Slimme netten in de praktijk…
Intelligente gebouwen voor intelligente steden 16/11/2012 Ingenieurshuis Antwerpen Annick Dexters
2
202020 Probleem 1. Stijgende behoefte aan primaire energie 2. Eindigheid & CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen Oplossingen 1. Rationeel EnergieGebruik 2. Energieproductietechnieken verbeteren 3. Inzet van hernieuwbare energie en biomassa elektrificatie van transport & warmte-en koudetoepassingen EVs & WPs Randvoorwaarden 1. Leveringszekerheid & power quality 2. Liberalisering v/d elektriciteitsmarkt
3
INHOUD 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen 1.1 Gelijktijdigheidsfactor 1.2 Gebruiksduur 1.3 Productiepatroon
2. Stabiliteit van het elektriciteitsnet 3. Aansluitbaarheid HEB 4. Slimme netten 5. INFRAX concreet
4
1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen
1.1 Gelijktijdigheidsfactor afname Formule van Rusck:
S max n
1 g n S max 1 g n Gelijktijdigheidsfactor G
G=1
G=0.35
G=0.29
G=0.26
5
1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen
1.1 Gelijktijdigheidsfactor HEB Gelijktijdigheidsfactor lokaal bekeken = 1 Bij zonne-energie sterke correlatie met moment van lage afname. (zon- en feestdagen) 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen
1.2 Gebruiksduur HEB Gebruiksduur = aantal vollasturen die evenveel energie leveren als de jaarproductie v/d installatie.
Windturbine = ± 2200 uren/jaar PV-installatie = ± 850 uren/jaar WKK-installatie = > 4000 uren/jaar basiscentrale = ± 8760 uren/jaar
6
1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen
1.3 Productiepatroon In vergelijking met klassieke centrales, vertonen de meeste hernieuwbare energie producties een fluctuerend productiepatroon dat nauwelijks controleerbaar is. windmolens / zonnepanelen / warmtegestuurde WKK Afname en hernieuwbare productie lopen niet synchroon aarbasis
kWh
Productie Afname
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011 12 1314 15 1617 1819 20 2122 23 2425 26 2728 29 3031 1 maand
7
INHOUD 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen 1.1 Gelijktijdigheidsfactor 1.2 Gebruiksduur 1.3 Productiepatroon
2. Stabiliteit van het elektriciteitsnet 2.1 “Balancing” vergt andere aanpak 2.2 “Balancing” is niet geografisch bepaald
3. Aansluitbaarheid HEB 4. Slimme netten 5. INFRAX concreet
8
2 Stabiliteit van het elektriciteitsnet
2.1 Balancing vergt andere aanpak Evenwicht tussen productie en afname is een vereiste voor de stabiliteit van het elektriciteitsnet. ELIA en de balancing responsible parties (BRP) hebben hiervoor de verantwoordelijkheid. Gelijktijdigheid van afname en productie wordt bemoeilijkt door het intermitterend en volatiel karakter van de HEB. Vroeger: productie volgt de vraag Nu & toekomst: vraag moet alsmaar meer de productie volgen Verschil tussen vraag en aanbod moet opgevangen door opslag.
Balancing services worden niet alleen meer door grote centrales op het HS-net maar ook door bv. regelbare WKK-eenheden en in de toekomst door vraagsturing geleverd vanuit de distributienetten.
9
2 Stabiliteit van het elektriciteitsnet
2.2 Balancing & netconstraints Voor het “balancing” proces is het in se niet belangrijk waar de energie op het net wordt gezet of waar het afgenomen worden. Als er maar evenwicht is. Balancing wordt toegepast op een regelzone en die kan Europees – nationaal of zonaal (microgrids) zijn. Voor de nationale regelzone is ELIA/ARPs verantwoordelijk. Balancing kan de druk op de elektriciteitsnetten echter sterk verhogen. Zeker wanneer grote energiestromen over de netten schuiven omdat productie en afnamepunten ver uit mekaar liggen.
