Toetsmatrijs Planner wegtransport - Transportplanning A + B (B: alleen en 1.8.5)

Toetsmatrijs Planner wegtransport - Transportplanning A + B (B: alleen 1.8.4 en 1.8.5)

In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door:

CBR divisie CCV

Categoriecode:

PWTA + PWTB

Toetsvorm: Totaal aantal vragen:

Digitaal PWTA 25 open vragen, PWTB 1 opdracht

Dekkingsgraad toetstermen:

PWTA 100%, PWTB 50%

Cesuur:

55%

Geldigheid examenresultaat:

1 jaar

Bijzonderheden:

Nr

Eindtermen

1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

De kandidaat heeft kennis en vaardigheden op het gebied van (het plannen van) beladen. De kandidaat heeft kennis en vaardigheden m.b.t. de administratie rondom vervoer. De kandidaat heeft kennis van eisen en beperkingen m.b.t. het internationale wegtransport. De kandidaat heeft kennis en vaardigheden m.b.t. netwerken/instanties voor technische bijstand in Europa. De kandidaat heeft kennis op het gebied van wegvervoer en andere vormen van vervoer. De kandidaat heeft kennis op het gebied van gecombineerd vervoer. De kandidaat heeft kennis op het gebied van cargadoors en stuwadoors. De kandidaat heeft kennis en vaardigheden op het gebied van het opstellen van een planning.

Vastgesteld door:

College van Deskundigen Planner wegtransport 4 augustus 2015

Beoordeeld door:

CCV-Raad 5 juli 2007

Goedgekeurd door:

Divisiemanager CCV 5 juli 2007

Ingangsdatum:

5 juli 2007

© CBR Datum laatste aanpassing: 4 augustus 2015 Laatst gecontroleerd op: 4 augustus 2015

Pagina 1 van 8 Uitgeprinte exemplaren zijn niet-beheerste uitgaven.


Toelichting Eindtermen: Dit zijn de hoofdonderwerpen die in het examen voorkomen. Hierin staat 'ruim' omschreven wat er in het examen terug kan komen. Toetstermen: Dit zijn onderdelen van een eindterm. Hierin staat meer uitgebreid omschreven wat er in het examen terug kan komen. Afbakening: Dit zijn onderdelen van een toetsterm. Hier staat over welke onderwerpen vragen gesteld mogen worden in het examen. Als er geen afbakening is opgenomen, mag over die toetsterm in principe alles gevraagd worden. Tax: Dit is de taxonomiecode van Romiszowski. Deze code geeft aan op welk niveau de vragen over een toetsterm gesteld worden. F = Feitelijke kennis. De kandidaat kan feiten reproduceren (herkennen of herinneren). B = Begripsmatige kennis. De kandidaat kan begrippen of principes omschrijven. R = Reproductieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren die volgens een vastgelegde procedure verlopen. P = Productieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren waarbij hij zijn eigen creativiteit en inzicht nodig heeft. Eind- en toetstermen

Afbakening

Tax

(indien van toepassing) De kandidaat heeft kennis en vaardigheden op het gebied van (het plannen van) beladen. De kandidaat kan 1.1.1 de functie van identificatie systemen bij controle • Barcode / streepjescode; van goederen, ontvangst of aflevering uitleggen. • Barcode scanner of leespen; • Handterminal met barcodelezer. 1.1.2 de installaties die bij het laden en lossen van • Dockshelter; een vrachtauto gebruikt worden onderscheiden • Transportband; en de functie uiteenzetten. • Walking floor; • Kipconstructie; • Opheffen hoogteverschil (mogelijkheden om hoogteverschil op te heffen); • Opheffen lading; • Verlagen aanrijvloer; • Verhogen aanrijvloer. 1.1


F

B



Eind- en toetstermen

Afbakening

Tax

(indien van toepassing) • Keg en rong; • Twistlocks; • Spanband; • Ketting; • Touw; • Stuwkussen; • Vergrendelstangen. uitleggen bij welke lading specifieke eisen • Gevaarlijke stoffen; gelden. • Geconditioneerd transport; • Veetransport; • Exceptioneel transport. de karakteristieken van laadbakken en • Afzetbak; ISO-containers omschrijven (soorten, gebruik, • Wissellaadbak; identificatiecoderingen, transportvoorzieningen). • 20’ en 40’ zeecontainers. de begrippen ‘inhoud’, ‘laadvermogen’ en • Kubieke meter; ‘asdruk’ en hun onderlinge samenhang • Kilo/ton. interpreteren. op basis van relevante gegevens de juiste Berekeningen maken. verdeling van een lading over voor- en achteras berekenen. de plaats van een lading in de vrachtauto Berekeningen maken. globaal bepalen. algemene stuwageregels in vrachtauto’s en het • Zwaartepunt; belang hiervan omschrijven. • Gewichtsverdeling; • Gevolgen verkeerde belading.

