorbeemden [N (1836, 1838)]; A 687 (ho: 55.00), 690-691 (ho: 51.40). Gebied liggende aan de oostelijke oever van de Aa ter hoogte van het Middegaal en de Aabraken. Het eerste lid is misschien "oor" (ore, oir, oyer) in de betekenis 1) eifgenaam, 2) collectief erven, eifgenamen, iemands rechtverkrijgenden, 3) afstamming ook " gemeenschappelijke afstamming, bloedverwantschap", 4) geslacht (Verwijs en Verdam, 1612, 1613). a. GROTE OORBEEMD Groote oirbeemt [RAV159-74v (1744)]. Onbekende ligging, wellicht in de oorbeemd(en). Benoeming naar de oppervlakte. b. KLEINE OORBEEMD De kleine oirbeemt [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging, wellicht in de oorbeemd(en). Benoeming naar de oppervlakte. OORSTUKKEN Een stuek landts genaemt de oore stueken (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Misschien is ook een benoeming naar de vorm denkbaar. -Zie Stuk OORD -Zie Kouwenoort en Rouwenoord OORDSEHOEF De oortse hoef (franekevoort) [GVE2-128 (1702)]. Onbekende ligging in het gebied de Stad nabij de Heuvel. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Antonia v. Oort, 1857 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoef en Noordhoef OORTSLAND Oorts lant in de neerboeet [GVEI5-29 (1624)]. Onbekende ligging in de Nederboekt. OOSTDUBBELEN Oost dubbelen [kado (1832)]; A 864-875. Dit is het aan de oostzijde van de Zuid- Willemsvaart liggende deel van het voormalige heidegebied het Dubbele. Benoeming naar de ligging. -Zie Dubbele OPHEIESTEEGJE Ophijje steegje [V.-]; E 783-784 (b: 29.30; w: 24.90). Ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is de genitie van een persoonsnaam
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 197 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
vgl. Petrus Ophey, 1903 (Kl.Bev. V.). -Zie Steeg 262 OPHEIEVELDJES
Opheije veldjes [V.-]; E 811 (b: 77.70). Ligging aan de Lage Biezen. -Zie Veld OPPENWAARD
Imum pratum dictum den oppenweert [GVIE2 (1429)]; sita in dicta prochia ad locus de. inde opperen weer [GVIG2 (1438)]. Onbekende ligging, misschien identiek met Appelwaard, Epperenwaard. Het eerste lid is wellicht de persoonsnaam Oppen cgl. Ida Wilhelmina Theresia van Oppen, 1846 (Kl.Bev. V.). -Zie Waard OPPER
Een groesveld geleegen te vechel op het zondveld, genaamd den opper [N (1821)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Wilm Roelof Opper, 1788 (Kl.Bev. V.). OPPERS BEEMD Oppersbeemd in het dorshout [N (1885)]; A 1133 (ho: 53.80). Het eerste lid is een persoonsnaam. Het perceel was anno 1843 eigendom van de wed. Jan Oppers. -Zie Beemd OSSENKAMP(EN)
Item voer een hecken te doen hangen aen den Ossencamp [GVIE-1 (1515-1516)]; de ossencamp op watersteegt [Hs- (1534)]; een gedeelte of velt in osse camp [GVE12-9 (1778)]; de ossekampen op de watersteegd [N (1853)]; den ossenkamp [N (1854, 1862)]; A 82, 83 (b: 63.20; w: 67.30), 923-925 (w: 76.40); ossenkamp [V.-]; A 924-925 (w: 58.00)]. Ligging in het gebied de Kampen nabij 't Ven, tevens in de Nieuwe kopen bij het Dorshout. Mogelijk is het eerste lid ook de genitief van een te Veghel algemeen voorkomende persoonsnaam v. Os, vgl. Maria Elisabeth van Os, 1883 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp OTTENVELDJE
Huijsinge, hoff en aengelegen teul- en groeslanden met het Otten veltje daeronder begrepen, aent middegael, ontr. 31. [RAV108-37 (1778)]. Onbekende ligging op het Middegaal. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Gerardus Otten, 1803 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld OTTERBOSKE
Den otterbosje [V.-]; C 159-160, 167, 171 (b: 71.50; og: 14.83). Ligging op de Heiakker onder Mariaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Elisabeth den Otter, 1864 (Kl.Bev. V.). -Zie Bos 263 OVENAKKER Een stuek aekerlants genoemt den ovenaeker gelegen binnen de paroehie van st.oedenrode en binnen de paelen van veghel ter plaatse op erytenborgh [GOI26-35 (1615)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Eerde en Zijtaan. Ter plaatse is mogelijk een steenoven aanwezig geweest. Er kan ook sprake zijn van benoeming naar een persoonsnaam vgl. Jan van den Oven, 1796 (Kl.Bev. V.).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 198 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Akker OVERAA Tgoed tot overaa [Hs- (± 1390)]; hoeve overaa [Mr1322-15 (1461)]; arot rover arotssoene 5e maart anno 1484 bij doode wijt u heilwygen tszullen synder moeder, hout die twee deelen van de hoeven van over aa van 18 hoenderen te wetene thien loepensaet lants gheheyten over aa gheleghen in de proehie van veehel op die aa, weert wesende tsiaers omtrent 6 mudde eorens halfrogge half gheerste [LB64v (1484)]; ex magno agro et seoerbempt ex manso de overaa [HHI63-53 (1714-1783)]. Een oud goed van onbekende ligging. Wellicht benoeming naar een ligging "over" de Aa. -Zie Aa OVERAKKER Een goet gheheyten 't overaeker alias den buleke [MrI322-68 (1448)]; jehanne van middegael bij doode godevaerts van middegael huers vader anno 1448 hout een goed gheheyten toveraeker alias den bulcke gheleghen in de proehie van veehel houdende omtrent sesthien loepensaet tussehen erffenisse der kinderen wijlen willem hinekaert ende die ghemeyn strate ter eenre ende erffenisse aelbreehts van beerse ende jan goeyaertss dander sijde [LB-63 (1448)]; te overakker alias den buleke bij (oude) molen 15e eeuw, later verbonden met poeijerveldse of ballinghoeve en weihoeve onder mariaheide, ook met kesije, 2 lopense en 't ruIlenstreepken 1 lopense te overakker, alias den bulcke grensde aan hezelaar 15e eeuw familie middegaallater walraven van erp [Mh- (1954)]. Een oud goed dat gelegen moet hebben in de kom van Veghel in de Bolken (zie bolk(en)). Waarschijnlijk te lezen als over-akker, "over" een akker gelegen, of "akker gelegen aan de overzijde van (de Aa?, de straat?). -Zie Akker PAAL Beker den pael op sontvelt in die heerlieheyt van jeesehot [Hs- (1519-1538)]; de paal (pael) tussen 2 bruggen [RAVI59-165v (1753)]; de paal [N (1834, 1862), V.-]; E 1190 (w: 75.70), 1284 (w: 12.30), 1394 (b: 31.90), 1396 (b: 90.30); de paal [N (1893)]; de paol [V.-]; F 893 (b: 21.30). Verscheidene percelen, liggende op het Zondveld onder Zijtaan, tevens een perceel op de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar een grenspaal waarvan de naam op het perceel is overgegaan (M. Top. Overpelt, -283) a. GROTE PAAL De groote pael, sontvelt [Hs- (1594)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaan. Benoeming naar de oppervlakte. b. KLEINE PAAL Lant op zontvelt den cleyne pael [GVEI2-280 (1777)]. 264 Onbekende ligging op het Zondveld. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Lieshoutsepaal PAALAKKER Land die paelacker in gretinckvelt [BPI257-385 (1488)]; ex strepa tre dea ertstrepe et paelacker [HHI33-11 (1507)]; een acker teullants genaemt op ten paelacker, tot vechel opt sontvelt gelegen [N (1658)]; ex petia tre dea ertstrepen et paelacker [HHI63-8 (17141783)]. Onbekende ligging op het Zondveld en mogelijk elders. Benoeming naar de ligging nabij een perceel, de paal, of akker gemarkeerd door een (grens)paal. -Zie Akker PAALBEEMD Den paelbeemt parochie vechel in die heerlicheyt van jecschot [Hs- (1538)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 199 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging in Jekschot onder Zijtaart. -Zie Beemd PAARDENBAK De paardenbak [N (1854), V.-]; B 74-76 (b: 52.60), 351, 352 (b: 79.00, w: 15.20). Ligging op de Lage Heide en in de Nieuwe Velden onder Mariaheide. Benoeming naar een drinkplaats voor paarden (tevens herberg?) die zich ter plaatse bevond. PAARDSWEI De paardswei op het havelt [N (1876, 1895)]; D 1158-1160 (b: 49.20, tu: 6.80, hu: 2.02), 1180 (w: 15.30), 1182-1185 (w: 99.10), 1188-1190 (hu: 2.56, hh: 2.48, w: 4.60). PAD De pad, het middegaals pad vanaf de kerk langs het ziekenhuis [Hs-]. Dit is de korte vonn voor middegaalspad. -Zie Boterpad, Eerdsepad, Kerkpad, Middegaalsepad, Oude Kuilensepad, Rooisepad, Udense(voet)pad, Voetpad, Voorakkerspad en Zondveldsepad PADSTUK Landt het padtstuk aen de weg [GVEI2-157 (1778)]; een parceel teulland in 't akert, genaemt 't patstuk [RAVll0-287 (1793)]. Onbekende ligging in de Akert. Benoeming naar de ligging aan een pad. -Zie Stuk PALSDONK Dicto palsdonc [HHI28-4 (1471)]; palsdonck [HH133-7 (1507)]; op haselbergh in de palsdonck streckende aen den beekgraeff [HHI47-41 (1621-1691)]; ex palsdonc, genaemt den elshorst en uyten langenacker of scuppenstreep bij de oliemolen [HHI63-53 (17141783)]. Onbekende ligging aan de Beekgraaf bij de Hazelberg. Het eerste lid pals is misschien pals "palts" in de betekenis van 1) paleis, inzonderheid als benaming voor de burchten waar de oude Duitse keizers zich bij afwisseling ophielden voor de rechtspleging 2) het gebied dat bij zulk eene palts hoorde en waaruit de paltsgraaf zijn inkomsten trok (W.N. T. -252). Mogelijk is hier de tweede betekenis van toepassing. 265 -Zie Donk en Pasdonk PAPASVELD
Papa's veld [V.-]; C 368 (verk.) (he: 14.05.60). Ligging op de Hogerduinen. Dit perceel behoorde ongetwijfeld aan "vader". PAPENAKKER
Den paepenacker (ham) [GVE2-157 (1702)]; lant op boekt, papenacker [GVEI2-154v (1778)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn vgl. Paulina Papen, 1843 (KL.Bev. V.). -Zie Akker PARAPLU
De paraplu [V.-]; A 813 (ho: 93.30). Ligging in de Knokert. Benoeming naar een grote boom ter plaatse met de vorm van een paraplu. PAS BEEMD
Beemd in die pasbeempt [BPI216-241v (1440)]; de pasbeemt in russelt [Hs- (1534)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Pas(akker). "Op het lat. pascere, pascuum "weide" gaan de pes- en pa(a)stoponiemen terug die voornamelijk in het oosten van het land en in het Rijnland voorkomen. Normalerwijze beemd, hier evenwel akkerland". Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam vgl. Johanna van der Pasch, 1859 (Kl.Bev. V.). -Zie Beemd a. GROTE PASBEEMD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 200 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Den groten pasbeemd, strekkende van die Aa tot die boghartsacker [BP1189-89 (1416)]. Onbekende ligging, wellicht in het Russelt. Benoeming naar de oppervlakte. PASDONK
Van eenen beemt aen den pasdonc gelegen bij de beeckgraeff [HHI63-24 (1714-1783)]. Onbekende ligging aan de Beekgraaj, vermoedelijk identiek met de palsdonk. -Zie Pasdonk PASTOORSAKKER
Pastoors acker heel (over de Brugge [GVEI2-176 (1777)]. Onbekende ligging. Akker behorende bij de pastorie (zie pastoorsland). Het eerste lid kan ook een persoonsnaam zijn vgl. Martina Isabella Pastoors, 1844 (Kl.Bev. V.); of de genitief van een persoonsnaam (Franciscus Hendrikus Joannes Pastoor, 1890 Kl.Bev. V.). -Zie Akker PASTOORSBEEMD
Pastoorsbeemt heel (over de brugge) [GVEI2-176 (1777)]. Onbekende ligging. -Zie Beemd PASTOORSLAND
266 Van pastoorslant int russelt [GVE15-109 (1624)]; pastoorslandt op de boekt [GVE12-176 (1777)]. Onbekende ligging op de Boekt. Land behorende bij de pastorie. PASTOORSVELD
Pastoorsveld [V.-]; B 97 (he: 1.25.90). Ligging in de Nieuwe Velden onder Mariaheide. -Zie Veld PASTOORZIJNBOS
Pastoor zijn bos [V.-]; C 333, ged. 334, 335 (de: 1.00.80; he: 50.90; b: 41.90). PASTORIE
Huis, hof gen't de pastorij, gelegen aent heesselaer [RAV97-2v (1719)]; erf de pastorye genaemt [GVE12-67 (1778)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar. Wellicht is hier sprake van een bij de pastorie behorend elf, mogelijk is ook de eigenlijke pastorie bedoeld. PAULESELAND
Paulusche land of paulesche veld [N (1895)]; F 278 (b: 19.80). PAULESEVELD
Paulusche land of paulusche veld [N (1895)]; F 278 (b: 19.80). PEERMANUSVELDEN(JES)
De zooganaamde peermanisveldjes [N (1824)]; 1 perceel groesland genaemt peermanusvelden, te veghel aen den beekgraaf [N (1848)]. Onbekende ligging aan de Beekgraaf Het eerste lid dient wellicht gelezen te worden als Peer Manusvelden, Peer zoon van Manus, zal dan eens de bezitter geweest zijn. Manus, Hermanus; Manus misschien ook als persoonsnaam. -Zie Veld PEKELKORF
De pekelkorf ter plaatse genaemt schuttersveld [N (1871)]; B 30 (w: 29.20); de pikkelkörf [V.-]; B 20,30 (b: 27.10; w: 29.20). Ligging op Schuttersveld. Mogelijk bestaat er een samenhang met de persoonsnaam Pekel vgl. Theodorus Josephus Pekel (Kl.Bev. V.). PEPERSVELD
Pepers veld [V.-]; E 725 (w: 49.50).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 201 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in het Reibroek. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Philippus Pepers, 1831 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld PERCEELAANDESTRAAT
Perceel aan de straat [V.-]; E 356 (ged.) (b: 83.50). PEREVELD(JE)
267 Peereveldje in het beukelaarsbroek [N (1891)]; C 378, 393 (he: 9.99.10); peereveld [N (1891)]; C 392 (ged.) (he: 2.05.00). Het eerste lid zal de genitief zijn van de mansnaam Peer, Peter, Petrus. -Zie Veld PERSOONSAKKER In persoonsacker (dorhoudt) [GVE2-196 (1702)]; persoonsakker aan de hoogeinde [N (1885)]; A 1142 (b: 1.69.20). Ligging aan de Hoogeinden. Persoonsveld: "Mnl. persone, persoon, persoon, mens, proveniec, parochiepriester, pastoor" (Top. van St. Huibrechts-Lille, -158). het eerste lid is wellicht een persoonsnaam vgl. Lamberdina Persoons, 1859 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker PERSOONSBEEMD Persoonsbeemt agter dorshout aan de brugge [GVIIE13 (1792)]; persoonsbeemd aan de hoogeinde [N (1885)]; A 1140 (ho: 1.18.00). -Zie Beemd PETERJANTUNISBEEMD Benen hooijbeemt houtwasch en geregtigheden, gelegen op middegaal genaamt Peter Jan tunis beemt, groot ontr. 4 karren hoijgewas [RAVl12-206v (1799)]. -Zie Beemd PETERKLAASELAND Twee stukken land en houtwasch gelegen op den hogen acker aen de heijde, genaamt Peter Claese land, groot ontr. 3 1. [RAV112-69v (1796)]. -Zie Land PETERSAKKER Peters akker [N (1836), V.-]; A 1035-1042 (hu, erf, ben w: 1.89.70), E 341 (b: 51.80). Ligging in het Dorshout, tevens in het Keselaar onder Zijtaart. Het eerste lid is de genitief van een mansnaam (Petersakker, Dorshout); de bezitter van deze percelen droeg ± 1840 de naam Antonius Peter Verhoeven. In het geval van de petersakker onder Zijtaart is bovenstaande mogelijk of het eerste lid als persoonsnaam vgl. Adriana Peters, 1893 (Kl.Bev. V.). PETERSELIENSTUKSKE Land peter celyen stucksken, tillaar [BP1190-182v (1417)]. Onbekende ligging in de omgeving van de Heuvel. Benoeming naar het kruid peterselie. -Zie Stuk PETERSERF Van bauwer peters erff op hamme d'bylstuck en de 't hueffken [GVE15-25 (1624)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Erf PETERS LAND Laent aen de dijk genaemt goort arie peters landt [GVE12-198 (1777)]. 268 Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. PETERSPLAK
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 202 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Bert peters plak [V.-]; E 846-848 (b: 1.41.90). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Plak PETTELAAR
Hoijlants genaamt het deelke aan de pettelaar, opt citart [RAV101-224v (1741)]; lant aent ven pettelaer [GVEI2-55 (1778)]; 1/4 van twee rijdende beemde gelegen te veghel in de zijterse beemde, genaemt de pettelaar [N (1814)]. Verspreide ligging. Pettelaar, een kort kledingstuk. Gewestelijk bijvoorbeeld in Brabant en Vlaanderen ook in den vonn van pitte leer, pitteleerken in gebruik voor een kort jasje, een mansjas met korte slippen (W.N.T. -1428). Benoeming naar de vonn. Benoeming naar persoonsnaam of bijnaam. Mogelijk van "pette" oude man, afgeleefde grijsaard (W.N.T. -1428). -Zie Laar PETTELDONK
Den verren camp aen die petteldonck [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging. Afgeleid van "pette" (zie pettelaar). -Zie Donk PHILIPSBEEMD
Philippenbeemt agter ham en schopakker [RAV159-202 (1756)]; philipse beemt en laak agter de straet en regt van visserije [GVEI2-347 (1777)]; phielipsbeemd [N (1865)]; D 1 (ho: 49.50). Ligging in het Zeelstje; tevens in de omgeving van het Ham en de schopakker. Het eerste lid is een persoonsnaam (ziephilipsland) of de genitief van een mansnaam. -Zie Beemd PHILIPSELAND
Lant goortje philipse lant [GVEI2-197 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. PHILIPSEVELD
Genaemt goort philipsen velt [HH133-2 (1507)]; jan phlipse velt aen de hey [GVEI2-127v (1777)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld PIEK
Een hoij bempt genampt de pieck [N (1661)]; hoy in de pieck (dorhoudt) [GVE2-191 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Wellicht benoeming naar een persoonsnaam vgl. Nicolas A. Piek, 1755 (Kl.Bev. V.). PIETERNELLEVENNEKE
269 Insteken en uijtmoeren van desselfs (Joannis Willems) venneke, genaamt Pietemelle venneke [RAV106-6v (1767)]. Het eerste lid is de genitief van de vrouwsnaam Petronella. PIETEVELD Piete veld aan het haveld [N (1847)]; D 1186-1188 ( b: 29.50; tu: 02.67; hu: 02.56). Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Piet. -Zie Veld PIETEVELDJE Pieteveldje op het ham [N (1891)]; D 876 (w: 21.80). PIJNAPPEL De agro et (libere) pynappel ex zweenslake [HH133-8 (1507)]. Onbekende ligging in de Sweenslaak in het grensgebied van Erp en Veghel in de omgeving
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 203 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
van Keldonk. Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Gijsberdina Pijnappel, 1793 (Kl.Bev. V.). PLAK Plek, gewoonlijk plak, betekent hier een perceel land (M. Top. Overpelt, -290). a. ACHTERSTE PLAK De achterste plak op de biezense akker [N (1883)]; E 869 (b: 33.30). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. b. MIDDELSTE PLAK De middelste plak op de hoge biezen [N (1883)]; E 872 (b: 40.00). Benoeming naar de ligging. c. NIEUWE PLAK De nije plak [V.-]; B 376, 379-381, 390 (b: 5.99.50; w: 1.22.50). Ligging op de Lage Heide onder Mariaheide. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning/ingebruikname. -Zie Bietenplak, Binnenplak, Dijkplak, Elzensplak, Heiplak, Hoofteplak, Houtteplak, Jantjesplak, Moeteplak, Petersplak en Vrensenplak PLASAKKER Een stuck landts genaemt den plasacker (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; de plasakker [V.-]; F 133-135 (b: 72.30). Ligging op de Hoge Akker onder Eerde. Benoeming naar een ter plaatse voorkomende waterplas ligt, gezien de hoge ligging van het gebied, niet voor de hand. Wellicht is het eerste lid een persoonsnaam. -Zie Akker PLATSTUK Het platstuk, sontvelt [Hs- (1532)]; lant op creytenburg genaemt het plat stuk [GVEI2232 (1777)]; het platstuk [N (1846)]; E 1006 (b: 32.10); 't plat stuk [V.-]; E 1005-1006 (b: 71.10). 270 Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart, tevens op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar het vlakke karakter van de percelen. Mogelijk heeft "plat" hier de betekenis van week of moerassig (hoewel Hoge Biezen en het Zondveld beide hoge gebieden zijn), mnl. wbo VI-423 plat 4: Kiliaen, -495) (M. Top. Neerpelt, -139). -Zie Stuk PLATTEAKKER(KE) Terre de die plattenacker [GVIE2 (1437)]; platte acker akert boekt [GVIIEI3 (1792)]; een perceel bouwland genaamd plattenakker op de boekt [N (1842)]; D 100 (b: 48.00); plat akkerke [N (1874)]; D 51 (b: 23.60). Ligging in twee niet aan elkaar grenzende percelen op de Hoge Boekt. Ook hier ligt "plat" in de betekenis van week, moerassig minder voor de hand, omdat de Hoge Boekt betrekkelijk hooggelegen is. -Zie Akker PLEIN -Zie Heilig Hartplein POEDERDONK De spellingvariant poeldonk en het naar alle waarschijnlijkheid op hetzelfde gebied betrekking hebbende toponiem poederveld met als nu nog bekende variant poelieveldjes (zie poederveld) wijzen op de aanwezigheid van een poel in de betekenis van "moeras" stilstaand water (Verwijs en Verdam, -506). Een gedeelte van de poelieveldjes bestaat nu nog uit een moerasbosje. Het werkwoord poelieën heeft in het plaatselijke dialect ongeveer de betekenis van spelen/roeren in het water, spatten, plassen etc. Deze betekenis
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 204 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
komt dichtbij die van het mnl. poderen, in iets roeren of wroeten, ook op eene bepaalde wijze visschen met een poder, pueder peuder poyer peur, dit is met een tros wonnen visschen (Verwijs en Verdam, -503, 504) (Zie ook de variant poerveld). Het is niet onvoorstelbaar, dat dit gebied eens waterrijk geweest is (op betrekkelijk korte afstand ligt nu nog de grote, oude waterplas, het Ven) en dat hier het ''poderen'' bedreven werd. In dit geval zou dit mnl. werkwoord de grondslag vonnen voor het onderhavige toponiem. -Zie Donk POEDERDONKSEHOEVE In loco dicto die poderdonkse hoeve [Hs- (± 1385)]. Onbekende ligging waarschijnlijk identiek met de poederveldse hoeve (beide toponiemen worden als het ware in een adem genoemd in dezelfde oude bronnen). Benoeming naar de ligging. -Zie Hoeve POEDERVELD(JES) In de hoeve 't guet te poervelt [BP1195-175 (1425)]; poyervelt (poeyervelt) aen de hey naast proostcamp [RAV31-33 (1594)]; 2 groesveltjes aent poyervelt [GVEI2-109 (1778)]; 1 perceel teulland, groese, moerveld, houtwasch genaemt het poijerveld, gelegen te vechel ter plaatse genaemt de heijde [N (1817)]; poeierveldjes [V.-]; B 818-819 (w: 54.90; ho: 64.20). Ligging in het gebied tussen Veghel en Mariaheide aan de noordzijde van de weg naar Uden. 271
POEDERVELDSEBUNDERS Aen de poedervelssche boenre [Mr1322-68 (1473)]. Onbekende ligging bij de Weihoeve (halverwege Veghel en Mariaheide noordelijk van de weg naar Uden). Benoeming naar de ligging. -Zie Bunder
POEDERVELDSEHOEVE Hoeve die poderveltsche hove, naast de gemeynt der ballinghove en bij die beemden die gemeyn buenre [BPI206-123v (1436)]; de poeyerveltsche hoeve (onder mariaheide nu bouwlust) [Ms-]; die podervelssche hoeve [Mr1322-68 (1471)]; die poederveldsche hoeve [Mr1325 (1633)]; poyerveltse hoeve (poeyerveltse) aen de hey hoeve bouwlust weg veghel uden by de kerk van mariaheide [RAV160-8 (1760)]; aen de poyerveltse hoeve [GVEI2-49 (1778)]; huijsinge, schop en bakhuijs, sijnde de oude hoeve, met desselfs leenhoff en onderhorige 1eenen en verdere geregtigh. met aangelegen landerijen, 26 1. gen't de poijerveltse hoeve [RAV110-261 (1793)]. De nauwkeurige ligging van deze oude hoeve is niet bekend. Meuwese, auteur van "veghel in de loop der tijden", situeert de hoeve op de plaats waar zich nu hoeve Bouwlust bevindt, iets ten westen van het huidige Mariaheide, direct noordelijk van de weg. (schriften meuwese 2/6). benoeming naar de ligging.
POELDONK Zeer waarschijnlijk is dit een variant van poederdonk. -Zie Poederdonk en Donk
POELDONKSEHOFSTAD Poeldoncs hofstat [Hs- (± 1390)]. Wellicht behorende tot de poederdonkse hoeve. Benoeming naar de ligging.
POELIEVELDJES Tegenwoordige uitspraak voor poeierveld [Hs-]; de poelieveldjes (mariaheide bij bouwlust) [Ms-]. Ligging in het gebied bouwlust, wellicht binnen het oude gebied poederveld.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 205 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Veld
POLDER De polder [N (1861, 1863, 1868, 1874, 1880, 1882, 1883, 1887, 1888, 1892), V.-]; A 124 (b en w: 20.30), 749, 795, 864 (w: 1.07.40), B 172 (b en w: 1.33.60), C 368 (verk.) (he: 14.05.60), 389 (he: 5.55.00), E 696-697 (he: 16.17.00), 700 (he: 22.41.00), 789, 790,794 (og: 10.00; he: 5.83.10; w: 12.50),859 (b: 1.33.70), 1165-1167 (ho: 2.87.30), F 453 (he: 16.01.10), 924-926 (b: 64.60). Verspreide ligging. Polder I 1) stuk grond, door water omgeven en soms door dijken of kaden daartegen beschermd; vandaar eigenlijk gelijkbet. met eiland. Kiliaen Polder ... een geheel door water omgeven perceel weiland, gewoonlijk bestaande uit twee of meer stukken land, die aaneengedamd en omkaaid zijn, en door een molentje worden droog gemalen (W.N.T. -3086). Ter plaatse wordt de benaming polder gebruikt voor vrij recente ontginningen uit de vaak drassige heidegebieden rondom Veghel (Reibroek, Dubbele, Beukelaarsbroek etc.); wellicht moesten bij deze ontginningen sloten gegraven worden ter afwatering. 272 a. ACHTERSTE POLDER De achterste polder [V.-]; F 424-425 (b: 38.40; w: 11.50). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar de ligging. b. VOORSTE POLDER De voorste polder [V.-]; F 926, 935 (ged), 937, 938, 939 (ged) (b: 18.50; tu: 17.50; sch: 52.00; w: 35.70; b: 33.40). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar de ligging. POLDERVELD Het polderveld op de hoge biezen [N (1891)]; E 790,792 (he: 5.83.10; w: 42.80). Benoeming naar de ligging bij een perceel de polder; mogelijk ook een recent ontgonnen, omwaterd, veld. -Zie Polder en Veld POLSDUK Eenen nieuwen camp de polsdijk (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Mogelijk afgeleid van pols in de betekenis van "lischdodde" (W.N.T. -3190); langs de dijk groeiden misschien veel lisdodden. Het eerste lid is mogelijk een genitief van een persoonsnaam vgl. Johanna van der Pol, 1858 (Kl.Bev. V.). -Zie Dijk POORTAKKER Een stuck landts den portecker (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging aan een poort of hek? -Zie Akker POORTVELD Het poortveld [V.-]; B 887-889 (de: 1.33.70; w: 90.40). Ligging in het Heibosch. Mogelijk ontstaan uit poerveld, poederveld; het perceel ligt dichtbij de poelieveldjes, die waarschijnlijk eveneens teruggaan op het oude toponiem poederveld. -Zie Veld POOT -Zie Hazepoot POTSCHUF De potschijff in d'akert [GVEI5-70 (1624)]; lant in akert potscheyf [GVEI2-60 (1778)]; de potschijf [N (1847), V.-]; D 327 (b: 35.50), 328 (b: 85.00). Ligging in het Akert. Potschijj, potdeksel (W.N.T. -3717); waarom dit perceel deze naam
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 206 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
draagt is volkomen duister; is er verband met het nabij gelegen Scheijelaar? PREEKSTOEL Vijt een erffenis aen den preeckstoel gelegen onder vechel aen den doorenhoeck [RG-169 (1646)]; uijt een erff aen den preeckstoel 3 1. te veghel aen den doornhoek [Dom.171 (1731-1756)] . Onbekende ligging aan de Doornhoek. Behoorde dit perceel tot de kerkgoederen ? 273 PREES VELDEN Preesvelden [V.-]; A 869 (verk), 874 (og: 12.70). Ligging in het Oost-Dubbele. Het eerste lid verbergt wellicht een persoonsnaam. -Zie Veld PREINEKAMP Lant int eert preyne camp [GVE12-251v (1777)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is wellicht (afgeleid van) een persoonsnaam. -Zie Kamp PREINSLAND Preynsland eerde op de berg [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging onder Eerde. PREKERS STREEP Prekers streep beukelaar [Hs- (1616)]; huijs hoff ende aengelegen erffenis gelegen onder vechel ter plaetse genaemt aent buijckeler steeghde, aen erve genoempt de prekaerts streepen [RG-169 (1646)]; de preekersstrepen [HH163-20 (1714-1783)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. Het eerste lid zal een beroeps- bij- of persoonsnaam zijn. Prediker, precaer (W.N.T. -3955). -Zie Streep PRINSELAND Prince landt int akert [GVE12-116 (1778)]; een perceel teelland gelegen te veghel in het akert genaamd princeland [N (1826)]. Onbekende ligging in het Akert. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Clasina Prinsen, 1866 (Kl.Bev. V.); of de genitief van een persoonsnaam vgl. Gysberta Maria Prins, 1894 (Kl.Bev. V.). PROOSTKAMP Poyervelt (poeyervelt) aan de hey naast proostcamp [Hs- (1534)]; proostencamp (laege heij) [GVE2-44 (1702)]; oetelaar of proostcamp aen hintelt [GVE12-107 (1778)]. Onbekende ligging bij het poederveld tussen Veghel en Mariaheide noordelijk van de weg naar Uden. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Martinus Proost, 1881 (Kl.Bev.V.). Misschien was het perceel ook eigendom van een proost: 1) aan het hoofd geplaatst, met de leiding belast persoon, 2) in een klooster. Geestelijke die in rang op een abt of prier volgt, 3) voorzitter van een kapittel van kanunniken aan een cathedrale of collegiale kerk, tevens hoofd van een aartsdiaconaal in een bisdom (W.N.T. -4455) -Zie Kamp a. ACHTERSTE PROOSTKAMP Een hoijvelt, houtwasch en geregtigheden sijnde den agterste proostcamp , aan de hintelt aan de heijde, ongeveer 5 karren hoijgewasch [RAV11O-82v (1789)]. Onbekende ligging aan de Hintelt. Benoeming naar de ligging. PUNT -Zie Drielandenpunt 274 PUT Pejoratief voor een perceel slecht bouwland (M. Top. Overpelt, -91). Zavelput - of kuil (
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 207 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
M. Top. St. Huibrechts-Lille -159: leemput? (zie leemputten). Perceel waar een "waterput" ligt. Of doelt put op de lagere ligging? (M. Top. St.Huibregts-Lille, -159). PUTAKKER Gelegen onder vechel ter plaatse genaemt op d'lijnt genaemt den putacker [RG-169 (1646)]; putakker, scheiding met lieshout [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging onder Zijtaart aan de grens met Lieshout. Akker met een put erin, bij een put gelegen? Slechte kwaliteit van de grond? Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Comelia Johanna v.d. Put, 1904 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker PUTJESVELD Putjesveld [N (1841)]; B 604 (w: 12.20). Ligging in de Kraaienkamp. Wellicht een weiland met "gaten", kleine inzinkingen. -Zie Veld PUTSTREEPKE Putstrepke [HH133-17 (1507)]; putstrepken genaemt den brugacker neffens erffenisse peter lambert arts [HH163-11 (1714-1783)]. Onbekende ligging in de Bruggen. -Zie Put en Streep PUTTEN Eenen acker bouwland genaemt de putten te veghel aen het broek [N (1660)]; landt 't heufke en lh van 2 heyvelde in de putten [GVE12-290 (1778)]; de putten [kado (1832)]; A 1331-1370, 1372-1471, 1473-1484, 1486-1552, F 472-516; de putten [N (1835, 1836, 1871) V.-]; A 1355 (tu: 02.72), 1534 (w: 37.90), 1539-1540 (b en w: 1.05.60), E 12961297 (w: 68.30; b: 25.80); de putte [V.-]; E 1288-1290 (mo: 33.40). Gebied oostelijk van de Hoogeinden, aan weerszijden van de Schijndelsedijk, nu N. C.B.laan. Het is niet duidelijk van welk soort "putten" hier sprake kan zijn geweest; het gebied is tegenwoordig vrijwel geheel bebouwd; misschien ging het om "leemputten", leem wordt in de Veghelse bodem wel aangetroffen. Of bestond het hele gebied uit weinig bruikbare grond? -Zie Put, Leemputten en Reemputten a. ACHTERSTE PUTTEN Een gedeelte in een cluijt of moerven en heijde gelegen opt zontvelt genaemt de agterste putte, groot ontr. lh 1. [RAVllO-218 (1792)]. Onbekende ligging op Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. PUTTENBURG Puttenburg [N (1852)]; A 1463 (hu: 01.23). Naam voor een arbeiderswoning in de Putten, ter plaatse van het nu afgesloten westelijk deel van de Noordkade. Benoeming naar de ligging. -Zie Burg 275RAAPKOEK Huis over de brugge, genaamt den Raapkoeck [RAV105-69v (1764)]. Koolzaadkoek, als veevoeder gebruikt.
RAASSENHOF Den raesen hoff aen 't havelt [GVEI5-19 (1624)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Hof
RATTEBOS Ratte bos [V.-]; A 799 (h: 1.82.20); bos van rath [V.-]; C 369 (verk.) (he: 20.60.10). Ligging in de Knokert, tevens in Hogerduinen. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam vgl. Josephus Antonius Rath, 1858.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 208 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Bos
RATTEVELDEN Rattevelden [V.-]; A 864 (verk.) (he: 22.96.80). Ligging in het Oost-Dubbele. -Zie Veld
RECHT De regt, dorshout [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Mogelijk een "recht" perceel.
