Schoolondersteuningsprofiel PO Bs. ‘t Kwekkeveld Datum: mei 2014 Opgesteld door: G. Loeffen
Tel. 073-5492783 e-mail:
[email protected] website: www.bs-kwekkeveld.nl
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Deze school en leerlingen 2.1 Contactgegevens 2.2 Korte beschrijving school 2.3 Het onderwijsconcept 2.4 Kengetallen leerlingenpopulatie 2.5 Onderwijsbehoeften leerlingenpopulatie 2.6 Kwaliteit volgens Inspectie 3. Passend onderwijs nu 3.1 Onderwijsaanbod en differentiatie 3.2 Pedagogisch klimaat 3.3 Planmatig werken 3.4 Handelingsgericht werken 3.5 Ondersteuningsstructuur 3.6 Interventies basisondersteuning 3.7 Extra ondersteuning 3.8 Match onderwijsbehoeften en aanbod 4. Passend onderwijs straks 4.1 Ambities en ontwikkelpunten korte termijn 4.2 Ambities en ontwikkelpunten langere termijn 4.3 Professionalisering 4.4 Overige randvoorwaarden School ondersteuningsprofiel PO 3 Eduquality
1. Inleiding Voorliggend document bevat het schoolondersteuningsprofiel van ‘t Kwekkeveld. In het kader van de Wet op het passend onderwijs wordt van iedere school verwacht dat zij een schoolondersteuningsprofiel opstelt. Daarin omschrijft de school welke basisondersteuning zij biedt aan de leerlingen en welke mogelijkheden er zijn om leerlingen te ondersteunen die extra onder-wijsbehoeften hebben. Iedere leerling heeft bepaalde onderwijsbehoeften, verschillen zijn er altijd en voor een groot deel inpasbaar in het onderwijs. Sommige leerlingen hebben onderwijsbehoeften waar een bepaalde (reguliere) school niet aan kan voldoen. Bijvoorbeeld omdat zij de juiste expertise niet in huis heeft, omdat het gebouw niet geschikt is of omdat gezien de beschikbare formatie in een specifiek geval te weinig individuele aandacht, begeleiding of fysieke verzorging kan worden geboden. In dit profiel geven wij aan in hoeverre onze school op dit moment al passend onderwijs biedt, d.w.z. rekening houdt met (verschillen in) onderwijsbehoeften, en waar wij momenteel handelingsverlegen zijn in het realiseren van een passend aanbod. We geven aan wat onze visie en ambities aangaande passend onderwijs zijn en wat wij nodig hebben om dit te realiseren. In hoofdstuk 2 staan de gegevens over onze school, de leerlingenpopulatie en de belangrijkste onderwijsbehoeften kort genoemd. We geven tevens het kwaliteitsoordeel van de Inspectie over onze school kort weer. In hoofdstuk 3 komt aan de orde op welke wijze de school op dit moment passend onderwijs biedt voor de huidige leerlingen, waaruit de basisondersteuning bestaat en welke extra ondersteuning de school eventueel kan bieden. In hoofdstuk 4 beschrijven wij de visie van de school t.a.v. passend onderwijs op de korte en langere termijn. Wij geven aan waar de school naar toe wil. We beschrijven wat daarvoor nodig is aan professionalisering en welke andere randvoorwaarden er zijn om de ambities waar te maken. 2. In dit hoofdstuk presenteren we kort de school, de leerlingen en hun belangrijkste onderwijsbehoeften. 2.1 Contactgegevens Naam school Adres school Naam directeur Naam ib-er (s) Naam bestuur Naam contactpersoon Email contactpersoon Tel. Contactpersoon
Bs. ‘t Kwekkeveld Cornelis Trompstraat 47 5481 GS Schijndel G.A.P. Loeffen M. van Deursen en R. van de Hoef SKOPOS G. Loeffen
[email protected] 073-5492783
2.2 Korte beschrijving school Basisschool ’t Kwekkeveld is in 1983 ontstaan uit een fusie van de Mariaschool en de Toekomst. In 1985 is de kleuterschool ‘de Nieuwe Lente’ bij ’t Kwekkeveld gevoegd. De naam ’t Kwekkeveld heeft betrekking op de vele kikkers die in het verleden op de plek van de school bij elkaar kwamen om hun kwaaklied ten gehore te brengen. Nu kwaken en kwekken er de kinderen van ‘t Kwekkeveld naar hartenlust. In 1993 is het nieuwe schoolgebouw geopend. Dit gebouw bestaat uit 13 lokalen, 1 speellokaal voor de kleuters, ’n ruime aula die door een vouwwand in twee delen gesplitst kan worden. De kinderen werken in de klassen en in de ruimte voor de klassen in de zogenaamde leerpleinen. Ook de aula is ingericht als een groot leerplein. Ook hier
werken kinderen van verschillende leeftijd zelfstandig. Naast werkruimte wordt de aula ook gebruikt voor vieringen en optredens van kinderen. Vanaf 1 augustus 2012 zijn alle onze groepen gehuisvest in ons deels nieuwe deels vernieuwde gebouw. Samen met onze partners BuitenSchoolse Opvang (BSO) de Plu, Peuterspeelzaal ’t Kikvorschke en bs. De Vossenberg vormen we het EBC-noord. Alle partners werken aan de inrichting van een kindcentrum waarin alle kinderen welkom zijn, een plekje krijgen en waar we zoeken naar een passend aanbod voor onderwijsbehoefte en de begeleiding die daar bijhoort. De kleutergroepen van ‘t Kwekkeveld zijn heterogeen samengesteld. De kinderen in de groepen 3 t/m 8 zijn homogeen gegroepeerd. Dat wil zeggen dat de kinderen op basis van leeftijd bij elkaar zitten. Momenteel zitten er op onze school ca. 340 leerlingen. In onderstaande diagram kunt u zien waar deze kinderen vandaan komen. Zo’n 25% komt van buiten de wijk. Van Boschweg Noord West, de eigen wijk, komt ca. 75% van onze kinderen.