1.1.3 het gebruik van hulpmiddelen bij het vastzetten van de lading uitleggen.

B

1.1.4

B

1.1.5

1.1.6

1.1.7

1.1.8 1.1.9


B

B

R

R B




Afbakening

Tax

(indien van toepassing) 1.2

De kandidaat heeft kennis en vaardigheden m.b.t. de administratie rondom vervoer. De kandidaat kan 1.2.1 de noodzakelijke (administratieve) handelingen opnoemen als de vervoersafwikkeling onderbroken of vertraagd wordt door ziekte, ongeval of stremming. 1.2.2 rapporteren over de staat van goederen en hun verpakking m.b.t. manco’s en schade. 1.2.3 de benodigde vrachtbrieven voor het transport over de weg invullen. 1.3 De kandidaat heeft kennis van eisen en beperkingen m.b.t. het internationale wegtransport. De kandidaat kan 1.3.1 soorten beperkingen in algemene zin m.b.t. het internationale wegtransport noemen.

De kandidaat heeft kennis en vaardigheden m.b.t. netwerken/instanties voor technische bijstand in Europa. De kandidaat kan 1.4.1 de werkwijze van de diverse netwerken en instanties voor het verlenen van technische bijstand in Europa uiteenzetten en kan in een gegeven situatie hulp inroepen van die netwerken en instanties voor het verlenen van technische bijstand.

• Procedures; • Bereikbaarheid oproepkrachten; • Hulpdiensten; • Contact met belanghebbenden. • Schaderapport; • Expertisebureau; • Verzekeringsmaatschappij. AVC- en CMR-vrachtbrief.

R

• • • •

F

Toegestane maximum maten en gewichten; Rijverboden; Tolgelden; Informatiebronnen (TLN en NIWO).

R

R

1.4


• Dealernetwerk; • ANWB steunpunten; • Buitenlandse hulpdiensten.

R




Afbakening

Tax


De kandidaat heeft kennis op het gebied van wegvervoer en andere vormen van vervoer. De kandidaat kan 1.5.1 de combinatie noemen tussen wegvervoer en andere vormen van vervoer.

1.5.2 de factoren die voor een verlader een rol kunnen spelen bij de keuze van het soort vervoer uitleggen.

1.5.3 de kenmerken van specialistisch vervoer uitleggen.

1.5.4 de vervoersspecialismen noemen waarvoor aanvullende kwalificaties van rijdend personeel nodig zijn.


• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Zeevervoer; Binnenvaart; Luchtvaart; Spoorvervoer. Kosten; Service; Tijd; Milieu; File; Natuurlijke hindernissen. Aanvullend diploma of aanvullende beroepsopleiding; Afwijkende of aanvullende documenten; Afwijkende voertuigen (als tankauto, bulkauto, containerauto en dieplader); Mogelijkheid dat routes verplicht zijn; Afwijkende lading (levende dieren, geconditioneerd vervoer, gevaarlijke stoffen en uitzonderlijk vervoer). Veevervoer; Sierteeltvervoer; Gevaarlijke stoffen; Geconditioneerd vervoer; Verhuizen; Afvalstoffenvervoer; Kippervervoer; Zwaar transport; Waardetransport; Koeriersdienst.

F

B

B

B




Afbakening

Tax


De kandidaat heeft kennis op het gebied van gecombineerd vervoer. De kandidaat kan 1.6.1 de bij het gecombineerd vervoer van belang zijnde aandachtspunten m.b.t. de vervoersafwikkeling noemen. 1.7 De kandidaat heeft kennis op het gebied van cargadoors en stuwadoors. De kandidaat kan 1.7.1 de werkzaamheden van cargadoors en stuwadoors uitleggen. 1.8 De kandidaat heeft kennis en vaardigheden op het gebied van het opstellen van een planning. De kandidaat kan 1.8.1 de noodzakelijke gegevens die voor een transport-planning nodig zijn, bepalen.

