Organisation Studies - TEW Sociologie van Arbeid en Bedrijf
START 2003
28-07-2003
Onderzoek naar het bedrijfsbeleid van startende vennootschappen in Vlaanderen
Contactpersonen: Stijn Gryp (016/32 31 33) Anne Delarue
Periode: september 2003
2
Identificatie We willen er de nadruk op leggen dat de Privacywet van 8 december 1992 (gewijzigd 26 februari 2003), die het verwerken van persoonlijke gegevens reglementeert, onverkort van toepassing is op de volledige vragenlijst. Alle verzamelde informatie zal uitsluitend in het kader van de doelstellingen van dit onderzoek gebruikt worden. De gegevens worden geregistreerd in één of meer bestanden. De K.U.Leuven (maatschappelijke zetel: Oude Markt 13, 3000 Leuven) is houder van deze bestanden. U kan steeds inzage vragen van deze data. Indien blijkt dat de informatie onjuist, onvolledig of niet (meer) relevant is, kan u om de verbetering of verwijdering ervan vragen. 1.
Hieronder vindt u een aantal gegevens over uw vennootschap. Kan u deze controleren en, waar nodig, fouten verbeteren in onderstaande box?
a. Naam van de vennootschap: ...................................................................................................................... b. BTW-nummer van de vennootschap: ....................................................................................................... c. Adres van de vennootschap: Straat + huisnr. + busnr.: ............................................................................................................................ Postcode: ........................ Gemeente: ......................................................................................................... Telefoonnummer: ........................................................................................................................................ d. Naam respondent: ....................................................................................................................................... e. Telefoonnummer respondent: ................................................................................................................... f. E-mailadres respondent: ............................................................@ ............................................................ g. Sector: ...........................................................................................................................................................
2.
Indien de sectorinformatie hierboven onjuist is, kan u dan bondig de voornaamste bedrijfsactiviteit (o.a. type product, soort dienst, ...) van deze vennootschap omschrijven? .............................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................................
3
1.
Oprichting
3.
Wanneer is deze vennootschap in haar huidige vorm (d.w.z. huidig juridisch statuut, bv. NV, BVBA, CV, ...) opgericht? We vragen hier naar de datum van de neerlegging van de oprichtingsakte bij de Griffie van de Rechtbank van Koophandel. Vul in. Jaar: ........................ Maand: ...................
4.
Werd de bedrijfsactiviteit reeds uitgeoefend voordat de huidige vennootschap werd opgericht (bv. onder een andere vorm of ander juridisch statuut)? Kruis aan. ! 1. Neen ! Ga naar vraag 9 ! 2. Ja
5.
In welk jaar werd deze activiteit voor het eerst ontwikkeld? Vul in. Jaar: ........................
6.
Onder welk statuut werd de bedrijfsactiviteit uitgeoefend voordat de huidige vennootschap werd opgericht? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Een eenmanszaak ! 2. Een vennootschap met een ander juridisch statuut dan de huidige vennootschap ! 3. Een vennootschap met hetzelfde juridisch statuut als de huidige vennootschap
7.
Hoe is de vennootschap in haar huidig juridisch statuut ontstaan? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Overname van de ouderlijke zaak of de zaak van een familielid ! 2. Overname van een andere zaak ! 3. Fusie (= samengaan van organisaties) ! 4. Opsplitsing van een organisatie in kleine zelfstandige eenheden ! 5. Heropstarting van een failliet verklaarde organisatie ! 6. Management buy-out (de organisatie werd verkocht aan een managementteam) ! 7. Verderzetten van de eigen zaak onder een ander juridisch statuut ! 8. Andere, nl.: .................................................................................................................................
8.
Hoeveel werknemers (uitgezonderd de vennoten) werden bij de oprichting overgenomen van de organisatie waaruit deze vennootschap is ontstaan? Vul in. .................................... werknemers
9.
Door hoeveel stichters werd deze vennootschap opgericht? Kruis aan en/of vul in. ! 1. Eén persoon ! 2. Meerdere, namelijk .................. personen
4
10.
Wat waren de beweegredenen van de stichter(s) om deze vennootschap op te starten? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Omwille van werkloosheid ! 2. Als reactie op dreigende werkloosheid ! 3. Meer geld verdienen dan in loondienst mogelijk is ! 4. Uitdaging ! 5. Eigen baas kunnen zijn ! 6. Meer mogelijkheden om arbeid en privé-leven te combineren ! 7. Grotere financiële aantrekkelijkheid van huidige vennootschapsvorm ! 8. Mogelijkheid om een (familie)zaak verder te zetten ! 9. Een ecologisch project realiseren ! 10. Een sociaal project realiseren ! 11. Een nieuw product of dienst lanceren
11.
Welke van onderstaande aspecten komen aan bod in het ondernemingsplan dat werd opgesteld bij de oprichting van de vennootschap? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Omschrijving van te ontwikkelen producten of diensten ! 2. Risicograad ! 3. Investeringsplan ! 4. Marktanalyse ! 5. (Marketing)strategie ! 6. Personeelsplanning ! 7. Personeelsbeleid ! 8. Missie (‘mission statement’) ! 9. Er werd geen ondernemingsplan opgesteld
2.
Bedrijfsleiding, eigendom en bestuur
12.
Hoeveel vennoten maken momenteel actief deel uit van het management (dagelijkse leiding) van de vennootschap? Vul in. ........................................ vennoten
13.
Is/zijn de oorspronkelijke oprichter(s) van de vennootschap nog steeds betrokken bij het management (dagelijkse leiding) van de vennootschap? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Ja, de oprichter/alle oprichters is/zijn betrokken bij het management ! 2. Ja, bepaalde oprichters zijn betrokken bij het management ! 3. Neen, geen enkele oprichter is betrokken bij het management
14.
Is de bedrijfsleiding eigenaar of mede-eigenaar van deze vennootschap? D.w.z. dat de bedrijfsleiding alle of een deel van de aandelen van de vennootschap of overkoepelende organisatie in handen heeft. Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen
5
15.
Is het management (dagelijkse leiding) van deze vennootschap overwegend in handen van één familie? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen
16.
Is de meerderheid (minstens 50%) van de aandelen van deze vennootschap in handen van één familie? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen
17.
In onderstaande tabel leggen wij u een aantal vragen voor die betrekking hebben op de leeftijd, de opleiding en de ervaring van de centrale leidinggevende(n) van de vennootschap. Vul in of kruis aan. Gebruik zoveel kolommen als er centrale leidinggevende managers zijn (bv. als er 2 zijn, gebruikt u twee kolommen: A en B). Manager Manager Manager A B C 1. Wat is de leeftijd van de leidinggevende(n)? Vul in.
...... jaar
...... jaar
...... jaar
2. Wat is het hoogst behaalde basisdiploma van de leidinggevende(n)? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk per leidinggevende. 1. Lager of lager middelbaar onderwijs 2. Hoger middelbaar onderwijs 3. Hoger onderwijs buiten de universiteit (HOBU), korte type 4. Hoger onderwijs buiten de universiteit (HOBU), lange type 5. Universitair onderwijs
!1 !2 !3 !4 !5
!1 !2 !3 !4 !5
!1 !2 !3 !4 !5
3. Hoort dit basisdiploma van de leidinggevende(n) bij een eerder technisch georiënteerde richting, bij een eerder economische of bedrijfskundige richting of bij geen van deze beide? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk per leidinggevende. 1. Bij een technische richting 2. Bij een economische of bedrijfskundige richting 3. Bij geen van beide
!1 !2 !3
!1 !2 !3
!1 !2 !3
!1
!1
!1
!2
!2
!2
!3
!3
!3
!4
!4
!4
!5
!5
!5
5. Hoeveel jaar is/zijn de leidinggevende(n) reeds actief binnen de sector (bv. bouw, ICT, toerisme, ...) waarin deze vennootschap opereert? Tel zowel de ervaring in deze vennootschap als eventuele ervaring als zelfstandige of in andere organisaties. Vul in.