10
INHOUD 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen 2. Stabiliteit van het elektriciteitsnet
3. Aansluitbaarheid HEB 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Dimensionering van de huidige netten Beschikbaarheid aansluitcapaciteit Spanningsprobleem Analogie met andere netwerken Aanpak verkeer EVs en WPs
4. Slimme netten: “flexibiliteit” 5. INFRAX concreet
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
3.1 Dimensionering v/d huidige netten HS net: Permanent geëxploiteerd in n-1 Gedimensioneerd op gelijktijdigheid 1 Zelden constaints
MS net: Verschakelbare n-1 Gedimensioneerd op gelijktijdigheid 0,8 constraint = overbelasting: weg te werken in minuteninterval
LS net: Geen redundantie Gedimensioneerd op gelijktijdigheid 0,2 - 0,3 lokaal sterk verschillende capaciteit constraint = overspanning: ogenblikkelijk weg te werken
11
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
3.2 Beschikbaarheid aansluitcapaciteit Huidige ontwerpregels zijn gebaseerd op exclusief afname en statistisch willekeurig afnamegedrag.
MAAR: Hernieuwbare energiebronnen worden voornamelijk in het distributienet geconnecteerd met bidirectionele vermogenstromen tot gevolg. Afname zal t.g.v. vraagsturing (EVs & WPs) niet meer willekeurig zijn. Productie heeft een grote gelijktijdigheid EN deze piekbelasting is slechts gedurende een beperkt aantal uren per jaar. kans op congestie en spanningsproblemen is groter naarmate het spanningsniveau lager is. Het is met de huidige ontwerpregels niet evident om op LS op ieder moment de volledige aansluitcapaciteit ter beschikking te hebben
12
13
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
3.3 Spanningsprobleem Wat voor afname kan, kan niet voor injectie… Spanning 110%
100%
90%
Blauwe curve: belasting maximaal, geen injectie Rode curve: belasting minimaal, geen injectie Groene curve: belasting minimaal, maximale injectie
LS net
Binnenhuis
Aansl
Omvor mer
MS net
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
3.4 Analogie met andere netwerken Andere netwerken hebben ook fysische grenzen en zijn niet berekend op pieken t.g.v. gelijktijdigheid . 1
Water
indien veel gelijktijdige watervraag tijdens hete zomers valt de druk weg.
2
Riolering
Bij hevige onweders loopt de riolering over SLA:water mag 1 keer per twee jaar op straat terecht komen
3
Vaste telefonie
5% gelijktijdigheid
4
Mobiele telefonie
niet voorzien voor noodsituaties (Pukkelpop)
5
Internet
bij veel gelijktijdige gebruikers zakt de downloadsnelheid gevoelig
6
Bankwezen
theoretisch kan iedereen op elk moment zijn spaargeld opvragen, maar indien dat op hetzelfde moment gebeurt, is er een cashprobleem.
7
Verkeer
Indien veel auto’s tegelijkertijd op de wegen ontstaan er files
8
Elektriciteitsnet
…
14
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
15
3.5 Aanpak bij verkeer Capaciteit is beperkt
Verkeerscontrolecentrum real time verkeersinformatie vertelt automobilist wat waar haalbaar + verwachte reistijden Slimme aansturing verkeerslichten verbetert de doorstroming Regels Toeritdosering – Blokrijden - Openstellen pechstrook
3. Aansluitbaarheid HB & nieuwe technologieën
16
3.6 EVs en WPs De 202020-doelstellingen vereisen nieuwe verwarmingstechnieken (WKKs, WPs) en een elektrische mobiliteit. Deze zorgen voor een bijkomende belasting van het elektriciteitsnet.
Een EV die 15.000 km rijdt per jaar verbruikt ongeveer 15.000km /5 km/kWh = 3000 kWh elektriciteit per jaar Een warmtepomp met een COP 3 verbruikt voor een huisgezin met een energiebehoefte van 24.000 kWh 8000 kWh elektrisch ZEB eerder 2000 kWh Vergeleken met een huidig gemiddeld elektrisch verbruik per jaar van 3500 kWh/gezin een stijging met ruim factor 3, zelfs met hogere energie-efficiëntiefactoren. gecontroleerd gebruik dringt zich op om een te grote gelijktijdigheidsfactor en overbelasting van het net te vermijden!
