io Subsidieaanvraagformulier REP-Frvslân
3
Algemeen Projectnaam
Innovatiecluster Drachten
Programmalijn-REP
8, 9 en 10
1.
Eindbegunstigde en aanvrager subsidie:
Naam organisatie
:
Contactpersoon
:
Philips Consumer Lifestyle Dhr K. Visscher, Director Industrial Projects & Facilities
Postadres
P0 Box 20100
Postcode en plaats
9200 CA Drachten
Bezoekadres
:
Postcode en plaats
:
Telefoon Fax E-mail
: :
+31 512592549 +31 512 592504
[email protected]
Rechtsvorm Organisatie : Ingeschreven in het Handels! : Stichtingenregister van KvK te Onder nr. : Bank/gironummer :
Naamloze Vennootschap
.
.
Ter attentie van Te
Emdhoven 17066875 47.0864.540 NL63RBOS0470864540 Philips Consumer Lifestyle B.V. Factory Drachten Postbus 20100, 9200 CA Drachten
2. X
:
Oliemolenstraat 5, room F108 9203 ZN Drachten
Wordt de administratie in eigen beheer (van de eindbegunstigde) uitgevoerd? Ja Nee
Indien dit niet het geval is, welke organisatie voert de administratie? Naam Organisatie idem Contactpersoon Postadres Postcode en plaats Bezoekadres Postcode en plaats Telefoon Fax E-mail
II
Inhoudelijke projectgegevens
1.
Projectgegevens
Projectpartners
Variass Medical Systems BV Neopost Technologies BV, Irmato BV, Norma IMS BV, BD Kiestra
Project speelt zich af in de volgende gemeente(n)
Smallingerland
Startdatum
: 1 Februari 2013
Einddatum *
31 december 2014 (fase 1)
Samenwerkingsovereenkomst is als bijlage C toegevoegd
2.
Projecttoelichting
Innovatiecluster Drachten als opmaat voor Noordelijke Hightech ecosysteem Zes hoogwaardige en innovatieve bedrijven in en rond Drachten, te weten Neopost Technologies, BD Kiestra, Variass, Irmato, Norma-IMS en Philips CL Drachten, hebben het initiatief genomen samen met de gemeente Smallingerland en de provincie Fryslân, de regio als innovatief, technologisch en kennisintensief op de kaart te zetten. Hiertoe hebben ze een 4-stappenplan ontwikkeld waarbij in de eerste stap vooral gewerkt gaat worden aan het boeien en binden van technisch talent zodat de bedrijven ook in de toekomst verzekerd zijn van professionele arbeidskrachten. De bedrijven maken allemaal deel uit van de hoogtechnologische maakindustrie, zoals bedoeld in de Topsector High Tech Systems. Onder High Tech Systems verstaan we in algemene zin bedrijfsactiviteiten gericht op de ontwikkeling en productie van complexe apparaten, instrumenten, machines, mechanisaties, automotive, trucks & bussen, vliegtuigen en schepen. Karakteristieke eigenschappen van High Tech systemen zijn: •
zeer intelligent (embedded systemen, software, sensors)
•
zeer nauwkeurig (nano-elektronica, high precision manufacturing)
•
zeer efficiënt (mechatronica)
Alle deelnemende clusterbedrijven (en ook bedrijven die reeds belangstelling hebben getoond) voldoen aan deze High Tech Systems kenmerken (voor een volledige lijst van mogelijke toetredende bedrijven zie bijlage A). Hiermee is dit projectplan dan ook een invulling van opgave B, Programmalijn 8: het versterken van bestaande clusters: metaal/scheepsbouw. Vroeger werden de genoemde bedrijven vaak met metaal elektrobedrijven aangeduid, maar deze benaming doet geen recht aan het onderscheid in dit gebied tussen low’ tech en hightechbedrijven Ook vanuit bestuurlijk oogpunt is het kiezen van een dergelijke nieuwe focus aantrekkelijker, omdat deze focus rechtstreeks een verbinding legt met de topsector High Tech Systems & Materials op nationaal niveau. In de vervolgstappen van het cluster staat uitbreiding met een aantal ondernemingen die ook actief zijn in de hightechscheepsbouw (o.a. SMST) ook op de planning. .
çt,
Een belangrijke overweging voor de bedrijven om te komen tot samenwerking is een gedeeld probleem, namelijk het verwachte gebrek aan technisch personeel van mbo tot academisch, postacademisch en PhD-niveau. Hiermee raakt het project ook Opgave D, Programmalijn 10 Arbeidspotentieel’. Het project draagt in belangrijke mate bij aan het bevorderen van de inzet en de ontwikkeling van het menselijk kapitaal binnen de hightechbedrijven. Het organiseren van kennisdeling tussen het personeel van de deelnemende bedrijven biedt bredere carrièreperspectieven dan bij individuele bedrijven (van baan naar loopbaan) en behoudt toptalent en daarmee innovatiekracht. Door de profilering als innovatief cluster wordt daarnaast nieuw toptalent aangetrokken, hetgeen de innovatiekracht van het cluster weer verder zal versterken. Ten aanzien van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt wordt vanuit het cluster tevens aansluiting gezocht bij de initiatieven van de onderwijs- en kennisinstellingen in Noord-Nederland. Het samenwerkingsverband wordt in de markt’ gezet onder de naam Innovatiecluster Drachten en vertegenwoordigt ca. 2.700 werknemers in deze regio van wie 850 fte in de productontwikkeling. Met name dit punt is onvoldoende bekend in en buiten de regio, in en buiten Nederland. Met betrekking tot de deelnemende bedrijven in het samenwerkingsverband valt een aantal zaken op. In de eerste plaats dat vier van de zes bedrijven OEM-er zijn: een Original Equipment Manufacturer. Zij zijn ‘zelfscheppend’ en internationaal actief en leveren aan eindgebruikers; dit kunnen zowel consumenten (Philips) als zakelijke klanten zijn (overige). Het lnnovatiecluster Drachten herbergt hiermee, nu al, uitzonderlijk veel OEM-ers. Variass en Norma hebben een andere rol in de keten die van proces suppliers en deels ook systeemintegratoren. NoordNederland
Systems Innovator
Parts Suppiler
System Integrator
Proces Supplier
L
Philips CL
X
NL
B2C apparaten
BDKiestra
X
USA
82B-mechanisaties
Neopost
X
X
F
B2B apparaten+ onderdelen
Irmato
X
X
X
NL
B2B-mechanisaties
Variass
X
X
X
NL
Elektromechanische modulen
Norma
X (deels)
X
X
NL
Mechanische subassies/parts
X
X
X
In de vervolgstappen van het cluster staat uitbreiding met een aantal ondernemingen, die internationaal en zelfscheppend is, maar ook met ondernemingen die toeleverend actief zijn in de hightech ketens op de planning (zie bijlage A). Vaak kunnen de toeleverende bedrijven gerekend worden tot het MKB. Hiermee vult dit projectplan ook voor een deel Programmalijn 9 van opgave C in: het versterken van het MKB in de regio. Het 4-stappenplan van het Innovatiecluster Drachten Om het Innovatiecluster Drachten in nationaal en internationaal perspectief met voldoende professionaliteit en zwaarte te presenteren, is het zinvol om het Innovatiecluster Drachten op een organische, vraaggestuurde, wijze te laten groeien. Hiertoe zijn een aantal stappen in de tijd voorzien. Elke stap kan een doorlooptijd van 2 jaren in zich hebben. De huidige deelnemers hebben aangegeven dat de kwaliteit van de te nemen stappen prevaleert boven een te gehaaste invoering.
Alle stappen hebben te maken met het verder uitbouwen van massa en functies van het ecosysteem (voor een uitgebreide beschrijving zie ook bijlage B). De beoogde kennis- en innovatiestructuur kan zeer positieve gevolgen hebben voor de regionale economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. De doorontwikkeling van het cluster in de volgende stappen zal het innovatieve klimaat in Noord-Nederland binnen de kansrijke sector Metaal (High Tech Systems & Materials) op een hoger niveau tillen. De betrokkenheid van onderwijs- en kennisinstellingen en de versterking van de (provinciegrens)overschrijdende brede netwerken tussen de triple helix zal bijdragen aan de transitie naar een kenniseconomie Noord-Nederland. Stap 1: Het huidige Innovatiecluster Drachten heeft de afgelopen jaren reeds samengewerkt op het gebied van boeien en binden van technisch talent bij de deelnemende bedrijven in de regio Drachten. Men wil dit op een veel professionelere wijze versnellen, regionale opleidingsinstituten (o.a. Friese Poort en hboinstellingen) beter betrekken en tegelijkertijd het cluster laten groeien met 4 extra bedrijven uit de regio Drachten. Aan het eind van de periode 2013-20 14 zal het Innovatiecluster Drachten overgaan in een juridische entiteit (bv. stichting) als opmaat voor vervolgstappen en zal Philips CL terugtreden als penvoerder. Stap 2: Het daarbovenop inzetten van meer gezamenlijke activiteiten (lees ecosysteemfuncties) zoals het gebruiken van elkaars onderzoeksfaciliteiten (shared facilities), het uitbreiden van de onderlinge toelever en uitbesteedrelaties (waardoor MKB versterkt wordt), en het opzetten van onderlinge kenniskringen waarin op actuele thema’s kennis wordt uitgewisseld tussen werknemers van de deelnemende ondernemingen. Deze stap kan in de periode 2015-2016 worden gemaakt en zal budgettair minstens zo groot zijn als de huidige stap. Stap 3: Vanuit deze lopende ecosysteemfuncties meer ondernemingen in Noord-Nederland betrekken bij het lopende cluster om op deze manier meer massa (20-24 bedrijven) te krijgen en een soort Noordelijk ‘vliegwiel met een as in Drachten’ te creëren. Doordat stap 1 en stap 2 zijn genomen wordt het samenwerkingsverband steeds aantrekkelijker ook voor nieuwkomers. Ook deze stap in de jaren 20172018 zal budgettair minstens zo groot zijn als stap 1. Stap 4: Vanuit het dan lopende cluster opschakelen naar nog meer ecosysteemfuncties zoals precompetatieve R&D i.s.m. onderzoekinstellingen (NHL, Stenden, Noordelijke Hogeschool, RUG en UTwente extra ), shared facilities (bv. startersgebouw en andere facilitaire functies) en aanjagen spin-outs (kleine nieuwe ondernemingen) vanuit de verschillende deelnemers. Deze stap is budgettair het meest ongewis maar ook zeker de grootste stap. Zodra we het hebben over collectieve R&D weten we dat we vanuit vergelijkbare programma’s zoals het Point One programma we het over minstens een miljoen Euro hebben. Ook het collectief realiseren van faciliteiten komt minstens op een dergelijk bedrag. Deze REP-aanvraag is met name voor stap 1 bedoeld, maar geeft wel een doorkijk naar de volgende 3 stappen zoals hierboven beschreven.