...... jaar
...... jaar
...... jaar
6. Hoeveel jaar ervaring heeft/hebben de leidinggevende(n) reeds met bedrijfsbeheer of management van organisaties? Tel zowel de ervaring in deze vennootschap als eventuele ervaring als zelfstandige of in andere organisaties. Vul in.
...... jaar
...... jaar
...... jaar
4. Is het basisdiploma van de leidinggevende(n) aangevuld met één of meer aanvullende opleidingen of specialisatieopleidingen? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk per leidinggevende. 1. Ja, met één of meer economisch of bedrijfskundig gerichte aanvullende of specialisatieopleidingen 2. Ja, met één of meer technisch gerichte aanvullende of specialisatieopleidingen 3. Ja, met zowel één of meer economisch als technisch gerichte aanvullende of specialisatieopleidingen 4. Ja, met één of meer andere aanvullende of specialisatieopleidingen 5. Neen
6
18.
Hoe is de eigendom (aandelen) van uw vennootschap op dit ogenblik verspreid over de volgende groepen? Geef bij benadering het percentage van de eigendom dat in handen is van een bepaalde groep. Vul in. Groep
Percentage
1. Organisatieleiding/bedrijfsleiding
...............
2. Leden van de raad van bestuur (niet-werknemers; niet de organisatieleiding)
...............
3. Overige werknemers van de organisatie
...............
4. Banken en verzekeringsmaatschappijen
...............
5. Verstrekkers van risicokapitaal (venture capital fund, ...)
...............
6. Pensioenfondsen en stichtingen
...............
7. Overheid (gewest, gemeente, provincie, federaal)
...............
8. Andere overheidsorganisaties (GIMV, GOM, ...)
...............
9. Andere private organisaties (bedrijven, ...)
...............
10. Andere particuliere private personen (niet op een andere formele manier verbonden met de organisatie) Totaal
............... 100%
19.
Welk aandeel van de eigendom is in handen van niet-Belgische eigenaars? Vul bij benadering in. ! 1. ............... % van de eigendom ! 2. 0% van de eigendom. Er zijn geen niet-Belgische eigenaars
20.
Hoeveel leden (voorzitter inbegrepen) telt de raad van bestuur? Vul in. .............................................. leden
21.
Hoeveel leden van de raad van bestuur hebben verder geen enkele contractuele (werknemer, leidinggevende, zaakvoerder, aandeelhouder, ...) of familiale relatie met de vennootschap? Vul in. .............................................. leden
22.
Maakt de voorzitter van de raad van bestuur deel uit van de dagelijkse leiding van de vennootschap (management, directie, ...)? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen
23.
Ziet de raad van bestuur/het bestuur in deze vennootschap ACTIEF toe op het beleid van de vennootschap? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen ! Ga naar vraag 25
7
24.
Hoe ziet de taakverdeling tussen het management (directie) en de raad van bestuur/het bestuur er in uw vennootschap uit? Geef bij iedere vermelde taak aan wie de taak in de praktijk op zich neemt. Per taak zijn meerdere antwoorden mogelijk. Taken
Het mana- De raad van gement bestuur/het bestuur
Is niet bepaald
1. Het formuleren van strategische keuzes
!
!
!
2. Het selecteren van de algemeen directeur (CEO, ...)
!
!
!
3. Het uitstippelen van het algemene beleid van de vennootschap
!
!
!
4. Het evalueren van de prestaties van de algemeen directeur
!
!
!
5. Het benoemen en ontslaan van de algemeen directeur
!
!
!
6. Het benoemen en ontslaan van andere leidinggevenden
!
!
!
7. Het toekennen van budgetten/investeringen boven een bepaald bedrag
!
!
!
8. Het toekennen van budgetten/investeringen ongeacht het bedrag
!
!
!
9. Het evalueren van de prestaties van de vennootschap
!
!
!
10. Het selecteren van nieuwe leden voor de raad van bestuur
!
!
!
11. Het vaststellen van de bezoldiging van het management
!
!
!
12. Het bekrachtigen van commerciële contracten (aankoop/ verkoop) boven een bepaald bedrag
!
!
!
13. Het bekrachtigen van commerciële contracten (aankoop/ verkoop) ongeacht het bedrag
!
!
!
14. Het controleren van de financiële verslaggeving op inhoud
!
!
!
15. Het controleren van de financiële verslaggeving op vormaspecten
!
!
!
16. Het inschatten en bewaken van het bedrijfsrisico
!
!
!
17. Het opvangen van bedrijfscrisissen en -conflicten
!
!
!
3.
Extern advies en steun
25.
Kregen/krijgen de stichters/zaakvoerders van deze vennootschap ondersteuning via een peterschapsproject? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen
8
26.
Welke van de volgende instanties heeft uw vennootschap sedert de opstart voor advies geraadpleegd? In welke mate heeft dit advies de ontwikkeling van de vennootschap positief/ negatief beïnvloed? Kruis bij elke instantie het juiste antwoord aan. Geen Advies Het advies heeft de ontwikkeadvies ingewonnen ling van de vennootschap … ingewonnen sterk sterk negatief positief beïnvloed beïnvloed
27.
1. Een boekhouder
!
!
1
2
3
4
5
2. Een advocaat/bedrijfsjurist
!
!
1
2
3
4
5
3. Een consultant
!
!
1
2
3
4
5
4. Een bank
!
!
1
2
3
4
5
5. Familie en vrienden
!
!
1
2
3
4
5
6. Een werkgeversorganisatie (bv. Unizo)
!
!
1
2
3
4
5
7. De overheid
!
!
1
2
3
4
5
8. Een sociaal secretariaat
!
!
1
2
3
4
5
De federale en Vlaamse overheid hebben een reeks van steunmaatregelen uitgewerkt voor startende ondernemingen. Kan u aangeven welke u kent, welke u hebt aangevraagd en welke u toegekend zijn sedert de opstart van de vennootschap? Kruis per instantie de juiste antwoorden aan. Gekend
Aangevraagd
Toegekend
Ja
Neen
Ja
Neen
Ja
Neen
1. Startlening
!
!
!
!
!
!
2. Invoegsubsidie
!
!
!
!
!
!
3. Behoud recht op werkloosheidsuitkering
!
!
!
!
!
!
4. Adviescheques
!
!
!
!
!
!
5. Expansiesteun voor grote investeringen
!
!
!
!
!
!
6. Investeringsaftrek bij investeringen
!
!
!
!
!
!
7. Instaplening of overdrachtslening door het participatiefonds
!
!
!
!
!
!
8. Solidaire lening door het participatiefonds
!
!
!
!
!
!
9. 50-plus lening door het participatiefonds
!
!
!
!
!
!
10. Steun voor export
!
!
!
!
!
!
11. Steun voor innovatie
!
!
!
!
!
!
12. Opleidingscheques
!
!
!
!
!
!
13. Steun bij aanwerving (bv. loonkostensubsidie)
!
!
!
!
!
!
14. Vrijstelling van onroerende voorheffing
!
!
!
!
!
!
15. Waarborg van het Vlaams Waarborgfonds
!
!
!
!
!
!
9
4.
Financieel beleid en accounting
28.
Op welke financieringsbronnen heeft men beroep gedaan om de vennootschap op te richten? Geef bij iedere financieringsbron bij benadering weer voor welk percentage van de totale opstartfinanciering die bron instond. Vul in bij benadering. Aandeel
Niet gebruikt
1. Eigen middelen
............... %
!
2. Familie
............... %
!
3. Vrienden
............... %
!
4. Banklening op naam van één of meer oprichters
............... %
!
5. Banklening op naam van de vennootschap
............... %
!