REEMPUTTEN Reemputte [Ms.-] Liggende aan de uiterste zuidgrens van de gemeentegrond vanouds een der grenspunten van de gemeente Veghel. "Reem" staat hier verkeerd voor "reen". "Reen" betekent "grens"; buren of eigenaars van belendende percelen worden vaak genoemd reengenoten. Reenputten waren putten of kuilen, die men groef in de hei om de grens aan te geven. Als ooit commissarissen uit Brussel de grens kwamen inspecteren, ontstak men vuren in die putten of kuilen, opdat zij van verre de grens zouden kunnen zien. In Eerde worden die reenputten genoemd "de Kuilen". De reenputten waar het hier over gaat, die komen na Rijconsvoort, moet men zoeken op de Lieshoutse heide. De uitgifte brief der gemeente door Hertog Jan II aan Veghel gegeven zegt verder; "Van reenputten loopt de grens tot de gemeente van Erpe, beginnend aan het einde van de lange dijk naar Erpe en van het einde van de lange dijk teruggaande en langs de gemeente van Erpe zich uitstrekkend tot Sweenslake". Van reenputten loopt dus de grens van Veghel in een lange lijn langs de Lieshoutse heide tot de gemeente van Erp (bij de Boerdonkse kampen, MS.-5). -Zie Put
REGENAKKER Den reghenacker in vechel en beemden aldaar bij die aude brugghe in die aakart en in die russelt [BPI212-56 (1443)]. Ongekende ligging in de omgeving van het Akert/het Rutsel. Bleef op deze akker het (hemel)water lang staan? -Zie Akker 276 REGENBEEMD In den regembeemt (dorhoudt) [GVE2-198 (1702)], hoy over de brug regenbeemt (straet aen de zuydzeyde [GVE12-342v (1777)]. Onbekende ligging in de dorpskom en in het Dorshout, mogelijk identiek met regenbeemd. Mogelijk verschrijving voor of onjuiste lezing van rijenbeemd. -Zie Beemd en Rijenbeemd REIBROEK(SKE) Dat ruybroeck ad locum dictum zytart [GVIE2 (1484)]; in loco dicto ruybroeck, 15191538, Hs-van 't sontveldt op rudebroeck [GVB54 (+ 1700)]; 't reibroekske aan de colck [RAV159-56v (1742)]; reijbroek [GO- (1754)]; het reibroek [kado (1832)]. E 672-725; 't rijbroek [V.-]; E 693 (verk.) (he: 19.37.30), 700 (verk.) (he: 22.41.00). Voormalig heidegebied onder Zijtaart, tevens (Reibroekske) perceel van onbekende ligging in of nabij het Reibroek. Mogelijk afgeleid van "rei" B) voor waterloop, sloot 6) voor in het land, greppel, bepaaldelijk ajwateringssloot (W.N. T.-1590). -Zie Broek a. VOORSTE REmROEK Het voorste rijbroek [N (1891)]; E 1933 (w: 1.80.00). Benoeming naar de ligging. REIBROEKVELDEN
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 209 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Reybroeke velden [V.-]; A 991 (h: 0.63.90). Ligging in de Dorshoutse beemden. Het eerste lid is de genitief van de in Veghel nog algemene persoonsnaam v. Reibroek. -Zie Veld REK Gedeelte van een vaarwater; inz. recht stuk van een rivier tussen twee bochten I 6) (W.N.T.-1825). -Zie Dorshoutrek en Schoutenrek REMMERSBEEMD Van remmens beemt [GVE2-322 (1702)]; remmertsbeemd op middegaal [RAV158-174v (1738)]; tegenover remmersbeemd [GVIIB26 (1804)]. Onbekende ligging op het Middegaal en mogelijk elders. Het eerste lid zal een (genitief van een) persoonsnaam zijn vgl. Gerarda Remmen, 1879 (Kl.Bev. V.). -Zie Beemd RIDDERSTEEG De riddersteeg in grietenveld [N (1879)]; E 557 (w: 24.80). Ligging in Grietenveld onder Zijtaart. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam. -Zie Steeg RIEKENBEEK Onbekende ligging. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Henricus Rijken, 1826 (Kl.Bev. V.); of de genitief van de Rijk vgl. Franciscus de Rijk, 1838 (Kl.Bev. V.). 277 RIELANDSHOEF
Een perceel teulland groes houtwas en geregtigheden op 't ham genaemt heemberg bij rielandshoef [N (1815)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Hoef RIELSVELD
Binnen de gemeente van St.Oedenrode in het eerde genaamd van rielsveld [N (1817)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld RIET
Rietbeemd (Top. van Bocholt nl. 1: riet mndl. rijt "waterloop", 2: riet naam vamn een plant). RIETBEEMD
De rietbeemd havelt beemden agter de straat [GVIIE13 (1792)]; een perceel beemd gelegen te veghel agter de straat genaamd den rietbeemd [N (1824)]. Onbekende ligging aan het Havelt en nabij de straat (Hoofdstraat) in de dorpskom. Benoeming naar de begroeiing. -Zie Beemd RIETMANSDAMMEN
Rietmansdammen [V.-]; C 1 (w: 29.00). Ligging in het grensgebied tussen Erp en Veghel nabij Blankenburg. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Cornelis Rietman, 1847 (Kl.Bev. V.). -Zie Dam RIETMORTEL
Rietmortel in den ham [BPI185-308v (1408)]. RIJBEEMD
De Rijbeemd [V.-]; E 436-437 (w: 57.30), 437 (ho: 19.40). Ligging in het Keselaar onder Zijtaart. Deze percelen hadden drie bezitters, die er
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 210 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
beurtelings gebruik van maakten; het eerste lid zal afgeleid zijn van een werkwoord rij(d)en, dat in het plaatselijke dialect min of meer de betekenis gehad zal hebben van "wisselenIr. -Zie Rijdendebeemden en Beemd RIJDENDEBEEMD(EN)
1/6 Part in drie reydende beemden agter ham [GVEI2-7v (1778)]; rijdende beemden [N (1839)]; D 410-411 (ho: 0.98.00); de onverdeelde helft in een perceel hooiland, of zoogenaamde rijdende beemd in de haveltsche beemden [N (1846)]; de rijdende beemd [N (1865); D 802 (ho: 2.54.60); de reidende beemden [V.-]; A 786-787 (ho: 2.00.80). Ligging in de Knokert, in de Hamse en in de Haveltse beemden. De rijdende beemden in de Knokert werden ieder jaar verschillend gepoot, zo vermeldt de volksmond; ook in dit geval lijkt "rijden" dan een betekenis te hebben die dicht komt bij "wisselen"; de volksmond verklaring is hier echter twijfelachtig, omdat deze beemden direct aan de Aa278 oever liggen en een gebruik ervan als bouwland niet voor de hand ligt. De direct aan de Aa grenzende percelen worden vrijwel uitsluitend als weiland gebruikt; een verklaring als onder rijbeemd is wel plausibeler. -Zie Beemd RIJENBEEMD
Reyenbeemt over de brugg naast hoogeynd [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging nabij de Hoogeinden, misschien identiek met Regenbeemd. Mogelijk is er sprake van een verschrijving of onjuiste lezing voor regenbeemd (zie regenbeemd). Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn vgl. Peter Johannes Rijen, 1830, (Kl.Bev. V.). Mogelijk is het eerste lid mnl. "reie, ru" gracht, waterloop of naar mnl. rei, reeks op een rij liggende perceelen (M. Top. Valk.-216). -Zie Beemd RIJKEVOORT
Usque ryconsvort se extendunt et de ryconsvort [Hs- (1310-1311)]; ad locum dictum aen des rycartsvoert [Hs- (± 1385)]; rykevoort off creytenborgh [GVEI2-295 (1778)]; ook rijckontsvoort, rijconsvoert, nu de voort genoemd beneden krijtenburg (voorde over jekschotse loop) [M.- (1954)]. Gebied liggend ten zuiden van de Hoge Biezen, nabij Krijtenburg onder Zijtaart, nu de Voort genaamd. Het eerste lid is wellicht ontstaan uit de mansnaam Rijcart, Ryckont, Richard of een daarvan afgeleide persoonsnaam vgl. Wilhelmina Rijkers, 1870 (Kl.Bev. V.). RIJKZENVELD
Rykzenveld op de watersteeg [N (1854)]; A 246-248 (w: 78.20). Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Wilhelmus Franciscus Rykzen, 1804 (K.Bev. V.). -Zie Veld RIJNENBUNDER
Bene bunder hoijlant genompt aemt rijnnen bunder [N (1651)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bunder RIJT(JES)
Te weten dat derde deel van de rijt [GVIE2 (1422)]; hoyvelt die ryth in die nederbiest [Hs- (1519-1538)]; twee stucxkens neffen de rijt in den d'avel1 [GVEI5-83 (1624)]; int reijtie (den biesen) [GVE2-285 (1702)]; de reydt, crekelhoff [RAVI59-157v (1752)]; de rijt [kado (1832)]; C 461-472; de ryt [N (1876, 1882, 1883, 1884)]; C 471-472 (he: 7.09.50), D 108-109 (b en w: 74.10), 172 (b: 62.30), E 1049 (ho: 25.60) 790 en weg. (he: 5.83.10); de rijdt [V.-]; B 404 (b: 56.80); de reytjes [V.-] B 1, 5, 6 (w: 95.50); de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 211 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
rijt [V.-]; D 108 (b: 42.50); de rijtjes [V.-]; E 764-765 (b: 0.18.19; w: 0.20.50). Gebied liggend tussen de Heuvel en Blankenburg, tevens verspreid liggende percelen. Wellicht benoeming naar de ligging aan een rijt "waterloop" (M. Top. Valk.-219). Ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart (rijtje(s) en in het Schuttersveld (rijtjes). Diminutief van rijt. a. ACHTERSTE RIJT 279 De achterste rijt in de rijt [N (1870)]; C 471-472 (he: 7.09.50). Benoeming naar de ligging in het gebied de Rijt. b. VOORSTE RIJT De voorste rijt in de rijt [n (1870) C 471 (he: 1.10.90). Benoeming naar de ligging in het gebied de Rijt. -Zie Heerijt RIJT STUK Reytstuk nederboekt [Hs- (1532)]; 't ryt stuck in den d'avell [GVE15-147 (1624)]; rijdt stuk in de stadt [GVE12-130 (1777)]. Onbekende ligging in het gebied de Stad e.a. Benoeming naar de ligging aan een rijt, waterloop. Het eerste lid is mogelijk een persoonsnaam vgl. Bartholomeus van de Rijt, 1851 (Kl.Bev. V.). -Zie Stuk RIJZINGEN Rysingen op jecschot [Hs- (1533)]; de hoeve te risingen in vechel [Mrv23-120v (1533)]. Onbekende ligging in Jekschot onder Zijtaart; tevens een hoeve ter plaatse. Rijzing A 4) de langzame opheffing van de aardoppervlakte op sommige plaatsen. 10) Het schuin oploopen [W.N.T.-469, 470]. Wellicht duidt het toponiem op een verheffing in het landschap. RODE -Zie Rooi RODELEEUW Huishof, in de straet gen't den Roden Leeuw, [RAV98-182v (1726)]; huis in Veghel in de straat neven 't huis de drije Swaentjens, andere zijde de Rooden Leeuw [RAV 99-185v (1731)]; erf den roden leeuw [GVE12-81 (1778)]; huijsinge, schuur, stallinge en hoff, in de straet van outs genaamt den Roode Leeuw [RAVll 0-237v (1793)]. Ligging in de straat (kom) van Veghel, thans Hoogstraat. Mogelijk was dit een herberg. ROEF Achter de roef in de putten [N (1863)].; A 1519-1521 (2: 60.40). Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Theodorus Cornelis Roeff, 1840 (Kl.Bev. V.). "Roef" in de betekenis A 1) in 't algemeen. Schuin toeloopende dakvormige overdekking [W.N. T.-676J. ROEFFENERF Van jan tys roeffen erff ende lant in den varenberch tot verscheyde parceelen liggende tsamen [GVE15-108 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht in Mariaheide. -Zie Erf ROEFFENHOEKJE Roeffen hoekje daer teynde [GVE12-123 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar een persoonsnaam. 280 -Zie Roef en Hoek ROEFFENKAMP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 212 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Cluyterken, ook roeffencamp in buenderse hoek [RAV159-66v (1743)]; twee groesvelden gelegen te veghel aan het beukeaar genaamd roeffekamp [N (1830)]. Onbekende ligging in het Beukelaar/de Bundersehoek. -Zie Kamp ROEFFENSTREEP Vuijt een stuck ackerlants genaemt roeffenstreep ontrent 2 1. gelegen onder rol] op creijtenborch aende biesen [RG-194 (1646)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Eerde en Zijtaart. -Zie Streep ROEFSEVELD Land het roefsschen velt in die sweenslachse tiende [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging in of nabij de Sweenslaak in het grensgebied tussen Veghel en Erp ter hoogte van Keldonk. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam vgl. Antonetta Huberta Roefs, 1838 (KI.Bev.V.). -Zie Veld ROELOFFENBEEMD Een perceel hooiland genaamd roelofschenbeemd [N (1847, 1920)]; A 1065-1066, 1068 (ho: 86.80); roeloffenbeemd in het dorshout [N (1885)]; A 1065-1066, 1068 (ho: 86.80); roelofersbeemd, roelevenbeemd [V.-]; A 1065-1066, 1068 (ho: 86.80). Ligging in het Dorshout. Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Roelof of van een persoonsnaam vgl. Gertrud Roelofs, 1903 (KI.Bev.V.). -Zie Beemd ROELOFSAKKER Sijn hopveldeken d'lant bij jan roelofsecker [GVE15-30 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Akker ROELOFSKAMPKE Van Barbara roeloff peters roeloffs kempken loco voors. [GVE15-25 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie kamp ROESAKKERKE 't Roes eckerken genaemt [GVE15-95 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid kan mogelijk roos zijn in de betekenis van riet (M. Top. Overpelt -303). Het eerste lid kan mogelijk een persoonsnaam zijn vgl. Hendrina Peter van Roes, 1768 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker ROETROT Int roetrot [Hs- (± 1445)]. 281 Onbekende ligging. Misschien te lezen als root-rot; waarbij het laatste element dan hetzelfde is als vlasroot, waterkuil waarin lutvlas werd geroot (M. Top. Overpelt -304). Het eerste element is dan wel afgeleid van het werkwoord roten I 1) met den hennep of het vlas. De stengels aan de werking van water blootstellen, teneinde de bastvezels van het hout los te maken (W.N.T. -1430, 1431). ROETSTREEP
Strepa roetstreep [HH133-68 (1507)]. Onbekende ligging. Mogelijk ook van roet in de betekenis van meststof (W.N. T. I 2a 835). Of van roet, dialectische vorm van ruit; onkruid (W.N.T. Il 838). -Zie Streep ROGSEBEEMDEN
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 213 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
1,4 Hoy agter Ham in de rogse beemden [GVE12-318v (1777)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de teelt. -Zie Beemden
ROMEIN
Huijsinge, schop, hoff en geregtigheden, lh 1. alhier over de Brugge aen de Leest, van outs genaemt den Engel, nu genoemt den Romeijn [RAV104-181v (1759)]; erf den romeyn [GVE12-222v (1777)]; deling van een huijsinge en hoff genaamt den Romeijn [RAV112-249 (1800)]. Onbekende ligging aan de Leest, waarschijnlijk een herberg. "Romein" een oudtijds te weten in de 15e en 16e eeuw gebruikelijk woord voor: wijntapper. Naar men wil een verbastering van de benaming der in den genoemden tijd veel gedronken wijnsoort "romenige". Men brengt met dit woord in verband dat de "romein" een niet zelden voorkomende benaming is van herbergen. Dat men boven logementen dikwijls het opschrift ontmoet: de romein, de oude romein, de jonge romein .... Die logementen, waar de romein uithangt waren vroeger wijnhuizen, v. Lennep en ter Gouw, uithangt. 1) 127 (W.N. T. (Il) 996-997).
-Zie Engel RONDAKKERKE
Den hoff ende 't ront eckerken by thuys [GVE15-101 (1624)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de vorm. Benoeming naar de ligging in een ronding of draai van een waterloop of van een weg (rop. Huibrechts-Lille, -161). -Zie Akker RONDEBEEMD
Op den ronden bempt [N (1649)]; de ronde beemt in akart [RAV158-32 (1727)]; tegenover den ronden beemd, begonnen aan de sluys op de rivier de aa [GVIIB26 (1802)]. Onbekende ligging in het Akert en mogelijk op andere plaatsen. Benoeming naar de vorm. Benoeming naar de ligging in een ronding of draai van een waterloop of van een weg (rop. Huibrechts-Lille, -161). 282 Gedeelte Iuulasterkaart anno 1832, dektie D 1 genaamd Haveld, omgeving Ronde Bult 283
RONDEBULT De ronde bult [kado (1832)]; D 196-241; de ronde bult [N (1838)]; D 216 (b: 24.10); ronden bult [N (1841)]; D 227 (b: 40.70); den ronden bult [N (1841)]; D 203 (b: 18.30). Gebied liggend tussen de Hoge Boekt en het Akert; nu bevindt zich daar het volkstuinencomplex "Ons Hofke". Benoeming naar de ligging. Het gebied vertoont inderdaad een zachte glooiing die in het midden het hoogste punt bereikt. "Rond" kan dus wel betrekking hebben op het profielvan deze welving of ook op de omtrek van het gebied. -Zie Bult RONDVELD(JE) Zijn ront veldeken neffen de straet in den d'avell [GVEI5-100 (1624)]; het rond veldeken (straat) [GVE2-73 (1702)]; de weg in de boektstraat lopende van de groote weg tot het rondveltje [GVIIB26 (1796)]; 1 perceel weiland genaemt rondveld te veghel [N (1886)]; C 133 (w: 06.70); rond veldje in de hemel [N (1894)]; B 1089 (b: 24.80). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm. -Zie Veld ROOD(S)KUIL(EN) De roodkuil in de nieuwe kopen [N (1895)]; A 865, 933, 935 (w: 96.60); roodskuilen [V.-]; A 929-935 (hh: 19.60; w: 1.18.90).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 214 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in de Nieuwe Kopen bij het Dorshout. Ongeveer ter plaatse bevindt zich een bodeminzinking, die mogelijk in vroeger tijden gebruikt werd voor het roten van vlas. Het eerste lid zou ook de genitief van een persoonsnaam kunnen zijn vgl. Johannes Rood, 1804 (Kl.Bev. V.). -Zie Kuil ROOI-RODE -Zie Bommelrooi, Bovenrooi en Schimmelrode ROOIAKKER Uuyt eenen acker geheiten die roede acker gelegen in die prochie van vechel [GVIE2 (1457)]; de rooiakker in akart [Hs- (1532)]; de rooyakker [V.-]; B 12, 13, 17, 18 (w: 31.70; b: 1.34.60). Ligging in Schuttersveld, tevens onbekende ligging in het Akert, en mogelijk elders. Samenstelling van rode: rooi, bos, heiderooiing + akker (M. Top. Valk. -222). Afleiding van een persoonsnaam is ook mogelijk vgl. Christiaan Michaël Rooyakkers, 1865 (Kl.Bev. V.). Of een samenstelling van een persoonsnaam en "akker", vgl. Wilhelmina v. Rooy, 1808 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker ROOIAKKERSTREEP Een streep land die royackerstrepe [BP1190-182v (1417)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging op of nabij de Rooiakker. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep ROOIEBOOM De rooie boom [V.-]; E 1422-1429 (b: 96.40; w: 2.66.20; hh: 06.40; he: 6.44.70). 284 Ligging in Jekschot onder Zijtaart. Benoeming naar ter plaatse voorkomende opvallende rode beuken. ROOISEBEEMD Hoy agter ham roysenbeemt [GVEI2-295 (1777)]. Onbekende ligging nabij het Ham. Het eerste lid zal hier de genitief van een persoonsnaam zijn v. Rooy. Gezien de ligging lijkt afleiding van St.Oedenrode (Rooy) niet voor de hand liggend. -Zie Beemd ROOISEDIJK Schutboomsbroekje op den rooisen dijk [GVIIB26 (1796)]; den rooischendijk [N (1842, 1882)]; F 591,592 (w: 55.80), 628-630 (b en w: 1.18.60). Dit is de oude benaming voor de weg naar St.Oedenrode, ook de huidige Violenstraat behoorde daarbij, tevens enkele percelen aan de Rooisedijk gelegen. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk a. NIEUWE ROOISEDIJK Den nieuwen rooisendijk [GVIIB26 (1806)]. Blijkbaar is een gedeelte van de Rooisedijk ooit verlegd, zodat een Nieuwe en een Oude Rooisedijk ontstonden, welk gedeelte de Nieuwe Rooisedijk werd genoemd is niet bekend. Benoeming naar het (recente) tijdstip van aanleg/ingebruikname. b. OUDE ROOISEDIJK Op den ouden rooysen dijk [GVIIB26 (1804)]. Welk gedeelte de benaming Oude Rooisedijk droeg is niet bekend. Benoeming naar het (vroege) tijdstip van aanleg/ingebruikname. -Zie Nieuwe Rooisedijk
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 215 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ROOISEHOEF De rooysche hoef [N (1856)]; B 217, 218, 234-236, 244 (w: 2.70.80). Hier is vrijwel zeker sprake van een verschrijving of onjuiste lezing voor korsehoef -Zie Korsehoef ROOISEPAD Op den rooischen padt, de donck, de dorenhoek met de kempkens [Ms-]. Wellicht identiek met de Rooisedijk. Benoeming naar de ligging. -Zie Pad ROOT Vlasroot waterkuil waarin het vlas werd geroot (M. Top. Overpelt -304). "Root" gerooid bos of struikgewas (M. Top. Overpelt -303). ROOTSENBEEMD Gedeelte in eenen hoijbeemt gelegen achter ham, groot ontr. 2 karren hoijgewas, beneffens erve den vlodtbeemdt, d'ander zijde rijdende met Michiel Donckers, d'een eijndt den roodtsenbeemt [RAV60 (1668)]. 285 Onbekende ligging op het Ham. -Zie Root en Beemd
ROOTVEN Naast het roodven [GVIIB7 (1790)]; het rootven [N (1866)]; D 1024 (w: 38.80). Ligging in het gebied de Nieuwe Veldjes bij het Havelt, inmiddels verdwenen. Anno 1832 lag hier een vennetje waar vlas in geroot zal zijn. -Zie Root en Ven
ROSKAM Huis en hof in de straat genaamt den Roscam [RAVI00-44v (1733)]; heerehuysinge den roskam vechel in de straet [Mrv92-2 (1749)]; erf den roscamp straet zuydzeyde [GVEI2342 (1777)]. Wellicht was dit een herberg; liggend in de straat (nu Hoofdstraat). "Roskam" ros-kam A 1) Eigenlijk ijzeren wijd-getande kam met steel, waarmede men de (huid)haren van een paard reinigt; paardekam. Als uithangteeken aan en vandaar als benaming van herbergen met gelegenheid tot stalling (W.N.T. -1398).
ROT -Zie Beukelaarsrot, Dorshoutsrot, Hamsrot, Haveltsrot, Heuvelsrot, Hoge Heiserot, Roetrot, Rot de Lage hei, Rot het Middegaal, Wielrot, Zondveldsrot en Zijtaartsrot
ROTERT Akker 't rootaert [BPI413-402v (1581)]; de rootert [RAV158-170 (1737)]. Onbekende ligging. Wellicht van roetand, roeterd, roeter. Een in Zuid-Nederland gebruikelijke benaming voor de Vlaamsche Gaai of Meerkol; soms gelijkgesteld met de kraai of de ekster. het woord zal wel een afleiding met aard zijn van roet I 2 schoorsteenzwart naar de zwarte kleur der kraaiachtige vogels (hoewel juist de gaai door haar bonte vederbos in dat opzicht van de overige afwijkt) (W.N.T. -839). Misschien ook een interpretatie "root-aart" "rode aarde". Heel wat akkergronden in Veghel, vooral onmiddellijk langs de Aa hebben een roestbruine kleur door het hoge ijzergehalte; of een personijicerend "ert" ook naar aanleiding van deze rode kleur.
ROUWEHOF De rouwenhoff [RAVI60-196v (1781)]. Onbekende ligging. Waarschijnlijk is het eerste lid "rouw" dialectisch voor ruw, wellicht een dichtbegroeide tuin. Het eerste lid kan ook de genitief van een persoonsnaam Rouw zijn, vgl. Mechelina Rouw, 1840 (Kl.Bev. V.). -Zie Hof
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 216 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ROUWEKAMP De rouwen camp (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; de rouwencamp, de hey, hoge heyde [Hs- (1664)]; den rouwencamp [GVE2-106 (1702)]; de raauwen kamp [N (1838)]; B 223 (w: 38.60); den rouwenkamp [N (1873, 1880, 1883, 1891)]; B 224 (w: 41.90), F 380382 (w: 82.10),455 ged. (w: 1.70.32); de rouwe kamp [V.-}; F 377-379 (w: 75.00); de rauwe kamp [V.-] . Ligging in het Dubbele onder Eerde en in de Korsehoeven. "Rouw" hier wellicht in de betekenis "ruw", "ruig", mogelijk duidend op de toestand van het betreffende gebied, voor 286 de ontginning. -Zie Kamp
ROUWEN OORD Aan den rouwenoord [N (1853)]. Onbekende ligging. "Oord" VI Uit de betekenis spits, punt, ontstond ook die van: vooruitstekende punt, hoek lands in zonderheid zulk eene, welke in het water uitsteekt; bij uitbreiding dan ook: een stuk lants, een stuk gronds in het algemeen, met alles wat er bijbehoort, oorspronkelijk wel in toepassing op een stuk gronds dat in een punt, in een hoek uitloopt. Als plaatsnaam Den Oord bij verbastering de Noord naam van verschillende buurten en huizen (W.N.T. -69). ROUWHAAG
Haar haegh mette rouhaegh ende het heestervelt (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Wellicht benoeming naar de ligging in of nabij het gebied de Haag in het grensgebied van Veghel en Schijndel. -Zie Haag ROUWSTEEG
Rouwsteeg [V.-]; A 864 (he: 22.96.80). Benaming voor een zandweg in het Oost-Dubbele, noordelijk van de Kilsdonksedijk en evenwijdig daaraan. benoeming naar de ligging aan het rouwveld. -Zie Steeg ROUWSEL
Het rouwsel [kado (1832)]; D 1057-1074. Ligging in het rouwveld, waarschijnlijk identiek daaraan. Afgeleid van "rouw" (zie rouwenhof), waarschijnlijk (het toponiem komt slechts eenmaal voor) is het een onjuiste schrijfwijze, berustend op misverstand. ROUWVELD
het rouwveld [kado (1832)]; D 1032-1037, 1039-1048, 1051-1055, 1075-1079; rouwveld [N (1847)]; D 1033-1062 (b, w, ho en bos: 25.03.80; w: 46.20), 1068 (w: 61.60); rouwveld [V.-]; A 864 verk. (he: 22.96.80). Gebied tussen het Havelt en de grens met Erp, aan de oostzijde van de weg naar Erp, tevens een perceel in het oost-Dubbele. "Rouw" in de betekenis van "ruw, ruig". Het betreffende gebied bestond anno 1832 voor een groot deel uit opgaand geboomte, hakhout en dennebos. -Zie Veld a. ACHTERSTE ROUWVELD Het achterst rouwveld aan het rouwveld [N (1891)]; D 1076 (w: 65.70). Benoeming naar de ligging in het gebied het rouwveld. b. VOORSTE ROUWVELD
Het voorste rouwveld op het Ham [N (1891)]; D 1078 (w: 53.60). Benoeming naar de ligging in het gebied het rouwveld. 287
ROVERS AKKER
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 217 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van eenen acker genaemtjan roversacker gelegen aent havent [HH163-7 (1714-1783)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker
ROVERSHOEFKE Van jan rovershueffken ende lant aent havelt [GVE15-33 (1624)]. Onbekende ligging aan het Havelt. -Zie Hoef
ROVERT Een stuck out landt genaemt den reuver (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; seecker stuk teulants genaemt den roovert geleegen binnen de parochie van St.Oedenrode en onder de palen van vechel op crijtenborgh [GO-126 (1639)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde. Wellicht afgeleid van een persoonsnaam Rovers.
RUITER Dat sij te samen sijn gegaan op het versoek van voorn. Jacob Thomassen, om een half glaesje brandewijn te drinken in een herbergske staende op het middegaal onder vechel, alwaar uijthangt "den ruijter" [RAD76-120 (1730)]. Onbekende ligging op het Middegaal. Herberg waarvan de eigenaar/bewoner vroeger een ruiter was. 't Was niet zeldzaam, dat een, die lang in den krijg gediend had om zijn verdere levensdagen wat rustiger slijten wou, een kroeg of een komenij begon. Zulke oude gedienden dan, als ze een uithangbord moesten bedenken, vonden er doorgaans behagen in, zich zelver in hun vroeger kostuum te laten schilderen. Vandaar het uithangteeken de Ruiter, waaraan zoo menigeen zijn familienaam te danken heeft (Uithangt., van Lennepter Gouw, II-142).
RULLEKENSBEEMD Rulkens, rullekens beemt in donkere beemden (tussen 2 bruggen) [Hs- (1614)]; rullekens beemt voor sijn part [GVE12-196 (1777)]; eenen beemd geleegen te veghel in de donkerebeemden aan de leest, genaamd rullekensbeemd [N (1821)]. Onbekende ligging in de Bruggen. Het eerste lid zal de genitief zijn van de persoonsnaam v. Ruilen in de diminutief-vorm vgl. Wouter Wouters van Ruilen, 1447 (BP-133v). -Zie Beemd
RULLENKAMP Een perceel teul- en groesland zijnde de helft in den rullenkamp binnen de gemeente veghel aan den wilbershoek [N (1824)]. Onbekende ligging aan de Willebrordushoek. Het eerste lid is een persoonsnaam.
RULLENSTREEPKE 't Rullenstreepken [Mr1322-69v (1433)]; item noch een lopensaet lants geheyten 't rullen streepken gheleghen aldair tusschen erffenisse [LB-63v (1448)]. Onbekende ligging. -Zie Streepke 288
RULLENSTREPEN RuIlenstreepen in nederbiest [Hs- (1531)]; 2 strepen de ruIlenstrepen 't goet te haenvelt [Mr1322-65 (± 1608)]. Onbekende ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart, tevens onbekende ligging in de omgeving van het Ham. -Zie Strepen
RULLENSTUK Gaande uit land gezegd dat ruIlenstuk tussen het erf van wolterus van den ruIlen [GZG212 (1390)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam, Wolterus van den Rullen.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 218 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Stuk
RUSTPLAATS Huize rustplaats aan de hoog straat, nu huize Klondike [V.-]. Dit was de oorspronkelijke benaming voor het tegenwoordige huize Klondike aan de Hoogstraat (D442).
