Startnotitie schoon, heel en veilig Oud‐Overdie 1. Projectomschrijving: Inleiding: Sinds enkele jaren is in Overdie een proces van wijkvernieuwing aan de gang. Belangrijke aanleiding om te starten met wijkvernieuwing is de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Hoewel er veel geïnvesteerd is en wordt op het gebied van schoon, heel en veilig, ontbreekt het in Oud‐Overdie aan een projectmatige aanpak. Onderstaand wordt een voorstel gedaan voor een project schoon, heel en veilig Oud‐Overdie. Geconstateerde problemen De Grote Steden Beleid‐monitor: De GSB‐monitor 2004 laat zien dat de leefbaarheid en veiligheid in geheel Overdie slecht scoort ten opzichte van andere wijken in Alkmaar. Er is geen opsplitsing gemaakt tussen Oud‐ en Nieuw‐Overdie. Op de volgende thema’s scoort Overdie opvallend slecht (zie bijlage voor cijfers): - Jeugdoverlast; - Verloedering (bekladding van muren en/of gebouwen; vernieling telefooncellen of bushokjes, rommel op straat, hondenpoep op straat); - Onveiligheidsgevoelens; - ‘Sociale kwaliteit woonomgeving’ (het omgaan met elkaar). Signalen van bewoners: Bewoners uit Oud‐Overdie komen met signalen over dezelfde thema’s. Vanuit de brainstormsessie leefbaarheid Oud‐Overdie en de twee bijeenkomsten van de ‘werkgroep schoon, heel en veilig’ zijn de volgende problemen als meest prangend genoemd: ‐ Overlast jeugd/ vandalisme in combinatie met zorg over de toekomst van de jeugd; ‐ Ontevredenheid over functioneren van voorzieningen; ‐ Onveiligheidsgevoelens en ontevredenheid over het optreden van politie; ‐ Slechte onderlinge contacten (‘elkaar niet durven aanspreken uit angst voor agressie, elkaar niet verstaan of begrijpen’). Omschrijving: Kern van de aanpak is gebaseerd op de strategie genoemd in het WRR‐rapport ‘Vertrouwen in de buurt”. Dit heet ‘sociale herovering’: ‐ harde aanpak van bovenaf op gebied van repressie, dit om de geloofwaardigheid van bewoners te winnen; ‐ werken aan structurele oplossingen, zodat perspectief geboden wordt, waar mogelijk in de dialoog met bewoners Daarnaast is en blijft preventie/ hulpverlening essentieel. Het is te beschouwen als 3 sporenbeleid op gebied van: ‐ Zuur (handhaving) ‐ Zoet (perspectief bieden) ‐ Zorg Hieronder wordt toegelicht hoe dit wordt uitgevoerd. 2. Plangebied
1
Het betreft geheel Oud‐Overdie, inclusief het park Oosterhout. 3. Beoogd resultaat:
Hoofddoel: • Een gezonde sociale samenhang in Oud‐Overdie, inclusief vertrouwen van bewoners in instanties. De huidige normen en waarden van een groep bewoners zijn zo bepalend voor het dagelijks leven in de wijk, dat dit ter discussie gesteld moet worden (zie bijlage voor achtergrondinfomatie). Door: ‐ Het informele netwerk op gebied van sociale samenhang in kaart brengen en in een breed gezelschap van bewoners (sleutelfiguren) bediscussiëren voor het maken van aanbevelingen.
Subdoelen: • Een acceptabel niveau van schoon, heel en veilig Door: ‐ Opstellen van een handhavingsplan in de brede zin van het woord (overlast, onderverhuur, dumps, illegale aanbouw, onrechtmatige uitkering, etc), inclusief een communicatieplan (zuur) ‐ Organiseren van een goed doorverwijssysteem voor signalering van problemen van bewoners (zorg) ‐ Plan van aanpak voor een meldingensysteem, inclusief communicatieplan en mogelijke rol voor intermediaire bewoners (zoet) • Vermindering van jeugdoverlast en bieden van perspectief voor de jeugd Door: ‐ Plan van aanpak jeugdoverlast (zoet, zuur, zorg) ‐ Opstarten van project jeugdwerkgelegenheid (zoet) ‐ Evaluatie van het functioneren van de voorzieningen voor tieners en jongeren (zoet) • Bestrijding van onverdraagzaamheid/racisme Door: ‐ Opstellen van een campagne ter bestrijding van racisme (zoet) Communicatie en voorlichting, met aandacht voor de rol voor intermediaire bewoners/organisaties is bij elk onderdeel essentieel. Het gaat niet alleen om reguliere communicatiemiddelen, maar ook om ‘zichtbaarheid’ in de wijk. Communicatie van de aanpak benadrukt oplossingen en is gericht op het voorkomen van stigmatisering van het gebied. Dit betekent dat zorgvuldig moet worden opgegaan met de informatie van de startnotitie.