6. Kapitaal van Business Angel Network
............... %
!
7. Verstrekkers van risicokapitaal
............... %
!
8. Overheid
............... %
!
9. Andere bronnen
............... %
!
Totaal
100%
29.
Lag het niveau van het startkapitaal bij de oprichting van deze vennootschap hoger dan het op dat ogenblik wettelijk vereiste minimum? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen, het startkapitaal was beperkt tot het vereiste minimum
30.
Wat was de omvang van uw startkapitaal? Vul het bedrag bij benadering in euro in. € ...........................................
31.
Welke cash flow (kasstroom) problemen die de normale bedrijfswerking kunnen ontwrichten heeft uw vennootschap het afgelopen jaar ervaren? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Het niet op tijd kunnen betalen van onze leveranciers ! 2. Particuliere klanten die niet betaald hebben ! 3. Particuliere klanten die te laat betaald hebben ! 4. Business-to-business klanten die niet betaald hebben (faillissement, ...) ! 5. Business-to-business klanten die te laat betaald hebben ! 6. Overheidsbedrijven of -diensten die niet betaald hebben ! 7. Overheidsbedrijven of -diensten die te laat betaald hebben ! 8. Te hoge schuldgraad van de eigen vennootschap ! 9. Andere cash flow problemen ! 10. Onze vennootschap heeft het afgelopen jaar geen ontwrichtende cash flow problemen ervaren
10
32.
Op welke vlakken zijn in uw vennootschap het afgelopen jaar de grootste investeringen gebeurd? Duid maximaal drie antwoordmogelijkheden aan. ! 1. Aankoop van machines en uitrusting voor de productie van goederen of diensten ! 2. Aankoop van software en ICT-hardware ! 3. Aankoop van andere kantooruitrusting ! 4. Huren van kantoorruimte/bedrijfsruimte ! 5. Aankoop van kantoorruimte, bedrijfsruimte en/of terreinen ! 6. Aankoop/leasing van bedrijfsvoertuigen ! 7. Aankoop van licenties op producten, diensten, technieken, ... ! 8. Overname van een andere onderneming of vestiging ! 9. Opstart van een andere onderneming of vestiging ! 10. Aankoop van diensten (advies, communicatie, ...) ! 11. Verzekering van de vennootschap ! 12. Veiligheid ! 13. Opleiding/personeelsontwikkeling ! 14. Marketing en reclame ! 15. Uitbreiding van het personeelsbestand ! 16. Onze vennootschap heeft het afgelopen jaar niet geïnvesteerd
33.
Welke financieringsbronnen heeft uw vennootschap het afgelopen jaar aangeboord voor het financieren van de investeringen respectievelijk voor de courante financieringsbehoeften? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. Bron
Investeringen
Courante financieringsbehoeften
1. Bedrijfsreserves/zelffinanciering
!
!
2. Kaskredieten
!
!
3. Persoonlijke middelen van de bedrijfsleiding
!
!
4. Kapitaal verstrekt door familie of vrienden
!
!
5. Lening bij familie of vrienden
!
!
6. Banklening op naam van de vennootschap
!
!
7. Banklening op naam van één of meer zaakvoerders/managers
!
!
8. Lening bij het Federaal participatiefonds
!
!
9. Kapitaal van Business Angel Netwerk
!
!
10. Kapitaal verstrekt door risicokapitaalverstrekkers
!
!
11. Uitstel van betaling bij leveranciers/schuldeisers
!
!
12. Expansiesteun overheid
!
!
13. Ecologiesteun overheid
!
!
14. Exportsteun
!
!
15. Steun door IWT-Vlaanderen
!
!
16. Kapitaalparticipatie door GIMV
!
!
17. Onze vennootschap heeft het afgelopen jaar niet geïnvesteerd
!
11
34.
Hoeveel dagen duurt het normaal vooraleer uw vennootschap betaald wordt voor de verkochte (en geleverde) producten of de geleverde diensten (na aflevering van een factuur of kasticket)? Vul in. ............................................. dagen
35.
Hoeveel dagen duurt het normaal vooraleer uw vennootschap betaalt voor de aangekochte producten of diensten (na ontvangst van een factuur)? Vul in. ............................................. dagen
36.
Wie staat in voor de boekhouding van de vennootschap? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. De bedrijfsleider of zaakvoerder ! 2. Een gediplomeerde boekhouder die werknemer is van de vennootschap ! 3. Een andere werknemer van de vennootschap ! 4. Een externe boekhouder of boekhoudkantoor ! 5. Een dienstengroep ! 6. Het moederbedrijf of het coördinatiecentrum van de groep
37.
Welke kenmerken heeft de boekhouding van de vennootschap? Duid alle toepasselijke kenmerken aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Vereenvoudigde boekhouding volgens de regels van het enkelvoudig boekhouden (aankoopboek, verkoopboek, financieel dagboek) ! 2. Volledige boekhouding volgens de regels van het dubbel boekhouden ! 3. Gebruik van het minimum algemeen rekeningenstelsel ! 4. Interne jaarrekening volgens een zelfbepaald schema ! 5. Interne jaarrekening volgens het verkorte schema ! 6. Interne jaarrekening volgens het volledige schema ! 7. Openbaarmaking van de jaarrekening
38.
Van welke van de onderstaande technieken maakt uw vennootschap gebruik om de financiële prestaties op te volgen? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Analyse van de jaarrekening (ratio’s opstellen en interpreteren) ! 2. Het gebruik van kostenplaatsen ! 3. Het gebruik van profit centers ! 4. Het gebruik van activity based costing (ABC) ! 5. Het gebruik van balanced scorecards ! 6. Het gebruik en de controle van budgetten ! 7. Onze vennootschap gebruikt geen van de opgesomde technieken
12
5.
Strategie
39.
Duid aan in welke mate u het vanuit het standpunt van uw vennootschap eens bent met de volgende uitspraken. Duid voor elke uitspraak aan in welke mate u het oneens dan wel eens bent (1 = helemaal oneens, 5 = helemaal eens). Helemaal oneens
Helemaal eens
1. We offeren vaak winst op om ons marktaandeel te vergroten.
1
2
3
4
5
2. We leggen de nadruk op goede coördinatie tussen de diverse domeinen van bedrijfsbeleid.
1
2
3
4
5
3. De criteria (verwacht rendement, ...) die we gebruiken om middelen toe te wijzen zijn vooral korte termijn gericht.
1
2
3
4
5
4. We zoeken constant nieuwe marktopportuniteiten die gerelateerd 1 zijn aan onze huidige activiteiten.
2
3
4
5
5. We stellen ons nogal conservatief op bij het nemen van belangrijke beslissingen.
1
2
3
4
5
6. We verlagen vaak onze prijzen om ons marktaandeel te vergroten.
1
2
3
4
5
7. Wanneer er een belangrijke beslissing moet worden genomen, maken wij eerst een grondige en uitgewerkte analyse van de situatie.
1
2
3
4
5
8. We leggen sterk de nadruk op onderzoek en ontwikkeling om onze toekomstige concurrentiepositie veilig te stellen.
1
2
3
4
5
9. We zijn doorgaans de eerste om nieuwe merken of producten/ diensten op de markt te brengen.
1
2
3
4
5
10. Nieuwe projecten worden bij ons eerder stap-voor-stap goedgekeurd dan alles-ineens.
1
2
3
4
5
11. We zetten onze prijzen vaak onder die van onze concurrenten.
1
2
3
4
5
12. We gebruiken verschillende technieken om de bedrijfsplanning uit te werken.
1
2
3
4
5
13. Het voorspellen van sleutelindicatoren (omzet, cash flow, ...) is in onze vennootschap heel gewoon.
1
2
3
4
5
14. We hebben de neiging om projecten alleen te steunen als de verwachte opbrengsten zo goed als zeker zijn.
1
2
3
4
5
15. Onze concurrenten zijn ons vaak voor bij het op de markt brengen van nieuwe producten/diensten of bij het vergroten van hun 1 capaciteit.