3.
Projectresultaten stap 1
In de drie Noordelijke provincies werd in 2009 gezamenlijk circa € 250 mln, door bedrijven in R&D geïnvesteerd. Naar schatting is meer dan. € 100 mln, daarvan afkomstig van bedrijven uit Drachten, primair vanuit Philips Consumer & Lifestyle . Het cluster vormt daarmee het zwaartepunt van private R&D 1 in Noord-Nederland en zorgt voor hoogwaardige bedrijvigheid in het Noorden. Zoals eerder gezegd vertegenwoordigt Innovatiecluster Drachten ca. 2.700 werknemers in deze regio van wie 850 fte in de productontwikkeling. Boeien en Binden van talent: ‘Tegen de stroom in’ Het beschikbaar komen van technici is inmiddels een landelijk erkend en herkend probleem geworden. De verwachting is dat het steeds lastiger wordt om talent, van alle niveaus, naar deze bedrijven te krijgen, zeker ook in concurrentie met andere technische regio’s. Op dit punt bevinden alle bedrijven van het Innovatiecluster Drachten zich in dezelfde situatie en zullen zelfs tegen de stroom in extra inspanningen moeten doen richting de toekomst. Het voldoende aanwezig zijn van talent, op alle niveaus, is een van de criteria bij internationale, strategische positioneringsbesluiten vanuit de hoofddirecties (die vaak niet in deze regio gevestigd zijn).
Vraag en aanbod van bètatechnici metaalelektro Verwachtte vraag aan aanbod van bètatechnici In de periode 2009-2014
250000
WO .HBO
150000
MBO .VMBO 100000
60000
Vraag
Berenschot
Aanbod
Bron: ROA 2010
26•
Figuur 1: Landelijke inschatting van vraag en aanbod bètatechnici metaalelektro
Om in dit kader de gewenste instroom van talent te realiseren en de huidige uitstroom te halveren, is een tweejarenkalender opgesteld met activiteiten op het gebied van boeien en binden inclusief de bijbehorende PR van het Innovatiecluster in de regio Drachten. Doelstelling van de eerste 2 jaren is hierbij: te groeien naar een aanwezigheid van 1000 fte in de High Tech product- en proces ontwikkeling in het Innovatiecluster Drachten
Bron: onderzoek Philips.
•
grotere bekendheid van het cluster en de regio in de High Tech Systems community
•
grotere bekendheid van het cluster en de regio bij technisch toptalent
De samengestelde kalender stap 1: 2013- 2014 ziet er als volgt uit:
2013
Q1
2014
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Figuur 2: Activiteitenkalender 2013 —2014 Legenda: =
* Â
externe bijeenkomst interne bijeenkomst interne bijeenkomst met pers live
In bijlage A is een gedetailleerde uitwerking opgenomen van deze kalender. Toetredende bedrijven zullen op basis van deze activiteitenkalender gevraagd worden om deel te nemen. Hiermee wordt een investering van de bedrijven ingezet van €615 k bij deelname van 6 bedrijven en € 926 k bij deelname van 10 bedrijven (zgn. uitgelokte private investeringen).
III
Financiële projectgegevens
1.
Btw
Indien u de btw die door derden in rekening wordt gebracht niet met de belastingdienst kunt verrekenen en de btw niet in aanmerking komt voor het btw-compensatiefonds, dan mag de btw als kostenpost in de begroting worden opgenomen. Bent u btw-plichtig of komt btw in aanmerking voor het btw-compensatiefonds? ja (eventuele btw-lasten zijn verrekenbaar en zijn niet-subsidiabel) nee (eventuele btw-lasten zijn niet-verrekenbaar en zijn subsidiabel)
x
combinatie van verrekenbare en niet-verrekenbare btw
Noot indieners: de verwachting is dat per 2014 het zgn. compensatiefonds zal worden opgeheven, Op dit moment is de nationale overheid van plan dit daadwerkelijk uit te voeren. 2.
Begroting stap 1
Voeg een meer gedetailleerde begroting bij als bijlage (zie bijlage A). Begroting (exclusief btw)
Totaal
Ureninzet Boeien Out-of-ocketkosten Boeien Ureninzet Binden Out-of-pocketkosten Binden Ureninzet PR Out-of-pocketkosten PR
€ € € € € €
164.640 156.875 723.360 110.625 114.000 15.000
Totaal kosten project
€
1.284.500
Voor stap 2, 3 en 4 die in de perioden 2015 ten met 2020 gaan lopen, zijn op dit moment geen betrouwbare begrotingen te maken, maar men dient wel rekening te houden met de uitgaven van bedragen van ten minste deze begrotingsomvang per stap. In stap 3 is bijvoorbeeld nog niet te voorzien hoeveel bedrijven zullen aansluiten bij het Innovatiecluster Drachten. Dit is afhankelijk van de attractiviteit van de dan gerealiseerde eco-functies in de ogen van potentiële deelnemers en de dan geldende conjunctuur. Naar het gewenste aantal deelnemers doorgroeien zou een factor 2,5 betekenen in budget. Vooral in stap 4 zijn een aantal mogelijke grote verschuivingen van uitgaven te verwachten door het massief inzetten op gezamenlijke R&D-projecten en/of door het realiseren van onderzoeksfaciliteiten (o.a. gebouwen en kapitaalgoederen). Dit is ook afhankelijk van de onderlinge synergie van de bedrijven en de dan geformuleerde behoefte naar facilitaire huisvesting. Uiteraard hebben we het dan over forse
investeringen die waarschijnlijk meer dan € 1 miljoen subsidie te boven gaan zowel voor collectieve R&D alsmede huisvesting. Het idee is om telkens voor de nieuwe stap een subsidiebijdrage te vragen en de ontwikkelde activiteiten door de bedrijven op een reguliere wijze te laten financieren. Aan het einde van elke stap zal een nieuwe begroting voor de volgende stap worden gemaakt. Opbrengsten
3.
In dit project zijn geen inkomsten voorzien van verkochte producten/diensten.
Uitgavenplanning
4.
Uitgavenplanning van de verwachte betalingen per jaar (in te vullen voor subsidiabele uitgaven). Bedragen in € 92.500 € € 100.000
Jaar 2013 2014 Totaal kosten project
€
192.500
Financiering
5.
Financiering Totaal private bijdragen In kind uren 6 deelnemende bedrijven In kind uren 4 nieuwe bedrijven
Totaal publieke bijdragen Bijdrage gemeente Smallingerland Bijdrage provincie Fryslân Gevraagde REP-bijdrage Totaal financiering project
IV
Regelgeving en beleid
1.
Aanbesteding
[euro’s] 926.400 615.360 311.040
165.600 192.500 192.500 1.284.500
1.1
Zijn voor dit project aanbestedingsregels van toepassing?
X
ja nee, omdat
1 .2 De aanbestedingsregels hebben betrekking op:
[%] 72,2%
27,8 % 12,9% 14,9% 14,9% 100
werken, geschat bedrag €. leveringen, geschat bedrag € X
diensten, geschat bedrag € 192,5 k
1.3 Op welke wijze gaat u aanbesteden? Licht eventueel toe. De externe diensten die door de gemeente Smallingerland worden ingekocht, overstijgen de EU-drempel voor diensten (€ 200.000) niet. De externe diensten worden ingekocht volgens de interne aanbestedings richtlijnen van de provincie Fryslân. 2.
Staatssteun
Is binnen dit project sprake van staatssteun?
X
ja, omdat nee, omdat activiteit niet van economische aard is. Het bijeenbrengen van expertise, kennis clusteren etc. is meer een makel- en schakelfunctie.
V
Ondertekening door eindbegunstigde:
Ondergetekende verklaart dat alle voor de aanvraag benodigde stukken zijn toegevoegd.
2 Aldus naar waarheid ingevuld: Naam:
Dhr. K. Visscher, Director Industrial Projects & Facilities
Organisatie:
Philips Consumer Lifestyle
Functie:
Director Industrial Projects & Facilities
Plaats:
P0 Box 20100, 9200 CA Drachten
Datum:
1 febr
Handtekening:
2
De ondertekening dient te worden gedaan door een daartoe bevoegd persoon.
Bijlage A: Projectplan stap 1 Innovatiecluster Drachten
Naam van het project Stap 1 Innovatiecluster Drachten Uitgebreide projectomschrijving 1.
