Titel
Activiteit buiten curriculum VO Jaar 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV1-ACTBC-15 Activiteit buiten curriculum Pabo Versneld Jaar 1 Additional activities 0 European Credits Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
MAM Konings (tel. +31884817763) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
College Professionele Gecijferdheid 1
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2
College Professionele Gecijferdheid 2
niet verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 4
opening studiejaar
verplicht
1 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -26 Toelichting bij werkvorm opening studiejaar: Deze activiteit vind plaats in de introductieweek voorafgaand aan het betreffende studiejaar.
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Formatieve toets Prof. Gecijferdheid 1
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
1
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2
Formatieve toets Prof. Gecijferdheid 2
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
50
1
bij aanvangsblok 1: 1. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Binnen het onderdeel Professionele Gecijferdheid geldt: De student:
2.2
kent de verschillende grootheden. kent de betekenis van de voorvoegsels en relaties tussen maten en kan deze kennis inzetten om maten om te zetten naar equivalente maataanduidingen. kan zijn kennis van het metriek stelsel inzetten om meetproblemen van verschillende moeilijkheidsgraad op te lossen. kan leerlingen de onderlinge samenhang in het metrieke stelsel met inzicht onderwijzen. herkent meetsituaties in het dagelijks leven en kan inschatten of en hoe hij deze situatie kan gebruiken naast de rekenmethode. kan bij meten verschillende oplossingsmanieren (van kinderen) doorgronden, op wiskundige juistheid beoordelen en voltooien.
geeft blijk van kennis van en inzicht in de verstrengeling van en samenhang tussen verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. kent veel voorkomende (getals)relaties in dit gebied en kan bij het rekenen en redeneren met verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen flexibel wisselen tussen deze sub domeinen. kan (ook minder gebruikelijke) breuken omrekenen in kommagetallen (gebruikmakend van de notatie van repeterende breuken) en andersom. kan onderscheid maken tussen verschillende soorten grafieken, kent deze bij naam en kent de begrippen die daarbij worden gebruikt. kan tabellen, diagrammen en grafieken die veelvuldig voorkomen in het dagelijks leven lezen, interpreteren en informatie daaruit op waarde schatten. kent elementaire statistische begrippen en kan deze herleiden. kan leerlingen begeleiden om informatie (en verbanden) te vertalen, te ordenen, te schematiseren, om te zetten naar een wiskundige representatie en daarbij een passende grafiek te kiezen.
Cursus inhoud
Voor het deel Professionele Gecijferdheid geldt
In een deel van deze cursus leert de student de systematiek van het metriek stelsel doorzien, verklaren en gebruiken. Daaronder valt ook de samenhang tussen omtrek, oppervlakte en inhoud en het verklaren en gebruiken van formules voor oppervlakte en inhoud van eenvoudige figuren. Ook samengestelde grootheden zullen aan de orde komen.
In een ander deel verdiepen we de kennis over het rekenen met breuken, procenten, kommagetallen, verhoudingen en verbanden en grafieken gebruikmakend van allerhande contexten en toepassingssituaties. In de lessen onderzoeken we de samenhang in deze domeinen. Het relatienetwerk van gebroken getallen helpt de student hoofd- en flexibel rekenen maar ook het cijferend rekenen in deze domeinen te beheersen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie Hubl
2.5 Workload Contactduur (uren): 23 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): -26 Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Didactiek van Kunst 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-KNST1-15 Didactiek van Kunst 1 Pedagogy of Art 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
ME Kok (tel. 7376) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Practicum Drama
verplicht
3 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege 1 Muziek
verplicht
3 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege Beeldend
verplicht
2 maal per blok
160 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 128
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Presentatie
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelen Aan het eind van deze cursus kan de student: een themadag kunst op de basisschool onderbouwd ontwerpen, deze themadag binnen de basisschool uitvoeren met passende werkvormen en rekening houdend met het (start)niveau van de kinderen, hiervan een onderbouwde evaluatie maken en dit, met een inhoudelijke verantwoording, presenteren aan medestudenten en docenten.
2.2 Inhoud
Cursus inhoud
De cursussen Didactiek van Kunst 1 en 2 volgen elkaar op en vormen een geheel. De student leert een kunstdag voor de basisschool onderbouwd ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Een door de groep gekozen kinderboek ligt ten grondslag aan het thema van de kunstdag. Aan het eind van periode 3, bij afronding van Didactiek van Kunst 1, presenteren studenten in viertallen een plan van aanpak in de vorm van een theatrale voorstelling. In dit plan van aanpak is de onderbouwing vanuit de literatuur opgenomen, wordt een koppeling gemaakt met de kern- en deeltaken waar binnen deze cursus aan gewerkt wordt en met het kerndeel van de kennisbases beeldend onderwijs, muziek en dans en drama. Aan het eind van periode 4, bij afronding van Didactiek van Kunst 2, presenteren de studenten de kunstdag als geheel. Ook hierin is onderbouwing vanuit de literatuur opgenomen, een koppeling gemaakt met de kern- en deeltaken binnen de cursus en met het kerndeel van de kennisbases beeldend onderwijs, muziek en dans en drama. Binnen deze presentatie verantwoordt iedere student tevens zijn eigen aandeel binnen de cursus. Kern- en deeltaken Binnen deze cursussen Didactiek van Kunst 1 en 2 wordt gewerkt aan onderstaande kern- en deeltaken: 1.4 Goede omgang en samenwerking bevorderen en adequaat hanteren van groepsprocessen en de dynamiek daarin. 2.1 Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum (K) 2.2 Per schoolvak beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis (K) 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. 3.1 Met de kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis. 3.3 Geven van doelgerichte en gedifferentieerde instructie met gebruik van vakdidactische kennis. 3.3 Kinderen aan het werk zetten en houden met taken en werkvormen passend bij de lesdoelen. 3.4 Volgen en begeleiden van kinderen bij hun leerproces met gebruik van vakdidactische kennis. 3.5 Afronden en evalueren van de onderwijsactiviteit met de kinderen
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Verplicht studiemateriaal Boeken: Lei, R., van der, Haverkort, F., & Noordam, L. (2009). Eigen-wijs. Utrecht: Stichting Muzikale Vorming Boek (verplicht): Nooij, de, H. (2012). Kijk op spel. Drama voor de Pabo. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. Boek (verplicht): Onna, van, J., & Jacobse, A. (2013). Laat maar zien. Groningen: Wolters Noordhoff Boek (verplicht): Vrolijk, R. (2013). Nieuw Geluid. Groningen: Noordhoff Boek (aanbevolen): Heijdanus-de Boer, E., Nunen, A., Valenkamp, M., Hueskens, R., & Verhallen, P. (2014). DANS! Praktisch handboek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 128 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Didactiek van Kunst 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-KNST2-15 Didactiek van Kunst 2 Pedagogy of Art 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AJM Schröder (tel. +31884817411) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 drama
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege 2 muziek
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege beeldend
verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 114
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
toets
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelen Aan het eind van deze cursus kan de student: een themadag kunst op de basisschool onderbouwd ontwerpen, deze themadag binnen de basisschool uitvoeren met passende werkvormen en rekening houdend met het (start)niveau van de kinderen, hiervan een onderbouwde evaluatie maken en dit, met een inhoudelijke verantwoording, presenteren aan medestudenten en docenten.
2.2 Inhoud
Cursus inhoud
De cursussen Didactiek van Kunst 1 en 2 volgen elkaar op en vormen een geheel. De student leert een kunstdag voor de basisschool onderbouwd ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Een door de groep gekozen kinderboek ligt ten grondslag aan het thema van de kunstdag. Aan het eind van periode 3, bij afronding van Didactiek van Kunst 1, presenteren studenten in viertallen een plan van aanpak in de vorm van een theatrale voorstelling. In dit plan van aanpak is de onderbouwing vanuit de literatuur opgenomen, wordt een koppeling gemaakt met de kern- en deeltaken waar binnen deze cursus aan gewerkt wordt en met het kerndeel van de kennisbases beeldend onderwijs, muziek en dans en drama. Aan het eind van periode 4, bij afronding van Didactiek van Kunst 2, presenteren de studenten de kunstdag als geheel. Ook hierin is onderbouwing vanuit de literatuur opgenomen, een koppeling gemaakt met de kern- en deeltaken binnen de cursus en met het kerndeel van de kennisbases beeldend onderwijs, muziek en dans en drama. Binnen deze presentatie verantwoordt iedere student tevens zijn eigen aandeel binnen de cursus. Kern- en deeltaken Binnen deze cursussen Didactiek van Kunst 1 en 2 wordt gewerkt aan onderstaande kern- en deeltaken: 1.4 Goede omgang en samenwerking bevorderen en adequaat hanteren van groepsprocessen en de dynamiek daarin. 2.1 Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum (K) 2.2 Per schoolvak beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis (K) 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. 3.1 Met de kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis. 3.3 Geven van doelgerichte en gedifferentieerde instructie met gebruik van vakdidactische kennis. 3.3 Kinderen aan het werk zetten en houden met taken en werkvormen passend bij de lesdoelen. 3.4 Volgen en begeleiden van kinderen bij hun leerproces met gebruik van vakdidactische kennis. 3.5 Afronden en evalueren van de onderwijsactiviteit met de kinderen
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht): Zie Studystore 2.5 Workload Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 114 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Taal in de onderbouw
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-NDLS1-15 Taal in de onderbouw Dutch language and younger child 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege
verplicht
6 maal per blok
540 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 129
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Kennistoets taal jongere kind
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het is voor elk kind nodig om goed te leren lezen en schrijven. De ontwikkeling van geletterdheid is dan ook een basaal proces dat het basisschoolkind doormaakt. In deze cursus leert de student welke leerinhoud, didactiek en wetenschappelijke kennis nodig is om leerlingen snel en met goed begrip te leren lezen en schrijven. Tijdens de werkcolleges ontwikkelen we de leerlijn: ontluikende - beginnende geletterdheid, aanvankelijk lezen en technisch lezen/begrijpend lezen. Parallel daaraan de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid, motorisch zowel als de stelvaardigheid (opstel, schrijfopdrachten). In deze eerste fasen van geletterdheid zijn de verschillende domeinen vaak moeilijk te onderscheiden; er is sprake van overlap (vermenging) omdat jonge kinderen zich op verschillende momenten en in een steeds verschillend tempo ontwikkelen.
2.2
Cursus inhoud
In de cursus staan de volgende topics binnen de geletterdheid centraal:
Kleuters moeten de principes van het alfabetisch schriftsysteem leren doorgronden. Dit proces wordt de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn genoemd. De student leert welke onderwijsactiviteiten dit bewustwordingsproces stimuleren. Wanneer het fonemisch bewustzijn voldoende is ontwikkeld, is het kind rijp voor het aanvankelijk technisch lezen. Hierbij gaat het om het aanleren van de elementaire leeshandeling: het decoderen van geschreven naar gesproken taal. Wanneer de leerling de elementaire leeshandeling beheerst, is het zaak vloeiend te leren lezen, door leestechniek en leestempo te versnellen. Deze fase heet leesvloeiendheid. Tekstbegrip is het uiteindelijke doel van de technische leesvaardigheid. Begrijpend lezen komt dan ook voortdurend terug in het leesonderwijs. De leerling leert strategieën te hanteren om zijn tekstbegrip te optimaliseren. Geletterdheid gaat niet alleen over teksten lezen, maar ook over zelf teksten schrijven. Het basisschoolkind leert schrijven op twee niveaus: op woordniveau, waarbij vooral de spellingvaardigheid een belangrijke rol speelt. Op tekstueel niveau spreken we van stelonderwijs waarbij de leerling leert grotere teksteenheden te componeren.
In deze cursus komen de volgende kern- en deeltaken aan bod: Kerntaak 2, deeltaak 1 t/m 7 > fase 1 (opleidingsbewaam) en fase 2 (basisbekwaam) Kerntaak 3, deeltaak 1 t/m 6 > fase 1 (opleidingsbewaam) en fase 2 (basisbekwaam) De inhoud van de kern- en deeltaken staan in Hubbl onder het kopje: Cursusinformatie: kern- en deeltaken ITT
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 9 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Beweging in ontwikkeling
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-OPBW1-15 Beweging in ontwikkeling Physical Education 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
MP van Soest (tel. +31884817798) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege bewegingsonderwijs
verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege pedagogiek
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
beroepsproduct BWO en PED
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
Kennistoets bewegingsonderwijs
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
learning outcomes: Doelen: 1. Toepassingstoets De student kan middels ontwikkelingsactiviteiten in de praktijk in relatie met bewegingsonderwijs: 1. zijn visie op verschillende ontwikkelingspsychologische theorieën geven. 2. ontwikkelingskenmerken herkennen en benoemen. 3. aan de hand van theorie een rijk leeraanbod voor bewegingsonderwijs, passend bij onderwijsbehoefte en belevingswereld van kinderen, beargumenteren. 4. een veilige leeromgeving waarin de activiteiten kunnen worden uitgevoerd creëren. 5. het eindresultaat en reflecteert op het eigen leerproces evalueren.
Specifieke doelen Pedagogiek De student: 1. vertaalt verschillende ontwikkelingspsychologische theorieën naar kenmerken in de praktijksituatie. 2. analyseert de cognitieve-, sociaal-emotionele/ persoonlijkheidsontwikkeling - morele - en fysieke/motorische ontwikkeling van kinderen in de praktijk 3. ontwikkelt aan de hand van activiteiten zoals: observeren in de praktijk, en theorie een rijk leeraanbod voor bewegingsonderwijs, passend bij de onderwijsbehoefte en de belevingswereld van kinderen. 4. evalueert het eindresultaat van de opdrachten van de werkcolleges m.b.v theorie en praktijk en reflecteert het eigen leerproces
Bewegingsonderwijs De student: 1. ontwerpt een lesactiviteit op basis van de twaalf leerlijnen en bewegingsthema’s en de daarbij horende bewegingskenmerken en bewegingsuitdagingen. 2. construeert concrete bewegingsdoelen passend bij het bewegingsniveau van het jonge kind. 3. bewijst door middel van een heldere instructie dat kinderen bij een bewegingsactiviteit snel en veilig aan het werk gaan. 4. weegt de verschillende werkvormen en begeleidingsvormen binnen bewegingsactiviteiten tegen elkaar af, en gebruikt deze in de lesactiviteit.
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus focust de student op de ontwikkeling van het jonge kind. De ontwikkelingspsychologie is daarvoor de theoretische basis. Deze kennis wordt in de praktijk toegepast (toepassingstoets OTV2OPBW1). Vanuit pedagogiek en bewegingsonderwijs kijk je naar de ontwikkeling van kinderen, waarbij je aansluit bij de stage in de onderbouw. Jonge kinderen zijn enthousiast, spelen graag en zijn nog onbevangen in hun gedrag. In deze leeftijdsfase ontwikkelen kinderen zich op neurobiologisch, cognitief, fysiek/motorisch en sociaal-emotioneel gebied vaak zeer snel. In deze onderwijseenheid leer je de ontwikkeling van kinderen plaatsen aan de hand van relevante theorieën, leerlijnen en ontwikkelingslijnen. Vanuit deze kennis ga je op zoek naar passende handelingssuggesties voor bewegingsonderwijs om vervolgens een lesinhoud te creëren die aansluit bij de onderwijsbehoeften van kinderen.
Kern- en deeltaken op het niveau van fase 2 basisbekwaam: 2.1
Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum 2.1.1. Volledig beheersen van de stof wat betreft kennis en vaardigheden. 2.2 Per schoolvak beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis 2.2.1 Kennen en herkennen van vakspecifieke leerinstructie en werkvormen, ook vanuit de vakdidactische kennis. 2.2.3. Inzicht hebben in mogelijkheden tot het verbinden van lesdoelen van verschillende vakken. 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken 2.4.1. Observeren van kinderen en signaleren van ontwikkelingsniveaus. 2.4.2. Overleggen met de praktijkopleider over kinderen, programma, methode en mogelijke activiteiten. 2.4.3. Kiezen van passende instructie, werkvormen en taken, ook individueel niveau. 2.6 Methoden, materialen en hulpmiddelen functioneel inzetten en inrichten van een betekenisvolle, stimulerende en effectieve leeromgeving 2.6.1. Kiezen van leermiddelen en materialen die aansluiten bij het doel van de activiteit (en de beginsituatie). 3.1 Met kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis. 3.1.1. Ophalen van voorkennis en lesdoelen expliciteren aan kinderen. 3.1.2. Gebruik maken van de belevingswereld, de leefomgeving en de actualiteit bij de keuze van de leerstof. 5.1 Actief omgaan met informatie en blijven ontwikkelen van eigen kennis, mede op basis van bestaand en eigen onderzoek, en deze kennis gebruiken bij visie ontwikkelen, keuzen maken en zich verantwoorden. 5.1.1. Zoeken en selecteren van relevante informatie. 5.1.2. Zich verdiepen in beschikbare kennis uit evaluatie en onderzoek.
5.1.3. 5.1.4.
Kleine onderzoeksmatige opdrachten uitvoeren in de praktijk. Met anderen bespreken van relevante kennis.
5.2 5.2.3.
Leren van feedback en reflectie, zowel individueel als gezamenlijk. Feedback geven, ontvangen en gebruiken om eigen handelen te verbeteren
Kennisbases Generieke Kennisbasis: Pedagogiek Domein: Het lerende en zich ontwikkelende kind. A.1. Elk kind is uniek Elk kind heeft aangeboren talenten (‘nature’) en brengt die in interactie met de omgeving (‘nurture’) tot ontwikkeling. We onderscheiden naast het algemene begrip ‘intelligentie’ een aantal ontwikkelingsgebieden, maar benadrukken dat die zich gelijktijdig en in samenhang ontvouwen. Al jong (vanaf 4 jaar) ontwikkelt zich daaroverheen een metacognitie, die sturing kan geven aan een betreffend ontwikkelingsgebied. Recent bieden met name de neurocognitieve wetenschappen nieuwe perspectieven op die metacognitieve zelfsturing en op de beperktheid van de klassieke stadiatheorieën. Deze eigentijdse ontwikkelingen en inzichten moeten leraren in dat historisch perspectief kunnen plaatsen. A.1.1. Theorieën en concepten Cognitieve ontwikkeling: informatieverwerkingsmechanismen als accommodatie en assimilatie; ontwikkelingsstadiamodel (zoals Piaget) en culturele instrumenten; zone van naaste ontwikkeling; ‘scaffolding’ (zoals Vygotski) Sociale- en emotionele ontwikkeling: hechting, empathie, relatievorming, (zoals Freud, Jung, Mahler, Bowlby). Morele ontwikkeling: gewetensontwikkeling, (zoals Kohlberg en Fowler) Motorische en fysieke ontwikkeling: fijne en grove motoriek; zie ook de Kennisbasis Bewegingsonderwijs en Handschrift. Identiteitsontwikkeling: persoonlijkheid, seksualiteit, karakter, Neurologische ontwikkeling: cognitie en emotie; ontwikkeling en structuur van hersenen; evolutie en gedrag (fylogenese en ontogenese), gevoelige periodes; plasticiteit; stimulerende omgeving; informatieverwerking; geheugen; mentale representaties; associaties; neurale netwerken, (zoals Jolles, Crone, Vreugdenhil) A.1.2. Methoden en strategieën Dynamiek van ontwikkelingsprocessen in interactie met de omgeving: wisselwerking thuis-school (zoals Bronfenbrenner); A.3.1. Theorieën en concepten Technologische ontwikkeling: kennis van de digitale (leef)wereld van kinderen in een netwerksamenleving; kennis van de werking van ICT in het onderwijs; A.3.2. Methoden en strategieën Mediadidactiek en mediawijsheid: informatievaardigheden; gebruik van multimediale bronnen; B.1. Theorieën en concepten Onderwijsleertheorieën over ontwerpen, aanbiedenbegeleiden en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen. B.1.1 Theorieën en concepten (Ortho)pedagogische theorieën: hechting (zoals Bowlby), erkenning (zoals Rogers), bekrachtiging (zoals Skinner/Pavlov), modelling (zoals Bandura), B.1.2 Methoden en strategieën Ontwerpen: weten waar (digitale) leer-, oefen en toetsmiddelen te vinden zijn; B.2. Methoden en strategieën Pedagogisch klimaat: methoden voor pedagogisch handelen, methoden voor inrichten van een veilige leeromgeving, omgaan met verschillen (gender, diversiteit C.1. Professionele ontwikkeling Praktijkgericht onderzoek: Benutten van kennisbronnen: literatuuronderzoek; bevragen van leerlingen, collega’s en experts.