2
3
4
5
16. Het opsporen van algemene trends in de bedrijfsomgeving is in onze vennootschap heel gewoon.
1
2
3
4
5
17. We beogen vaak een bepaald marktaandeel, ongeacht de mogelijke negatieve gevolgen voor de cash flow en winstgevendheid.
1
2
3
4
5
18. Voor het runnen van de vennootschap steunen we op informatie- en controlesystemen (software pakketten, ...).
1
2
3
4
5
13
Helemaal oneens 19. Bij kritieke bedrijfsproblemen of -uitdagingen ontwikkelen we doorgaans ‘wat als’ (‘what if’) analyses.
40.
Helemaal eens
1
2
3
4
5
20. Bij het uitstippelen van onze activiteiten volgen we meestal paden 1 die we kennen en die hun deugdelijkheid hebben bewezen.
2
3
4
5
21. Onze activiteiten kunnen als heel risicovol worden beschouwd.
2
3
4
5
1
Duid aan in welke mate uw vennootschap sinds de opstart concurrentie heeft ondervonden van de volgende groepen. Zeer zwakke concurrentie
Zeer sterke concurrentie
1. Nieuwe binnenlandse ondernemingen
1
2
3
4
5
2. Nieuwe buitenlandse ondernemingen
1
2
3
4
5
3. Gevestigde binnenlandse ondernemingen
1
2
3
4
5
4. Gevestigde buitenlandse ondernemingen
1
2
3
4
5
41.
Is uw vennootschap van plan het komende jaar uit te breiden? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen ! Ga naar vraag 43
42.
Geef eerst aan in welke mate op korte termijn bijkomende middelen nodig zijn om de geplande uitbreidingen te realiseren. Geef vervolgens aan in welke mate deze middelen voor uw vennootschap beschikbaar zijn. Kruis aan. Per kolom (‘noodzakelijk’ en ‘beschikbaar’) is slechts één antwoord mogelijk. Bijkomend(e) ...
Noodzakelijk
Beschikbaar
Weinig NoodErg Moeilijk nood- zakelijk noodzakelijk zakelijk
Normaal
Vlot
Weet niet
1. kapitaal
!
!
!
!
!
!
!
2. geschikte arbeiders
!
!
!
!
!
!
!
3. geschikte bedienden
!
!
!
!
!
!
!
4. geschikt kaderpersoneel
!
!
!
!
!
!
!
5. materieel (machines, uitrusting, ...) en technologie
!
!
!
!
!
!
!
6. kantoorruimte en/of ruimte om de productieactiviteiten van de vennootschap uit te breiden
!
!
!
!
!
!
!
14
43.
Duid aan in welke mate u het vanuit het standpunt van uw vennootschap eens bent met de volgende uitspraken. Duid voor elke uitspraak aan in welke mate u het oneens dan wel eens bent (1 = helemaal oneens, 5 = helemaal eens). Helemaal oneens
Helemaal eens
1. Het is voor onze concurrenten moeilijk om onze producten/ diensten na te bootsen.
1
2
3
4
5
2. Onze vennootschap is niet in staat snel te reageren op veranderingen in de markt.
1
2
3
4
5
3. Onze vennootschap beoogt het ontwikkelen van nieuwe of geavanceerde technologie of processen.
1
2
3
4
5
4. Onze producten/diensten zijn eigentijdser dan die van onze voornaamste concurrenten.
1
2
3
4
5
5. Onze vennootschap streeft er vooral naar de klanten een betere service (ook na verkoop) aan te bieden in vergelijking met onze belangrijkste concurrenten.
1
2
3
4
5
6. Onze vennootschap streeft er vooral naar de klanten merkbaar lagere prijzen aan te rekenen in vergelijking met onze belangrijkste concurrenten.
1
2
3
4
5
7. Het is voor onze concurrenten gemakkelijk om onze manier van werken (productieproces) na te bootsen.
1
2
3
4
5
8. Onze vennootschap streeft er naar die klanten te bedienen die bij de concurrenten hun gading niet vinden.
1
2
3
4
5
9. Onze vennootschap maakt gebruik van nieuwe of geavanceerde technologie of processen.
1
2
3
4
5
10. Ons hoofddoel is het aanbieden van producten of diensten van onberispelijke kwaliteit.
1
2
3
4
5
11. Onze kosten zijn een heel stuk hoger dan die van onze belangrijkste concurrenten.
1
2
3
4
5
12. Onze vennootschap streeft er vooral naar doeltreffender te zijn dan haar concurrenten op het vlak van marketing en publiciteit.
1
2
3
4
5
13. Onze vennootschap legt sterk de nadruk op nieuwe of geavanceerde technologie of processen.
1
2
3
4
5
14. Onze producten/diensten zijn uniek in vergelijking met die van onze voornaamste concurrenten.
1
2
3
4
5
15. De marge die wij realiseren op de verkoop is een heel stuk kleiner dan die van onze belangrijkste concurrenten.
1
2
3
4
5
16. Onze vennootschap kan zich zonder veel moeilijkheden onderscheiden van haar voornaamste concurrenten.
1
2
3
4
5
17. Onze vennootschap biedt de klanten vooral een grotere keuzemogelijkheid (breder gamma) in vergelijking met onze concurrenten.
1
2
3
4
5
15
6.
Aan- en verkoopbeleid
44.
Geef aan hoe de totale aankopen van uw vennootschap het afgelopen jaar gespreid waren over de volgende regio’s. Vul bij benadering in als percentage van het totale aankoopbedrag. Regio
Spreiding van de totale aankopen
1. Vlaams Gewest
.......... %
2. Brussels Gewest
.......... %
3. Waals Gewest
.......... %
4. Europese Unie of Europese Vrijhandelsassociatie
.......... %
5. Buitenland, niet-EU
.......... %
6. Weet niet
.......... % Totaal
100%
45.
Bedrijven kunnen er voor opteren zoveel mogelijk bij dezelfde leverancier te blijven dan wel bij meerdere leveranciers aan te kopen. Duid aan welke situatie van toepassing is voor de voornaamste aankopen in uw vennootschap. Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. We werken zoveel mogelijk met één enkele leverancier voor de aankoop van éénzelfde type product of dienst. ! 2. We gebruiken meerdere leveranciers voor de aankoop van éénzelfde type product of dienst, en het gaat om een vaste groep leveranciers. ! 3. We gebruiken meerdere leveranciers voor de aankoop van éénzelfde type product of dienst, en het kan daarbij regelmatig om andere leveranciers gaan.
46.
Welk van de volgende criteria weegt het zwaarst door bij de keuze van leveranciers? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Kostprijs ! 2. Leveringstermijn ! 3. Het flexibel kunnen inspelen op wisselende omstandigheden
47.
Bij de keuze van de belangrijke leveranciers gaan we meestal na of de kandidaat-leveranciers ... Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. economisch-financieel gezond zijn ! 2. inspanningen leveren op het vlak van duurzaam ondernemen ! 3. sociaal-ethische codes respecteren ! 4. we evalueren kandidaat-leveranciers op geen van deze criteria
48.
Biedt uw vennootschap producten of diensten aan waarvoor een licentie van een andere onderneming is aangekocht? Duid aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Neen, wij bieden geen producten of diensten aan waarop een licentie staat van een andere onderneming ! 2. Ja, minder dan de helft van ons aanbod staat onder de licentie van een andere onderneming. ! 3. Ja, meer dan de helft van ons aanbod staat onder de licentie van een andere onderneming.
16
49.