Villa rustplaatst (Klondike)
RUTGERKAMP Rutgercamp by hintelthoeve over de straat [GVlIE13 (1792)]. Onbekende ligging aan de Hintel. Het eerste lid zal een persoonsnaam of mansnaam zijn. -Zie Kamp
RUTSEL In loco dicto in die russelt [Hs- (1390-1395)]; ex strepa sita in russent [HH128-25 (1471)]; ex strepa in rusent [HH133-40 (1507)]; rutselt naast laarakker [Hs- (1530)]; bloemengat, blommengat, russelt hoge boekt [Hs- (1675)]; landt int rutselt aen de oude aa [GVE12-120 289
[GVE12-120 (1778)]; het rutsel [kado (1832)]; D 242-263; bouwland in het rutselt [N (1863)]; D 242 (b: 1.10.00). Gebied liggend bij de mestbrug, aan de oostzijde hiervan. Etymologisch woordenboek, Jan de Vries, blz. 398: Rut 1) onkruid, ruigte aan waterkant, 2) b.n. W. sedert 1573 bekend, met dialectische bijvormen rutte, ruttes, ruts, rits enz. Misschien een affectie bijvorm bij rot? a. KLEIN RUTSEL Het lant int kleijn russelt (hoog eynde) [GVE2-205 (1702)]. Onbekende ligging aan de Hoogeinden. Benoeming naar de oppervlakte. b. LANG RUTSEL Int lant int lanck russelt [GVE2-82 (1702)]. Onbekende ligging, wellicht in het Rutsel. Benoeming naar de vorm. RUTSELSEHOEVE Land de cloot in de russelse hoeve [Mrv91-2v (1713)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Benoeming naar de ligging. -Zie Hoeve RUTSELSESTRE(E)P(EN) Drie russeltstrepen in vechel in die russelt [BP1213-181 (1442)]; rutselse streep aen de aa [GVE12-82 (1778)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Benoeming naar de ligging. -Zie Streep RUTSELSETIENDE Thienden, ackerse, hamse en russche [Hs- (1747)]; rutselse tiende [RAV159-208v (1757)]; ook het russelt grenzend aan de laarakker de russelse tienden [Mh- (1954)]. Ligging warschijnlijk globaal overeenkomend met het Rutsel. Benoeming naar de ligging. -Zie Tienden RUTSTRAAT Hendricus Verhoeven in de rutstraat [GVIIB26 (1803)]; rutstraat [N (1841)]; G 69 (hu: 01.41). Onbekende ligging in de dorpskom, mogelijk het gedeelte van de huidige Kalverstraat dat uitliep op de Molenstraat. Afgeleid van "rut" I in de betekenis van arm, gemeen volk, schorriemorrie, IV 2) arm, kaal, berooid (W.N.T. -1930, 1931). RUTTENAKKER Ruttenakker in de aabroeken [N (1891)]; A 762 (b: 65.80). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Akker
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 219 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
RUTTENBUNDER In roelof en jan peter rutten buunder [GVE2-179 (1702)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bunder 290 RUTTENERF Van annekenjan rotten erff op ham [GVE15-16 (1624)]. Onbekende ligging op het Ham. -Zie Erf SANDERSHOEF(KE) Drie vaet roggen uuyt zanders hoetken [GVIE2 (1430)]; ex pecia terre dicta tsanders hoetken [GVIE2 (1430)]; sandershoetken davelaar [Hs- (1535)]; twee loopkens met een streepken in sanders hueftken [GVE15-139 (1624)]; van sanders hoef (den heuvel) [GVE2-135 (1702)]; land in leegboekt sanders hoetke [GVE12-131 (1778)]; santsheutke [N (1838)], D 149 (b: 32.50). Ligging in de Nederboekt. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Hoef SASSEVANIJSSELTVELDEN Sasse van ysselt velden [V.-]; A 802-806 (ho: 6.27.10). Ligging in de Knokert. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld SCHAAPSDRIES Een driesveltje schaapsdries (sontvelt) [GVE12-279 (1777)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de schapenteelt; men zal hier schapen hebben laten grazen. -Zie Dries SCHABBERS De schabbers [N (1860)], A 974, 975 (w: 65.80); de schabburs [V.-], A 953-963 (b: 1.32.40); boomgaard: 08.10); hu: 07.92; m: 05.50; w: 1.32.50). Ligging in de Amert. Personificerende afleiding van de stam van het werkwoord schabben (met b. v. wisseling schaven) in mndl. o.m. bekend in de betekenis van krabben, schuren enz. Schab is nog bekend in heischab: met een spade afgestoken stuk heide dat men tot brandstof laat drogen enz. Schabbers (broekland onder Westelbeers). Schabbert (Top. van Bocholt, -198). a. ACHTERSTE SCHABBERS Een perceel groesland liggende aan twee velden met houtgewas en geregtigheden te veghel in het dorshout gelegen, genaamd de achterste schabbers [N (1825)]. Onbekende ligging in of nabij de schabbers in de Amert. benoeming naar de ligging. b. VOORSTE SCHABBERS De voorste schabbers [N (1836)], A 977-978 (w: 98.90). Ligging in de Amert bij de schabbers. benoeming naar de ligging. SCHABBERT Een hooybeemd genamt den schabaert off den grooten buender [N (1653)]; de schabbert dorshout [RAV158-40 (1727)]; de schabbert in den amert [N (1872)]; A 972, 973 (w: 56.30). Ligging in de Amert. Personificerende afleiding van de stam van het werkwoord schabben 291 (met b. v. wisseling schaven) in mndl. onder meer bekend in de betekenis van krabben, schuren enz. Schab is nog bekend in heischab: met een spade afgestoken stuk heide dat men tot brandstof laat drogen enz. Schabbers (broekland onder Westelbeers). Schabbert
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 220 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(Top. van Bocholt, -198). a. VOORSTE SCHABBERT De voorste schabbert [N (1836)]; A 976 (w: 50.80). Ligging nabij de schabbert in de Amert. Benoeming naar de ligging. SCHANS Dit (hams) rot scheyt aen den elsenbos in de beemt bij de schans [GVIIB28 (± 1700)]; de schans [N (1843, 1880, 1886), V.-]; E 195-196 (b en w: 85.00), 195-202 (wen b: 2.29.56), 197-199 (b: 65.70; tu: 01.87; hu: 02.92), 200-202 (b en w: 74.70), 275 (w: 28.30). Ligging aan de Doornhoek en in Korsica onder Zijtaart. De primaire betekenis van schans is vermoedelijk takken of rijsbos; met name betreft het hier de mutsaards die tegen de aarden wal als borstwering werden geplaatst, bij uitbreiding betekent schans dan het verdedigingswerk zelf (Top. van Bocholt, -33). "Schans" versterkingswerk in het veld opgeworpen. In toepassing op een beschutting tegen dieren (W.N.T. -2692). a. GROTE SCHANS De grote schans ter plaatse de berg [N (1888)]; E 183, 184 (w: 52.40). Ligging aan de Doornhoek. Benoeming naar de oppervlakte. b. VOORSTE SCHANS De voorste schans aan het keselaar [N (1893)]; E 183, 184 (w: 52.40). Ligging identiek aan de grote schans aan de Doornhoek. Benoeming naar de ligging. SCHAPENHOF Schapenhof op de leest [N (1888)]; D 622 (b en w: 31.40). Benoeming naar de schapenhouderij. -Zie Hof SCHEIDING -Zie Drie Wegenscheiding en Wegenscheiding SCHEILOOP Bij den scheitsloop [GVEI2-47 (1778)]; de scheiloop [V.-]; F 386 (og: 16.00). Waterloop liggende in het Dubbele aan de westzijde van de Zuid- Willemsvaart grensscheiding tussen Veghel en Schijndel. Benoeming naar functie als grensscheiding; het eerste lid is een afleiding van het werkwoord scheiden. -Zie Loop en Oude Beek SCHEIWEG Weg die de grensscheiding vormt tussen Veghel en St.Oedenrode aan de oostzijde van de weg naar St.Oedenrode. SCHENKELSBEEMD 292 Schenkels beemt agter ham [GVEI2-171 (1777)]. Onbekende ligging nabij het Ham. Het eerste lid zal een genitief zijn van een persoonsnaam. -Zie Beemd SCHENKELSKAMP
Schenkelscamp in de berg [GVIIE13 (1792)]; schenkelskamp [N (1848, 1859)]; E 92, 93 (b: 1.20.10). Ligging in de berg onder Zijtaart. -Zie Kamp SCHEPENSAKKER
Scheepensakker [V.-]; C 330 (de: 1.49.70). Ligging op Hogerduinen. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Henrica Schepens, 1849 (Kl.Bev. V.).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 221 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Akker SCHEPERSKAMP
Den scheperscamp [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn, vgl. Adriaan Schepers, 1820 (Kl.Bev. V). Mogelijk van "scheper" schaapsherder. -Zie Kamp SCHERPEHOEK
Lant den scherpenhoek int dorshout [GVEI2-194 (1777)]; den scherpenhoek [N (1836)]; A 1014 (b: 47.70); scherpe hoek [V.-]; A 1014 (b: 47.70). Ligging in het Dorshout. Benoeming naar de vorm; een langwerpig driehoek-vormig perceel. -Zie Hoek SCHERPETIP
Scherpe tip [V.-]; A 1014 (b: 47.70). Ligging in het Dorshout, identiek met de scherpe hoek. Benoeming naar de vorm. -Zie Tip SCHEURAKKER
De scheurakker [N (1859)]; E 1348 (b: 1.03.30). -Zie Akker en Scheurakker SCHIJFELAAR
Oude huijs, den schijvelaert [RAV96-117v (1716)]; lant int akert scheyffelaer [GVEI2205 (1777)]; 1 loop landt de scheyffelaar [GVEI2-44 (1778)]; in het akert genaamd den schijflaer [N (1821)]; de schijfelaar [kado (1832)]; D 264-287 (b: 7.04.80); de schijffelaar [N (1836)]; D 276 (b: 07.60); de schiffelaar in 't akert [N (1858)]; D 281 (b: 12.30); de schyfelaar op het akert [N (1883)]; D 281 (b: 12.30). Gebied liggend tussen de Leest en het Akert, nabij de mestbrug. Het zou ontstaan kunnen zijn uit schuifel-aar; waarbij sprake kan zijn van een personijicerend "aar" suffix, of uit schuifel-laar, laar in de betekenis van "openplek". 293 SCHIJNDELMANSSTREEP Scyndelmansstrepe in den ham [BPI185-308v (1408)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam Schijndelman; of van schijndelman in de zin van "van Schijndel " afkomstig? -Zie Streep SCHIJNDELSEBEEMD Schijndelse beemt [GVIIE13 (1792)]; schijndelschen beemd [N (1838)]; D 820 (ho: 1.91.10). Ligging in de hamsebeemd, tevens onbekende ligging nabij de Beekgraaf Het eerste lid zal de genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Adrianus van Schijndel, 1833 (Kl.Bev. V.). Benoeming naar de ligging kan hier uitgesloten worden geacht wegens de te grote afstand ten opzichte van de grens met Schijndel. -Zie Beemd SCHIJNDELSEDIJK Aan den schijndelsen dijk in het oost-dubbele [N (1847)]; A 1331 (w: 5.29.30); schyndelsedijk [N (1883, 1884)]; A 1331, 1332 (w: 14.33.90), F 455, 457 (w: 31.86.30); de schyndelsendijk in de putten [N (1885)]; A 1331, 1332 (w: 14.33.90). Dit is de oude verbinding met Schijndel, die als zodanig sinds de aanleg van de ZuidWillemsvaart niet meer in gebruik is. Het is de huidige N. c.B. -laan en het verlengde daarvan aan de overzijde van de Zuid- Willemsvaart, welk laatste gedeelte nog altijd de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 222 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
oorspronkelijke naam draagt. benoeming naar de ligging. a. OUDE SCHIJNDELSEDIJK De oude schyndelsedijk [N (1873)]. Ligging identiek met de Schijndelsedijk. Benoeming in verband met het in onbruik raken van de betreffende verbinding met Schijndel. SCHIJNDELSEKAMPEN Hoy aen kilsdonk in de schyndelse campen [GVEI2-160 (1778)]. Onbekende ligging aan de Kilsdonk nabij de grens met Schijndel. Benoeming naar de ligging. -Zie Kamp SCHIJNDELSESTRAAT Schijndelse straat [GO- (1754)]. Straat onder Eerde, tegenwoordig Dalenstraat geheten. Benoeming naar de ligging. SCHIJNDELSGAT In eenen hoybeemt gelegen alhier aan het hecken genaemt het schijndel gat [GO-126 (1699)]; een hoyvelt aent soogenaemt schijndels gat onder veghel [GVEI2-199 (1777)]; het schijndelsgat [N (1845)]; F 369 (w: 34.90; voorp: 13.60). Ligging in het Dubbele onder Eerde. Benoeming naar de ligging. Ter plaatse bevond zich een hek, dat toegang gaf tot het grondgebied van Schijndel. -Zie Gat SCHIJNDELSKAMPKE 294 Hoy overt broek scheyndels campke (logtenborg) [GVE12-332v (1777)]. Onbekende ligging op Logtenburg. Het eerste lid zal hier de genitief zijn van een persoonsnaam. -Zie Kamp SCHIJNDELSVELDJE Het schyndelsveldje [N (1875)]; D 1207 (w: 81.90). Ligging op het Havelt. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam. -Zie Veld SCHIMMELAAR De schimmelaar aan de aa agter dorshout [RAV157-11v (1679)]; den schimmelaart van arien aart geerlings (dorhoudt) [GVE2-188 (1702)]; landt den schimmelaer int dorshout [GVE12-190v (1777)]; eenen beemt hoijlands gelegen agtert dorshout genaamt de schimmelaer off Jan Willemsbeemt, groot ontrent 4 karren hoy [RAV112-326v (1801)]; de schimmelaar [N (1838, 1840, 1841, 1893)]; A 1024 (b: 85.30), 1096 (ho: 44.90), 1098, 1099 (w: 1.02.70). Ligging in het Dorshout. Benoeming naar een persoonsnaam. Of benoeming naar "schimmelaar" in de betekenis van "klaplooper" (W.N.T. -690). Had de eigenaar een slechte reputatie? SCHIMMELERSBEEMD Schimmeiers beemd [V.-]; A 1094 (ho: 47.30). Ligging in het Dorshout bij de schimmelaar. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd SCHIMMELRODE 't Goed tot scymmelrode [Hs- (1385-1390)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is mogelijk een persoonsnaam. Wellicht ook van "schimmel" paard met een bepaalde tekening. -Zie Rooi en Rode SCHIPPERSKOOP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 223 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Schipperskoop [N (1846, 1874)]; F 583-586 (b en w: 1.05.90). Ligging in de Veertig Lopense. Het eerste lid zal een persoonsnaam ZlJn vgl. Dirk Schippers, 1793 (Kl.Bev. V.). -Zie Koop SCHOENMAKERSKAMP Schoenmakerscamp op 't ven in gemeyn buenders [Hs- (1546)]; bunder hoeijlants genampt schoenmackerscamp te vechel in de heijsche bunders [N (1660)]; schoenmakers camp [GVE12-20v (1778)]; schoenmakers kamp [N (1838)]; B 707, 708, 710 (w: 1.34.90); schoenmakerskamp [N (1847)]; B 705 (w: 25.40). Ligging in de Heibunders. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Albertus Schoenmakers, 1831 (Kl.Bev. V). -Zie Kamp SCHOERFDEHOEVE 295 Scoerfde hoeve [GVE2-39 (± 1500)]; manse dicta die scoerffde hoeve [GVIE2 (1503)]; die schorsde hoeve in die hantvoertsche thiende [Mrv29-13 (1579)]. Onbekende ligging in het Middegaal. Het eerste lid verbergt wellicht een persoonsnaam; men zou kunnen denken aan "schoester" verouderd voor schoenmaker (W.N. T. -76). "schoenmakershoeve. . SCHOOLKERKHOF Een stuck lant genoemt den scoelkerkhof [Mrv23 (1519-1538)]; het schoolkerkhof [Mm22 (1534)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging bij een school. SCHOOR Lant aent schoer in valstraet [GVEI2-222 (1778)]; landt de schoer en buntacker op ham [GVEI2-163 (1778)]; een perceel teulland gelegen te veghel op den derptsen akker achter de schuur [N (1819)]; het schoor [V.-]; B 272-276 (b: 2.04.60; tu: 9.30; w: 21.40; hu: 10.50). Verspreide ligging. Een frekwent voorkomende benaming voor kleine waterovergangen gewoonlijk een paar balken of planken - zijn schoor en vonder. Schoor is onder meer bekend in de betekenis van stut of steunbalk (Top. van Bocholt, -37). SCHOORKE Een halff buender ackerlants genaemt schuerken gelegen op die hoochstraete tot vechel [RGI69-lOv (1646)]; 2 loop landt aent schoorke [GVEI2-38 (1778)]. SCHOORBEEMD Ex magno agro et scoerbempt ex manso de overaa [HHI63-53 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging aan een schoor. -Zie Schoor en Beemd SCHOORSEHOEVE Een perceel teulland aan de schoorse hoef [N (1830)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. Misschien ook van "schoors" 1) rijbrug over een smal water, bestaande uit staken die met takkebossen of zoden bedekt zijn; 2) overdekte waterloop, grondduiker (W.N.T. -855). -Zie Schoors en Hoeve SCHOOT De schoot (scoet) havelt in lankvelt [Hs- (1531)]; hooywas int achoot, land int schoot ('t goet 't haenvelt) [Mr1322-65 (± 1608)]; de schoot agter ham [RAV158-85 (1730)]; teulland en kanten houtwas gelegen op het ham genaamd de schut [N (1816)]; de schoot [N (1876, 1891, 1895)]; D 952 (b: 96.70), 954 (b: 91.10).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 224 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging op het Ham. "Schootakker"; afgeperkte akker, mnl. schoot, schot "het schutten van vee". -Zie Schot a. GROTE SCHOOT De grooten schoot [GVEI5-18 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht in of nabij de schoot. Benoeming naar de oppervlakte. 296 b. KLEINE SCHOOT De cleynen schoot [GVE15-18 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht in of nabij de schoot. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Vinkelschoot
SCHOP (en RIEK) In de akker die scop, aldaar, after in die akart [BP1192-194v, 195 (1421)]; boerderijtje langs de weg Veghel-Eindhoven bekend staande als schop en riek [V.-]. Ligging in het Akert, wellicht identiek met de schopakker. Het gebied schopakker ligt achter het Akert. Schop V schuur of loods tot berging van gereedschappen soms ook van wagens etc. (W.N.T. -883). Ter plaatse zal een "schop" gestaan hebben. Het oude boerderijtje "Skup en Riek" stond langs de weg Veghel-Eindhoven. Het werd in 1956 afgebroken. De naam ontleende het aan de twee werktuigen die in het bovenlicht van de voordeur waren verwerkt.
Oud boerderijtje "Schup en riek", dat langs de weg Veghel-Eindhoven stond SCHOPAKKER Die scopacker [BP1190-182v (1417)]; (agter) de schopakker, in akart [GVIIE13 (1539)]; zijn land int akert neffen de schopecker [GVE15-62 (1624)]; dirk jan deenen beemt agter schopakker [RA V159-49v (1741)]; de schopakker [kado (1832 )]; D 288-310 (b: 9.59.90); de schopakker [N (1835, 1836, 1842, 1847)]; D 288 (b: 67.00), 289 (b: 08.40), 291 (b: 48.40), 299 (b: 72.40). 297
Gebied tussen het Akert en de Haveltsebeemden. Benoeming naar de aanwezigheid van een "schop", die daar eens gestaan zal hebben. -Zie Schop, Akker en Achter de Schop akker SCHOPDRIES De schopdries [V.-]; E 1363-1365 (w: 29.50).
Ligging op het Zondveld onder Zijtaart, vermoedelijk identiek met schaapdries. -Zie Schop en Dries SCHOT
Scho(o)t beboste hoek zandgrond, uitspringend in een moerassig terrein. Diverse nuanceringen zijn mogelijk (M. Top. Valk. -110). -Zie Jekschot SCHOTTAARTAKKER Den schottaertacker ter plaatse genaemt de setert [Mrv92-16 (1751)].
Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid kan een persoonsnaam zijn. Mogelijk ook "schotter" 1) koe die op twee-jarige leeftijd voor het eerst besprongen wordt. In N. Holl. In W.-Vlaanderen twee-jarige vaars (W.N.T. -937). -Zie Akker SCHOUTENDEKAMP Sijnen camp neffens schoutende camp (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; eenen camp gelegen neffen schoutend camp (onder eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal een oude genitief zijn van een persoonsnaam, vgl. Jacobus Schouten, 1846 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp SCHOUTENREK
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 225 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Tegen den lange brede beemt op schoute rek (op de rivier de aa [GVIIB26 (1788)].
Onbekende ligging, waarschijnlijk in de Knokert (gezien de ligging tegen de lange brede beemd). Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Rek SCHOUT(EN)KAMP Van de schoutcamp (onder eerde) [GSO- 262 (1617)]; de heIlicht van schautencamp (onder eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde, wellicht identiek met schoutendekamp. Het eerste lid zal een persoonsnaam of genitief van een persoonsnaam zijn. -Zie Schoutendekamp SCHOUWEN Nog uit een stuk lants geheiten schouwen (eerde) [GOI26-10 (1555)].
Onbekende ligging onder Eerde. Perceel van waarop men een goede uitkijk heeft? (M. Top. Overpelt, -312). Misschien is verband mogelijk met mnl. scoud "scheef", minder waarschijnlijk, gezien de grotendeels hoge ligging van Eerde, is een verband met germaans scaldu "lis" (J. Lindemans, Med. 1935-23) (Gysseling 1960-901) (M. Top. Overpelt, -312). Mogelijk gaat hier een persoonsnaam schuil. 298 SCHRAGENBEEMD Scragenbeemt aen dorhout [Hs- (1510-1520)].
Onbekende ligging in het Dorshout. Afgeleid van "schraag" in de betekenis van "schuins" (WNT. -971 /I-I). Het eerste lid is wellicht ook een persoonsnaam of genitief van een persoonsnaam. -Zie Beemd SCHROEF De schroef, doornhoek [GVIIEI3 (1792)]; de schroef aan de doornhoek [N (1886)]; E 148 (b: 81.40) 149-150 (w: 17.80; og: 17.20).
Mogelijk naar "schroef" in de betekenis van "loszinnig persoon" (WNT. -1089). Het toponiem was dan wellicht in gebruik als bijnaam voor de bezitter; misschien ook als persoonsnaam. SCHUIFELENBERG Schuyffelenberg, akert [RAV159-96v (1746)].
Onbekende ligging in het Akert, wellicht identiek met de schuivelberg (zie schuivelberg). Het eerste lid hangt mogelijk samen met het werkwoord schuifelen in de betekenis I 1) schoffelen, 2) zeer licht ploegen. Gewestelijk in Zuid-Nederland. Of ook van schuifelen /I 1) fluiten a) van een persoon van den wind (WNT. -1139, 1140, 1141). (Bij schuifelen, fluiten ligt het misschien het meest voor de hand om te denken aan het fluiten of gieren van de wind over de hoog gelegen, kale bodemverheffing die de schuifelenberg misschien was). -Zie Berg en Schuivelberg SCHUITEN Lant opte bockt neffen 't schuythen [GVEI5-126 (1624)].
Onbekende ligging op de Boekt. Mogelijk afgeleid van een persoonsnaam, vgl. Dirk Schuit, 1851 (KI.Bev.V.). Of afgeleid van "schuit" 1) klein of betrekkelijk klein vaartuig, bepaaldelijk een, dat door roeien, zeilen, trekken of duwen wordt voortbewogen. In bepaalde toepassing op een binnenvaartuig dat een geregelden beurtdienst onderhoudt (WNT. -1169). De ligging van het perceel op de Boekt, nabij de Aa, zou wel op deze interpretatie kunnen wijzen. SCHUITENVELD Schuitenveld [N (1839)]; E 639 (w: 55.40).
Ligging in de Leinsedel. Het eerste lid is hier wellicht een genitief van de persoonsnaam Schuit.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 226 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Schuiten en Veld SCHUITJE Het schuytjen hoog boekt [RAVI58-137v (1734)]; landt aldaer (boekt) 't schuytje [GVEI2-141 (1777)].
Onbekende ligging op de Boekt. Diminutiefvan "schuit". -Zie Schuiten SCHUIVELBERG De schuyvelverg (de leest) [GVE2-216 (1702)]. 299
Onbekende ligging op de Leest, waarschijnlijk identiek met de schuifelenberg in het Aker!. Het gebied tussen de Leest en het Aker! heet tegenwoordig nog het Scheifelaar, soms gespeld Schuifelaar, wellicht een verwant toponiem. -Zie Berg en Schuifelenberg SCHULDERSLAND In schulderslant [GVE2-271 (1702)]. Onbekende ligging. Het eerste lid kan de genitief zijn van een persoonsnaam Schulder, ook van "schulder" in de betekenis van 1) schuldenaar, 2) schuldeiser (Verwijs en Verdam -801).
SCHULDERSVELD Tegen schuldersvelt aan de laage hey [GV (1790)]; een groesvelt, houtwasch en geregtigheden alhier opt erpt nevens schuldersvelt gen't het heijvelt [RAV112-69v (1796)]. Onbekende ligging aan de Lage Hei onder Mariaheide en Erpt. -Zie Veld SCHUPPENKAMP In sijn lant van dries dircs schuppencamp (t Ven) [GVE2-15 (1702)]. Onbekende ligging op het Ven. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Kamp SCHUPPENSTREEP Ex palsdonc, genaemt den elshorst en uyten langenacker of scuppenstreep bij oliemolen [HHI63-53 (1714-1783)]; lant genaemt schuppenstreep [GVEI2-202 (1778)]; een perceel teullandt canten houtwasch en geregtigheden agter voorn. erve (aen de brugge ter plaatse gen't aen de hoogeijnde) genaemt schuppenstreep, groot ontr. 3 1., sijnde dese schuppe streep geweegt over aartsveltje door een steegde tot op de gemeene weg [RAV109-211v (1786)] . Onbekende ligging over de Bruggen aan het Hoogeind. -Zie Streep SCHUPPENSVELD Schuppensvelt (heselaar) [GVE2-60 (1702)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam. -Zie Veld SCHUTJESVELDEN Schutjesvelden [V.-]; A 867 (verk.) (w: 22.59.30). Ligging in het Oost-Dubbele. Het eerste lid is afgeleid van de persoonsnaam Schut of ook van de persoonsnaam Schutjes, vgl. Adrianus Schutjes, 1843 (Kl.Bev. V.). SCHUTSBOOM 110 Roeden gelegen aen de hoogeynde agter de schutsboom [Dom. 171-61v (1731-1756)]; huis, hof aen de schutsboom [RAVlOO-87v (1733)]; eenen camp groesland houtwasch en geregtigheden gelegen alhier agter den schutsboom [RAV112-112v (1797)]. Onbekende ligging aan de Hoogeinden, ongeveer ter hoogte van de voormalige brandweerkazerne.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 227 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Benoeming naar de ligging bij een schutsboom (van een der traditionele 300Veghelse schuttersgilden St. Joris, St. Catharina, St. Antonius en St. Barbara, welke is heropgericht). SCHUTSBOOM(S)BROEK(JE) Schutsboombroekske over de brugge op de leest [RAV159-22v (1759)]; het schutsboomsbroekje [N (1838)]; D 586-588 (w: 47.50); gelegen aan het schutboomsbroekje [N (1845)]; D 581 (b en w: 69.00); plaats waar steenen-wind-koren-boekweit- en pelmolen stond ter plaatse genaemt schutsboomsbroekje aan de hoogeinde [N (1853)]. Ligging op de Leest. Benoeming naar de ligging nabij de schutsboom. -Zie Broek SCHUTSKOOI Aan de barriëre paaIen tussen den schutskooy [GVIIB26 (1798)]; de schutskooi [V.-]; E 1243 (b: 1.17.20). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart, tevens op andere plaatsen. Benoeming naar de ligging bij een schutskooi. Schutskooi 1) bergplaats voor geschut vee (W.N.T. -1242). SCHUTTERS VELD Het schuttersveld [kado (1832)]; B 1-32. Gebied liggende aan de uiterste noordelijke punt van de gemeentegrond, ten noordoosten van het Ven. Vermoedelijk heeft hier een schuttersgilde zijn activiteiten gehad (M. Top. Overpelt, -313) schuttersboomveld, veld "perceel bouwland" gelegen bij de schuttersboom. -Zie Veld SCHUURAKKER Genoemt de schuuracker aldaer (in d'eerde) [G0126-6 (1545)]; een stuck landts den schuijracker [GSO-262 (1617)]; gelegen onder vechel ter plaatse genaemt op d'lijnt genaemt den schueracker [RG169-17 (1646)]; schuurakker scheiding met lieshout [GVIIE13 (1792)]; op het zontvelt genaamd den schuurakker [N (1818)]; de schuurakker [V.-]; E 1347-1348 (b: 1.03.30; og: 27.30). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart, tevens onbekende ligging onder Eerde. Bij gebouwen (openbare) inrichtingen e.d. (veld)schuur (Top. van Neerpelt, -227). Benoeming naar de ligging bij een veldschuur (Top. van Valk. -232). -Zie Akker SC~ANSEVELDEN Schuurmanse velden [V.-]; A 869 (verk.) (he: 16.94.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam Schuurmans. -Zie Veld SEIKESVELD Seikesveld [N (1891)]; F 189 (b en w: 30.40), 197, 198 (b en w: 35.50). Ligging in het Aantal onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Martinus Sijkens, 1848 (KI.Bev. V.). "Seikesveld over Boerdonk" geeft wellicht aan, dat het "voorbij" een veld lag, genaamd Boerdonk, in het bezit van iemand, genaamd (van) Boerdonk (in het plaatselijke taalgebruik wordt het voorzetsel voor een persoonsnaam 301 gemakkelijk weggelaten). -Zie Veld SENEMANSHOEVE Senemanshoeve [GVIE2 (1368)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Hoeve SEPPEVELD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 228 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Seppeveld [V.-]; F 1104-1105 (w: 18.60). Ligging aan de Kampkes onder Zijtaart. Het eerste lid is de genitief van Sep, een bijnaam voor eigenaar Gerard v.d. Heijden. -Zie Veld SERAFIJNAKKER De serafijnakker in de donkerstraat op de hoge boekt [N (1882)]; D 116 (b: 55.90). Ligging op de Hoge Boekt. Wellicht is hier sprake van een verbastering van een persoonsnaam Severijns of van "souverein". Benoeming naar "serafijn" in de betekenis van oudtestamentische naam voor zekere engelen, die de hoogste plaats innemen en lofliederen zingen om den troon van Jehova (W.N.T. -1308) lijkt nogal vreemd. -Zie Akker SETERT Ter plaetsen genaemt de setert [Mrv92-16 (1751)]. Het bepaalde lidwoord in "de setert" is ongebruikelijk, gewoonlijk wordt aangetroffen Zijtaart of ook wel het Zijtaart; misschien de setert naar analogie van de Eerde. -Zie Zijtaart SEVERIJNENAKKER Souverynen/severynen acker havelt [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Het eerste lid zal de genitief zijn van een persoonsnaam Severijns. Of misschien afgeleid van "souverein" (B 2a). Zekere gouden of zilveren munt uit de zuidelijke Nederlanden (W.N.T. -2544, 2545). Was dit perceel een "dure" koop, werden er ooit munten aangetroffen? -Zie Akker SIJMENSWEIVELD Een perceel groes en land gelegen alsvoor (krytenburg) genaamd sijmens wijveld [N (1818)] . Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde. -Zie Sijmesveldje en Weiveld SIJMESVELDJE Symesveldje op het middegaal [N (1891)]; A 376 (49.50). Het eerste lid zal de genitief zijn van de mansnaam Simon, Symen of van de persoonsnaam Symons, Simons. -Zie Veld 302 SIMONSKAMP Symonscamp op creytenburg [GVE12-312 (1778)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Henricus Stephanus Simons, 1906 (Kl.Bev. V.). SIMONSLAND Vier stucxkens op de hoge boekt neffen dirck sijmenslant [GVE15-132 (1624)]; int akert symons lant [GVE12-224 (1777)]; in het akert genaamd simonsland [N (1818)]. Onbekende ligging in het Akert en op de Hoge Boekt. -Zie Simonskamp en Land SINEMONNEVELDJES Sinemonne veldjes [V.-]; F 460 ged. (he: 20.10.10). Ligging in het Dubbele. Het eerste lid zal een verbastering zijn van de mansnaam Simon, of de persoonsnaam Simons in de genitiejvonn. -Zie Veld
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 229 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
SINTAAGTENBUNDER St. aagten bunder [GVE2-164 (1702)]. Onbekende ligging. Benoeming naar St. Agatha. -Zie Bunder SINTAAGTENSTRE(E)P(EN) Sunte achten streepe [Mrv28-13 (1567)]; st. joost stock tussen den geer en st. achtenstrepe [Mrv31-25 (1592)]; van st. achten streep [GVE15-161 (1624)]; in st. aagten streep (heselaar) [GVE2-66 (1702)]. Onbekende ligging aan het Hezelaar. -Zie Bunder SINTANTONIUS Huis, hof in veghel in de straat van ouds gen't St. Antonis [RAV97-102 (1720)]; huysinge schop hoff en aangelegen land en groes houtwasch en geregtigh. gelegen in veghel int eerde genaemt st.tonis, 41h 1. een seijde de Roomse pastorije [RAV112-127 (1797)]; huijsinge schuur schop bakoven hoff land en groes aent havelt op den heuvel van ouds genaamt St.Teunis, groot ontr. 41. [RAV112-184 (1798)]. Onbekende en verspreide ligging. Benoeming naar Sint Antonius. Wellicht verbonden met het Sint Antoniusgilde of de Sint Antoniuskapel. SINTANTONIUSAKKER(KE) St. tonisecker drije stucken en 't stucxken neffen de straet aen 't cruys [GVE15-39 (1624)]; van st. antoniseckerken [GVE15-87 (1624)]; st. antonis acker [GVE12-176 (1777)]; sinttheunisakker op de hoge boekt [N (1866, 1883, 1884)]; D 55 (b: 65.30), 58 (b: 61.00), 61 (b: 38.40). Ligging op de Hoge Boekt. Benoeming naar Sint Antonius. Wellicht verbonden met het Sint Antoniusgilde of de Sint Antoniuskapel. -Zie Akker a. GROTE SINT ANTONIUSAKKER 303 Sint teunisacker (grote), havelt [GVIIE13 (1792)]; een stuck lants genaamd de grote sint teunisakker ses loopens getaxeert op 350 gulden en de kleyne st. antonisakker groot anderhalf loopens getaxeert op 75 gulden [Hs-]; de grooten st. antonisakker aan h. antoniskapel [Mrv92-149v (1796)]. Onbekende ligging aan het Havelt bij de Sint Antoniuskapel. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Akker b. KLEINE SINT ANTONIUSAKKER Den kleinen st. antonisakker (gehoorende aan st. antoniskapel) [Mrv92-151 (1796)]; een stuck lants genaamt de groote en de kleyne st. antonisakker , groot anderhalf loopens getaxeert op 75 gulden [Hs-]. Onbekende ligging, waarschijnlijk nabij de grote Sint Antonisakker. Benoeming naar de oppervlakte. Zie Akker SINTANTONIUSBEEMD St. antonisbeemt (havelt) [GVE2-141 (1702)]; eenen beemt hoijlants aent havelt genaemt jan van balgoijen beemt, ontr. 3 karren hoijgewas, een zijde st. tunisbeemt, andere zijde de Aa [RAV108-94 (1779)]; st. antonisbeemd onder veghel (gehoorende aen st. antonisgilde) [Mrv92-150 (1796)]; op het ham sint antonius beemd [N (1819)]. Onbekende ligging in het gebied Havelt/Ham. -Zie Beemd SINTANTONIUSKAPEL Payment te betalen op lichtmis der capellen van sinte anthonis aent havelt inder prochien
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 230 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
van vechel ... met enen wang aen dat straetken daemeven gelegen [GVIE2 (1500)]; sente anthonis capel aent havelt [Mrv24 (1544)]; den hoff aen st. tonis capel [GVE15-54 (1624)]; van eenen acker bij st. thonis capelle int dorhout rontom in de gemeente van vechel [HH163-4 (1714-1783)]; st. antoniuskapel de arme kapel [Ms-]. Ligging op het Havelt, in Eerde en in het Dorshout, welke laatste tevens gewijd was aan St. Sebastianus. Benoeming naar de H. Antonius. -Zie Kapel SINTJOOSTHEUVEL Sint joost heuvel aan het Heselaar in de hoef [N (1836)]; G 231 (b en w: 05.00). Ligging in de Bolken, aan de voetpad naar Uden, nu Kraayenhoffstraat. Benoeming naar Sint Joost, Sint Joris. Ter plaatse zal een bodemverhejfing geweest zijn. -Zie Heuvel SINTJOOSTSTOK(SKE) Ter plaetsen genaamd sint joost stock (een veldkapelleke met offerblok) [Mrv31-dL17v (1592)]; vechel ad locum dictum sint joest stocksken [Hs- (1804)]. Onbekende ligging. benoeming naar St. Joost, Sint Joris, patroonheilige van het Sint Jorisgilde, schutsboom van het Sint Jorisgilde ? SINTPETERSSTOKSKE Een hoijbemdeken tot vechel teijnen het lant aen st. peters stoxken gelegen [N (1659)]; 304 huis aen St. Pieters stock [RAV95-13 (1709)]. Onbekende ligging. Benoeming naar Sint Peter, Sint Petrus; een Sint Petrusgilde is in Veghel niet meer bekend. CISSENAKKER Peer cissenakker [V.-]; B 547-548 (w: 56.20). Ligging aan de Grote Hintel. Het eerste lid is een persoonsnaam (Peer zoon van Fran( cis)cus). -Zie Akker SISSENVELD Sissenvelt by sandsteeg [RAVI60-187v (1780)]. Onbekende ligging wellicht op Lochtenburg. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Martinus Sissen (Kl.Bev. V.). -Zie Veld SJEFFEVELDJE Sjeffe veldje in de kalverkampen [N (1876)]; F 460 ged. (w: 51.00). Ligging in het Dubbele. Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Sjef, Stephanus. -Zie Veld SLEEUWENSVELD(JE) Een perceel groesland met houtgewas gelegen te veghel aan de lage heide genaamd sleeuwensveldje [N (1824)]; sleeuwensveld [V.-]; B 551-552, 557 (w: 1.03.60). Ligging in het gebied Grote Hintel/Lage Hei. Het eerste lid is de genitief van de persoonsnaam v. Sleeuwen, die in Veghel nog goed bekend is. -Zie Veld SLOOT -Zie Beeksloot SLOPPERENSEBERG Een parceel heijde gedeeltelijk met mast besaijd, gelegen binnen desen dorpe van veghel langs de limiten van erp, aan den slopperense berg, groot 10 1. een seijde de steegde, andere seijde johan de jong cs. [RAV112-73 (1796)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 231 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Slob 'modder' drassig land (M. Schönfeld, -51); Schuilhoek, sluiphoek, en dood lopende steeg; verborgen geheim, afgezonderd plekje, schuilhoekje. Nauwe toegang of doorgang, vooral de toegang tot de rechtplaats. "tslop van der vierscarne" (Verwijs en Verdam, 1300, 1301). -Zie Berg SLUIS (JE) Bij die sluys van kilsdonck en binnen den palen van vechel [GOI26-16 (1562)]; aan de sluys naast asdonk en corstencamp [Hs- (1607)]; het sluysken [Mrv92-111 (1777)]; eenen beemt hoijlands houtw. en geregtigh. int dorshout ontrent de sluijs, genaamt corstencamp [RAV112-228 (1799)]; hooigras te veghel aan het sluisje [N (1846)]. Ligging in de Aa, nabij de Kilsdonkse molen. -Zie Kilsdonksesluis 305 SLUISBEEMD(JE) Sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen [Hs- (1540)]; hoy op middegael het sluys of geweerbeemtje [GVEI2-263 (1777)]; den sluijsbeemt [GVEI2-67 (1778)]; een perceel hooiland genaamd sluisbeemd in het dorshout [N (1842)]; A 777 (ho: 1.83.00); het sluisbeemdje in de aabroeken [N (1873)]; A 763, 764 (ho: 19.25). Ligging in de Knokert tevens in de Aa-broeken. Benoeming naar de ligging nabij een sluis; in beide gevallen zal de sluis bij de Kilsdonkse molen bedoeld zijn.
SLUISDUK Sluysdijk [RAA V159-57 (1742)]; de sluisdijk [N (1897)]; A 835-838 (ho: 1.5.00). Ligging in de Knokert. Benoeming naar de ligging nabij een sluis. -Zie Dijk
SLUISSTRAAT Sluisstraat vanaf h. hartplein naar provinciale weg Nijmegen-Eindhoven deze naam wordt nog gebruikt [V.-]. Een bekende straat in het centrum van Veghel; van H. Hartplein naar provinciale weg. Benoeming naar de ligging; nabij de sluis in de Zuid- Willemsvaart. S!uisslraal
Sluisstraat
SLUISWEG Van den ouden sluisweg naar den sluisweg. Dit zal een oudere benaming zijn voor de Sluisstraat. -Zie Sluisstraat
a. OUDE SLUISWEG Oude sluisweg nu violenstraat. Dit was ± 1900 de benaming voor de tegenwoordige Violenstraat. In vroeger tijden ook Rooisedijk genoemd. Benoeming naar de (lange) tijd dat deze weg bekend was. 306
SMALLE Het gesubstativeerde adjectief "smal". -Zie Lange Smalle a. LANGE SMALLE(N) De lange smale(n) dorshout [RAV158-78v (1729)]; genaamt de lange smalle, gelegen te veghel in het dorshout [N (1830)]; de lange smalle [V.-]; A 798 (w: 92.80). Ligging in de Knoken. Benoeming naar de vorm. SMITSAKKER Lant smitsacker [GVE12-213 (1778)]; een parceel teulland, canten en houtwasch aan de leest, genaemt smitsacker, groot ontr. 6 1. [RAV112-228 (1799)]; smitsakker [N (1835, 1847, 1861)]; D 501 (b en w: 46.00), E 342 (b: 30.70), 425 (b: 79.90); smits akker [V.]; A 940, 941 (b: 51.40).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 232 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Verspreide ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam die nog algemeen voorkomt. SMITSBEEMD In smitsbeemt (dorhoudt) [GVE2-91 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Beemd SMITSDONK Lant en groes agter de schutsboom, genaamt smitsdonck [RAV101-224v (1741)] ; smitsdonk by de leest [GVIIE13 (1792)]; een akker teulland gelegen aan de donk genaemt smitsdonk [N (1816)]. Onbekende ligging op de Leest. Het perceel zal wat hoger gelegen zijn geweest dan de omliggende, alhoewel dit niet meer vastgesteld kon worden; ter plaatse bevindt zich nu de wijk de Leest. -Zie Donk SMIT (SE)KAMP Smitscamp [GVE15-231 (1624)]; smitsecamp valstraat [RAV159-42 (1741)]; 3 karren hoy in de abroeken smits camp [GVE12-179 (1778)]; smitskamp aan de willebrordushoek [N (1877)]; F 847 (b: 1.08.70); smidse kamp [V.-]; F 892 (b: 26.30). Verspreide ligging. -Zie Kamp SMITSEVELDEN Smitse velden [V.-]; A 927,928 (w: 86.10). Ligging in het gebied de Nieuwe Kopen nabij het Dorshout. Benoeming naar de eigenaar; anno 1832 waren de percelen eigendom van Peter en Hendrik Smits. SMITSLAND Dien smitsland [V.-]; D 204 (ged.), 206 (St.Oedenrode) (w: 55.20). Ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. SMITSSTREEP Dien smitsstriep [V.-]; F 201 (b: 44.10). 307 Ligging onder Eerde. -Zie Streep SMITSVELD Smitsveld [N (1891, 1892); F 458 (ged.) (w: 73.60).