Omschrijving project
innovatiecluster Drachten als opmaat voor Noordelijke Hightech ecosysteem Zes hoogwaardige en innovatieve bedrijven in en rond Drachten, te weten Neopost Technologies, BD Kiestra, Variass, Irmato, Norma-IMS en Philips CL Drachten, hebben het initiatief genomen samen met de gemeente Smallingerland en de provincie Fryslân, de regio als innovatief, technologisch en kennis intensief op de kaart te zetten. Hiertoe hebben ze een 4-stappenplan ontwikkeld waarbij in de eerste stap vooral gewerkt gaat worden aan het boeien en binden van technisch talent zodat de bedrijven ook in de toekomst verzekerd zijn van professionele arbeidskrachten. Het samenwerkingsverband wordt in de ‘markt gezet onder de naam Innovatiecluster Drachten en vertegenwoordigt ca. 2.700 werknemers in deze regio van wie 850 fte in de productontwikkeling. Met name dit punt is onvoldoende bekend in en buiten de regio, in en buiten Nederland. De beoogde kennis- en innovatiestructuur kan zeer positieve gevolgen hebben voor de regionale economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. De doorontwikkeling van het cluster in de volgende stappen zal het innovatieve klimaat in Noord-Nederland binnen de kansrijke sector Metaal (High Tech Systems & Materials) op een hoger niveau tillen. De betrokkenheid van onderwijs -en kennisinstellingen en de versterking van de (provinciegrens)overschrijdende brede netwerken tussen de triple helix zal bijdragen aan de transitie naar een kenniseconomie Noord-Nederland. Het 4-stappenplan van het Innovatiecluster Drachten Om het Innovatiecluster Drachten in nationaal en internationaal perspectief met voldoende professionaliteit en zwaarte te presenteren, is het zinvol om het Innovatiecluster Drachten, op een organische, vraaggestuurde, wijze te laten groeien. Hiertoe zijn een aantal stappen in de tijd voorzien. Elke stap kan een doorlooptijd van 2 jaren in zich hebben. De huidige deelnemers hebben aangegeven dat de kwaliteit van de te nemen stappen prevaleert boven een te gehaaste invoering. Alle stappen hebben te maken met het verder uitbouwen van massa en functies van het ecosysteem (voor een uitgebreide beschrijving zie ook bijlage B). Stap 1: Het huidige innovatiecluster Drachten heeft de afgelopen jaren reeds samengewerkt op het gebied van boeien en binden van technisch talent bij de deelnemende bedrijven in de regio Drachten. Men wil dit op een veel professionelere wijze versnellen, regionale opleidingsinstituten (o.a. Friese Poort en hboinstellingen) beter betrekken en tegelijkertijd het cluster laten groeien met 4 extra bedrijven uit de regio Drachten. Stap 2: Het daarbovenop inzetten van meer gezamenlijke activiteiten (lees ecosysteemfuncties) zoals het gebruiken van elkaars onderzoeksfaciliteiten (shared facilities), het uitbreiden van de onderlinge toelever en uitbesteedrelaties (waardoor MKB versterkt wordt), en het opzetten van onderlinge kenniskringen waarin op actuele thema’s kennis wordt uitgewisseld tussen werknemers van de deelnemende ondernemingen. Stap 2 zou in de jaren 2015 en 2016 kunnen spelen.
Stap 3: Vanuit deze lopende ecosysteemfuncties meer ondernemingen in Noord-Nederland betrekken bij het lopende cluster om op deze manier meer massa (20-24 bedrijven) te krijgen en een soort Noordelijk ‘vliegwiel met een as in Drachten’ te creëren. Dit zou in de jaren 2017 en 2018 kunnen worden doorgevoerd. Stap 4: Vanuit het dan lopende cluster opschakelen naar nog meer ecosysteemfuncties zoals precompetatieve R&D i.s.m. onderzoekinstellingen (NHL, Stenden, Noordelijke Hogeschool, RUG en UTwente ), extra shared facilities (bv. startersgebouw en andere facilitaire functies) en aanjagen spin-outs (kleine nieuwe ondernemingen) vanuit de verschillende deelnemers. Het idee is dat dit vanaf 2019 dan kan gaan spelen. Deze REP-aanvraag is met name voor stap 1 bedoeld, maar geeft wel een doorkijk naar de volgende 3 stappen zoals hierboven beschreven. 2.
Doelstellingen
Met dit project worden de volgende bijdragen aan de REP-opgaven beoogd: Het projectplan is een invulling van opgave B, Programmalijn 8: het versterken van bestaande clusters: metaal/scheepsbouw. Vroeger werden de genoemde bedrijven vaak met metaal-elektrobedrijven aangeduid, maar deze benaming doet geen recht aan het onderscheid in dit gebied tussen ‘low’ tech en hightechbedrijven Ook vanuit bestuurlijk oogpunt is het kiezen van een dergelijke nieuwe focus aantrekkelijker, omdat deze focus rechtstreeks een verbinding legt met de topsector High Tech Systems & Materials op nationaal niveau. In de vervolgstappen van het cluster staat uitbreiding met een aantal ondernemingen die ook actief zijn in de hightechscheepsbouw (o.a. SMST) ook op de planning. .
Een belangrijke overweging voor de bedrijven om te komen tot samenwerking is een gedeeld probleem, namelijk het verwachte gebrek aan technisch personeel van mbo tot academisch, postacademisch en PhD-niveau. Hiermee raakt het project ook Opgave D, Programmalijn 10 ‘Arbeidspotentieel’. Het project draagt in belangrijke mate bij aan het bevorderen van de inzet en de ontwikkeling van het menselijk kapitaal binnen de hightechbedrijven. Het organiseren van kennisdeling tussen het personeel van de deelnemende bedrijven biedt bredere carrièreperspectieven dan bij individuele bedrijven (van baan naar loopbaan) en behoudt toptalent en daarmee innovatiekracht. Door de profilering als innovatief cluster wordt daarnaast nieuw toptalent aangetrokken, hetgeen de innovatiekracht van het cluster weer verder zal versterken. Ten aanzien van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt wordt vanuit het cluster tevens aansluiting gezocht bij de initiatieven van de onderwijs- en kennisinstellingen in Noord-Nederland. In de vervolgstappen van het cluster staan uitbreiding met een aantal ondernemingen, die internationaal en zelfscheppend zijn, maar ook met ondernemingen die toeleverend actief zijn in de hightechketens op de planning. Vaak kunnen de toeleverende bedrijven gerekend worden tot het MKB. Hiermee vult dit projectplan ook voor een deel Programmalijn 9 van opgave C in: het versterken van het MKB in de regio. 3.
Aanpak en resultaat
De initiatiefnemende bedrijven noemen de volgende drie doelen van samenwerking als cluster in stap 1: 1.
Het aantrekken en behouden van vakmensen en kenniswerkers is voor de betrokken bedrijven één van de belangrijkste doelen die het cluster zou moeten nastreven.
Alle initiatiefnemende bedrijven maken zich zorgen over de beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd technisch personeel in de regio. Het gaat hierbij om alle niveaus: van mbo tot academisch, post academisch en PhD-niveau, hoewel niet alle niveaus voor alle bedrijven relevant zijn. Bij de betrokken bedrijven bestaat het beeld dat de interesse voor techniek onder scholieren en studenten beperkt is en dat de afgestudeerde technici veelal buiten de regio carrière (willen) maken. 2.
Mede ingegeven vanuit de zorg over de arbeidsmarkt bestaat bij de initiatiefnemende bedrijven de behoefte aan sterkere profilering als innovatief cluster. Deze profilering zou zowel gericht moeten zijn op (aankomende) scholieren en studenten binnen de regio als andere bedrijven en kenniswerkers van buiten de regio. Deze profilering zou niet zozeer gericht moeten zijn op de bekendheid van Drachten, maar met name op de aanwezigheid van innovatieve, technische bedrijven in de regio. In algemene zin wordt onder het begrip ‘regio’ door bedrijven Noord-Nederland verstaan, met Drachten als kristallisatiepunt. Werken bij één van deze bedrijven hoeft niet te betekenen dat men de hele carrière aan het bedrijf vastzit. De carrièreperspectieven in de regio zijn nadrukkelijk breder dan het individuele bedrijf. ‘Van baan naar loopbaan’ is hier het credo.
3.
Daarnaast geven de initiatiefnemende bedrijven aan dat kennisdeling tussen het bestaande personeel een doelstelling van het cluster zou moeten zijn. Omdat de bedrijven in dezelfde sector opereren, het personeel dezelfde ‘taal’ spreekt en voor dezelfde typen uitdagingen gesteld staat, kunnen door het versterken van onderlinge ontmoetingen, netwerkvorming en kennisdeling mogelijk oplossingen gevonden worden voor problemen en ideeën worden opgedaan voor innovatie binnen het eigen bedrijf.
Samengevat kan men stellen dat de doelstelling van de eerste 2 jaren hierbij geformuleerd kan worden als: •
te groeien naar een aanwezigheid van 1000 fte in de productontwikkeling in het Innovatiecluster Drachten
•
grotere bekendheid van het cluster en de regio in de High Tech Systems community
•
grotere bekendheid van het cluster en de regio bij technisch toptalent
Met de zes initiatiefnemende bedrijven is tijdens een gezamenlijke werksessie een 2-jarenplan gemaakt waarbij de collectieve acties zijn gekozen uit de gezamenlijk opgestelde longlist van mogelijke acties. Deze activiteiten worden in een kalender uitgedrukt. Vervolgens is gekeken naar de organisatie van deze gezamenlijke activiteiten en de uren die de verschillende bedrijven bereid zijn om daarvoor ter beschikking te stellen. Hieruit blijkt dat er ondersteuning nodig zal zijn om deze ambitieuze samenwerkingskalender waar te maken.
1.
Activiteitenkalender 2013 —2014
De samengestelde kalender ziet er als volgt uit: 2013
Q1
2014
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Figuur 2 Activiteitenkalender 2013— 2014
Legenda: externe bijeenkomst interne bijeenkomst interne bijeenkomst met pers Iive =
‘4 Â
=
Het gaat dus om de volgende activiteiten onder de labels Boeien, Binden en PR: •
Beurzen Het gezamenlijk verzorgen van een stand met bemanning op vak-, bedrijven- en banenbeurzen (zoals recentelijk de NEVAT-beurs) waarbij het Innovatiecluster Drachten onder de aandacht gebracht kan worden. De ambitie is om op circa 6 beurzen per jaar aanwezig te zijn.
•
Uitvinderwedstrijd Het gezamenlijk organiseren van een uitvinderswedstrijd voor hbo-studenten waarbij op een thematische wijze wordt gewerkt (dit keer het thema gezondheid). Activiteiten behelzen: opzetten, begeleiden, voorselecteren en uiteindelijk het organiseren van het uitvinderssalon. Uitvindingen worden gekoppeld aan een thema en deze uitvindingen worden bekroond tijdens een gepast evenement in juni 2013. De wedstrijd kent een jury en stelt geldprijzen beschikbaar (ongeveer € 500,- per bedrijf, exclusief de kosten voor het evenement).