Vormgeven van methodische nieuwsgierigheid in instrumenten (observeren, interviewen, vragenlijsten), Kennisbasis bewegingsonderwijs 2.1 De student kan een aantal maatregelen opnoemen die de veiligheid binnen het bewegingsonderwijs bevorderen. 2.2 De student kan aangeven wat de effecten en kwetsbaarheden zijn van verschillende groeperingvormen en organisatievormen in de les. 2.3 De student kan de twaalf bewegingsthema’s voor het onderwijs aan groep 1 en 2 benoemen en kort toelichten. 2.4 De student kan een aantal voorbeelden beschrijven van de toenemende complexiteit binnen die twaalf leerlijnen. 3.1 De student kan de consequenties overzien van verschillen tussen kinderen in het bewegingsonderwijs, pedagogische en didactische consequenties 3.2 De student kan vier manieren noemen en toelichten waarop kinderen bewegingen leren. 3.3 De student kan uitleggen dat voorbeelden erg belangrijk zijn in het bewegingsonderwijs. 3.4 De student kent het verschil tussen expliciete en impliciete instructie en kan enkele vormen van impliciete instructie noemen en toelichten.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Taalontwikkeling en het jonge kind
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-OPND1-15 Taalontwikkeling en het jonge kind Language development and young child 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 taal
verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Werkcollege pedagogiek
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 125
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct Taal
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
Kennistoets O&P
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelen: 1. Kennistoets: De student reproduceert de kennis over : a. het lesgeven aan jonge kinderen. 2. Toepassingstoets: de student toont met behulp van videomateriaal (fimpje) aan dat a. de taalontwikkeling van jonge kinderen verschillende fasen kent; b. dat de taalontwikkeling verschillende taalniveaus kent; c. dat feedback en taalaanbod van de leerkracht de taalontwikkeling van jonge kinderen stimuleert; met name waar het gaat om de woordenschat; d. dat een taalruimte jonge kinderen kan uitdagen te komen tot taalproductie. De taalruimte is in dit geval de verteltafel die door de student wordt ingericht zodanig dat de doelen in beeld worden gebracht.
Vakspecifieke doelen: O&P: De student heeft kennis van en inzicht in: 1. de kenmerken van spel als activiteit voor jonge kinderen om zich te ontwikkelen en de rol van de leraar en de leerkrachtvaardigheden die nodig zijn om het kind bij zijn ontwikkeling te begeleiden en tot een afgestemd onderwijsaanbod te komen; 2. de kenmerken van ontwikkelingsactiviteiten in de onderbouw die gezamenlijk een afgestemd onderwijsaanbod vormen; 3. de theoretische kaders waarop verschillende onderwijsvisies over het onderwijs aan jonge kinderen zijn gebaseerd De student kan: 4. identificeren hoe de leerkracht van de onderbouw pedagogisch handelen in de praktijk kan brengen en kan het gedrag van kinderen in de onderbouw begrijpen en een passende ondersteuning van de leerkracht benoemen. 5. Beschrijven hoe hij diverse ontwikkelingsactiviteiten in zijn stageklas tegelijkertijd kan organiseren, waarbij hij zowel met kleine groepjes gericht aan ontwikkelingsactiviteiten werkt als ook de overige kinderen in de groep functioneel begeleidt. Nederlands:
2.2
De student kan de mondelinge taalontwikkeling van kinderen op fonologisch, morfologisch, syntactisch, semantisch en pragmatisch niveau uitleggen. De student is in staat om de mondelinge taalontwikkeling van kinderen te observeren en te analyseren op fonologisch, morfologisch, syntactisch, semantisch en pragmatisch niveau. De student kan de mondelinge taalvaardigheid van kinderen zoals benoemd in de kennisbasis uitleggen. De student is in staat om kinderen te motiveren om sociale taalfuncties en eenvoudige en complexe cognitieve taalfuncties te gebruiken in mondelinge taalsituaties. De student is in staat om de drie taalgroeimiddelen adequaat te gebruiken in gesprekssituaties met kinderen. De student gebruikt in de lesvoorbereidingen de leerlijnen en tussendoelen van mondelinge taalvaardigheid en kan daarbij gevarieerde werkvormen inzetten.
Cursus inhoud
In deze cursus focust de student op de taalontwikkeling van het jonge kind. Het vak Nederlands biedt daarvoor de theoretische basis naast de theorie over hoe je lesgeeft aan jonge kinderen en hoe je het klassenmanagement daarbij organiseert. Deze kennis wordt in de praktijk toegepast. De student voert activiteiten uit om de taalontwikkeling te stimuleren. Daarnaast verdiept de student zich in verschillende visies over het lesgeven aan jonge kinderen. Kern en deeltaken: O&P 1.1 Kennis hebben van hoe kinderen kunnen leren, zich ontwikkelen en gedragen . 1.1.1. Herkennen van het niveau van morele leerprocessen en ontwikkeling bij kinderen 1.3 Een veilig leef- en leerklimaat creëren door duidelijk te zijn over gedragsregels en afspraken 1.3.1.Leiding geven aan de groep en onderlinge verwachtingen uitwisselen. 1.3.2.Klassenregels bespreekbaar maken, duidelijke verwachtingen uitspreken en deze consequent hanteren. 1.3.3. Geldende schoolregels consequent hanteren binnen en buiten de klas. 1.5 Zich bewust zijn van, en een open houding hebben bij diversiteit en dit bij kinderen bevorderen. 1.5.1. Met kinderen bespreken hoe zij rekening kunnen houden met elkaar. 1.5.2.Vanuit een open houding diversiteit en interculturaliteit met kinderen bespreken. 1.5.3.Herkennen van vooroordelen bij zichzelf en bij kinderen en hier grenzen aan stellen. 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. 2.4.1. Analyseren en vastleggen van ontwikkelingsniveaus. 2.4.2. Conclusies trekken uit hoe het onderwijs is verlopen en de resultaten daarvan. 2.4.3. Ontwerpen van instructie vanuit de vakdidactiek op meerdere niveaus. 5.3 Ontwikkelen van een persoonlijke visie en een normatieve persoonlijke professionaliteit, in relatie tot de visie en de context van de school. 5.3.1.Aan herkende verschillen betekenis geven. 5.3.2. Met belangstelling kennis nemen van de werkwijze en onderwijsvisie in de school. De werkwijze in de school koppelen aan achterliggende visie(s) op onderwijs. Nederlands John, Svp aanvullen!
Generieke kennisbasis O&P A Het lerende en zich ontwikkelende kind A.1. Elk kind is uniek Elk kind heeft aangeboren talenten (‘nature’) en brengt die in interactie met de omgeving (‘nurture’) tot ontwikkeling. We onderscheiden naast het algemene begrip ‘intelligentie’ een aantal ontwikkelingsgebieden, maar benadrukken dat die zich gelijktijdig en in samenhang ontvouwen. Al jong (vanaf 4 jaar ?) ontwikkelt zich daaroverheen een metacognitie, die sturing kan geven aan een betreffend ontwikkelingsgebied. Recent bieden met name de neurocognitieve wetenschappen nieuwe perspectieven op die metacognitieve zelfsturing en op de beperktheid van de klassieke stadiatheorieën. Deze eigentijdse ontwikkelingen en inzichten moeten leraren in dat historisch perspectief kunnen plaatsen. B Onderwijzen en opvoeden: het verzorgen van onderwijs voor het kind op school Kennis van het lerende en zich ontwikkelende kind wordt in dit blok geplaatst in het perspectief van de handelende leraar. De school, de klas en de leraar is deel van de institutionele context waarin kinderen leren en zich ontwikkelen. Die handelingsgerichte kennis van de leraar hangt samen met zijn kennis over het lerende en zich ontwikkelende kind. B.1.
Theorieën en concepten
· Onderwijsleertheorieën over ontwerpen, aanbieden, begeleiden en evalueren van leerprocessen: Instructietheorieën, zoals directe instructie, ontdekkend leren, projectonderwijs, coöperatief onderwijs, pedagogical content knowledge (zoals Shulman en Baumert) Verder kun je denken aan: drie leerfuncties: oriëntatie, verwerking, regulering (zoals Boekaerts en Simons), vijf dimensies van leren (zoals Marzano) differentiatiemodellen: homogeen-heterogeen; basis-extra; begeleid-zelfstandig · Opvoedingstheorieën over kennis van manieren van aanspreken van kinderen: - Motivatietheorieën: intrinsieke en extrinsieke motivatie; basisbehoeften (zoals Ryan & Deci; Maslow), · Onderwijs- en opvoedingsconcepten : - Opvoedingsstijlen: autoritair, laissez-fair, permissieve (zoals Tausch&Tausch), - Traditionele stromingen: zoals Jenaplan, Dalton, Freinet, Montessori, Vrije Scholen - Moderne vernieuwers; zoals EGO, OGO, Reggio Emilia B.2. Methoden en strategieën · Onderwijsmethoden en -strategieën Ontwerpen van rijke en uitdagende onderwijsarrangementen: didactische modellen (zoals van Gelder, Vreugdenhil), verhalend ontwerpen (zoals Vos), onderzoekend leren (zoals Van Graft); weten waar (digitale) leer-, oefen en toetsmiddelen te vinden zijn; Aanbieden van onderwijs: klassenmanagement, directe instructiemodel, benutting van leertijd en organiseren van taakbetrokkenheid; ontdekkend leren, via digitale leeromgeving zoals serious gaming; Begeleiden van onderwijs: handelings-, opbrengst-, en oplossingsgericht werken, onderwijsleergesprek, begeleidingscontinuum, feedback geven; stimuleren van zelfregulatie; taal als voertuig van ontwikkeling (zoals Vygotski); Evalueren van onderwijs: leerlingvolgsystemen, vormen van assessment (testen, toetsen, portfolio), productproces, formatief-summatief, meetgestuurd onderwijs · Opvoedingsmethoden en strategieën Motiveren: hoge verwachtingen (Pigmalion-effect), adaptief onderwijs (zoals Stevens), ‘omgaan met faalangst; Pedagogisch klimaat: methoden voor pedagogisch handelen, methoden voor inrichten van een veilige leeromgeving, omgaan met verschillen (gender; diversiteit) Kennisbasis Nederlands: John svpaanvullen!!
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Ontdekken van de wereld 1
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-OPWI1-15 Ontdekken van de wereld 1 Explore the world 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
GAF Sommerdijk (tel. +31884813051) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 aardrijkskunde
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege 2 geschiedenis
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege 3 natuuronderwijs&techniek
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege ICT
verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 123
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepsproduct aar/ges/nat&tec
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
Beroepsproduct ICT
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. ICT (informatie- en communicatietechnologie bij OPWI1 ): De student kan vanuit het boek ICT voor de klas de belangrijkste begrippen van ICT & Onderwijs duiden; kan didactische principes, zoals het TPACK model, Mediawijsheid Competentiemodel en digibordgebruik volgens Beauchamp, toepassen in zijn eigen lessen. is in staat kinderen actief met ICT te laten werken, rekeninghoudend met alle leerprocesgerichte competenties; heeft zicht op de kennisbasis ICT.
2.2
Cursus inhoud
VO Na afloop van de cursussen OPWD1, OPWD2, OPWD3 en OPWI1 heeft de student een duidelijk beeld van de wereldoriënterende vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en levensbeschouwelijk onderwijs , zoals die in het primair onderwijs worden gegeven. Ook is de student in staat om in alle deze vakgebieden lessen op groepsniveau binnen het primair onderwijs te geven en daar op de juiste wijze ICT bij te gebruiken (ICT komt aan bod binnen OPWI1). Tijdens de bijeenkomsten onderwijskunde en pedagogiek (komt aan bod bij OPWD1) leert de student hoe een goede les opgezet, voorbereid en uitgevoerd moet worden. Tevens gaat het om effectieve leerkrachtcommunicatie. Het gaat hier over de pedagogische basishouding van de leerkracht, de basisbehoeften van kinderen waaraan de leerkracht tegemoet komt en de pedagogische kwaliteiten en vaardigheden die de leerkracht
hiervoor inzet. Daartoe bezit de student de hieronder genoemde kennis en vaardigheden. Deze betreffen bij elk vakgebied de vak inhoud, de vakdidactiek, belangrijke basisprincipes (zoals beeldvormers bij geschiedenis, geografisch zienswijze bij aardrijkskunde en ontdekkend leren bij natuuronderwijs & techniek), en het leren en de ontwikkeling van kinderen. m.b.t. geschiedenis: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van geschiedenis op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare geschiedenismethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij geschiedenis van belang zijn, denk aan: beeldvormers (zoals voorwerpen, foto’s, verhalen), gebruikte bronnen, achtergrondinformatie, inleiding en lesverloop als analytisch gescheiden onderdelen. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van geschiedenis in het primair onderwijs; weet hoe kinderen kennis m.b.t. geschiedenis tot zich nemen en kan deze kennis vertalen naar praktijksituaties. kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende geschiedenismethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. aardrijkskunde: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van aardrijkskunde op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare aardrijkskundemethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en o.a. topografie) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij aardrijkskunde van belang zijn, denk aan: multiperspectiviteit, gebruik van de geografische zienswijze (waarnemen, herkennen, generaliseren en waarderen), in- en uitzoomen en kaartgebruik. De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van aardrijkskunde in het primair onderwijs; kan in lessituaties adequaat gebruik maken van bronnen zoals kaarten, atlassen en andere bronnen; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende aardrijkskundemethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. natuuronderwijs&techniek: De student beschikt over vakinhoudelijke kennis van natuuronderwijs & techniek op een niveau dat uitstijgt boven de stof van de gangbare natuuronderwijs & techniekmethoden en zoals die wordt beschreven in het handboek (aangevuld met artikelen en kennis van namen planten/dieren) en kan deze kennis reproduceren. De student is in staat om deze kennis toe te passen bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; heeft kennis van de didactische principes die bij natuuronderwijs & techniek van belang zijn, denk aan: ontdekkend leren (onderzoekend leren/ontwerpen leren), het 5 stappenplan bij het opzetten van een les met concreet materiaal, verschillende soorten vragen, verschillende soorten onderzoek, diverse werkvormen (waaronder ontdekhoek, practicum en buitenwerk). De student is in staat om deze kennis te reproduceren en toe te passen en bij het geven van natuuronderwijsonderwijs & techniek in het primair onderwijs; is in staat kinderen bij het oefenen van verschillende onderzoeks- en ontwerpvaardigheden te begeleiden; kan de overeenkomsten en verschillen tussen verschillende natuuronderwijs en techniekmethoden aangeven (denk aan het gebruik van leerlijnen/kerndoelen). m.b.t. ICT (informatie- en communicatietechnologie bij OPWI1 ): De student kan vanuit het boek ICT voor de klas de belangrijkste begrippen van ICT & Onderwijs duiden; kan didactische principes, zoals het TPACK model, Mediawijsheid Competentiemodel en digibordgebruik volgens Beauchamp, toepassen in zijn eigen lessen. is in staat kinderen actief met ICT te laten werken, rekeninghoudend met alle leerprocesgerichte competenties; heeft zicht op de kennisbasis ICT. m.b.t. O&P (onderwijskunde & pedagogie bij OPWD1) De student heeft kennis van leiding geven aan een groep. Hij kan aanduiden, uitleggen, toelichten en motiveren (1) op welke manier er leiding kan worden genomen binnen de groep, (2) hoe er afspraken (vastleggen in klassenregels) gemaakt kunnen worden met kinderen én (3) hoe kinderen kunnen worden aangesproken en gestimuleerd om gewenst gedrag te laten zien; heeft kennis van een effectieve instructie. Hij weet waar een effectieve instructie aan moet voldoen. basisbegrippen die ten grondslag liggen aan communicatie vaardigheden en feedback geven. Deze kan hij uitleggen; heeft kennis van de drie kenmerken van de pedagogische basishouding (Rogers), de drie basisbehoeften van kinderen (Stevens) en de pedagogische kwaliteiten van een leerkracht (o.a. Gordon);
heeft kennis van de vier aspecten van het zelfbeeld bij kinderen (emotioneel, sociaal, cognitief, lichamelijk). Hij weet wanneer er sprake is van een positief of negatief zelfbeeld en kent de twee vormen van compensatiegedrag; heeft kennis van het gebruik van effectief communiceren: de ik-boodschap, effectieve kritiek en effectieve complimenten en licht het effect hiervan toe; heeft kennis van onderscheid in de vier niveaus van communiceren en omschrijft de ervaringsgerichte dialoog (Laevers en Depondt) en kan onderscheid maken in het verschil in communiceren in de oppervlaktestructuur en dieptestructuur; heeft kennis van de criteria waaraan afspraken, regels en routines moeten voldoen en het onderscheid tussen verschillende soorten regels en aanpak. Voor het overzicht Periode A – OPWD1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges O&P: 3 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en een schriftelijk tentamen onderwijskunde & pedagogie. Periode B – OPWD2 Aardrijkskunde: 6 werkcolleges Geschiedenis: 6 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 6 werkcolleges Afgesloten met een schriftelijk tentamen aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode B – OPWD3 Geen bijeenkomsten Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek. Periode C – OPWI1 Aardrijkskunde: 3 werkcolleges Geschiedenis: 3 werkcolleges Natuuronderwijs & techniek: 3 werkcolleges ICT: 2 werkcolleges Afgesloten met een beroepsproduct aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs & techniek en met een beroepsproduct ICT. Tijdens de werkcolleges wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderstaande boeken. Het juiste jaar van uitgave / druk wordt vermeld op HUbl en in een externe boekenlijst (zie daar ook voor literatuur voor O&P). Geschiedenis: Bruin, R. de en Bosua, M, Geschiedenis geven. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Aardrijkskunde: Peters, A., Westerveen, F. Geowijzer, Kennisbasis inhoud en didactiek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Natuuronderwijs & techniek: Vaan, E. de, en Marell, J. Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. & Kersbergen, C. en Haarhuis. A. Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ICT: Dummer, G. ICT voor de klas. Houten/Groningen: Noordhoff Uitgevers. Waar nodig wordt verdere cursusliteratuur zoals artikelen, aansluiting bij de kennisbasis en de omschrijving van kernen deeltaken via HUbl verspreid.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 17 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Ontdekken van de wereld 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-OPWI2-15 Ontdekken van de wereld 2 Explore the world 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
GJP Boog (tel. +31884817284) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege pedagogiek
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 132
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Kennistoets
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Learning outcomes: Doelen: 1. Kennistoets: De student reproduceert de kennis over : a. de ontwikkelingspsychologie b. het lesgeven aan jonge kinderen. Specifieke doelen a. Ontwikkelingspsychologie 1. De student weet de visie achter verschillende theorieën (Piaget, Vygotsky, Freud, Erikson, Kohlberg, Darwin) te benoemen en weet deze te koppelen aan kenmerken in de praktijksituatie. 2. De student kan de cognitieve-, sociaal-emotionele- en fysieke/motorische ontwikkeling van jonge kinderen en herkennen, onderkennen. 3. De student kent de essentiële begrippen uit de theorie over de fysieke ontwikkeling, het denken, de bouwstenen van de persoonlijkheid, de sociale ontwikkeling en de omgeving van het kind en hij kan deze herkennen in de praktijk van alledag.
b.