250 200 150
2011 2012
100 50 0
CENTRUM
BOSCHWEG NW
BOSCHWEG NO
ELDERS
Onze schoolbevolking. De wijk waarin de kinderen komen die naar school gaan, bestaat ongeveer voor de helft uit huurhuizen en voor de helft uit koophuizen. Bij een aantal kinderen wordt thuis het Oostbrabants dialect gesproken. Op onze school zitten ongeveer 25 kinderen waarvan de ouders of opa’s en oma’s geen Nederlandse achtergrond hebben. 2.3 Visie en onderwijsconcept. Kwekkeveldonderwijs in ontwikkeling. Kernwaarden voor omgang. Op ‘t Kwekkeveld werkt iedereen van uit de kernwaarden welzijn en respect en hebben we vertrouwen in de positieve bedoelingen van mensen. Daarom willen wij een veilige school zijn voor iedereen die bij ons binnenkomt. Hierbij gaan wij uit van het gegeven dat ieder mens verschillend is. Wij willen niet alleen rekening houden met die verschillen, maar daar ook aan tegemoet komen, zowel bij kinderen als bij leerkrachten. De principes vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking zijn daarom leidend voor ons handelen. Daarbij gaan we van het gegeven uit dat elk kind, elk mens verantwoordelijkheid kan, wil en moet dragen voor zichzelf en zijn omgeving. Uiteindelijk streeft ‘t Kwekkeveld er naar dat onze leerlingen de school verlaten met een grote mate van zelfstandigheid en weten wat ze willen en kunnen en in staat zijn samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen voor eigen daden Kernbegrippen in ons cognitieve onderwijs. samenwerking, vaardigheids- kennis- en persoonsontwikkeling, zelfstandigheid – verantwoordelijkheid, opbrengstgericht werken. Deze principes zijn terug te vinden in: - de organisatie van het onderwijs - de omgang met elkaar - de manier van lesgeven (didactiek)
- het pedagogische klimaat ( gevoel van veiligheid in een gezonde en veilige school) - het opbrengstgericht werken - samenwerkend leren Dit alles geldt zowel op school- als op groepsniveau. Samenwerking. Nadere omschrijving van het begrip: De achterliggende gedachte van samenwerken is dat kinderen leren van en met elkaar. We kennen twee vormen van samenwerken. - Samenwerken op basis van een hulpvraag. Leerlingen krijgen de opdracht een taak individueel uit te voeren waarbij aan een medeleerling uitleg gevraagd kan worden als er iets niet begrepen wordt. - Samenwerken op basis van eenzelfde taak/opdracht waarbij samen overlegd moet worden voor het uitvoeren en afronden van de taak/opdracht. Dit kan voorkomen in tweetallen, in groepjes of als coöperatieve werkvorm. Samenwerkend leren bevordert in positieve zin de resultaten. Voorwaarde en basis voor een goede samenwerking is de communicatie. Het (spelenderwijs) ontwikkelen van communicatieve vaardigheden is als doel minstens zo belangrijk als het eindresultaat van de opdracht. (Wat wil je? Wat gaan we doen? Wie doet wat? Hoe doen we ‘t? Wanneer moet het af zijn?) Visie op leren. Ontwikkelen door een onderwijsaanbod van verschillende manieren van leren. 1. Leren in een gestuurde omgeving voor de basisvaardigheden. 2. Zelfverantwoordelijk leren op verschillende manieren, kiezen van inhoud en verwerking en beoordeling, in een uitdagende omgeving. Leerkrachten bieden leerlingen middelen en wijzen hem/haar zo nodig de weg, maar het streven is het kind het uiteindelijk, zelf te laten doen. Daarom werken wij in alle groepen voor lezen (voorbereidend, aanvankelijk en voortgezet technisch lezen, begrijpend, studerend lezen – taal (spreken, luisteren, spellen, rekenen) volgens een herkenbare strategie; het zogenaamde Interactieve, Gedifferentieerde Directe Instructie model, (IGDI) aangevuld met een (week)takensysteem, waarbij elk kind verantwoordelijk is voor de eigen taak. Aan het eind van een periode ( dag of week) legt het kind verantwoording af over het gemaakte werk. Omdat mensen van elkaar verschillen ondersteunen leerkrachten