BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER NC04L5BFP330AT1S 410614 H0054056 703139-0.ORD 27.12.2005 SWF Krantechnik GmbH Postbox 310410 68264 Mannheim Germany Boehringer Straße 4 68307 Mannheim Germany tel +49(0)621 789-900 fax +49(0)621 789 90-100
[email protected] www.swfkrantechnik.com
Dutch
15/03/2006
1/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER 7031390553-0 410614 PS01504 27.12.2005
Lees de instructies die bij het takel werden geleverd voordat u deze installeert en in gebruik neemt. Bewaar de instructies op een veilige plaats als naslagmateriaal. Inhoudsopgave 1
Omschrijving van de invertor...............................................................................................3 1.1 Verbindingen .....................................................................................................................3 1.2 Normale werking ...............................................................................................................4 1.3 Statusindicatie-led's (groen en rood).................................................................................4 1.4 Programmeringsschakelaars.............................................................................................4 2 Omschrijving van besturingsmodi ......................................................................................5 2.1 MS2-besturing ...................................................................................................................5 2.2 EP2-besturing....................................................................................................................5 2.3 EP3-besturing....................................................................................................................6 2.4 MS4-besturing ...................................................................................................................6 3 Foutcodes, probleemoplossing ...........................................................................................7
Dutch
15/03/2006
2/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER
1
OMSCHRIJVING VAN DE INVERTOR Er is hoogspanning binnen de invertor (met inbegrip van de programmeringsschakelaars). Wacht tenminste drie minuten nadat de toevoerspanning is uitgeschakeld voordat onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. 1
4
3
2
1.Aansluitingspunt voor besturing X1 2. Aansluitingspunt voor voeding X2 3. Programmeringsschakelaars 4.Led's
1.1
Verbindingen
De besturingsverbindingen zijn als volgt op aansluitingsblok X1 gemaakt: Nr
Naam
Omschrijving
1
S1
Aandrijvingsopdracht. Richting 1. 48 of 115V 50/60Hz
2
S2
Aandrijvingsopdracht. Richting 2. 48 of 115V 50/60Hz
3
DI3
Digitale invoer. 48 of 115V 50/60Hz.
4
DI4
Digitale invoer. 48 of 115V 50/60Hz.
5
DI5
Digitale invoer. 48 of 115V 50/60Hz.
6
ONE
Regelspanning, neutraal.
7
R01
Relaisuitvoer
8
R02
9
Relaisuitvoer Leeg
10
T1
Motorthermistor
11
T2
Motorthermistor
De stroomkabel is als volgt op aansluitingsblok X2 aangesloten: De geleiderail van de toevoerspanning van de kraan moet dubbele collectors hebben.
Dutch
Nr
Naam
Omschrijving
1
L1
Netvoeding, fase 1. 380-480V 50/60Hz.
2
L2
Netvoeding, fase 2. 380-480V 50/60Hz.
3
L3
Netvoeding, fase 3. 380-480V 50/60Hz.
4
U
Motor, fase 1.
5
V
Motor, fase 2.
6
W
Motor, fase 3.
15/03/2006
3/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER
1.2
7
R+
Remweerstand, positief
8
R-
Remweerstand, negatief
9
PE
Beschermende aarde
Normale werking
De invertor gaat binnen één seconde in de klaar-om-te-draaien toestand nadat de toevoerspanning is aangesloten. Tijdens het draaien volgt de invertor de snelheidsreferentie van de operator volgens de ingestelde acceleratie-/vertragingshelling. Tijdens richtingverandering wordt de rem te allen tijde opengehouden. Wanneer de aandrijvingsopdracht is uitgeschakeld loopt de invertor terug naar nul volgens de ingestelde helling en sluit de mechanische rem. 1.3
Statusindicatie-led's (groen en rood)
De invertor geeft zijn werkingstoestand aan via twee led's. Een rode led betekent “fouttoestand” (draaien is geblokkeerd). Een groene led betekent “ok-toestand”. Het knipperen van de groene led betekent dat er een fouttoestand is geweest, maar dat dit verholpen is (zie sectie 5). Normaal draaien is echter ook mogelijk als de groene led knippert (met andere woorden, knipperen van de groene led betekent niet “waarschuwingstoestand”). 1.4
Programmeringsschakelaars
S1 ON
DIP
S2 ON
DIP
S3 ON
DIP
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
ON
ON
ON
DIP
1 2 3 4
S4
DIP
1 2 3 4
DIP
1 2 3 4
S5
S6
De programmering van de invertor wordt uitgevoerd via dip-schakelaars. De toestand van elke schakelaar is of UIT (0) of AAN (1). De volgende parameters kunnen worden ingesteld met de schakelaars S1-S6. S1 = Maximum snelheid S2 = Minimum snelheid S3 = Acceleratie / vertragingstijd S4 = Motorfrequentie en IR-compensatie S5 = Motorstroom, snelle vertraging, stopmethode S6 = Regelmodus, afremsnelheid, snelheid2, snelheid3
Dutch
15/03/2006
4/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER
2 2.1
OMSCHRIJVING VAN BESTURINGSMODI MS2-besturing
c_coms2a
A. Positie druktoetsen B. Snelheid S1 betekent “loop met minimum snelheid vooruit” S2 betekent “loop met minimum snelheid achteruit” HSP betekent “maximum snelheid” Wanneer S1 en S2 zijn uitgeschakeld dan loopt de invertor terug naar nul 2.2