Lesgeven aan jonge kinderen. De student heeft kennis over en inzicht in 4. kenmerken van kleuters 5. spel als activiteit voor jonge kinderen om zich te ontwikkelen 6. de rol van de leraar en de leerkrachtvaardigheden (pedagogisch- en didactisch handelen en het stellen van ontwikkelingsdoelen) die nodig zijn om het kind bij zijn ontwikkeling te begeleiden en tot een afgestemd onderwijsaanbod te komen; 7. kenmerken en uitgangspunten van een rijke leeromgeving
Kern- en deeltaken op het niveau van fase 2 basisbekwaam: 1.1 Kennis hebben van hoe kinderen kunnen leren, zich ontwikkelen en gedragen . 1.1.1. Herkennen van het niveau van cognitieve, sociaal-emotionele, morele en motorische leerprocessen en ontwikkeling bij kinderen. 2.1 Beheersen van de kennis en vaardigheden in het basisschoolcurriculum 2.1.1. Volledig beheersen van de stof wat betreft kennis en vaardigheden. 2.2 Per schoolvak beschikken over een stevige vakdidactische kennisbasis 2.2.1 Kennen en herkennen van vakspecifieke leerinstructie en werkvormen, ook vanuit de vakdidactische kennis. 2.2.3. Inzicht hebben in mogelijkheden tot het verbinden van lesdoelen van verschillende vakken. 2.4 In kaart brengen van en aansluiten bij de beginsituatie van de groep en de verschillen tussen kinderen, en daarbij lesdoelen formuleren met passende inhouden, werkvormen en taken. 2.4.1. Analyseren en vastleggen van ontwikkelingsniveaus. 2.4.2. Conclusies trekken uit hoe het onderwijs is verlopen en de resultaten daarvan. 2.4.3. Ontwerpen van instructie vanuit de vakdidactiek op meerdere niveaus. 2.6 Methoden, materialen en hulpmiddelen functioneel inzetten en inrichten van een betekenisvolle, stimulerende en effectieve leeromgeving 2.6.1. Kiezen en inzetten van leermiddelen en materialen (ook vakoverstijgend) binnen de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.8 Systematisch gebruiken van evaluaties bij het voorbereiden van onderwijsactiviteiten. 2.8.1 Evaluaties gebruiken om vervolgactiviteiten op individueelniveau aan te passen. 3.1 Met de kinderen een onderwijsactiviteit starten, hen motiveren en aansluiten bij hun voorkennis 3.1.1. Met kinderen ophalen van voorkennis en lesdoelen met hen bespreken 3.1.2. Gericht aansluiten bij de belevingswereld, leefomgeving en actualiteit bij de keuze van de leerstof. 3.1.3. Stimuleren van taakgericht gedrag van kinderen zodat de betrokkenheid toeneemt 3.3 Kinderen aan het werk zetten enhouden met taken en werkvormen passend bij de ontwikkelingsdoelen. 3.3.2.Benoemen en eventueel bijsturen van taakgericht gedrag van de groep. 3.5 Afronden en evalueren van de onderwijsactiviteit met de kinderen 3.5.1 Met de kinderen het lesverloop en de behaalde lesdoelen evalueren en afspreken van vervolgactiviteiten. Kennisbases: Generieke Kennisbasis: Pedagogiek Domein: Het lerende en zich ontwikkelende kind. A.1. Elk kind is uniek Elk kind heeft aangeboren talenten (‘nature’) en brengt die in interactie met de omgeving (‘nurture’) tot ontwikkeling. We onderscheiden naast het algemene begrip ‘intelligentie’ een aantal ontwikkelingsgebieden, maar benadrukken dat die zich gelijktijdig en in samenhang ontvouwen. Al jong (vanaf 4 jaar) ontwikkelt zich daaroverheen een metacognitie, die sturing kan geven aan een betreffend ontwikkelingsgebied. Recent bieden met name de neurocognitieve wetenschappen nieuwe perspectieven op die metacognitieve zelfsturing en op de beperktheid van de klassieke stadiatheorieën. Deze eigentijdse ontwikkelingen en inzichten moeten leraren in dat historisch perspectief kunnen plaatsen. A.1.1. Theorieën en concepten Cognitieve ontwikkeling: informatieverwerkingsmechanismen als accommodatie en assimilatie; ontwikkelingsstadiamodel (zoals Piaget) en culturele instrumenten; zone van naaste ontwikkeling; ‘scaffolding’ (zoals Vygotski) Sociale- en emotionele ontwikkeling: hechting, empathie, relatievorming, (zoals Freud, Bronfenbrenner, Darwin, Bowlby). Morele ontwikkeling: gewetensontwikkeling, (zoals Kohlberg en Gilligan) Motorische en fysieke ontwikkeling: fijne en grove motoriek; zie ook de Kennisbasis Bewegingsonderwijs en Handschrift.
Identiteitsontwikkeling: persoonlijkheid, seksualiteit, karakter, Neurologische ontwikkeling: cognitie en emotie; ontwikkeling en structuur van hersenen; evolutie en gedrag (fylogenese en ontogenese), gevoelige periodes; plasticiteit; stimulerende omgeving; informatieverwerking; geheugen; mentale representaties; associaties; neurale netwerken, (zoals Jolles, Crone, Vreugdenhil) A.1.2. Methoden en strategieën Dynamiek van ontwikkelingsprocessen in interactie met de omgeving: wisselwerking thuis-school (zoals Bronfenbrenner); A.3.1. Theorieën en concepten Technologische ontwikkeling: kennis van de digitale (leef)wereld van kinderen in een netwerksamenleving; kennis van de werking van ICT in het onderwijs; A.3.2. Methoden en strategieën Mediadidactiek en mediawijsheid: informatievaardigheden; gebruik van multimediale bronnen; B.1. Theorieën en concepten Onderwijsleertheorieën over ontwerpen, aanbiedenbegeleiden en evalueren van ontwikkelings- en leerprocessen. B.1.1 Theorieën en concepten (Ortho)pedagogische theorieën: hechting (zoals Bowlby/Ainsworth), erkenning (zoals Rogers), bekrachtiging (zoals Skinner/Pavlov), modelling (zoals Bandura), B.1.2 Methoden en strategieën Ontwerpen: weten waar (digitale) leer-, oefen en toetsmiddelen te vinden zijn; B.2. Methoden en strategieën Pedagogisch klimaat: methoden voor pedagogisch handelen, methoden voor inrichten van een veilige leeromgeving, omgaan met verschillen (gender, diversiteit C.1. Professionele ontwikkeling Praktijkgericht onderzoek: Benutten van kennisbronnen: literatuuronderzoek; bevragen van leerlingen, collega’s en experts. Vormgeven van methodische nieuwsgierigheid in instrumenten (observeren, interviewen, vragenlijsten),
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus focust de student op de ontwikkeling van het jonge kind. De ontwikkelingspsychologie is daarvoor de theoretische basis naast de theorie over lesgeven aan jonge kinderen. Wat betreft het lesgeven aan jonge kinderen verdiept de student zich in theorie over essentiële voorwaarden om de ontwikkeling van kinderen in de onderbouw te stimuleren, hierbij staan spel en een rijke leeromgeving centraal. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 6 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 132 Totaal (uren) 140
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Observeren ontwikkeling jonge kinderen
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTV2-RKSC1-15 Observeren ontwikkeling jonge kinderen Observation development children 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
Nee
M van Buuren (tel. +31884817990) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege Handschriftontwikkeling
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege rekenen
verplicht
6 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 120
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
kennistoets Handschriftontwikkeling
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
kennistoets rekenen OB
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Rekenen De student
neemt kennis van een interactieve didactische opbouw van rekenwiskundeonderwijs. Hierbij wordt uitgegaan van de didactische opbouw in drie niveaus: het concreet contextuele, het modelmatige en het abstracte niveau; kan passende materialen, schema’s en modellen inzetten bij het oplossen en uitleggen/toelichten van rekenopgaven binnen de behandelde domeinen. kan rekenen-wiskunde betekenis geven voor jonge kinderen;
maakt actief gebruik van de vaktermen voor rekenen en wiskunde en kan deze met voorbeelden uit de praktijk illustreren. neemt kennis van de actuele ontwikkelingen aangaande rekenonderwijs en kan zich daar een mening over vormen. Dit mede op basis van de principes van realistisch rekenen; heeft kennis van en inzicht in de leerlijnen van het tellen, optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen tot 100 en meten, gekoppeld aan de wijze waarop deze in de realistische rekenideeënboeken en rekenmethoden aan de orde worden gesteld; heeft inzicht en vaardigheid in de verschillende manieren van oplossen bij het rekenen tot 10/20 en 100 en meten en is in staat leerlingen volgens een doorlopende leerlijn te onderwijzen passend bij het niveau van elke leerling in de onderbouw van het basisonderwijs; kent spelvormen waarmee je rekenen met kinderen kunt oefenen gericht op automatiseren en memoriseren;
Handschriftontwikkeling De student kan:
zijn kennis van de handschriftontwikkeling van kinderen in groep 1 t/m 8 gebruiken om deze ontwikkeling te begeleiden en te stimuleren. de leerstofopbouw van het handschriftonderwijs uitleggen. het handschrift product en het proces van het kind toetsen en beoordelen. zijn keuze voor bepaalde schrijfvoorwaarden oefeningen toelichten. toelichten welke teken/schrijfmaterialen ingezet kunnen worden voor een optimale fijn motorische ontwikkeling. toelichten hoe de toetsenbordvaardigheid op een economisch en ergonomische wijze kan worden aangeleerd. doelgericht instructie inzetten tijdens het aanleren en onderhouden van het handschrift.
2.2 Cursus inhoud De vakken rekenen en handschrift worden in periode C aangeboden gericht op de vakspecifieke kennis. Handschrift Kinderen op de basisschool schrijven veel en de leraar zal ze daarin goed moeten begeleiden. In de eerste cursus heeft de student zijn eigen vaardigheid geoefend en daarbij veel letterkennis opgedaan. De student moet de schrijfvaardigheid zelf uitstekend beheersen om de leerlingen te kunnen voorzien van een goed voorbeeld, duidelijke instructie en functionele feedback. Schrijflessen zijn niet de eenvoudigste lessen. Nog veel te vaak wordt een bladzijde uit het schrijfschrift volgeschreven zonder instructie. Zonder een gerichte opdracht en instructie heeft een schrijfles geen nut. De student leert het handschrift van de kinderen verbeteren d.m.v. een goede instructie, sturing en reflectie tijdens de (schrijf)lessen. Rekenen Al voor de schoolse periode beginnen kinderen zich te ontwikkelen op het gebied van rekenen en wiskunde. In de groepen 1 en 2 wordt op deze voorschoolse ervaringen aangesloten. De verschillende telfasen geven de leerlingen de mogelijkheid om geleidelijk aan een overgang te maken van tellen naar rekenen. In de groepen 3 en 4 staat het optellen en aftrekken tot 10, 20 en 100 centraal waarmee een belangrijke basis voor het rekenen wordt gelegd. In groep 3 en 4 hebben de kinderen geleerd om flexibel en handig te tellen en te tellen in sprongen. De optellingen en aftrekkingen tot en met twintig zijn voor een deel gememoriseerd en kinderen hebben inzicht in de structuur van het getallengebied tot honderd. Nadat deze basis is gelegd, komt het vermenigvuldigen aan bod. Kennis van de tafels is nodig voor het vlot oplossen van deelopgaven en het uitrekenen van vermenigvuldigingen met verschillende getallen. Maar ook in het dagelijks leven gebruik je de kennis van tafels veel: bij het vormen van groepjes bij het sporten en bij een recept voor vier personen omzetten naar een recept voor acht personen gebruik je de tafels. Om kinderen te ondersteunen bij het verwerven van deze basisvaardigheden worden verschillende betekenissen van contexten, materialen, modellen en oefenvormen gebruikt. De leerlijn en bijbehorende tussendoelen vormen de leidraad voor het rekenonderwijs in deze onderbouwgroepen. Het uitgangspunt is
steeds een didactische opbouw in drie rekenniveaus; het informele niveau door uit te gaan van de context, om van daaruit te komen tot een model zodat het kind uiteindelijk de overstap kan maken naar het formele rekenen. Ook komen kinderen al vrij vroeg in aanraking met allerlei standaardmaten. Op tafel staat een liter pak melk, hun lichaamslengte wordt afgepast op de muur en opgemeten in centimeters. Dat wil echter niet zeggen dat kinderen beseffen dat het om gestandaardiseerde maten gaat of dat ze al enig idee hebben hoeveel het is. Het is belangrijk dat kinderen zelf veel praktische ervaring opdoen met meten. Spelend in de hoeken in groep 1-2 maken kinderen een start met het vergelijken van lengtes, gewichten en inhouden. Als het niet meer mogelijk is om te vergelijken meten kinderen meestal enig tijd met natuurlijke maten. Het meten van natuurlijke maten gaat daarna over in het gebruik van standaardmaten. Het kennismaken en aflezen van meetinstrumenten is een belangrijke stap: hoe nauwkeurig kun je meten? Een meter, hoe lang is dat nu eigenlijk? Kinderen bouwen zo referentiematen op. Het inzicht dat verfijning van maten leidt tot nauwkeuriger meten moet er uiteindelijk voor zorgen dat kinderen in de bovenbouw de systematiek van het metriek stelsel beter leren doorzien. In deze cursus krijgt de student zicht op leerlijnen, zodat hij leerprocessen bij kinderen kan waarnemen om vervolgens passende didactische beslissingen te kunnen nemen. Begrippen en theorieën over leren en instructie uit de cursussen bij Pedagogiek zullen waar mogelijk gekoppeld worden aan de praktijk van het rekenonderwijs. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het belang van interactie voor de leer- en denkprocessen bij rekenen-wiskunde en de rol van taal; welke vragen stel je om de leerlingen te stimuleren ontdekkingen te doen? Welke soorten vragen belemmeren of stimuleren juist interactie- en denkprocessen? Werkvorm Theorie- en werkcolleges voor het vak handschrift en voor het vak rekenen Voorbereiding op de bijeenkomsten en bijdrage aan groepswerk De studenten bereiden zich actief voor op alle bijeenkomsten, door het bestuderen van de opgegeven literatuur en het werken aan de opdrachten. Indicatieve verdeling van beschikbare studietijd De omvang van 5ec staat voor 140 uur te besteden aan deze cursus, waarvan 3ec voor Rekeken en 2ec voor Schrijven. Bijdrage aan ontwikkeling kern en deeltaken Kerntaak 2, deeltaak 1, 2, 3 en 4 (Handschriftontwikkeling) Kerntaak 3, CC5, 6, 7 en 8 (Rekenen) Toetsing Kennistoets Handschriftontwikkeling: 40%, minimum cijfer 5,5 Kennistoets over Schriftkennis (Scholten & Hamerling, 2014) hfst. 1 t/m 8, 10 en 12, de lesstof en een artikel:
Trageton, Arne. (2007). Playful computer writing. Grade 1. - 4. (6- 9 year olds) 1999-2002. Helsinki University 2008. http://ans.hsh.no/home/atr/tekstskaping/engartikkler.htm Kennistoets Rekenen: 60%, minimum cijfer 5,5 Kennistoets over bestudeerde literatuur en de behandelde leer- en oefenstof tijdens de bijeenkomsten.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (aanbevolen): Zie Hubl Boek (verplicht): Scholten, A., & Hamerling, B. (2014). Schriftkennis. ISBN: 978-94-91838-32-3 2.5 Workload Contactduur (uren): 17 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 120 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen incl. fomatieve toetsing PG 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Studie en Werk semester 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode 1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
OTV2-STWK2-15 Studie en Werk semester 2 Study and work; Personal and professional development through study and work 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Stage blok 3
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Stage blok 4
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 4
Werkcollege 1
niet verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Werkcollege SLB/S&W
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 268
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Afronding stage met instituutopleider
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5
Reflectieverslag S&W 2
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Inhoud Je ontwikkelt de vaardigheden om theorie uit de opleiding te koppelen en toe te passen in de praktijk. Je borduurt voort op je ontwikkelingen van de eerste fase. Je brengt verband aan tussen jezelf als persoon, je studie en het beroep van leraar primair onderwijs vanuit de kern- en deel taken fase 2: basisbekwaam. Je verklaart je praktijksituaties m.b.v. theorie uit fase 2.
2.2
Cursus inhoud 1.
Kern- en deeltaken uit opleidingsprofiel
Kern- en deeltaken op het niveau van fase 2: Basisbekwaam 1.2.1. Empathisch reageren op kinderen, hen ondersteunen en aanmoedigen. 1.2.2. Effectieve feedback geven aan kinderen en deze constructief formuleren. 1.2.3. Kinderen uitnodigen om hun eigen ideeën in te brengen. 1.3.1. Leiding geven aan de groep en onderlinge verwachtingen uitwisselen. 1.3.2. Klassenregels bespreekbaar maken, duidelijke verwachtingen uitspreken en deze consequent hanteren. 1.3.3. Geldende schoolregels consequent hanteren binnen en buiten de klas. 1.4.2 Met kinderen bespreken hoe samenwerking en positieve omgang met elkaar kan verbeteren. 1.4.3 Interveniëren bij conflicten tussen kinderen en deze met hen bespreken. 1.5.1. Vriendelijk en constructief reageren op alle kinderen in de groep. 1.5.2. Met kinderen bespreken hoe zij rekening kunnen houden met elkaar. 1.5.3. Vanuit een open houding diversiteit en interculturaliteit met kinderen bespreken. 1.5.4. Herkennen van vooroordelen bij zichzelf en bij kinderen en hier grenzen aan stellen. 2.4.1. Analyseren en vastleggen van ontwikkelingsniveaus. 2.4.2. Conclusies trekken uit hoe het onderwijs is verlopen en de resultaten daarvan. 2.4.3. Ontwerpen van instructie vanuit de vakdidactiek op meerdere niveaus. 2.5.1. Inzetten van toets- en beoordelingsvormen uit de methode. 2.6.1. Kiezen en inzetten van leermiddelen en materialen (ook vakoverstijgend) binnen de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.6.2. Kiezen en inzetten van leermiddelen en materialen (ook vakoverstijgend) binnen de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen 2.7.1. Maken lesplanning, rekening houdend met niveaugroepen en de planning van de praktijkopleider. 2.7.2. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dagdeel. 2.8.1. Evaluaties gebruiken om vervolgactiviteiten op groepsniveau aan te passen. 3.1.1. Met kinderen ophalen van voorkennis en lesdoelen met hen bespreken. 3.1.2. Gericht aansluiten bij de belevingswereld, leefomgeving en actualiteit bij de keuze van de leerstof. 3.1.3. Stimuleren van taakgericht gedrag van kinderen zodat de betrokkenheid toeneemt. 3.2.1. Geven van interactieve instructie op meer niveaus, lettend op verschillen in niveau, tempo en interesse. 3.2.2. Instructie: voorbeelden geven, voordoen (ook van denkprocessen, modelling). 3.2.3 Leergesprekken: hardop denken stimuleren, suggesties geven. 3.3.1. Zo nodig opnieuw uitleggen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.3.2 Benoemen en eventueel bijsturen van taakgericht gedrag van de groep. 3.4.1. Individuele kinderen helpen en volgen van de groep. 3.4.2. Coachen: stellen van vragen die kinderen aan het denken zetten. 3.4.3. Kinderen laten reflecteren en samenwerkend leren bevorderen. 3.4.4 Ondersteunen van meerdere leer- en oplossingsstrategieën. 3.5.1 Met de kinderen het lesverloop en de behaalde lesdoelen evalueren en afspreken van vervolgactiviteiten. 3.6.1 De groep en de individuele kinderen overzien en flexibel inspelen op gebeurtenissen. 4.1.1. Oog krijgen voor communicatievaardigheden en deze (verder) ontwikkelen. 4.1.2. Actief interesse tonen in ideeën van anderen. 4.1.3. In ontmoeting met anderen eigen waarden meer bewust maken en verwoorden. 4.1.4 De waarden van de school in praktijk brengen. 4.2.1. Af en toe bijdragen aan overleg tussen collega’s. 4.2.2. Vragen om feedback. 4.2.3. Komen met suggesties. 4.2.4. Over kinderen spreken met respect en begrip. 4.2.5. Bij activiteiten buiten de lessen deeltaken op zich nemen en initiatieven nemen. 4.2.6. Met ouders over de dagelijkse gang van zaken spreken. 4.2.7. Deelnemen aan activiteiten in de school waarbij ook ouders betrokken zijn. 5.1.1. Analyseren en beoordelen van informatie op kwaliteit.