•
Ingenieur voor de klas In het kader van uitwisseling met de kennisinstellingen is het goed om medewerkers uit het bedrijfsleven met enige regelmaat voor de klas te hebben. Dit zorgt voor de juiste enthousiasmering, een overzicht van de laatste stand van de techniek naar de leerlingen en voor een beginnend begrippenkader van scholen en bedrijven naar elkaar toe. Philips en Variass zijn hier reeds in actief en de kans ligt hier om met het gehele cluster in dit onderwerp actief te worden.
•
Basisscholenprogramma Het collectief regelen van deelname van de bedrijven bij basisschoolbezoeken (onder andere roefeldagen’).
—
—
—
—
•
Tijdelijk overschot of tekort aan personeel communiceren binnen het cluster Het organiseren van een continue stroom van interne vacatures richting de bedrijven binnen het cluster en het actief ophangen/promoten’ van deze mogelijkheden binnen die organisaties. Bedoeling is meer kruisbestuiving te organiseren.
•
Onderlinge bedrijfsbezoeken en —presentaties Voordrachtencyclus waarbij elk bedrijf eenmaal per jaar een open’ presentatie houdt naar de andere clusterbedrijven.
•
Successen delen Open dag organiseren bij lancering nieuwe producten/technologieën voor cluster deelnemers: om elkaar beter en vaker deelgenoot te maken van belangrijke momenten binnen de bedrijven. Indien mogelijk (vanwege geheimhouding) dan ook een mooi moment van collectieve PR.
•
Op projectbasis medewerkers detacheren bij Innovatiecluster Drachten bedrijven (ISO-certificatie, engineering projecten) Zeker als het gaat over de inzet van bepaalde specialisten kan het zeer nuttig zijn om voordat er een project start, te kijken of voor een bepaalde tijd specialisten van de clusterbedrijven inzetbaar zijn voor een afgebakend project c.q. periode.
—
—
—
—
•
Stimuleren en faciliteren van kennisdeling bestaand personeel, vakgenoten onderling Het gaat hier om het organisch laten ontstaan en groeien van een aantal kenniskringen vanuit verschillende expertises. Het idee is om vooral de medewerkers de vrijheid te geven om hier initiatief in te ontplooien. Het streven is eerst vijf van dit soort kenniskringen te laten ontstaan en daarna organisch verder te groeien.
•
Gezamenlijke website Dit is een collectief initiatief om met één gezicht naar buiten te treden en via de website een aantal verdere boeien-functies te realiseren zoals overzicht van stageplaatsen, overzicht van vacatures, overzicht van lopende activiteiten binnen het cluster in het kader van boeien & binden, overzicht van aantrekkelijk punten in de regio. Hierbij kan ook verdere social media worden ingezet zoals Facebook of Linked In-groepen, Twitter, Yammer etc.
—
—
Zijn dit alle acties vanuit de bedrijven op het gebied van boeien en binden? Los van deze collectieve acties is het dus goed om te vermelden dat JetNet, UCF, vakschool gewoon door Philips Drachten verder individueel blijven worden ondersteund. Ook het Great Place to Work’ programma blijft een activiteit van Kiestra die gewoon doorloopt. Stages blijft een individuele activiteit, maar worden wel vanaf 2013 op de website geplaatst. Op provinciaal niveau worden daarnaast de volgende activiteiten ondernomen, waar het Innovatiecluster Drachten ook profijt van zal hebben: •
Het vormgeven aan zes sterke overlegtafels leidend tot een betaalbaar, transparant, kwalitatief sterk, aantrekkelijk en efficiënt aanbod van voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in Fryslân. De bestaande Technetkringen gaan deze overlegtafels coördineren.
•
Investeren in een doorlopende leerlijn loopbaan oriëntatie en loopbaanbegeleiding in techniek. Het accent ligt op de leerwegen vmbo-tl en vmbo-gI leidend tot een verhoogde instroom in mbo-niveau 4 techniek.
•
Investeren in technologieroute in FrysIn. Ook hier ligt het accent op een verhoogde instroom in mbo niveau 4 techniek. Door aanpassingen en toevoegingen te implementeren in de curricula van vmbo-tI en vmbo-gl wordt de route vmbo-mbo-hbo een stuk aantrekkelijker.
•
Inzetten op meer doelmatigheid binnen de vakmanschapsroute in de F4- (belangrijkste Friese) gemeenten. Het gaat om het vinden van slimme oplossingen om binnen vmbo-techniek het niveau van vmbo-bb en vmbo-kb betaalbaar en doelmatig op de kaart te houden.
•
Het ontwikkelen en uitvoeren van een provinciale evenementenkalender van basisonderwijs tot en met mbo om de keuze voor de techniek te promoten. De Organisatie hiervan is in handen van de bestaande Technetkringen.
Activiteitenkalender als leidraad voor verdere groei van het cluster De kalender heeft ook de functie van het aantrekken van nieuwe bedrijven in het cluster. Op basis van deze kalender zullen de komende maanden vier extra bedrijven gevraagd worden om mee te doen. Eenmaal per jaar wordt gekeken of de groep weer groter kan worden en dan stromen deze bedrijven toe op basis van de dan vastgestelde kalender. De rol van kenniskringen in het activiteitenplan Belangrijk om te vermelden is dat voor de doorontwikkeling van het Innovatiecluster Drachten (zowel de as’ als het ‘vliegwiel’) de kenniskringenactiviteit van cruciaal belang is. Het is dus zaak om deze activiteit op een hoogwaardig niveau te lanceren en vanuit deze kenniskringen de weg in te slaan van gezamenlijke projecten. Deze kenniskringen moeten niet ‘stranden’ in alleen praatgroepen. Meestal is na een bepaalde periode het elan eruit en sterven deze kringen een zachte dood. Vanuit gezamenlijke projecten kan op termijn een collectieve R&D-agenda komen, inclusief verdere verbindingen met hogescholen op onderzoeksgebied. Vanuit de kenniskringen is, later, ook een opschaling mogelijk naar het betrekken van meer bedrijven die zich in de ‘vliegwiel’regio bevinden en zich in hetzelfde focusgebied actief zijn (zie ook bijlage B). De wijze van organiseren van de kenniskringen is ook bewust op een organische wijze ingestoken. De initiatieven voor de kenniskringen moeten uit de Organisatie komen en niet voorgekauwd aangeboden worden. Op deze wijze worden de werknemers proactief betrokken en is de kans van slagen groter. Het cluster gaat eerst uit van vijf kenniskringen, maar het kunnen er ook meer of minder worden. Onderwerpen met kans van slagen lijken bijvoorbeeld: motion, vision, lean, projectmanagement.
II.
Wijze van organiseren en benodigde middelen
In het onderstaande overzicht is inzicht gegeven in de wijze van organiseren: 0
0 0
Project leider
Beurzen bezoeken (6 per jaar) Uitvinderswedstrijd Ingenieur voor de klas Bassischolenprogramma
Ass
Buro Buro
Irmato
Buro
Varias
Buro
Buro
=
0
0..
Z
0
0 — 2
6 — ‘
0
°
>
E u,
0 0 .? °
S
Varias
x x x x
XXX XXX XX X X
XX
X X
HRM
X
XXX
XX
X
Norma
XXX X XXX X XXX X
XX XX XX
X X X
Buro
eopos
X
XXX
XX
X
Genieente
Buro
X X X
XXX XXX XXX
XX XX XX
X X X
XX XX XX
X
ii
• • C
c
Overschotten/tekorten personeel uitwisselen Onderlinge bedrjfsbezoeken & presentaties Successen delen Projectdetachering Kennisdeling onderling medewerkers mbv kenniskringen Website • Stageplaatsen • Vacatures • Social fora
Buro Buro Buro
Figuur 3: Activiteitenkalender Innovatiecluster Drachten
Per activiteit is middels de kruisjes aangegeven wie dan verder actief deelneemt aan de verschillende activiteiten. Nieuwe deelnemende partijen zullen gevraagd worden om toe te treden op basis van deze activiteitenkalender en hun bijdrage zal overeen moeten komen met de inspanningen die de huidige initiatiefnemers erin steken. Het clusterbureau zal een coördinerende en uitvoerende taak hebben en zoveel mogelijk de bedrijven projectleidingwerk uit handen nemen. Uiteraard dienen de bedrijven wel deelnemende inzet te garanderen. Op sommige activiteiten zal dit bureau met de HRM-werkgroep (samengesteld uit HRM managers van verschillende bedrijven) activiteiten oppakken. De bemensing van het projectbureau dient een hightechachtergrond te hebben om, om te kunnen gaan met de organisatiegraad van de grotere bedrijven en het ondernemerschap van de kleinere bedrijven. Het clusterbureau moet bemand worden door personen met affiniteit voor de 40’s (Ondernemers, Onderwijs, Onderzoek en Overheid), met ervaring op het gebied van innovatie- en operationele processen in High Tech Systems en daadkracht. Gezien de snelheid van uitvoeren is het van belang om twee bedrijven aan te wijzen die als gedelegeerde opdrachtgevers van dit bureau optreden. Eenmaal per kwartaal komen alle deelnemende bedrijven bij elkaar om de voortgang van en prioritering van de activiteitenkalender te sturen.
Bij het uitvoeren van stap 1 zijn de volgende risico’s opgemerkt en van een oplossing voorzien: Risico Wegvallen van deelnemer(s)
Kans Klein
Kalender wordt niet snel genoeg doorlopen door capaciteitsgebrek Te veel leunen’ op clusterbureau
Redelijk
Te weinig inzet van een bedrijf
Klein
4.
Effect Activiteiteninspanning neemt af en mogelijk slinkende in-kind bijdrage bedrijven Afnemende attractiviteit van het programma, afhakende deelnemers Te weinig in-kind uren bijdragen van de bedrijven Onevenwichtigheid en daarmee frictie in de samenwerking
Klein
Oplossing Doorgroei van het cluster naar 10 deelnemers Inzet van klein clusterbureau 3 maandelijkse monitoring en bijsturing van de voortgang 3 maandelijkse monitoring en bijsturing van de voortgang. Doorgroei van het cluster naar 10 deelnemers
Beschrijving projectorganisatie
In stap 1 wordt de volgende projectorganisatie voorzien. Hierbij gaan we er vanuit dat het cluster doorgroeit naar de genoemde 10 bedrijven. Deze bedrijven zullen met de gemeente Smallingerland en de provincie Fryslân op de uitvoering van de 2-jarenkalender toezien. Dit gebeurt eenmaal per kwartaal. Om directe aansturing te verzekeren vanuit het cluster richting de uitvoerende medewerkers van bedrijven en gemeente, maar ook het clusterbureau, is het voorstel om 2 gedelegeerde opdrachtgevers te benoemen die met een veel hogere frequentie zullen sturen op voortgang van de activiteiten. Daarnaast is voor deze periode de penvoerder van deze samenwerking Philips CL. Het geheel wordt mean en lean opgezet.