leerlingen bij het formuleren van eigen leerdoelen. Deze doelen staan beschreven in het groepsplan en vormt samen met kennis van leerlijnen, een belangrijk hulpmiddel. De individuele ontwikkeling van leerlingen wordt nauwkeurig en systematisch gevolgd. (LOVS-eduscoop) Kijken en luisteren naar kinderen en daarmee inspelen op de individuele behoeften van kinderen staan centraal in het handelen van onze leerkrachten. (Observatie) Naast de meer geleide vorm van leren moeten kinderen binnen hun leerproces ook de gelegenheid hebben keuzes te maken en ook te leren door te doen. (ateliers) Daarnaast is het voor-en nadoen (modelling) voor een aantal kinderen een goede strategie om zich de leerstof (conform de kerndoelen) eigen te maken. Dit kan door begeleide inoefening aan de instructietafel tijdens de les of tijdens het werken met de taakkaart. Samenwerking, betrokkenheid door bv interactieve instructie, leveren een hoge motivatie en bijdrage aan het zelfstandig leren. Daarom kunnen onze leerlingen naast de hulp van de leerkracht ook de hulp inroepen van klasgenoten (maatje) of ondersteund worden door medeleerlingen (tutor). Dit betekent dat er binnen ons onderwijs ruimte is voor leerlingen om zelf ook hulp en ondersteuning te bieden maar ook te ontvangen aan en van anderen.
Daarnaast bevordert onze school de betrokkenheid door het bieden van een aantrekkelijke, uitdagende en interactieve leeromgeving. De kenmerken van ons onderwijs zijn zichtbaar in de inrichting van het gebouw (leerpleinen en aula). We maken gebruik van actuele methodes en materialen die afgestemd zijn op onze twee sporen beleid voor het onderwijsconcept. (IGDI voor rekenen-taal-lezen. PROJECT- en ATELIERONDERWIJS met een accent op techniek- en natuuronderwijs voor de wereldoriënterende en creatieve vakken. Binnen de wereldoriënterende vakken (projectonderwijs, WO en crea) leggen we waar mogelijk verbinding en houden we voeling met de buitenwereld door excursies, het uitnodigen van mensen met een specifieke deskundigheid of ervaring of door interviews die kinderen afnemen. Kwekkeveldconcept in relatie met andere vormen van onderwijs Het grote verschil met andere vormen van vernieuwingsonderwijs zoals bijvoorbeeld Vrije school, Montessori, Freinet, Dalton en Jenaplan, is dat dit allemaal onderwijssystemen zijn met hun mogelijkheden en daarnaast hun beperkingen. Wij werken niet volgens een systeem, onze inrichting is gebaseerd op een zich steeds verder ontwikkelend concept. (Het concept blijft mede in ontwikkeling door de veranderende vraag vanuit de maatschappij, populatie en technologische ontwikkeling, kortom de veranderende onderwijsbehoefte. Binnen dit concept kunnen allerlei andere vormen van onderwijs toegepast worden, zolang onze basisprincipes van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerking en opbrengstgericht werken maar gewaarborgd zijn. Het is een dynamische vorm van onderwijs die steeds kan blijven aansluiten bij de tijd waarin wij leven. Kwekkeveldonderwijs blijft daarmee eigentijds onderwijs dat permanent streeft naar verbetering, vernieuwing en verdieping. Het onderwijs is sterk gericht op kennis, vaardigheden en praktijk. Sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve/vaardigheidsontwikkeling gaan daarbij hand in hand. (holistische benadering) De eind- en tussendoelen voor de ontwikkelingen en vorderingen van leerlingen worden vastgelegd in een groepsplan. Om deze einddoelen te bereiken kiezen we voor een gedifferentieerde aanpak via zelfstandig werken en samenwerkend leren. Het onderwijs wordt gegeven via vaste methoden. De meeste ondersteuning wordt geboden binnen de groepen. Leerkrachten geven verlengde instructie aan leerlingen die dat nodig hebben, stemmen de hoeveelheid en het niveau van de verwerking af op de leerlingen en verzorgen indien nodig een