Wat is het aandeel van de onderstaande types producten/diensten in de totale omzet van de vennootschap? Vul in bij benadering (%). Producten/diensten
Aandeel in de omzet
1. Gestandaardiseerde producten/diensten (geen varianten of specificaties, het product/dienst ligt onveranderlijk vast)
.......... %
2. Gestandaardiseerde producten/diensten, maar volgens een aantal gewenste specificaties van de klant (de klant heeft de mogelijkheid om het uiteindelijke product/dienst zelf te bepalen door uit een aantal voorgestelde opties te kiezen)
.......... %
3. Klantspecifieke/geïndividualiseerde producten/diensten (producten/diensten volledig verstrekt op maat van de klant)
.......... %
Totaal
100%
50.
Zijn er schommelingen in de vraag naar het belangrijkste product/dienst? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Neen, de vraag schommelt niet of nauwelijks ! 2. Ja, de vraag is seizoensgebonden, maar is voorspelbaar ! 3. Ja, de vraag schommelt sterk (dagelijks, wekelijks), maar is voorspelbaar ! 4. Ja, de vraag is seizoensgebonden en is onvoorspelbaar ! 5. Ja, de vraag schommelt sterk (dagelijks, wekelijks) en is onvoorspelbaar
51.
Hoeveel klanten telt uw vennootschap bij benadering? Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Eén klant ! Ga naar vraag 53 ! 2. Twee of drie klanten ! Ga naar vraag 53 ! 3. Vier à tien klanten ! 4. Een groter aantal klanten
52.
Voor hoeveel procent van de omzet staan de twee grootste klanten van uw vennootschap in? Vul in bij benadering. .............. % van de omzet
53.
Geef aan hoe de totale omzet van uw vennootschap over de onderstaande klantengroepen is gespreid? Vul in bij benadering. Klantengroep
Spreiding van de totale omzet
1. Particuliere consumenten, het ‘grote publiek’
.......... %
2. Private ondernemingen met minder dan 50 werknemers, inclusief zelfstandigen
.......... %
3. Private ondernemingen met 50 werknemers of meer
.......... %
4. Non-profit organisaties, overheidsbedrijven en –diensten
.......... %
5. Weet niet
.......... % Totaal
100%
17
54.
Geef aan hoe de totale omzet van uw vennootschap in het afgelopen jaar gespreid was over de volgende regio’s. Vul in bij benadering. Regio
Spreiding van de totale omzet
1. Vlaams Gewest
.......... %
2. Brussels Gewest
.......... %
3. Waals Gewest
.......... %
4. Europese Unie of Europese Vrijhandelsassociatie
.......... %
5. Buitenland, niet-EU
.......... %
6. Weet niet
.......... % Totaal
100%
55.
Welk aandeel van uw totale omzet werd het afgelopen jaar gerealiseerd door opdrachten uit te voeren in onderaanneming? Duid aan en/of vul in bij benadering. ! 1. ............... % ! 2. 0%, we werkten niet in onderaanneming
56.
Werkt u voor de organisatie van de aankoop en/of verkoop samen met andere vestigingen of bedrijven (bv. aankoopcoöperatie, gezamenlijk plaatsen van orders, informatie uitwisselen inzake kwaliteit van leveranciers, gecombineerde verkoopacties, etc.)? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk. ! 1. Neen ! 2. Ja, voor aankoop ! 3. Ja, voor verkoop ! 4. Ja, voor aankoop en verkoop
57.
We leggen u een aantal stellingen voor die verband houden met de marktgerichtheid van uw bedrijfsactiviteiten. Duid voor elke stelling aan in welke mate u het oneens dan wel eens bent (1 = helemaal oneens, 5 = helemaal eens). Helemaal oneens
Helemaal eens
1. We hebben altijd heel veel tijd nodig om te beslissen hoe we zullen reageren op prijsveranderingen van concurrenten.
1
2
3
4
5
2. Minstens elk kwartaal analyseren we op een systematische wijze de trends en ontwikkelingen op onze afzetmarkt.
1
2
3
4
5
3. Minstens één maal per jaar nodigen we klanten uit om uit te zoeken welke producten/diensten ze in de toekomst nodig zullen hebben.
1
2
3
4
5
4. Om de één of andere reden hebben we de neiging belangrijke veranderingen in de behoeften van onze klanten lange tijd te verwaarlozen.
1
2
3
4
5
5. De verantwoordelijke voor verkoop (eventueel de zaakvoerder) trekt regelmatig tijd uit om verwachte veranderingen in de behoeften van onze klanten te bespreken met de andere werknemers.
1
2
3
4
5
6. In deze vennootschap investeren we veel tijd en energie in eigen marktonderzoek.
1
2
3
4
5
7. We analyseren periodiek onze inspanningen op het vlak van productontwikkeling om zeker te zijn dat ze aansluiten bij wat onze klanten willen.
1
2
3
4
5
18
Helemaal oneens
Helemaal eens
8. We plannen vaak vergaderingen om onze reacties op belangrijke veranderingen in de omgeving van de vennootschap te plannen.
1
2
3
4
5
9. We hebben in deze vennootschap weinig oog voor veranderingen die zich voordoen in de voorkeuren van onze klanten.
1
2
3
4
5
10. Wanneer er iets belangrijks gebeurt met één van onze klanten of op onze markt, dan worden alle werknemers daar snel van op de hoogte gebracht.
1
2
3
4
5
11. Indien een belangrijke concurrent een intensieve campagne opstart, gericht op onze klanten, dan reageren we onmiddellijk.
1
2
3
4
5
12. Wanneer blijkt dat klanten van ons verwachten dat we een product of dienst aanpassen, dan zijn we in staat daar op een gecoördineerde wijze op in te gaan.
1
2
3
4
5
13. We bevragen de eindgebruikers minstens één maal per jaar om naar de kwaliteit van onze producten/diensten te peilen.
1
2
3
4
5
14. Data over de klanttevredenheid worden op regelmatige basis bekend gemaakt binnen onze vennootschap.
1
2
3
4
5
15. De activiteiten van al onze bedrijfsdomeinen zijn onderling goed gecoördineerd.
1
2
3
4
5
16. We slagen er niet in om belangrijke veranderingen in onze sector tijdig op te sporen (bv. nieuwe concurrenten, nieuwe materialen, verandering in regelgeving, etc.).
1
2
3
4
5
17. Als er belangrijk nieuws is over onze concurrenten, duurt het lang vooraleer alle werknemers daar van op de hoogte zijn.
1
2
3
4
5
18. Klachten van onze klanten vallen vaak in dovemans oren in deze vennootschap.
1
2
3
4
5
19. We onderzoeken periodiek welke impact veranderingen in de omgeving van onze vennootschap zullen hebben op de vraag en wensen van onze van klanten.
1
2
3
4
5
20. Zelfs als we met een heel goed marketingplan op de proppen zouden komen, zouden we vermoedelijk niet bij machte zijn om dat tijdig te implementeren.
1
2
3
4
5
7.
Personeel en personeelsbeleid
58.
Hoeveel werknemers zijn er momenteel tewerkgesteld? Vul in per contractvorm. Tewerkstelling volgens contractvorm
Aantal werknemers
1. Arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur/vastbenoemd
....................
2. Arbeidsovereenkomst van bepaalde duur/voor een bepaald werk
....................
3. Uitzendkrachten
....................
4. Jobstudenten (met specifiek studentencontract)
....................
5. Stagiairs
.................... Totaal
....................
19
59.
Hoeveel werknemers zijn er momenteel tewerkgesteld? Vul in per opleidingsniveau. Uitzendkrachten, jobstudenten en stagiairs worden hier niet meegerekend! Tewerkstelling volgens opleidingsniveau
Aantal werknemers
1. Laaggeschoold (maximaal diploma lager secundair onderwijs)
....................
2. Middelbaar geschoold (maximaal diploma hoger secundair onderwijs)
....................
3. Hooggeschoold (diploma hoger onderwijs of universiteit)
.................... Totaal
....................