Penvoerder Philips
10 bedrijven Gemeente en provincie
3 maandelijke monitoring
2 gedelegeerde opdrachtgevers
Directe mon ito ring
Clusterburo
Bedrijven Gemeente
Gezien de verwachting dat op termijn nog meer bedrijven zullen deelnemen, zal de wijze van organiseren waarschijnlijk alleen aangepast worden op deelname-inspanning (er zullen meer kolommen bijkomen in het overzicht).
Met deze tien bedrijven zal in 2014 wel een juridische organisatievorm moeten worden vastgelegd als opmaat voor verdere continuering en mogelijke uitbreiding daarna. Te denken valt hierbij aan een Stichtingsconstructie als Engineering Noord die kent. Bedrijven willen nu als eerst de meeste energie in de uitvoering steken. Belangrijk hierbij is dan wel de bewaking van evenwicht van de (in-kind) inspanningen. Wat is de Stichting Engineering Noord? De Stichting Engineering Noord heeft ten doel: het verbeteren van het imago van de technische beroepen in Engineering (werktuigbouwkunde, elektro, mechatronica en fijnmechanische techniek) en het bevorderen van de kwaliteit van de mbo-opleiding Engineering en de instroom van leerlingen voor deze opleiding, alsmede het verhogen van de kansen voor de leerlingen om deze opleiding succesvol te doorlopen. Momenteel zijn bij Engineering Noord ca. 90 bedrijven aangesloten. De stichting heeft in 2008 een samenwerkingsovereenkomst met ROC Noorderpoort gesloten om de doelstellingen te verwezenlijken. Naast het geven van voorlichting op vmbo-scholen en basisonderwijs en presentatie van het initiatief op opleidingsbeurzen en het beschikbaar stellen van stageplaatsen, omvat het plan het verstrekken van een vergoeding aan leerlingen, als stimulans voor instroom en doorstroom. De leerlingen ontvangen na afronding van het eerste jaar een vergoeding voor de aanschaf van een laptop van € 500 en € 250 voor boekengeld. In het tweede, derde en vierde jaar ontvangt de leerling na overgang c.q. diploma eveneens € 250 per jaar. 5.
Beschrijving communicatie-activiteiten
Tijdens de initiatieffase van het Innovatiecluster Drachten is er al veel publiciteit geweest vanuit de regionale pers en landelijke vakbladen. Dit is precies de bedoeling van het Innovatiecluster Drachten. In de perioden 2013-2014 zal actief worden gecommuniceerd met de buitenwereld via de volgende activiteiten: •
Beurzen Het gezamenlijk verzorgen van een stand met bemanning op vak-, bedrijven- en banenbeurzen (zoals recentelijk de NEVAT-beurs) waarbij het Innovatiecluster Drachten onder de aandacht gebracht kan worden. De ambitie is om op circa 6 beurzen per jaar aanwezig te zijn.
•
Uitvinderwedstrijd Het gezamenlijk organiseren van een uitvinderswedstrijd voor hbo-studenten waarbij op een thematische wijze wordt gewerkt (dit keer als thema gezondheid). Activiteiten behelzen: opzetten, begeleiden, voorselecteren en uiteindelijk het organiseren van het uitvinderssalon. Uitvindingen worden gekoppeld aan een thema, en deze uitvindingen worden bekroond tijdens een gepast evenement in juni 2013. Bij dit evenement zal de pers worden uitgenodigd.
•
Ingenieur voor de klas In het kader van uitwisseling met de kennisinstellingen is het goed om medewerkers uit het bedrijfsleven met enige regelmaat voor de klas te hebben. Bij sommige momenten zal de pers worden uitgenodigd.
•
Successen delen Open dag organiseren bij lancering nieuwe producten/technologieën voor cluster deelnemers: om elkaar beter en vaker deelgenoot te maken van belangrijke momenten binnen de bedrijven. Indien mogelijk (vanwege geheimhouding) dan ook een mooi moment van collectieve PR.
•
Nieuwe deelnemerscluster
—
—
—
—
—
Nieuwe deelnemers zullen worden verwelkomd met persberichten.
•
Gezamenlijke website Dit is een collectief initiatief om met één gezicht naar buiten te treden en via de website een aantal verdere boeien-functies te realiseren zoals overzicht van stageplaatsen, overzicht van vacatures, overzicht van lopende activiteiten binnen het cluster in het kader van boeien & binden, overzicht van aantrekkelijke punten in de regio. Hierbij kan ook verdere social media worden ingezet zoals Facebook of Linkedln groepen, Twitter, Yammer etc.
•
Artikelen Het is de bedoeling om ook een aantal artikelen in vakbladen over dit initiatief te (laten) publiceren.
6.
—
—
Gedetailleerde kostenbegroting
Voor de begroting 2013-2014 zijn de volgende aannames gedaan: •
Het innovatiecluster Drachten zal groeien naar 10 bedrijven: 2 extra bedrijven in 2013 en nog 2 extra bedrijven in 2014. De bijdrage van de laatste bedrijven is dus voor een halve periode. Bijdrage van de bedrijven is in-kind middels de inzet van uren.
•
Voor de in-kind bijdrage van de bedrijven hanteren wij een bedrag van € 60 per uur. Feitelijk uurtarief van de bedrijven ligt hoger. Gezien de administratieve last van het achteraf bewijzen van verschillende deelnemers wat hun daadwerkelijke directe loonkosten zijn (mcl. opslag voor indirecte kosten), kiezen we voor deze inzet.
•
Gemeente Smallingerland is projectleider van de website en neemt alle out-of-pocketkosten van alle activiteiten voor haar rekening. Gemeente Smallingerland rekent € 80 per uur als in-kind bijdrage. Btw bij de gemeente Smallingerland is niet te verrekenen in 2014, maar niet opgenomen in de begroting.
•
Provincie Fryslân neemt de projectleiding voor haar rekening minus inzet gemeente Smallingerland website.
Hiermee is de volgende begroting gemaakt.
Activiteiten
Boeien
eren
-
TMefÏ/’/j Bureau Bureau Bureau Bureau
Beurzen Uitninderswedstnijd legenieurnnnurde klas Banlnschnlen program ma I:inrctc Overschntten/teknrten uitwisselen Bureau Onderlinge uitwisseling Bureau Successen delen Bureau Prnjectdetachering Bureau Kenniskringen Bureau
iïirzz
—
ZZZZEZI
Websine/kalender Imago Stageplaatsen Vacatures Sociale fnm Totaal cum perpust
Gemeente
turnu 175 17500 43750 15125 17500 0 13125! 13125 17500 13125 43750 0 18300 0, 0 0 0 210500
Totaal generaal euro Bijdrage Pruvincie Bijdrage gemeente Bijdrage Bbedrijven Bijdrage 4nieuwe bedrijnen ‘Totaal 3 beddjven ‘Totaal 10 bedrijven
Blijft
het aantal bedrijven steken
Bij 72,3%
35000 30000 0 0 0 0 0 0 0 10000 0 15000 0 0 0 0 90000 Bur 192500 135600 615360 311040 973460 1284500
bij 6 (ICD6)
Uren
Uren
60 1920 9600 2630 3840 0 3840 28300 4800 0 48000 0 9600 0 0 0 0 113280
B0 1920 9600 2330 3840 0 3840 28800 4800 0 48000 0 9800 0 0 0 0 113280
ICOB / 0 1977 0,1701 0,B321
ICO1O / 0 14988 0,12892 0,47907 0,24215
Uren 60 1920 9600 2830 0 0 3840 28800 4800 0 28800 0 9300 0 0 0 0 90240
Uren 60 1920 9600 0 3840 0 3840 28800 4800 0 48000 0 9600 0 0 0 0 110400
Uren 60 1920 9600 2330 3840 0 3840 28300 4300 0 28800 0 9600 0 0 0 0 94030
Uren 60 1920 9600 2330 3840 0 3840 28800 4800 0 28800 0 9600 0 0 0 0 94080
Uren
Uren 60 0! 7200
0 0 0 0 19200 0 0 21600 0 9600 0 0 0 0 57600
dan zal de verhouding publiek—privaat
blijven.
gewenst aantal deelnemende bedrijven
om
privaat.
(ICD1O)
61) 1920 9600 2380 3840 0 3840 28800 4800 0 43000 0 9800 0 0 0 0 113280
36,8%
verandert de verhouding naar
Uren 60 1920 9300: 2830, 3840 0 3840 28800 4800 0 28800 0 9600 0 0 0 0 94080
60 960 4300 1440 1920 0 1920 14400 2400 0 24000 0 4800 0 0 0 0 06840
Uren 60 960 4300 1440 1920 0 1920 14400 2400 0 14400 0 4800 0 0 0 0 47040
om 63,2% 28,8% publiek
Bijlage B: Van innovatiecluster naar hightechecosysteem
1.