eigen leerlijn. Keuze voor methoden en materialen zijn op deze aanpak afgestemd. Voor ‘t Kwekkeveld betekent dit binnen de concepten dat kinderen: De ruimte krijgen om zelf het initiatief te nemen, daarbij eigen werk/taak kiezen en daarvoor verantwoordelijkheid dragen. Dit verhoogt sterk de motivatie van een kind. Je moet als leerkracht wel goed weten en in kunnen schatten wat een kind aankan, hoe het kind te motiveren is, hoe het kind leert en welke ondersteuning hij/zij daar bij nodig heeft. (Leerkrachten die een kind op jonge leeftijd gepaste verantwoordelijkheden geven, zijn vaak verrast door de initiatieven die het kind toont en neemt.) Juist het kind de verantwoordelijkheden geven die het aan kan, bevordert de creativiteit om in allerlei omstandigheden de goede oplossingen te bedenken. Kinderen moeten ook beseffen en ervaren dat ze op school niet alleen verantwoordelijkheid dragen voor hun werk, maar ook verantwoordelijkheid zijn voor elkaar. Ook dit leren ze op school van leerkrachten en van de ouders thuis. Hierbij hoort ook dat we de kinderen serieus nemen en dat zij weten wat de grenzen en kaders, de algemeen aanvaarde normen en waarden, zijn, waarbinnen zij zich kunnen bewegen. (De drie kapstokregels die zichtbaar zijn op diverse plekken in de school geven daarbij de kaders aan.)
Samenwerking, overleg en communicatie (informatie- communicatieprotocol) tussen school en ouders is daarbij van groot belang. (groepsouders-ouderparticipatie, OR, MR) We bieden de kinderen zoveel mogelijk onderwijs op maat in een veilig pedagogisch klimaat. Het schoolteam neemt daarbij verantwoordelijkheid voor alle kinderen. De sfeer op school is goed te noemen. Leerlingen voelen zich over het algemeen prettig en veilig op school. Meer over het onderwijsconcept is te lezen in het schoolplan en kwaliteitshandboek. 2.4 Kengetallen leerlingenpopulatie groepen schooljaar 2014-2015 combinatieklassen dit schooljaar Schooljaar leerlingen per 1-10-2014 gewichtenleerlingen rugzakleerlingen cluster 1 cluster 2 verwijzingen naar sbo N verwijzingen naar so
15 groepen, vanaf januari 2015 opstart 5e kleutergroep groepen 4-5, verder geen combinatieklassen
2013-2014 348 13 % 1 1 n.v.t. n.v.t.
Gemiddeld leerniveau basis CITO eindtoets. Gemiddeld opleidingsniveau ouders Culturele verschillen
X gemiddeld X gemiddeld
X laag X weinig of in geringe mate aanwezig
2.5 Ouder/leerlingenpopulatie en inrichting onderwijs. De ouders/verzorgers van onze leerlingen zijn overwegend gemiddeld tot laag opgeleid, merendeels op mbo- of lbo-niveau. Een behoorlijk aantal is niet in het bezit van een diploma. Onze schoolbevolking kent een relatief groot deel één-ouder gezinnen. In een aantal gezinnen is er sprake van gezinsproblematieken. (zie overzichtslijst) De ouders staan overwegend coöperatief t.o.v. de school. Zij zijn betrokken bij het schoolgebeuren. Vaak werken beide ouders. Voor 8 % van de leerlingen is Nederlands de tweede taal. Hun ouders zijn vooral afkomstig uit Afrikaanse staten, (oorlogs) landen in het Midden-Oosten, en etnische minderheden die onderdrukt worden, uit andere landen . 2.5.1 Onderwijsbehoeften voor onze populatie: Het merendeel van onze leerlingpopulatie heeft behoefte aan duidelijkheid. Daarop is het onderwijs op ingericht. Er is een duidelijk dagritme of dagpatroon dat de kinderen overzicht en structuur biedt. Ook streven we naar een bepaalde onderwijs- en werkrust. Hierdoor kunnen kinderen geconcentreerder werken en functioneren daardoor beter.. De leerkrachten wijzen op het belang van een specifiek aanbod voor leerlingen die langzamer leren en voor leerlingen die sneller leren. Veel aandacht voor de sociaalemotionele ontwikkeling is nodig in de onderbouw, dat is een basisvoorwaarde volgens de leerkrachten. Ze willen niet eenzijdig de aandacht op cognitieve resultaten richten.