Ligging in het Dubbele. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld SMOLDERSKAMPKE Een campken hoijvelt genaemt smolders campke gelegen binnen de palen van veghel genaemt aan abenhoeve [G0126-21 (1573)].
Onbekende ligging in de Abenhoef onder Eerde. het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Johannes Cornelis Smolders, 1856 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp SMULDERSAKKER Tegen smuldersakker op 't ham [GVBII7 (1791)].
Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Adriana Walthera Smulders, 1895 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker SNEL(LE)VEN(NEKE) Land dat snelvenneken, ad locum dictum op dakart in loco dicto in snelvenne [Hs- (± 1390)]; snelven of snelleven in akart [Hs- (1542)]; zijn eygen lant aen 't snelven [GVE1511 (1624)]; snelven of snelleven in akart [GVIIE13 (1792)]; de snelle ven [N (1841)]; D 311 (moerven: 25.60).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 233 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Dit nog niet lang verdwenen vennetje lag in het Akert. Mogelijk verbergt dit oude hydroniem een persoonsnaam Snels, Snelders, Snellen; de persoonsnaam Snelders was te Veghel algemeen. -Zie Ven SNUDERSVELD Een kar hoy in geerbunders sneyersvelt [GVE12-29 (1778)]; een hoijvelt en geregtigh. op middegael in de geerbuenders, genaemt sneijdersvelt, groot ontr. 2 karren hoijgewas [RAV110-244v (1793)].
Onbekende ligging in de Geerbunders. Het eerste lid zal de persoonsnaam Snijders zijn of ook de genitief van snijder "kleermaker". -Zie Veld SNUISKAMP Een stuck landts genaemt den snuyscamp (onder eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is wellicht een verbastering van de verkorte vorm Snijers van de ter plaatse algemene persoonsnaam Snijders vgl. snersveldje, sners is wellicht de samengetrokken vorm van de persoonsnaam Snijers (M. Top. Overpelt, -321). Of ook van de beroepsnaam "snijder" kleermaker. Mogelijk ook van de persoonsnaam Snoeijs vgl. Adriana Henrietta Theodora Snoeijs, 1879 (Kl.Bev. V.). -Zie Kamp 308 SOERAKKERSEEUWSEL Soerackers eeusel opt zijtaert [GVE12-197 (1777)].
Onbekende ligging onder Zijtaart. Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam. Mogelijk is ook benoeming naar de ligging bij de soerakkers. -Zie Zoerakkers en Eeuwsel SOMPEN Sompen [kado (1854)]; A 89-93 (og: 3.81; w: 1.00.10; b: 35.30).
Ligging in de Mollegeer en de Kampen. "Somp" I 1) poel, drassige of moerassige plek. Gewestelijk. 2) Doornatte tuif (WN.T. -2514). Het zullen drassige velden geweest zijn. Misschien is er sprake van een verschrijving of onjuiste lezing van de Kampen. SPEELHEUVEL Ad locum dictum speelhoevel [Hs-(± 1385)]; den nederacker ad locum dictum den speelhoevel [Hs- (± 1480)]; int russelt by die laerakker en speelhoevel [Hs- (15191538)]; den spuelheuvel [GVE15-1l3 (1624)]; bageyne stuk int rutselt aen de speelheuvel [GVE12-165v (1778)]; eenen acker teulland gelegen in veghel int rutselt genaamt de speelheuvel, groot ontrent 61h 1. een eijnde de straet [RAV1l2-31O (1801)]; de speelheuvel in het rutsel [N (1870)]; D 243 (b: 40.30).
Ligging in het Rutsel. Een perceel waar veel gespeeld werd (door kinderen?) Zoals bij speelhol, tuin, dien men er voor zijn genoegen op na houdt; buitentuin, buitenverblijf (W.N.T. -2717). Ligging aan een kleine verhoging in de bodem. -Zie Heuvel SPEELHEUVELSTRAATJE In het speelheuvelstraatje [GVIIB26 (1804)].
Onbekende ligging aan de speelheuvel, wellicht nabij de huidige weg de Scheifelaar. Benoeming naar de ligging. SPEELVELD Spelevelt [GVE15-1l1 (1624)]; een groesvelt op middegael genaemt 't speelvelt, ontr. 6 karren hoijgewas [RAV108-38v (1778)]; een perceel teulland, groeskanten, houtwasch, pooting op den boschweg ... op het middegaal genaamd het speelevelt [N (1821)].
Onbekende ligging op het Middegaal. -Zie Speelheuvel en Veld SPEKSTRAAT Spekstraat (straat in centrum zijtaart) [V.-].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 234 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Benaming voor een straat in het centrum van Zijtaart. Het verband met spek is duidelijk; was ter plaatse eens een drukke slagerij? Heeft het te maken met een kwaliteitsaanduiding voor vruchtbare grond met een vettige bodem? SPEKSTRUIF Cluijtven gelegen alhier op ven, naast zijde de speckstruijff [RAV105-1 (1762)]; weyvelt de spekstruijf [GVE12-75 (1778)]; de spekstruif [N (1869)]; B 690, 691 (w: 93.10).
Ligging op het ven. Ongetwijfeld is de grond ter plaatse zeer rijk geweest, een volkshumoristische benaming. 309 SPIE De spie [V.-]; A 1272, 1273, 1276 (hu: 06.20; w: 52.50), F 292 (w: 54.60).
Ligging aan de Hoogeinden en in de Grootdonk onder Eerde. Benoeming naar de vorm; in beide gevallen is sprake van spits toelopende wig-(spie)vormige percelen. SPIERBOS 't Spierbos [V.-]; E 672 (den: 3.03.30). Anno 1832 was dit perceel dennenbos in het Reibroek onder Zijtaart. "Spier" 6) lang en betrekkelijk dun rondhout, lange spar (W.N.T. -2767). Het zal een schraal dennenbos
geweest zijn, zoals er nu nog vele te vinden zijn op de Brabantse zandgronden. -Zie Bos SPIERINGSVELD(JE) Een eeusel op middegael splermgs velt [GVEI2-85v (1778)]; eene huisinge, hof en aangelegen land en groes, met het spieringsveldje daaronder begrepen op het middegaal [N (1818)].
Onbekende ligging op het Middegaal. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Johannes Theodorus Spierings, 1843 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld a. ACHTERSTE SPIERINGSVELD Een loop landt op middegael het agterste spieringsvelt [GVEI2-8v (1778)].
Onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar de ligging in of nabij het spieringsveld. SPIERZAK De spierzak [N (1891), V.-]; A 865 (b en w: 68.10).
Ligging in het Oost-Dubbele. Het W.N.T. geeft voor "spierzak" I: rolronde, meestal linnen, etenszak met de opening in het midden, splitzak, nog in Noord-Brabant. II: zeker lichaamsgebrek bij koeien (W.N.T. -2772). Wellicht is hier de laatste betekenis toepasselijk; graasde hier vaak een koe met dit gebrek; trad het gebrek vaak op bij vee dat hier graasde? Wellicht is hier sprake van benoeming naar de vorm van het perceel. SPITSEIND Het spits eynd van mollegeer (op den beekgraat) [GVIIB26 (1802)]; (A 178). Onbekende ligging in de Mollegeer, vrijwel zeker is perceel A 178 bedoeld, dat een spitse
vorm heeft en ingeklemd ligt tussen de Beekgraaf en de Geerbunders. Benoeming naar de vorm. -Zie Eind SPITSEHOEK De spitse hoek, eerde [GVIIE13 (1792)]; de spitsenhoek aan de heide [N (1848)]; B 329 (w: 53.20).
Ligging aan de Hoge Heide onder Mariaheide. Benoeming naar de vorm; een spits toelopend perceel. -Zie Hoek SPOORHOVEN 310
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 235 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Spoorhoven [V.-]; A 867 (verk.) (w: 22.59.30). Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de ligging aan een aftakking van de spoorlijn Boxtel-Gennep en aan de Zuid- Willemsvaart; ter plaatse werden schepen gelost, waarna de lading per trein richting Duitsland ging. SPOORKUILEN
De spoorkuilen [V.-] . Benaming voor verscheidene waterplassen, liggende aan de spoorlijn, die gegraven werden in verband met de aanleg van de spoorlijn. benoeming naar de ligging. -Zie Kuil SPOORLAAN
Straat in het centrum van Veghel bij het St. Jozejziekenhuis. Benoeming naar de ligging. De straat leidde naar het voormalige stationsgebouw aan de spoorlijn Boxtel-Gennep. SPRIETJE
Landt op de boekt 't sprietje [GVEI2-143 (1777)]; een stuk teullant en geregtigheden op de boekt aent venneke, genaemt 't sprietje, groot ontr. 1 1., een eijnde de straat [RAV109129v (1785)]. Onbekende ligging op de Boekt. Misschien duidend op schrale grond, waar alleen "sprietjes" groeiden. Stuk grond dat in een punt toeloopt, geer, spie, tip (W.N. T. -3038 (4d.). Gevorkte staak. Inzonderheid, de staat waar de boom van een eenvoudig land- of tuinhek in sluit (W.N.T. -3039 (9). SPURRIESTUK
Het spurriestuk, sontvelt [GVIIE23 (1792)]; spurrie stuk [N (1859)]; E 1239-1240 (b en w: 97.70). Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de teelt: "spurrie" 1) naam van de planten van het geslacht spergula L. uit de familie der Caryophylleae (W.N.T. -3106); dit gewas diende vroeger als wintervoer voor het vee. -Zie Stuk STAARTJE
Voorste streypenbeemt ent startje [GVE12-73 (1778)]; een hooijveltje gelegen te veghel in strijpenbeemd genaemt het startje [N (1817)]. Onbekende ligging in de Strijpenbeemd aan het Zeelstje (zie strijpenbeemd). Benoeming naar de vorm; wellicht een uitloper van de strijpenbeemd. -Zie Hondstaart(je) STAARTGAT
Het startgat [GVEI2-53 (1778)]. Onbekende ligging. Drassig gebied of poel met een staartvorm; nabij of in een staartvormig perceel gelegen; toegang tot een staartvormig perceel. Kwalijk riekende waterplas. -Zie Gat STAARTLOOP
Een parceel teullandt, groese, houtwasch en geregtigheden aent ven genaemt de startloop, groot ontr. Ph 1., een zijde Rombout van der Loop [RAV110-60v)]; een groes off eeusselvelt, houtwasch en geregtigheden ter plaatse gen't 't ven, groot ontrent 4 1. 311 genaamt de startloop, een eijnde 't heckegat spits uitlopende [RAV112-101 (1797)]; de staartloop [N (1841, 1883)]; B 674 (w: 63.10). Ligging op het Ven. Benoeming naar een waterloop, die deze naam gedragen zal hebben; deze waterloop heeft misschien zijn naam ontleend aan een aangrenzend perceel met een staartvormige uitloper. STAARTSTEEG Bij die logtenburgse hoeve en in die startsteegde [G0126-17 (1563)]. Onbekende ligging op Logtenburg onder Eerde. Benoeming naar een perceel genaamd de
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 236 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
staart? -Zie Steeg STAD De stad = frankevoort [RAV160-31 (1762)]; de stad [kado (1832)]; C 554-568; de stad [Mh- (1954)]. Gebied liggend tussen het Beukelaar en de Heuvel, in vroeger tijden Frankevoort geheten nog vroeger het Davelaar, tegenwoordig is de Stad in gebruik als straatnaam, wor een weggetje tussen het betreffende gebied en de Heuvel, uitlopend op de oude weg naar Erp nu Heuvel gedoopt. Stad = hofstad (Top. Valk. -237). STAMHUIS Het stamhuis op het middegaal [N (1884)]; A 641,665 (b: 2.92.10; w: 69.80). Dit was de benaming voor een boerenwoning op het Middegaal. "Stamhuis" het huis (slot, kasteel) waaruit een geslacht afkomstig is en waaraan dikwijls zijn naam dankt (W.N. T. 610 (la). STAPAKKER Een stuck landts genaemt den stapacker (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; de stapakker [Go- (1754)]. Onbekende ligging nabij de dorpskom van Eerde. "Stap = schoor, vonder" (Top. Valk. 238). "Stap" (7c) overstap over een weg. In Zuid-Nederland (Brabant en Hageland) Stap iets dwars over den weg gemaakt om er gemakkelijk over te stappen, een overstap, zijnde een groote breede steen of iets anders over den weg aan dezes ingang of uiteinde geplant en dienende om den doorgang met kruiwagens, rijtuigen of van vee tegen te houden (d) verhevenheid van zoden in drassig of ondergeloopen land waarop men stapt om droog te blijven. In de oostelijke dialecten (g) knip, klem, soort val om ratten, bunzings, vossen enz. te vangen en waarin de dieren gewoonlijk met een poot vastgeklemd raken. (9) Bij Kil. komt "stap" nog voor als verouders (vetus) naast "staf": baculus. Nog thans is "stap" in Limburg bekend voor een "houten paal" (W.N.T. -766, 767). In dit laatste geval zou sprake kunnen zijn van een paal als markering (zie paal) de betekenis van "klem" is denkbaar gezien de nabijheid van de beboste zandduinen van Eerde (waar het nu nog wemelt van bijvoorbeeld konijnen). Ook de overige genoemde betekenissen kunnen niet uitgesloten geacht worden. -Zie Akker STARAKKER De starakker [N (1838, 1882)]; F 506 (b: 51.90), 507-508 (b en w: 44.40). Ligging in de Putten onder Eerde, het gedeelte van het huidige industrieterrein nabij het 312 viaduct. Het eerste lid is mogelijk een persoonsnaam. -Zie Akker STATIONSTRAAT Stationstraat vanaf de hoofdstraat [V.-] . Benaming voor een straat in het centrum van Veghel. Benoeming naar de ligging; deze straat leidde in de in de richting van het voormalige stationsgebouw dat aan het einde van de Spoorlaan lag (zie Spoorlaan). STATIONSWEG Nieuwe veldjes aan de stationsweg [N (1888)]; A 523 (de: 29.90). Identiek aan Stationstraat (of Spoorlaan?). Benoeming naar de ligging. STEEG(JE) Gelegen in die stege [GVIE2 (1464)]; stege [GVE2-39 (± 1500)]; 't streepken neffen 't steeghsken in de bruggen [GVEI5-68 (1624)]; op krytenburg genaamd het steegske [N
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 237 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(1818)]; steeg op het broek (voor 1966 schijndels grondgebied) [kado (1832)]; het steegje naar de molenstraat [Ms-] Verspreide ligging, o.a. in het centrum, een smalle doorgang die tegenover de Molenwieken uitkomt op de Hoofdstraat van oudsher genaamd het Steegje. Steeg, Mnl. stege, steech = smalle straat behorende bij het werkwoord stijgen gaan, omhoog gaan (Molemans-Mertens, -1653). a. LANGSTEEG Recente benaming deel ham, langsteeg [B- (1967)]. Ligging tussen het Havelt en de Eeuwsels. Benoeming naar de lengte. -Zie Aasteeg(d), Berkesteeg, Beukelaarssteeg, Boektsteeg, Bossteeg, Bundersteeg, Busselsteeg, Christesteegje, Dennensteeg, Eensteegje, Erptsesteeg, Handelsteeg, Heisteeg, Hemelsteeg, Hinteisteeg, Kolkesteegje, Kuilensebroeksteeg, Kuilenseheisteeg, Kwadesteeg, Kwintsesteeg, Opheiesteegje, Riddersteeg, Staartsteeg, Tweesteegjes, Udensesteeg, Venssteegje, Watersteeg, Weersteeg en Zandsteeg STEEGDENHOEFKE Van anna van der steeghden hoefke op ham [GVEI5-10 (1624)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Hoef STEEN Twee stucxkens in akert neffen den steen [GVEI5-66 (1624)]; landt de steen int akert [GVEI2-44 (1778)]; de steen [N (1836, 1855)]; D 234 (b: 79.10). Ligging op de Ronde Bult. Benoeming naar de aanwezigheid van een steen, waarschijnlijk de Blauwe Steen. -Zie Blauwe Steen STEENKAMP(EN) Een plak erf van de gemeinte van veghel aan de steencamp met nog een wetering waarin leyt een endewerf [GVB44 (1598)]; een hoekske gemeint 98 r. aan de bieze aan den steencamp [GVB44 (1657)]; het oude huijs gen't de steencamp (biesen) [RAV94-234v 313 (1707)]; erf en landt aen steencampe nu genaamd corsica [GVEI2-315 (1778)]. Gebied liggend onder Zijtaart, later Korsica genoemd. Het gebied zal een stenige bodem gehad hebben, wat onder Zijtaart vaker het geval was. -Zie kamp STEENOVEN Loop aan de steenoven (het straatsrot) [GVIIB26 (1796)]; de steenoven [N (1883) V.-]; F 458 (ged.) (he: 23.38.80),460 (ged.) (he: 20.10.10). Ligging in het Dubbele onder Eerde. Benoeming naar een steenoven die ter plaatse aanwezig geweest zal zijn. "Steenoven" veldovens voor het bakken van dakpannen of tichelstenen; wie een stenen huis wilde bouwen zorgde gewoonlijk zelf voor een steenoven (M. Top. St.Huibr.-Lille, -165). STEENOVENSTRAAT Steenovenstraat in mariaheide [V.-] . Straat onder Mariaheide. Benoeming naar de ligging nabij een steenoven. STEENSEVELD Steense veld [V.-]; F 460 (ged.) (he: 20.10.10). Ligging in het Dubbele onder Eerde. Het eerste lid zal de genitief zijn van de in Veghel veel voorkomende persoonsnaam v.d. Steen. STEENVOORT Beemd die steenvoort aan die aa [BP1190-182v (1417)]; steenvoort [Hs- (1546)]. Onbekende ligging aan de Aa. Mogelijk was de Aa hier ondiep en had men met behulp
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 238 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
van stenen een oversteekplaats gemaakt. -Zie Voort STEENWART Ad locum dictum steenwart [Hs- (± 1385)]. Wellicht identiek met steenvoort. -Zie Steenvoort STEENWEG De steenweg op ham [Hs- (1533)]; de steenweg aan het heselaar bij den steenweg [N (1846)]; D 77 (tu: 03.34). Waarschijnlijk wordt de weg bedoeld die naar de (Blauwe) Steen voerde, nu Blauwe Kei genaamd, en uiteindelijk op het Ham uitliep. Benoeming naar de (Blauwe) Steen. het lijkt minder waarschijnlijk dat Steenweg hier duidt op een verharde weg. STEENWEGAKKER Steenwegacker [RAV159-66 (1743)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging aan de Steenweg of aan een verharde weg. -Zie Akker STEENWEGSHEKKEN Steenweghecken, zytaartse beemden [RAV56-87 (1681)]; hoy aent steenwegshecken 314 [GVEI2-71 (1778)]; hoevenaarscamp by syterse beemt aan steenweghekken by valstraat [GVIIE13 (1792)]; een perceel hooi, houtwaseh en geregtigheden genaamd steenweghekke gelegen te veghel in de valstraat [N (1820)]. Onbekende ligging aan de Valstraat (zie Valstraat) ter hoogte van het gebied de Zijtaartse beemden. Benoeming naar de ligging aan een steenweg. STELT
Landt de stelt int keeselaer [GVEI2-187v (1777)]. Onbekende ligging in het gebied Doornhoek/Keselaar onder Zijtaart. Benoeming naar de persoonsnaam Stelt vgl. Petronella Hendrika Stelt, 1870 (Kl.Bev. V.). Volgens Smulders betekent de uitdrukking 'in eenre steltken uutgaende', in een smalle reep uitlopend. De Bont ziet in 'stelt' een aanwijzing voor een steile ligging. In het mnl. staat 'stelt' voor houten been of kruk. Qua betekenis komt het dicht in de buurt van strijp of streep. We mogen het dan ook beschouwen als een vormaanduiding (Beijers-van Bussel, 1996, -258). STELTSTUK
Den eeker 't steltstuek opt zijtert [GVEI5-65 (1624)]; het steltstuk aan 't keselaer [RAV60-122v (1775)]. Onbekende ligging aan het Keselaar onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging in of nabij de stelt. -Zie Stelt en Stuk STENENHUIS
Steenen huis van hr. walraven van erp [Hs- (1546)]. Onbekende ligging, mogelijk is kasteel Frisselstein bedoeld, dat eeuwenlang in bezit was van de familie Walraven van Erpe. Het zal in die tijd een der weinige stenen gebouwen geweest zijn. STENENSTOKSKE
Een stuek aekerlants aent steenen stoxken metten groeseanten daeraen gelegen [N (1659)]. Onbekende ligging. Hier zal sprake zijn van een spellingvariant van stukske; een perceeltje grond wellicht, dat rijk was aan steen; een stenen schutsboom kan men zich slecht voorstellen.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 239 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Stuk STER
Veranderen van winkel en woonhuis; magazijn de Ster, stationstraat/nieuwstraat, eigenaar/gebruiker J. Völker, Frans Rath [GAV2043-293 (1913)]; G 56 (tu: 5.70). STEVENSLAND
De twee stucken int russelt neffen heilken stevenslant [GVEI5-6 (1624)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Het eerste lid is een persoonsnaam. STOEPKE
Het stoepke ham [RAVI58-127v (1723)]. Onbekende ligging op het Ham. Diminutief van "stoep" 1) verharde, in de regel geplaveide verhoging voor een gevel, inzonderheid langs een voorgevel, al dan niet voorzien van 315 naar de deur leidende treden (W.NT. -1771). Benaming van een huis met een opvallende stoep? 2) verlaagd vlak langs een waterkant, inspringend of uitstekend om daarop werkzaamheden aan het water te verrichten; vonder. 3) Uitgebouwd steigertje in een vaarsloot, waarvan er twee tegenover elkaar staan, die door een los dekstuk tot een brug verbonden kunnen worden. Vervolgens ook de geheele brug. In Noord-Holland. 4) Gewestelijke toepassingen op nog andere bruggen. 6) Opening in een tas graan, uitgespaard om van daaruit de bovenste lagen te kunnen leggen. In de Kempen (W.NT. -1771, 1773, 1774). STOK Lange dunne paal, staak (Verwijs en Verdam, -2177 (4); wellicht als schutsboom; boomstronk, slagboom? (M. Top. Bocholt). -Zie Sint Jooststok(ske) en Sint Petersstokske STOKGRAAF De hoogh heys roth bestaende in 23 huysen bestaet in huysen beginnende aen den stockgraeff [GVIIB28 (± 1700)]. Onbekende ligging aan de Hoge Heide, mogelijk identiek met het bovenstroomse gedeelte van de ter plaatse stromende Beekgraaf Wellicht is hier sprake van benoeming naar de ligging aan een "stok" in de zin van slagboom. De Beekgraaf stroomt ter plaatse waar vroeger het zgn. "Udens hek" te vinden was, op de grensscheiding met Uden. -Zie Graaf STOKSKE Het stoxken (de straat) [GVE2-78 (1702)]; landt 't stokje [GVEI2-81 (1778)]; acker teulland en canten gelegen alhier aan den molen genaemt het stokske, 5 1., een zijde den Boschweg [RAVllO-237v (1793)]; het stokje in de molenbeemd [N (1882)]; A 614 (b: 39.70). Ligging in de Molenbeemd, misschien identiek met Sint Jooststok(ske) of Sint Petersstokske; het perceel ligt aan de westzijde van de huidige Stationstraat, ter hoogte van de Zeven Eikenlaan. Diminutief van "stok" wellicht in de betekenis van schutsboom; de ligging van het perceel aan de rand van de toenmalige dorpskern kan wel in deze richting wijzen. -Zie Sint Jooststokske, Sint Petersstokske en Stenenstokske STOPAKKER Uuyt enen acker geheiten den stopecker gelegen in die akert [GVIE2 (1457)]. Onbekende ligging in het Akert. Mogelijk afgeleid van mnl. stoppe. Afval bij het hekelen van vlas; verk. In het Zuiden (W.NT. -1951). Is het eerste lid ontstaan uit een persoonsnaam? vgl. Christina Adriana Maria Stoop, 1865 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker STOUWEN(S)STUK Stouwens stuck [GVEI2-26 (1778); stouwen stuk op d'erpt [GVEI2-91 (1778)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 240 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging nabij de buurtschap de Erpt (zie erpt). Het eerste lid zal een (genitief van een) persoonsnaam zijn vgl. Johannes Stouws, 1773 (Kl.Bev. V.). -Zie Stuk STOVENKAMP 316 Een perceel land en groese gelegen op het zondveld in het lijndsven genaemt stovenkamp belend aan het steegd naar het erpsgeregt [N (1815)]. Onbekende ligging in het Leinsven onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam, vgl. Gerardus Wilhelmus Stooven, 1705 (Kl.Doopboek, v.) of verbergt mogelijk een persoonsnaam (zie stouwen (s)stuk). Afgeleid van mnl. "stove" naam van eene bepaalde soort van land, bouwland (Verwijs en Verdam, -2254). Of van "stoof" tronk of worteleind van boom en plant (verwijs en Verdam, -2209); misschien een moeilijk te bewerken perceel wegens veelvuldig voorkomen van "stoven"; het leinsven was rond 1800 nog grotendeels heide, zodat de stovenkamp mogelijk betrekkelijk recent ontgonnen was en men er nog veel worteldelen tegen kwam. -Zie Kamp STRAAT
Vuyt huys ende hoff aen die straet [GVIE2 (1427)]; die straet aent russelt, de straat = hoofdstraat van brug tot de heuvel [Hs- (1519-1538)]; (rot) de straet bestaet in 30 huysen beginnende in de gelijcke beemdt aengemeten als voor [GVIIB28 (± 1700)]; de straat [kado (1832); G 1-209, 270-290; ter plaatse genaamd de straat [N (1855)]; in 1700, kom veghel van brug tot molenstraat, de straat [Mh- (1954)]. Gewoonlijk werd bedoeld de Hoofdstraat en wellicht een deel van de huidige Hezelaarstraat, tevens een weg in het Rutsel. a. HOOGSTRAAT Weyckenshoeve aan die hogestrate [BP1184-223 (1406)]; hooge straat [Hs- (1539)]; vuyt ontrent vijff lopensaets ackerlants ende heijlants gelegen onder vechel op te hooghe straete aende heijde off op te voort [RGI69-25 (1646)]; de hoogstraat [kado (1832)]; anno 1700 nog niet tot het centrum behorende, de hoogstraat [Mh- (1954)]. Dit is een niet zo oude benaming voor het verlengde van de Hoofdstraat tot aan het H.Hartplein; tevens een oude weg nabij de grens met Uden, parallel aan de huidige Hoogstraat onder Uden, iets ten westen ervan. Onder Uden is de Hoogstraat tegenwoordig een verharde landweg die niet ver ten oosten van Mariaheide uitloopt op de provinciale weg. Deze Hoogstraat vormde kennelijk een oude buurtschap aan de grens met Uden. Benoeming naar de hoge ligging. -Zie Beukelaarstraat, BoektstraatGe), Bogaardstraat, Bosstraat, Bunderstraat, Dalenstraat, Deken Snoecxstraat, Donkerstraat(ke), Dorpsstraat, Oude Dorpsstraat, Duifhuisschestraat, Erptsestraat, Esdonkstraat, Frisselsteinstraat, Gasthuisstraat, Grietenveldstraat, Hagestraat, Havenstraat, Helterenbergstraat, Heuvelstraat, Oude Heuvelstraat, Hezelstraat, Hinteistraat, Hoeversestraat, Hoofdstraat, Hoogstraat, Hoolstraat, Huigenbosstraat, Jekschotstraat, Kalverstraat, Kapelstraat, Kerkstraat, Kloosterstraat, Koffiestraatje, Korte Kerkstraat, Kraayenhoffstraat, Krekelhofstraat, Kruigestraat, Kruisstraat, Kwaadstraatke, Lage Landstraat, Leinsedelstraat, Maagdestraatje, Marktstraat, Korte Marktstraat, Modderstraat, Molenstraat, Mr. v. Hooffstraat, Mr. V.d. Venstraat, Nieuwstraat, Oliestraatje, Rutstraat, Schijndelsestraat, Speelheuvelstraatje, Stationstraat, Tillaarsestraat, Valstraat, Valkenbergstraat, Veerdonkstraat, Voortstraat, Dr. v.d. Voortstraat, Vosstraat, Wielrotstraat. STRAATSEHOEVE
Den ackerdijk neven de straetse hoeve [Mrv91-1 (1712)]; aan de linkerkant van de straat lag er maar één woning of boerderij, ze wordt ooit genoemd de straatse hoeve [Ms-].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 241 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
317 Onbekende ligging in de Straat. Benoeming naar de ligging. -Zie Hoeve STRE(E)P(EN) Genoemt de streepen [Mr1325-242 (1665)]; den acker neve de streep [GVE15-4 (1778)]; de streep [N (1836, 1847, 1848, 1862, 1866, 1870, 1871, 1873, 1876, 1883, 1885, 1886, 1888, 1892), V.-]; A 40 (b: 67.50), 122 (b en w: 22.10), 1016 (w: 2.73.10), 1099 (b: 11.80), B 400 (b: 57.10), 801 (b: 45.70), 1009 (b: 61.10), C 116-118 (b: 49.80), D 253 (b: 44.50), 1011 (b: 27.90), 1012 (b: 38.90), 1013 (b: 29.50), E 93 (b: 39.70), 387 (w: 53.90), 561 (b: 32.50), 916 (b: 21.60), 960 (b: 36.30), F 558 (b: 38.20); de strepen [N (1847, 1868), V.-]; B 332-335, 342-349 (b: 1.18.40; w: 44.30; b: 2.72.10; tu: 5.00; de: 3.26), C 372, 374, 376 (verk.) (he: 23.80.80), D 124 (b: 26.60), 337, 338 (b: 54.00); de strepe [V.-]; A 868 (verk.) (he: 15.93.00); de streepen [N (1839, 1883)]; A 371-372 (b: 85.60), B 681-684 (b en w: 1.05.40). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm langwerpige percelen. a. ACHTERSTE STREEP De achterste streep [V.-]; F 940 (b: 80.20). Ligging in de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar de liggng. b. BREDE STREEP De brede streep in het rutsel [N (1869)]; D 255, 256 (b: 1.07.90). Benoeming naar de vorm. c.GROTESTRE~)P~N) Nog uyt een derde van de grote strepe en eenen bempt genaemt de amer [HH163-51 (1714-1783)]; de grote streep op de heiakker [N (1862)]; C 161 (b: 65.20). Verspreide ligging. Benoeming naar de oppervlakte. d. KORTE STREEP De korte streep [V.-]; B 539-542 (w: 1.51.60). Ligging aan de Grote Hintel. Benoeming naar de vorm. e. KROMME STREPEN De kromme streepen [N (1895)]; F 283 (b: 81.10),285 (b: 60.60). Ligging in de Horstjens en de Grodonk onder Eerde. Benoeming naar de vorm. f. LANGE STREEP De lang streep ende 't streepken teynen aen in de hoeff welck streepken int nieuw lant t'samen [GVE15-39 (1624)]; de lange streep [V.-]; B 536, 537 (b: 33.60; bh: 35.90). Ligging aan de Grote Hintel, tevens een perceel van onbekende ligging. Benoeming naar de vorm. g. SMALLE STREEP De smalle streep in het rutsel [N (1869)]; D 253 (b: 44.50). Benoeming naar de vorm. h. VOORSTE STREEP 318 De voorste streep [V.-]; F 941 (b: 02.21). Ligging in de Kuilen onder Eerde. Benoeming naar de ligging bij de achterste streep. -Zie Aardappelstreep , Arritstreep, Beemdstreep, Boonstreep, Brugstreep , Dielisstreep , Driestrepen, Eiksstrepen, . Ergiksestrepen, Ertstrepen, Hamsestrepen, Haverstreep, Heistreep, Heiveldsestreep, Hondstreep, Hopstreep, Jansestreep, Kerisstreep, Kerkstreep, Klokstreep, Kolksestreep, Korenstreep, Kremerstreep, Krijtenburgsestreep, Kromme streep, Kwadestreep , Laurensstreep , Looienstreep, Margrietastreep, Martensstreep, Middelstreep , Mortelstreep , Muldersstreep , Nachtegaalsstreep, Nelisstreep , Prekersstre( e)p(en), Roetstreep , Rooiakkerstreep , Rullenstreep, Rutselsestreep, Schijnde1mansstreep,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 242 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Schuppenstreep, Sint Achtenstrepen, Thomassestreep, Truiestreep, Vlasstreep, Weierstrepen en Zevenstrepen STREEPKE(S) Terre dicto die streepkens sito in dea prochia de vechel ad locum dictum sytart [GVIDI (1532)]; streepken in de boicken [GVEI5-72 (1624)]; groes de streepjes [GVEI2-128 (1778)]; het streepke [N (1844, 1846, 1858, 1861, 1862, 1871)]; B 1211 (b: 24.10; b: 6.60), D 146 (b en w: 29.40), E 1036 (b: 18.20), 1037-1039 (b: 96.40). Verspreide ligging. Diminutief van streep. Benoeming naar de oppervlakte. a. KORT STREEPKE Zijnen streep int russelt met het cort streepken [GVEI5-111 (1624)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Benoeming naar de vorm. b. LAAG STREEPKEN D'leegh streepken in d'akert loco voors. [GVEI5-23 (1624)]. Onbekende ligging in het Aker!. benoeming naar de lage ligging. -Zie Ariënstreepke, Buusstreepke, Dirksestreepke, Keizersstreepke, Lankveldsestreepke, Putstreepke, Rullenstreepke en Vrensestreepje STREPENHOEK Streepenhoek dorhout naast convent cruysbroeder [Hs- (1551)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Een complex "streepvormige" percelen. Benoeming naar de ligging in een hoek. -Zie Hoek STRIEM Landt opden hogenacker de striem [GVEI2-32v (1778)]; een perceel teulland genaamd de striem [N (1822)]. Onbekende ligging in de Hoge Akker onder Eerde. Wellicht benoeming naar een persoonsnaam vgl. Comelia van Striem (Kl.Bev. V.). STRIJPENBEEMD Bloemenhoff naast strijpenbeemt aan blauwe steen [RAVI57-67v (1690)]; een hoyveltje in streijpenbeemt [GVEI2-67 (1778)]; de strepenbeemd aan het zeelstje [N (1822)]; D 20, 21 (ho: 54.40). Ligging aan het Zeelstje tevens onbekende ligging aan het Hezelaar. Het eerste lid zal de genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Johanna Jacoba v. Strijp, 1890 (Kl.Bev. V.). -Zie Beemd 319 a. ACHTERSTE STRIJPENBEEMD Agterste streypenbeemt [GVE12-67 (1778)]. Onbekende ligging wellicht in of nabij de Strijpenbeemd. Benoeming naar de ligging. b. MIDDELSTE STRUPENBEEMD Middelste streypenbeemd [GVE12-223 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. c. VOORSTE STRUPENBEEMD Voorste streypenbeemt ent startje [GVE12-73 (1778)]. Onbekende ligging. benoeming naar de ligging. STROKEN De strooken [kado (1832)]; A 876-902; een perceel bouw- en weiland gelegen te veghel in de strooken van het dorshouts dubbelen [N (1840, 1842)]; A 895, 896 (b en w: 54.60); de stroken [N (1871, 1884, 1891), V.