Het ‘ideale’ ecosysteem
Een ideaal ecosysteem is een geografisch aanwijsbare regio waar een economisch systeem met mondiale importantie floreert. De regio is bekend over de hele wereld en trekt bedrijvigheid en innovatoren aan, het genereert kennis en het genereert banen; kortom ‘kennis, kunde en kassa’ vormen hier een samenhangend geheel. De dichtheid van de bedrijvigheid is zodanig dat toevallige ontmoetingen daarmee significant gestimuleerd worden. Rondom de bedrijvigheid bevinden zich business communities en culturele netwerken waar mensen elkaar treffen, inspireren en samenwerking smeden. Overheden hoeven niets meer te stimuleren, door zelfordening komt de bedrijvigheid op een hoger plan. Overheden focussen alleen op de juiste condities en worden hierom gevraagd door de netwerken. Het overheidsbeleid is zo ondersteunend aan het ecosysteem. Zelfordening betekent wel dat er keuzes en competitie moeten zijn. Van een bepaalde competentie moeten er dus meerdere aanbieders kunnen zijn. Ketens zijn compleet van uitbesteders tot toeleveranciers en bijpassende dienstverleners. Beleid Netwerk Markt
f Kennis Infrastructuur Figuur 1: Elementen van een ideaal ecosysteem Een aanzienlijk deel van de bedrijvigheid, met mondiale eindmarkten, bevindt zich in de regio. Spin-outs en spin-ins komen zeker voor. De regio is een proefveld vol met demonstratiesites en shared services. Kennis lekt niet weg doordat de combinatie met kunde in de regio attractief is en het mensen doet besluiten om zich definitief in de regio te vestigen. In Figuur 1 zijn de belangrijkste structuurkenmerken van een ideaal ecosysteem weergegeven. We weten dat de kiem van het huidige ecosysteem nog pril is en dat een organische wijze van het laten groeien van deze kiem de beste weg is. Juist in deze fase is het van belang op de meest relevante factoren in te zetten. De volgende aspecten zijn naar onze opvatting het meest bepalend voor het succes van het ecosysteem: •
Balans tussen focus en massa.
•
Gestructureerde en structurele samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en kennisinstellingen.
•
Publiek-private afstemming en samenwerking.
II.
De weg daarnaartoe
Berenschot heeft het volgende groeimodel ontwikkeld om clusterontwikkeling te beschrijven. Dit model wordt gebruikt om te kijken waar het huidige niveau van clusterontwikkeling zich nu bevindt en wat logische vervolgstappen zouden zijn. Dit model geeft aan in hoeverre bepaalde aspecten passen binnen een bepaald ontwikkelingsstadium van een cluster. In deze zin is het model normatief. Om een voorbeeld te geven: fysieke faciliteiten zoals een incubator passen bij een cluster dat een grote massa heeft en waar kennisinstellingen en bedrijven al intensieve banden hebben. In een te vroeg stadium van de ontwikkeling van een cluster investeren in fysieke faciliteiten leidt tot onderbenutting en dus tot hoge kosten. We onderscheiden hierin vier hoofdfasen van clusterontwikkeling. Bij de ontwikkeling van het cluster neemt ook de geografische invloedsfeer van (oriëntatie) van het cluster toe. In de eerste fasen zal dat met name lokaal georiënteerd zijn. Er is nog geen sprake van een organisatiestructuur. De inhoudelijke focus ligt vaak op onderlinge ontmoeting. Met de ontwikkeling van het cluster neemt de massa ervan toe, wat wil zeggen dat meer bedrijven en instellingen zich bij het cluster aansluiten of zich aangesloten voelen. Idealiter zijn (meerdere) waardeketens in fase 3 compleet aanwezig. Ook is het cluster niet meer gedreven door één helix (ofwel kennisinstellingen, ofwel bedrijven) maar juist in samenwerking, daarbij ondersteund door de overheid (triple helix-benadering). De dynamiek binnen het cluster neemt met de massa toe: er is sprake van toe- en uittreding van bedrijven, opkomst van start-ups en van spin-out en spin-in. In de ontwikkeling naar de tweede en derde fase is nadrukkelijk sturing nodig. Deze sturing heeft onder meer betrekking op de inhoudelijke focus van het cluster; een te brede focus zal de onderlinge samenwerking in de weg staan. In de ontwikkeling naar de derde fase zal deze sturing ook gericht zijn op het creëren van specifieke faciliteiten, zoals een incubator of een ontmoetingsruimte of andere randvoorwaarden. Daarnaast zal gerichte acquisitie om de ketens compleet te krijgen in deze ontwikkelingsfase nodig zijn. De overheid kan in al deze aspecten een belangrijke rol spelen. In de vierde fase zal deze rol afnemen. Lokale oriëntatie
Regionale oriëntatie
Nationale oriëntatie
Ad hoc
Geformaliseerd, gestructureerd
Geformaliseerd, gestructureerd
Twee a drie helixen dominant
Drie helixen
4
Eén helix dominant .
1
2
1 • •
Ontmoeting faciliteren Netwerken bouwen
•
Slim kiezen, met commitment Structuur bouwen Massa vergroting
Figuur 2 Ontwikkelingsfasen van clusters
Competitie Slecht beïnvioedbare factoren
‘port Eindhoven • •
•
-
Dynamiek (spin Out/ spin in) stimuleren Shared facilities Massa neemt toe Aantal ketens nemen toe Mogelijkheden voor innovatie tussen ketens Rol overheid als coordinator neemt af
Meer specifiek, in detail kunnen we dan de volgende kenmerken onderscheiden:
Oriëntatie en scope
Lokale oriëntatie Fysieke nabijheid bindende kracht • Eén helix dominant • Diversiteit kan groot zijn • Verbinden
• Regionale oriëntatie en piek • Inhoudelijke samenhang tussen bedrijven en kennisinstellingen bindende kracht • Twee a drie helixen betrokken • Versterken
• Nationale oriëntatie en top • Inhoudelijke focus en massa (meerdere focuspunten) en massa • Drie helixen betrokken • Versnellen
• Internationale oriëntatie en hotspot • Inhoudelijke focus (meerdere complete ketens) • Drie helixen betrokken • Vieren
Functies Netwerk
• Ontmoeting en
• TxU relaties
• TxU relaties
• • • • •
• •
vertrouwen • Business kansen
Stimulans voor innovatie • Kennisnetwerk regio
Functies Activiteiten
Functies Facilities
N.v.t.
•
Organisatie
Rol bedrijfsleven
Rol overheid
Rol kennis
• Incubators •
Kennisnetwerk nationaal
TxU relaties R&D relaties Incubators Spin out / spin in Kennisnetwerk internationaal
• Collectieve kern- en niet kern activiteiten: • Collectieve pre competitie R&D • Collectieve lobby • lncubator services
• Collectieve kern- en niet kern activiteiten: • Joint Globalization • Campus services
4
n.v.t.
• Shared facilities • Blauw druk incubator faciliteit / nieuwkomers
• Shared facilities • lncubator faciliteit • Blauw druk campus
• Shared facilities • Incubator faciliteit • Campus faciliteiten
Ad hoc Verbinden
• Geformaliseerd (spelregels) • Gestructureerd (organisatie / besluitvormingstruct uur) • Beheerste en gesloten groei
• Geformaliseerd • Gestructureerd maar volledig open voor alle spelers in focusgebied
• Self propelling dominant
• Initiator focus • Vergroten massa vanuit regio
• Toenemende coördinatie • Vergroten massa vanuit buiten regio
• Regisseur • Vergroten massa vanuit buiten NL
Facilitator
• Coördinator • Vergroten massa regio
• Afnemende coördinatie • Vergroten massa vanuit buiten regio
• Facilitator • Vergroten massa vanuit buiten NL
Onderwijs reactief
• Onderwijs proactief • Onderzoek individuele bedrijven
• Onderwijs proactief Onderzoek collectieve R&D & bedrijven
• Onderwijs proactief en kenniscirculatie • Onderzoek collectieve R&D & bedrijven
• Initiator
•
• Collectieve niet kernactiviteiten: • Shared PR, HRM,.....
• R&D relaties
Tabel 1 Kenmerken ontwikkelingsfasen clusters
III.
Analyse en betekenis voor Innovatiecluster Drachten We constateren dat het lnnovatiecluster Drachten zich in de eerste fase van ontwikkeling bevindt en zich opmaakt een stap te maken richting fase 2. Het cluster wordt geinitieerd door de zes betrokken bedrijven waarbij de gemeente Smallingerland optreedt als facilitator onder meer door bijeenkomsten te beleggen. Op dit moment zijn de banden met kennisinstellingen zowel binnen als buiten de regio beperkt. De bedrijven binnen het cluster hebben verschillende samenwerkingsrelaties met mbo en hbo-instellingen, voornamelijk in de vorm van stage en afstudeerplaatsen. Een enkel bedrijf (BD Kiestra) kent een onderzoeksrelatie met de NHL. De gezamenlijke activiteiten van de bedrijven zijn gericht op onderlinge kennismaking en netwerkvorming bestaat uit een marktbijeenkomst of een gezamenlijk diner met managers van de ontwikkelafdelingen. Daarnaast wordt beperkt aan regionale promotie gedaan door stands op beurzen. Voor het Innovatiecluster Drachten betekent dit in de eerste plaats de keuze: is doorontwikkeling van het cluster een gewenste richting? Samenwerkingsverbanden tussen ondernemers kunnen zich tot op zeker niveau immers uitstekend lokaal en ook regionaal bestendig manifesteren. Netwerkvorming en onderlinge kennisuitwisseling kunnen ook op dit niveau bediend worden. Op basis van de constateringen in hoofdstuk 2 zijn wij van mening dat verdere doorontwikkeling van het cluster nodig is (richting fase 2/3) om de ambities van partijen te realiseren. Onderbenutting van het aanwezige (innovatie)potentieel en sterkere verankering in de regio zijn daarvoor de drivers. Deze keuze betekent vervolgens dat er drie aspecten zijn waar op relatief korte termijn verdere keuzen gemaakt moeten worden. Deze aspecten zijn achtereenvolgens: 1.
Het focusgebied van het cluster;
2.
De massavergroting van het cluster;
3.
De organisatie van het cluster.
Later in de tijd liggen de volgende aspecten: 4.
Next steps van het cluster;
5.
Next step van het cluster als onderdeel van een ecosysteem;
6.
Randvoorwaarden.
Hieronder gaan we op deze aspecten in. IV.
Focusgebied Bij de bepaling van het focusgebied is vooral gekeken in welke markten de huidige bedrijven reeds actief zijn en welke rol ze in de internationale ketens spelen. In onderstaande tabel is dit uitgewerkt. Systems Innovator
NoordNederland
Parts Supplier
System Integrator
Proces Supplier
Philips CL
X
NL
B2C-apparaten
BDKiestra
X
USA
B2Bmechanisaties
Neopost
X
X
Irmato
X
X
X
X
X
X
X
Variass Norma
X
X
X
F
B2B-apparaten+ onderdelen
NL
B2Bmechanisaties
X
NL
Elektromecha nische modulen
X
NL
Mechanische subassies/parts
(deels)
Hierbij valt een aantal zaken op. In de eerste plaats dat vier van de zes bedrijven OEM-er zijn: een Original Equipment Manufacturer. Zij zijn ‘zelfscheppend’ en internationaal actief en leveren aan eindgebruikers; dit kunnen zowel consumenten zijn (Philips) als bedrijven (overige). Het Innovatiecluster Drachten herbergt hiermee nu al uitzonderlijk veel OEM-ers. Variass en Norma hebben een andere rol in de keten, die van proces suppliers en deels ook systeemintegratoren (voor een nadere toelichting op deze rollen zie bijlage 4). Een gemeenschappelijk kenmerk van de bedrijven is verder dat zij hoogwaardige systemen, of delen daarvan, leveren. De bedrijven maken allemaal deel uit van de hoogtechnologische maakindustrie: de Topsector High Tech Systems. Onder High Tech Systems verstaan we in algemene zin bedrijfsactiviteiten gericht op de productie en ontwikkeling van apparaten, instrumenten, machines, mechanisaties, automotive, trucks & bussen, vliegtuigen en schepen. Karakteristieke eigenschappen van High Tech systemen zijn: •
zeer intelligent (embeddeci systemen, software, sensors);
•
zeer nauwkeurig (nano-elektronica, high precision manufacturing); en
•
zeer efficiënt (mechatronica).
Alle deelnemende clusterbedrijven (en ook bedrijven die reeds belangstelling hebben getoond) voldoen aan deze kenmerken. Ook vanuit bestuurlijk oogpunt is het kiezen van een dergelijke focus aantrekkelijk, omdat deze rechtstreeks een verbinding legt met de topsector op nationaal niveau. High Tech Systems vormt echter geen erkende noordelijke sterkte zoals agrofood, water, energie of sensor en healthy ageing. Op langere termijn is het kiezen van een verdere focus of specialisatie binnen het cluster goed denkbaar. We denken dat kansen liggen op het punt van healthy ageing.
Figuur 7 Negen topsectoren (bron Ministerie van EL&I, 2011)
V.
Massa vergroten Voor de vergroting van de massa van het ICD zien we vijf lijnen voor ons. Eén lijn vormt de verdere groei in termen van betrokkenheid van het aantal bedrijven bij het cluster. Binnen het focusgebied High Tech Systems is binnen de regio Drachten (lees op minder dan 15 minuten reistijd) een aantal bedrijven actief die goed zouden passen als onderdeel van de ‘as’. In onderstaande tabel hebben we hiervan een overzicht gegeven. Met de huidige bedrijven binnen het cluster is afgesproken om minimaal vier bedrijven tot deze set van bedrijven extra te betrekken in het laatste kwartaal van dit jaar, zodat in 2013 met tien bedrijven gestart kan worden. Systems Innovator
Parts Supplier
System Integrator
Proces Supplier
VDL
X
NL
Delta lnstruments
X
USA ALLabinstrumenten
Veenstra lnstruments
X
SMST
dische iaraten Subsystemen voor schepen
X
X
JB Besturing
PCV
x
X
Whisper Power
APvanden Berg
X Diensten Dienst en
X
Diensten
Bright Spark
X
‘
Ziuz
X
F
lnteray Burgum
Mart technology Apollo
Bussen
X (diensten)
X
X
x
x
NL
Componenten voor schepen
NL
Offshore systemen en instrumenten
NL
Subsystemen mechanisatie
NL
BtC-apparaten
NL
Waterinstrumenten
NL
Medische systemen
NL
Sotware / vision ontwikkeling LV PCB productie
USA
Medische apparatuur
NL
Bottelproductiesyste men
Tabel 2: Potentiële kandidaten Innovatiecluster Drachten De tweede lijn die we voor ons zien is het intensiever betrekken van onderwijsinstellingen. Op dit moment bestaan er tussen de bedrijven in het cluster en de onderwijsinstellingen op het niveau van de afzonderlijke bedrijven relaties. Collectieve samenwerkingsverbanden bestaan er nog niet. Op basis van de gevoerde gesprekken constateren we dat op de korte termijn intensivering van de samenwerking met ROC Friese Poort het meest voor de hand ligt. De doelen die de bedrijven op dit moment beogen liggen in lijn met de ambities en prioriteiten van Friese Poort.
Bovendien bestaan tussen Philips en Friese Poort historische banden: het huidige Centrum voor Fijnmechanica werd onderdeel van Friese Poort toen Philips Drachten besloot om de Philips Bedrijfsopleidingen’ (PBD), de technische opleidingsfaciliteit op het gebied van fijnmechanica en mechatronica af te stoten. Met toetreding van Friese Poort tot het cluster, ontstaat op het niveau van het cluster operationele en tactische afstemming tussen onderwijs, ondernemers en betrokken overheden en een triple helix. Bij verdere ontwikkeling van het cluster liggen verbindingen met voortgezet onderwijs en Technasia voor de hand. Dit past bij de activiteiten waaraan de betrokken bedrijven zich op dit moment willen verbinden. Daarbovenop zal het cluster met alle Noordelijke hbo-instellingen afspraken gaan maken over opvolging van de (jaarlijkse) uitvindersalonwedstrijd, het samenwerken bij het collectieve stageaanbod (via de ICD website) en verdere invulling van het programma Ingenieur voor de klas. Nogmaals, het UCF-initiatief blijft opgevolgd worden door Philips. De derde manier van vergroting van massa kan bereikt worden door bestaande bedrijven in de noordelijke regio te interesseren voor deelname aan het cluster. Het gaat dus hierbij om vergroten van de massa door het betrekken van bedrijven in het ‘vliegwiel’. Binnen een straal van een uur reistijd zijn dat verder bedrijven zoals Spark Holland (Emmen), Fokker (Hoogeveen), Lode (Groningen) of Scania (Zwolle). We verwachten dat in 2013 een vergroting van het cluster tot tien bedrijven is gerealiseerd en vanaf 2014 een groei naar 20-24 bedrijven, binnen de hele noordelijke regio reëel, maar ook noodzakelijk is. Dit betekent dat ook bedrijven benaderd moeten worden uit de onderstaande lijst. Tabel 3 Potentiële kandidaten Innovatiecluster Drachten Systems Innovator
System Integrator
Parts Supplier
Proces Supplier
X
X
NL
Labinstrumenten
Fokker Hoogeveen
X
X
GB
Vliegtuigonderdelen / assemblies
Sony Encsson
X
JP
B2C-apparaten
Spark Holland
Lode Lavoissier
X
NL
X
x
Scania Zwote ODsecurity Pezy
X Eiensten
Embed Photonis Ir Fluctus
X
Diensten
Microkey Abbott optics
Diensten
x X
X Diensten
x X Diensten
x
1
4bedische
instrumenten
S
Trucks
NL
Beveiliging instrumenten
NL
B2C-apparaten
NL
B2CIB2B-apparatenl instrumenten
USA
Labinstrumenten
NL
B2C-/ B2B-apparaten! instrumenten
F
Photonische componenten
NL
B2C-apparaten
Meijer plaat Van der gang precision
x
Damen shipyards
x x
Diverse internationale klanten
X
NL
Precisieverspaner luxe horloges
NL
Binnenvaart? kustschepen
NL
Productiesystemen
X
NL
Preclsiefrezenldraaien
X
NL
Frezenldraaien
x
NL
pcB/PcA’s
D
Waterstraalportaal machines
x
NL
Draaienj CNC
X
NL
Kunststoomhullingen
x
1
Witec Bies
1
Neways
fl1
X
VCN masstuming
.
1
VOL Wienties Roden Entermed
NL
r
Boikon
Resato
X
1.
X
BtB-medische apparatuur
De vierde manier is het aanjagen van relaties tussen bedrijven en de kennisinstellingen met onderzoeksfuncties. We denken dan onder andere aan NHL, Hanzehogeschool, RUG en UT. Op dit moment ontbreken nog collectieve verbindingen met instellingen voor onderwijs en onderzoek op hoger en academisch niveau. Binnen de geografische scope van het cluster (ca. 15 min, reistijd) zijn deze instellingen niet voorhanden. Een regionale, noordelijke benadering ligt hier dan voor de hand zoals die nu voor Philips wordt uitgevoerd. Dit betekent meer matchmaking organiseren tussen de onderzoekers in de regio in combinatie met competitieve en pre-competitieve R&D-behoeften van de bedrijven. Daarnaast, als vijfde en laatste manier van het vergroten van de massa, kunnen bedrijven buiten de regio geïnteresseerd worden om een dependance of vestiging in de omgeving van het cluster te openen. Gerichte acquisitie van partijen die op dit moment nog ontbreken in het cluster ligt dan voor de hand. Bijvoorbeeld: Een producent van vision-systemen ontbreekt op dit moment in het noorden, maar zou daar wel goed tussen passen. Binnen het cluster zijn nu afspraken gemaakt over lijn 1 en lijn 2. De andere lijnen volgen later in de tijd. VI.
Organisatie en spelregels Spelregels bij verdere stappen Als criteria voor nieuwe toetreders binnen het cluster, stellen we de volgende criteria voor: •
Vooralsnog geen concurrenten van bestaande deelnemers toelaten. Omdat in de huidige (begin)fase de omvang beperkt is en onderling vertrouwen broos, ligt het niet in de rede om concurrenten toe te laten. Of, zoals betrokkenen aangeven: “De synergie ligt vooralsnog in de technologie en niet in de markt”. Bij verdere groei van het cluster kan (en moet) dit principe losgelaten worden.
•
Binnen de focus van hightech en bij voorkeur zelfscheppend.
•
Innovatief.
•
(toeleverend aan) een leider in de markt.
De bedrijven in tabel 2 en 3 voldoen aan deze criteria. Organisatie Er is een zekere mate van organisatie nodig om de doorontwikkeling van het cluster gaande te houden en te versnellen. Een klein programmabureau bestaande uit een projectleider en ondersteuning zal in de eerste fase worden ingericht. In de vervoigstappen kan dit verder worden uitgebouwd naar: •
Fungeren als gezicht en aanspreekpunt van het Innovatiecluster Drachten.
•
Coördinatie en organisatie van de voorgenomen activiteiten, dan wel het ondersteunen van de verantwoordelijke bedrijven.
•
Er zorg voor dragen dat de betrokken partijen hun toezeggingen nakomen.
De betrokken partijen binnen het Innovatiecluster Drachten zijn verantwoordelijk voor de financiering en aansturing van het bureau, via de te kiezen juridische vorm. VII.
Next steps cluster Wanneer we kijken naar het langetermijnperspectief voor het cluster Drachten, dan constateren we drie aspecten waar het cluster waarschijnlijk behoefte aan zal hebben. Kiem hierbij ligt binnen de kenniskringen activiteit. Hier wordt bepaald in welk tempo de volgende zaken belangrijk worden: TxU relaties: het met elkaar aangaan van projecten en reguliere toelever- en uitbesteedrelaties. Het is een gegeven dat samenwerking pas echt begint te werken als er met elkaar in (gewone commerciële) businessrelaties wordt gewerkt. Dus zeker geen gedwongen winkelnering! Shared facilities primaire processen: vanuit het samenwerken op het gebied van innovatie ligt het voor de hand om ook bepaalde expertise en faciliteiten beschikbaar te maken voor het gehele cluster. In het begin kan dit incidenteel zeker op basis van wederzijdse goodwill kosteloos gebeuren. Stijgt dat boven dit niveau uit dan kunnen de bedrijven formeel besluiten om hun faciliteiten formeel aan te bieden als service aan de rest van het cluster. In het kader van deze opdracht is hier een inventarisatie gemaakt, hetgeen een aantal fysieke laboratoria behelst, maar ook een aantal CAE (Computer Aided Engineering) tools: Faciliteiten ontwerpfase
1
Philips
1
Chemisch lab
X,
Akoestisch lab
X
Neopost
Model / prototype Consumenten lab
Irmato
Variass
NormaiMS
Kiestra
x X X
Meetkamer
X
X
CFDFIuid Dynamics Moldflow simulaties FEM simulaties
X
X
—
1
Proefspuiten
—
X
Microbiologisch Elektronica lab
X
X
X
X
Cleanroom
Tabel 4 Overzicht beschikbare faciliteiten Innovatiecluster Drachten
X
X
Het is aan de eigenaren van de fadiities om te besluiten of deze faciliteiten ‘opengesteld’ kunnen worden voor het cluster en tegen welke condities. Voormalig Veemgebouw Philips Een aparte plek binnen de shared facilities neemt het voormalige Philips Veemgebouw in. Dit gebouw ligt midden in ‘het zwaartepunt van het zwaartepunt’ en naast de te ontwikkelen, uitgegraven vaart in Drachten. Dit gebouw zou uitstekend geschikt zijn om lrmato een eigen plek te geven en definitief ‘los te komen’ van Philips. Dit gebouw en deze plek zou uitstekend geschikt zijn om bijvoorbeeld Variass in te passen, en ook assembly-activiteiten van BD Kiestra te huisvesten bij verdere groei en bedrijven die van buiten het wiel komen een mooie landingsplek geven. Twee bedrijven hebben interesse om zich eventueel hier te vestigen. Dit gebouw is echter niet in bezit van één van de deelnemers aan het cluster en is ook aan een esthetische- en gebiedsupgrading toe. Deze plek zou bovendien uitstekend geschikt zijn om op termijn ook de volgende ondersteunende processen te huizen en vanuit deze processen ook een landmarkfunctie te creëren aan het water en de doorgaande route door Drachten. In dat geval moet de architectuur van een modern, maar tijdloos niveau zijn (zie High Tech Campus Eindhoven). Shared fadiities ondersteunende processen Het gaat hier om processen die niet direct inhaken op de genoemde primaire innovatie- en productieprocessen:
VIII.
•
Bedrijfsrestaurant, open voor alle cluster deelnemers.
•
Caféfaciliteit (bv. Starbucks).
•
Representatieve vergaderfaciliteiten.
•
Clustergerelateerde congresfaciliteit (voor middelgrote bijeenkomsten, grote bijeenkomsten kunnen in De Lawei plaatsvinden).
•
Startersfaciliteit (kleine, goedkope kantoorfuncties) voor kleine startende bedrijven, of bedrijven die een dependance willen beginnen. Next steps cluster als onderdeel ecosysteem
Het ligt in de lijn der verwachting dat pre-competitieve R&D pas in beeld komt nadat er meer bedrijven uit het ‘wiel’ actief worden omdat dan de kans op synergie op applicatiegebied groter zal zijn. Ook op het niveau en de geografische schaal van het Innovatiecluster Drachten zijn verbindingen met onderzoeks instellingen op hoger en academisch niveau niet voorhanden. Waar andere in clusters (zoals Kennispark Twente) de instellingen als aanjager fungeren, kan dat in Drachten niet. Gezien de huidige behoeften van het gros van de bedrijven in het cluster vormt de afwezigheid van deze onderzoeksinstellingen nu geen belemmering. Bij een verdere ontwikkeling van het cluster, wanneer de aandacht voor pre-competitief onderzoek en ontwikkeling toeneemt, zal ook de behoefte aan intensievere verbindingen met onderzoeks instellingen toenemen, met name op het gebied van applicatieonderzoek. De betrokkenheid van de provincie Fryslân en de gemeente Smallingerland in de huidige fase is van essentieel belang voor het kunnen kiemen van het cluster. Dit kent echter wel een risico, namelijk dat het initiatief te lokaal of te ‘provincie’ blijft en dat een noordelijke benadering uitblijft. Voor de doorontwikkeling van het cluster is inbedding in een noordelijk ecosysteem voor High Tech Systems noodzakelijk. Dit vereist ook commitment van de overige noordelijke overheidspartners; de provincies, maar ook het Ministerie van Economische Zaken.
Deze aspecten impliceren dat het Innovatiecluster Drachten uiteindelijk behoefte heeft aan een bovenlokale, noordelijke structuur waarin de verbindingen met regionale bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen worden gesmeed en waarin afstemming tussen overheden op dit punt plaatsvindt. Kortom, een noordelijk ecosysteem voor hightech maakindustrie. Realisatie van het ecosysteem op noordelijke schaal vereist regionale sturing en afstemming tussen overheden, onderwijs en bedrijfsleven binnen focus High Tech Systems. Op dit moment ontbreekt hiervoor de structuur. Dit reikt bovendien verder dan de draagkracht van het innovatiecluster op dit moment. Ook de Taskforce is daar in de huidige vorm niet op gericht: de opdracht van de Taskforce is daarvoor immers te smal geformuleerd . Naar onze opvatting krijgt de Taskforce idealiter de opdracht om te sturen op de bouw van een dergelijk ecosysteem. Eerst dient de taskforce de huidige projectdoelstelling richting Philips met een aantal successen af te ronden. Wij zien daarna de omvorming van de bestaande Taskforce tot een Economic Development Board voor High Tech Systems Noord-Nederland als een logische volgende stap in het komen tot een noordelijk ecosysteem voor High Tech Systems en een randvoorwaarde voor doorontwikkeling van het Innovatiecluster Drachten op de langere termijn. Het eindbeeld voor de langere termijn dat wij voor ogen zien, is een High Tech Systems ecosysteem op Noordelijke schaal. De Noordelijke opleidings- en onderzoeksinstellingen NHL, Hanzehogeschool, RUG en UCF en de aangesloten bedrijven werken hierin samen aan een optimale aansluiting van de arbeidsmarkt, kennisuitwisseling en promotie/marketing. Ook wordt pre-competitief samengewerkt en worden faciliteiten gedeeld. Het Innovatiecluster in Drachten vormt daarvan het brandpunt. Het ICD en een development board kennen een eigen dynamiek en eigen aansturing, maar moeten wel in het verlengde van elkaar liggen. Noordelijke Devetopment Board High Tech Systems
Bedrijven UCF, NHL, RUG, Hanze Provincies Ministerie Economische Zaken
Bedrijven Friesche Poort Gemeente Smallingerland Provincie Friesland
afstemming
J
IkLte’r,I1ov1im*a.
J
Noord Nederland
Drachten (en nabije omgeving)
Full triple heils
Triple heus
Ecosysteem ontwikkeling
Cluster ontwikkeling
Strategisch / tactisch
Tactisch / operationeel
Figuur 3: Triple helix-samenwerking op het niveau van het ecosysteem en het Innovatiecluster Drachten IX.
Randvoorwaarden Randvoorwaarden om de totale ontwikkeling te laten slagen zijn: •
Respecteren en ondersteunen door alle betrokken actoren van het gekozen focusgebied, zowel op het niveau van het cluster als op het niveau van het ecosysteem. Vraaggestuurde ondersteuning met oog voor de dynamiek van groeiprocessen.
•
Benaderen van bedrijven in de as, waaronder SMST, Mart Technologies, Delta Technologies en Whisper Power en hen verbinden aan het activiteitenplan voor de komende twee jaar.
•
Benaderen van lokale kennisinstellingen, waaronder Friese Poort, en hen verbinden aan het activiteitenplan voor de komende twee jaar.
•
Commitment aan de uitvoering van de twee-jaren-activiteitenkalender door alle organisaties (geld en uren).
•
Financiering van de twee-jaren-kalender, inclusief het inrichten klein bureau door de deelnemers aan het cluster (overheden, bedrijven en eventueel kennisinstellingen).
•
Voortzetten van de goede taakverdeling tussen de provincie en de gemeente Smallingerland.
•
Maken van een blauwdruk van de eindsituatie shared facilities in Drachten (om voorbereid te zijn op kansen die er nu liggen en die zich in de toekomst onverwacht voordoen). Hiertoe dient 30k te worden gereserveerd.
•
Respecteren en ondersteunen van de afgesproken spelregels tot en met 2014.
•
Omvorming van de Taskforce tot een Noordelijke Development Board voor High Tech Systems.