Ook in midden- en bovenbouw vindt men het structureel aandacht geven aan de sociaalemotionele ontwikkeling belangrijk, bijvoorbeeld om buitensluiten te voorkomen. Tevens is aandacht voor een goede werkhouding nodig. 2.6 Kwaliteit volgens de Onderwijsinspectie Scholen die onder het basistoezicht van de Onderwijsinspectie vallen, hebben hun basiskwaliteit op orde. Onze school staat onder basistoezicht van de Onderwijsinspectie. Het laatste Inspectierapport is van januari 2013. De opbrengsten van de school liggen over het algemeen rond of boven het landelijk gemiddelde dat van een school met onze populatie verwacht mag worden. 3. Passend onderwijs nu In dit hoofdstuk beschrijven we hoe onze basisondersteuning eruit ziet voor alle leerlingen en welke ondersteuning we kunnen bieden aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften. 3.1 Onderwijsaanbod en differentiatie (schooljaar 14-15) Werken met groepsplannen Op ’t Kwekkeveld werken we met groepsplannen voor spelling, technisch en lezen, rekenen. Op basis van analyse van toetsresultaten wordt de groep verdeeld in drie instructie- en verwerkingniveaus. Daarnaast werken kinderen met een grote achterstand met een individuele leer- en ontwikkelingslijn. (zie overzicht 2) Voor enkele leerlingen wordt daarbij een ontwikkelingsperspectief samengesteld. Instructie en klassenmanagement De leerkrachten geven verlengde instructie aan leerlingen die dat nodig hebben. Tevens maken leerlingen, afhankelijk van wat zij aan kunnen, meer of minder werk of verrijkings-, verdiepingsstof of keuzeopdrachten. Af en toe werken kinderen groepsoverstijgend. Dit kan bij lezen, de creavakken en bij ateliers het geval zijn. In de bovenbouw soms ook bij WO projecten. In groep 1-2 worden leerlingen heel soms geclusterd bij taalonderwijs. Aanbod bij sociaal-emotionele ontwikkeling In de groepen 1-8 werken we met “Goed Gedaan’. In het begin van elk schooljaar wordt er een interview naar welbevinden en welzijn bij de kinderen, afgenomen. Deze gegevens worden geanalyseerd en indien nodig wordt er individuele actie of actie voor de hele groep of groepen ondernomen. (bv. taakspel in groep 4-5-6)) Éénmaal per jaar wordt een toets om het welzijn van de kinderen te meten (Viseon) afgenomen. Opvallende resultaten worden besproken tijdens leerlingoverleg of teambijeenkomst. Inzet extra handen De extra ondersteuning voor kinderen vindt nagenoeg altijd in de eigen groep plaats. Kinderen met leerachterstanden, gedragsproblemen of bepaalde ontwikkelingsstoornissen worden zoveel mogelijk in de groep begeleid. Waar mogelijk met extra ondersteuning van stagiaires van de opleiding voor onderwijsassistent, of studenten van de Pabo. 3.2 Pedagogisch klimaat We werken aan een goed pedagogisch klimaat door kinderen vooral bewust te maken van eigen gedrag en van algemene normen, waarden en omgangsvormen. Respect is hierbij een kernbegrip. We hanteren daarbij een drietal kapstokregels die overal in de school te zien zijn. Deze kapstokregels worden in de loop van het jaar met voorbeelden besproken. De aanspreektoon naar kinderen is vriendelijk en duidelijk, de benadering positief. Daarbij heeft de leerkracht een voorbeeldfunctie.
3.3 Planmatig werken Hieronder geven wij aan hoe we ervoor staan gelet op de belangrijkste aspecten van planmatig werken. Het volgende doen wij planmatig:
Ja
1. Het waarnemen van de voortgang van de ontwikkeling van de leerling 2. Het bespreken van de voortgang van de ontwikkeling van de leerling 3. Het analyseren van toetsresultaten
Observatie-instrument gr. 1-2 Toetsgegevens CITO/LOVS Leerlingoverleg
4. Het verwerken in groepsplannen
5. Handelingsplanning oa. ontwikkelingsperspectief door 6. Afstemmen van onderwijsleerproces op verschillen in ontwikkeling 7. Het plannen van interventies gelet op onderwijsbehoeften 8. Het uitvoeren van geplande interventies 9. Evalueren van leerlingenresultaten 10. Evalueren van het onderwijsleerproces
Ne e
Centraal door kwaliteitscoördinator en besproken tijdens teamoverleg. Aanpassing 4x per jaar door lkr. Twee keer Besproken tijdens leerlingoverleg. Dit n.a.v. groeps-bezoek. Door IB-er 4-6 x per jaar bijstelling Werken op 3 niveaus. Eigen leerlijnontwikkelings perspectief-versneld leren compacting (verrijkings,verdiepingsstof, eigen keuzes) Door directie n.a.v. toetsresultaten (divers) Groepsleerkracht Teamverband algemeen 4x (Functionerings)gesprekken individueel. 2-4x Op studiedagen en teambijeenkomsten middels audits- voortgangs,- functionerings- gesprekken met Directie en directie met AD
3.4 Handelingsgericht werken Onderstaande tabel geeft een beeld van in hoeverre handelingsgericht werken op onze school is ingevoerd.