5.1.2. 5.1.3. 5.1.4. 5.1.5. 5.2.1. 5.2.2. 5.2.3. 5.2.4. 5.3.1. 5.3.2. 5.3.3.
Actief kennisnemen van uitkomsten van onderzoek. Oefenen met formuleren van vragen en methoden van gegevensverzameling. Eigen kennis delen met anderen. Eigen handelen verantwoorden op basis van relevante concepten en ervaring. Reflecteren op het eigen functioneren en de eigen visie. Conclusies en vragen formuleren en inbrengen. Feedback geven, ontvangen en gebruiken om eigen handelen te verbeteren. Eigen leerdoelen afstemmen op het beleid van de school. Aan herkende verschillen betekenis geven. De werkwijze in de school koppelen aan achterliggende visie(s) op onderwijs. Eigen handelen bespreken tijdens intervisie en inzichten gebruiken voor reflectie.
2. Algemene doelen De student: 1. Onderbouwt zijn activiteiten vanuit theoretische concepten De student kan op basisbekwaam niveau: 2. een ondersteunende relatie met kinderen opbouwen en onderhouden, leiding geven aan de groep en zorgen voor een goed en pedagogisch adequaat leerklimaat; 3. onderwijsactiviteiten professioneel voorbereiden en evalueren; 4. onderwijsactiviteiten en het volgen en begeleiden van kinderen professioneel uitvoeren; 5. communiceren, overleggen en samenwerken met ouders, collega’s en professionals; 6. blijven werken aan persoonlijke- en professionele groei, kritisch, systematisch en gefundeerd.
3. Specifieke doelen: geen specifieke doelen 4. Kennisbasis generiek C. Kwaliteit en innovatie: c.1 professionele ontwikkeling a) Mentale modellen: reflectiemodel van Korthagen, collegiale feedback geven en ontvangen b) Manieren van leren: leren van en met experts (cursorisch), leren van en met collega’s, intervisie en leren van jezelf (reflectie)
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst. 2.5 Workload Contactduur (uren): 12 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 268 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Activiteit buiten curriculum VO Jaar 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
1.8
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
OTV2-ACTBC-15 Activiteit buiten curriculum Pabo Versneld Jaar 2 Additional activities 0 European Credits Werkvormen zijn er in Deeltijd Nee
MAM Konings (tel. +31884817763) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Informatiebijeenkomst minoren
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
reservering afnemen assesments
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4, blok 5
Startbijeenkomst Afstuderen
verplicht
1 maal per blok
90 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
reservering voorbereiding assessment
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4, blok 5
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Rekenen Professionele Gecijferdheid deel 2, domein hele getallen De student
Kan complexere vraagstukken (op 3S) niveau binnen het domein hele getallen oplossen met gebruik van wiskundig inzicht en kennis van getallen en bewerkingen. Kent de eigenschappen van de bijzondere talstelsels (binair, octaal en hexadecimaal positiestelsel en romeinse cijfers) en kan hier simpele berekeningen in maken. Kan de eigenschappen van deelbaarheid inzetten bij het bepalen van priemgetallen en bij het bepalen van de GGD en KGV. Kan de eigenschappen van figurale getallen ontdekken en een gegeven reeks figurale getallen aanvullen. Kan eenvoudige grafen, formules en boomdiagrammen als wiskundige hulpmiddelen gebruiken en toepassen om patronen en combinatorische problemen op te lossen. Verwerft kennis van en inzicht in eigenschappen van bewerkingen en kan deze toepassen op rekenopdrachten van verschillende moeilijkheidsgraad.
Verwerft kennis van en vaardigheden in het gebruik van de wetenschappelijke notatie van grote en kleine getallen. Kan bij bovengenoemde onderwerpen verschillende oplossingsmanieren (van kinderen) doorgronden, op wiskundige juistheid beoordelen en voltooien.
2.2
Cursus inhoud
Rekenen
Professionele Gecijferdheid deel 2, domein hele getallen Een basisschoolleraar voert tijdens het verzorgen van reken-wiskundeonderwijs allerlei wiskundige taken uit die veel verder gaan dan het zelf kunnen uitrekenen van de opgaven die hij zijn leerlingen de kinderen voorlegt. Zo moet hij onder andere voorbeelden, verklaringen, bewijzen, schematiseringen en concretiseringen kunnen geven en het denken van zijn leerlingen kunnen volgen en voortzetten. Dat vereist professionele gecijferdheid. Tijdens deze module wordt in werkcolleges gewerkt met complexere formele en context opgaven uit het domein hele getallen. Je leert deze met gebruik van kennis van (eigenschappen van) getallen en bewerkingen op te lossen en zodoende wiskundig inzicht te onwikkelen. Toetsing en middelen De cursus bereidt de student gedeeltelijk voor op de landelijke kennistoets rekenen-wiskunde voor de pabo van 10voordeleraar (www.10voordeleraar.nl). Tijdens de cursus bestudeert de student de toetsgids van de landelijke kennistoets rekenen-wiskunde voor de pabo. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 4 Toetsduur (uren): Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
KC/ZS: Engels
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOKEN31-13 ZS: Engels English 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Zelfstudie
niet verplicht
Frequentie
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 140 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Verslag
Resultaatschaal
Numeriek zonder decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
8
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2 2. blok 3 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doelstelling:
2.2
De student heeft inzicht in het werken met het vierfasenmodel De student kan leeractiviteiten & materialen beoordelen en ontwerpen. De student kent de eisen die gesteld worden aan EIBO en kent recente ontwikkelingen. De student kan Engels als voertaal toepassen in de les en hierop reflecteren.
Cursus inhoud
Korte beschrijving De meeste kinderen komen in onze huidige samenleving door o.a. televisie, radio en computers bijna dagelijks met de Engelse taal in aanraking. Voor het leren van sommige vaardigheden in het Engels, is de basisschool het meest ideale moment. In een maatschappij waarin het Engels een steeds belangrijker functie bekleedt als internationaal communicatiemiddel, ligt bij het opleiden van toekomstig onderwijsgevenden dan ook een belangrijke taak weggelegd. Het vak Engels neemt een uitzonderlijke positie in het curriculum van de PABO in, omdat het met name op de bovenbouw van de basisschool gericht is. Als verplicht vak in het basisonderwijs, hoort dan ook zeker aandacht voor Engels als vak op de PABO. Tegelijkertijd profileren steeds meer basisscholen door het aanbieden van Vroeg vreemdetalenonderwijs (VVTO). Inmiddels zijn zo’n 500 scholen actief op het gebied van VVTO. De elementen van de cursus betreffen zowel vakdidactiek voor het aanleren van een moderne vreemde taal, als taalvaardigheid en praktijkopdrachten. De praktijkopdrachten geven je een praktische oriëntatie op de praktijk van de leerkracht. De didactische kennis en taalvaardigheid bereiden je voor op het daadwerkelijk geven van lessen Eibo (Engels in het basisonderwijs).
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 140 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Creatief met Kunst
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6 Opleiding (varianten)
OTC-B-VOKUN32-14 Creatief met Kunst Creativity in Art 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? MA Biesheuvel (tel. +31884819327) 1.9 Contactpersoon (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege 1 Drama
verplicht
2 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Werkcollege 2 Beeldend
verplicht
2 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Werkcollege 3 Muziek
verplicht
2 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Plan van aanpak Creatief met kunst
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
1
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
Reflectieverslag (incl. verw.literatuur)
Numeriek zonder decimalen
5,5
99
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving In de cursus ‘Creatief met Kunst’ bundelen de 3 vakken Muziek, Beeldend, Drama/Dans van het leergebied Kunst hun krachten rond het thema Creativiteit. Het beoogde beroepsproduct is het - met een aantal medestudentenaanbieden van een Kunstdag ‘Creatief met Kunst’ op de basisschool voor een of meerdere groepen of een bouw, in de vorm van een inspirerende theatrale, beeldende en muzikale kunstperformance en kunst workshops. Het geheel mondt uit in een optreden van de kinderen voor bijvoorbeeld medeleerlingen en ouders. En een helder reflectieverslag van de
betrokken studenten, waarin ook een visie op creativiteit wordt weergegeven aan de hand van eigen ervaringen en theorie.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Kern en deeltaken op het niveau van gevorderd bekwaam 1.1.2 Herkennen van complexe groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. 1.2.1 Kinderen ondersteunen op sociaal-emotioneel en moreel gebied en herkennen van signaalgedrag. 1.2.3 Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in de lesactiviteiten. 1.3.1 Leiding geven aan de groep en tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen. 1.4.2 Kinderen concreet ondersteunen bij het samenwerken en positief omgaan met elkaar. 1.4.3 Interveniëren bij conflicten en kinderen ondersteunen bij het oplossen ervan. 1.5.1 Kinderen betrekken bij het creëren van een klimaat van rekening houden met elkaar. 1.5.2 Verschillen in opvattingen en gedrag met kinderen bespreken en waarderen. 2.2.2. Kennen en herkennen van vakspecifieke instructie en werkvormen, ook bij specifieke leerproblemen. 2.2.3. (Her)kennen van specifieke mogelijkheden om lesdoelen en werkvormen in diverse vakken te combineren. 2.4.3. Hanteren van verschillende instructieniveaus en bedenken van alternatieven. 2.6.1. Ontwerpen van passende leermiddelen en materialen en andere aspecten van de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.7.1. Maken van een dagplanning, passend binnen de periodeplanning. 2.7.2. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dag. 3.1.1. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leef-omgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. 3.1.2. Op planmatige wijze kinderen motiveren en taakgerichtheid stimuleren zodat de betrokkenheid toeneemt. 3.2.1. Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. 3.3.1. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.4.1. Coachen: geven van hints, aanmoedigingen en feedback. 3.4.2. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren 3.6.1De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen. 4.1.5Een presentatie verzorgen in het team. 4.2.1.Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. 4.2.2.Samenwerking aangaan en (helpen) ontwikkelen. 4.2.3.Nemen van initiatieven. 5.1.5.Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. 5.2.1.Relaties leggen tussen praktijk, theorie / kennis en eigen visie en handelen. 5.2.2.Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. 5.3.1.Sociale, economische en culturele heterogeniteit in en rond de school en divers gedrag daardoor begrijpen. 5.3.2.Onderscheid maken tussen diverse werkwijzen en visies, ook van zichzelf. 5.3.3.Nieuwe inzichten gebruiken voor verdere ontwikkeling van de beroepsidentiteit. Algemene leerdoelen.
De student: 1. heeft samen met een klein groepje medestudenten op grond van literatuuronderzoek en eigen ervaringen een visie ontwikkeld op functie en betekenis van ‘creativiteit’ in relatie tot de kunstvakken in het onderwijs, en kan deze verwoorden en presenteren voor de groep. 2. heeft deze visie weten om te zetten in een Plan van Aanpak voor een inspirerende Kunstdag ( performance en workshops met een op de beginsituatie van de kinderen aansluitend thema) op een basisschool. 3. heeft de Kunstdag met succes uitgevoerd uit op een basisschool.
4. kan feedback geven op en weet eigen handelen, optreden en samenwerking te verantwoorden in een helder en onderbouwd reflectieverslag. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht): Kwakkel-Scheffer, J.J.C. (2006). Het belang van spelen op school. In: Van der Aalsvoort, G.M., Kwakkel-Scheffer, J.J.C., & De Vries, A.K. (Red.) Puur plezier (pp. 13-37). Leuven: Acco. ISBN 90-334-5933-7. Boek (verplicht): Lei, R., van der, Haverkort, F., & Noordam, L. (2009). Eigen-wijs. Utrecht: Stichting Muzikale Vorming. ISBN: 9789080497160. Boek (verplicht): Vrolijk, R. (2013). Nieuw Geluid. Groningen: Noordhoff. ISBN: 978 90 01 80046 8 Boek (verplicht): Onna, van, J., & Jacobse, A. (2008). Laat maar zien. Groningen: Wolters Noordhoff. ISBN: 978-90-01-70233-5. Boek (verplicht): Nooij, H. de (2008 of later). Kijk op spel. Drama voor de pabo. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V., ISBN-13: 9789001702373 Dictaat (aanbevolen): De Jong, L.(2012), Creativiteitsontwikkeling binnen het onderwijs. (Onderzoek van Lydia de Jong van Avans Hogeschool Breda. Deze paper wordt in de 1e bijeenkomst uitgereikt). Boek (aanbevolen): Speth, M. Alle uitgaven mogelijk. Dansspetters, Maria Speth. Diversen (aanbevolen): Mogelijke literatuur ter verdieping en aanwezig om in te kijken tijdens de bijeenkomsten: Robinson, K.(2011), Out of our minds Learning to be creative. Csikszentmikalyi, M. Creativiteit.(1998). Koestler, A.(1964), The act of creation. 2.5 Workload Contactduur (uren): 54 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Landelijke kennisbasis taal en rekenen
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOLKB31-14 Landelijke kennisbasis taal en rekenen National base of knowledge language and arithmetic 2 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
niet verplicht
3 maal per blok
niet verplicht
1 maal per blok
niet verplicht
1 maal per blok
Toetsafname LKB Taal (jaar 2)
Toetsafname LKB Rekenen (jaar 2)
Werkvorm
Werkcolleges taal
Toetsafname LKB Rekenen (herkansers)
Toetsafname LKB Taal (herkansers)
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 3 bij aanvangsblok 3: blok 3
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
niet verplicht
1 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 3, blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
niet verplicht
1 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 3, blok 4 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 37 (bij aanvangsblok 1), 27 (bij aanvangsblok 3).
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Digitale landelijke rekentoets
Numeriek zonder decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 3:
1. blok 3 2. blok 4
Digitale landelijke taaltoets
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
4
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3 2. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving Van afgestudeerde pabostudenten wordt basiskennis verwacht op het gebied van taal en rekenen. Vanaf 2013 wordt deze kennis getoetst met een landelijk verplichte toets. De cursus laat alle domeinen van het taal- en rekenonderwijs nogmaals in vogelvlucht zien met als doel dat je door middel van zelfstudie deze kennis eigen kunt maken. Studietechnieken die eerder in de opleiding aangeboden zijn zoals het maken van mindmaps en samenvattingen kun je in deze cursus gebruiken. Als je de toets haalt, dan heb je laten zien dat je over voldoende basiskennis beschikt om goed taal- en rekenonderwijs te kunnen geven. Na het halen van de toets kun je op de basisschool laten zien hoe je dit vorm geeft.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes De kern- en deeltaken het niveau van gevorderd bekwaam 2.1.1. Boven de stof staan en doorgaande leerlijnen kennen en herkennen. De algemene leerdoelen zijn: Na het volgen van de colleges: · wordt de student zich bewust van de verschillende domeinen met de daarbij behorende inhouden van de kennisbasis taal en rekenen · weet de student waar hij zijn aandacht bij het bestuderen van de kennisbasis op moet vestigen. Na het zelfstandig bestuderen van de literatuur: · kent de student de inhouden behorend bij de kennisbasis ´Taal´ en ‘rekenen’. De student beheerst de kennis om: · de toets kennisbasis ´Taal’ en ‘rekenen’te halen. Kennisbasis Deze cursus is gericht op het halen van de toets Kennisbasis Taal en rekenen. Op de site van ‘10voordeleraar’ kun je de kennisbases taal en rekenen vinden.
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Minimaal 60 punten van het propedeuse-programma moeten zijn behaald. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Bij aanvangsblok 1: Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 5 Zelfstudie (uren): 37 Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 5
Zelfstudie (uren): 27 Totaal (uren) 56 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (2) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
NED3: Geletterdheid
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VONED33-14 Nederlands 3: Geletterdheid Literacy 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege Taal
niet verplicht
6 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 94
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Schriftelijk tentamen
Numeriek zonder decimalen
5,5
99
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
Verslag
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
1
3
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3 3. blok 4
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student: reproduceert en begrijpt de leerinhoud (klaverblad 1 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen beginnende geletterdheid, voorgezet technisch lezen, begrijpend lezen, stellen en spellen; reproduceert en begrijpt de wetenschappelijke kennis (klaverblad 2 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen beginnende geletterdheid, voorgezet technisch lezen, begrijpend lezen, stellen en spellen; reproduceert en begrijpt de didactiek (klaverblad 2 en 4 van de Kennisbasis taal) van de taaldomeinen beginnende geletterdheid, voorgezet technisch lezen, begrijpend lezen, stellen en spellen; past de didaktiek (klaverblad 2 en 4 van de Kennisbasis taal) toe van de taaldomeinen beginnende geletterdheid en voorgezet technisch lezen, middels het geven van leeslessen volgens de didaktiek van de modellen 'Aanvankelijk leze' en 'Lekker stillezen' van het Lectoraat lezen; verbetert met behulp van datafeedback zijn eigen instructiegedrag op het gebied van leesonderwijs; typeert de collectie jeugdliteratuur op zijn basisschool en creëert een aanschafvoorstel jeugdliteratuur.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving
In de cursus staan de volgende topics binnen de geletterdheid centraal: Kleuters moeten de principes van het alfabetisch schriftsysteem leren doorgronden. Dit proces wordt de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn genoemd. De student leert welke onderwijsactiviteiten dit bewustwordingsproces stimuleren. Wanneer het fonemisch bewustzijn voldoende is ontwikkeld, is het kind rijp voor het aanvankelijk technisch lezen. Hierbij gaat het om het aanleren van de elementaire leeshandeling: het decoderen van geschreven naar gesproken taal. Wanneer de leerling de elementaire leeshandeling beheerst, is het zaak vloeiend te leren lezen, door leestechniek en leestempo te versnellen. Deze fase heet leesvloeiendheid. Tekstbegrip is het uiteindelijke doel van de technische leesvaardigheid. Begrijpend lezenkomt dan ook voortdurend terug in het leesonderwijs. De leerling leert strategieën te hanteren om zijn tekstbegrip te optimaliseren. Geletterdheid gaat niet alleen over teksten lezen, maar ook over zelf teksten schrijven. Het basisschoolkind leert schrijven op twee niveaus: op woordniveau, waarbij vooral de spellingvaardigheideen belangrijke rol speelt. Op tekstueel niveau spreken we van stelonderwijs waarbij de leerling leert grotere teksteenheden te componeren. Per topic wordt binnen geletterdheid aandacht besteed aan diverse aspecten. Grofweg gaat het steeds om de drieslag: leerinhoud (kennis en vaardigheden van de taalgebruiker) en taalproducten didactiek (leerkrachtvaardigheden, onderwijsmiddelen, toetsing en leerstofordening) wetenschappelijke achtergrondkennis.