Resultaten: Om te weten of resultaten gehaald worden, moeten deze meetbaar worden gemaakt. De GSB‐ cijfers van 2004 worden als nulmeting gehanteerd, hoewel dit gegevens zijn op wijkniveau (Oud‐ en Nieuw‐Overdie samen). Momenteel is het onduidelijk welke vragen het ministerie in 2007 (volgende meetpunt) wenst op te nemen. Als de GSB‐vragen in 2007 teveel afwijken,
2
zorgt gemeente voor opname van de gewenste vragen bij de omnibusenquête in 2007. De meting moet op buurtniveau (Oud‐Overdie) worden uitgevoerd. Aangezien het om ook beleving gaat, is het reëel dat verbeteringen enige tijd duren, vandaar dat naast 2007 het jaar 2009 is genoemd. Bij de streefcijfers voor 2009 is uitgegaan van het Alkmaar’s gemiddelde in 2004. Dit is ambitieus, gezien de start van de sloop vanaf 2006, wat bij bewoners een negatief effect kan oproepen als het gaat om schoon, heel, veilig. Een gezonde sociale samenhang in Oud‐Overdie, inclusief vertrouwen van bewoners in de instanties. Streefcijfer: 2004 2007 2009 Sociale kwaliteit leefomgeving 5,5 5,7 6,0 Medeverantwoordelijkheid voor leefbaarheid 64% 67% 70% Veel/voldoende aandacht gemeente problemen 26% 28% 30% Een basisniveau van schoon, heel en veilig Streefcijfer: 2004 2007 2009 Verloedering 6 5,5 5 Onveiligheidsgevoelens 29% 24% 19% Vermindering van jeugdoverlast Streefcijfer: 2004 2007 2009 Vaak of soms overlast van groepen jongeren 53% 47% 40% (47% is Alkmaars gemiddelde in 2004, aangezien dit nog hoog is, is gekozen om het streefcijfer van 2009 af te laten wijken van het gemiddelde in 2004) Het goed functioneren van de jongerenvoorzieningen tevredenheid over voorzieningen voor jongeren in de buurt 2004 2007 2009 22% 22% 22% Aangezien Overdie (22%) beter scoort dan Alkmaar gemiddeld ( 12%) is gekozen voor behoud van deze score) Bestrijding van onverdraagzaamheid/racisme Nog meetbaar maken 4. Proces Aanpak en strategie: Een situatieschets van de wijk is bijgevoegd. Samengevat is er sprake van verandering van bewonerssamenstelling in de buurt met naoorlogse woningen. Gezien de goedkope woningvoorraad trekt dit een bepaald publiek. In de vooroorlogse woningen is weinig sprake van wijzigingen en is te verwachten dat er ook niet veel wijzigingen zullen optreden. In dit gebied is sprake van een harde kern, met eigen normen en waarden, die belang heeft bij de status quo. Tussen de geschetste groepen is geen cohesie. De aanpak van de drie sporen is dat zoet (perspectief) voor het gehele gebied van toepassing is; zuur (handhaving) voor de harde kern en zorg voor met name de multiprobleemgezinnen. Tot nu toe is er veel geïnvesteerd in zoet en zorg, en te weinig in zuur. Ook op gebied van ‘schoon en heel’ is er de laatste tijd verbetering bereikt. Een overzicht met investeringen op sociaal gebied (zoet en zorg) is bijgevoegd. Er is nadrukkelijk sprake van een wisselwerking tussen de drie sporen, ze zullen gezamenlijk tot een soort sluitende aanpak moeten leiden. Er is voor zuur een inhaalslag nodig, waarmee dit spoor de hoogste prioriteit heeft. In het
3
handhavingsplan zal expliciet aandacht zijn voor aanpak tijdens nieuwjaarsnacht luilak, etc. Dit is comform de wens van de gemeenteraad (motie 30 januari 2006) In de bijlage is een schema toegevoegd van de driesporen aanpak. 