Handelingsgericht werken - elementen 1. Leerkrachten verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en toetsanalyse en omschrijven deze in doelen en acties in de groepsplannen. 2. Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s. 3. Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. 4. Leerkrachten zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen. 5. Leerkrachten werken samen met de leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten ideeën van leerlingen. 6. Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken
Ja X
X
X X X X
I/O
Nee
hen als ervaringsdeskundige en partners bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak 7. Leerkrachten benoemen hoge, maar reële doelen voor de lange en de korte termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd /geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. 8. Leerkrachten werken met een groepsplan, waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven. 9. Leerkrachten bespreken minstens viermaal per jaar hun vragen rond de groepsplannen met de intern begeleider tijdens de leerlingbespreking. 10. De onderwijs- en ondersteuningsstructuur is voor ieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. 11. Er is frequent contact met de ouders/verzorgers gepland. ( n.a.v. (tussen)rapporten op verzoek oudersleerkrachten. 12. Ten behoeve van pedagogisch klimaat kan groepsgewijs taakspel (gr. 4 en 5) of bij voldoende aanbod Sociale Vaardigheidstraining in gezet worden. 13. Dyslexie. Kinderen kunnen bij het leren lezen en bij het leren spellen heel veel moeite ondervinden. Soms kan er sprake zijn van dyslexie. Om dit goed in beeld te brengen werken we met een toetsinstrument dat de mogelijkheid van dyslexie onderzoekt. Dit onderzoek kan vanaf midden groep 4 starten en duurt bijna 2 jaar omdat er tussentijds extra gewerkt wordt met hulpplannen op spelling- en leesgebied. Om in aanmerking te komen voor een dyslexie-verklaring mogen kinderen niet bij een aantal toetsen, boven een bepaalde norm scoren 14. Hoogbegaafdheid. In een groep kinderen zitten altijd wel enkele meerbegaafde kinderen. Heel soms zit daar ook een hoogbegaafd kind tussen. Dit kind onderscheidt zich vaak door het zeer snel oppikken van leerstof (kan al lezen en/of rekenen in groep 2 en heeft dit vooral zichzelf geleerd) Over het algemeen hebben deze kinderen ook een brede interesse. Om nu vast te stellen of het vermoeden dat een kind hoogbegaafd klopt, onderzoeken we met het digitaal handelingsprotocol hoog(meer)begaafdheid of een aantal kenmerken die met hoog (meer)begaafdheid te maken hebben, aanwezig zijn. Aan de hand van de uitslag van dit onderzoek kunnen we verdere stappen ondernemen.
X
X X X X
X
X
3.5 Ondersteuningsstructuur SWV de Meijerij en ‘t Kwekkeveld De visie op onderwijsondersteuning binnen Passend Onderwijs. Goede onderwijsondersteuning begint met goed onderwijs. Wij gaan er van uit dat de onderwijs ondersteuningsbehoefte van kinderen verband houdt met de kwaliteit van het onderwijs. Er zijn drie vormen van ondersteuning. Basiskwaliteit (verantwoording school/bestuur): Dit is de kwaliteit waarmee je als school aan de eisen en normen van het basisarrangement van de inspectie voldoet. Verwacht wordt dat iedere school het basisarrangement heeft. Het bestuur van de betreffende school is verantwoordelijk. Het samenwerkingsverband kan in gesprek met het bestuur indien er zorgen t.a.v. de kwaliteit zijn. Basisondersteuning (verantwoording school/bestuur): Dit is het niveau wat minimaal verwacht wordt van alle scholen binnen het SWV. Het bestuur is verantwoordelijk maar het SWV heeft de kaders en criteria gesteld om te voorzien in de onderwijsbehoefte. Voor iedere school zijn middelen beschikbaar om dit vorm te geven (bedrag per leerling). Extra ondersteuning (verantwoording school/ondersteuningseenheid SWV): Als de ondersteuningsvraag van een leerling de basisondersteuning overstijgt wordt extra ondersteuning ingezet. De ondersteuningseenheid waar de school in valt zorgt i.s.m. de school voor een arrangement. De middelen komen uit de ondersteuningseenheid
Ondersteuning aan kinderen met extra onderwijsbehoefte. Ondersteuningsstructuur van basisschool ’t Kwekkeveld in schema gezet.