Kennisbasis
Beginnende geletterdheid Spelling Voortgezet technisch lezen Begrijpend lezen Stellen Jeugdliteratuur
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 94 Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
NED 4: Groepsplan & visie taalonderwijs
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VONED34-13 Groepsplan taal / visie op taalonderwijs Group education plan / views on language education 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FAM Zengerink (tel. +31884817550) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Werkcollege
niet verplicht
5 maal per blok
800 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3
Werkcollege 2
verplicht
6 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 118
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Mond.Visie op taalonderwijs
Numeriek zonder decimalen
5,5
Verslag groepsplan
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
40
2
bij aanvangsblok 2: 1. blok 3 2. blok 4
3
bij aanvangsblok 2: 1. blok 3 2. blok 4 3. blok 5
60
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Groepsplan: De student kan: werken met het leerlingvolgsysteem; toetsgegevens van kinderen interpreteren; (diagnostische) toetsen bij kinderen afnemen; op grond van toetsgegevens, eigen observaties en gesprekjes met kinderen een groepsindeling maken volgens het model voor convergente differentiatie (drie lagen model); op grond van die groepsindeling een groepsplan maken; kinderen die dit nodig hebben, extra instructie en begeleiding geven (laag 2 en 3). Specifiek voor onderbouw: De student kent: de inhoud en achtergronden van verschillende toetsen als Toetspakket beginnende geletterdheid(CPS), PI–dictee en de Cito-toetsen: Taal voor kleuters, Woordenschat, Technisch lezen, Drie-minuten-Toets en Avi, en Spelling; de inhoud en achtergronden van interventieprogramma’s als Voorschotbenadering, Connect, Ralfi, Remedierend spellingsprogramma Zuid- vallei; de inhoud van het Protocol dyslexie, het deel dat op zijn stagegroep betrekking heeft. Specifiek voor bovenbouw: De student kent: de inhoud en achtergronden van verschillende toetsen als PI–dictee en de Cito-toetsen: Leeswoordenschat, Leestempo en leestechniek, Drie-minuten-Toets en Avi, Begrijpend Lezen en Spelling; de inhoud en achtergronden van interventieprogramma’s als Connect Vloeiend lezen, Ralfi, Remediërend spellingsprogramma Zuid- vallei, Goed gelezen. de inhoud van het Protocol dyslexie. Groep 5-8. Visie op taalonderwijs De student · verwoordt zijn visie en beargumenteert op grond van wat hij gelezen heeft en wat hij in de praktijk gezien heeft. · verzamelt geschikte literatuur. · geeft blijk van een kritische houding. De student beheerst de kennis om: · in een teamvergadering of naar ouders zijn mening te verwoorden over de gangbare opvattingen binnen het taalonderwijs. Het meedoen aan de forumdiscussie is geen doel op zich, maar het actief deelnemen aan deze discussie kan meetellen voor het cijfer (de genoemde te toetsen doelen dienen dan wel voldoende te zijn).
2.2 Korte beschrijving
Cursus inhoud Groepsplan taalonderwijs Het is voor elk kind noodzakelijk om goed te leren lezen en schrijven. In deze cursus besteden we aandacht aan de verschillen in instructiebehoeften van kinderen rond het ontwikkelen van hun lees- en schrijfvaardigheden. Alle kinderen, en zeker de kinderen die minder sterk zijn in lezen en schrijven, hebben een goede basisaanpak nodig. In de voorgaande cursussen hebben de studenten geleerd wat een goede basisaanpak op het gebied van taalonderwijs inhoudt. In deze cursus komen we daar op terug en laten we de studenten, dat ze in staat zijn een effectieve instructie in het kader van die basisaanpak te geven. Er zijn kinderen die aan deze basisaanpak niet genoeg hebben. Ze hebben meer tijd en meer instructie nodig om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. In deze cursus leren studenten hoe je weet welke kinderen dit zijn en ook hoe je deze kinderen begeleidt. In de lessen op de opleiding krijgen de studenten van de docent en van elkaar informatie over de achtergronden van gedifferentieerd werken, toetsinstrumenten en interventieprogramma’s. In de praktijk, binnen het werkplekleren verzamelt de student informatie over de leerlingen vanuit het leerlingvolgsysteem, door te observeren, toetsen af te nemen en gesprekjes met kinderen te voeren. Deze informatie gebruikt de student om voor één domein van taal –beginnende geletterdheid, woordenschat, aanvankelijk lezen, aanvankelijk schrijven/spellen of de eerste fase van het vloeiend lezen- een groepsplan te maken. Delen van dit plan voert de student uit om ervaring op te doen met interventies. Visie op taalonderwijs
Learning outcomes
In de voorafgaande studiejaren heb je alle onderdelen van het taalonderwijs bestudeerd. Er zijn cursussen geweest over taalbeschouwing, mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren), geletterdheid (lezen en stellen), uitgaan van verschillen binnen het taalonderwijs en de betekenis van jeugdliteratuur, Nederlands als tweede taal en taalzaakvakonderwijs. Nu je wat verder in je opleiding bent gekomen, wordt het tijd dat al die taaldomeinen in een groter verband komen te staan. Deskundigen op het gebied van taalonderwijs zetten hun visie uiteen en stellen je voor de keuze: ben ik het met hen eens? verschil ik van mening? is mijn visie wezenlijk anders? en waarom? Deze cursus is erop gericht om je, naast verdieping van al aanwezige kennis en inzichten, een visie te laten ontwikkelen op het taalonderwijs. Groepsplan: De student kan: werken met het leerlingvolgsysteem; toetsgegevens van kinderen interpreteren; (diagnostische) toetsen bij kinderen afnemen; op grond van toetsgegevens, eigen observaties en gesprekjes met kinderen een groepsindeling maken volgens het model voor convergente differentiatie (drie lagen model); op grond van die groepsindeling een groepsplan maken; kinderen die dit nodig hebben, extra instructie en begeleiding geven (laag 2 en 3). Specifiek voor onderbouw: De student kent: de inhoud en achtergronden van verschillende toetsen als Toetspakket beginnende geletterdheid(CPS), PI–dictee en de Cito-toetsen: Taal voor kleuters, Woordenschat, Technisch lezen, Drie-minuten-Toets en Avi, en Spelling; de inhoud en achtergronden van interventieprogramma’s als Voorschotbenadering, Connect, Ralfi, Remedierend spellingsprogramma Zuidvallei; de inhoud van het Protocol dyslexie, het deel dat op zijn stagegroep betrekking heeft. Specifiek voor bovenbouw: De student kent: de inhoud en achtergronden van verschillende toetsen als PI–dictee en de Cito-toetsen: Leeswoordenschat, Leestempo en leestechniek, Drie-minuten-Toets en Avi, Begrijpend Lezen en Spelling; de inhoud en achtergronden van interventieprogramma’s als Connect Vloeiend lezen, Ralfi, Remediërend spellingsprogramma Zuid- vallei, Goed gelezen. de inhoud van het Protocol dyslexie. Groep 5-8. Visie op taalonderwijs De student · verwoordt zijn visie en beargumenteert op grond van wat hij gelezen heeft en wat hij in de praktijk gezien heeft. · verzamelt geschikte literatuur. · geeft blijk van een kritische houding. De student beheerst de kennis om: · in een teamvergadering of naar ouders zijn mening te verwoorden over de gangbare opvattingen binnen het taalonderwijs. Het meedoen aan de forumdiscussie is geen doel op zich, maar het actief deelnemen aan deze discussie kan meetellen voor het cijfer (de genoemde te toetsen doelen dienen dan wel voldoende te zijn).
Kennisbasis
· · · · · · ·
Mondelinge taalvaardigheid Woordenschat Beginnende geletterdheid Voortgezet technisch lezen Spelling. Begrijpend lezen Stellen
Kosten en studiematerialen
· Jeugdliteratuur · Taalbeschouwing Reader Taal op de pabo jaar 2. Reader Taal op de pabo jaar 3 Te verkrijgen via https://hu.xeroxwebwinkel.nl/
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende boekenlijst. 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Onderzoek 3: Samen met ouders
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOOND33-14 Ouders als partners in het onderwijs Parents as partners in education 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
4 bijeenkomsten o.l.v. SLB-er
niet verplicht
4 maal per blok
320 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
4 bijeenkomsten o.l.v. SLB-er
niet verplicht
4 maal per blok
320 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 129
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Plan van aanpak
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
1
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
Verslag
Numeriek zonder decimalen
5,5
99
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Kern en deeltaken In deze cursus werk je aan de volgende kerntaken: Kerntaak 4: Communiceren en samenwerken 1. Vanuit een open houding professioneel communiceren met volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs · 4.1.1. Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. · 4.1.2. In dialoog treden met anderen. · 4.1.3. Uitleggen hoe eigen handelen voortkomt uit waarden. · 4.1.4. De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. · 4.1.5. Een presentatie verzorgen in het team. 2.
Overleggen en samenwerken met ouders, collega’s en andere professionals
· · · · · · · ·
4.2.1. Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. 4.2.2. Samenwerking aangaan en (helpen) ontwikkelen. 4.2.3. Nemen van initiatieven. 4.2.4. Over kinderen spreken met inzicht en visie 4.2.5. Inzicht hebben in het taakbeleid op de school en deelnemen aan bespreking van taken 4.2.6. Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. 4.2.7. Deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. 4.2.8. Aansluiten bij gesprekken met externe professionals.
Kerntaak 5: Werken aan professionele ontwikkeling; Blijven werken aan persoonlijke en professionele groei, kritisch, systematisch en gefundeerd 1. Actief omgaan met informatie en blijven ontwikkelen van eigen kennis, mede op basis van bestaand en eigen onderzoek, en deze kennis gebruiken bij visie ontwikkelen, keuzen maken en zich verantwoorden. · 5.1.1.Structureren en effectief gebruiken van informatie. · 5.1.2.Onderzoeksuitkomsten analyseren op relevantie. · 5.1.3.Onderzoek doen naar een probleem op een school · 5.1.4.Kennis uit eigen onderzoek delen binnen de school. · 5.1.5.Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. 2. · · · ·
Leren van feedback en reflectie, zowel individueel als gezamenlijk. 5.2.1.Relaties leggen tussen praktijk, theorie / kennis en eigen visie en handelen. 5.2.2.Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. 5.2.3.Eigen handelen systematisch onderzoeken en evalueren. 5.2.4.Deelnemen aan processen van collectief leren in de school.
3. Ontwikkelen van een persoonlijke visie en een normatieve persoonlijke professionaliteit, in relatie tot de visie en de context van de school. · 5.3.1.Sociale, economische en culturele heterogeniteit in en rond de school en divers gedrag daardoor begrijpen. · 5.3.2.Onderscheid maken tussen diverse werkwijzen en visies, ook van zichzelf. · 5.3.3.Nieuwe inzichten gebruiken voor verdere ontwikkeling van de beroepsidentiteit. Specifieke Doelen: De student: • maakt een samenvatting van het onderzoek, waarin alle elementen van dit onderzoek opgenomen zijn; • schetst in de inleiding van het onderzoek de aanleiding van het onderzoek en benoemt de daarvanuit komende verlegenheidssituatie (dilemma), het doel van het onderzoek, de voorlopige vraagstelling en de verantwoording van het type onderzoek; • schrijft een theoretische onderbouwing waarin hij zijn keuze voor de vraagstelling en de onderzoeksopzet verantwoordt vanuit bestudeerde actuele toonaangevende vakliteratuur ; • verantwoordt de validiteit van zijn onderzoeksinstrumenten en legt de relatie tussen de vraagstelling en het theoretisch kader; • geeft zijn verkregen data op een objectieve overzichtelijke manier weer. Hij hanteert daarbij de opbouw: vraag, tabel /grafiek en toelichting; • geeft een conclusie op grond van zijn gevonden data in relatie tot zijn theoretisch kader. Hij geeft antwoord op zijn vragen; • reflecteert op zijn onderzoekswijze en geeft aan op welke manier verder onderzoek uitgevoerd kan worden, mits aan de orde; •
Presenteert het onderzoeksverslag aan zijn medestudenten en de SLB’er.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving
Er is geen discussie meer over de vraag of ouders betrokken moeten zijn bij de school en of aan ouders medezeggenschap toekomt. Dit wordt als een vanzelfsprekendheid beschouwd. Ouders en de school hebben een gezamenlijk belang, namelijk het zorgen voor optimale omstandigheden voor de ontwikkelingskansen, de schoolloopbaan en het welbevinden van de leerlingen. Er is een groeiende aandacht voor samenwerking van opvoeders thuis en op school, en voor de plichten van ouders als deelnemers in de samenleving. Goede contacten tussen school, ouders en buurt werken door in de kwaliteit van een school en de leerprestaties van de leerlingen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 11 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 129 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Pedagogiek 3: Uitgaan van verschillen
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOPED33-14 Uitgaan van verschillen Adaptive Education 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
M Kooistra (tel. +31884817766) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Leerteamopdrachten
niet verplicht
3 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Om de week hoorcollege
niet verplicht
3 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 122
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk tentamen verpl.literatuur
Numeriek zonder decimalen
5,5
99
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
Verslag mbv HGW cyclus
Numeriek zonder decimalen
5,5
1
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte beschrijving De cursus ‘Uitgaan van verschillen’ bestaat uit drie thema’s. In het eerste thema staat handelingsgericht werken (HGW) centraal als methodiek om het onderwijs te kunnen aanpassen aan de verschillen tussen de kinderen. In thema 2 staat orthopedagogiek, het afstemmen op onderwijsbehoeften van kinderen met extra uitdagingen, centraal. In thema 3 komt de praktijk rond ouders in school aan de orde. Oudergesprekken worden daarbij ook geoefend.
2.2
Cursus inhoud
Learning outcomes Kern en deeltaken op het niveau van gevorderd bekwaam 1.1.1 Herkennen van gedrags-, leer- en ontwikkelingsproblemen en mogelijkheden tot groei bij kinderen. 1.1.2 Kinderen ondersteunen op sociaal-emotioneel en moreel gebied en herkennen van signaalgedrag. 1.4.1 Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) met kinderen bespreken en verbeteren. 1.4.2 Kinderen concreet ondersteunen bij het samenwerken en positief omgaan met elkaar. 1.4.3 Interveniëren bij conflicten en kinderen ondersteunen bij het oplossen ervan. 1.5.1 Kinderen betrekken bij het creëren van een klimaat van rekening houden met elkaar. 1.5.2 Verschillen in opvattingen en gedrag met kinderen bespreken en waarderen. 1.5.3 Bespreken van waarden en normen gericht op respect voor elkaar. 2.2.4 (Her)kennen van vakspecifieke leerproblemen en mogelijk-heden voor differentiatie. 2.4.2. De verzamelde gegevens systematisch gebruiken bij het voorbereiden van lessen. 2.4.3. Hanteren van verschillende instructieniveaus en bedenken van alternatieven. 2.6.1. Ontwerpen van passende leermiddelen en materialen en andere aspecten van de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.8.1. Evaluaties gebruiken om planning en leeractiviteiten voor individuele kinderen aan te passen. 3.1.1. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leef-omgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. 3.2.1. Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. 3.3.1. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.3.2. Taakgericht gedrag afstemmen met de groep en individuele kinderen. 3.4.2. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren 3.4.3. Kinderen bewust maken van en begeleiden bij hun leer- en oplossingsstrategieën. 3.6.1 De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen. 4.1.1. Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. 4.1.2. In dialoog treden met anderen. 4.1.4. De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. 4.2.1. Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. 4.2.2. Nemen van initiatieven. 4.2.6. Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. Vakspecifieke leerdoelen Pedagogiek De student 1 benoemt uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW) en kan de cyclus van handelingsgericht werken beschrijven. 2 herkent de (specifieke) onderwijsbehoeften van 1 kind in de stage en kan deze aan zijn eigen pedagogisch en didactisch handelen koppelen met behulp van de cyclus 3 herkent, onderscheidt en benoemt van onderwijsbehoeften en aanpak van kinderen met ADHD;ADD; (Faal) angst;ODD;CD;PTTS; depressieve gevoelens; hechtingsstoornis en autisme spectrumstoornissen. 4 zet communicatievaardigheden en strategieën in bij gerichte kind- en oudergesprekken. (HGW-gesprek, 10 minuten gesprek, slecht nieuwsgesprek) 5 beargumenteert hoe hij/zij reageert in een moeilijk oudercontact en kindcontact. 6 herkent verschillen tussen ouders en kinderen in relatie met hun sociale ecologische context. 7 kan de uit de observatie verkregen informatie analyseren op basis van HGW met behulp van een theoretische onderbouwing. 8 kan een handelingsplan met passende activiteiten opzetten, rekening houdend met de specifieke onderwijsbehoeften van het kind Kennisbasis Generiek: Kennisbasis A Het lerende en zich ontwikkelende kind A.1.
Elk kind is uniek
A.1.1. Theorieën en concepten · Sociale- en emotionele ontwikkeling: hechting, empathie, relatievorming; zie ook de Kennisbasis Sociale redzaamheid · Motorische en fysieke ontwikkeling: fijne en grove motoriek; stoornissen; · Identiteitsontwikkeling: persoonlijkheid. A.1.2.
Methoden en strategieën
· Dynamiek van ontwikkelingsprocessen in interactie met de omgeving: wisselwerking thuis-school (zoals Bronffenbrenner); methoden van afstemmen op individuele leer- en ontwikkelingsbehoeften (zoals Stevens); passend onderwijs (zoals Van der Wolf); gedragsbeïnvloedingstrategieën. A.2. Ontwikkeling is relationeel[1] Alle ontwikkeling en leren vindt plaats in relatie met de omgeving. Zonder relatie geen prestatie. Het ontwikkelen van een goede relatie met die omgeving is een basisbehoefte, naast de behoefte aan autonomie en aan competent willen worden. In die omgeving zijn betekenisvolle volwassenen, medeleerlingen (‘peers’) en in toenemende mate ook media die er leren en ontwikkeling beïnvloeden. Vakbekwame leraren hebben kennis van deze beïnvloedingsprocessen. A.2.1. Theorieën en concepten · Communicatietheorieën: inhoud/betrekking, metacommunicatie, interpunctie (zoals Watzlawick).
A.2.2. Methoden en strategieën · Gedragsbeïnvloeding (zoals de Roos van Leary); stijlen en gerichtheden van leiden van groepen; zie ook Kennisbasis Sociale redzaamheid
A.3.
Ontwikkeling is contextueel: gezin, school, maatschappij
Kinderen leren en ontwikkelen zich de hele dag: thuis, op school, bij opvang en verenigingen en in de buurt. Al deze contexten interacteren met elkaar. De vakbekwame leraar heeft kennis van en inzicht in (de samenhang tussen) deze contexten. A.3.2. Methoden en strategieën · Werken met ouders: gespreksvormen, rapportage, ouderbetrokkenheid en –participatie; · Werken in een arbeidsorganisatie: samenwerkingsmodellen en -strategieën in een team; leiding geven en ontvangen; werken met andere professionals die met kinderen werken; ketens en netwerken; zorgstructuur; professionele kaart; B Onderwijzen en opvoeden: het verzorgen van onderwijs voor het kind op school Kennis van het lerende en zich ontwikkelende kind wordt in dit blok geplaatst in het perspectief van de handelende leraar. De school, de klas en de leraar is deel van de institutionele context waarin kinderen leren en zich ontwikkelen. Die handelingsgerichte kennis van de leraar hangt samen met zijn kennis over het lerende en zich ontwikkelende kind. B.1. -
B.2.
Theorieën en concepten Theorieën over (begeleiden van) leerproblemen: dyslexie, adhd, add, autisme, asperger, pdd-noss.