5. Verantwoordelijke: Gemeente Alkmaar, in samenwerking met SVA, Woonwaard, politie. Projectleider is Mascha Geleijnse. Er is nauw overleg met Alide Oldenhove, die vanuit de projectorganisatie officieel verantwoordelijk is voor leefbaarheidsprojecten. Op deelonderwerpen worden verantwoordelijken aangewezen: Deelonderwerpen: Verantwoordelijke: Sociale samenhang in kaart Mascha Geleijnse Opstellen handhavingsplan Mirjam Hartog Plan van aanpak meld‐ en opvolgingssysteem Wim Hanraads/Eva de Vries Evaluatie functioneren voorzieningen Bert van Heesch (school, tienercentrum, buurthuis) Plan van aanpak jeugdoverlast Mascha Geleijnse/Nico Schaper Doorverwijssysteem signalering zorg Mascha Geleijnse/Bert van Heesch Start project jeugdwerkgelegenheid Bert van Heesch Campagne tegen racisme Alide Oldenhove Communicatie en voorlichting Eva de Vries 6. Organisatie: Voor het project is een werkgroep schoon, heel, veilig Oud‐Overdie samengesteld bestaande uit: Woonwaard/SVA: ‐ André Temme ‐ Alide Oldenhove ‐ Annet Klinkert Gemeente: ‐ Wim Hanraads ‐ Mascha Geleijnse ‐ Bert van Heesch Politie: ‐ Nico Schaper Bewonersvertegenwoordiging: ‐ wijkraad Oud‐Overdie en bewoners Gezien het scala aan onderwerpen is besloten om een brede ambtelijke werkgroep voorbereidend werk te laten doen ten behoeve van de bovenstaande werkgroep. Waar nodig kan per thema iemand aanschuiven bij de bewonerswerkgroep. Naast bovengenoemde vertegenwoordigers bestaat deze groep uit: Mirjam Hartog en Eva de Vries. Waar nodig wordt externe expertise ingehuurd (bv. voor de methodiek van kaart brengen sociale samenhang in samenspraak met bewoners). 7. Planning:
4
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Vaststellen startnotitie door MTO, werkgroep, kwaliteitsteam (1 mei) en stuurgroep (9 juni 2006) Vaststellen startnotitie inclusief budgetten door B&W juli 2006 Aanbieding ruw plan handhaving aan gemeenteraad juni 2006 (n.a.v. ingediende motie begin 2006) Deelonderwerpen uitwerken in plan van aanpak en toetsen aan werkgroep vanaf medio 2006 Eerste uitvoering van onderdelen vanaf najaar 2006 Terugkoppeling en bijstelling budgetten in stuurgroep begin 2007 1e meting in 2007 en 2e in 2009 evaluatie en afronding werkzaamheden van de werkgroep nader te bepalen, mede in relatie tot goede inbedding van werkwijze in de diverse organisaties en de onderlinge samenwerking
8. Communicatie: Communicatie is een essentieel onderdeel van dit project. Niet als sluitstuk, maar als middel om de doelstellingen te behalen en daarnaast om de aanpak positief uit te dragen (en stigmatisering tegen te gaan). Diverse deelonderwerpen zullen een communicatieplan krijgen. Dit wordt opgesteld door de trekker in samenwerking met Eva de Vries. Het participatiebeleid van de gemeente Alkmaar beschrijft diverse vormen van participatie (van informeren tot coproductie). Binnen de projectorganisatie Overdie wordt gekozen voor de vorm adviseren. Dit betekent dat bewoners gesprekspartner zijn binnen het participatietraject. Deelnemers krijgen de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze ideeën een volwaardige rol spelen bij besluitvorming. De politiek kan bij de uiteindelijke besluitvorming afwijken van het advies, maar dient hier argumenten voor aan te dragen. Dit zal niet alleen vorm krijgen in de werkgroep met bewoners , maar ook bij de uitwerking van onderdelen (bv. sociale samenhang). 9. Budget: Aanvraag budget sociale herovering Onderstaande tabel geeft een ruwe, eerste indicatie van de kosten , omdat er vooraf geen totaalbeeld is welke maatregelen nodig zijn. Voor de eerste fase wordt € 60.000,‐‐ gevraagd: € 30.000 aan de gemeente, € 15.000 aan SVA en € 15.000 aan Woonwaard. Er volgt een nieuwe financiële aanvraag voor het vervolg Sociale samenhang in kaart brengen
Opstellen handhavingsplan Plan van aanpak meld‐ en opvolgingssysteem
Inschatting budget Mogelijke dekking Inschakelen extern bureau: € 30.000,‐‐ Uitvoeren van de aanbevelingen (bv. opbouwwerk, sociaal cultureel werk, opstellen van woonregels): P.M ‐‐ Investeringen in ICT en communicatie: € 5.000,‐
Benodigde capaciteit Begeleiding door wijkcoördinator