Observeren
Groepsactiviteiten Signaleren
Leerlingoverleg
Toetsen
Handelings gerichte aanpak
Bespreken groepsplan Evaluatie groepsbezoek Bespreken handelingsgerichte aanpak Bespreken oudercontacten
Groepsplan Individueel plan
Ontwikkelingsperspectief
Hulp binnen de groep door leerkracht
Extra uitleg
Extra oefening
Extra werk thuis
Doubleren
Vertraagde leerweg
Eigen leerweg
Versnelde leerweg
Personen die hulp bieden van buiten de groep
Interne begeleider leerling-ondersteuning
Ambulante begeleiding door SO/SWV de Meijerij
Andere externe hulpverleners
Consultatie
Interne begeleider leerlingondersteuning Ondersteuning vanuit SWV de Meijerij Ambulante begeleiding Bovenschools platform
Ondersteuning Schoolbegeleiding/onderzoeksinstellingen (Herlaarhof-GGD –GGZ-Kajo) Leerlingondersteuning vanuit SWV de Meijerij via afd. (ondersteuningseenheid) Schijndel Jeugdzorgadviesteam (JAT) Centrum voor Jeugd en Gezin (gemeente Schijndel) Vluchtelingenwerk
Naam samenwerkingspartner SWV de Meijerij: ondersteuningseenheid Schijndel GGD Centrum voor Jeugd en Gezin Jeugdzorg Kajo Centrum voor Jeugd en Gezin Gedragspunt GGZ-Herlaerhof-Kajo Kajo Instituut voor Dyslexie Den Bosch Jeugd Advies Teams Vluchtelingenwerk
Samenwerking met: Arrangementskamer: begeleiding en ondersteuning n.a.v. hulpvraag. Gezondheidszorg Schoolmaatschappelijk werk, gezinsproblematiek, oudercommunicatie, groepstraining Leerlingonderzoek Gemeente Schijndel Ambulante begeleiding en trainingen Geestelijke gezondheid. Kinder- en jeugdpsychologie Dyslexie onderzoek en behandeling Gezins- en kindproblematiek Schijndel-St. Michielsgestel-Veghel
3.6 Interventies basisondersteuning In het samenwerkingsverband worden inhoudelijke afspraken gemaakt over de basisondersteuning die scholen worden geacht te bieden. In het Referentiekader passend onderwijs wordt een minimale opsomming gegeven van interventies die bij de basisondersteuning horen. In onderstaande tabel geven we aan in hoeverre deze interventies op onze school aanwezig zijn. Op onze school is het volgende aanwezig (wordt gebruik gemaakt van): 1. Tijdige signalering van problemen 2. Didactisch protocol: met basiskwaliteit, basisondersteuning en extra ondersteuning via SWV ondersteuningseenheid Schijndel. 3. Aanbod voor lln. met dyslexie 4. Aanbod voor lln. met dyscalculie 5. Aanbod voor lln. met meer dan gemiddelde intelligentie 6. Aanbod voor lln. minder dan gemiddelde intelligentie 7. Fysieke toegankelijkheid (rolstoeltoegankelijk) Groepslokalen geen aanpassingen. Speelplein wel rolstoelvriendelijk. 8. Programma voor sociale veiligheid/voorkomen gedragsproblemen (pedagogisch protocol, plan van aanpak voor gedrag, tegen pesten, ) 9. Gedragscode SKOPOS personeel, leerlingen en ouders/verzorgers 10. Protocol voor medische handelingen. 11. Curatieve zorg samen met ketenpartners. (warme overdracht) 12. Werken met ontwikkelingsperspectieven.