Methoden en strategieën
· Onderwijsmethoden en -strategieën Aanbieden van onderwijs: klassenmanagement, directe instructiemodel, benutting van leertijd en organiseren van taakbetrokkenheid; Begeleiden van onderwijs: handelingswerken, onderwijsleergesprek, · Opvoedingsmethoden en strategieën Gedragsbeïnvloeding: leiding geven, integrale procesbegeleiding, feedback geven (ook in een digitale omgeving); interventiemodellen (zoals Gordon, RET) Pedagogisch klimaat: methoden voor pedagogisch handelen, methoden voor inrichten van een veilige leeromgeving, omgaan met verschillen (gender; diversiteit)
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): ie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Ontwikkelingsportfolio 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOPFO33-15 Ontwikkelingsportfolio 3 Development portfolio 3 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Zelfstudie
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 139
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Assessment ‘gevorderd bekwaam’
Numeriek zonder decimalen
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Learning outcomes Portfolio De student kan : • door middel van het persoonlijke ontwikkelings- en activiteitenplan laten zien dat hij zijn eigen leerproces kan aansturen en koppelen aan het opleidingsprofiel; • verantwoorden hoe hij de kern en deeltaken, zoals deze zijn verwoord in het opleidingsprofiel van ITT, op gevorderd bekwaam niveau heeft verworven.
2.2
Cursus inhoud
Portfolio Het ontwikkelingsportfolio speelt een belangrijke rol in het curriculum van de versnelde deeltijdopleiding van Instituut Theo Thijssen. In dit portfolio ‘Gevorderd bekwaam’ beschrijft de student zijn professionele groei gedurende de opleiding en verzamelt bewijsmateriaal dat zijn ontwikkelingen zichtbaar maakt.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 139 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
WPL- Aardrijkskunde + ICT
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3 1.4 1.5
Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOPFW33-14 Werkplekopdrachten Aardrijkskunde + ICT in het basisonderwijs Internship assignments geography + ICT in education 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.7
Nee
D Zuiderman (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcolleges ICT
niet verplicht
6 maal per blok
480 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 130
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Schriftelijk Tentamen ICT
Numeriek zonder decimalen
5,5
60
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 3 2. blok 4
WPL-opdracht Aardrijkskunde
Numeriek zonder decimalen
5,5
40
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
ICT Studenten kunnen… • … op basis van vakdidactiek de inzet van het ICT-middel verantwoorden. • … de mogelijkheden en meerwaarde van ICT-middelen beschrijven. • … ICT integreren met een basisschoolvak volgens de principes van TPACK. • … de theoretische verantwoording baseren op specifieke ICT-bronnen én vakinhoudelijke bronnen. • … hun persoonlijke visie op ICT in het onderwijs beschrijven met behulp van het document Onderwijsvisie en ICT. • …. verantwoorden aan welke onderdelen van de Kennisbasis ICT 2013 is gewerkt. • … het gebruik van ICT door leerlingen op basis van de ICT-competenties in het basisonderwijs of het competentiemodel van Mediawijsheid verantwoorden. WPL-opdracht Aardrijkskunde De studenten kunnen serie aardrijkskundige activiteiten uitvoeren die kinderen weten te binden en boeien.
De studenten kunnen verschillende werkvormen inzetten om zo tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen. De studenten kunnen de geografische vierslag op de juiste manier toepassen (op één onderwerp).
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving ICT Studenten werken aan een grote opdracht in de beroepspraktijk om op startbekwaamniveau ICT te integreren in het onderwijs. Er is hierbij een keuze uit: • ICT in een creatieve opdracht • ICT in het groepsplan • ICT in een project • ICT voor het maken van een werkstuk • Een project rondom digitaal pesten • ICT en mediawijsheid • ICT om de betrokkenheid te verhogen • ICT als doel op zichzelf • Onderzoek voor de school op het gebied van ICT WPL-opdracht Aardrijkskunde De student ontwerpt een lessenserie of projectmiddagen aan de hand van een thema op het gebied van aardrijkskunde. De student voert dit ook uit en ontwerpt het onderwijs zo dat het kinderen weet te boeien en tegemoet komt aan de verschillen tussen de kinderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de schoolomgeving en werkvormen uit de opgegeven literatuur. Kennisbasis Zie studiehandleiding en kennisbasis ICT 2013 (http://www.leroweb.nl/cms/wpcontent/uploads/2013/07/130618_definitief_kbict_2013.pdf)
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst ICT: Dummer, G. (2011). ICT voor de klas. Houten: Noordhoff Uitgevers 2.5 Workload Contactduur (uren): 8 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 130 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Rekenen 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OTC-B-VOREK33-14 Professionele gecijferdheid & Van herhaald + en - naar x en : & Van praktisch meten naar metriek Professional numeracy 2 & Of repeated + and - to x and : & From practical measure towards metrics 4 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon KM Boonstra (tel. 7157) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege
niet verplicht
6 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 94
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Kennistoets didactiek en gecijferdheid
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
WPL-opdracht
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Didactiek OB en MB De student · heeft kennis van en inzicht in de leerlijnen van het tellen, optellen en aftrekken gekoppeld aan de wijze waarop deze in de realistische rekenideeënboeken en rekenmethoden aan de orde worden gesteld. · kan door middel van observeren en/of vragen stellen, herkennen in welke fase van de tel- en rekenontwikkeling de leerling zich bevindt. · heeft inzicht en vaardigheid in de verschillende manieren van oplossen bij het rekenen tot 10/20 en 100 en is in staat leerlingen volgens een doorlopende leerlijn te onderwijzen passend bij het niveau van elke leerling in de groepen 1 tot en met 4 van het basisonderwijs. · maakt actief gebruik van de vaktermen voor rekenen en wiskunde en kan deze met voorbeelden uit de praktijk illustreren. · kan rekenen-wiskunde betekenis geven voor jonge kinderen.
· kan het wiskundige denken van kinderen bevorderen onder andere door de juiste vragen te stellen. · heeft kennis van en inzicht in de leerlijnen meten, vermenigvuldigen en delen gekoppeld aan de wijze waarop deze in rekenideeënboeken en rekenmethoden aan de orde worden gesteld; · kan door middel van observeren en/of vragen stellen, herkennen in welke fase van de rekenontwikkeling de leerling zich bevindt; · heeft inzicht en vaardigheid in de verschillende manieren van oplossen bij meten, vermenigvuldigen en delen en is in staat leerlingen volgens een doorlopende leerlijn te onderwijzen passend bij het niveau van elke leerling in de onder- en middenbouw van het basisonderwijs; · zet passende materialen, schema’s of modellen in bij het oplossen en uitleggen/toelichten van de rekenaanpakken van leerlingen; · leert spelvormen waarmee je rekenen met kinderen kunt oefenen gericht op automatiseren en memoriseren; · maakt actief gebruik van de vaktermen voor rekenen en wiskunde en kan deze met voorbeelden uit de praktijk illustreren; · kan rekenen-wiskunde betekenis geven voor jonge kinderen; · kan in spelsituaties meetactiviteiten herkennen en weet hoe hij spel kan begeleiden zodat kinderen ervaring opdoen met meten en gebruik leren maken van de juiste begrippen in betekenisvolle situaties; · kan het denken en redeneren van kinderen stimuleren door het stellen van vragen. Professionele gecijferdheid 3 De student · beschikt over kennis van en inzicht in de verstrengeling van en samenhang tussen verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. · kent veel voorkomende (getals)relaties in dit gebied en kan bij het rekenen en redeneren met verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen flexibel wisselen tussen deze subdomeinen. · kan (minder gebruikelijke) breuken omrekenen in kommagetallen (gebruikmakend van de notatie van repeterende breuken) en andersom. · kan onderscheid maken tussen verschillende soorten grafieken, kent deze bij naam en kent de begrippen die daarbij worden gebruikt zoals assen, legenda en dalen en stijgen. · kan tabellen, diagrammen en grafieken die veelvuldig voorkomen in het dagelijks leven lezen, interpreteren en informatie daaruit op waarde schatten en het verband tussen bijbehorende grootheden beschrijven. · kan leerlingen begeleiden om informatie (en verbanden) te vertalen, te ordenen, te schematiseren, om te zetten naar een wiskundige representatie en daarbij een passende grafiek te kiezen
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving
Centraal in deze cursus staan de groepen 1 tot en met 5 centraal. De domeinen die in de didactiek aan bod komen zijn meten en getallen. Kinderen komen al vrij vroeg in aanraking met allerlei standaardmaten. Op tafel staat een literpak melk, hun lichaamslengte wordt afgepast op de muur en opgemeten in centimeters. Dat wil echter niet zeggen dat kinderen beseffen dat het om gestandaardiseerde maten gaat of dat ze al enig idee hebben hoeveel het is. Het is belangrijk dat kinderen zelf veel praktische ervaring opdoen met meten. Als het niet meer mogelijk is om te vergelijken meten kinderen meestal enig tijd met natuurlijke maten. Het meten van natuurlijke maten gaat daarna over in het gebruik van standaardmaten. Het kennismaken en aflezen van meetinstrumenten is een belangrijke stap: hoe nauwkeurig kun je meten? Een meter, hoe lang is dat nu eigenlijk? Kinderen bouwen zo referentiematen op. Het inzicht dat verfijning van maten leidt tot nauwkeuriger meten moet er uiteindelijk voor zorgen dat kinderen in de bovenbouw de systematiek van het metriek stelsel beter leren doorzien. In groep 3 en 4 hebben de kinderen geleerd om flexibel en handig te tellen, te tellen in sprongen, optellingen en aftrekkingen tot en met twintig worden verder gememoriseerd en ze krijgen inzicht in de structuur van het getallengebied tot honderd. Nadat deze basis is gelegd, komt het vermenigvuldigen aan bod. Kennis van de tafels is nodig voor het vlot oplossen van deelopgaven en het uitrekenen van vermenigvuldigingen met verschillende cijfers. Om kinderen te ondersteunen bij het verwerven van deze basisvaardigheden worden verschillende betekenissen van contexten, materialen, modellen en oefenvormen gebruikt. De leerlijn vormt de leidraad voor het rekenonderwijs in deze onder- en middenbouwgroepen. Het uitgangspunt is steeds een didactische opbouw in drie rekenniveaus; het informele niveau door uit te gaan van de context, om van daaruit te komen tot een model zodat het kind uiteindelijk de overstap kan maken naar het formele rekenen. Een basisschoolleraar voert tijdens het verzorgen van reken-wiskundeonderwijs allerlei wiskundige taken uit die veel verder gaan dan het zelf kunnen uitrekenen van
Learning outcomes
Kennisbasis
de opgaven die hij zijn leerlingen voorlegt. Zo moet hij onder andere voorbeelden, verklaringen, bewijzen, schematiseringen en concretiseringen kunnen geven en het denken van zijn leerlingen kunnen volgen en voortzetten. Dat vereist professionele gecijferdheid. Tijdens het tweede deel verdiepen we de kennis over het rekenen met breuken, procenten, kommagetallen, verhoudingen en verbanden en grafieken gebruikmakend van allerhande contexten en toepassingssituaties. In de lessen onderzoeken we de samenhang in deze domeinen. Didactiek OB en MB De student · heeft kennis van en inzicht in de leerlijnen van het tellen, optellen en aftrekken gekoppeld aan de wijze waarop deze in de realistische rekenideeënboeken en rekenmethoden aan de orde worden gesteld. · kan door middel van observeren en/of vragen stellen, herkennen in welke fase van de tel- en rekenontwikkeling de leerling zich bevindt. · heeft inzicht en vaardigheid in de verschillende manieren van oplossen bij het rekenen tot 10/20 en 100 en is in staat leerlingen volgens een doorlopende leerlijn te onderwijzen passend bij het niveau van elke leerling in de groepen 1 tot en met 4 van het basisonderwijs. · maakt actief gebruik van de vaktermen voor rekenen en wiskunde en kan deze met voorbeelden uit de praktijk illustreren. · kan rekenen-wiskunde betekenis geven voor jonge kinderen. · kan het wiskundige denken van kinderen bevorderen onder andere door de juiste vragen te stellen. · heeft kennis van en inzicht in de leerlijnen meten, vermenigvuldigen en delen gekoppeld aan de wijze waarop deze in rekenideeënboeken en rekenmethoden aan de orde worden gesteld; · kan door middel van observeren en/of vragen stellen, herkennen in welke fase van de rekenontwikkeling de leerling zich bevindt; · heeft inzicht en vaardigheid in de verschillende manieren van oplossen bij meten, vermenigvuldigen en delen en is in staat leerlingen volgens een doorlopende leerlijn te onderwijzen passend bij het niveau van elke leerling in de onder- en middenbouw van het basisonderwijs; · zet passende materialen, schema’s of modellen in bij het oplossen en uitleggen/toelichten van de rekenaanpakken van leerlingen; · leert spelvormen waarmee je rekenen met kinderen kunt oefenen gericht op automatiseren en memoriseren; · maakt actief gebruik van de vaktermen voor rekenen en wiskunde en kan deze met voorbeelden uit de praktijk illustreren; · kan rekenen-wiskunde betekenis geven voor jonge kinderen; · kan in spelsituaties meetactiviteiten herkennen en weet hoe hij spel kan begeleiden zodat kinderen ervaring opdoen met meten en gebruik leren maken van de juiste begrippen in betekenisvolle situaties; · kan het denken en redeneren van kinderen stimuleren door het stellen van vragen. Professionele gecijferdheid 3 De student · beschikt over kennis van en inzicht in de verstrengeling van en samenhang tussen verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen. · kent veel voorkomende (getals)relaties in dit gebied en kan bij het rekenen en redeneren met verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen flexibel wisselen tussen deze subdomeinen. · kan (minder gebruikelijke) breuken omrekenen in kommagetallen (gebruikmakend van de notatie van repeterende breuken) en andersom. · kan onderscheid maken tussen verschillende soorten grafieken, kent deze bij naam en kent de begrippen die daarbij worden gebruikt zoals assen, legenda en dalen en stijgen. · kan tabellen, diagrammen en grafieken die veelvuldig voorkomen in het dagelijks leven lezen, interpreteren en informatie daaruit op waarde schatten en het verband tussen bijbehorende grootheden beschrijven. · kan leerlingen begeleiden om informatie (en verbanden) te vertalen, te ordenen, te schematiseren, om te zetten naar een wiskundige representatie en daarbij een passende grafiek te kiezen In Didactiek OB en MB wordt aan de volgende aspecten van de domeinen hele getallen en meten in de onderbouw en middenbouw uit de kennisbasis gewerkt:
kennis van hele getallen en meten, kennis voor onderwijzen van hele getallen en meten en verstrengeling en samenhang bij meten. In Professionele gecijferdheid 3 wordt aan de volgende aspecten van de domeinen verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen en verbanden uit de kennisbasis gewerkt: kennis over, kennis voor onderwijzen, maatschappelijke relevantie, verstrengeling en samenhang van de hierboven genoemde domeinen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 94 Totaal (uren) 112 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (4) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Rekenen 4
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
OTC-B-VOREK34-13 Visie op rekenonderwijs en analyseren en stimuleren van de rekenwiskundige ontwikk. van kinderen in de basisschool Reflections on calculative education; analyzing/stimulating calculative math. development of children at primary school 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Nee studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon K Ciach (tel. +31884817145) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege
niet verplicht
6 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Verslag
Numeriek zonder decimalen
5,5
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student… · kan de theorie die ten grondslag ligt aan het huidige reken- en wiskundeonderwijs beschrijven en inzetten bij het analyseren en ontwerpen van rekenen in het basisonderwijs. · kan een visiestuk schrijven op basis van onderwijsleertheorie en de praktijk van reken-wiskundeonderwijs. · kan het handelingsmodel als observatie- en diagnostisch instrument inzetten. · kan het drieslagmodel als observatie- en diagnostisch instrument inzetten. · kan op basis van toetsgegevens en leerlijnen leerlingresultaten interpreteren en aangeven op welke onderdelen leerlingen problemen hebben. · kan met informatie uit diagnostische gesprekken herkennen en beschrijven in welke fase van de rekenontwikkeling het kind zich bevindt. · zet passende materialen, schema’s of modellen in om leerlingen te begeleiden bij hun rekenontwikkeling. · kan een voorstel maken voor een groepsaanpak om het rekenonderwijs te verbeteren. 2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving
Learning outcomes
Kennisbasis
Deze cursus is de afsluiting van het curriculum rekenen wat betreft de didactische ontwikkeling van de student. Afhankelijk van de door de student gekozen specialisatie zal de student zich verder verdiepen in een aantal aspecten van de rekendidactiek. Dit krijgt gestalte in het maken van een handelingsplan en een daaruit voortvloeiend rekenarrangement. Een tweede belangrijk element in deze cursus is het schrijven van een onderbouwde visie op rekenonderwijs. De student zal onderwijsleertheorie moeten relateren aan rekenonderwijs en vandaaruit een eigen visiestuk formuleren. · De student kan de theorie die ten grondslag ligt aan het huidige reken- en wiskundeonderwijs beschrijven en inzetten bij het analyseren en ontwerpen van rekenen in het basisonderwijs. · De student kan lessen/leerlijnen uit de methode aanpassen. · De student kan van diagnostische gesprekken, herkennen en beschrijven in welke fase van de rekenontwikkeling het kind zich bevindt. · De student kan op basis van toetsgegevens en leerlijnen leerlingresultaten interpreteren en aangeven op welke onderdelen leerlingen problemen hebben. · De student kan het handelingsmodel als observatie- en diagnostisch instrument inzetten. · De student kan het drieslagmodel als observatie- en diagnostisch instrument inzetten. · De student kan de zwakke schakels in het rekenaanbod van de methode analyseren en onderbouwen. · De student weet wat handelingsgericht werken inhoudt en weet de HGW cyclus toe te passen in de praktijksituatie. · De student zet passende materialen, schema’s of modellen in om leerlingen te begeleiden bij hun rekenontwikkeling. · De student verbetert het didactisch handelen. · De student kan een voorstel maken voor een groepsaanpak om het rekenonderwijs te verbeteren. · De student kan voor een lessenserie een leerkrachthandleiding ontwerpen. · De student kan een visiestuk schrijven op basis van onderwijsleertheorie en de praktijk van reken-wiskundeonderwijs. Afhankelijk van het aandachtsgebied wordt een specifiek didactisch deel van de kennisbasis doorlopen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Didactiek Aardrijkskunde
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOWER33-13 Didactiek Aardrijkskunde Teaching Geography 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AB Adang (tel. +31884817640) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcollege
niet verplicht
6 maal per blok
1080 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 119
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Kennis en didactiektoets 1
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 1 2. blok 2
Kennis en didactiektoets 2
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student: · Kent verschillende didactische werkvormen die het mogelijk maken tegemoet te komen aan uitgaan van verschillen. Dit geldt zowel voor jonge- als oudere kind. · Oefent in de praktijk van de basisschool met werkvormen die bijdragen aan uitgaan van verschillen. · Kan verwoorden hoe de verschillende werkvormen tegemoet komen aan uitgaan van verschillen · Kent de opgegeven literatuur (toets, zie studiemateriaal) · Onderzoekt verschillende bronnen (methoden, handboeken, tijdschriften)en kan verwoorden op welke wijze deze een bijdrage leveren tot uitgaan van verschillen. · Kan verwoorden hoe hij kinderen wil ‘binden en boeien’ middels aardrijkskunde.