EP2-besturing
c_coep2a
0. Vertraging 1. Snelheid behouden 2. Acceleratie A. Positie druktoetsen B. Snelheid S1 betekent “loop vooruit” S2 betekent “loop achteruit” AP betekent “accelereer” Bij het starten betekenen S1 en S2 “accelereer naar minimum snelheid" Wanneer S1 en S2 zijn uitgeschakeld dan loopt de invertor terug naar nul Tijdens het draaien betekenen S1 en S2 “snelheid behouden” Op maximum snelheid betekent AP “snelheid behouden”
Dutch
15/03/2006
5/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER 2.3
EP3-besturing
c_coep3a
0. Vertraging 1. Minimum snelheid 2. Snelheid behouden 3. Acceleratie A. Positie druktoetsen B. Snelheid S1 betekent “loop met minimum snelheid vooruit” S2 betekent “loop met minimum snelheid achteruit” AP betekent “accelereer” BEHOUDEN betekent “snelheid behouden” Wanneer S1 en S2 zijn uitgeschakeld dan loopt de invertor terug naar nul Op maximum snelheid betekent AP “snelheid behouden” 2.4
MS4-besturing
c_coms4a
A. Positie druktoetsen B. Snelheid S1 betekent “loop met minimum snelheid vooruit” S2 betekent “loop met minimum snelheid achteruit” SP2 betekent “loop met snelheid 2” SP3 betekent “loop met snelheid 3” HSP betekent “loop met maximum snelheid” Wanneer S1 en S2 zijn uitgeschakeld dan loopt de invertor terug naar nul The “hoogste” actieve invoer stelt de snelheidsreferentie in (d.w.z. wanneer HSP actief is dan worden SP2 en SP3 genegeerd. Wanneer SP3 actief is wordt SP2 genegeerd)
Dutch
15/03/2006
6/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER
3
FOUTCODES, PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING!!! Er is hoogspanning binnen de invertor (met inbegrip van de programmeringsschakelaars). Wacht tenminste drie minuten nadat de toevoerspanning is uitgeschakeld voordat onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Wanneer de invertor een foutsituatie ontdekt dan stopt hij en meldt hij de foutcode door de indicatie-led's (groen en rood) te knipperen. Het knipperen van de code gaat door tot een nieuwe fout ontstaat of tot de stroom wordt uitgeschakeld. De foutcodes worden in onderstaande tabel uitgelegd. Foutcode, kleur
Fout. Mogelijke oorzaak. Controle.
Groen
Te hoge spanning. Netstroomspanning is te hoog of vertragingshelling is te kort. Controleer de spanning van alle voedingsfasen bij aansluitingspunt X2. Wanneer die in orde zijn, stel dan een langere helling in bij schakelaar S3 (en S5-3)
Groen
Afslaantoezicht / te hoge stroomtoevoer. Rem opent niet goed of er is een obstakel op de baan. Controleer tevens de motortafhankelijke parameters (zie sectie 3).
Groen
Vertragingshellingtoezicht. Er is geen gehoor gegeven aan de vertragingshelling. Als de fout weer terugkomt stel dan een langere hellingstijd in via schakelaar S3. Controleer tevens de instelling van de nominale stroom van de motor (schakelaar S5).
Groen
Te hoge temperatuur van motor. Controleer het type en de belasting van de motor. Als er geen sensor in de motor is dan moeten de aansluitpunten van de invertor X1:1011 kortgesloten worden.
Groen
Te hoge temperatuur van invertor. De motorstroom is te hoog (lagerprobleem, obstakel op de baan, rem opent niet goed,…) of de omgevingstemperatuur is te hoog.
Groen
Te lage spanning. Controleer de spanning van alle voedingsfasen bij aansluitingspunt X2.
Rood
Kortsluiting. Schakel de stroom uit. Controleer de isolatie van de motorkabels en de motorwikkelingen.
Rood
Microprocessorfout. Schakel de stroom 10 seconden lang uit. Start de invertor vervolgens.
OPMERKING!!! Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld wordt de laatste actieve fout altijd uit het geheugen gewist. Wanneer de inverter niet in een fouttoestand is, maar draaien is niet mogelijk: De motor start niet wanneer de spanning van de gelijkstroombus te hoog is (boven 745V), dit gebeurt wanneer de spanningen tussen fasen boven 480V+10% = 528V komen te liggen. Wanneer de fasespanning niet kan worden verminderd, installeer dan een verlagingstransformator. Controleer de toevoerspanningsfasen bij aansluitpunt X2. Controleer het aandrijfopdrachtsignaal bij aansluitpunt X1. Controleer de eindschakelaarsignalen bij aansluitpunt X1. Controleer of het regelspanningsniveau juist is. Het gegevensplaatje bevindt zich aan de linkerkant van de invertor. Controleer alle parameters, vooral de motorafhankelijke parameters. Controleer of de motor(s) correspondeert/corresponderen met de gekozen motorparameters. Controleer of de rem goed opent en sluit. Controleer, indien nodig, de luchtspleet van de rem.
Dutch
15/03/2006
7/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.
BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR RIJDENDE OMVORMER •
De invertor start en opent de rem, maar de motor draait niet. Controleer de motorstroomparameter.
Dutch
15/03/2006
8/8
Dit document en de informatie die erin staat is het exclusieve eigendom van SWF Krantechnik GmbH en vertegenwoordigt een niet-openbaar, vertrouwelijk en gepatenteerd geheim dat niet mag worden gereproduceerd, bekendgemaakt aan derden, gewijzigd of anderszins gebruikt op welke manier dan ook zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SWF Krantechnik GmbH. Copyright © (2005) SWF Krantechnik GmbH. Alle rechten voorbehouden.