60.
Hoeveel werknemers zijn definitief vertrokken sedert de opstart van deze vennootschap? Vul in. Uitzendkrachten, jobstudenten en stagiairs worden hier niet meegerekend! .............................. werknemers
61.
Voor welke van onderstaande activiteiten doet de vennootschap beroep op externe organisaties? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Uitzendarbeid ! 2. Outplacement (werknemers aan nieuwe job helpen bij ontslag) ! 3. Opleiding van werknemers ! 4. Werving en selectie ! 5. Beoordeling ! 6. Loopbaanbegeleiding ! 7. Loonadministratie ! 8. Opstellen van functie- of loonclassificatie ! 9. Advies met betrekking tot personeelsbeleid ! 10. Geen beroep op externe organisaties op het vlak van personeelsbeleid
62.
Welke van onderstaande procedures worden in deze vennootschap toegepast? Kruis aan. Ja
Neen
Niet van toepassing
1. Er wordt op voorhand bepaald hoeveel en welke aanwervingen en/ of ontslagen in de loop van het volgende werkingsjaar gerealiseerd moeten worden.
!
!
!
2. Er bestaat een draaiboek, scenario of vaste procedure die aangeeft hoe de werving en selectie van werknemers moet gebeuren.
!
!
!
3. Alle of toch het merendeel van de aanwervingen worden onderworpen aan een nauwkeurige ‘kosten/baten’-analyse.
!
!
!
4. De vennootschap beschikt over een geschreven opleidingsplan dat periodiek wordt opgesteld en/of aangepast.
!
!
!
5. De vennootschap beschikt over een specifiek en op voorhand vastgelegd opleidingsbudget voor het opleiden van de werknemers.
!
!
!
6. Als we opleiding organiseren, wordt dit voorafgegaan door een gedetailleerde analyse van benodigde kennis, vaardigheden en attitudes voor het uitvoeren van (toekomstige) taken.
!
!
!
7. Als we opleiding organiseren, wordt die op doelmatigheid geëvalueerd.
!
!
!
8. Elke opleiding of toch een aantal van de georganiseerde opleidingen worden onderworpen aan een nauwkeurige ‘kosten/baten’-analyse.
!
!
!
20
Ja
Neen
Niet van toepassing
!
!
!
10. Er wordt in deze vennootschap bij de evaluatie van werknemers een beoordelingsinstrument met vaste beoordelingscriteria gehanteerd.
!
!
!
11. De beoordelings- of evaluatieprocedure van werknemers wordt op vaste tijdstippen geëvalueerd en aangepast of verbeterd indien nodig.
!
!
!
12. Er wordt gebruik gemaakt van functie- of loonclassificatie om de basislonen van (een groep van) de werknemers te bepalen.
!
!
!
9. Er bestaat een draaiboek, scenario of vaste procedure die aangeeft hoe de beoordeling/evaluatie van werknemers moet gebeuren.
63.
Van welke wervingskanalen wordt gebruik gemaakt om nieuwe werknemers aan te trekken? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Interne vacatures ! 2. Stimuleren van eigen personeel om bijvoorbeeld familie of vrienden aan te brengen ! 3. Aanspreken van externe relaties zoals klanten of leveranciers ! 4. Spontane sollicitaties ! 5. Het aanspreken van de wervingsreserve (gegevens van vroegere kandidaten) ! 6. Informele contacten met scholen, universiteiten of opleidingsinstanties (leerkrachten, stagiairs) ! 7. Formele contacten met scholen, universiteiten of opleidingsinstanties (plaatsingsdiensten, verspreiden van een vacature) ! 8. Selectie- of outplacementbureau, headhunting ! 9. Uitzendkantoren ! 10. De arbeidsbemiddeling van VDAB (of BGDA of FOREM) ! 11. Advertenties in nationale bladen ! 12. Advertenties in regionale bladen ! 13. Een jobsite of databank (www.vacature.com, www.monster.be, KISS databank, ...) ! 14. De eigen website van de vennootschap of een moederbedrijf
64.
Van welke selectiemiddelen wordt gebruik gemaakt? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Selectie op basis van het sollicitatieformulier of -brief en het curriculum vitae ! 2. Selectie-interview, d.i. een interview met 1 interviewer ! 3. Panelinterview, d.i. een interview met meerdere interviewers ! 4. Serie-interview, d.i. meerdere interviews telkens met andere interviewers ! 5. Arbeidsproef (praktische proef) ! 6. Simulatieoefeningen (bv. rollenspel, business game, in-basket test, ...) ! 7. Testen (psychologische, persoonlijkheids-, intelligentie- en vaardigheidstest) ! 8. Biografische vragenlijst ! 9. Assessment center (beoordelingscentrum) ! 10. Grafologie (handschriftanalyse) ! 11. Controle van aanbevelingsbrieven en referenties opgegeven door de sollicitant ! 12. Intuïtie of aanvoelen
65.
Hoe vaak vindt in de vennootschap een op voorhand gepland beoordelingsmoment met de werknemers plaats? Kruis aan. ! 1. Nooit " Ga naar vraag 67 ! 2. Minder dan 1 keer per jaar ! 3. 1 keer per jaar ! 4. Meerdere keren per jaar
21
66.
Voor welke doeleinden worden deze beoordelingsmomenten georganiseerd? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Meting van individuele opleidingsbehoeften ! 2. Loopbaanontwikkeling ! 3. Bepalen van het prestatieniveau (onvoldoende tot uitmuntend) ! 4. Verbeteren van de werkorganisatie ! 5. Selecteren van vertrekkers bij afslanking ! 6. Bepalen van de omvang van de bonus, prestatiebeloning e.d.
67.
Zijn er sedert de opstart als vennootschap opleiding(en) georganiseerd voor de werknemers? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Ja, on the job opleiding, gegeven door mensen van de vennootschap zelf ! 2. Ja, on the job opleiding, gegeven door externe opleidingsverstrekkers ! 3. Ja, off the job opleiding, gegeven door mensen van de vennootschap zelf ! 4. Ja, off the job opleiding, gegeven door externe opleidingsverstrekkers ! 5. Neen " Ga naar vraag 69
68.
Hoeveel werknemers hebben sedert de opstart deelgenomen aan één of meerdere opleidingen die georganiseerd werd(en) op initiatief van de vennootschap? Vul in. .................. werknemers hebben deelgenomen aan een opleiding
69.
Welke van onderstaande beloningssystemen worden in deze vennootschap toegepast op de werknemers? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Automatische verhoging van het loon op basis van het aantal dienstjaren of de leeftijd (anciënniteit) ! 2. Variabele beloning afhankelijk van de individuele prestaties of verdiensten (bv. commissie op verkoop) ! 3. Variabele beloning afhankelijk van de prestaties van de vennootschap ! 4. Een systeem waarbij systematisch een deel van de winst aan de werknemers wordt uitgekeerd (winstdeling) ! 5. De werknemers krijgen de mogelijkheid om financieel te participeren in de vennootschap (aandelenaanbod) ! 6. Occasionele bonus, bv. bij uitzonderlijke prestatie van de vennootschap of de afdeling waartoe men behoort ! 7. Toename van de beloning naarmate men voor meer taken of jobs inzetbaar wordt (skill based pay) ! 8. Toename van de beloning naarmate men meer competenties ontwikkelt, bv. via opleiding (competentiebeloning) ! 9. Pensioenplan of groepsverzekering in het kader van pensioen ! 10. Extra ziekteverzekering of hospitalisatieverzekering ! 11. Bedrijfswagen of wagen die de vennootschap via een lease-overeenkomst ter beschikking stelt
70.
Worden in de vennootschap de competenties van de werknemers op een systematische manier in kaart gebracht? Kruis aan. ! 1. Ja ! 2. Neen " Ga naar vraag 72
22
71.