politie, gemeente, corporaties frontoffices van de instellingen
5
Evaluatie functioneren van Evaluatie zelf: ‐‐ de voorzieningen Activiteitenbudget 2007 € 5.000 Plan van aanpak Plan van aanpak: ‐‐ jeugdoverlast Activiteitenbudget 2007 € 5.000 Mogelijk extra inzet jeugdzorg/opvoeding 2007: € 5.000 Doorverwijssysteem Mogelijk extra inzet zorg signalering 2007: € 5.000 Project Startkosten en uitvoering: jeugdwerkgelegenheid € 5.000,‐‐ Meting resultaten (in GSB Onderzoekskosten monitor) € 20.000 Communicatiekosten Voor een aantal onderdelen, incl. campagne tegen racisme: € 20.000,‐‐ Totaal: € 100.000,‐‐ (en PM post)
MO en instellingen
gemeente, politie, Kern8 en partners
zorginstellingen
MO en MKB (begeleiding buddyproject) Onderzoek & Statistiek
Gemeente, met partners
6
Bijlagen: Cijfers GSB 2004: Jeugdoverlast Perceptie voorkomen overlast van groepen jongeren in de buurt komt vaak voor: Overdie: 13% Alkmaar gemiddeld: 11% komt soms voor: Overdie: 40% Alkmaar gemiddeld: 36% Tevredenheid over voorzieningen voor jongeren in de buurt Overdie: 22% Alkmaar gemiddeld: 12%. Basisonderwijs: Ontevreden: Overdie: 10 % g Alkmaar gemiddeld: 3 % Sociale kwaliteit woonomgeving: De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om Ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen Totale score op dit blok van 0 (slecht) tot 10 (goed) Overdie: 5,5 Alkmaar gemiddeld: 6,1 Verloedering: Bekladding van muren en/of gebouwen; vernieling telefooncellen of bushokjes, rommel op straat, hondepoep op straat. Totale score op dit blok van 0 (komt weinig voor) tot 10 (komt vaak voor): Overdie: 6 Alkmaar gemiddeld 5 (Met name op ‘rommel op straat’ komt vaak voor (Overdie: 46%, gemiddeld Alkmaar 29%, let op: in 2002 was het in Overdie 57%) Veiligheidsgevoel: Voelt u zich wel eens onveilig in uw buurt: Overdie: 29% Alkmaar gemiddeld: 19% Medeverantwoordelijk voor leefbaarheid: Voelt u zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in uw buurt: Overdie: 64% Alkmaar gemiddeld: 76% Aandacht gemeente: vindt u dat de gemeente voldoende aandacht heeft voor de problemen in uw buurt: veel aandacht: Overdie: 2% Alkmaar gemiddeld: 2% voldoende aandacht: Overdie: 24% Alkmaar gemiddeld: 28%
Cijfers omnibus 2005: Wijkmeester: Weet de wijkmeester te bereiken: Overdie: 42% Alkmaar gemiddeld: 40% Afgelopen 12 maanden contact gehad met de wijkmeester: Overdie: 4% Alkmaar gemiddeld: 6%
7
Wijkagent Weet de wijkagent te bereiken: Overdie: 46% Alkmaar gemiddeld: 40% Meldnummer beheer en onderhoud woonomgeving: Bekendheid: Overdie: ? Alkmaar gemiddeld: 53% Afgelopen 12 maanden gebeld: Overdie: 15% Alkmaar gemiddeld: 22%
Situatieschets Oud‐Overdie Oud‐Overdie is een echte volkswijk en van oudsher bevolkt door een groep bewoners die onderling hechte contacten hebben. Bij de autochtone bevolking is dit onder andere terug te zien in dezelfde familienamen. Bewoners kennen elkaar en elkaars familie, kinderen willen graag in de wijk blijven wonen. Deze groep heeft een typerende leefstijl, waar men veel voor elkaar over heeft, maar waar ook keihard kan worden opgetreden tegen ‘buitenstaanders’. Soms hanteren de bewoners ongeschreven regels. Het vuur van oudejaarsnacht en het oranje maken van de straten bij voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal zijn voorbeelden van typerend gedrag. In de buurten 03 en 04 (tussen Cornelis Evertsenplein en Bestevaerstraat) is deze leefstijl nog altijd dominant aanwezig. Ook is er een harde kern van raddraaiers van ongeveer 40 a 50 personen en het ontbreekt aan draagvlak bij de overige bewoners om hierover meldingen te doen. Er wonen veel oud‐kampers en bewoners uit deze buurt hebben contacten met het woonwagenkamp aan de Bestevaerstraat. Er is meer ‘instroom’ van buitenaf gekomen, iets wat door bewoners in deze buurt soms op intimiderende wordt tegengegaan en op zijn zachts gezegd niet altijd wordt gewaardeerd. Instroom in de buurten O1 en O2 (tussen Vondelstraat en Cornelis Evertsenplein) is al jaren aan de gang en heeft geleid tot een diversiteit van bevolkingssamenstelling, met meerdere nationaliteiten. De goedkope woningen trekken bepaald type bewoners, waaronder veel multiprobleemgezinnen. Opvallend is dat in deze woonvelden veel verschil in beleving is over de saamhorigheid. Sommige bewoners roemen het contact met de buren en de buurt, anderen vinden dat er juist weinig onderlinge contacten zijn. Feit is wel dat de contacten zich vooral beperken tot een bepaalde groep (bv. de bovengenoemde familiebanden in de directe buurt, of Turkse bewoners en soms zelfs ook daarbinnen een subgroep). Taal‐ en cultuurbarrières zijn hier mede de oorzaak van, en onbekend maakt onbemind. Er is ook sprake van racisme. De sloop van het Schermereiland heeft de bevolkingsamenstelling in Oud‐Overdie mede beïnvloed. Al met al zijn er veel nieuwe leefstijlen bij de bestaande typerende leefstijl gekomen. Deze tendens wordt alleen nog maar versterkt door de tijdelijke verhuur en de instroom bij nieuwbouw, waar voor een deel Oud‐Overdiers zullen gaan wonen, maar ook bewoners van elders.
Inventarisatie investeringen op sociaal gebied Zoet: ‐ Investering in nieuw tienercentrum Ons Stekkie ‐ Sportjongerencomplex Oosterhout, met goedkope sportactiviteiten en als plaats voor ontmoeting ‐ Sportcomplex de Oosterhout, breed sportaanbod in de wijk ‐ De St. Matthiasschool ontwikkelt brede schoolactiviteiten, waaronder de succesvolle methodiek Vreedzame School.
8
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Investering in het nieuwe (tijdelijke) buurthuis Oud‐Overdie, met verbreding van activiteiten, waaronder kinderactiviteiten Maatschappelijke stages voor allochtonen en het maatjesproject (taalcontacten) door Humanitas. Conversatielessen en sociale activeringstrajecten voor allochtone vrouwen door Kern8. Brede School activiteiten PCC Sportactiviteiten op de Brede Scholen, kennismakingsactiviteiten bij sportclubs door sportbureau Zaalvoetbal voor straatjeugd georganiseerd door de ambulant jongerenwerker Sporthero: jongeren van 10 t/m 16 jaar met overgewicht gaan sporten onder begeleiding en krijgen voedings‐ en sociaal‐emotionele begeleiding. Cursussen voor ouderen, onder andere op het gebied van beweging. Huisbezoeken bij ouderen door SKWO Investering in de wijkboerderij d’Oosterhout (paviljoen, kinderboerderij) en investering in het park, o.a. met veel speelgelegenheid
Zorg: ‐ Start jeugdgezondheidscentrum (gevestigd in Nieuw‐Overdie) met een Steunpunt Opvoeding en de werkplek voor Hayat, de allochtone gezondheidsvoorlichters in 2004. Steunpunt Opvoeding houdt spreekuur, biedt cursussen en thema‐ochtenden aan (o.a via scholen) ‐ Valscherm: preventief project voor risicojongeren van de 12 t/m 18 jaar. Het gaat om jongeren met probleemgedrag die dreigen af te glijden naar de criminaliteit. In dit project is de werkwijze van Helpende Hand in de Wijk (ondersteuning door gezinscoaches) geintegreerd. ‐ Het buurtnetwerk jeugdhulpverlening: vroegsignalering bij problemen ‐ Zorgteams basisonderwijs en voortgezet onderwijs en inzet schoolmaatschappelijk werk. ‐ Extra inzet hulpverlening door maatschappelijk werk en sociale raadlieden van het RIMA. ‐ Behoud van voldoende capaciteit peuterspeelzaal, met aanbod voor‐ en vroegschoolse programma, succesvol in het verkleien van de taal en ontwikkelingsachterstanden. ‐ Opening budgetwinkel (wekelijks schuldenspreekuur) en aanbod van budgetcursussen.
9