-]; A 864-865 (he: 22.96.80; w: 22.47.90), 867-869 (he: 32.87.00; w: 22.59.00), 877 (w: 60.10), F 455 (ged.) (w: 21.49.30); de stroke [V.]; A 840 (ho: 84.00).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 243 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Gebied liggend aan de oostzijde van de Zuid- Willemsvaart, grenzend aan het OostDubbele, incidenteel ook voor percelen aan de andere zijde van de Zuid- Willemsvaart in 't Dubbele onder Eerde. Benoeming naar de vorm: een lange reeks percelen, liggend in een "strook" langs de Zuid- Willemsvaart. STROLKW ARTIER Haan veld 't strolquartier aan den heuvel [GVIIB7 (1791)]; op den loop aant strolquartier [GVIIB26 (1801)]. Onbekende ligging in het gebied de Stad. Het eerste lid is afgeleid van "strollen, stroelen" ruischend stroomen, murmelend vloeien. In Vlaanderen en de Kempen. In het bijzonder gezegd van 't geluid, dat wateren maakt en ook gebezigd voor 't wateren zelf, hetzij alleen wanneer het gepaard gaat met geruisch hetzij ook zonder dat (W.N.T. -96). Kwartier, mnl. quartier 4) verblijfplaats, woonstede, kwartier. In de 16e eeuw (Verwijs en Verdam, -856) was dit een buurt die in een slechte reuk stond? Of meer concreet een plaats waar veel gewaterd werd? STROOPKE 't Streupke [V.-]; A 864 (verk.) (he: 22.96.80). Ligging in het Oost-Dubbele. Eigenlijk te lezen als "streepke" de merkwaardige spelling is ontstaan uit een afwijkende dialect-uitspraak, analoog met de uitspraak voor de aangrenzende toponiemen loopke en koopke. -Zie Streepke STUK(SKE) 't Stucxken opte hooge boekt [GVE15-35 (1624)]; landt opt ven 't stuk [GVE12-58 (1778)]. Verspreide ligging. "Stuk" perceel land (M. Top. As. -137). a. ACHTERSTE STUK Het achterste stuk op de heiakker [N (1862)]; C 168 (b: 21.90). 320 Benoeming naar de ligging. b. BREDE STUK Landt het breetstuck [GVE12-28 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de vorm. c. HOOG STUK(SKE) 't Hooch stucxken neffen den wech in d'akert [GVE15-23 (1624)]; het hoog stuk [GO( 1754)]; het hoogstuk [N (1860)]; E 864 (b: 15.70). Ligging aan de Hoge Biezen, tevens onbekende ligging in het Akert onder Zijtaart. Benoeming naar de hoge ligging. d. KLEIN STUKSKE Een stuck landts het cleyn stuxken (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de oppervlakte. e. KORTE STUKSKES De streep neffen daniël janssen ecker metten corte stucxkes daer teijnen aen In de neerbiest [GVE15 (1624)]. Onbekende ligging in de Lage Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm. f. LANG STUK Een stuck landts genaemt het lang stuck (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de vorm. g. PLAT(TE) STUK Het plat stuk, het platte stuk [N (1835, 1857)]; E 1005 (b: 39.00). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 244 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Baksstuk, Beemdstuk, Begijnenstuk, Bietstuk, Bijlstuk, Binnenstukskes, Bloemenstuk, Boektstuk, Catalijnenstuk, Delisstuk, Dwarsstuk(jes), Espenstuk, Hendrikkestuk, Hennenstuk, Hopstuk, Korenstuk, Luttelstuk, Padstuk, Peterseliestukske, Platstuk, Raaistuk, Rijtstuk, Rullenstuk, Spurriestuk, Steltstuk, Stouwenstuk, Thomassestuk, Toornstuk en Weierstuk STUKKEN De stukken, dorshout [GVIIE13 (1792)]; de stukken [N (1920)]; A 1069 (b: 73.80). Ligging in het Laagland onder Dorshout. Meervoudsvorm van stuk. a. ACHTERSTE STUKKEN De achterste stukken in de bruggen [N (1893)]; D 430 (b: 34.70). Benoeming naar de ligging. b. HOGE STUKKEN De hoge stukken [N (1861)]; E 854 (b: 60.40); hoogstukken [N (1875)]; E 863 (b: 16.60). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de hoge ligging. c. KORTE STUKKEN 321 De eorte stueken [GVE12-13 (1778)]; de korte stukken [N (1842, 1861, 1862, 1871, 1875, 1880), V.-]; B 17 (b: 26.40), C 160 (b: 42.70), D 756 (b: 86.00), E 1300 (b: 82.80), 1301 (b: 39.50), F 955 (b: 45.80), 1122 (b: 84.70). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm. - VOORSTE KORTE STUKKEN De voorste korte stukken [N (1875)]; E 1299 (b: 88.50). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. d. KROMME STUKKEN De kromme stukken [N (1861)]; E 942 (b: 31.10). Ligging op de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de vorm. e. LANGE STUKKEN Van joneker jan van lanevelts hoeff op hamme en binnevelt, de stueken teynen den dries, de stueken aehter 't bijlstuek, de twee stueken tussen de middelcanten, de lang stueken en de twee stueken de beemdt genaemt 't samen [GVE15-23 (1624)]; de drie lange stueken op de boekt [GVE2-161 (1702)]; de lang stukken [V.-]; C 173, 174, 177-182 (b: 1.91.60; og: 13.98). Verspreide ligging. benoeming naar de vorm. f. VOORSTE STUKKEN De voerste stueken by st. joost stoek naast de heze en de huysplaats [Mrv31L-28 (1592)]; de voorste stukken in de bruggen [N (1893)]; D 496 (b: 38.80). Ligging in de Bruggen, tevens onbekende ligging aan het Hezelaar. Benoeming naar de ligging. -Zie Biezensestukken, Bovenstukken, Dikkestukken, Dirskensstukken, Donstukken, Driestukken, Driesstukken, Druinstukken, Dungesestukken, Geerstukken, van Hensbergelangestukken, Krommestukken, Middelstestukken, Orestukken, Truiestukken, Tweestukken en Willigestukken STUKKENTEGENDEDRIES De stukken tegen den dries [N (1848)]; A 52 (b: 23.80). Ligging in het gebied de Kampen bij het Ven. Benoeming naar de ligging. SUURMONTSBEEMD Suermonts beemt in abroek [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in de Aa-broeken. Het eerste lid is een persoonsnaam.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 245 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Beemd SUURMONTSERF Vanjr. surmons erff ende lant in den hennenbergh [GVE15-130 (1624)]. Onbekende ligging onder Mariaheide. Het eerste lid is een persoonsnaam Jonker Surmons. -Zie Erf SUURMONTSKAMP Benen heyeamp gemeenelijk genaemt suurmonts eamp gelegen binnen den palen van 322 veghel aan 't eerde [GOI26-30 (1609)]; suurmontscamp (laege heij) [GVE2-44 (1702)]. Onbekende ligging aan de Lage Hei onder Mariaheide en tevens onder Eerde. -Zie Kamp SUURMONTSLAND Van jr. surmons lant int akert [GVEI5-91 (1624)]; suurmonts lant op de boekt [GVE2-93 (1702)]. Onbekende ligging in het gebied Akert/Boekt mogelijk in beide. SUURMONTSHOEVE Suermonts hoeve [GVEI2-155 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Hoeve SWEENSLAAK In loco dicto sweenslake land die oude acker [Hs- (± 1390)]; hoeve in de parochies erpe en vechel ad locum dictum zweenslake [Hs- (1390)]; ex sweenslaken [HHI27-1 (14061421)]; op die sweenslage by die gemeyn straat [Hs- (1519-1538)]; sweenslaekse tiende, sweenslag [Hs- (1530)]; op de sweenslaeg [HHI47-5 (1621-1691)]; de groote acker op sweenslag [RAV158-89v (1730)]. Onbekende ligging in het Hool onder Keldonk, grensgebied tussen Veghel en Erp. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Adriana Johanna Sweens, 1897 (Kl.Bev. V.). Mogelijk afgeleid van het mnl. swin = geul of kreek. -Zie Laak a. OUDE SWEENSLAAK Juxta aquam dictam die aude sweenslake [Hs- (1380-1385)]. Onbekende ligging op de Sweenslaak. Benoeming naar het lange tijdsbestek van bekendheid. SWEENSLAAKSELAAK Vuyt drie loopensaets ackerlants ende weijlants gelegen onder vechel op den sweenslach geweest sijnde een steeghe, aen de gemeijnte van erp, deen eijnde aent waeter genoempt sweenlaecksche laeke [RG169-24 (1646)]. Onbekende ligging op de Sweenslaak. Benoeming naar de ligging. -Zie Laak SWEENSLAAKSETIENDE Sweenslaekse tiende, sweenslag [Hs- (1530)]; sweenslaekse tiende, sweenslag [RAV15889v (1730)]. Onbekende ligging die globaal zal zijn overeengekomen met de Sweenslaak. benoeming naar de ligging. -Zie Tiende TARWEKANT De tarwekant op de Hoge Biezen [N (1864)]; E 879 (b: 29.30). Benoeming naar het gewas. 323 TAS
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 246 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Den ecker de tess(en) genaemt [GVE15-35 (1624)]; landt de tas aent havelt [GVE12-151 (1778)]; een perceel bouw- en weiland, gelegen te veghel op het ham, genaamd de tes [N (1845)]; D 1150, 1151 (b en w: 95.90). Ligging op het Ham. "Tas" 1) hoop, stapel, a) in 't algemeen, b) van gemaaid gras, koren enz., c) de opeengestapelde korenschooven enz. in een schuur; soms ook: hooiberg (W.N.T. -1001, 1002). Misschien ligt een benoeming naar een hooiberg het meest voor de hand; een perceel waar vaak hooibergen opgezet werden. TCHAZENAKKER Te betalen uuyt enen acker geheiten tchasenacker gelegen in tillaer [GVIE2 (1356)]; agro dicto eschasenecker [GVIE2 (1368)]. Onbekende ligging in de Tillaar bij de Heuvel (zie Tillaar). Te lezen als 't hazenakker, te hazenakker; benoeming naar het dier; of verbergt dit toponiem een onduidelijke persoonsnaam of mansnaam? -Zie Akker TEULVELD Nederlant en toelvelt [Hs- (1561)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is van het werkwoord "teulen", telen: een perceel bouwland. -Zie Veld TEUWSENAKKER Landt de braak of theeusacker [GVE12-121 (1778)]; teuwsenakker [V.-]; A 1008-1013 (b: 3.97.50). Ligging in het Dorshout. De familienaam Teeuwsen gaat terug op de (bijbelse) voornaam Mattheus. Teeuwken verkleinvorm (Top.Valk. -243). -Zie Akker THEUNISAKKER Van de hellicht van tonisecker aent 't cruys [GVE15-94 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is de persoonsnaam of mansnaam Theunis, Antonius. -Zie Akker THEUNISBEEMD(JE) Willem tonis beemt, ham [Hs- (1676)]; beemtje genaemt peter jan tunis beemtje [GVE129 (1778)]. Onbekende ligging op het Ham. het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd THEUNISHEIVELD Jan teunis heyvelt op creytenborgh [RAV158-82 (1730)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde. -Zie Heiveld THEUNISLAND Twee stucxkens opte hoge boect neffen wilm tonislant [GVE15-133 (1624)]; van c1aes 324 wilm tonislant op lochtenborch [GVEI5-1O (1624)]. Onbekende ligging op Logtenburg onder Eerde, tevens op de Hoge Boekt. THEUNISSENHOF
Theunissenhof in goordonk [N (1888)]; C 217,218 (b en w: 1.11.30). -Zie Hof THIJSWIENESEVELDEN
Thyswienese velde op de heiakker [N (1889)]; B 282-284 (w: 1.06.60). Benoeming naar een persoonsnaam vgl. Aert Gielis Wenes, 1447 (BP-132, 134v). velden
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 247 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
van Thijs Wenes, Thijs Wienese? -Zie Veld THOMASBEEMD
Willem tomas beemt [GVE2-173 (1702)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd THOMASSE(AKKER)
Een stuk lant genaemt thomasacker gelegen binnen de parochie van veghel [GOI26-11 (1555)]; van een stuck lants genaamt den thomasacker [HHI63-7 (1714-1783)]; dirk thomasse de horstjens, dirk thomasse in de grootdonk [N (1844, 1886)]; F 280 (b: 47.10), 286 (b: 61.40); thomasse ter plaatse keseler [N (1883)]; E 393 (b: 37.70); dirk thomassen [V.-]; F 280-281 (b en w: 47.10 en 49.20). Verspreide ligging. Benoeming naar de mansnaam Thomas of de persoonsnaam. THOMASSEKAMP
Thomassekamp [N (1861)]; E 743, 744 (b en w: 81.90). Ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart. -Zie Kamp THOMASSENHOF
Aart thomassen hof (dorhoudt) [GVE2-195 (1702)]. Onbekende ligging in het Dorshout. -Zie Hof THOMASSESTREEP
Dirk tomasse streep, eerde [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Streep THOMASSESTUK
Marie tomasse stuk [GO- (1754)]. Onbekende ligging in de Kampkes onder Eerde en Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Stuk TIELDERSESTRAAT
325Onbekende ligging in of nabij de Tillaar (zie Tillaar). Te lezen als Tillaarsestraat. TIENDEN Persoonstienden [Mr66-51 (1658)]; tiend(en), smalle tienden, kleine tienden, novalia tienden, spurrietienden, bloedtiend [N (1847). a. OUDE TIENDEN Blocktienden die men noempt daw thienden off heyming thienden (centrum aan de aa) [Mrv28-13 (1567)]. Onbekende ligging in de dorpskom aan de Aa, identiek aan Heimingtienden (zie hiemingtienden). Benoeming naar het oude tiendrecht. De tienden werden geheven door de kerk in navolging van hetgeen met betrekking daartoe voorgeschreven was in de Mozaïsche wet (Verwijs en Verdam, -322). -Zie Beltjenstienden, Boektsetiende, Broekhovensetienden, Brugtienden, Daveltiende, Davelaarstiende, Hamsetiende, Hansvoortsetiende, Havelttiende, Heisetienden, Hezelaarsetiende, Heymingtienden, Horriksetienden, Hurksetiende, Lageboektsetienden, Lankveldsetiende, Molentienden, Nederboektsetiende, Rutselsetiende, Sweenslaaksetiende, Tiende van het Dorshout, Tienden van het Middegaal, Tillaarsetiende, Uitkampsetiende, Veghelsetiende, Verrenbergsetiende en Wielrotsetiende TIENDEN VAN HET DORSHOUT
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 248 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
De tienden van het dorhout [Mh- (1954)]. Onbekende ligging; wellicht globaal overeenkomend met het Dorshout. Benoeming naar de ligging. TIENDEN VAN HET MIDDEGAAL De tienden van het middegaal of hanfoortse tienden [Mh- (1954)]. Onbekende ligging; wellicht globaal overeenkomend met het Middegaal, identiek met hansfoortse tienden. Benoeming naar de ligging. -Zie Hanfoortse Tienden TIETENBROEK Dietenbroek op de hoge en lage boekt [N (1856, 1883)]; D 118 (b: 29.30), 143 (b: 26.90); titenbroek op de hoge/nederboekt [N (1868, 1885)]; D 143 (b: 26.90), 144 (b: 23.50). Ligging op de grens van Hoge- en Nederboekt; wellicht identiek met diepenbroek. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om een verbastering van het oude toponiem diepenbroek. -Zie Diepenbroek TUBOSBEEMD Derde part in jan tijbosbeemt (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd TIJKE Tijke [V.-]; E 823-824 (b: 19.80; w: 23.80). Ligging aan de Lage Biezen. Wellicht is hier sprake van een verbastering van het diminutief van een mansnaam "Teke", (van Theo, Theodorus) of van een verbastering van 326 een persoonsnaam vgl. weduwe Jan Lambert Tijssen, ± 1838 eigenaresse van een van deze percelen (Kl.Bev. V.). TIJSEVELDJE Landt aent broek tyseveldje [GVEI2-126 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is de genitief van een mansnaam Tijs, Thijs, Matheus, ofeen persoonsnaam vgl. Elisabeth M. Tijssen, 1799 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld TIJSKESVELD Thijskusveld [V.-]; E 972 (w: 32.20). Ligging aan de Hoge Biezen. Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Thijs, in de diminutiefvorm. -Zie Veld TIJSSENAKKER Een stuck landts genaemt tijssenacker [GSO-262 (1617)]; tyssenacker /tyssencamp [RAVI58-89v (1730)]; landt en groes aent havelt peter tijsseacker [GVEI2-153 (1778)]. Onbekende ligging aan het Havelt en mogelijk op andere plaatsen. -Zie Akker TIJSSENBEEMD Willem hendrik tyssen beemt, ham [RAV158-92v (1727)]. Onbekende ligging op het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd TIJSSENHOF Tijssenhof, de haeg onder havelt [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging, waarschijnlijk in de Haag. -Zie Hof TIJSSENKAMP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 249 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Thyscamp in loco dicto in die heze [Hs- (± 1455)]; thyscamp [Mrv31-dI (1592)]; haer part in tijssencamp (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; tyssencamp/tyssenacker [RAVI5889v (1730)]; tijssekamp [N (1839, 1873, 1880)]; B 1185 (b: 1.31.20), 1186 (b: 73.20), 1187 (b: 69.30). Ligging aan het Beukelaar, tevens onbekende ligging onder Eerde en mogelijk elders. -Zie Kamp TIJSSENLAND Vier stucken int akert neffen hanrick tijssenlant [GVEI5-66 (1624)]. Onbekende ligging in het Akert. TIJSWILLEMSLAND Een parceel teulland sijnde twee stukken gelegen in veghel in de brugge, genaamt tijs willems land, groot ontr. 21. [RAV112-295v (1801)]. Onbekende ligging in de Bruggen. Het eerste lid is een persoonsnaam. 327 TILLAAR Tillaersacker ad locum dictum tillaer prope locum dictum vrankenvoert [Hs- (13801385)]; mansus die hoeve te tillaer [Hs- (± 1390)]; 't goet te tyllaer, vechel, hamvelt, in de hoeve, tillaer, vechel hanvelt [BP1189-300 (1416)]; van de hoeve tillaer te vechel op hantvelt [BP1190-58v (1417)]; in den tillaer [Hs- (1519-1538)]; 't kempken in den tillaer in den hoeff [GVE15-44 (1624)]; havelt in lanckvelt, nederboekt, tillaar [RAV158-89v (1730)].
Gebied van onbekende ligging ongeveer ter plaatse van Heuvel, Stad, Havelt. Vgl. Middel-Nederduits tilland = tilbar lant, ackerlant, Lübben Mittelniederdeutsches Handwörterbuch. Te lezen als Tijl-laar van "tijl": rij, reeks; thans nog in bepaalde toepassingen gebezigd, met name voor een rij korenschooven of hokken die op het land staan en een korte rij na den bloei, ingekuilde bloembollen (W.N.T. -92). Te lezen als teel-laar (zie laar) van telen, verbouwen; of teel-aard of van tuilen II 1) land bewerken, bebouwen, (be)ploegen. Blijkens de gegevens van de dialectvragenlijst no. 11 van de N. C.D.N., de vragenlijst 27 van de dialectencommissie van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, de enquête S. G. V. en de opgave van de Bont thans nog een enkele maal in O.N.-Brabant in de betekenis "ploegen" (W.N.T. -3778). Tuil-laar of tuil-aart (laar personijicerend aart suffix, of aard, aarde) een vorm tillaart, tillart komt in Veghel veelvuldig voor als persoonsnaam v.d. Tillaart, v.d. Tillart. TILLAARLOOP Vuijt huijs hoff ende aengelegen erffenis gelegen onder vechel aent haevelt deen sijde ende een eijnde aen den tillaerts loop [RGI69-26 (1646)]; huis, hof aen de tillaerse loop [RAV102-257 (1748)]; lant en groes bij tillaer loop [GVE12-116 (1778)]; op tillaarsloop aent bloemengat [GVIIB26 (1798)].
Waterloop van onbekende ligging in de Hoge Boekt en het Havelt. Benoeming naar de ligging. -Zie Loop TILLAARSEAKKER Tillaersacker ad locum dictum tillaer prope locum dictum vrankenvoert [Hs- (13801385)]; een akkerland gezegd den tillaerschen akker [GZG-1378 (1472)]; zijn drije stucken in den tillaersen ecker [GVEI5-141 (1624)].
Onbekende ligging in de Tillaar. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker TILLAARSESTRAAT Van huijs en hoff gelegen neffens die tielderse straete [HHI63-38 (1714-1783)]. TILLAARSETIENDE Een mauwerse lants groet gelegen in die prochie van vechel aent havelt in die tillaersche
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 250 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
thiende [GVIDI (1512)]; frankevoort in tillaartse tiende in davelaar [Hs- (1539)]; frankevoort in tillaartse tiende in davelaar [RAVI59-222v (1759)]; ook tillaer of hamse tiende, deel havelt ham, de tillaerse tiende [Mh- (1954)].
Onbekende ligging, wellicht globaal overeenkomend met de Tillaar, volgens Meuwese een deel van Ham, Havelt (Meuwese krantenart. Huisg. 1954). Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende 328 TILLAARTSVELDJES
Van den tillaartsveldjes in de bunders [N (1891)]; A 280, 281 (w: 16.10). Ligging in het gebied de Bunders. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam. -Zie Veld TIMMERS
Een perceel wei- en bouwland gelegen te veghel aan de leest onder de timmers [N (1843)]; D 579, 580 (b en w: 82.80). Wellicht benoeming naar een eigenaar Timmers, Timmermans. Persoonsnaam Timmers, Timmermans (Top. Valk, -245). TIMMERSVELD
Timmersveld [V.-]; A 869 (verk.) (b: 16.94.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Benoeming naar de eigenaar J. Verbruggen, werd genoemd Timmers (Volksmondonderzoek, -16). -Zie Veld TIP
Den tip [N (1842, 1871, 1875, 1883, 1885, 1886, 1893, 1895, 1920), V.-]; A 395 (w: 26.70), 866 (w: 13.14.00), 921, 1317-1319 (og: 1.37.70), 1032, 1033 (b en w: 48.60), 1143 (b: 13.30), 1271, 1272, 1273, 1285 (og: 74.30); B 350 (b: 50.00), 1044 (w: 48.80), C 399 (verk.) (he: 19.72.30), E 600-601 (w: 47.40), F 229 (w: 42.30), 231-233 (b: 41.00; he: 03.81), 297 (w: 30.10; og: 09.04), 298 (w: 23.50), 458, 460 (hu: 09.70; tu: 04.72), 780 (w:24.40), 930 (w: 17.70); de tip [V.-]; A 1107, 1115 (he: 75.60; og: 11.70), F 176 (w: 71.10). Verspreide ligging. Benoeming naar de vorm; spits toelopende percelen. a. GROTE TIP De grote tip [V.-]; A 802 (he: 80.10). Ligging in de Knokert. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Drietip, Heitip en Oeverstip TOMMEAKKER
Die tomme acker [Hs- (1385-1390)]; den tomacker [Hs (± 1390)]; den tomacker en dat weerlant aan elkaar gelegen te vechel [BPI213-158 (1442)]. Onbekende ligging, wellicht identiek met domakker. Tomen: Blijkens de ligging kan ook gedacht worden aan tomen = mnl. tom(me), tom(b)e, tumme "grafstede, graf" (Top. Valk. -245). -Zie Akker TONG
Dit is kennelijk een verbastering of onjuiste weergave van het toponiem kromme tuin (zie kromme tuin). -Zie Kromme Tong TOONEVELD
Toone veld [V.-]; E 1267 (w: 62.80). Ligging op het Zondveld. Het eerste lid is de genitief van de persoonsnaam Toon, 329 Antonius. -Zie Veld
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 251 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
TOONTJESKOOP
Toontjeskoop in het oost-dubbele [N (1889)]; A 866 (ged.) (b en w: 46.40). Het eerste lid is de genitief van Toontje, diminutief van mansnaam Toon. -Zie Koop TORENDREEF
Torendreef, de torendreef [N (1835, 1862)]; A 504-506 (w, bh: 91.00). - Zie dreef. Ligging in het Geerbos, percelen genoemd naar een zandweg ter plaatse; hoewel de naam in vergetelheid is geraakt, bestaat deze zandweg nog; hij loopt evenwijdig aan de Vorstenbossche weg en komt uit op de weg genaamd Geerbos, tot voor kort ParallelwegNoord geheten. Benoeming naar de ligging; de dreef lag weliswaar op grote afstand van, maar liep nauwkeurig in de richting van de (oude) Lambertuskerk zodat men hierop een goed uitzicht had. TORENSTUK
Het toorenstuck (havelt) [GVE2-139 (1702)]; landt het toornstuk [GVEI2-113 (1778)]; een perceel teulland groeskante, houtwasch en geregtigheden gelegen op de boeckt genaemt het torenstuk [N (1815)]. Onbekende ligging in het gebied Boekt/Havelt. Benoeming naar de ligging nabij een toren; gezien de ligging komt misschien eerder de St. Antoniuskapel op het Havelt, die wellicht een torentje gehad heeft, in aanmerking dan de kerktoren van de (oude) Lambertuskerk. Het eerste lid zou ook een persoonsnaam kunnen zijn vgl. Hendrik Torn, 1831 (Kl.Bev. V.). -Zie Stuk TRAMSTATION
Tramstation [V.-]. Tot voor kort benaming voor een café aan de Sluisstraat op de plaats waar vroeger herberg de Zwaan gevestigd was (zie zwaan). De naam prijkt echter nog steeds boven de deur van het nog bestaande pand. benoeming naar de ligging aan de vroegere tramlijn richting St.Oedenrode. TREUREN
De treuren, dorshout [RAVI60-13 (1760)]; landt den treuren int dorshout [GVEI2-207v (1777)]. Onbekende ligging in het Dorshout. benoeming naar een persoon lijkt waarschijnlijk vgl. Hendrik Dirk Truren, 1702 (lijst jam. V.). Oj is er een samenhang met de slechte "treurige" kwaliteit van de grond. TRIANGEL
Heijvelt liggende triangels gewijse teijnden haar lant agter haar erve op middegaal [RAV98-243v (1727)]; nog landt den triangel [GVEI2-100v (1778)]; tegenover haar landt genaemt de doelen en treangel [GVIIB26 (1791)]. Onbekende ligging bij de doelen (zie doelen) wellicht in de Hoogeinden. Benoeming naar de driehoeksvorm een "triangel"; grenzend aan de Doelen op de Hoogeinden ligt 330 inderdaad een driehoekig perceel. TRUIENKLOOTKE Een stuck landts genaemt truijenc1eutken (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. - Zie kloot(ke). Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid is de genitief van de vrouwsnaam Trui, Gertruda of van een persoonsnaam vgl. Lodewijk Truijen, 1835 (Kl.Bev. v.). Het tweede lid is de diminutief van "kloot". TRUIENSTREEP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 252 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Een stuk lants genaemt truyen streep gelegen binnen de parochie van rode op 't crytenborgh [GOI26-12 (1556)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Zijtaart en Eerde. -Zie Streep TRUIESTUKKEN Truyenstucken [Hs- (1537)]. Onbekende ligging. -Zie Stuk TRUITJESVELD Een perceel groesland te veghel op de hintelt genaamd truitjesveld [N (1830)]. Onbekende ligging op de Hintel. Het eerste lid is de genitief van Truitje, diminutief van Trui, Gertruda. -Zie Veld TUIN -Zie Groene Tuin, Kromme Tuin a. HOGE TUIN (EN) Vuijt een stuck hoijlant genaemt het geweer beemptken gelegen onder veghel aen een ackerlant genaemt den hoogen tuijn en aen de hillenhoff en revier de aa [RGI69-23 (1646)];voor het land van jan c1aas raaymakers de hoogtuynen [GVIIB26 (1799)]; een perceel teulland gelegen te veghel op het middegaal genaamd de hoogtuynen het een eynd de rivier de aa het ander eynd de weg [N (1818)]. Onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar de hoge ligging. TWAALFAPOSTELEN Den oude weg waarlangs 12 womngen genaamd de twaalf apostelen ter plaatse de brandweerkazerne [V.-] . Dit is een oude benaming voor een reeks woningen langs de huidige Violenstraat. Een ironische benaming voor een buurt die niet bekend stond om haar apostolische levenswandel. TWEEDEACHTERDIJK Een huis en hof, staande en gelegen op den tweeden achterdijk te veghel [N (1830)]. Onbekende ligging, mogelijk de huidige Deken van Miertstraat. Benoeming naar de ligging achter de "eerste" achterdijk (de huidige Kalverstraat?). 331 -Zie Aehterdijk TWEEDEVELD Tweede veld in het beukelaarsbroek [N (1883)]; C 391, 395 (ged.) (w: 67.30). Benoeming naar de ligging. -Zie Veld TWEEHEKKEN Een aeker teulland en groeseanten gelegen aan de leest genaamt aan de twee heekens, groot ontr. 4 1. een eijnde den gemeene wegh [RAV 112-268 (1800)]; de twee hekken [N (1835)]; D 497 (b: 72.30). Ligging in de Bruggen. ter plaatse zullen twee (toegangs)hekken aanwezig geweest zijn. TWEEHOFKES Erff ende landt de twee hooffkens wedersijden over de straet [GVEI5-37 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht in de dorpskom. Benoeming naar de ligging in twee percelen aan weerszijden van een weg. -Zie Hof TWEE STEEGJES De twee steegdjes [N (1835, 1838, 1852, 1870, 1875, 1876, 1894)]; B 980 (b: 31.00), 982 (w: 57.80), 985-986 (b en w: 87.40), 990-999 (b: 19.00; w: 2.67.40).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 253 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging op de Watersteeg; inmiddels verdwenen ten behoeve van de wijk de Bunders. Benoeming naar de ligging tussen twee zandwegen. TWEESTUKKEN De twee stueken int russelt neffen heilken stevenslant [GVEI5-6 (1624)]. Onbekende ligging in het Rutsel. Benoeming naar de ligging in twee percelen. -Zie Stuk TWEEVELDJES Twee veldjes [V.-]; A 864 (he: 22.96.80). Ligging in het Oost-Dubbele. -Zie Stuk UDENSHEK Het udens hek op de heiakker [N (1862)]; C 104, 105 (w: 87.60). Benoeming naar de ligging op de grensscheiding van Veghel en Uden. UDENSKAMPKE Udens eampke in heyse buenders [GVEI2-112 (1778)]. Onbekende ligging in de Heibunders. benoeming naar de ligging; mogelijk is de benaming Heibunders in vroeger tijden op een ruimer gebied van toepassing geweest; het kadastrale gebied de Heibunders ligt op vrij grote afstand van Uden. Misschien was het perceel op een of andere manier met Uden verbonden. -Zie Kamp UDENSEBUNDER 332 Udense buunre [DO-I-197 (1446)].
Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Bunder UDENSEDIJK Udense dyk [GVIIEI3 (1792)]; aan den udensehe dijk [kado (1832)]; C 1-92.
Dit is de oude benoeming voor de weg naar Uden, tevens gebruikt voor een gebied aan de zuidzijde van deze weg onder Mariaheide; vanaf de Goordonksedijk tot het gebied genaamd de Heiakker, "aan de Udense dijk". Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk UDENSE(VOET)PAD Widerseyts den udense pad [GVEI2-47 (1778)]; het udense voetpad in den bundersenhoek [N (1847)]; B 1302-1304 (w: 1.02.10).
Ligging aan de noordzijde van de weg naar Uden; het begin ervan werd gevonnd door de huidige Krayenhoffstraat (zie Kerkpad). Benoeming naar de ligging. UDENSESTEEG De doom nevens de udense steegt [GVEI2-96 (1778)].
Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. UIL Den uyl, eert [RAV158 (1736)]; lant in abenhoef den nuel [GVEI2-330 (1777)].
Onbekende ligging in de Abenhoef onder Eerde. Gesubstativeerd adjectief "vuil" (zinspelend op de bodemgesteldheid), in recentere tijd volksetymologisch geassocieerd met de vogelnaam uil (M. Top. Neerpelt, -80). In talrijke plaatsnamen is uil, een wellicht volksetymologische reïnterpretatie van "ol - ul" "natte bodem": cfr. Dittmaier (1963:218): Ol (ul, ohl, oel, oehl). Hij beschouwt dit ol terecht als identisch met auel (18) een -lafleiding van aue (ndl. ouwe) "alluviaal land". In Westfalen en het Rijnland zijn auel, ol en ul zeer verspreid: cfr. ook Bach (1953:290) (M. Top. Bocholt, 190). -Zie Aal UILLAND Het uilland [N (1839)]; D 140 (St.Oed.) (b: 36.30); den ouwland [N (1861)]; D 146 (St.Oed.) (b: 51.40); ouw land [V.-]; D 120, 121, 141-143, 147 (St.Oed.).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 254 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in de Hoge Akker onder Eerde. -Zie Uil UITERSTEN -Zie Vier Uitersten UITGANG Vuijt 35 roijen aekerlandts gelegen tot vechel langs den eijek of voetpad, ende d'ander eijnde aan die gemeen straete ingenome van de gemeente van vechel bij den eijk genaemt den uijtganek [RGI69-8 (1646)].
Onbekende ligging. Mogelijk in de betekenis "kruispunt, splitsing van wegen" (W.N. T. 638, (9)), in dat geval benoeming naar de ligging aan een "uitgang". Perceel met een opvallende "uitgang" (poort, toegangshek?). 333
UITKAMPEN (U)uytcampen, dorhout [Hs- (1532)]; de boschkamp in ruybroek in uuytcampen [Hs( 1539)]; zijn moeders hoff ende lant bij thuys in de uuytcampen [GVE15-132 (1624)]; vossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [GVIIE13 (1792)]. Verspreide ligging. Benoeming naar de afgelegen ligging. -Zie Kamp UITKAMPSETIENDE Uitcampse tiende [Mrv69-205, 205v, 206 (1702)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende UMANSHUISKE Een huijs gen't uijmanshuijsken [RAV96-78 (1715)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Gerrit Hendrik Uheman, 1845 (Kl.Bev. V.). -Zie Huis VAARGAT Het vaargat [GVIIB26 (1799)]; het vaargat [N (1847)]; D 397 (ho: 90.10). Ligging in de haveltsebeemden aan de Aa. Ongeveer ter plaatse schijnt de aanlegplaats geweest te zijn van een voetveer over de Aa. -Zie Gat VALK Huis in veghel on de straat, alwaar voorheen plagt uijt te hangen "den valk", een zijde Martinus van Heijnsbergen, andere zijde Peter v.d. velde, schietende tot op sekere gemene voetpad off kerkweg [RAV107-264v (1777)]. Huis gelegen in de huidige Hoogstraat (G 104), van 1791 tot 1810 bewoond door Dirk G. v.d. Landen, brood, beschuit en koekebakker, winkelier in kruidenierswaren, meelverkoper en timmerman (Toelichting op de plattegrond van de kom van Veghel, anno 1791, 1984). VALKENBERGSTRAAT Valkenbergstraat (eerde) [Mb-]. Straat in de kom van Eerde. Benoeming naar de Valkenburg. VALKENBURG Een stuck landts in den valckenbergh (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; onder de parochie van roy en palen van veghel aen den berg int eerd genaemt valckenburg [G0126-61 (1720)]; land in valenborg [GO- (1754)]; een perceel teul en groesland genaamd den valkenburg te veghel in d' eerde [N (1824)]. Onbekende ligging in de omgeving van het gebied de Bushoef onder Eerde. Huisden ter plaatse valekn? Of werd hier de valkenhouderij beoefend? -Zie Burg a. ACHTERSTE VALKENBURG
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 255 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Genaemt de agterste valkenburgh [G0126-62 (1720)]; een berg in eert genaamd valken334 borg en de achterste valckenborg [Ms-]. Onbekende ligging bij de Valkenburg. Benoeming naar de ligging. VALSTRAAT Vuyt enen ecker in die valstraat gelegen dat nu gilt hanric willemsoen van tillaer [GVIE2 (1427)]; valstraet [GVE2-39 (± 1500)]; valstraat in keselaar [Hs- (1682)]; beemt en hoy in de valstraet op zijtaert [GVEI2-177 (1778)]; de valstraat (nu sluisstraat, de leest) [kado (1832)]; D 1 (ho: 49.90); de valstraat gieliskamp [N (1861)]; E 392 (b: 43.20); in de valstraet ter plaatse genaemt keselaar [N (1883)]; de valstraat [V.-]; D 417, 418 (ho: 79.20), E 415, 456 (b: 81.40). Dit is de oude benaming voor de weg naar Zijtaart, te beginnen bij de huidige Sluisstraat, die via het gebied de Leest, naar de Hostie onder Zijtaart liep. Wellicht geeft deze benaming aan dat de betreffende weg vanaf het wat hooggelegen gebied de Hostie in de richting van Veghel in hoogte afnam. VARKENSWEIKE 't Varkensweike [V.-]; F 1096 (b: 23.80). Ligging in de Kampkes onder Eerde. Benoeming naar de varkenshouderij. -Zie Wei(ke) VEERAKKER De veirecker oyck mede toecomende henrick zijnen broeder in de neerboect [GVEI5-30 (1624)]; landt en dries den veeracker in leegboekse tiende [GVEI2-155v (1778)]. Onbekende ligging in de Nederboekt. Het eerste lid kan "veer" zijn in de betekenis van "ver" (Verwijs en Verdam -1346); een afgelegen akker. Of een persoonsnaam vgl. Johanna de Veer, 1849 (Kl.Bev. V). -Zie Akker VEERDONK Afgelegen "verre" donk (zie veerakker). Donk aan een water, vanwaar men per boot (voetveer) kon overvaren (Verwijs en Verdam, veer -1346). -Zie Donk VEERDONKSKOLK Hoijvelt in verdonks colk [GVEI2-81 (1778)]; veerdoncs kolk, een eind aan de oude beke langs de tegenwoordige sluisdijk [Ms-]. Onbekende ligging in de Knokert of in het Oost-Dubbele. Het eerste lid kan een genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Martina v.d. Veerdonk, 1879 (Kl.Bev. V.). Misschien ook te lezen als kolk bij een plaats genaamd de Veerdonk. -Zie Kolk VEERDONKSTRAAT Veerdonkstraat (eerde) [Mb-]. Straat in de kom van Eerde. Benoeming naar de ligging bij een (onbekende) plaats de Veerdonk. Of benoeming naar een persoonsnaam. -Zie Veerdonk VEERTIGLOPENSE 335 De veertig lopense [kado (1832)]; F 517-632; de veertig lopense [N (1836)]; F 569, 578582 (hu, erf, b en w: 1.87.85); een perceel boschland gelegen te veghel ter plaatse genaamd de veertig lopensen [N (1842)]; F 545-546 (bos: 1.07.90). Gebied liggende nabij de Hoge Brug (het viaduct over de Zuid- Willemsvaart) grenzend aan het Dubbele onder Eerde. benoeming naar de oppervlakte. -Zie Lopense
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 256 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
VEGHEL Van davelaer aent vranckevoert vechghel [GVIDI (1398)]; 1310 vechele, ook vechle - levan loo? VEGHELS BROEK Vechels broek [GO- (1754)]; Ligging aan weerszijden van de Schijndelsedijk, oostelijk van de Zuid- Willemsvaart, later werd dir gebied 't Dubbele genoemd. Benoeming naar de ligging. -Zie Broek VEGHELSDUBBELEN Weiland gen'd veghelschdubbelen [N (1895)]; F 457 (w: 10.37.00). Ligging in de Dubbelen. Benoeming naar de eigenaar. De geemte Veghel was in 1832 de eigenaar van dit perceel. -Zie Dubbelen VEGHELSEAKKER Veghelse acker scheiding met Lieshout [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging aan de grens met Lieshout. Benoeming naar de ligging. -Zie Akker VEGHELSEBUNDERS Drie bunders land gelegen in veghel ter plaatse genaemt veghelsche bunders [GZG-404 (1410)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Bunders VEGHELS GAT Hek int vechels of schijndels gat [GO- (1754)]. Identiek met Schijndelsgat (zie schijndelsgat). Benoeming naar de ligging. -Zie Gat VEGHELSEHEIDE Wuytenvelt veghelse heide [RAV31-25v (1594)]; wuytenvelt veghelse heide [RAV159-45v (1741)]. Waarschijnlijk identiek met het heidegebied het Wuiten, waarin ook het wuitenveld gelegen is. Benoeming naar de ligging. -Zie Heide VEGHELSETIENDE De vechelse tiend [BP1192-57 (1421)]. 336 Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende VEGHELSLAND Veghels lant, heyde [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging onder Mariaheide. Benoeming naar de ligging. VELD Het veld aan den hoordonksendijk op hoger duinen [N (1887)]; C 368 (ged.) (he: 14.05.60). Ligging op Hogerduinen. Veld betekent primair: open, onbebouwd terrein en was dus een synoniem van heide, gemeente enz. vandaar kreeg veld de sekundaire en thans gangbare betekenis van "een perceel akkerland" al dan niet uit een groter komplex en werd in die zin een konkurrent van akker (Top. Valk. -250). a. ACHTERSTE VELD Het achterst veld [N (1869, 1876, 1895)]; A 1019-1022 (w: 2.63.30), B 952 (w: 71.20), C 423 (verk.) (he: 21.94.60); het achterste veld [N (1895)]; C 423 (verk.) (he: 21.94.60).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 257 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. b. GROOT VELD Het grootveld [N (1862, 1864, 1882, 1883, 1889, 1892, 1895)]; A 272, 273 (w: 57.50), 515 (w: 69.50), 864 (verk.) (he: 22.96.80), 929-932 (b en w: 88.96), B 979 (w: 59.80), 1004 (w: 71.20), C 469 (w: 71.80), E 162, 163 (w: 52.60), 271 (w: 54.20); 't groot veld [V.-]; A 869 (verk. (b: 16.94.00), B 339 (de: 95.90), F 1120 (w: 69.50). Verspreide ligging. Benoeming naar de oppervlakte. - TWEEDE GROOT VELD Het tweede grootveld in het reibroek [N (1893)]; E 721 ged. (w: 57.60). Benoeming naar de ligging en oppervlakte. - VOORSTE GROOT VELD Het voorste grootveld aan het keselaar [N (1893)]; E 721 ged. (w: 57.60). Ligging in het Reibroek nabij het Keselaar onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging en oppervlakte. c. HOOG VELD Het hooge velt dorshout [RAVI57-91 (1693)]; het hoogveld [N (1848), V.-]; B 328 (w: 40.80), E 843-849 (b: 1.68.50; w: 1.02.90). Verspreide ligging. Benoeming naar de hoge ligging. d. KLEIN VELD Het kleinveld [N (1864, 1877)]; A 265 (w: 37.00), B 803 (w: 61.40); klein veld [V.-]; F 1104-1105 (w: 18.60). Verspreide ligging. Benoeming naar de oppervlakte. e. LAAG VELD Heijvelt en weij voer groese gelegen ontrent de huijse, gemijnlijck genaemt gerit henricx 337 leech velt (ontgonnen) [N (1658)]; het leeg velt, ham [GVIIE13 (1792)]; het leeg veld [N (1834, 1857, 1862)]; D 892 (w: 29.20), E 1176-1179 (w: 70.80), 1203 (b: 36.90); het laag veld [N (1848)]; A 69 (b: 71.75 (b: 71.75); het lage veld [V.-]; C 368, 371 (verk.) (he: 16.35.30). Verspreide ligging. Benoeming naar de lage ligging. - ACHTERSTE LAAG VELD Moer en groesvelt op ham genaemt het agterste leegvelt [GVE12-109 (1778)]. Onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging. f. NIEUW VELD Het nyvelt, heyde [GVIIE13 (1792)]; het nieuwveld [N (1838, 1848, 1861, 1888)]; B 729-731 (w: 1.27.00), D 933 (b: 68.30), 1010 (b: 27.50), E 780 (w: 21.20), F 186, 187 (b en w: 1.17.40), 453 (b: 66.20); 't nieuwe veld [V.-]; A 869 (verk.) (b: 16.94.00); nieuw veld [V.-]; F 288 (b: 67.60), 458-459 ged. (he: 26.06.80). Verspreide ligging. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning. - ACHTERSTE NIEUW VELD Agterste nieuwvelt, ham [RAV159-84 (1745)]; 't achterste nieuwveld [v.-]; F 287 (b: 43.20). Ligging in de Grootdonk onder Eerde, tevens onbekende ligging op het Ham. Benoeming naar de ligging. - VOORSTE NIEUW VELD 't Voorste nieuwvelt aan den dijk na erp [GVE12-135 (1777)]. Onbekende ligging aan de weg naar Erp. Benoeming naar de ligging. g. VOORSTE VELD Het voorste veld [N (1869, 1892, 1895)]; B 501 (b: 26.30), 953 (w: 65.70), C 442 (w: 73.80).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 258 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Verspreide ligging. Benoeming naar de ligging. -Zie Akkersveld, Ardieneveld, Baggerveld, Barteleveld, Bazenseveld, Beltjesveld, Bendelsveld, Biesveld, Bijsterveld, Binneveld, achterst Binneveld, Bleekveld, Boerenveld, Bonenveld, Bosveld, Bressersveld, Broekveld(en), Bunderveld, Delisveld, Derdeveld, Dijkveld, Dinthersveld, Distelveld, Doreleijersveld, Draadveld, Driekskesveld, Eersteveld, Eersterveld, Eeuwselsveld(je), Eerste Eeuwselveld, Emmerensveld, van Erpeveld, Erwtjesveld, Espenveld, Faassenveld, Fijenveld, Gagelveld, Geertsveld, Gerrit Pauleseveld, Gielensveld, Goortsveld, Goossensveld, Gretingveld, Grietenveld, Groesveld(eke), Haagveld, Haanveld, Haleveld, Hardveld, Harensveld, Hasseveld, Haverveld, Heerkensveld, Heesterveld, Heiveld(en), Heilige Geestveld, Heilig Gielisveld, Helversveld, Hendrikkeveld, Hintelsveld, Hofveld, Hopveld(je), Huigenveld, Hurkmansveld, Hussenveld, Joosteveld, Jorisveld, Jutteveld, Kapelleveld, Keizersveld, Kerkpadsveld, Klaaseveld, Klaverveld(je), Klokgietersveld, Kluitveld, Knechtelsveld, Koeienveld, Koffieveld( je), Koopkesveld, Koppensveld, Kranesveld, Krijtenburgseveld, Krolleveld, Kruisheiveld, Kuikeveld, Kuilenveld, Kuppeveld, Kwaadveld, Langensveld, Lankveld, Lijsenveld, Lijsensveld, Maaskesveld, Mandersveld, Martelijneveld, Martensveld, Meltersveld, Middegaalsveld, Middelgrasveld, Middelrodesveld, Middelste veld, Mijntjesveld, Moerveld, Molenveld, Muisveld, Muizersveld, Muldersveld, Nelisseveld, 338 Noordveld, Notenveld, Oeversveld, Papasveld, Pastoorsveld, Pauleseveld, Pepersveld, PereveldGe), Philipseveld, Pieteveld, Poederveld, Polderveld, Poortveld, Putjesveld, Rielsveld, Rijkzenveld, Roefseveld, Rouwveld, achterste Rouwveld, voorste Rouwveld, SchijndelsveldGe), Schuitenveld, Schuldersveld, Schuppensveld, Schuttersveld, Schuurmanseveld, Seikesveld, Seppeveld, Sijmensweiveld, Sissenveld, SleeuwensveldGe), Smitsveld, Snijdersveld, Speelveld, SpieringsveldGe), achterste Spieringsveld, Steenseveld, Theunisheiveld, Tijskesveld, Timmersveld, Toelveld, Toneveld, Truitjesveld, Tweedeveld, Veldensveld, Venveld, Vensveld, Verhagensveld, Voermansveld, Vrouwkesveld, Vrouwkesheiveld, Waterveld, Weierveld, Wouterveld, Wuitenveld, Zegersveld, ZondveldGe), Zonsveldsveld en Zwegerseveld VELDEN a. ACHTERSTE VELDEN Agterste velden met de berkvelden [GVEI2-186 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. b. KORTE VELDEN Binnen de gemeente van st.oedenrode in het eerde genaamd de korte velden [N (1818)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de vorm. c. NIEUWE VELDEN De nieuwe velden [kado (1832)]; B 33-117; de nieuwe velden [N (1840, 1862)]; B 63 (w: 49.40), 98 (he en de: 58.70), 802, 803 (w: 1.42.90). Gebied onder Mariaheide aan de grens met Uden, aan de noordzijde van de provinciale weg. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning. -Zie Berkvelden, Beukelaarsevelden, Bisschopsevelden, Daniëlvelden, Donkersvelden, Drievelden, Duisvelden, Goordonksevelden, Jagersvelden, Klompevelden, Kuipersvelden, Leemputtevelden, Lindenvelden, Peermanusvelden, Preesvelden, Rattevelden, Reibroekevelden, Sasse van Ysseltvelden, Schutjesvelden, Smitsevelden, Thyswienesevelden, Volkersvelden. VELDENSVELD
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 259 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Van der veldensveld in de nieuwe veldjes [N (1891)]; D 1023, 1064 (w: 51.80). Ligging in de Nieuwe Veldjes nabij het Ham. Het eerste lid is de genitief van een persoonsnaam. -Zie Veld VELDENWEG a. NIEUWE VELDENWEG Recente herbenaming mariaheide, de nieuwe veldenweg [B- (1967)]. Dit is een resterend gedeelte van het oorspronkelijke tracé van de weg Veghel-Uden onder Mariaheide; begin- en eindpunt van deze weg sluiten aan op de noordzijde van de huidige weg naar Uden, ten oosten van Mariaheide. Benoeming naar de ligging nabij het gebied de Nieuwe Velden. VELDHUISHOEVE 339 Velthuyshoeve aan de hey [Hs- (1559)]. Onbekende ligging onder Mariaheide. Het eerste lid zal een persoonsnaam Zijn vgl. Thodora Veldhuysen, 1874 (Kl.Bev. V.). -Zie Hoeve VELDJE(S) 't Veldeken aen 't doncker straetken [GVEI5-143 (1624)]; een perceel groesland binnen de gemeente veghel genaamd de veldjes [N (1819)]; het veldje [N (1847, veI861)]; E 617 (w: 55.00), F 309-310 (b: 42.90; og: 05.10). Verspreide ligging. Benoeming naar de oppervlakte diminutiejvan veld. -Zie Veld a. ACHTERSTE VELDJE Het agterste veltje havelt [RAV160-85v (1770). Onbekende ligging op het Havelt. Benoeming naar de ligging. b. KLEIN(E) VELDJE(S) 't Cleijn veldeke besijden 't huys [GVEI5-6 (1624)]; het klein veldje [N (1871, 1875, 1891)]; B 4 (w: 14.80), C 378,393 (he: 9.09.10), D 916 (b: 13.70); de kleine veldjes op het ven [N (1883)]; B 675, 676 (w: 75.00). Ligging op het Ven (kleine veldjes), tevens verspreide ligging (klein veldje). Benoeming naar de oppervlakte. c. KORTE VELDJES De korte veldjes [N (1895)]; F 274, 275 (b en w: 53.60). Ligging in de Horstjens onder Eerde. Benoeming naar de vonn. d. NIEUWE VELDJES Nieuwe veldjes [kado (1832)]; D 985-1031; de neij veldjes [V.-]; C 368, 369 verk. (he: 34.65.70). Gebied liggende aan de noordzijde van het Ham, tevens enige percelen op Hogerduinen. Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning. e. SMAL VELDJE Het smal veldje op de kleine mntel [N (1868)]; B 453, 504 ged. (w: 72.10). Ligging op de Kleine Hintel en een gedeelte op de Grote Hintel. Benoeming naar de vonn. -Zie Aartsveldje, Anneveldje, Bakkersveldje, Bartelsveldje, Berkeveldeke, Broekjesveldje, Bundersveldje, Burgemeestersveldje, Doorensveldje, Doornhoekveldje, Drieveldjes, Eikesveldje, Falieveldje, Geerveldeke, Geertsveldje, Gijseveldeke, Grasveldje, Groesveldeke, Grootdonksveldje, HamveldGe), Haneveldje, Heidensveldje, Heiltjesveldje, Heiseveldje, Herenveldje, Hoolveldeke, Joostjesveldje, Juffrouw KooIenveldjes, Kalverveldje,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 260 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Kapelleveldje, Klaassenheiveldje, Koepelveldjes, Kolenkamp(veldje), Kolksveldje, Laarsveldje(s), Lijskesveldje, Maggermansveldje, Mikkersveldje, Notenveldje, Opheieveldjes, Ottenveldje, Pieteveldje, Poelieveldjes, Rondveldje, Sijmesveldje, Sinnemonneveldjes, Sjeffeveldje, Sleeuwensveldje, Tijseveldje, Tillaartsveldjes, Tweeveldjes, Verkuilensveldje, Vervoortveldjes, Vijfveldjes, Völkerveldjes, Vorstenboschveldje, Willemsveldje en Zandvoortsveldje 340 Kaart met hoogtelijnen van waterschap "Het stroomgebied van de Aa", omgeving Het Ven 341 VEN(NEKE) Zijn twee cortte loopkens met een lang stuck in den d'avel(laer) de braeck genaemt aent 't ven [GVE15-127 (1624)]; de dicke stukken op 't ven [RAV159-178v (1754)]; het ven [kado (1832)]; B 620-679, (i81-700, 702-704; het venneke [N (1838, 1854, 1871, 1876, 1880, 1883)]; B 685 (w: 25.70), 686 (w: 26.80), D 219 (b en w: 40.70), 220 (b en w: 45.70), 237-239 (b en w: 1.16.40), 304 (b: 37.80); het ven [kado (1832)]; B 641 (b: 35.60). Benaming voor een grote waterplas aan de oostzijde van de weg Veghel-Vorstenbosch. Het omliggende gebied (het Ven) en een zandweggetje ter plaatse (zie Venssteegje); tevens verscheidene verspreid liggende percelen ('t venneke). "Ven" een ven is een natuurlijke waterplas in de heide (M. Top. Valk. -251). Ven(neke) als benaming voor waterplas ging dan gewoonlijk over op omliggende percelen (gebied); bij de percelen, 't venneke is steeds sprake van de aanwezigheid van een dergelijke (kleine) waterplas; vooral in de omgeving van de Aa waren deze vennetjes talrijk; ze zijn vrijwel zonder uitzondering verdwenen. -Zie Bergsven, Kanarievenneke, Kluitven, Kwade moerven, Leinsven, Melven, Mergelven, Moerven, Pietemellevenneke, Rootven, Snelleven, Verdronkenven, Woutenven. VENAKKER Die venacker in den ham [BP1185-308v (1408)]; ene stuck lants geheiten die venacker [GVIE2 (1506)]; 't landt den venacker [GVE12-17 (1778)]; de venakker in de heivelden [N (1892)]; A 129 (b en w: 49.40), 131 (b en w: 34.70). Ligging in het gebied de Heivelden en mogelijk elders. Benoeming naar de ligging aan een ven. -Zie Akker VENDRIES(KE) Den vendries op 't ven [GVE12-21 (1778)]; gelegen alsvoor (op 't ven) het vendrieske [N (1819)]. Onbekende ligging op het Ven. Benoeming naar de ligging. -Zie Dries VENVELD Tienus V.d. ven veld [V.-]; E 697 verk. (he: 7.14.40). Ligging in het Reibroek onder Zijtaart. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Veld VENSBROEKJE Het yens broekje [kado (1832)]; A 1-2 (he: 33.86.00); vensbroekje [N (1847)]; A 1, 6 (he: 23.45.10; de: 21.2). Gebied noordelijk van het Ven tot aan de grens met Nistelrode (Vorstenbosch), anno 1832 nog heide. Benoeming naar de ligging bij het Ven. -Zie Broek VENSSTEEGJE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 261 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Venssteegdje [N (1843, 1854, 1882, 1883)]; B 693 (w: 28.60), 694-697 (w: 1.32.70), 951 (w: 54.10), 958 (w: 46.80); het venssteegje [N (1848); B 954, 955 (w: 73.30). Dit is de benaming voor een zandweggetje naar het Ven en percelen ter weerszijden ervan, het zandweggetje bestaat nog steeds onder de naam het Ven. Benoeming naar de 342 ligging. VENSVELD Het vensveld op de kleine hintel [N (1862)]; B 487, 488 (w: 67.40). Benoeming naar de ligging nabij het Ven. -Zie Veld VERDRONKENVEN Verdronken ven [RAV159-45v (1741)]. Onbekende ligging. Een ven, dat misschien eens weinig waterrijk was, en later door een overstroming van de Aa een hoger peil kreeg? -Zie Ven VERDUSSENLAND Verdussenland in doornhoek [RAV159-186v (1754)]; verdussen land int dorshout [GVE12-195 (1777)]. Onbekende ligging in het Dorshout en in de Doomhoek onder Zijtaart. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Comelis Verdiesen, 1876 (Kl.Bev. V.). VERGT (EN) Lant op die gheen verchten [Hs- (1385)]; lant op gheen verchten [Hs- (± 1500)]; noch uuyt enen kempken lants geheyten dat groet kempken gelegen in die prochie van vechel in gheen akart deen syde een stuck lants geheyten die vercht [GVIDI (1512)]; de vellicht in dakert [GVE15-35 (1624)]; lant de velligt [GVE12-151 (1778)]; een perceel bouwland gelegen te veghel op het akert genaamd de velgt [N (1824)]. Onbekende ligging in het Akert. a. GROTE VERGT Akker die groet vrecht [Hs- ( ± 1385)]; bouwlan gen'd groot verzicht [N (1897)]; F 272273 (b: 1.7.20). Ligging in de Horstjens onder Eerde. Benoeming naar de oppervlakte. b. HOGE VERGT Lant die hoghe vercht [Hs- (± 1385)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de hoge ligging. c. KLEINE VERGT Akker die cleyn vrecht [Hs- (± 1385)]; bouwland gen'd klein verzicht [N (1897)]; F 277 (b: 12.70). Ligging in de Horstjens onder Eerde. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Nedervergt VERHAGENSVELD Verhagensveld in de nieuwe kopen [N (1888)]; A 903-906 (w: 1.05.40). Ligging in de Nieuwe Kopen bij het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. Anno 1837 was de bezitter van deze percelen Johannes Jacobus van der Hagen. -Zie Veld 343 VERHOEVENBOS
Chris verhoevenbos [V.-]; C 338-341 ged. (hh: 59.90; de: 40.90). Ligging op Hogerduinen. het eerste lid is een persoonsnaam; ± 1832 bestonden deze percelen uit hakhout en dennenbos.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 262 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Bos VERLEIENBUNDER
Gijsbert verleijen buunder bij 't poejervelt [GVE2-147 (1702)]. Onbekende ligging in de omgeving van de Watersteeg. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Bunder VERLORENKOST
Zijn velt bij goort dircx genoempt verloren cost [GVE15-40 (1624)]. Onbekende ligging. Verloren kost is een van de algemeen verspreide benamingen in de Kempen voor weinig renderende landbouwgrond. Het is een uiting van volksironie (M.Top.Bocholt, -170). VERMOELSGOED
Den bredenbeempt in loco dicto vermoelsgoet [Hs- (1470-1475)]. Onbekende ligging. het eerste lid zal een persoonsnaam verbergen (Vermeulen?). -Zie Goed VEROEDENKAMP
In loco dicto veroedencamp [Hs- (± 1385)]. Onbekende ligging. Ook hier gaat wellicht een persoonsnaam schuil. Van Rooy, van Rode? -Zie Kamp VERREHEIDE
Capelle ende godshuys gesticht ... vechel ter plaetsen genoemd aen gheen verre heijde [Mrv27-13 (1562)]. Onbekende ligging, wellicht de hoge heide onder Mariaheide. benoeming naar de afgelegen ligging. -Zie Hei(de) VERREKAMP
Den verren camp aen die petteldonk [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging. benoeming naar de afgelegen ligging. -Zie Kamp VERRENBERG
Ex agro dicto verrenberch et campo dicto werdecamp [GVIE2 (1367)]; vierenberch [GVE2-39 (± 1500)]; de hey in de horrick verrenberch [Hs- (1534)]; ver(r)enbergh/vaerenbergh [Hs- (1616)]; van jan tijs roeffen erff ende lant in den varenberch tot verscheyde parceelen liggende tsamen [GVE15-108 (1624)]. Onbekende ligging mogelijk in Goordonk (zie weidekamp) of nabij het Ven (zie hurk(en)). Benoeming naar de afgelegen ligging. 344 -Zie Berg VERRENBERGSETIENDE Boenenvelt, verrenbergse tiende [Hs- (1569)].
Onbekende ligging, wellicht globaal overeenkomend met de Verrenberg. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende VERSAKKER Ex versacker [HH133-48 (1507)]; ex versacker [HH163-33 (1714-1783)].
Onbekende ligging. Het eerste lid zou afgeleid kunnen zijn van een persoonsnaam v.d. Veer. -Zie Akker en Veerakker VERVOORTVELDJES Vervoort veldjes [V.-]; E 602-603 (he: 6.77.00).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 263 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in de Leinsedel onder Zijtaart. Het eerste lid is de plaatselijk algemene persoonsnaam Vervoort. -Zie Veld VIERKANTEBEEMD Viercantige beemd, dorshout aan de sluis, valt onder schijndel [Hs- (1582)]; asdonk naast vierkante beemt en corstencamp [Hs- (1607)]; viercantige beemd, dorshout aan de sluis, valt onder schijndel [RAV159-220 (1759)].
Onbekende ligging in of nabij de Knokert. Benoeming naar de vorm. -Zie Beemd VIERUITERSTEN Een huis bestaande in vier woningen met het bijgeleege land, hooven en geregtigheden geleegen te veghel aan het heselaar genaamd de vier uiterste [N (1820)]; de vier uitersten in de koolekampen [N (1864)]; A 588-594 (hu etc: 76.80).
Benaming voor een huis, bestaande uit vier woningen in de Kolenkampen. "De vier uitersten", de vier uitersten van den mensch zijn: de dood, het oordeel, de hel en de hemelsche glorie (W.N.T. -576). Blijkbaar gaat het hier om een uiting van volkshumor. VIJFKENSAMER Half beemt in vijfkes amer (logtenborg) [GVE12-329 (1777)]; vyffkens amer, dorshout [GVIIE13 (1792)]; vijfkes amert [N (1836)]; A 793 (w: 61.40).
Ligging in de Knokert. Het eerste lid is mogelijk een samentrekking van de in veghel algemeen voorgekomen zijnde persoonsnaam van Vyfeijken vgl. Wilhelmina v. Vijfeijken, 1887 (Kl.Bev. V.). Benoeming naar de ligging nabij de Amert. -Zie Amert VIJFVELDJES De vyf veltjens dorhout by sluysbeemt [GVIIE13 (1792)]; de vijf veldjes [N (1874)]; A 258-262 (w: 92.40).