2.2
Cursus inhoud
Korte beschrijving
“De gelukkige klas” (Theo Thijssen) Maar hoe kan het vak aardrijkskunde daar dan een bijdrage aan leveren? Begrippen als: ‘uitgaan van verschillen’, ‘inclusie/exclusie’, en
Learning outcomes
‘handelingsgericht werken’ staan centraal in jaar drie. Maar hoe vertaal je die naar je lessen aardrijkskunde? Wat betekent dat voor de didactische en inhoudelijke kennis van de student? Hoe draagt dit bij tot visieontwikkeling betreffende onderwijs, kind en maatschappij in zijn algemeenheid en specifiek m.b.t. aardrijkskunde? Een hele uitdaging! In dit moduul willen we de mogelijkheden bekijken hoe we middels een geografische benadering studenten handvatten kunnen bieden om bovengenoemde gelukkige klas vorm te geven. Naast vakinhoudelijke onderdelen komen verschillende werkvormen en benaderingen aan de orde. Niet hoe het moet, maar hoe het kan zal centraal staan. Het boek ‘aardrijkskunde is overal’ doet daartoe een aanzet, maar dit zal nog worden verrijkt met aangedragen literatuur. We zijn in jaar een en twee steeds uitgegaan dat aardrijkskunde een vakconcept heeft waarin zowel natuur als de mens leven in een wederzijdse verbondenheid. Een samengaan van actie en reactie. Dat we daarom ook steeds inhoudelijke onderwerpen ter bestudering hebben aangeboden spreekt voor zichzelf. Ook nu zal dat weer het geval zijn en geven we daarmee verder inhoud aan je geografische wereldbeeld. De vakdidactische vertaling draagt bij tot een verdieping van je vaardigheden betreffende de geografische benadering. De student: · Kent verschillende didactische werkvormen die het mogelijk maken tegemoet te komen aan uitgaan van verschillen. Dit geldt zowel voor jonge- als oudere kind. · Oefent in de praktijk van de basisschool met werkvormen die bijdragen aan uitgaan van verschillen. · Kan verwoorden hoe de verschillende werkvormen tegemoet komen aan uitgaan van verschillen · Kent de opgegeven literatuur (toets, zie studiemateriaal) · Onderzoekt verschillende bronnen (methoden, handboeken, tijdschriften)en kan verwoorden op welke wijze deze een bijdrage leveren tot uitgaan van verschillen. · Kan verwoorden hoe hij kinderen wil ‘binden en boeien’ middels aardrijkskunde.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Xie betreffende externe boekenlijst 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 119 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Geschiedenis leeft!
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOWER34-13 Geschiedenis leeft! History alive! 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
M Bosua (tel. +31884817251) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Werkcolleges en 1 excursie
niet verplicht
6 maal per blok
960 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 124
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Beroepstaak geschiedenislessen
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5
Schriftelijk tentamen
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: 1. blok 4 2. blok 5
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student: - heeft kennis van de geschiedenis van Nederland van 1500 tot heden, zoals is omschreven in de kennisbasis voor geschiedenisonderwijs. Deze stof wordt gedekt door de historische stof in het handboek "Geschiedenis Geven". - heeft kennis van de leerpsychologische achtergronden van geschiedenisonderwijs en is in staat op basis van die achtergronden conclusies te trekken voor het onderwijs dat hij gaat geven. - heeft kennis van de ontwikkeling van tijdsbesef bij kinderen en kan op basis van die kennis tijdsbalken ontwerpen voor de verschillende bouwen in het basisonderwijs. - heeft kennis van de belangrijkste leer- en hulpmiddelen, waaronder de geschiedenismethoden; - heeft kennis van de plaatsen waar achtergrondinformatie op het gebied van stofkennis en didactiek te vinden zijn. De student is in staat om deze achtergrondinformatie te gebruiken om zijn lesactiviteiten op een hoger niveau te tillen. - heeft kennis van de longitudinale opbouw van het geschiedenisonderwijs voor vier- tot twaalfjarigen; Studiehandleiding Geschiedenis (WER34) – VO 2 – semester 2 – 2014/2015 Instituut Theo Thijssen – Hogeschool Utrecht 4 / 14
- heeft in verdiepende zin kennis van en inzicht in de voor het basisonderwijs relevante geschieddidactische aspecten uit het beeldvormingsschema, waaronder: - beelden - de werkelijkheid - het doen - het geschreven woord - het gesproken woord - is in staat om het model van meervoudige intelligenties toe te passen binnen het geschiedenisonderwijs - bezit vaardigheden om zelf lesmateriaal uit te probereen op bruikbaarheid te beoordelen - bezit vaardigheden om zelf lesmateriaal voor het geschiedenisonderwijs te kunnen ontwerpen en uitvoeren aan de hand van: - afbeeldingen; - teksten; - (historische) kaarten; - ander historisch bronnenmateriaal; - bezit vaardigheden om de eigen omgeving/leefwereld van de kinderen in geschiedenislessen te verwerken waarbij multiperspectiviteit het uitgangspunt is; - bezit vaardigheden om samenhangende lesprogramma’s met betrekking tot geschiedenis te -ontwikkelen voor iedere willekeurige groep van de basisschool; - bezit vaardigheden om het besef van tijd bij de kinderen door midel van relevante leermiddelen (bijvoorbeeld de tijdsbalk) in iedere les te activeren; - bezit vaardigheden om kinderen gedurende langere tijd tijdens een geschiedenisles zelfstandig bezig te laten zijn met een uitdagende opdracht; - bezit vaardigheden om binnen een willekeurige geschiedenisles te differentiëren naar tempo, niveau en interesse, waarbij de vaardigheid een geschiedenisles voor zichzelf en voor de leerlingen te evalueren door middel van gevarieerde werkvormen. - bezit vaardigheden om de resultaten van zijn (geschiedenis)onderwijs te toetsen - is in staat om zijn handelen als leerkracht tijdens de geschiedenislessen te verantwoorden via een reflectie waarbij het model van Korthagen centraal staat
2.2 Korte beschrijving
Learning outcomes
Cursus inhoud In het eerste jaar heeft de student de cursus "Aan de slag met wereldvakken" gevolgd. Daarin werd een inleiding gegeven over hoe het vak geschiedenis kan worden gegeven op de basisschool. Deze cursus is een vervolg op de basis die in het eerste jaar is gelegd. De didactische kennis en de kennis van het vak worden uitgebreid en verdiept, waardoor de student na een positieve afronding van deze cursus zich een startbekwame leerkracht kan noemen voor het vak geschiedenis. Vakinhoudelijk Van de student wordt verwacht dat zijn kennisniveau het niveau van de geschiedenismethoden van het primair onderwijs overstijgt. De geschiedenis van Nederland in de periode van 1500- heden staat centraal. Didactisch Zoals hierboven als is gezegd, vindt een verdieping plaats van de didactische kennis, waarbij zal worden ingegaan op het toepassen van meer gevarieerde werkvormen en inzet van diverse leermiddelen. De nadruk zal liggen op de mogelijkheden om lessen te ontwerpen voor kinderen waarin ze ontdekkend en handelend bezig kunnen zijn. Centraal staat een verdieping van de beeldvorming. In het eerste jaar is dit kort aan de orde geweest en nu zullen verschillende beeldvormers afzonderlijk bekeken worden in al hun facetten. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld afbeeldingen, de leefomgeving van de kinderen en authentiek historisch materiaal. Aan het fenomeen tijdsbesef zal afzonderlijk aandacht worden besteed. Verder wordt ingegaan op de manier waarop kinderen historische informatie tot zich nemen op basis van theorieën van leerpsychologen. Ook zal een aantal geschiedenismethoden worden beoordeeld waarbij de inhoud van de colleges uit de jaren 1 en 2 vergeleken wordt met de inhoud van moderne geschiedenismethoden. Binnen het onderwijs in geschiedenis is het belangrijk dat de leerkracht zicht heeft op het resultaat van zijn onderwijs. In deze cursus zal de student zich dan ook in verdiepende zin bezig houden met de wijze waarop de resultaten van het onderwijs in deze vakgebieden kunnen worden gemeten. heeft kennis van de voor de basisschoolleerling relevante doelen met betrekking tot geschiedenis en de daarbij horende stof; heeft kennis van en inzicht in de mogelijkheden van verschillende didactische modellen die gebruikt kunnen worden het vakgebied geschiedenis in het basisonderwijs, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsfase waarin de kinderen verkeren; is in staat om de leefwereld/leefomgeving van de kinderen kritisch te analyseren op bruikbaarheid voor geschiedenisonderwijs. bezit vaardigheden om de eigen omgeving/leefwereld van de kinderen in geschiedenislessen te verwerken waarbij multiperspectiviteit het uitgangspunt is;
Kennisbasis
Kosten en studiematerialen
heeft kennis van de plaatsen waar historische naslagwerken en digitale bronnen te vinden zijn, die gebruikt kunnen worden bij het voorbereiden van de lessen; heeft kennis van de longitudinale opbouw van het geschiedenisonderwijs voor vier- tot twaalfjarigen; heeft kennis van de belangrijkste leer- en hulpmiddelen, waaronder de geschiedenismethoden; bezit vaardigheden om zelf lesmateriaal op bruikbaarheid te beoordelen; bezit vaardigheden om binnen een beroepsproduct zelf lesmateriaal voor het geschiedenisonderwijs te ontwerpen en uitvoeren aan de hand van: afbeeldingen; teksten; (historische) kaarten; authentiek bronnenmateriaal; heeft kennis van vakdidactische literatuur en is in staat deze literatuur te raadplegen voor het ontwerpen van een aantal opeenvolgende activiteiten, zodanig dat deze activiteiten daardoor op een hoger niveau kunnen worden gegeven. bezit vaardigheden om het besef van tijd bij de kinderen door middel van relevante leermiddelen (bijvoorbeeld de tijdsbalk) in iedere les te activeren; heeft kennis van en inzicht in ontwikkelingspsychologische modellen die een relatie hebben met het vak geschiedenis. De student weet in welke situaties hij deze kennis moet gebruiken. bezit vaardigheden om kinderen gedurende langere tijd tijdens een geschiedenisles zelfstandig bezig te laten zijn met een uitdagende opdracht; bezit vaardigheden om binnen een willekeurige geschiedenisles te differentiëren naar tempo, niveau en interesse, waarbij het model van meervoudige intelligentie mede een rol speelt. is in staat om een geschiedenisles voor zichzelf en voor de leerlingen te evalueren door middel van gevarieerde werkvormen, waaronder het afnemen van een toets. Het beeldvormingsschema ligt aan de basis van alle lessen Er wordt een relatie gelegd tussen leerpsychologische modellen en geschiedenisonderwijs Het principe van Meervoudige Intelligentie wordt verwerkt in een aantal lessen. Dit principe dient ook als uitgangspunt om te komen tot differentiatie binnen het geschiedenisonderwijs. Het handboek is al in het vorige studiejaar aangeschaft
2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: De student heeft de cursus OTC-D-VOWER31-12 gevolgd 2.4 Kosten en studiematerialen Kosten: EUR 65 Materiaal: Diversen (aanbevolen): Artikelen op Sharepoint in de map "Wereldvakken". Boek (verplicht): Bruin, R. de & Bosua, M. (2013) Geschiedenis Geven. Assen: Van Gorcum, ISBN 978 90 232 5010 4. Hoofdstukken 5 t/m 10 2.5 Workload Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Werkplekleren
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOWPL33-13 Werkplekleren semester 3 (groep 3, 4, 5) Internship (groep 3, 4, 5) 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
A Sahin (tel. +31884817593) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Stage
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Stage
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 280
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Praktijkbeoordeling inst.opleider
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
3
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3 3. blok 4
Reflectieverslag
Numeriek zonder decimalen
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: 1. blok 2 2. blok 3
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Learning outcomes Kern en deeltaken op het niveau van gevorderd bekwaam 1.1.2. Herkennen van complexe groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. 1.2.1 Kinderen ondersteunen op sociaal-emotioneel en moreel gebied en herkennen van signaalgedrag. 1.2.2 Responsief communiceren en hoge en realistische verwachtingen uitspreken. 1.2.3 Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in de lesactiviteiten. 1.3.1 Leiding geven aan de groep en tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen. 1.3.2 Kinderen betrekken bij het hanteren en eventueel aanpassen van de klassenregels. 1.3.3 School- en klassenregels verbinden en positief en consequent hanteren. 1.4.1 Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) met kinderen bespreken en verbeteren.
1.4.2 Kinderen concreet ondersteunen bij het samenwerken en positief omgaan met elkaar. 1.4.3 Interveniëren bij conflicten en kinderen ondersteunen bij het oplossen ervan. 1.5.1 Kinderen betrekken bij het creëren van een klimaat van rekening houden met elkaar. 1.5.2 Verschillen in opvattingen en gedrag met kinderen bespreken en waarderen. 1.5.3 Bespreken van waarden en normen gericht op respect voor elkaar. 2.3.1. Kennen van kwaliteitseisen bij toetsen en beoordelingen en bestaande toetsen daarop kunnen analyseren en beoordelen. 2.3.2. Kennen van de analyses van gegevens in een volgsysteem en het gebruik van de uitkomsten. 2.3.3. Kennen van instrumenten en analyses voor diagnosticeren van leerproblemen. 2.4.1. Adequaat analyseren en systematisch vastleggen van gegevens uit toetsen en het volgsysteem. 2.4.2. De verzamelde gegevens systematisch gebruiken bij het voorbereiden van lessen. 2.4.3. Hanteren van verschillende instructieniveaus en bedenken van alternatieven. 2.5.1. Beoordelen van geschiktheid van toetsvormen en evt. alternatieven zoeken. 2.7.1. Maken van een dagplanning, passend binnen de periodeplanning. 2.7.2. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dag. 2.8.1. Evaluaties gebruiken om planning en leeractiviteiten voor individuele kinderen aan te passen.. 3.1.1. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leef-omgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. 3.1.2. Op planmatige wijze kinderen motiveren en taakgerichtheid stimuleren zodat de betrokkenheid toeneemt.. 3.2.1. Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. 3.2.2. Instructie: bij leerlingen stimuleren dat ze een juist mentaal beeld vormen 3.2.3. Leergesprekken: uitspraken van leerlingen (samen) evalueren 3.3.1. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.3.2. Taakgericht gedrag afstemmen met de groep en individuele kinderen. 3.4.1. Coachen: geven van hints, aanmoedigingen en feedback. 3.4.2. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren 3.4.3. Kinderen bewust maken van en begeleiden bij hun leer- en oplossingsstrategieën. 3.5.1. Samen met de kinderen periodiek evalueren van het onderwijs en bedenken van vervolgactiviteiten en alternatieve aanpakken. 3.6.1 De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen. 4.1.1. Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. 4.1.2 In dialoog treden met anderen. 4.1.3 Uitleggen hoe eigen handelen voortkomt uit waarden. 4.1.4 De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. 4.1.5 Een presentatie verzorgen in het team. 4.2.4. Over kinderen spreken met inzicht en visie 4.2.5. Inzicht hebben in het taakbeleid op de school en deelnemen aan bespreking van taken 4.2.6. Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. 4.2.7. Deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. 4.2.8. Aansluiten bij gesprekken met externe professionals. 5.1.5. Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. 5.2.2. Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. 5.2.4. Deelnemen aan processen van collectief leren in de school. Algemene doelen De student 1. kan zijn professionele ontwikkeling aantonen en beargumenteren op het niveau van gevorderd bekwaam. 2. Kan een persoonlijk ontwikkelplan, voorzien van SMART geformuleerde leervragen en doelen en activiteitenplan maken waarbij hij weloverwogen keuzes maakt en beargumenteerd. 3. Kan zijn eigen praktijkervaringen systematisch, kritisch en gefundeerd evalueren . 4. Kan alleen en in samenwerking reflecteren op zijn activiteiten en 5. Kan aaneengesloten lesactiviteiten ontwerpen, uitvoeren en evalueren en werkt toe naar het zelfstandig dragen van groepsverantwoordelijkheid in de klas. 6. Kan vanuit thema’s lesactiviteiten ontwerpen, uitvoeren en evalueren, waarbij hij verschillende vak- en vormingsgebieden op elkaar afstemt.
2.2 korte beschrijving
Cursus inhoud Om je studie goed te kunnen doorlopen krijgt de student net als in jaar 1 en 2 begeleiding bij zijn studie in de vorm van studie en werk. Deze lessen worden gegeven door een vakdocent die ook tevens de studieloopbaanbegeleider is van de groep studenten. Binnen Studie en werk komen de volgende onderwerpen aan bod: • terugblikken en vooruit kijken • met elkaar praten over wat de student doet, wat hij ervaart, wat hij vindt, wat hij wil, wat hij kan, etc. • onderzoeken van zijn leerkrachtgedrag en welke alternatieven er misschien zijn
• verbindingen leggen tussen zijn leerkrachtgedrag, de studie en het beroep leraar • betekenis geven aan leerervaringen • leerervaringen koppelen aan de kern en deeltaken • a.d.h.v. kritisch, systematisch en gefundeerd reflecteren het beeld van zijn leerkrachtgedrag, het beroep en de studie bijstellen • keuzes maken en studieplanningen maken
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 280 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Activiteit buiten curriculum VO Jaar 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
1.8
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.7
OTV3-ACTBC-15 Activiteit buiten curriculum Pabo Versneld Jaar 3 Additional activities 0 European Credits Werkvormen zijn er in Deeltijd Nee
MAM Konings (tel. +31884817763) (
[email protected]) Nederlands
1.10 Voertaal 1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
reservering voorbereiding assessment
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2, blok 3, blok 4, blok 5
reservering afnemen assessments
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 2, blok 3, blok 4, blok 5
1.12 Toetsen: Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
.
2.2
Cursus inhoud
.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren.
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Planning/verantwoording afstudeerstage
Titel
Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOAFS31-14 Planning en verantwoording afstudeerstage Planning and responsibility final internship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
AP Zuidema (tel. +31884817176) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Feedback groepsplan Taal/Rekenen
niet verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5 bij aanvangsblok 3: blok 5
S&W / SLB
niet verplicht
3 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Startcollege
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 127 (bij alle aanvangsblokken)
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Verslag planning/verantw. afstudeerstage
Resultaatschaal
Numeriek zonder decimalen
Minimum cijfer
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Dublin descriptoren De student:
formuleert eigen professionele leerdoelen voor de eindstage (POP) (Dublin Descriptor (DD) 5) analyseert met behulp van relevante pedagogisch en didactische bronnen het pedagogisch klimaat in de stageklas en beschrijft welke interventies hij gaat inzetten (DD 2) verantwoordt op basis van relevante vakdidactische bronnen op welke wijze hij gaat werken aan de vak- en vormingsgebieden in de eindstage. (DD 2) maakt een groepsoverzicht en een groepsplan op één vakgebied voor de stageklas. (DD 2)
Kern- en deeltaken op niveau fase 4; startbekwaam Kerntaak 1: 1.1.1. Herkennen van gedrags-, leer- en ontwikkelings-problemen en mogelijkheden tot groei bij kinderen. 1.1.2. Herkennen van complexe groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. 1.2.1. Planmatig passende sociaal-emotionele en morele ondersteuning bieden. 1.2.2. Planmatig responsief handelen. 1.2.3. Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in het onderwijs en de klas. 1.3.3. School- en klassenregels zo nodig in het team aan de orde stellen en afstemmen. 1.4.1. Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) bij kinderen planmatig verbeteren. 1.4.2. Planmatig ondersteunen bij het aanleren van samenwerking. 1.4.3. Waar nodig bij conflicten contact opnemen met collega’s en ouders. 1.5.2. Planmatig creëren van een respectvolle sfeer in de klas samen met de kinderen. 1.5.3. Verbinding leggen tussen thuis- en schoolcultuur. 1.5.4. Waardenontwikkeling, ethisch handelen en moreel gedrag van kinderen stimuleren. Kerntaak 2: 2.1.1. Boven de stof staan en doorgaande leerlijnen kennen en herkennen. 2.2.1. Herkennen van vakspecifieke leerstofopbouw en de cruciale momenten daarin, in verschillende methodes. 2.2.2. Kennen en herkennen van vakspecifieke instructie en werkvormen, ook bij specifieke leerproblemen. 2.2.3. (Her)kennen van specifieke mogelijkheden om lesdoelen en werkvormen in diverse vakken te combineren. 2.2.4. (Her)kennen van vakspecifieke leerproblemen en mogelijk-heden voor differentiatie. 2.3.1. Kennen van kwaliteitseisen bij toetsen en beoordelingen en bestaande toetsen daarop kunnen analyseren en beoordelen. 2.3.2. Kennen van de analyses van gegevens in een volgsysteem en het gebruik van de uitkomsten. 2.3.3. Kennen van instrumenten en analyses voor diagnosticeren van leerproblemen. 2.4.1. Adequaat analyseren en systematisch vastleggen van gegevens uit toetsen en het volgsysteem. 2.4.2. De verzamelde gegevens systematisch gebruiken bij het voorbereiden van lessen. 2.4.3. Hanteren van verschillende instructieniveaus en bedenken van alternatieven. 2.5.1. Beoordelen van geschiktheid van toetsvormen en evt. alternatieven zoeken. 2.6.1. Ontwerpen van passende leermiddelen en materialen en andere aspecten van de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.7.1. Maken van een dagplanning, passend binnen de periodeplanning. 2.7.2. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dag. 2.8.1. Evaluaties gebruiken om planning en leeractiviteiten voor individuele kinderen aan te passen. Kerntaak 3: 3.1.2. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leef-omgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. 3.1.3. Op planmatige wijze kinderen motiveren en taakgerichtheid stimuleren zodat de betrokkenheid toeneemt. 3.2.1. Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. 3.2.2. Instructie: bij leerlingen stimuleren dat ze een juist mentaal beeld vormen. 3.2.3. Leergesprekken: uitspraken van leerlingen (samen) evalueren. 3.3.1. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.3.2. Taakgericht gedrag afstemmen met de groep en individuele kinderen. 3.4.2. Coachen: geven van hints, aanmoedigingen en feedback. 3.4.3. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren. 3.4.4. Kinderen bewust maken van en begeleiden bij hun leer- en oplossingsstrategieën. 3.5.1. Samen met de kinderen periodiek evalueren van het onderwijs en bedenken van vervolgactiviteiten en alternatieve aanpakken.