Voor welke doeleinden wordt deze competentie-inventarisatie benut? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Optimalisering van wervings- en selectiebeleid ! 2. Sturing van opleiding en ontwikkeling van werknemers ! 3. Individuele loopbaanplanning, potentieelbeoordeling ! 4. Promotie en mutatiebeslissingen ! 5. Jaarlijkse evaluatie ! 6. Verhoging of stimulering van de prestaties van werknemers ! 7. Uitbouw van kennismanagement
72.
Hoeveel van uw werknemers zijn volgens u aangesloten bij een vakbond? Vul in. .............................. werknemers
8.
Organisatiewijze
73.
Hoeveel ondersteunend en leidinggevend personeel is tewerkgesteld in deze vennootschap? (Werknemers die zich hoofdzakelijk met de directe kerntaken bezighouden moeten hier niet worden meegerekend) Vul in. Personeelscategorie
74.
Aantal werknemers
1. Ondersteunend personeel (werknemers die in hun werkzaamheden geen directe kerntaken uitvoeren, maar bijna uitsluitend indirecte taken vervullen als administratie, kwaliteitszorg, onderhoud van gebouwen en machines e.d.)
....................
2. Leidinggevend personeel (werknemers die zich bijna uitsluitend bezighouden met leidinggeven)
....................
In de volgende tabel vindt u een aantal activiteiten die de productie of werkzaamheden in uw vestiging ondersteunen. Wie verricht deze taken? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk per activiteit. Activiteit
Uitvoerende werknemers zelf
Ondersteunend Leidinggevende (zaakvoerder of personeel/ gespecialiseerde management) werknemer(s)
Externe organisatie/ zelfstandige/ moederbedrijf
Niet van toepassing
1. Personeelsbeleid
!
!
!
!
!
2. Aankoopbeleid
!
!
!
!
!
3. Administratie en secretariaat
!
!
!
!
!
4. Verkoopbeleid en marketing
!
!
!
!
!
5. Research & development, productontwikkeling
!
!
!
!
!
6. Onderhoud en ontwikkeling van ICT
!
!
!
!
!
23
75.
In welke mate wordt het personeel van de vennootschap betrokken bij onderstaande thema’s? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk per onderwerp. Onderwerp
De werknemers worden niet betrokken
76.
worden hebben adviesgeïnformeerd bevoegdheid
mogen mee beslissen
1. Strategie en/of missie (opdracht) van de vestiging
!
!
!
!
2. Aanbod van producten/diensten
!
!
!
!
3. Doelstellingen van de vestiging voor het komende jaar
!
!
!
!
4. Belangrijke innovatieprojecten
!
!
!
!
5. Geplande herstructurering(en)
!
!
!
!
6. Veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk
!
!
!
!
7. Opleidingsprojecten
!
!
!
!
8. Economische en financiële keuzes van de vestiging
!
!
!
!
9. Aanwervings- en selectieprocedure
!
!
!
!
In volgende tabel vindt u een lijst met taken die verricht moeten worden om de werkzaamheden in de vennootschap vlot te laten verlopen. Wie is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de betreffende taak? Kruis aan. Slechts één antwoord mogelijk per taak. Taken
Uitvoerende werknemers zelf
Externe Ondersteunend Leidinggevende organisatie/ (zaakvoerder/ personeel/ zelfstandige/ gespecialiseerde management) moederbedrijf werknemer(s)
1. Bepalen werkmethode
!
!
!
!
2. Bepalen werkvolgorde/tempo
!
!
!
!
3. Bepalen productie/werkplanning
!
!
!
!
4. Bepalen werkverdeling
!
!
!
!
5. Kwaliteit/resultaat controleren van uitvoerend werk
!
!
!
!
6. Aanpassen/verbeteren van de werkmethode
!
!
!
!
7. Opvolgen/bewaken werkingsbudgetten
!
!
!
!
8. Onderhoud van gereedschap en machines
!
!
!
!
9. Afstemmen uitvoerend werk met dat van andere uitvoerende werknemers
!
!
!
!
10. Afstemmen uitvoerend werk met dat van indirecte functies, stafdiensten
!
!
!
!
11. Afstemmen uitvoerend werk met dat van externe klanten en/of leveranciers
!
!
!
!
24
Taken
Uitvoerende werknemers zelf
Externe Ondersteunend Leidinggevende organisatie/ (zaakvoerder/ personeel/ zelfstandige/ gespecialiseerde management) moederbedrijf werknemer(s)
12. Bepalen werk- en rusttijden
!
!
!
!
13. Bepalen vakantieperiodes, snipperdagen
!
!
!
!
14. Beslissen tot overwerk
!
!
!
!
15. Selecteren nieuwe werknemers
!
!
!
!
16. Begeleiden/opleiden nieuwe werknemers
!
!
!
!
9.
Innovatie en technologie
77.
Aan de uitbouw van welke domeinen heeft de vennootschap sedert de oprichting de hoogste prioriteit gegeven? Geef de top 3 van domeinen weer door een cijfer in te vullen: 1 = het meest prioritaire domein, 2 = het tweede meest prioritaire domein, 3 = het derde meest prioritaire domein. 1. Personeelsbeleid 2. Boekhoudkundig systeem 3. Financieel systeem 4. Aankoopbeleid 5. Verkoopbeleid en marketing 6. ICT 7. Strategie 8. Marktoriëntatie 9. Productieproces 10. Logistiek 11. Technologie en automatisering 12. Andere, nl. ................................................................
78.
Met welke vormen van innovatie is uw vennootschap sedert de oprichting bezig geweest? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Onderzoek naar of experimentele ontwikkeling van nieuwe producten/diensten of technologieën in de vennootschap ! 2. Introductie van nieuwe producten/diensten of technologieën op de markt ! 3. Verwerving van patenten, handelsgeheimen of andere productiemethoden voor de bescherming van het eigendomsrecht ! 4. Behalen van kwaliteitslabels (bv. ISO, EFQM) ! 5. Verwerving van externe onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten ! 6. Investering in machines en hardware met het oog op product- en procesinnovaties ! 7. Investering in software met het oog op product- en procesinnovaties ! 8. Invoering van een nieuw organisatiemodel (bv. implementatie van project teams, aanpassing van de work-flow) ! 9. Invoering van nieuwe kwaliteitssystemen (bv. suggestiesystemen) ! 10. Opleiding in rechtstreeks verband met technologische innovaties ! 11. De vennootschap is met geen enkele van deze innovatieactiviteiten bezig geweest
25
79.
Wat zijn voor deze vennootschap de hoofdredenen om innovaties te ontwikkelen en te introduceren? Duid aan. Maximum 3 antwoorden aankruisen. ! 1. Vervanging van producten/diensten ‘einde cyclus’ ! 2. Kwaliteitsverbetering van het product/de dienst ! 3. Uitbreiden van het productengamma/dienstengamma ! 4. Openen van nieuwe markten ! 5. Het vergroten van het marktaandeel ! 6. Verbeteren van de arbeidsomstandigheden ! 7. Flexibiliteit (verhogen van de reactiesnelheid op veranderingen in de omgeving) ! 8. Verminderen van de arbeidskosten ! 9. Verminderen van het materiaalverbruik ! 10. Verminderen van het energieverbruik ! 11. Verminderen van milieuschade ! 12. Publiciteit en bedrijfsimago (bv. ontwikkelen van prototypes)
80.
Welke van de onderstaande innovaties heeft de vennootschap het afgelopen jaar gerealiseerd? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Het productieproces is verbeterd en/of vernieuwd ! 2. De ondersteunende processen (administratie, logistiek, ...) zijn verbeterd en/of vernieuwd ! 3. De bestaande producten of diensten zijn verbeterd ! 4. Er zijn nieuwe producten of diensten ontwikkeld ! 5. Onze vennootschap heeft het afgelopen jaar geen van de vermelde innovaties gerealiseerd
81.