Ligging in de Bunders. Benoeming naar de ligging in vijf perceeltjes. -Zie Veld 345 VINKELSCHOOT
Den kemenaetschen acker neven eenen acker vinckelschoet ('t goed te haenvelt) [Mr132265 (± 1608)]. Onbekende ligging in het gebied Ham/Havelt. het eerste lid zal een persoonsnaam zijn (v. Vinkel?). -Zie Goed VINKENHOF
Vinkenhof. Onbekende ligging. Benoeming naar de vinkensport (Hs-207). -Zie Hof VINKENVLUCHT
Genaemt de wesser of vinkenvlugt op den scheyffelaer in de akerse tienden [Mrv92-65 (1765)]. Onbekende ligging op de Scheijelaar. Benoeming naar de vinkensport. -Zie Vinkenhof VISSER
Prati siti in dea parrochia de vechel ad locum dictum opten amer dicti den vysscher [GVIDI (1532)]; een hoeijbemd genampt den visscher [N (1653)]; halff hoy in de visser [GVE12-150v (1778)]; de visser [N (1836, 1838, 1842, 1846, 1847, 1848, 1884)]; A 789 (ho: 38.40), 790 (ho: 79.20), 791 (ho: 33.00), 792 (ho: 70.10), 979 (ho: 43.90), 981 (ho: 82.10), 989, 990 (ho: 78.30), 1066 (ho: 39.60). Ligging in de Knokert. Benoeming naar een persoonsnaam de Visser, Vissers, die in
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 264 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Veghel zeer algemeen is. Of kan er een samenhang zijn met het kweken van vis of het beoefenen van de visserij, de percelen liggen dichtbij de Aa. VISSERSBEEMD
Ex visschersbeemt [HH133-7v (1507)]; in den amer tot de graeff toe van vissersbeemt [GVIIB28 (± 1700)]; van vissersbempt achter cruysbroeders hout [HH163-51 (17141783)]. Onbekende ligging nabij of identiek met de Visser. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn (zie visser). Het toponiem vissersbeemd is volgens de gegevens aanmerkelijk ouder dan het toponiem de visser; wellicht is de laatste voortgekomen uit de eerste. -Zie Beemd VLAS
Landt en groes de vlaas (creytenborgh) [GVE12-225 (1777)]; de flaas [N (1865)]; E 1100-1104 (w: 82.30); de vlus [V.-]; E 1105, 1109, 1112 (b: 24.20; w: 25.40), 1165 (he: 1.00.70). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. namen met vlas wijzen op de vroegere vlaswinning (tot in de 1ge eeuw) (Top. van Valk. -254). Vlaas kan ook duiden op een plas, poel of stilstaand water temidden van een bos- of heidegebied. VLASHOF
Ortum de. die vlashoff in prochia predicta [GVIE2 (1404)]; lant den vlashoff op sontfelt [Hs- (1519-1538)]; de vlashoff [RAV159-165v (1753)]; een parceel teulland en canten 346 gelegen opt zontvelt, genaamt de vlashof, groot 11/2 loop [RAV112-264 (1800)]; de vlashof op het zontveld [N (1847)]; E 1269 (b: 49.00). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. namen met vlas wijzen op de vroegere vlaswinning (tot in de 1ge eeuw) (Top. van Valk. -254). -Zie Hof VLASSTREEP Een streep land die vlasstrepe [BP1190-182v (1417)]. Onbekende ligging. Namen met vlas wijzen op de vroegere vlaswinning (tot in de 1ge eeuw) (Top. van Valk. -254). -Zie Streep VLEURING De vleuring [N (1884, 1895)]; A 865 ged. (w: 22.47.90). Ligging in het Oost-Dubbele. Gaat hier een persoonsnaam schuil? Een verbastering en samentrekking van bijv. vlier-donk. VLEUTENBOS Vleutenbosch in het heische bos [N (1847)]; B 934 (w: 45.50). Het eerste lid is (zal de genitief van) een persoonsnaam (zijn). -Zie Bos VLIET "Vliet" benaming voor riviertje (M. Top. Neerpelt, -71). -Zie Zandvliet VLOTBEEMD Gedeelte in eenen hoijbeemt gelegen achter ham, groot ontr. 2 karren hoijgewas, beneffens erve den vlodtbeemdt, d'ander zijde rijdende met michiel donckers, d'een eijndt den roodtsen beemt [RAV60 (1668)]; vlotbeemt [Hs- (1676)]; vlotbeemd agter ham [GVEI2-49 (1778)]. Onbekende ligging "achter" het Ham wellicht in de Hamsche beemd. Het eerste lid zal ontstaan zijn uit mnl. "vloet": 1) rivier, beek, 2) watervloed, overstroming (land dat regelmatig onder water staat) (M. Top. valk. -257). Waarschijnlijk is het een beemd geweest die geregeld onder water stond.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 265 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
VOEDERMAAT(JE) Een beemtje 't voyermaetje [GVEI2-222 (1777)]; landt en hoy int akert het voyermaatje [GVEI2-140 (1778)]; de voeyermaat, havelt beemden agter de straat [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in het Akert enlof aan het Havelt. Het eerste lid is van het werkwoord voederen, het tweede lid is maat, maai; het hooi van dit perceel diende als veevoeder. -Zie Maat VOERMAN De voerman, zijtaart [RAVI59-30v (1740)]; landt den voerman [GVEI2-239v (1777)]; de voerman [N (1861, 1891), V.-]; E 360 (b: 77.20), 361 (b: 73.60). Ligging in de kom van Zijtaart. Mogelijk was hier eens een herberg met drinkplaats waar voerlui die Zijtaart aandeden, een halteplaats hadden. Er kan eveneens sprake zijn van 347 benoeming naar een persoonsnaam vgl. Elisabeth Voermans, 1825, Neeltje Maria Voerman, 1814 (Kl.Bev. V.). VOERMANSLAND
Voermans lant (de leest) [GVE2-211 (1702)]; voermanslandt opt zijtaert [GVE12-268 (1778)]. Onbekende ligging onder Zijtaart, misschien identiek met de voerman, tevens op de Leest. Het eerste lid is wellicht de persoonsnaam Voermans of de genitief van de persoonsnaam Voerman. Benoeming naar de ligging bij een herberg/drinkplaats. Land, behorende tot (herberg) de voerman. -Zie Voerman VOERMANSVELD
Voermansvelt doornhoek [RAV56-87 (1681)]. Onbekende ligging, mogelijk identiek met de voerman. -Zie Voermansland en Veld VOETPAD
De voetpat vant geerbos aff op de watersteeg tot op den boschweg [GVIIB26 (1789)]; een perceel hooiland met het daarbij gelegen voetpad in de molenbeemden [N (1843)]; A 627 (ho: 40.20). -Zie Udense Voetpad VOGEL(S)BEEMD
Vogelbeem, vogelsbeemd [V.-] . Ligging nabij de dorpskom, tussen de Aa en de weg Blauwe Kei (een gedeelte van) het vroegere Zeelstje. Volgens het volksmondonderzoek zou de naam ontleend zijn aan de fam. Vogels, een veel voorkomende naam in Veghel (volksmondond. -37). -Zie Beemd VOGELMAATJE
Lant en hoy int akert het vogelmaatje [GVE12-140 (1777)]. Onbekende ligging in het Akert. Dit zal een verschrijving of onjuiste lezing zijn van voedermaatje (zie voedermaatje). Of mogelijk een hooiweide van een fam. Vogels. Een weide die veel door vogels werd bezocht. -Zie Maat VOLKERSVELDEN
Volkers velden [V.-]; A 868 (verk) (he: 15.93.00). Ligging in het Oost-Dubbele. Het eerste lid is de genitief van de persoonsnaam Volker, de fam. Völker stond vroeger in aanzien in Veghel. -Zie Veld VOLKERVELDJES
Völkerveldjes [V.-]; B 540-541 (w: 68.20). Ligging aan de Grote Hintel.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 266 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Veld en Volkersvelden 348 VOLLENHOVE
Vollenhove, dorshout [GVIIE13 (1792)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid zal afgeleid zijn van vol in de betekenis vruchtbaar, overvloedig rijk (Verwijs en Verdam, -789 (3)). Een weelderige hof (zie hof). Hove is een variant van hof VONDER
Vonder of vondel is een smal brugje, meestal een plank dienstig als voetbrug (Top. Neerpelt, -64,65). -Zie Aavonder en Looivonder
a. HOGE VONDER Den hoogen vonder, geleghen aen die leest [GVIB22 (1807)]. Onbekende ligging op de Leest, mogelijk identiek met de Mestbrug; mogelijk werd de laatste gebouwd ter vervanging van de eerste, die niet meer in goede staat zal zijn geweest. benoeming naar de hoogte. VONDERBEEMD
In de aabroek den vonderbeemd [GVE12-259 (1778)]. Onbekende ligging in de Aabroeken. Benoeming naar de ligging aan een vonder. -Zie Beemd VONNIS KAMP
Binnen den paaIen van vechel neffens den vonniscamp [G0126-14 (1559)]; alsulcken platxken lants geleegen onder vechel in den vonnis camp [G0126-44 (1647)]; land in vonnis camp [GO- (1754)]; de vonniskamp [kado (1832)]; F 66-111; de vonniskamp [N (1851, 1856, 1868, 1869)]; D 280 (b en w: 28.10), 281 (b: 20.60), 282 (w: 20.80),283 (b: 22.00), (St.Oedenrode); 't vonniskamp [V.-]; F 75, 76 en 77 ged. (b: 49.20; tu: 5.70; w: 4.24). Gebied liggend nabij de kom van Eerde. Werden hier in het verleden vonnissen voltrokken? -Zie Kamp VOO RAKKER
Een parthye landt op de leeg boekt den vooracker [GVE12-40 (1778)]; de voorakker [N (1835, 1874)]; D 169 (b: 25.00), 174 (b: 29.90). Ligging op de Nederboekt. Waarschijnlijk te lezen als voort-akker akker gelegen bij een voort (zie voort) (M. Top. Overpelt voor(t)broek). -Zie Akker VOORAKKERSPAD
Een perceel teulland geleegen te veghel op de boekt genaamd den voorakkerspad [N (1820)]. Onbekende ligging op de Boekt; het is de zandweg langs de volkstuinen, die uitkomt op de weg Scheijelaar. Benoeming naar de ligging bij de voorakker. -Zie Pad VOORBOS
349 Het voorbosch [N (1845)]; E 822 (w: 18.30). Ligging aan de Lage Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging ten opzichte van het achterbos (zie achterbos). -Zie Bos VOORDERLAND 't Voorderlant by thuys in den d'avell [GVE15-20 (1624)]. Onbekende ligging in het Davelaar (zie Davelaar). Het eerste lid is waarschijnlijk de comparatief van "vore, voorder, vorder" 1) van plaats, vooraanstaand, voor (Verwijs en
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 267 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
verdam, -914); het meer naar voren gelegen land, het voorste land. VOORGEBORCHT Drije stucken genaemt 't voorgeborcht [GVE15-42 (1624)]. Onbekende ligging. Een toponiem dat thuishoort in de reeks Hemel, Hel, Vagevuur e.d. er zal sprake zijn van een verwijzing naar de minder goede kwaliteit van de grond. VOORHEI Recente herbenaming mariaheide, de voorhei [B- (1967)]. Dit is de benaming voor het gedeelte van de weg naar Uden tussen de Goordonksedijk en de kom van Mariaheide. Benoeming naar de ligging voor "de Hei", Mariaheide. -Zie Hei VOORT De voirt(acker) nederboekt [Hs- (1533)]; bij de gemeynt die voert langs een laeck en bij die aa [Mrv26-13 (1555)]; een stuck landts genaemt de vort (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; de voort [kado (1832)]; E 1045-1076; de voort, gebied beneden krijtenberg bij vroegere voorde over jekschotse loop, vroeger rijconsvoert, rijckontsvoort geheten [Mvc( 1954)]. Gebied liggend tussen het Zondveld en de Hoge Biezen onder Zijtaart. Benoeming naar een doorwaadbare plaats in de Biezenloop ter plaatse. Mnl. voort, vort, voirt "ondiepe doorwaadbare plaats; plaats waar men door een water kan gaan" (Top. v. Valk. -258). Vroeger rijkevoort genaamd (zie rijkevoort). a. HOGE VOORT Land op die hooghe voert aen den wech ('t goed te haenvelt) [Mr1322-65 (± 1608)]. Onbekende ligging in het gebied Ham/Havelt. benoeming naar de hoge ligging. -Zie Frankevoort, Hansvoort, Hapvoort, Rijkevoort, Steenvoort en Wilsvoort VOORTAKKER(KE) In die voertacker, aldaar, aen daude brugge [BP1192-194v, 195 (1421)]; de voirt(acker) nederboekt [Hs- (1533)]; 't voorteckerken in die neerboekt [GVE15-39 (1624)]; landt op de leeg boekt, de voortacker [GVE12-40 (1778)]. -Zie Voort en Akker VOORTSTRAAT Recente benaming (zijtaart) de voortstraat [B- (1967)]. Dit is een recente benaming voor een straat in de kom van Zijtaart. Benoeming naar de Voort, hoewel deze straat op vrij grote afstand ligt van het betreffende gebied. 350VORSSE De vorsse teijnen aen woutersecker [GVE15-1 (1624)]. Onbekende ligging. Wellicht te lezen als "de voorste" (akker, veld, etc.) (M. Top. Valk. 257 "voorste"). VORSTENBOSCH Dat nu gilt peters op den vorstenbosch [GVIE2 (1393)]; die gilt eel peters op den vorstenbosch [GVIE2 (1415)]; vorstenbosch [GVE2-39 (± 1500)]. Kerkdorp van Nistelrode, liggend aan de noordgrens van Veghel. Wellicht te lezen als voorste-bos, of is het ooit eigendom geweest van een vorst? -Zie Bos en Dintherse Vorstenbosch VORSTENBOSCHKAMPKE Vorstenbos campke landt in ossencamp [GVE12-21 (1778)]. Onbekende ligging in de Kampen of in de Nieuwe Kopen (zie ossenkamp). Benoeming naar de ligging (alleen indien in de Kampen). Het eerste lid kan ook de persoonsnaam Vorstenbosch zijn die hier algemeen voorkomt. -Zie Kamp VORSTENBOSCHVELDJE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 268 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Vorstenbosveldje [GVE12-31 (1778)]. Onbekende ligging. Benoeming naar de ligging. Of het eerste lid is een persoonsnaam (zie vorstenboschkampke). -Zie Veld VORSTENBOSSCHEBEEMD Geerbunders op watersteeg, naast vorstenbos beemt en watersteegt [RAV56-87 (1681)]. Onbekende ligging in de Geerbunders. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd VORSTENBOSSCHEDIJK Hazelbergschen en vorstenbosschen dijk [GV- (1822)]. Dit zal de oude benaming zijn voor de weg naar Vorstenbosch nu Vorstenbossche weg geheten. Deze volgde slechts gedeeltelijk het huidige tracé en boog ten noorden van het Ven scherp in oostelijke richting af om vervolgens parallel aan de huidige weg naar Vorstenbosch te lopen. Het oude tracé bestaat nog voor een deel in de vorm van de verharde weg het Ven, en voor een deel als een brede, rechte zandweg. Benoeming naar de ligging. -Zie Dijk VOSAKKER Vosacker davelaar, havelt [Hs- (1538)]; vosacker davelaar, havelt [RAV56-182 (1683)]; landt den vosacker [GVE12-125 (1778)]; eenen acker teull., houtwasch en geregtigh. onder de hoogboekse thiende genaemt het heijlige geest velt off vosacker [RAV109-147 (1785)]; de vosakker [N (1860, 1891); C 566 (b: 93.50), 567 (b: 80.70). Ligging in de Stad aan de Driewegenscheiding (zie driewegenscheiding). Wellicht benoeming naar het dier de vos. Het eerste lid kan de persoonsnaam Vos zijn die plaatselijk vrij algemeen is. 351 -Zie Akker VOSSENHOL VossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [Hs- (1562)]; vossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [Hs- (1615)]; landt en groes int dorshout 't vossenhooI [GVEI2-23 (1778)]; het voschhol [N (1834)]; A 913 (b: 65.10); het vossenhol [N (1834, 1842)]; A 914 (w: 44.10); het vossenhooI [N (1836, 1837, 1888, 1891), V.-]; A 866 (w: 13.14.00), 911, 912 (b en w: 1.31.50), 915, 916 (w: 58.10), 1296, 1297 (w: 48.40). Ligging in de Nieuwe Kopen en het Binneveld. Ooit zullen hier vossen gehuisd hebben. Misschien ook figuurlijk bedoeld en had de bezitter Vos als persoonsnaam of als bijnaam. -Zie Hol VOSSENHOOLSBEEMDJE Het hoij int vossen hools beemtie (dorhoudt) [GVE2-188 (1702)]. Onbekende ligging in of bij het Vossenhol. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd VOSSTRAAT Beusel in de vosch straet [GVEI2-64v (1778)]. Onbekende ligging. benoeming naar het dier. Of is het eerste lid een persoonsnaam (zie vosakker). VREE Land op de vree [GO- (1754)]; de vree [N (1875), V.-]; F 959 (b: 10.30), 960 (b: 1.15.50). Ligging op de Kuilen onder Eerde. Een vree schijnt een oude benaming te zijn voor een toegangshek in een weiland; het woord is als zodanig nog wel bekend. Vreden =
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 269 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ajheinen, aftuinen. VREEAKKER Vree-akker een smal stuk grond aan de rechterkant van de weg naar erp [Hs- ]. Onbekende ligging; een smal stuk grond aan de zuidzijde van de weg naar Erp (Hs-). Benoeming naar de ligging aan een toegangshek "vree". Was dit een akker die "gevrijd" dit is afgeschut, afgeperkt werd of diende dit perceel zelf als afscheiding tussen twee andere percelen. Vgl. hierbij Vrijthof in Maastricht en in Oirschot. Hgd. Friedhof (Hs212). -Zie Vree en Akker VRENSENAKKER Vrensenacker op middegael [GVEI2-5 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Adrianus Vrenssen, 1833 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker VRENSENEEUWSEL Vrenssen eusel, middegael [RAV159-242 (1756)]. Onbekende ligging op het Middegaal. 352 -Zie Eeuwsel VRENSENNIEUWLAND Vrense nieuwland [GVE12-.6 (1778)]; op het middegaal bekend onder de naamen van vrunsen nieuwlant [N (1819)]. Onbekende ligging op het Middegaal. -Zie Nieuwland VRENSENPLAK Graard frensenplak [V.-]; C 220 (w: 39.50). Ligging op Goordonk. -Zie Plak VRENSENSTREEPJE Vrense streepje [GVE12-5 (1778)]; een parceeltje land en canten en houtwasch op middegael, genaemt vrense streepje, groot ontr. 30 r. [RAV112-65 (1796)]. Onbekende ligging op het Middegaal. -Zie Streep VRIESAKKER Landt den vriesacker [GVE12-159 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johannes Godejridus de Vries, 1853 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker VRIESEHOEVE Uytte vriesse hoeve [HH163-55 (1714-1783)]. Onbekende ligging. Vgl. ook Aert die Vrieze, 1447 (BP-2800). -Zie Hoeve VRIESEHOFSTAD Die vrieze hostat aent thavelt [GVIE2 (1378)]. Onbekende ligging aan het Havelt. -Zie Hofstad VRIESESTREEP Bij 't huijs beel vriessenstreep [GVE15-163 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Streep VRIESESTUKSKE
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 270 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
't Vriesenstucxken genaemt [GVE15-121 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Stuk VRIJNSKENAKKER Van huys en hoff met eenen acker genaemt vrijnskenacker [HH163-17 (1714-1783)]. Onbekende ligging aan de Valstraat (zie Valstraat). Het eerste lid zal een persoonsnaam 353 zijn oj het diminutiej van een mansnaam. -Zie Akker VRIJTER
Uyt eenen hoybeemt genaemt den vrijter neffen den beekgraef [HH163-45 (1714-1783)]; hoylant den vreyter onder dinther van cruysbroeren hoef [GVE12-186 (1778)]. Onbekende ligging aan de Beekgraaj. Benoeming naar de persoonsnaam Vriters (zie vritershoeve), vgl. ook Antonie Vrijters, 1849 (Kl.Bev. V.). VRITERSHOEVE
Uuyt vier buenre beemt geheijten vriters hoeve [GVIE2 (1443)]; vritershoeve [GVE2-39 (± 1500)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Theodorici dict. Vriters (lijstjam. Veghel). -Zie Hoeve VRODONK
Agro ... siti in prochia de vechel ad locum dictum die vrodonck prope locum de zijtart [GVIE2 (1427)]. Onbekende ligging nabij Zijtaart. Men zou kunnen denken aan een onjuiste spelling van de Grootdonk onder Eerde, hoewel dit gebied nogal ver van Zijtaart vandaan ligt. Is het misschien een samentrekking van vrouw-donk? (zie vrouweneeuwsel). -Zie Donk VRODONKSTRAAT
Vrodonckstraet [GVIE2 (1427)]. Onbekende ligging nabij Zijtaart. Benoeming naar de ligging. VROUWENEEUWSEL
Perceel met een cijns ten voordele van het O.L. V.-altaar (M.Top.Huibr.Lille, -171). -Zie Middelste Vrouweneeuwsel a. LAATSTE VROUWENEEUWSEL Een eusselvelt, houtwasch etc. gelegen alhier achter het casteel, gen't het laaste vrouwe eeusel, ontr. 6 karren hoijgewas, een zijde rivier de aa, andere zijde B. de Jong [RAV10884v (1778)]. Onbekende ligging nabij kasteel Frisselstein aan de Aa. Benoeming naar de ligging. -Zie Eeuwsel VROUWENBEEMD
Vrouwenbeemd agter casteel [RAV159-207v (1757)]. Onbekende ligging nabij kasteel Frisselstein. -Zie Eeuwsel VROUWKESBEEMD
Het hoy in vroukens beemt [GVE2-256 (1702)]; vrouwkensbeemt [GVE12-224v (1777)]. Onbekende ligging. -Zie Beemd 354 VROUWKESBERG Vrouwkens bergh [GO- (1754)]; vrouwtjesberghje [kado (1832)]; D 128a, BOa (St.Oedenrode).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 271 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging in de Hoge Akker onder Eerde; een der Eerdse zandheuvels, inmiddels verdwenen. -Zie Berg VROUWKESBUNDER Vroukens bunder aen de watersteegt [GVE12-17 (1778)]. Onbekende ligging op de Watersteeg. -Zie Bunder VROUWKESHEIVELD Vroukens heyvelt [GVE12-26 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Heiveld VROUWKESVELD Benen acker tuellants genampt vroukens velth [N (1650)]; hoy watersteegt vroukesvelt [GVE12-81 (1778)]; vrouwkesveld [N (1838)]; B 692 (b: 96.00). Onbekende ligging op het Ven. -Zie Veld VRUSENHOF Lant neffen den vroesen hoff [GVE15-54 (1624)]. Onbekende ligging, wellicht identiek met vriesehoeve. Vriesehof -Zie Hof en Vriesehof WAAG Erf en hof de waeg (straet zuydzeyde) [GVE12-345 (1777)]. Onbekende ligging in de dorpskom. "Wage" waag, het huis waar van stadswege bepaalde koopwaren worden gewogen (Verwijs en Verdam, -1954 (4)). -Zie Boterwaag a. GROTE WAAG Huis in de straat, van ouds genaemt de groote waeg, een eijnde de rivier de Aa, andere eijnde de gemeene straet [RAV107-104v (1774)]. WAARD Uuyt enen bempt geheyten die weert daer dat geweer aen staet [GVIE2 (1457)]. Onbekende ligging. Waard mnl. weert, waert 1) riviereilandje, 2) laagliggend land dat vaak onder water loopt (M.Top. Valk. -263). -Zie Aawaard, Appelwaard, Epperenwaard, Klovenwaard en Oppenwaard WAARDJE(S) De weertjens op middegaal [RAV158-168v (1737)]; hoy 't weertje in zytaartse beemden [GVE12-272 (1778)]; de waardjes [kado (1832)]; A 763-776; de waardjes in de aabroeken [N (1891)]; A 765, 769, 770 (ho: 63.26). 355 Gebied grenzend aan de Beekgraaj, gelegen tussen de Aa en de dorpenweg naar Den Bosch (waardjes), tevens onbekende ligging in de Zijtaartse beemden (waardje). Diminutief van waard. -Zie Waard WAL(LEN) Lant de wal op logtenborg [GVEI2-292 (1777)]; op het ham aan de wal [N (1822)]; de wallen of strepen [V.-]; C 372,374 verk., 376 (he: 23.89.80). Onbekende ligging op Logtenburg en op het Ham (wal), tevens ligging op Hogerduinen. Benoeming naar een aarden wal, een al dan niet opgeworpen verhoging, ter plaatse bij de wallen op Hogerduinen, zal het gegaan zijn om de landweer (zie landweer) die waarschijnlijk uit een lange aarden wal bestond. -Zie Berkenwal WASKUIL
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 272 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Gelegen op crytenborg aen de wascuyl [GOI26-53 (1689)]; landt de wascuyl op creytenburg [GVEI2-310 (1777)];de waschkuil [N (1840, 1861); E 916 (b: 21.60), 917 (b: 42.20); de waskuil [V.-]; E 918 (b: 48.70). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Mnl. "wase", slijk, modder, of plaats aan de Dommel waar vlas werd geroot (M.Top. Valk, -276 wasbeemd). -Zie Kuil WATERLOOP Een stuck landts aen den waterloop (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. WATERMOLEN ~ Van den sluysbeemt bij de watermole (creytenborgh) [GVEI2-311 (1777)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Eerde en Zijtaart. De situering van deze molen berust wel op een vergissing, op Krijtenburg stroomt alleen de Biezenloop die veel te onaanzienlijk is voor een watermolen, bovendien is ook de aanwezigheid van een sluisbeemd ter plaatse moeilijk voorstelbaar. Bedoeld zal zijn de Kilsdonkse molen. WATERS TEEG Geerbuenders op watersteeg [Hs- (1542)]; het eusselvelt gelegen op de watersteegt [Hs( 1697)]; een seeckere buender hoijvelts gelegen op de watersteegt [N (1711)] ; de watersteeg [kado (1832)]; B 951-1020 (w: 24.86.26; b: 1.99.50; og: 44.10). Gebied liggend aan de oostzijde van de weg naar Vorstenbosch, vanaf de voormalige Hemelsteeg (nu fietsroute vanaf de populierlaan de wijk de Bunders in) tot aan het vroegere Venssteegje (nu zandweg genaamd het Ven). Benoeming naar de lage ligging; het gebied zal drassig geweest zijn. Tevens de oude benaming voor Populierlaan en de Vorstenbossche weg (onder Vorstenbosch, gemeente Nistelrode, is de naam Watersteeg nog in gebruik voor de weg van Vorstenbosch naar Veghel). WATERVELD Groes 't watervelt aen de leege heij [GVEI2-100v (1778)]; een perceel weiland genaemt waterveld te veghel [N (1886)]; C 129-132 (b: 19.60; w: 33.50; schb: 00.99). 356 Ligging op de Heiakker onder Mariaheide, tevens onbekende ligging aan de Lage Heide onder Mariaheide. Dit veld dat deel uitmaakt van de percelen genaamd de beemdjes aan de Beekgraaf is laag gelegen en zal vaak onder water gestaan hebben of drassig geweest zijn. WATERZAKKEN Twee bunders genaemt de watersacken, gelegen in jecscot in de grote hoeve [N (1660)].
Onbekende ligging in Jekschot onder Zijtaart. Percelen waarin zich waterkuilen bevonden? WEDAKKER Een stuck landts den wedacker (onder eerde) [GSO-262 (1617)].
Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal zijn het mnl. wed, wedde = drinkplaats, wed. Misschien ook wed, wedde in de betekenis van 1) pand, 2) een weddenschap waarbij het pand verloren gaat, 3) pandverdrag, verdrag, overeenkomst (verwijs en Verdam, -1870, 1871, 1876). -Zie Akker WEERLAND Dat weerlant [Hs- (± 1390)]; den tomacker en dat weerland, aan elkaar gelegen te vechel [BPI213-158 (1442)].
Onbekende ligging, mogelijk op de Hoge Boekt (zie Tomakker, Domakker). Misschien te lezen als weerd-land (zie waard). Van mnl. weer, were 1) verdediging, afwering, tegenstand, weerstand (2201) 7) drukke bezigheid, arbeid (2207) 12) afwering, heg, haag,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 273 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
dijk, wal 13) vischweer, neerhangend net of gevlochten ijzerwerk tot afsluiting van water waar gevangen visch in fuiken bewaard wordt (2210), were 1) bezit, recht van te bezitten, bepaaldelijk bezit, berustende op het feit dat men voordeel trekt van een goed (2212) 2) bezit, goederen, goed in algemene zin 3) hofstede, boerderij (met bijgebouwen) op een erf, een vast goed 4) woning, verblijfplaats, domicilie (2213) 5 gezamelijke landerijen, die tussen twee sloten gelegen zijn 6) meermalen wordt onder een weer een enkel stuk land van verschillende grootte verstaan, een perceel door sloten omgeven (2215) (Verwijs en Verdam). Misschien verwijst "weer" in dit geval naar een "vischweer", het perceel zal dan aan de Aa gelegen hebben (vgl. ook geweer en geweerbeemd). WEERSTEEG De weersteegd [N (1837, 1838)]; B 712 (w: 58.20), 713 (w: 41.70); de wersteeg [N (1847, 1854, 1871, 1890)]; B 714-716 (w: 79.50), 718 (w: 79.10), 722, 723 (w: 77.80), 918, 919 (w: 68.90).
Ligging in de Heibunders en het Heibosch. Benoeming naar de ligging aan een steeg, die eens Watersteeg genoemd zal zijn. De betreffende percelen grenzen aan twee zandwegen nl. de Bundersteeg en de Boschsteeg. De Weersteeg was mogelijk een andere benaming voor deze zandweg (en). Of was het een zandweg die sinds lange tijd verdwenen is; langs het nabij gelegen Ven liep anno 1832 en tot voor kort een zandweg in de richting van deze percelen, mogelijk heeft deze zich eens verder uitgestrekt. Ook het verlengde van de huidige Bunderstraat (noordelijk van de spoorlijn) ligt niet ver van de betreffende percelen en kan misschien eens de naam Weersteeg gedragen hebben. "Weer" hier misschien in de betekenis van vischweer in verband met de nabijheid van het Ven of in de betekenis van heg, haag. 357
-Zie Weerland WEG(SKE) Het weegske op de boekt [RAV160-28v (1762)]; landt op de boekt 't weegje [GVEI2-185 (1777)]; aan de kempkens genaamd de weg [N (1818)]. Onbekende ligging op de Boekt (wegske); tevens aan de Kampkes onder Eerde en Zijtaart. Benoeming naar de ligging aan een weg(getje). a. OUDE WEG De oude weg, waarlangs 12 womngen genaamd de twaalf apostelen, tegenwoordig violenstraat [V.-]. Dit is de oude benaming voor een gedeelte van de weg naar St.Oedenrode, wellicht identiek aan de oude Rooisedijk; met name de huidige Violenstraat, voorheen Rooisedijk. Benoeming naar de ouderdom van deze weg. -Zie Bergweg, Bosweg, Grootdonkweg, Grote Erpseweg, Kerkhoefweg, Kilsdonkweg, Klinkerweg, Korenmolenweg, Laarsweg, Leinsedelweg, Leinserondweg, Molenweg, Nieuwe Veldenweg, Oude Sluisweg, Scheiweg, Sluisweg, Stationsweg, Steenweg en Windmolenweg WEGENSCHEIDING Weegschede [GVEI2-109 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Driewegenscheiding WEI(EN) Een stuck landts genaemt de weij (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; de weyden scheiding met lieshout [GVIIE13 (1792)]; de weide [N (1835)]; F 266-267 (b en w: 1.26.10); de eerste wei, de tweede wei [N (1848)]; D 850 (w: 47.40), 851 (w: 45.00); de wei [N (1861, 1870, 1873, 1885, 1893); A 1107, 1115, 1117 (he: 75.60); og: 15.99), B 504 (w: 93.40), D 330-334 St.Oedenrode (b en w: 1.71.80), D 741 (w: 2.24.00), F 246, 266, 267
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 274 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(w: 1.43.80), 292 (w: 54.60); de weyen [N (1886), V.-]; F 329, 332 (w: 1.57.20), 348358 (w: 4.78.60); eerste t/m vierde wei [V.-]; F 329-332 (w: 1.57.20). Verspreide ligging. Wei, weiland. a. ACHTERSTE WEI De achterste wei [N (1874), V.-]; E 1481 (ho: 1.37.40), 1482 (ho: 37.40), F 292 (w: 54.60). Ligging in de Grootdonk onder Eerde en in de Heihoej onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. b. GROTE WEI De grote wei in huigenbosch [N (1877)]; B 799 (w: 74.30). Benoeming naar de oppervlakte. c. VOORSTE WEI De voorste wei [N (1861, 1874); E 1476, 1477 (wen ho: 3.05.20), F 294 (w: 58.10); de voorste weide [V.-]; F 294 (w: 58.10). Ligging in de Grootdonk onder Eerde en in de Heihoej onder Zijtaart. Benoeming naar de 358 ligging nabij de achterste wei. -Zie Kalverwei(ke), Koewei, Kwade wei en Paardswei WEIKE(S) 't Weyke (agter) dorshout en houtstaartse beemden [GVIIE13 (1792)]; de weikes [N (1920), V.-]; A 866, 867 (w: 45.73.30), 921, 922 (og: 20.90; he: 37.00), 1317 (og: 15.30), F 902-905 (w: 96.30). Verspreide ligging. Diminutief van wei. -Zie Kalverwei(ke) en Varkensweike WEIDELAAR Ex weydelaer [HHI33-40 (1507)]. Onbekende ligging. Samengesteld uit weide en laar. -Zie Laar WEIER(KE) Het weyerken (weyervelt) in sontvelt [Hs- (1534)]; landt 't weyerke (zontvelt) [GVEI2287 (1777)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. "Wijer, weier, visvijver" (M. Top. Valk. -265). Ter plaatse zal een kleine vijver aanwezig geweest zijn; na drooggelegd te zijn kan een wijer hooiland benoemen (M. Top. Overpelt, -371). a. NIEUWE WEIER De gerechticheyt van den nyeuwen wijer [BPI413-401 (1581)]. Onbekende ligging. "Nieuw" wellicht in de betekenis van meest recent aangelegd of drooggelegd. b. OUDE WEIER Gerechticheyt in den auden wyer in de gemeynt van vechel [BPI413-402v (1581)]. Onbekende ligging. "oud" wellicht in de betekenis van vroegst aangelegd of drooggelegd. WEIERBEEMD De weyerbeemt sontvelt [GVIIE13 (1560)]; weyerbeemt op sontvelt [GVEI2-287v (1777)]. Onbekende ligging op het Zondveld. Benoeming naar de ligging bij een weier, vijver. Het weierke op het Zondveld ? -Zie Beemd WEIERLAND Een perceel bouwland gen'd het weijerland [N (1859)]; E 1222 (b: 54.00). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging bij een weier, vijver.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 275 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
WEIERLING Een stuk land 31h lopensz. int wyerling [GZG-2059 (1531)]. Onbekende ligging. Afleiding op "ling"? van wijer, vijver, hooiland. WEIERSTREEP Een acker lants de wijerstrepe, strekkend met een eynt aan voormoemd stenen huis 359 (gentenbuick) [BPI412-401 (1581)]. Onbekende ligging aan de Hoogeinden. Benoeming naar de ligging aan een vijver, of ter plaatse van een drooggelegde vijver (hooiland). -Zie Streep WEIERSTUK(SKE) Quadam pecia terre die wyerstuxken [GVIE2 (1443)]; den groeten akker zomede drukkende op een stuk land genaemt dat wyerstuk [GZG-1225 (1460)]. Onbekende ligging. -Zie Stuk WEIERVELD Het weierken (weiervelt) in sontve1t [Hs- (1534)]. Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart, identiek met het weierke. -Zie Weierstreep WEmOEVE De weyhove ... d'ander sijde streckende aen de poedervelssche boenre [Mr1322-68 (1473)]; een leen genoempt de weijhoff, 14 buender, vechel aen die heyde by de poeierveltse hoeve [Hs- (1595)]; in de weijhoeff van joncker goort van erp hoeffve, d'lant liggende tot verscheyde parcelen bij 't huys [GVEI5-120 (1624)]; den knockert en weihoeve, aan malcanderen gelegen, 40 lop. onder schijndel en veghel [Mrv92-74v (1768)]; eene bouwhoeve,bestaande in huizinge, schuur, bakhuis, moestuin, erf, aangelegen bouw- en weiland, hakhout, opgaande geboomte en verdere beplantingen, genaamd de weihoeve aan de lage heide [N (1843)]; weihoeve [V.-]; B 866-878 (b: 7.77.40; tu: 5.80; hu: 22.40; de: 20.00). Ligging aan de Lage Heide onder Mariaheide, aan de huidige Wethouder Donkersweg noordelijk van de weg naar Uden; een oude ontginning; de naam is nog wel bekend, niet lang geleden werd de naam weihoeve nog gebruikt voor de Wethouder Donkersweg. Hoeve, die grotendeels uit weiland bestond? -Zie Hoeve a. GROTE WEmOEF De groote weyhoeve by jecschot [Hs- (1564)]; de doombosch sontvelt naast grote weihoeff [Hs- (1616)]; de doombosch sontvelt naast grote weihoeff [GVIIEI3 (1792)]. Onbekende ligging in het gebied Jekschot/Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Weihoeve WEIHOF Inde weyhoff (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Hof, tuin bij een weiland gelegen? Mogelijk ook te interpreteren als weihoeve. -Zie Hof a. VOORSTE WEmOF In de voorste weyhoff (onder eerde) [GSO-262 (1617)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de ligging. 360 WEI (DE)KAMP
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 276 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ex agro dicto verrenberch et campo dicto werdecamp [GVIE2 (1367)]; retro locum dictum tuyftheze beemd die weydecamp [Hs- (± 1390)]; perceel in weycamp [GVEI2-96 (1778)]; weikamp [V.-]; C 250-256 (he: 51.50; w: 3.30.20). Ligging in de Goordonk onder Mariaheide. Kamp bestaande uit weiland. -Zie Kamp WElKESHOEVE Weyckenshoeve aan die hogestrate [BP1184-223 (1406)]. Onbekende ligging aan de Hoogstraat onder Mariaheide (zie Hoogstraat). Hier gaat vermoedelijk (gezien de oorspronkelijke spelling) een persoonsnaam schuil. In die omgeving lag ook de Weltjenshoef (weltgenshoef e. v.a. spellingsvarianten) (zie weltjenshoef). Een persoonsnaam Welten kwam in Veghelfrequent voor in de vorige eeuw. -Zie Hoeve WELGELEGEN Welgelegen boerderij op het middegaal (dr. v.d. berg) verbonden met mariënburg [N (1883)] . Benaming voor een boerderij van onbekende ligging op het Middegaal. Benoeming naar de fraaie ligging. WELLESAKKER Wellesakker [N (1838)]; D 120 (b en w: 70.90). Ligging op de Hoge Boekt. Het eerste lid zal een persoonsnaam ZlJn vgl. Johannes Wellens, 1886 (Kl.Bev. V.). WELTENEEUWSEL Den buunder bij jan welten eeusel [GVE2-161 (1702)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Eeuwsel WELTEVREDEN Een hek weltevreden erop (middegaal) [MM-68]. Onbekende ligging op het Middegaal. Een duidelijke huisnaam. -Zie Welgelegen WELTJENSHOEF Weltkenshoeve, aen die heyde [Hs- (1519-1538)]; weltgens hoef op d'erpt aan de hey [Hs- (1562)]; weltgens hoef op d'erpt aan de hey [RAV57-82v (1693)]; veltiens hoef Ct ven) [GVE2-16 (1702)]; uijt huijs en hoff bij de lagestraete ofte erpsestraet en eenen acker genaemt de weltgerscehoeff [HHI63-14 (1714-1783)]; weltjens hoeff [GVEI2-26 (1778)]. Onbekende ligging aan de Hoogstraat onder Mariaheide (zie Hoogstraat). Het eerste lid zal (de genitief van) een persoonsnaam zijn (Welten, Veldjes, Weltgers?). -Zie Hoef en Weikeshoef WEMMERSBEEMD In peter wemmers beemt agter ham (havelt) [GVE2-82 (1702)]. 361 Onbekende ligging in de nabijheid van het Ham. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd WENDELSAKKER Wendels acker [GVEI2-107 (1778)]; aan het beukelaar genaamd wendelsakker [N (1819)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Akker a. ACHTERSTE WENDELSAKKER Een parceel teullandt, groese, houtwasch en geregtigheden gelegen aent beukelaer,
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 277 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
genaemt den agterste wendels acker, groot ontr. 21h 1. een zijde gemeene straet, een eind de voorste wendels acker [RAVlIO-80v (1789)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. Benoeming naar de ligging. b. VOORSTE WENDELSAKKER Een parceel teullandt, canten, houtwasch en geregtigheden aent beukelaer, genaemt den voorste wendels acker, groot ontr. 4 1. aan een eijnde den agterste wendelsacker [RAVlIO80v (1789)]. Onbekende ligging aan het Beukelaar. Benoeming naar de ligging. WENSELSAKKER Tegenover wenselsacker [GVIIB26 (1798)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. -Zie Akker en Wendelsakker WERREKE Het wèrreke [V.-]; E 1237 (b: 58.80). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Diminutief van "weer" (zie weerland). Mogelijk ook afgeleid van een persoonsnaam vgl. Francijn v. Werk, 1869 (Kl.Bev. V.). WESSER Van de hoeft genoempt wiIrootse hoeff toebehorende aan wiIm goorts van ravesteyn twee stucken neffen den heiIge geestland opte wesser [GVEI5-88 (1624)]; noch van de heilige geest lant int akert opte wesser [GVEI5-78 (1624)]; lant de wesser int akert [GVEI2-80v (1778)]. Onbekende ligging in het Akert. Afgeleid van een persoonsnaam. "Wesser", wesscher, westertsch, westersch = westersch, van of uit het westen in 't westen gelegen (Verwijs en Verdam, -2355). WEVERS LOOP Landt den weversloop (creytenborgh) [GVEI2-298 (1777)]; een parceel teul en groeslandt, geleegen binnen den dorpe van veghel, ontr. 4 1. gen't den weevers loop [RAE79298v (1779)]. Onbekende ligging op Krijtenburg aan de Hoge Biezen onder Eerde en Zijtaart. Het eerste lid zal een beroepsnaam of de persoonsnaam wever(s), Wever zijn vgl. Comelia Wevers, 1882 (Kl.Bev. V.). -Zie Loop 362
WIEL De whyel (wiel) in wielroth [Hs- (1540)]; den grooten ecker opte wiel [GVEI5-88 (1624)]; uyt huys, schuur, hof en aengelegen erff, wesende een hoeve lants genaemt de hoeve op de wiele, 11 mudsaets te vechel op de donek, als ter cause van der gerechtigheid van de moolen en de visscherije genoemt de ketelwiel [Dom.171-6 (1731-1756)]. Onbekende ligging, wellicht identiek met de ketelwiel (zie ketelwiel) tevens mogelijk op andere plaatsen. Mnl. wiel 2) poel, moeras 3) snelstromend water (Verwijs en Verdam, 2447). a. KLEINE WIEL Die molenbeemt bij die groet moelenwyel en by die cleynen wyel [Hs- (± 1385)]. Onbekende ligging, wellicht bij de Kilsdonkse molen; bij de grote molenwiel (zie grote molenwiel). Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Bontewiel, Geweerwiel, Ketelwiel, Krommewiel, Molenwiel, Mozikwiel(tje) en Zandwiel WIELREBEEMDEKE Hulsberdonc nabij dat wielrebeemdeke [GZG-272 (1396)]. Onbekende ligging. Beemdje nabij wielrot? (zie wielrot). Te lezen als wielerbeemdeken, beemdje bij de wiel liggend?