3.6.1.
De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen.
Kerntaak 4: 4.1.1.Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. 4.1.2 In dialoog treden met anderen. 4.1.3 Uitleggen hoe eigen handelen voortkomt uit waarden. 4.1.4 De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. 4.1.5 Een presentatie verzorgen in het team. 4.2.1. Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. 4.2.2. Samenwerking aangaan en (helpen) ontwikkelen. 4.2.3. Nemen van initiatieven. 4.2.4. Over kinderen spreken met inzicht en visie. 4.2.5. Inzicht hebben in het taakbeleid op de school en deelnemen aan bespreking van taken. 4.2.6. Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. 4.2.7. Deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. 4.2.8. Aansluiten bij gesprekken met externe professionals.
Kerntaak 5: 5.1.1. Structureren en effectief gebruiken van informatie. 5.1.2. Onderzoeksuitkomsten analyseren op relevantie. 5.1.5. Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. 5.2.1. Relaties leggen tussen praktijk, theorie / kennis en eigen visie en handelen. 5.2.2. Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. 5.2.3. Eigen handelen systematisch onderzoeken en evalueren. 5.3.1. Sociale, economische en culturele heterogeniteit in en rond de school en divers gedrag daardoor begrijpen. 5.3.2. Onderscheid maken tussen diverse werkwijzen en visies, ook van zichzelf. 5.3.3. Nieuwe inzichten gebruiken voor verdere ontwikkeling van de beroepsidentiteit.
2.2
Cursus inhoud
Het studieonderdeel Planning en verantwoording afstudeerstage is de oriëntatiefase van de afstudeerstage Tijdens deze oriëntatiefase bereidt de student zich voor op de afstudeerstage. De afronding is in de vorm van een verslag. Dit verslag bestaat - naast inleiding, literatuurlijst en bijlagen - uit de volgende vier hoofdstukken: 1. eigen professionele leerdoelen voor de eindstage (POP) 2. pedagogisch klimaat 3. werken aan vakken en ontwikkelingsgebieden 4. een groepsoverzicht en groepsplan voor taal of rekenen-wiskunde
2.3 Ingangseisen De volgende (groep) cursussen moet(en) voldoende zijn afgerond: 1.
Het examen propedeuse moet zijn behaald. Minimaal 110 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: Propedeuse behaald; 110 ec uit hoofdfase 1 & 2 gehaald; alle stages uit de voorafgaande jaren minimaal voldoende hebben afgesloten. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Diverse bronnen, zelf te kiezen. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 13 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 127
Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Afstudeeronderzoek
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOAFS32-14 Afstudeeronderzoek Bachelorthesis 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
FTE Overtoom (tel. +31884817520) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Contacttijd in minuten per aanvangsblok
Hoorcollege onderzoek
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
Onderzoeksbegeleiding
niet verplicht
3 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
90 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
Stage
verplicht
Workshop bronnen zoeken
verplicht
0 maal per blok
1 maal per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 264 (bij alle aanvangsblokken) Toelichting bij werkvorm Stage: Verklaring verplichte aanwezigheid: Bij de stagedagen in de oriëntatiefase en de stagedagen dat er geen groepsverantwoordelijkheid is voor de student gaan we er van uit dat de student in ieder geval een halve dag in de klas is, zodat hij/zij de andere helft van de tijd in de gelegenheid wordt gesteld om op de school te werken aan de opdrachten die vanuit de opleiding zijn opgegeven, zoals bijvoorbeeld het onderzoek.
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
Onderzoeksopzet
Beperkte Alfa NA, NVD, VD
5,5
1
4
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE bij aanvangsblok 3:
1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE
Onderzoeksverslag
Numeriek zonder decimalen
5,5
99
4
bij aanvangsblok 1: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student: 1. 2. 3.
4.
5. 6. 7.
signaleert en onderzoekt een verlegenheidssituatie (Harinck, 2011) in het onderwijs en vertaalt de resultaten hiervan naar een bijdrage aan het beroep (DD kennis & inzicht, oordeel); formuleert naar aanleiding van een verlegenheidssituatie in het onderwijs een onderzoeksvraag, verzamelt en analyseert data en vertaalt de uitkomsten naar een bijdrage aan het beroep (DD kennis & inzicht, oordeel); beoordeelt resultaten van recent (wetenschappelijk) onderzoek, in relatie tot de geformuleerde onderzoeksvraag op waarde, belang en toepasbaarheid voor het eigen onderzoek (DD toepassen kennis en inzicht); interpreteert de gevonden onderzoeksresultaten met als doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op een afweging van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten (DD oordeelsvorming); schrijft een onderzoeksverslag waarin voor vakgenoten duidelijk wordt wat de resultaten zijn van het onderzoek en wat de bijdrage ervan is voor de basisschool (DD communicatie); presenteert het onderzoeksverslag aan de basisschool (DD communicatie); reflecteert op het eigen handelen in de uitvoering van het onderzoek, met als doel zijn eigen professionele ontwikkeling te bevorderen (DD leervaardigheden).
* DD; Dublin descriptoren (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. (2004). Dublin descriptoren. Gevonden op 18 maart 2015, op http://www.nvao.net/page/downloads/Dublin_Descriptoren.pdf ) Kern en deeltaken: 4.1 Vanuit een open houding professioneel communiceren met volwassenen, zowel individueel als groepsgewijs. · 4.1.1 Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. · 4.1.2 In dialoog treden met anderen. · 4.1.5 Een presentatie verzorgen in het team. 5.1 Actief omgaan met informatie en blijven ontwikkelen van eigen kennis, mede op basis van bestaand en eigen onderzoek, en deze kennis gebruiken bij visie ontwikkelen, keuzen maken en zich verantwoorden. · 5.1.0 Een onderzoekscyclus doorlopen. · 5.1.1 Structureren en effectief gebruiken van informatie. · 5.1.2 Onderzoeksuitkomsten analyseren op relevantie. · 5.1.3 Onderzoek doen naar een verlegenheidssituatie op een school · 5.1.4 Kennis uit eigen onderzoek delen binnen de school. 5.2 Leren van feedback en reflectie, zowel individueel als gezamenlijk. · 5.2.1 Relaties leggen tussen praktijk, theorie. · 5.2.2 Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. · 5.2.4 Deelnemen aan processen van collectief leren in de school. Kennisbasis (Generiek) Meijerink: C. Kwaliteit en innovatie C.1 Professionele ontwikkeling 2. Praktijkgericht onderzoek
2.2
Cursus inhoud
Een startbekwaam leerkracht basisonderwijs is in staat om zijn/haar eigen onderwijspraktijk kritisch te volgen en waar nodig zijn/haar handelen bij te stellen op basis van nieuwe inzichten. Daarom hebben we er voor gekozen om in onze opleiding praktijkonderzoek een plek te geven. Onder praktijkonderzoek verstaan we in het kader van dit afstuderen: het onderzoeken van de stagepraktijk met het oogmerk de mogelijkheden van het eigen handelen of de onderwijspraktijk te verkennen, te verbeteren, te innoveren en te komen tot een advies aan de school om deze verandering door de voeren.
2.3
Ingangseisen
Veronderstelde voorkennis: Het onderdeel onderzoek uit het derde jaar moet met een voldoende zijn afgerond. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Zie betreffende externe boekenlijst. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 16 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 264 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
Titel
Afstudeerstage en Eindassessment
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
OTC-B-VOAFS33-14 Afstudeerstage en Eindassessment Final internship en Final assessment 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Werkvorm
Feedback bewijs W&T
Feedback bewijzen Taal/RWD/O&P
Feedback bewijzen WO/KUNST
Hoorcollege startbekwame bewijzen
Hoorcollege Wetenschap & Technologie
Aanwezigheid verplicht?
niet verplicht
niet verplicht
niet verplicht
niet verplicht
verplicht
Nee
OH Hutten (tel. 2276) (
[email protected]) Nederlands
Frequentie
0 maal per blok
0 maal per blok
0 maal per blok
1 maal per blok
1 maal per blok
Contacttijd in minuten In welke blokken wordt per aanvangsblok de werkvorm aangeboden?
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5 bij aanvangsblok 3: blok 5
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5 bij aanvangsblok 3: blok 5
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 5
90 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 5 bij aanvangsblok 3: blok 3
Hoorcollege WinVision en video
niet verplicht
1 maal per blok
90 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
Stage afstudeerfase
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
Stage oriëntatiefase
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 413 (bij alle aanvangsblokken) Toelichting bij werkvorm Stage afstudeerfase:
Verklaring verplichte aanwezigheid: In de stagedagen die niet onder de groepsverantwoordelijkheid vallen, gaan we er van uit dat de student in ieder geval een halve dag in de klas is, zodat hij/zij de andere helft van de tijd in de gelegenheid wordt gesteld om op de school te werken aan de opdrachten die vanuit de opleiding zijn opgegeven. Toelichting bij werkvorm Stage oriëntatiefase: Verklaring verplichte aanwezigheid: In de stagedagen die niet onder de groepsverantwoordelijkheid vallen, gaan we er van uit dat de student in ieder geval een halve dag in de klas is, zodat hij/zij de andere helft van de tijd in de gelegenheid wordt gesteld om op de school te werken aan de opdrachten die vanuit de opleiding zijn opgegeven.
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Eindassessment iav int. + ext.assessor
Eindgesprek stageschool met IO'er/PO'er
Resultaatschaal
Numeriek zonder decimalen
Numeriek zonder decimalen
Minimum cijfer
5,5
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
75
25
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
4
bij aanvangsblok 1: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE
4
bij aanvangsblok 1: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE bij aanvangsblok 3: 1. blok CONTINUE 2. blok CONTINUE
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Dublin Descriptoren De student:
reflecteert op de eigen professionele ontwikkeling (DD leervaardigheden) formuleert een eigen onderwijsvisie en professioneel werkconcept (DD toepassen kennis en inzicht, communicatie en leervaardigheden) functioneert op startbekwaam niveau in de praktijk (DD toepassen kennis en inzicht) bewijst in het portfolio alle competenties op startbekwaamniveau (DD toepassen kennis en inzicht, communicatie en leervaardigheden) presenteert tijdens het eindassessment zichzelf als startbekwaam leerkacht basisonderwijs (DD communicatie)
Kern- en deeltaken op niveau fase 4; startbekwaam Kerntaak 1: 1.1.1. Herkennen van gedrags-, leer- en ontwikkelings-problemen en mogelijkheden tot groei bij kinderen. 1.1.2. Herkennen van complexe groepsprocessen en van passende leiderschapsstijlen. 1.2.1. Planmatig passende sociaal-emotionele en morele ondersteuning bieden. 1.2.2. Planmatig responsief handelen. 1.2.3. Ideeën en inbreng van kinderen een plek geven in het onderwijs en de klas. 1.3.3. School- en klassenregels zo nodig in het team aan de orde stellen en afstemmen. 1.4.1. Groepsprocessen, rollen en sociale verhoudingen (o.a. pestgedrag) bij kinderen planmatig verbeteren. 1.4.2. Planmatig ondersteunen bij het aanleren van samenwerking. 1.4.3. Waar nodig bij conflicten contact opnemen met collega’s en ouders. 1.5.2. Planmatig creëren van een respectvolle sfeer in de klas samen met de kinderen. 1.5.3. Verbinding leggen tussen thuis- en schoolcultuur. 1.5.4. Waardenontwikkeling, ethisch handelen en moreel gedrag van kinderen stimuleren. Kerntaak 2: 2.1.1. Boven de stof staan en doorgaande leerlijnen kennen en herkennen. 2.2.1. Herkennen van vakspecifieke leerstofopbouw en de cruciale momenten daarin, in verschillende methodes. 2.2.2. Kennen en herkennen van vakspecifieke instructie en werkvormen, ook bij specifieke leerproblemen.
2.2.3. (Her)kennen van specifieke mogelijkheden om lesdoelen en werkvormen in diverse vakken te combineren. 2.2.4. (Her)kennen van vakspecifieke leerproblemen en mogelijk-heden voor differentiatie. 2.3.1. Kennen van kwaliteitseisen bij toetsen en beoordelingen en bestaande toetsen daarop kunnen analyseren en beoordelen. 2.3.2. Kennen van de analyses van gegevens in een volgsysteem en het gebruik van de uitkomsten. 2.3.3. Kennen van instrumenten en analyses voor diagnosticeren van leerproblemen. 2.4.1. Adequaat analyseren en systematisch vastleggen van gegevens uit toetsen en het volgsysteem. 2.4.2. De verzamelde gegevens systematisch gebruiken bij het voorbereiden van lessen. 2.4.3. Hanteren van verschillende instructieniveaus en bedenken van alternatieven. 2.5.1. Beoordelen van geschiktheid van toetsvormen en evt. alternatieven zoeken. 2.6.1. Ontwerpen van passende leermiddelen en materialen en andere aspecten van de leeromgeving, gericht op de groep en de individuele kinderen. 2.7.1. Maken van een dagplanning, passend binnen de periodeplanning. 2.7.2. Voorbereiden van meerdere onderwijsactiviteiten gedurende een dag. 2.8.1. Evaluaties gebruiken om planning en leeractiviteiten voor individuele kinderen aan te passen. Kerntaak 3: 3.1.2. Structureel rekening houden met de belevingswereld, leef-omgeving en actualiteit en kinderen inbreng geven bij de keuze van de leerstof. 3.1.3. Op planmatige wijze kinderen motiveren en taakgerichtheid stimuleren zodat de betrokkenheid toeneemt. 3.2.1. Geven van interactieve instructie en daarbij inspelen op verschillen tussen kinderen in niveau, tempo en interesse. 3.2.2. Instructie: bij leerlingen stimuleren dat ze een juist mentaal beeld vormen. 3.2.3. Leergesprekken: uitspraken van leerlingen (samen) evalueren. 3.3.1. Zo nodig bijstellen van taken en werkvormen tijdens het uitvoeren van de lesactiviteit. 3.3.2. Taakgericht gedrag afstemmen met de groep en individuele kinderen. 3.4.2. Coachen: geven van hints, aanmoedigingen en feedback. 3.4.3. Kinderen laten exploreren en zelfstandig leren stimuleren. 3.4.4. Kinderen bewust maken van en begeleiden bij hun leer- en oplossingsstrategieën. 3.5.1. Samen met de kinderen periodiek evalueren van het onderwijs en bedenken van vervolgactiviteiten en alternatieve aanpakken. 3.6.1. De groep en de individuele kinderen overzien en anticiperen op gebeurtenissen. Kerntaak 4: 4.1.1.Communicatievaardigheden gericht inzetten, zoals een actieve luisterhouding. 4.1.2 In dialoog treden met anderen. 4.1.3 Uitleggen hoe eigen handelen voortkomt uit waarden. 4.1.4 De waarden van de school bespreken en eraan bijdragen. 4.1.5 Een presentatie verzorgen in het team. 4.2.1. Deelnemen aan overleg en bijdragen aan de uitvoering. 4.2.2. Samenwerking aangaan en (helpen) ontwikkelen. 4.2.3. Nemen van initiatieven. 4.2.4. Over kinderen spreken met inzicht en visie. 4.2.5. Inzicht hebben in het taakbeleid op de school en deelnemen aan bespreking van taken. 4.2.6. Zicht hebben op de ontwikkeling van kinderen en een gepland gesprek voeren met hun ouders. 4.2.7. Deelnemen aan contacten die de school met ouders onderhoudt. 4.2.8. Aansluiten bij gesprekken met externe professionals. Kerntaak 5: 5.1.1. Structureren en effectief gebruiken van informatie. 5.1.2. Onderzoeksuitkomsten analyseren op relevantie. 5.1.3. Onderzoek doen naar een probleem op een school. 5.1.4. Kennis uit eigen onderzoek delen binnen de school. 5.1.5. Eigen handelen verantwoorden op basis van kennis en visie. 5.2.1. Relaties leggen tussen praktijk, theorie / kennis en eigen visie en handelen. 5.2.2. Voorstellen ontwikkelen en deze inbrengen. 5.2.3. Eigen handelen systematisch onderzoeken en evalueren. 5.2.4. Deelnemen aan processen van collectief leren in de school. 5.3.1. Sociale, economische en culturele heterogeniteit in en rond de school en divers gedrag daardoor begrijpen. 5.3.2. Onderscheid maken tussen diverse werkwijzen en visies, ook van zichzelf. 5.3.3. Nieuwe inzichten gebruiken voor verdere ontwikkeling van de beroepsidentiteit.
2.2
Cursus inhoud
Je eindstage is de periode waarin je toe werkt naar het zelfstandig uit kunnen oefenen van het beroep van leerkracht basisonderwijs. Tijdens je afstudeerfase laat je zien dat je groepsverantwoordelijkheid kunt dragen en op startbekwaam niveau functioneert. Dat mondt uit in een praktijkbeoordeling. Het eindassessment is de afrondende toets die je daarna op de opleiding doet. Daarin komt alles samen: het is dé toets waarin je aantoont klaar te zijn voor het HBO-diploma leraar basisonderwijs. Het gaat dan niet alleen om je functioneren in de praktijk, maar ook je ontwikkeling, je kwaliteiten, het kunnen verbinden van praktijk en theorie op HBO-niveau én datgene waar je voor staat komen erin samen.
2.3 Ingangseisen Het examen propedeuse moet zijn behaald. Veronderstelde voorkennis: Propedeuse behaald; 110 EC uit Hoofdfase 1+2 gehaald; alle stages uit de voorafgaande jaren voldoende hebben afgesloten. Alle stages uit de voorafgaande jaren voldoende hebben afgesloten. Ingangseis m.b.t. de toets Eindassessment: alle onderdelen van de studie (235 EC) moeten behaald zijn en het eindgesprek op de stageschool moet voldoende zijn afgerond. Alleen na toestemming van de afstudeercoördinator mag van deze ingangseisen worden afgeweken, m.b.t. de profileringsruimte. 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (aanbevolen): Diverse bronnen zelf te kiezen. 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 4 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 413 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd