STATUTEN per 7 december 2009 van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, gevestigd te Tilburg

F179/F463 30011647/000075867/091207 DT Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie Versie 7 december 2009 Blad 1

STATUTEN per 7 december 2009 van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, gevestigd te Tilburg

STATUTEN. Begripsomschrijving. Artikel 1. In deze statuten wordt verstaan onder: a.

accountant: een registeraccountant of een andere accountant als bedoeld in artikel 393 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel een organisatie waarin zodanige accountants samenwerken;

b.

afdeling: een afdeling van de vereniging als bedoeld in artikel 23 van deze statuten;

c.

afdelingsvoorzitter: de voorzitter van het bestuur van een afdeling;

d.

algemene vergadering: het orgaan dat wordt gevormd door de afdelingsvoorzitters dan wel de bijeenkomst van de afdelingsvoorzitters, een en ander afhankelijk van de betrokken statutaire bepaling;

e.

geschillencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 29 van deze statuten, ter beslechting van geschillen en klachten;

f.

jaarrekening: de balans en de winst- en verliesrekening met de toelichting;

g.

jaarverslag: het jaarverslag als bedoeld in artikel 391 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

h.

ondernemer in de groene ruimte: natuurlijke personen die zelfstandig een agrarische of een aan de groene ruimte verbonden onderneming drijven;

i.

portefeuille: een portefeuille als bedoeld in artikel 26 van deze statuten;

j.

regioraad: het overlegplatform van de afdelingsvoorzitters in een regio van de vereniging als bedoeld in artikel 24 van deze statuten;

k.

vertrouwenscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 28 van deze statuten;


l.

ZLTO-raden: de raden als bedoeld in artikel 27 van deze statuten.

Naam en zetel. Artikel 2. 2.1

De vereniging draagt de naam: Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (bij afkorting: “ZLTO”). Zij is opgericht door de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: “Noordbrabantse Christelijke Boerenbond, Rooms-Katholieke Vereniging van Boeren en TuindersFusiepartners”, destijds gevestigd te Tilburg, welke vereniging voorheen de naam “Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, Rooms-Katholieke Vereniging van Boeren en Tuinders” droeg, en de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: “Landbouwmaatschappij ZMO”, destijds gevestigd te Goes, hierna te noemen: "ZMO", bij notariële akte houdende de juridische fusie van deze verenigingen, welke akte is verleden op eenendertig december negentienhonderdachtennegentig.

2.2

De vereniging is gevestigd te Tilburg.

2.3

Het werkgebied van de vereniging omvat geografisch het gebied van de provincie Noord-Brabant, de provincie Zeeland en de provincie Gelderland ten zuiden van de rivier de Waal.

Verenigingsjaar. Artikel 3. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar. Doel en grondslag. Artikel 4. 4.1

De vereniging heeft ten doel de collectieve en individuele behartiging van de economische, sociale en culturele belangen van haar leden en hun gezinnen, onder meer door het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, en al hetgeen daarmede verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

4.2

De vereniging gaat in haar economische, sociale en maatschappelijke belangenbehartiging uit van een christelijke levensvisie op mens en samenleving. De vereniging is autonoom en onafhankelijk van enige godsdienstige of staatkundige groepering.

Leden. Artikel 5. 5.1

De vereniging kent leden, buitengewone leden en ereleden.


5.2

Leden van de vereniging zijn: a.

natuurlijke personen die ondernemer in de groene ruimte zijn en die hun onderneming binnen het werkgebied van de vereniging drijven;

b.

natuurlijke personen die vennoot zijn van een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, met dien verstande dat de door de personenvennootschap gedreven onderneming een agrarische of aan de groene ruimte verbonden onderneming dient te zijn die gevestigd is binnen het werkgebied van de vereniging, en

c.

natuurlijke personen die zelfstandig bevoegd zijn een rechtspersoon te vertegenwoordigen die een agrarische of aan de groene ruimte verbonden onderneming drijft die gevestigd is binnen het werkgebied van de vereniging;

en die lid zijn van een afdeling; Het bestuur kan besluiten om naast de hiervoor sub a tot en met c bedoelde natuurlijke personen ook rechtspersonen tot het lidmaatschap toe te laten. Het bestuur kan bij reglement minimumgrenzen stellen aan de economische omvang van de in dit lid bedoelde ondernemingen. Tot de leden van de vereniging behoren ook haar afdelingen. 5.3

Voor de in het vorige lid sub a tot en met c bedoelde leden heeft het lidmaatschap betrekking op de totale omvang van de Nederlandse onderneming(en) in de groene ruimte die het lid drijft en/of doet drijven. Deze leden worden onderverdeeld in hoofdverantwoordelijke leden en medeverantwoordelijke leden. Hoofdverantwoordelijke leden zijn de in het vorige lid onder a tot en met c bedoelde leden die als enige vertegenwoordiger binnen de onderneming(en) lid zijn. Indien binnen de onderneming(en) meer vertegenwoordigers lid zijn, kiezen zij uit hun midden een hoofdverantwoordelijk lid en doen hiervan opgaaf aan de vereniging. De overige hiervoor bedoelde vertegenwoordigers zijn medeverantwoordelijke leden.

5.4

Buitengewone leden van de vereniging zijn: a.

natuurlijke personen van wie het lidmaatschap is geëindigd op de grond dat zij niet langer voldeden aan één van de hiervoor in het tweede lid sub a tot en met c gestelde vereisten, en die geen ander beroep of bedrijf zijn gaan (doen) uitoefenen;


b.

zij die instemmen met het doel van de vereniging, doch niet voldoen aan de in het tweede lid van dit artikel gestelde eisen voor het lidmaatschap.

5.5

Ereleden zijn natuurlijke personen, die zich voor de vereniging en/of haar doelstelling bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt en deswege als zodanig door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur zijn benoemd.

5.6

Waar in deze statuten sprake is van “leden” en “lidmaatschap” zijn daaronder begrepen de buitengewone leden en de ereleden en hun lidmaatschap, tenzij kennelijk anders is bedoeld. Indien terzake de mannelijke vorm van een woord is gebezigd, is mede de vrouwelijke vorm bedoeld.

Ledenregister. Artikel 6. 6.1

De directie houdt een ledenregister, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen onder vermelding van de afdeling waartoe ieder van hen behoort. In het ledenregister wordt tevens aangetekend of een lid hoofdverantwoordelijk lid dan wel medeverantwoordelijk lid is, als bedoeld in artikel 5, derde lid.

6.2

De directie draagt zorg dat het register zodanig wordt bijgehouden, dat daaruit te allen tijde de samenstelling van de afdelingen kan worden gekend.

Aanmelding als lid en toelating tot het lidmaatschap. Artikel 7. 7.1

Aanmelding als lid geschiedt schriftelijk bij de afdeling binnen wier gebied de onderneming die de aanmelder drijft dan wel doet drijven, gevestigd is. In geval de aanmelder meer dan een onderneming drijft dan wel doet drijven, geschiedt aanmelding bij de afdeling binnen wier gebied de hoofdvestiging gevestigd is. In alle overige gevallen geschiedt aanmelding bij de afdeling binnen wier gebied de aanmelder zijn woonplaats heeft. De afdeling doet van de aanmelding onverwijld schriftelijk opgave aan het bestuur en geeft daarbij haar advies inzake toelating van het lid.

7.2

Het bestuur beslist met inachtneming van het door de afdeling uitgebrachte advies omtrent toelating tot het lidmaatschap.

7.3

Van een besluit omtrent toelating tot het lidmaatschap wordt de


betrokkene schriftelijk in kennis gesteld. 7.4

Wanneer het bestuur tot niet-toelating besluit, wordt de betrokkene daarvan in kennis gesteld onder opgaaf van redenen en met vermelding van het hem ingevolge het volgende lid toekomende recht van beroep.

7.5

In geval van niet-toelating door het bestuur staat de betrokkene beroep open op de geschillencommissie. De algemene vergadering kan niet alsnog tot toelating besluiten.

Einde van het lidmaatschap. Artikel 8. 8.1

Het lidmaatschap eindigt: a.

door de dood van het lid. Is een rechtspersoon lid, dan eindigt zijn lidmaatschap doordat hij ophoudt te bestaan;

b.

door opzegging door het lid;

c.

door opzegging door de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap, bij deze statuten gesteld, te voldoen, wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;

d.

door ontzetting (royement). Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

8.2

Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het bestuur.

8.3

Opzegging van het lidmaatschap door een lid dient schriftelijk te geschieden aan het bestuur.

8.4

Opzegging van het lidmaatschap door een lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien redelijkerwijs niet van de vereniging of van het lid kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.

8.5

Een opzegging in strijd met het in het voorgaande lid bepaalde doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegestane tijdstip volgende op dat


waartegen werd opgezegd. 8.6

Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.

8.7

Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.

8.8

Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren of op grond dat het lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap, staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving beroep open op de geschillencommissie. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgaaf van redenen, in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

8.9

Wanneer een lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft niettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Jaarlijkse bijdragen. Artikel 9. 9.1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld. De jaarlijkse bijdrage voor hoofdverantwoordelijke leden is mede afhankelijk van de aard en de totale omvang van de onderneming(en) in de groene ruimte die het lid drijft en/of doet drijven. 9.2. De hoofdverantwoordelijke leden hebben de verplichting aan de vereniging die gegevens betreffende hun onderneming(en) te verstrekken die nodig zijn voor de vaststelling van de door hen verschuldigde jaarlijkse bijdrage. Het bestuur kan van het lid verlangen, dat hij ten bewijze van een correcte opgave, een schriftelijke verklaring van een accountant overlegt, waaruit blijkt dat het desbetreffende lid geen andere onderneming drijft noch participaties in een onderneming in de groene ruimte houdt dan opgegeven aan de vereniging. Onder accountant wordt in dit artikel verstaan een accountant als bedoeld in artikel 393 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 9.3

Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke


ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen. 9.4

Het bestuur kan bij reglement nadere regels inzake de verplichting tot het betalen van de jaarlijkse bijdrage vaststellen.

Ledencontracten. Artikel 10. De vereniging kan ten behoeve van de gewone leden rechten bedingen en te hunnen laste verplichtingen uit hoofde van (collectieve) overeenkomsten – zoals overeenkomsten met overheden en collectieve arbeidsovereenkomsten en overeenkomsten die door de vereniging ter verwezenlijking van haar doelstelling van belang zijn of geacht kunnen zijn – aangaan. Zij kan nakoming van bedongen rechten jegens en schadevergoeding aan een gewoon lid vorderen, tenzij het lid zich daartegen verzet. Begunstigers. Artikel 11. 11.1 Begunstigers zijn zij, die hebben toegezegd de vereniging financieel te steunen met een jaarlijkse bijdrage waarvan het minimumbedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. 11.2 Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die hun bij of krachtens deze statuten of reglementen zijn toegekend en opgelegd. 11.3 Het bestuur beslist omtrent de toelating van begunstigers. 11.4 De rechten en verplichtingen van een begunstiger kunnen te allen tijde door de begunstiger en door de vereniging worden beëindigd door opzegging. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. Indien de rechten en verplichtingen in de loop van een verenigingsjaar eindigen, blijft niettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd, behoudens ontheffing van deze bepaling door het bestuur. Bestuur. Artikel 12. 12.1 Het bestuur van de vereniging bestaat uit: a.

een voorzitter, al dan niet afkomstig uit het midden van de leden van de vereniging;

b.

twee personen, afkomstig uit het midden van de voorzitters van de plantaardige portefeuilles;

c.

twee personen, afkomstig uit het midden van de voorzitters van de


dierlijke portefeuilles; d.

evenveel personen als de vereniging aan regio’s, als bedoeld in artikel 24, kent, met dien verstande dat uit elk van deze regio’s een persoon, afkomstig uit het midden van de leden van de vereniging uit die regio, zitting heeft in het bestuur.

e.

een door het bestuur vast te stellen aantal overige leden.

12.2 Bestuursleden worden, al dan niet op basis van een voordracht als bedoeld in het derde lid van dit artikel, benoemd door de algemene vergadering. 12.3 Zowel het bestuur als ten minste een tiende van het aantal leden dat aan de verkiezing kan deelnemen, kunnen personen voor benoeming voordragen. Deze voordracht is niet bindend. Een voordracht van het bestuur wordt opgemaakt op basis van een door een daartoe ingestelde vertrouwenscommissie uitgebracht preadvies en wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht van ten minste een tiende van het aantal leden dat aan de verkiezing kan deelnemen, moet ten minste vier werkdagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. Einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing. Artikel 13. 13.1 Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd werd benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag behoeft een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen. Een schorsing eindigt indien niet binnen drie maanden daarna tot ontslag is besloten. 13.2 Elk bestuurslid treedt af uiterlijk in de algemene vergadering die gehouden wordt in het najaar van het vierde jaar, volgend op die waarin zijn benoeming plaatsvond, volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden. De aftredende is terstond, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar. 13.3 Een aftredend bestuurslid defungeert en de nieuw benoemde treedt in functie onmiddellijk na afloop van de vergadering waarin de benoeming plaatsvond, tenzij anders wordt besloten. 13.4 Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door bedanken. Bestuursfuncties. Besluitvorming binnen het bestuur.


Artikel 14. 14.1 Het bestuur kiest uit zijn midden een vice-voorzitter. 14.2 Van het verhandelde in elke vergadering van het bestuur worden door de algemeen directeur of een andere door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen gehouden. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend. 14.3 Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur worden vastgesteld. Taak van het bestuur. Vertegenwoordiging. Artikel 15. 15.1 Behoudens beperkingen volgens de statuten, is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. 15.2 Indien het aantal bestuursleden tot beneden het door het bestuur vastgestelde aantal bestuursleden is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt. 15.3 Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak ook door anderen te doen uitvoeren. Het kan daartoe onder meer commissies in het leven roepen. Het bestuur kan besluiten de door anderen onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerde onderdelen van zijn taak weer zelf uit te voeren; het bestuur zal in dat geval de desbetreffende commissie kunnen opheffen. 15.4 Het bestuur kan zich bij de uitoefening van zijn taak laten bijstaan door daartoe door het bestuur aan te stellen adviseurs. De kosten van deze adviseurs komen voor rekening van de vereniging. 15.5 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 15.6 De vereniging wordt vertegenwoordigd door:


a.

hetzij het bestuur;

b.

hetzij de voorzitter van het bestuur en de algemeen directeur, gezamenlijk handelend.

15.7 Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuursleden om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Daarnaast kan het bestuur functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigings-bevoegdheid aanstellen. Elk hunner vertegenwoordigt de vereniging met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. Hun titulatuur wordt door het bestuur bepaald. Jaarverslag en rekening en verantwoording van het bestuur. Artikel 16. 16.1 Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de vereniging. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter inzage voor de leden. Aan de jaarrekening worden toegevoegd de accountantsverklaring als bedoeld in het derde lid van dit artikel en de overige krachtens de wet toe te voegen gegevens. De leden kunnen kosteloos een afschrift van de ter inzage gelegde stukken krijgen. Niet later dan een maand voor het einde van het verenigingsjaar stelt het bestuur het jaarplan en de begroting voor het volgende verenigingsjaar vast. 16.2 De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de handtekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 16.3 De vereniging verleent aan een accountant de opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt. De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering en door het bestuur indien deze haar heeft verleend. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in


een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. 16.4 De algemene vergadering stelt de jaarrekening vast. 16.5 Vaststelling van de jaarrekening zonder voorbehoud strekt niet tot decharge van de bestuursleden. Het bestuurlijk platform. Artikel 17. 17.1 De vereniging heeft een bestuurlijk platform, dat het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseert over beleidsinhoudelijke aangelegenheden. Op voorstel van het bestuurlijk platform kan het bestuur een of meer adviseurs aanstellen, die het bestuurlijk platform bij de uitoefening van zijn taak bijstaan. De kosten van deze adviseurs komen voor rekening van de vereniging. 17.2 Het bestuurlijk platform bestaat uit de voorzitter van het bestuur, door wie het bestuurlijk platform ook wordt voorgezeten, de voorzitters van de regio’s en een door het bestuur vast te stellen aantal personen, afkomstig uit het midden van een of meer door het bestuur te bepalen doelgroep(en), binnen de leden van de vereniging. De benoeming van laatstbedoelde personen geschiedt overeenkomstig de benoeming van bestuursleden, zodat het bepaalde in artikel 12 leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing is. 17.3 Bij een door het bestuur vast te stellen reglement kunnen nadere regels over het bestuurlijk platform worden gegeven. De algemene vergadering. Artikel 18. 18.1 De algemene vergadering bestaat uit de afdelingsvoorzitters. De afdelingsvoorzitters zijn afgevaardigden in de zin van artikel 39, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 18.2 Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of deze statuten aan andere organen van de vereniging zijn opgedragen. 18.3 Jaarlijks, uiterlijk een maand na afloop van de in artikel 16, eerste lid, van deze statuten bedoelde termijn, wordt de eerste algemene vergadering gehouden. In de eerste algemene vergadering komen onder meer aan de orde: a.

behandeling van het jaarverslag;


b.

vaststelling van de jaarrekening;

c.

verlening van decharge aan de bestuursleden;

d.

voorstellen van het bestuur of van de afdelingen, aangekondigd bij de oproeping tot de vergadering.

Jaarlijks, niet later dan twee weken voor het einde van het verenigingsjaar, wordt de tweede algemene vergadering gehouden. In de tweede algemene vergadering komen onder meer aan de orde: a.

behandeling van het jaarplan en de begroting voor het komende verenigingsjaar;

b.

vaststelling van de jaarlijkse bijdragen;

c.

voorziening in eventuele vacatures in het bestuur en in het bestuurlijk platform;

d.

voorstellen van het bestuur of van de afdelingen, aangekondigd bij de oproeping tot de vergadering.

18.4 Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk oordeelt. 18.5 Voorts is het bestuur verplicht, op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal afdelingen als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, tot het bijeenroepen van een algemene vergadering met inachtneming van een oproepingstermijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek niet binnen veertien dagen gehoor wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 van deze statuten of bij advertentie in ten minste één landelijk verspreid dagblad. Toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Artikel 19. 19.1 Toegang tot de algemene vergadering hebben de afdelingsvoorzitters, de bestuursleden, de leden van het bestuurlijk platform en de directeuren. Geen toegang tot de algemene vergadering hebben de afdelingsvoorzitters die zelf zijn geschorst of wier afdeling is geschorst en bestuursleden, leden van het bestuurlijk platform en de directeuren die zijn geschorst. 19.2 Een afdelingsvoorzitter kan zich door een bij geschrift door hem daartoe gevolmachtigde medebestuurder van zijn afdeling ter vergadering doen vertegenwoordigen. Onder geschrift wordt te dezen verstaan elk via


gangbare communicatiekanalen overgebracht en mogelijk op schrift te ontvangen bericht. 19.3 Over toelating van andere dan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen alsmede van een in het vorige lid van dit artikel bedoelde gevolmachtigde beslist de voorzitter van de vergadering. 19.4 De afdelingsvoorzitters, de bestuursleden en de leden van het bestuurlijk platform hebben het recht in de algemene vergadering het woord te voeren. Andere toegelaten personen hebben dit recht indien en voorzover de voorzitter van de vergadering hen het woord heeft verleend. 19.5 Stemgerechtigd in de algemene vergadering is iedere afdeling. Van iedere afdeling brengt de afdelingsvoorzitter namens de afdeling één stem uit. Voorzitterschap. Notulen. Artikel 20. 20.1 De algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur en, bij zijn ontstentenis, door de vice-voorzitter van het bestuur. Bij hun beider afwezigheid wordt de algemene vergadering geleid door een door het bestuur in onderling overleg aangewezen bestuurslid. Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door de in leeftijd oudste ter vergadering aanwezige voorzitter van een afdelingsbestuur. 20.2 Van het verhandelde in elke vergadering worden door de algemeen directeur of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gehouden. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend. Besluitvorming van de algemene vergadering. Artikel 21. 21.1 Voor zover deze statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 21.2 Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 21.3 Indien bij verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden


herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, uitgezonderd evenwel de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen werd uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van hen is gekozen. 21.4 Indien de stemmen staken over andere onderwerpen dan verkiezing van personen, is het voorstel verworpen. 21.5 Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van personen, kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij één stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt. 21.6 Zolang in een algemene vergadering alle afdelingen vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding van de vereniging ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent de vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 21.7 Het in een algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming dan wel, wanneer bij acclamatie wordt besloten, omtrent de uitslag van deze wijze van besluitvorming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 21.8 Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter


omtrent de uitslag van een stemming dan wel omtrent de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel, de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Wordt evenwel onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een bij acclamatie genomen besluit de juistheid daarvan betwist, dan wordt over het voorstel dat aan dit besluit ten grondslag ligt, gestemd. Door deze nieuwe stemming onderscheidenlijk herstemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming respectievelijk van de besluitvorming bij acclamatie. Bijeenroepen algemene vergadering. Artikel 22. 22.1 De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 18, vijfde lid, van deze statuten. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de afdelingsbesturen. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste twee weken. 22.2 Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 30 van deze statuten. Afdelingen. Artikel 23. 23.1 De leden zijn lid van de afdelingen, waarvan de geografische grenzen door het bestuur worden vastgesteld. 23.2 Afdelingen hebben de rechtsvorm van verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. De statuten van de afdelingen behoeven de goedkeuring van het bestuur. 23.3 Bij een door het bestuur vast te stellen afdelingsreglement kunnen nadere regels over de afdelingen worden gegeven. Regioraden. Artikel 24. 24.1 De afdelingen zijn ingedeeld in regio’s, waarvan de geografische grenzen en het aantal, met inachtneming van het hierna bepaalde, door het bestuur worden vastgesteld. 24.2 Een afdeling kan slechts lid zijn van één regio. Voorzitter van een regio is


hij, die afkomstig is uit deze regio en als zodanig overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, eerste lid, letter d, van deze statuten tot bestuurslid is benoemd. 24.3 Regioraden vormen het communicatie- en overlegplatform van de afdelingsvoorzitters. 24.4 Bij een door het bestuur vast te stellen reglement kunnen nadere regels over de regioraden worden gegeven. Verenigingsbureau en directie. Artikel 25. 25.1 De vereniging heeft een bureau, waarin het secretariaat is gevestigd en de administratie en het financieel beheer worden gevoerd. 25.2 De leiding van het bureau is opgedragen aan een directie, bestaande uit een of meer directeuren. De directeuren worden door het bestuur benoemd. Indien er meer dan één directeur is, benoemt het bestuur een van hen tot algemeen directeur; de enige directeur draagt de titel van algemeen directeur. De benoeming, schorsing en ontslag van het overige personeel van het bureau geschiedt door de directie, waarbij de directie rekening houdt met het door het bestuur in het kader van de vaststelling van de begroting vastgestelde kader van de personeelsformatie en het arbeidsvoorwaardenbeleid. 25.3 De algemeen directeur heeft als regel toegang tot de vergaderingen van het bestuur en heeft daarin een raadgevende stem, tenzij het bestuur besluit buiten zijn aanwezigheid te vergaderen. 25.4 De algemeen directeur zal het hoofdbestuur alle verlangde inlichtingen verstrekken. 25.5 De uitvoering van de dagelijkse leiding van de vereniging berust bij de directie. Het bestuur stelt een directiestatuut vast, waarin interne aangelegenheden van de directie worden geregeld. Het directiestatuut regelt in ieder geval de vervanging van de directeuren en de verdeling van hun werkzaamheden. 25.6 In het bijzonder behoort tot de taak van de directie: a.

de voorbereiding en de uitvoering van besluiten van het bestuur;

b.

het dagelijks beheer van de roerende en onroerende zaken van de vereniging;


c.

het dagelijks beheer van de financiële middelen;

d.

het doelmatig doen functioneren van de organisatie;

e.

het onderhouden van externe contacten, voorzover die niet door het bestuur worden onderhouden;

f.

de zorg voor de huisvesting;

g.

het voorbereiden en opstellen van de begroting voor het volgende verenigingsjaar en de jaarstukken;

h.

het voeren van korte gedingen - zowel eisende als verwerende - en in het algemeen het nemen van die rechtsmaatregelen, welke geen uitstel gedogen of van louter conservatoire aard zijn;

i.

in het algemeen al die aangelegenheden, welke redelijkerwijze geacht kunnen worden tot de dagelijkse leiding te behoren onderscheidenlijk door het bestuur aan de directie zijn overgelaten.

25.7 Ten minste eenmaal per jaar komen de voorzitter en de vice-voorzitter van het bestuur en de directie in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de uitvoering van de dagelijkse leiding van de vereniging. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn de voorzitter, de vice-voorzitter en de algemeen directeur gelijkelijk bevoegd. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Portefeuilles. Artikel 26. 26.1 Het bestuur kan portefeuilles instellen welke ten doel hebben blijvend bijzondere aandacht te besteden aan enig specifiek deelgebied van de vereniging. 26.2 Bij een door het bestuur vast te stellen reglement kunnen nadere regels over de portefeuilles worden gegeven. ZLTO-raden. Artikel 27. 27.1 Het bestuur stelt een ZLTO-raad voor de provincie Noord-Brabant en een ZLTO-raad voor de provincie Zeeland in. Deze ZLTO-raden hebben de taak de provinciale belangen van de vereniging en haar leden te behartigen. 27.2 Bij een door het bestuur vast te stellen reglement kunnen nadere regels over de ZLTO-raden worden gegeven. Vertrouwenscommissie.


Artikel 28. 28.1 Voor elke binnen het bestuur en het bestuurlijk platform te vervullen vacature, ontstaan door het defungeren van een bestuurslid respectievelijk een lid van het bestuurlijk platform, wordt door het bestuur tijdig een vertrouwenscommissie ingesteld. 28.2 Bij een door het bestuur vast te stellen reglement worden nadere regels over de instelling van een vertrouwenscommissie gegeven. 28.3 De vertrouwenscommissie kan aan het bestuur ten hoogste twee personen voor de door het bestuur op te maken voordracht aanbevelen. Het bestuur draagt een van deze personen aan de algemene vergadering voor, tenzij het bestuur gemotiveerd aan de vertrouwenscommissie te kennen heeft gegeven te verwachten dat de aanbevolen personen ongeschikt zullen zijn voor de vervulling van de taak van bestuurslid of lid van het bestuurlijk platform, in welk geval de vertrouwenscommissie een andere persoon aan het bestuur kan aanbevelen. Geschillencommissie. Artikel 29. 29.1 Er is een geschillencommissie, bestaande uit drie leden, die uit haar midden een voorzitter en een secretaris aanwijst. 29.2 De leden van de commissie worden benoemd door de algemene vergadering. 29.3 De algemene vergadering is bij de benoeming van commissieleden en hun plaatsvervangers aan generlei voordracht gebonden. 29.4 In de commissie kan nimmer meer dan één bestuurslid zitting hebben. Niet benoembaar zijn de bestuursleden van afdelingen en de leden van het bestuurlijk platform. 29.5 Elk lid van de commissie treedt af uiterlijk in de algemene vergadering die gehouden wordt in het najaar van het vierde jaar, volgend op die waarin zijn benoeming plaatsvond. Hij is terstond herbenoembaar. 29.6 Leden van de commissie defungeren bovendien: a.

ingeval een ander lid van de commissie tevens reeds bestuurslid is: door benoeming tot bestuurslid;

b.

door benoeming tot bestuurslid van een afdeling of tot lid van het bestuurlijk platform;

c.

door bedanken.


29.7 De geschillencommissie heeft tot taak te beslissen in de geschillen, voortvloeiend uit de toepassing van deze statuten, vastgestelde reglementen en/of genomen besluiten, zowel tussen de leden en de vereniging en/of haar organen alsook tussen de organen van de vereniging onderling en tussen de leden onderling. 29.8 In geschillen tussen de leden onderling kan slechts door de geschillencommissie worden beslist voorzover deze geschillen rechtstreeks uit het lidmaatschap voortvloeien. 29.9 De geschillencommissie zal uitspraak doen bij wijze van bindend advies als goede mannen naar billijkheid. 29.10Weigert een van de partijen mede te werken aan het door de geschillencommissie in te stellen onderzoek, dan kan deze partij uit dien hoofde in het ongelijk worden gesteld. Statutenwijziging. Artikel 30. 30.1 In deze statuten kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste twee weken. 30.2 Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, dragen zorg dat tegelijk met de oproeping een afschrift van dat voorstel waarin de tekst van de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, aan de afdelingsbesturen wordt toegestuurd. Bovendien wordt een afschrift als in de voorgaande zin bedoeld ten minste zeven dagen voor de dag van de vergadering voor alle leden op een daartoe geschikte plaats ter inzage gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. 30.3 Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste tweederde van de stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste een zodanig aantal afdelingen door hun voorzitters is vertegenwoordigd als is gerechtigd tot het uitbrengen van twee derde gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht. Is het vereiste quorum niet vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de vorige vergadering, waarin over het


voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal vertegenwoordigde afdelingen, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen. 30.4 Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd. Ontbinding. Artikel 31. 31.1 De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing. 31.2 Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming aan het batig saldo gegeven. 31.3 Tenzij de algemene vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het bestuur. 31.4 Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. Reglementen. Artikel 32. De algemene vergadering kan besluiten dat een besluit van het bestuur tot vaststelling of wijziging van een reglement haar goedkeuring behoeft. Overgangsbepalingen. Artikel 33. Zolang de vereniging het gebied van de provincie Gelderland ten zuiden van de rivier de Waal nog tot haar werkgebied rekent, zal het bestuur van zijn in artikel 15, vierde lid, bedoelde bevoegdheid ten aanzien van dit werkgebied gebruik maken door het benoemen van een adviseur ten behoeve van dit werkgebied op voordracht van de afdelingen behorende tot dit werkgebied. Artikel 34. De vereniging kent leden van verdiensten en leden aan wie door ZMO, bijzondere onderscheidingen zijn toegekend en welke leden op eenendertig december negentienhonderdachtennegentig lid waren van ZMO. Waar in de statuten sprake is van “leden” en “lidmaatschap” zijn daaronder begrepen de


leden van verdienste en leden aan wie door ZMO bijzondere onderscheidingen zijn toegekend en hun lidmaatschap, tenzij kennelijk anders is bedoeld. Artikel 35. 35.1 Van leden-rechtspersonen die op zeven december tweeduizend negen lid waren, kan het lidmaatschap eerst door de vereniging worden opgezegd op de grond dat het lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap, bij deze statuten gesteld, te voldoen, tegen het einde van het jaar tweeduizend tien, met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. 35.2 Het bestuur zal de afdelingsbesturen verzoeken de statuten van de afdelingen bij de eerstvolgende statutenwijziging van die afdelingen zodanig te wijzigen dat deze in overeenstemming zullen komen te luiden met de statuten van de vereniging. EINDE STATUTEN.

STATUTEN per 7 december 2009 van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, gevestigd te Tilburg

Recommend Documents