Is het gamma aan diensten of producten van deze vennootschap sedert de oprichting al uitgebreid en/of vernieuwd? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Ja, het gamma is uitgebreid ! Ga naar vraag 83 ! 2. Ja, het gamma is vernieuwd ! Ga naar vraag 83 ! 3. Neen
82.
Welke van de onderstaande factoren zorgden ervoor dat het productengamma in deze vennootschap sedert de oprichting niet is uitgebreid of vernieuwd? Duid aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Te groot economisch risico ! 2. Te hoge innovatiekosten ! 3. Gebrek aan geschikte financieringsbronnen ! 4. Te lang besluitvormingsproces ! 5. Gebrek aan gekwalificeerd personeel ! 6. Gebrek aan technologische knowhow ! 7. Onvoldoende kennis van de markt ! 8. Onvoldoende flexibele reglementering, normen en wetgeving ! 9. Gebrek aan klantenrespons op nieuwe producten of diensten ! 10. De concurrentie was ons voor ! 11. Andere factoren, nl. ...................................................................................................................
26
83.
84.
85.
86.
Wordt in deze vennootschap gebruik gemaakt van volgende toepassingen op vlak van ICT? Kruis aan. Ja
Neen
1. Internet
!
!
2. Intranet
!
!
3. Netwerk
!
!
4. Eigen website
!
!
5. Eigen domeinnaam
!
!
Geef voor onderstaande aspecten aan of zij via het internet ondersteund worden. Kruis aan. Ondersteund via het internet
Niet ondersteund via het internet
1. Aanbieden van informatie over goederen en/of diensten
!
!
2. Aanbieden van informatie over deze vennootschap
!
!
3. Klantenservice
!
!
4. Aanbieden van on line diensten of van digitale producten
!
!
5. De mogelijkheid om beveiligde transacties uit te voeren
!
!
Hoeveel procent van de aan- en verkoop van producten en/of diensten in deze vennootschap gebeurt via e-commerce? Vul in. Percentage
Geen gebruik van ecommerce
1. Aankoop
............... %
!
2. Verkoop
............... %
!
Heeft uw vennootschap reeds formeel met andere organisaties of partners samengewerkt om producten en/of diensten te verbeteren of te vernieuwen? Indien ja, wat was dan de precieze reden van deze samenwerking? Vul in. Meerdere antwoorden mogelijk. Neen
Ja, om bestaande Ja, om nieuwe producten/diensten producten/diensten te verbeteren te creëren
1. Leveranciers
!
!
!
2. Klanten of afnemers
!
!
!
3. Commerciële laboratoria/O&O-ondernemingen
!
!
!
4. Overige ondernemingen uit dezelfde sector
!
!
!
5. Overige ondernemingen uit andere sectoren
!
!
!
6. Universiteiten of andere non-profit onderzoeksinstellingen
!
!
!
7. Overheid
!
!
!
27
10. Locatie van de activiteiten 87.
Van wie zijn de lokalen, gebouwen waarin en/of terreinen waarop de hoofdactiviteiten van de vennootschap plaatsvinden? Kruis aan. Meerdere antwoorden mogelijk. ! 1. Andere onderneming, private organisatie of particuliere eigenaar ! 2. Belangrijke klant(en) ! 3. Het moederbedrijf ! 4. Overheid ! 5. De eigen vennootschap ! 6. Stichters en/of familie van de stichters
88.
Waar werken de werknemers van deze vennootschap? Kruis aan. ! 1. In principe werken alle werknemers op de ondernemingslocatie en/of bij klanten. ! 2. De meerderheid van de werknemers werken op de ondernemingslocatie maar een minderheid van de werknemers is vrij te bepalen waar ze werken (thuis, bij klanten, onderweg). ! 3. De meerderheid van de werknemers bepaalt zelf waar (thuis, bij klanten, onderweg) ze werken.
89.
Hoe belangrijk vindt u de volgende voorwaarden voor de vestigingsplaats van uw bedrijfsvestiging? Kunt u vervolgens in de rechterkolom aangeven in welke mate uw huidige locatie voldoet aan deze voorwaarden? Kruis aan. Belang van de voorwaarden
Voorwaarden
Zeer EnigsNiet belang- zins van belangrijk belang rijk
Mate waarin uw huidige locatie voldoet aan de voorwaarden Voldoet Voldoet Voldoet uitenigsniet stekend zins
!
!
!
1. Bereikbaarheid over de weg
!
!
!
!
!
!
2. Voldoende parkeergelegenheid
!
!
!
!
!
!
3. Bereikbaarheid per openbaar vervoer
!
!
!
!
!
!
4. Nabijheid station hogesnelheidstrein
!
!
!
!
!
!
5. Mogelijkheden goederenvervoer per trein
!
!
!
!
!
!
6. Nabijheid haven/vaarwater
!
!
!
!
!
!
7. Nabijheid luchthaven
!
!
!
!
!
!
8. Laad- en losmogelijkheden op het eigen terrein of in de directe omgeving
!
!
!
!
!
!
9. Uitbreidingsmogelijkheden (op de locatie)
!
!
!
!
!
!
10. Aantrekkelijke woon- en leefomgeving
!
!
!
!
!
!
11. Nabijheid onderzoeksinstituten, universiteiten
!
!
!
!
!
!
12. Zichtbaarheid voor de voornaamste klantengroep
!
!
!
!
!
!
13. Ligging t.o.v. de woonplaats van de stichter(s) of zaakvoerder(s)
!
!
!
!
!
!
14. Ligging t.o.v. leveranciers
!
!
!
!
!
!
15. Ligging t.o.v. klanten
!
!
!
28
Belang van de voorwaarden
Voorwaarden
Mate waarin uw huidige locatie voldoet aan de voorwaarden
Zeer EnigsNiet belang- zins van belangrijk belang rijk
90.
Voldoet Voldoet Voldoet uitenigsniet stekend zins
!
!
!
16. Mogelijkheden om vergunning te verkrijgen i.v.m. geluidsoverlast, geuroverlast, veiligheidszone rond de vestiging e.d. (bv. Veiligheidsreglementering, Vlarem)
!
!
!
17. Aantrekkelijke huur- of grondprijs
!
!
!
!
!
!
18. Lage lokale taksen en belastingen
!
!
!
!
!
!
19. Mogelijkheid tot het verkrijgen van (lokale) subsidies
!
!
!
!
!
!
20. Goed onthaal/informatieverstrekking door de (lokale) overheid
!
!
!
!
!
!
21. Aanwezigheid van essentiële nutsvoorzieningen
!
!
!
!
!
!
22. Aanwezigheid van voorzieningen die door meerdere organisaties gebruikt kunnen worden
!
!
!
!
!
Worden de onderstaande bedrijfsprocessen door het gebruik van ICT ondersteund vanuit het buitenland? Kruis aan. Zo ja, wil u aankruisen waar de leveranciers gevestigd zijn? Neen
Ja, vanuit buurlanden
91.
!
CentraalEU of Europese of OostVrijhandels- Europa associatie
Azië
Afrika of NoordLatijns- Amerika Amerika of Oceanië
1. Onderhoud of ontwikkeling van software, specifiek voor de vennootschap
!
!
!
!
!
!
!
2. Call centers en klantenondersteuning
!
!
!
!
!
!
!
3. Accounting
!
!
!
!
!
!
!
4. Design
!
!
!
!
!
!
!
5. Personeelsadministratie
!
!
!
!
!
!
!
6. Training
!
!
!
!
!
!
!
7. Verkoop
!
!
!
!
!
!
!
Indien u nog opmerkingen heeft bij deze vragenlijst, kan u die hieronder toelichten. .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................
Van harte bedankt voor het invullen van deze vragenlijst!