Ja
In ontwikkeling
Nee
X
X X X X *X X X X x
* 3.7 Balans in een groep. Klassenmanagement is een belangrijk aspect voor gedifferentieerd onderwijs. De ene leerkracht is daar bedrevener in dan de andere. Op onze school vereisen we een dusdanige kwaliteit dat passend onderwijs te realiseren is. Wel vinden we dat er voor leerkrachten een bovengrens gesteld kan wor aan
Toelichting op bovenstaande tabel: 1. Tijdige signalering van problemen Dit gebeurt nagenoeg altijd. Plan van aanpak vraagt soms verbetering. 2. Aanbod voor leerlingen met dyslexie Dit aanbod is er in de vorm van signalering, toetsaanpassingen en extra instructie. 3. Aanbod voor leerlingen met discalculie: Dit aanbod is er niet specifiek, maar wordt voor (de weinige) discalculistische kinderen apart samengesteld. 4. Aanbod voor leerlingen met meer dan gemiddelde intelligentie Dit aanbod bestaat nu vooral uit extra opdrachten binnen de methode en verrijkingsopdrachten uit de keuzekast. We willen het aanbod aan meerbegaafden uitbreiden door het ontwikkelen van een meerbegaafde lijn met toetsmomenten waarin de mate van beheersing vooraf gepeild wordt en waarin de leerstof middels compacting aangeboden wordt. Het ontwikkelen van een leerlijn meerbegaafdheid is een beleidsvoornemen dat in 2015-2016 gestalte gaat krijgen. De vakwerkgroep rekenen neemt hierin het voortouw. 5. Fysieke toegankelijkheid (rolstoeltoegankelijk) Het bestaande schoolgebouw is niet rolstoeltoegankelijk. Op termijn zal de school waarschijnlijk verhuizen naar nieuwbouw, waar dit wel gerealiseerd wordt. Sommige groepslokalen zijn zo klein dat kinderen die meer overzicht en meer ruimte om zich heen moeten hebben tekort gedaan wordt. Ook aan de vraag van prikkelgevoelige en kinderen met een dusdanig braindisfunction dat zij zich in een rustig hoekje terug moeten trekken omdat zij anders niet goed kunnen functioneren, kunnen we niet voldoen. 6. Programma voor sociale veiligheid/voorkomen gedragsproblemen In het kwaliteitshandboek staan de diverse aanpakken voor gedragsproblemen beschreven. De kwaliteit van de uitvoering vraagt permanente aandacht. 3.7 Extra ondersteuning We spreken over ‘extra ondersteuning’ wanneer scholen bovenop de hiervoor beschreven basisondersteuning nog meer/andere ondersteuning bieden om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Hier geven we aan op welk type extra ondersteuning onze school biedt: X Leer- en ontwikkelingsondersteuning X Sociaal-emotionele en gedragsondersteuning dersteuning in de thuissituatie X Geen, wij bieden de basisondersteuning 3.8 Match onderwijsbehoeften en aanbod Met het huidige aanbod aan basisondersteuning en extra ondersteuning voldoet onze school nagenoeg aan de onderwijsbehoeften die de huidige leerlingenpopulatie van ons vraagt. Er worden van school geen leerlingen doorverwezen naar andere (SO)-scholen. De resultaten van de school zijn gemiddeld. We werken aan het verder doorvoeren van handelingsgericht werken met groepsplannen.
4. Passend onderwijs in ontwikkeling. Op basis van onze visie en de ontwikkelpunten beschrijven we in dit deel onze ambities en geven aan onder welke randvoorwaarden die te realiseren zijn. 4.1 Ambities en ontwikkelpunten korte termijn Alle kinderen zijn welkom op onze school. We streven gezamenlijk naar een ontwikkeling waarbinnen we voor alle kinderen in hun onderwijsbehoefte kunnen voorzien. Dus zoveel mogelijk leerlingen passend onderwijs (blijven) bieden. We willen de basisondersteuning verder versterken, door: • Nader invoeren van handelingsgericht werken met groepsplannen, observatie tijdens groepsbezoeken en besprekingen van groepsplannen tijdens het leerlingoverleg. . • Versterken en borgen van eenduidig klassenmanagement door audits voor de diverse vakken. 4.2 Ambities en ontwikkelpunten langere termijn We zien voor de komende jaren de volgende ontwikkelpunten: • Kiezen en implementeren van een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling; • Samenwerkend leren versterken. • Verhelderen van het SOP-profiel van de school. • Verbeteren groepsplannen door betere tussendoelomschrijvingen per niveau. • Invoering van een leerlijn voor meer (hoog)begaafde leerlingen; • Opstellen van een plan voor ouderbetrokkenheid. 4.3 Professionalisering Op de korte termijn vindt de volgende deskundigheidsbevordering plaats: • Begeleiding bij handelingsgericht werken bij het opstellen, aanpassen en uitvoeren van groepsplannen met handelingsgerichte aanpak werken. 4.4 Overige randvoorwaarden De overige randvoorwaarden die nodig zijn om onze ambities waar te maken zijn tijd, ruimte en geld: • Tijd: om plannen te ontwikkelen en uit te voeren is er als leerkracht, ondersteuningsteam of directie tijd nodig. • Ruimte: voor HGW en samenwerkend leren zijn er extra ruimtes in het gebouw nodig om de onderwijsmogelijkheden uit te breiden. Ons schoolgebouw is niet meer geschikt voor het huidige onderwijs. Op dit moment passen wij ons onderwijs aan aan het gebouw. • Geld: om Passend Onderwijs optimaal uit te voeren zouden de leerkrachten meer ondersteuning kunnen gebruiken in de klassen in de vorm van bijvoorbeeld meer klassenassistenten, maar ook bijvoorbeeld iemand die groepen meerbegaafde leerlingen extra uitdaging kan bieden, of in noodsituaties (bv. niet meteen aanspreekbare kinderen) • Materialen: voor de meerbegaafde leerlingen is ander materiaal wenselijk. Het streven is om tot een aparte leerlijn te komen voor meerbegaafde kinderen. (2017)