1.8.2 het meest geschikte voertuig in relatie tot de lading inzetten. 1.8.3 de juist gekwalificeerde chauffeur in relatie tot de lading en/of bestemming inzetten.


• Wachttijden; • Aanmeldingsprocedures; • Douaneprocedures.

F

Bemiddeling en vertegenwoordiging rederij.

B

• • • • • • • • • • • • • •

R

Soort lading; Gewicht, volume, verpakking, hoeveelheid; Afhaal- en afleveradres; Afhaal- en afleverdatum; Leveringsconditie; Beperkingen. Soort lading; Afhaal- en afleversituatie; Soort voertuig. Additionele kwalificaties; Gevaarlijke lading; Geconditioneerd vervoer; Veetransport; Talenkennis.

R

B



Eind- en toetstermen 1.8.4 gegeven een situatie een nationale transportplanning van minimaal vier trekkende eenheden maken, rekening houdend met de volgende invloedsfactoren: - de inzet van transportmiddelen binnen de geldende wet- en regelgeving en speciale eisen, die voor het betreffende transport aan het transportmiddel worden gesteld; - de toepasbaarheid van laad- en lostechnieken bij de verschillende transportmiddelen; - de eigenschappen, laad- en lostechnieken en bijbehorende documenten van voorafgaand en aansluitend transport; - de beschikbare transportcapaciteit t.a.v. materieel; - de beschikbare transportcapaciteit t.a.v. personeel; - de wet- en regelgeving die betrekking heeft op de activiteiten van een wegtransportonderneming; - de geldende vervoersvoorwaarden; - de wet- en regelgeving voor het inzetten van personeel; - Rij- en rusttijden; - CAO en ARBO (veiligheid, welzijn en gezondheid); - een efficiënte en economische inzet van mens en materieel.


Afbakening (indien van toepassing) • Vijf vrachtauto’s waarvan twee met aanhangwagen; • Zes opleggers waarvan drie cityopleggers; • 30 stops; • Acht retouradressen waarvan vijf t.b.v. de internationale planning; • Acht losadressen op een afgesproken tijdstip; • Zes beperkingen m.b.t. losmogelijkheden; • Tien routes vanuit één punt; • Geen overlading; • Geen omkoppeling.

Tax R



Eind- en toetstermen 1.8.5 gegeven een situatie een internationale transportplanning van minimaal zes trekkende eenheden, te verdelen over vier verschillende landen m.u.v. Nederland, opstellen rekening houdend met de volgende invloedsfactoren: - de inzet van transportmiddelen binnen de geldende wet- en regelgeving en speciale eisen, die voor het betreffende transport aan het transportmiddel worden gesteld; - de toepasbaarheid van laad- en lostechnieken bij de verschillende transportmiddelen; - de eigenschappen, laad- en lostechnieken en bijbehorende documenten van voorafgaand en aansluitend transport; - de beschikbare transportcapaciteit t.a.v. materieel; - de beschikbare transportcapaciteit t.a.v. personeel; - de wet- en regelgeving die betrekking heeft op de activiteiten van een wegtransportonderneming; - de geldende vervoersvoorwaarden; - de wet- en regelgeving voor het inzetten van personeel; - Rij- en rusttijden; - CAO en ARBO (veiligheid, welzijn en gezondheid); - een efficiënte en economische inzet van mens en materieel.


Afbakening

Tax

(indien van toepassing) • Zeven vrachtauto’s waarvan twee met aanhangwagen; • Zes trekker/opleggers waarvan twee gesloten; • 36 stops; • Twaalf retouradressen; • Acht losadressen op een afgesproken tijdstip; • Zeven beperkingen m.b.t. losmogelijkheden; • Tien routes vanuit meerdere punten echter minimaal drie vanuit het bedrijf; • Overlading op het bedrijf; • Geen omkoppeling.

R

Lading bestaande uit blok- en Europallets en rolcontainers, losse voorwerpen, afwijkende maten.


Toetsmatrijs Planner wegtransport - Transportplanning A + B (B: alleen en 1.8.5)

Recommend Documents