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 278 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Beemd WIELROT Hulsberdonc nabij dat wielrot [GZG-272 (1396)]; brace sita in wilrot [HHI27-1 (14061421)]; in loco dicto int wyelrot [Hs- (1440-1445)]; int vielroth [Hs- (1519-1538)]; de whyel (wiel) in wielroth [Hs- (1540)]; zijn lant int wilre [GVEI5-77 (1624)]; een stuck lants int wilroot [GVEI5-119 (1624)]; uijt huys hoff en aangelach in wilroet [HHI63-17 (1714-1783)]; wielrot, wiel waarin vlas te roten of rotten werd gelegd? in de doornhoek, nu niet meer bekend [Mv- (1954)]. Onbekende ligging onder Zijtaart in de Doornhoek (Meuwese) of niet ver van het Akert (zie wielrotse hoef). Mogelijk een tautologische samenstelling van wiel en "root", kuil waarin vlas te roten werd gelegd (zie root) (Meuwese). Of van "root" gerooid bos (zie root), gerooid bos bij een wiel. WIELROTSEHOEF Van de hoeff genoempt wilrootse hoeff toebehorende aan wilm goorts van ravesteyn twee stucken neffen den heilige geestland opte wesser [GVEI5-88 (1624)]. Onbekende ligging in de omgeving van het Akert, mogelijk in de Doornhoek onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. -Zie Wielrot en Hoef WIELROTSETIENDE Bontwerkersakker in wielrothse tienden [RAV25-135v (1547)]; wielrothse ofde wilrootse tiende in de doornhoek niet meer bekend [Mv- (1954)]. Onbekende ligging, wellicht globaal overeenkomend met wielrot, volgens Meuwese in de Doornhoek onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. -Zie Tiende 363 WIELROTSTRAAT
En metter enen eynden aen die wielrotstrate [GVIE2 (1457)]. Onbekende ligging nabij wielrot. Benoeming naar de ligging.. -Zie Wielrot WIELSEHOEF
Huis, bakhuis etc. genaamt de wielse hoeff [RAV104-188 (1760)]; landt in de wielse hoef [GVE12-152 (1778)]; wielsche hoeve [N (1838)]; D 719 (b en w: 67.10). Ligging op de Leest, mogelijk identiek met de wielrotsehoef 9zie wielrotsehoef). In dit geval zou wielrot te identificeren zijn als de ketelwiel op de Leest; de Leest grenst aan de Doornhoek en ligt ook dichtbij het Akert, waar deze hoeve bezittingen had. benoeming naar de ligging. -Zie Hoef WIESDRIESKE
Wies drieske [V.-]; E 945-946 (w: 37.00). Ligging aan de Hoge Biezen onder Zijtaart. Het eerste lid is wellicht de vrouwsnaam Wies, Louise. -Zie Dries WIJK
Wijk is de benaming voor buurt, gedeelte van een gemeente of van een agglomoratie. Men is het er wel over eens dit woord af te leiden van St. vicus, alhoewel in het Germaans een verwant woord bestaan kan hebben, dat hetzelfde begrip ongeveer dekte (got. weihs) bewoonde plaats. In het klassieke latijn heeft vicus (verwant met gr. vikos) reeds de dubbele betekenis 1) wijk, blok, huizen, straat 2) dorp, landgoed (vgl. Muller reukema Lat. Ned. Wbk.). Waar Caesar (de bello Gallico) spreekt van de dorpen van de Galliërs, gebruikte hij steeds vicus, in tegenstelling tot oppidum (omwalde stad). Kiliaan geeft:
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 279 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
wijck = sinus maris, litus curvum, maris jlexum. Vermoedelijk bedoelt Kliaan het Germaanse woord wijk in de betekenis van toevluchtsoord, een verbaalabstract van wijken. In verschillende Germaanse talen bestaat een dergelijk woord. Eng. wick, wich Deens vig: On. vik (misschien hierbij viking ?). Zandwijk kent een equivalent in het Engels: Sandwich, Sandvig in Denemarken; Sandvik in Zweden en Noorwegen, Sanvic in Normandië. AABeekman (Ts. Aardr. Gen. 2e serie (1902) -930), meent dat in de Ned. plaatsnaam wijk steeds moet worden opgevat met de betekenis woonplaats, streek, buurt. Boekenoogen kent ook een Zaans wijk in de betekenis "inham" in het water. Het mnd. Wbk. geeft nog: vaart of zijtak, uitkomend op een hoofdkanaal in de veenstreek; van Dale geeft: breede sloot in veenderijen. Het lijkt dus als conclusie gewettigd aan te nemen, dat er in het Latijn zowel als in het Germaans een stam vic heeft bestaan, die beide oerverwant kunnen zijn. De Latijnse vorm betekent: wijk, dorp, straat; de Germaanse: kreek, inham. Het lijkt nodig dat bij toponiemen de aard en de ligging van de plaats goed gekend moeten zijn, voor men kan vaststellen of de stam van Germaanse dan wel van Romaanse oorsprong is. Daar komt nog bij, dat in vele gevallen beide betekenissen elkaar hebben beïnvloed, zodat van de oorspronkelijke zin niet veel meer blijkt (Hs-BB). -Zie Gretingwijk en Herbertswijk WIJNGAARD
Hoeve ten wijngart [GVE2-39 (± 1500)]. 364 Onbekende ligging. Kende deze hoeve een wijngaard? Misschien ook als persoonsnaam vgl. Maria Anna v.d. Wijngaard, 1824 (Kl.Bev. V.). WILBERSBROEKJE
Onbekende ligging. Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Wilbert, Willebrordus of een persoonsnaam vgl. Geert Lambert Wilberts. -Zie Broek WILGENSTUK(KEN)
't Willige stucxke op te boect [GVE15-122 (1624)]; het willege stuk(ken) boekt [Hs( 1668)]; het willege stuk(ken) boekt [GVIIE13 (1792)]; de willige stukken op de hoge boekt [N (1882)]; D 46 (b: 44.30). Ligging op de Hoge Boekt. Willege stukken naar de omheining met wilgen (Top. Valk. 266). -Zie Stuk WILLEBRORDUSHOEK
Gelegen binnen die parochie van vechel bij d'eerde, anders genoemt aen die wuslevershoeck [GOI26-23 (1582)]; in de wulvershoek [Mrv301d-87 (1585)]; aan 't eerde ter steede genoemt in de wolverhoek [GOI26-30 (1606)]; een stuck in den willenershoeck (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; een stuk lants en weyvelt gelegen in de wulbertshoeck [GOI26-36 (1626)]; alhier tot vechel aen de wilbortshoeck [GOI26-53 (1688)]; (rot) wilbershoeck en de kempkens bestaet in negentien huysen ende yder huys aengewesen alsvoor [GVIIB28 (± 1700)]; 2 1. akkerland genaemt den wolfvershoirinck te vechel aan het eerde [Dom.171-4v (1731-1756)]; hofstad genaemt den wolfershoirinck te vechel aan het eerde [Dom.I71-4v (1731-1756)]; land in welbershoek [GO- (1754)]; uyt ontrent 2 lopensaets ackerlants genoemt den wolfvershornick, gelegen onder vechel aen het eerde, eenhofstad genoemt den wolfershoirnick gelegen aen de eerde [Dom. (1756)]; op de wilpershorrik [N (1822)]; de willebrordushoek [kado (1832)]; F 767-866. Dit is een gebied, liggende onder Eerde, aan de westelijke zijde van de weg St.Oedenrode, dat zich uitstrekt van het gebied Abenhoef tot aan de grens met St.Oedenrode. De oudere vormen van dit toponiem suggereren een benoeming naar een mansnaam Wilbert, Wolver, Wolfaert of daarvan afgeleide persoonsnaam eerder dan een benoeming naar St. Willebrordus; de variant Willebrordushoek komt alleen voor op het kadaster van 1832.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 280 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Hoek WILLEKEUR
De willekeur [N (1852)]; D 768 (hu, sch, erf: 06.00). Ligging in de Zijtaartse beemden, benaming voor een huis behorende bij "bouwmanswoning het Seitaart" (zie Zijtaart). Naar de achtergrond van deze merkwaardige huisnaam kunnen we slechts raden. WILLEMEKOOP
Willeme koop in het beukelaarsbroek [N (1883)]; C 396 (ged.) (w: 72.00). Het eerste lid is de genitief van de mansnaam Willem. -Zie Koop WILLEMSBEEMD
365 Hoy agterste dorshot en jan wilmsbeemt [GVEI2-47 (1778)]. Onbekende ligging in het Dorshout. Het eerste lid is een persoonsnaam. -Zie Beemd WILLEMSERF
Van meriken jan wilms erff ende lant [GVEI5-86 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Willemsbeemd en Erf WILLEMSLAND
Tijs wilmslant over de brugge [GVEI2-207 (1778)]. Onbekende ligging nabij de brug (bedoeld zal zijn de brug die ter plaatse van het punt Markt-Hoogstraat, van oudsher aanwezig was. -Zie Willemsbeemd WILLEMSVELDJE
Willems veldeke, havelt [RAVI59-154v (1751)]; een perceel teulland gelegen alsvoor (havelt) genaamd het willemsveldje [N (1820)]. Onbekende ligging aan het Havelt. Het eerste lid is een persoonsnaam of de genitief van een mansnaam. -Zie Veld WILSVOORT
Tuyfthuys onder vechel grenzend met een zijde aen de gemeynt van uden en met een eind aan de wech van de welsfoert [Mrv31d.K-18 (1591)]. Ligging nabij het drielandenpunt Veghel-Uden-Erp. Zeer waarschijnlijk was het oorspronkelijk de aanduiding voor een oversteekplaats in het riviertje de Leygraaf ter plaatse. Het eerste lid is wellicht afgeleid van "wiel" (zie wiel). -Zie Voort WINDHOEF
Winthoef op biesen [Hs- (1613)]. Onbekende ligging aan de Biezen onder Zijtaart/Eerde. Wellicht een hoeve in een "winderig" kaal gebied. -Zie Hoef WINDMOLENWEG
Recente benaming mariaheide de windmolenweg [B- (1967)]. Dit is een recente straatnaam in de kom van Mariaheide. benoeming naar de ligging nabij de plaats waar eens een windmolen genaamd "de Hoop" heeft gestaan (deze molen is overgeplaatst naar het gehucht Oventje onder Zeeland, waar hij nu prijkt onder de naam St. Viktor). WINKEL
Winkel: percelen met een winkelhaak of hoek (Top. Bocholt, -170).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 281 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
-Zie Eegwinkel WINKELHAAK
366 Winkelhaak [GVE12-67 (1778)]; een parceelland en groes, houtwasch en geregtigheden gelegen te veghel op den heuvel genaemt land de braak off meeusenacker en winkelhaak, een seijde de steegde [RAV112-175 (1798)]. Onbekende ligging op den Heuvel. Een hoekig perceel. -Zie Winkel WITTEBRUG De witte brug [N (1841)]; A 1489-1491 (b en w en bh: 1.35.20). Percelen gelegen in de Putten, aan de noordzijde van de monding van de oude haven. benoeming naar de draaibrug, later ophaalbrug, die ter plaatse de oevers van de oude haven met elkaar verbond; de oorspronkelijke brug zal een witte kleur gehad hebben. 'wi~t~br~s·
Witte brug WOESTHOVE Woesthove [lllI133-33 (l507)]. Onbekende ligging. Mnl. "woest" 1) woest, wild, onherbergzaam 3) verlaten, in een vervallen toestand, 4) eenzaam, afgelegen 5) leeg, onbewoond (Verwijs en Verdam, -27472749). Het tweede lid kan hoeve zijn of hof. WOITKENSAKKER Land woytkens ecker op die hoge boect [Hs- (1519-1538)]. Onbekende ligging op de Hoge Boekt. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Gielis Gielis Woutkenssoen, 1447 (BP-132,134v). -Zie Akker WORM In loco dicto die worm [Hs- (± 1390)]; beemd die worme te vechel [BP1185-349, 349v, 350 (1410)]. Onbekende ligging. Wellicht benoeming naar de vorm; een lange smalle beemd, die zich langs de Aa kronkelde. 367 WOUD -Zie Eerderwoud WOUTENVELD Vuijt drie loopensaets ackerlants genoempt wouten velt gelegen onder vechel aende hoogeheijde [RG169-3v (1646)]. Onbekende ligging aan de Hoge Heide, vermoedelijk identiek met wuitenveld (zie wuitenveld). Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. Woyten (M.Top. Overpelt -Wuiten, 375). Of mogelijk ook Wouters vgl. Francina Wouters, 1891 (Kl.Bev. V.). -Zie Veld en Wouterveld WOUTENVEN Drie loop. akkerland woutenven te vechel aen de hoge heyde [Dom. 171-2v (1731-1756)]. Onbekende ligging aan de Hoge Heide. Misschien is dit een verschrijving voor woutenveld. -Zie Ven WOUTERSAKKER Woutersecker [GVE15-1 (1624)]. Onbekende ligging. Het eerste lid is een persoonsnaam vgl. Franciscus Adrianus Wouters, 1865 (Kl.Bev. V.); of de genitief van de mansnaam Wouter. -Zie Akker WOUTERSBEEMD(JE) Woutersbeemtje in appelenweert [RAV160-33 (1763)]; in melis wouters beemt [GVE12161 (1778)].
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 282 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging in de Appelwaard in de Haveltse beemden, tevens mogelijk elders. -Zie Woutersakker en beemd WOUTERSHOEFKE Davelaer, dit is woutershoefken [HH163-55 (1714-1783)]. Onbekende ligging in de omgeving van de Stad (Davelaar). -Zie Woutersakker en Hoef WOUTERSKAMPJE Wouterscampje [GVE12-99 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Woutersakker en Kamp WOUTERSLO Een streep lant genoemt wouters 100 zes loop lant in de parochie van st.oedenrode ter plaatse geheten eerde [G0126-3 (1539)]. Onbekende ligging onder Eerde. -Zie Woutersakker en Loo WOUTERSSTREEP Int akert nelis woutersstreep [GVE12-40 (1778)]. Onbekende ligging in het Akert. 368 -Zie Woutersakker en Streep WOUTERVELD
Woutervelt in bredelaar in de hey in horricks tiende [Hs- (1539)]; ven erffenisse genaemt woutersveld aan de hooge heyde gelegen neffens de gemeente van vechel [HHI63-52 (1714-1783)] . Onbekende ligging, waarschijnlijk in de omgeving Ven/Hoge Heide mogelijk identiek met woutenveld, wuitenveld (zie woutenveld, wuitenveld). Mogelijk een verschrijving voor woutenveld, hoewel dit laatste toponiem iets ontwikkeld kan hebben uit een oorspronkelijk wouterveld. -Zie Woutersakker en Veld WUITEN
De wuiten [kado (1832)]; B 165-197; het wuiten [N (1838, 1843)]; B 167 (b: 1.19.14), 179 (b: 62.30), 197 (b: 40.40). Dit is een gebied ten noord-oosten van het Ven, anno 1832 grotendeels heide. Deze niet zeer oude benaming is wellicht voortgekomen uit het in die omgeving liggende veel ouder gedateerde woutenveld/wuitenveld (zie woutenveld). WUITENVELD
Wuytenvelt veghelse heide [Hs- (1594)]; het lant in woutenvelt van aert gerits [GVE2-12 (1702)]; wuitenveld [N (1835)]; B 176 (b: 69.30). Ligging in het Wuiten vermoedelijk identiek met het woutenveld. -Zie Woutenveld en Veld WURTEN
Wurten [N (1864)]; B 504 ged. (w: 08.40). Ligging aan de Grote Hintel. Dit zal een verschrijving zijn voor het Wuiten, dat nabijgelegen is. YNEINSHOFSTAD
Dicta yneyns hofstat [HHI33-30 (1507)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een verschrijving zijn of onjuiste lezing van de persoonsnaam Yweins vgl. Corstiaen Jacops Ywijns, 1431 (BP-59). -Zie Hofstad ZAND
De palen van Vechel agter d'eerde opt zant [GOI26-5 (1544)]; het zand op het ham [N
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 283 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
(1876)]; D 973, 974 (b: 78.20). Ligging op het Ham tevens onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de kwaliteit van de grond; met het Zand onder Eerde zullen ongetwijfeld de plaatselijke zandduinen bedoeld zijn; ook het zandvliet is daar gelegen. -Zie Zandvliet ZANDBERG
Een perceel houtwas, genoemd den zandberg (eerde) [N (1824)]. Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar de kwaliteit van de grond. -Zie Zand en Berg 369
ZANDKAMP De santcamp op logtenburg [Hs- (1589)]; twee stucken ackerlants deene genaemt den grascamp en d' ander genaemt den santcamp gelegen tot veghel deene op creijtenborch en d'ander op te voort, beijde groot ontr. drije lopensaten [N (1658)]; landt de santcamp (creytenborgh) [GVE12-319 (1777)]; genaamd de zandkamp, aan de kempkens [N (1824)]; zandkamp [V.-]; F 971-978 (de: 26.20; b: 2.85.90). Ligging op Logtenburg onder Eerde. -Zie Zand en Kamp
a. VOORSTE ZANDKAMP Aen sandsteegt voorste santcamp [GVE12-26 (1778)]. Onbekende ligging op Logtenburg in of nabij de zandkamp. Benoeming naar de ligging.
ZANDKAMPSESTlnKJES 1 Perceel teelland houtwas voorpotinge en geregtigheden aan de zandsteegd genaemt de zandkampse stukjes [N (1814)]. Onbekende ligging op Logtenburg onder Eerde in of nabij de zandkamp. Benoeming naar de ligging. -Zie Stuk
ZANDKUILEN Zandkuilen [V.-]; B 167 (b: 1.19.40). Ligging in het Wuiten. Mogelijk werd ter plaatse eens zand afgegraven. -Zie Zand en Kuil
ZAND STEEG Bij die logtenborgse hoeve en bij die zandsteeg [G0126-24 (1587)]; een stuck nieulandts neffen de sandtstege (onder eerde) [GSO-262 (1617)]; verdrinking van Joarmis z.v. Jan Tonij Hoppenaars, oud 7 jaar, in gracht of sloot bij 't huijs in de santsteegt [RAV100-232 (1736)]; bruynenacker of streep aen den santsteegt [GVE12-231 (1777)]; de zandsteeg [N (1862)]; F 980 (b: 52.40). Ligging op logtenburg onder Eerde aan de zandkamp. -Zie Zand en Steeg
ZANDVLIET Land bij santvliet [GO- (1754)]; zandvliet [N (1868, 1883)]; D 144 (b: 45.80), 145 (b: 21.50), 228 (b: 12.90) (St.Oedenrode); zandvliet [kado (1832)]; F 453, 465, 467, 470, 471 (he: 71.38.10). Een oude buurt onder Eerde, nabij de dorpskom, die voor 1966 onder Schijndel ressorteerde. ter plaatse zal eens een waterloop aanwezig geweest zijn.
ZANDVOORTSAKKERKE Santvoorts akkerke [GVE12-208 (1778)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Geert van Zandvaart, 1812 (Kl.Bev. V.). -Zie Akker 370
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 284 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ZANDVOORTSEZIJDE
Dicto in prochia de vechel ad locum dictum die santvoertschenseide [GVIE2 (± 1437)]. Onbekende ligging. "Zijde", kant van v. Zandvoort. -Zie Zandvoortsakkerke ZANDVOORTSHOEF
Half rontveltje agter santvoorshoef [GVEI2-72 (1778)]. Onbekende ligging. -Zie Zandvoortsakkerke en Hoef ZANDVOORTSVELDJE
Tegenover het zandvoortsveldje (int eerde) [GVIIB26 (1803)]. Onbekende ligging onder Eerde aan de weg naar St.Oedenrode. -Zie Zandvoortsakkerke en Veld ZANDWIEL
Op den hoek van de sandwiel [GVIIB26 (1785)]; de zandwiel [N (1885), V.-]; D 420, 421 (w: 44.50). Dit was de benaming voor een scherpe lus in de rivier de Aa en aanliggende percelen in het gebied de Brugge; ongeveer waar zich nu de brug bevindt die de wijken Zuid en de Leest met elkaar verbindt. Wellicht werd in deze scherpe bocht veel zand afgezet. -Zie Zand en Wiel ZEELAKKER
Die zelacker [BP1l90-182v (1417)]. Onbekende ligging. Mogelijk afgeleid van "sijl, zijl" ajwateringssloot (M. Top. Valk, 273). Benoeming naar de ligging aan een "zijl". Benoeming naar de ligging aan een zijl "duiker, watersluis" of vervorming naar mnl. sille, zille "landmaat (M.Top. Valk., -274). ZEELSTJE
Een stuck ackerlants genampt het silstken gelegen tot vechel int russelt [N (1655)]; stukje lants genaamt het zilske [RAVlOO-76 (1733)]; het zeeltje een klein loopense (leenhof ten bogaerde dinther), [Mrv92-121 (1781)]; een parceel teulland en groescanten int Russelt op de Boekt genaamt het Zilske, groot ontr. 3 1. een sijde rivier de Aa [RAV112-324v (1801)]; het zeelstje [Kad. (1832)]; D 1-44; het zilstje [N (1841)]; D 17-19 (ho: 70.80); het siltsje [N (1843)]; D 39 (b: 41.50); het silstje [N (1847)]; het zeelstje [V-] Gebied liggende aan de oostelijke oever van de Aa vanaf de markt tot aan de brug tussen Veghel-Zuid en de Leest, aan de oostzijde begrensd door de Blauwe Kei en Dr. Schaepmanlaan. Wellicht ontstaan uit sille, zille "landmaat" (zie zeelakker) diminutief Germ. sali- m. "uit één ruimte bestaand huis", (Gysseling, -1100). a. GROTE ZEELST De grote zeelst aan het zeelstje [N (1882)]; D 40 (b: 43.70)]. Ligging aan het Zeelstje. Benoeming naar de oppervlakte. "Zeelst" als afleiding van sille, zille lijkt merkwaardig; mogelijk is een oorspronkelijke spelling zilske eerst gefatsoeneerd, vernederlandst tot Zeelstje en is analoog daaraan een vorm "zils" genoteerd als Zeelst. 371 ..
,/
~-
~~~'." ~'\ .. i/$ .••
~~
Landarbeidershuisje op het Zeelstje omstreeks 1900 b. KLEINE ZEELST De kleine zeelst aan het zeelstje [N (1882)]; D 37 (b: 25.10).
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 285 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Ligging aan het Zeelstje. Benoeming naar de oppervlakte. -Zie Grote Zeelst
ZEGERSEINDEN Land zeghersijnde in vechel bij die heerlaersbrake [BPI212-56 (1443)]. Onbekende ligging. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn vgl. Johanna Maria Zeegers, 1888 (KI.Bev. V.). -Zie Einden
ZEGERSGOED Hoeve des zeghers goet [Hs- (± 1390)]. Onbekende ligging. -Zie Zegerseinden en Goed
ZEGERSKAMPKE Segers kempke [GVE15-1 (1624)]. Onbekende ligging. -Zie Zegerseinden en Kamp
ZEGERSVELD Zegersveld in het beukelaars broek [N (1886)]; C 394 ged. (w: 53.40). 372
-Zie Zegerseinden en veld ZEILKAMPKES De zeilkampkens [V.-]; F 456 verk. (he: 8.86.60). Ligging in het Dubbele. Wellicht benoeming naar de ligging aan een "zijl een(ajwaterings) sloot (zie zeelakker). In dit geval de Scheiloop die de grens vormt tussen Veghel en Schijndel (zie Scheiloop). -Zie Kamp ZEVENEIKENLAAN Zeven eikenlaan [Hs-]. Oude straat in het centrum van Veghel, in vroeger tijden Modderstraat genoemd (zie Modderstraat). Benoeming naar zeven eiken die hier een gestaan zullen hebben. ZEVENSTREPEN Landt de seve streepen [GVE12-56 (1778)]; de zeven strepen [N (1838, 1842, 1853)]; D 110 (b: 60.30), 123 (b: 26.20), 126 (b: 33.90); de zeven streepen [N (1853, 1865, 1871, 1883)]; D 110 (b: 60.30), 124 (b: 26.60), 125 (b: 50.80), 126 (b: 33.90). Ligging op de Hoge Boekt. Benoeming naar de ligging in zeven "strepen" percelen. -Zie Streep ZIJTAART Gelegen aldaar in zontvelt en zittart [HGB-407 (1356)]; ad locum dictum zitert [Hs- (± 1385)]; huis, erf, hof en een stuk land daaraan liggend, 2% lopensz. ter plaetse genaemt op zitart [GZG-1225 (1466)]; zijtart [GVE2-39 (± 1500)]; aent sytart [Hs- (1519-1538)]; een stuck landts den sijttart [GSO-262 (1617)]; den ecker opt zijtert neffen marten donckers lant [GVE15-65 (1624)]; op citart (citart) [GVE2-224 (1702)]; landerijen in vechel en twee hoeven in zyttert [Hs- (1747-1794)]; het seitaart [N (1852)]; D 743 (b: 05.70), 753 (b: 44.50), 755 (b: 48.30), 760-780 (hu: 06.00; b: 2.56.50; ho: 5.81.10), E 524-534 (b: 3.49.10; w: 2.15.30; og: 83.90; hu: 12.30; tu: 06.50; bg: 30.20); 536-540 (b: 2.67.20; w: 1.08.40), 569 (bh: 2.22.40), 661 (de: 1.00.90), 672, 673 (de: 3.03.30; he: 59.20), F 654 (de: 76.30). Een der drie Veghelse kerkdorpen, zuidelijke ligging ten opzichte van de kom van Veghel; aan de secundaire weg van Veghel naar Lieshout, tevens benaming voor een boerderij ter plaatse. De volksetymologische interpretatie is "bezijden de aarde (de Eerde, Eerde) (Meuwese Veghelse Courant 1954). Ook Zittaart, dat we o.a. vinden in Zittert - Lummen (1132 Zetrud), te Deurne (1647
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 286 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
sittert) en te Rillaar (sitterstraat), zou oorspronkelijk een weidenaam zijn, als afleiding met een verzamelsujfix van de plantnaam zegge (F. Claes, Naamk. 1987 -66). Wij zien Zitterd al dan niet met paragogische konsonant, verwant met het Nederlandse "zijde" (nhd. Seite).... De oorspronkelijke betekenis van zijde is: "het lang-gestrekte". Franck van Wijk s. v. I zijde, zij. Zitterd is dan een gesubstantiveerde eigenschap of toestand (bnw. + aard, eerd) van het type een dieperd, een dikkerd, een slimmerd. Het gehucht Zitterd onder Oerle is inderdaad een in de richting noord-zuid lang uitgestrekt gehucht. Gelet op de "eenzijdige" ligging van Zitterd, nl. aan de rechterzijde van de (thans harde) weg oerle-Veldhoven, zouden we ook met Zink, Christmann en Baets kunnen meegaan, die Zitterd laten teruggaan op "Sit(w)ert", "seitwärts gelegener Gemarkungsteil". Maar ook dan is (en blijft) het grondwoord Nederlands zijde (nhd. Seite). (De Bont 373 Dialekt kempenland. Geografische namen -222-223). Ook het Veghelse Zijtaart is een lang uitgestrekt gehucht en eveneens is het gelegen aan een zijde van een weg, nl. de weg Veghel-St.Oedenrode. Een uitgebreide bespreking van het toponiem Sittard en verwante vormen is te vinden in Naamkunde 6e jaargang 1974 afl. 1-4, pg. 51 tlm 87.
a GROOT ZUTAART Eene hoeve lants genoemt den grooten zyttaert tot vechel [Mg25a-73 (1721)]; hoeve lants, huis schuur etc. opt zijtart genaamt de hoeve den grooten zijtart (in gebruik bij Aalbert Hendrix) [RAV101-68v (1739)]. Een hoeve, liggende onder Zijtaart nabij het gebied de Hostie. Benoeming naar de oppervlakte van de hoeve. b. KLEIN ZUTAART
De cleyne hoeve gelegen tot vechel op zyttaert den cleynen zyttaert [Mg25a-80 (1709)]. Hoeve, grenzend aan groot zijtaart. benoeming naar de oppervlakte van de hoeve. ZUTAARTAKKERSEBEEMD
Den zetart ackerse beemt [GVE12-234v (1777)]. Onbekende ligging onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging in of nabij percelen, de Zijtaartakkers (niet bekend). -Zie Beemd ZUTAARTSEBEEMD
Hoevenaarscamp by sijterse beemd aan steenweghekken by valstraat [GVIIE13 (1792)]; de seitaardsche beemd [kado (1832)]; D 709-782; de zytarsche beemd ter plaatse keselaar [N (1893)]; E 424 (ho: 1.02.30); de zijtaartse beemd [V.-]; E 424 (ho: 1.02.30). Gebied liggende aan de westelijke oever van de Aa, dat oorspronkelijk tot het Zijtaartse geekend werd, maar door de aanleg van de Zuid- Willemsvaart van Zijtaart afgesneden raakte; aan de Zijtaartse zijde van de Zuid- Willemsvaart draagt een perceel in het Keselaar dat aansluit op de Zijtaartse beemden nog deze naam. Benoeming naar de ligging. -Zie Beemd ZUTAARTSEBERG
Sittarschen hoevel (de zytaartse berg) [Ms- ] Onbekende ligging onder Zijtaart, identiek met de Zijtaartse heuvel (zie Zijtaartse heuvel). Benoeming naar de ligging. -Zie Berg ZUTAARTSEHEUVEL
Op die sweenslage bij die gemeyn straet genoemt den zytarsschen hoevel [Hs- (15191538)]. Zie "Keuren en breuken, 1627, art. 99 (GVIIB15). Onbekende ligging op de Sweenslaak (zie Sweenslaak) onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging.
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 287 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
ZUTAARTSROT
tZytards roth beginnende in den zijtarsen beemt, ruth lammers cum suis, bestaet In twintigh huysen en is yder aen gemeten als voren [GVIIB28 (± 1700)]. 374 ZOElAKKERS Zoeiakkers [Hs-].
Onbekende ligging. Wellicht een verschrijving of onjuiste lezing van Zoerakkers (zie zoerakkers). Mnl. soe = goot (Hs-226). Misschien is de betekenis moerassige laaggelegen akkers. Schönfeld vermeldt nog een dialektische Brabantse betekenis voor zoei = mestvocht. -Zie Akker ZOERAKKER(S) Landt den soeracker [GVEI2-239 (1777)]; een perceel groesland houtwasch en geregtigheden geleegen te veghel op het zytart genaamed zoerakkers [N (1821)].
Onbekende ligging onder Zijtaart. Benoeming naar de bodemgesteldheid, zure grond (M. Top. Overpelt, Zuur broek). -Zie Akker ZONDERLAAK In loco dicto in dat sonderlake [Hs- (± 1390)]; ad locum dictum dat zonderlaer [Hs( 1390-1395)]; int sonderlaer [BPI201-191 (1430)]; sonderlaet havelt [Hs- (1542)]; land over die strate in sonderlair [Mr1322-65 (± 1608)]; het sommerlaet vechel, gespleten van de hoeve genaemt lanckvelt [MrI325-148 (1645)]; het soomerlaat, havelt [GVE2-147 (1702)]; 't somerland [Mr1333-84 (1726)]; het zomerland [Mrv92-92v (1770)].
Onbekende ligging in het gebied Havelt/Ham. Dit toponiem komt in zeer veel varianten aan: de oudste spellingen zijn Sonderlake en Sonderlaer, zodat het redelijk lijkt deze als grondvormen aan te nemen; de vele latere varianten zullen het gevolg zijn van een verdwijnen van het begrip van de oorspronkelijke benaming. "Zonder" kan de betekenis hebbenvan "afgeperkt" (vgl. afzonderen). Het zal wel niet mogelijk zijn om dit "zonder" uit te leggen als een verouderde vorm van "zuid", zoals Schönfeld vermeldt voor de plaatsnamen Zonderwijk en Zonderveld (Hs-225). Het laatste veronderstelling is mogelijk toch de juiste: het gebied Havelt/Ham ligt min of meer zuidelijk van de dorpskom. -Zie Laak en Ham ZONDVELD(EKE) SoffeIt, sontvelt [Mv-1954 (1300)]; zontevelt [GVIE2 (1361)]; sontfelt [Hs- (1380-1385)]; huis, plaats, hof m erf gelegen in Veghel ter plaatse genaemt op zontvelt, tussen het erf van Theodoricus van zontvelt[GZG-603 (1424)]; zontvelt [GVE2-39 (± 1500)]; op sondtveldt [HHI47-30 (1621-1691)]; de hopstreep op zontveldeke [RAV160-26v (1762)]; 't zontveltje [GVEI2-40 (1778)]; het zondveld [kado (1832)]; E 1078-1364, 1366-1421; het zontveld [N (1852)]; E 46, 214-216, 252, 267-269, 851, 1053-1074, 1395, F 593, 594,609-612, 1190 (bouwhoeve etc.: 17.40.87).
Oude buurtschap liggende onder Zijtaart, tevens een perceeltje van onbekende ligging. "Zond" afgeleid van "sonder, zuid" (zie zonderlaak) ? Van "sonde" mnl. vorm van "zon"? (Verwijs en Verdam, -1539); een verband met de plaats Son is misschien ver gezocht, hoewel niet ver westelijk van het Zondveld van ouds een weg liep van Veghel naar Son; ook de spellingvariant Soensvel zou een indicatie in deze richting kunnen vormen. Afgeleid van de persoonsnaam v. Son?
a. HOOG ZONDVELD Huijs, hoff, schuer, boomgaert en aangelegen landerijen gelegen tot vechel opt hooch 375 sontvelt [N (1658)]; hoogh sontvelt [Ms-]
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 288 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
Onbekende ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de hoge ligging. b. LAAG ZONDVELD Huijs, schuur, schop, hoff en halve bomgart mette landerijen, weijvelden als hoijvelden, gelegen tot vechel opt leech sontvelt [N (1658)]; leegh sontvelt [Ms-]. Onbekende ligging. Benoeming naar de lage ligging. ZONDVELDSEDIJK Aan den zondveldschen dijk [N (1843)]; E 641, 642 (he: 94.50; w: 17.80). Dit was de vroegere verbinding van Veghel-Zijtaart, met het Zondveld en de gemeente Lieshout, de tegenwoordige Leinserondweg, oostelijk van de huidige weg naar Lieshout. Benoeming naar de ligging. ZONDVELDSEHOEF Bene schoone hoeve, schuur, schop, bakhuis, hof, aangelegen hooi-, wei-, bouw- en teulland en dreven met eike en andere boomen beplant, houtwasch, voorpoting en geregtigheden, genaamd de zontveldse hoeve ... op het zontveld [N (1818)]; zondveldsche hoef [kado (1832)]; E 1063 (hu etc.: 09.30). Ligging op het Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de ligging. -Zie Hoef ZONDVELDSEPAD Op den sontveltschen padt het sontvelt in sytardt [Ms-]. Ligging onder Zijtaart, bedoeld zal zijn het vroegere voetdijkje van Zijtaart naar Zondveld; nu Zondveldstraat genoemd en dienend als verbinding Veghel-Lieshout via het Zondveld. Benoeming naar de ligging. ZONDVELDSROT tZontvelts roth bestaet in eenen twintigh huysen en is yder huys aengewesen als vooren, eerstelyck de heyhoef [GVIIB28 (± 1700)]. ZONDVELDSVELD Het soffelsveld [V.-]; E 1202 (w: 49.30). -Zie Veld ZUSTERSVELD Zustersveld [V.-]; D 4-11 (ho: 2.36.50). Ligging in het Zeelstje. Benoeming naar de zusters, de Franciscanessen, die in Veghel nog altijd een klooster bezitten; uit de volksmond kwam als verklaring naar voren: "Zolang de zusters van Liefde in Veghel gehuisvest zijn, door deze congregatie beteeld (volksmondonderzoek pg. 2). -Zie Veld ZWAAN Huis de swaen in de straadt [Mrv91-2v (1678)]; huis (brouwerij omtr. de agterdijk) in de straet gen't de swaan [RAV98-96v (1725)]; huis in de straet genaamt de swaan, en brouwhuis [RAV99-19v (1728)]; erf de swaen en hofke [GVEI2-78 (1778)]; eene 376 huizing, stalling etc. de zwaan [N (1848)]; A 1231-1235 (b: 65.50; tu: 07.80; hu: 08.57). Dit was de benaming voor een oude herberg aan de Sluisstraat anno 1900, café de Zwaan, later werd op ongeveer dezelfde plaats café Tramstation (zie tramstation) gebouwd; vrij dichtbij deze herberg stond een molen die ook deze naam droeg. Benoeming naar de vogel. Mogelijk ook benaming voor brouwerij nabij Frisselstein. -Zie Drie Zwaantjes en Drie Zwanen ZWANENBURG
De hoogh heys roth bestaende in 23 huysen bestaet in huysen beginnende aen den stockgraaf 7 namen met 4 roeyen en 1 naem met 1 roey begint aen de waystat van swanenburgh [GVIIB28 (± 1700)]; 1/4 hoy aen swanenberg [GVE12-256 (1777)];
Zoekbaar document gemaakt door J v E Pagina 289 van 289
Gemaakt op 27-10-2013
zwanenburg [GAV (1822); een perceel weiland gen'd zwanenburg [N (1887)]; A 2114 (w: 30.00). Een deftig huis gelegen aan de Aa op Dinthers grondgebied, tegenover het gebied de Knokert. Benoeming naar de vogel. ZWARTEKAT
Zwarte kat [V.-]; F 1059 (he: 1.34.90). Ligging in het Heiligt onder Eerde aan de weg naar St.Oedenrode en de weg genaamd de Kempkes. -Zie Kat ZWEGERSEVELD
Suegerse velt in geerbuenders [RAV160-34v (1763)]. Onbekende ligging in de Geerbunders. Het eerste lid zal een persoonsnaam zijn. Mogelijk ook afgeleid van mnl. "swegers" 1) schoonmoeder. Kiliaan geeft swegher niet in de betekenis van schoonmoeder maar in die van schoonvader (Verwijs en Verdam, -2512, 2513).
-Zie Veld 377