17
INHOUD 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen 2. Stabiliteit van het elektriciteitsnet
3. Aansluitbaarheid HEB 4. Slimme netten 4.1 4.2 4.3 4.4
Wat? Flexibiliteit Opslag Van passieve naar actieve netwerken in stappen
5. INFRAX concreet
4. Slimme netten
4.1 Wat?
Hoge penetratie van hernieuwbare energie en de verdere elektrificatie van transport en verwarming/koeltoepassingen vergen ofwel massale netversterking en/of een intelligente sturing van alle deelnemers van het elektriciteitsnet. De maatschappelijke kost bepaalt de keuze.
slimme netten slimme energiesystemen Dit vereist metingen, controle systemen, automatisering en ICT. Maar ook participatie van de netgebruikers via energiemarkten
18
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: definitie = de aanpasbaarheid van de vermogenuitwisseling van lasten/opslag/productie met het net door de grootte van het vermogen aan te passen of door de uitwisseling in de tijd te verschuiven
.
19
20
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: # bronnen
2,3% / j
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: # geïnteresseerden ELIA/ARPs balancing services om black out te voorkomen vermijden investering in piekcentrales Leveranciers portfolio-optimalisatie om risico mismatch aankoop-verkoop te verminderen Netbeheerders vermijden spanningsproblemen en congestie vermijden verzwaren infrastructuur die nauwelijks benut wordt. Producenten HEB volatiel karakter van te leveren energie beperken Consumenten om hun energiekost te verminderen Mogelijk tegenstrijdige belangen geïntegreerde aanpak – ketenbenadering maatschappelijke KBA voor behalen energietransitiedoelstellingen regulatie
21
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: hoe praktisch inzetten? Deze flexibiliteit kan men aanspreken via tarieven (niet-verplichtend) of stuursignalen (gegeven setpoints die effectief worden uitgevoerd). Flexibiliteit aangesproken door tarieven kan men beschouwen als een grofregeling, gestuurde flexibiliteit en opslag als een fijnregeling MARTWERKING Het inzetten van flexibiliteit door de marktpartijen moet door de netoperatoren gecontroleerd worden de marktpartijen moeten in deze de grenzen van het net accepteren DYNAMISCHE NETTOEGANG De AGGREGATOR is een nieuwe marktpartij die flexibiliteit van kleinere netgebruikers aggregeert en aan geïnteresseerde partijen aanbiedt.
22
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: hoe praktisch inzetten?
ADDRESSPROJECT
23
4. Slimme netten
4.2 Flexibiliteit: hoe praktisch inzetten? Flexibiliteit wordt op LS door de aggregatoren via de Energy Box in de huizen aangesproken (EV – Warmtepomp – boiler – witgoed etc…). Deze Energy Box zal vanuit de slimme meter meetgegevens krijgen en in latere instantie via de controlesystemen informatie over het maximaal vermogen dat uitgewisseld kan worden met het net.
24
4. Slimme netten
4.3 Elektrische / thermische opslag Elektrisch technologieën voor kleine, medium en grootschalige opslag. pompcentrales, gecomprimeerde lucht, batterijen (EVs), supercaps, vliegwielen, supergeleidende spoelen (SMES) … Dure technologieën maar men moet niet het aantal kWh maar wel de mogelijkheid tot piekafvlakking honoreren. Thermisch Thermische opslag via buffervaten/grond gekoppeld aan WKKs en WPs ontkoppelen de elektriciteitslevering/vraag van de warmtebehoefte.
25
4. Slimme netten
4.3 Opslag/flex via energietransities Power to heat Overtollige elektrische energie in warmte omzetten en stockeren. Bruikbaar voor district heating en gebouwen Power to gas Overtollige elektrische energie gebruiken om gas te maken en te injecteren in het gasnet.Opslagmogelijkheden van gasnet zijn gemakkelijker en goedkoper. Energy Hub
26
27
4. Slimme netten
4.4 Van passieve naar actieve netwerken in stappen
Sommige technologieën bestaan al en dienen enkel uitgebreider en slimmer aangewend te worden. Geen worst case scenario versterking meer van de installaties zonder voorafgaande intelligent gebruik of optimalisatie van bestaande infrastructuur.
Andere technologieën staan nog in de kinderschoenen en er is nog nood aan standaardisatie, regelgeving en testen alvorens tot een globale uitrol over te gaan Standaardisatie: Mandaat 441, Mandaat 490, Regelgeving i.v.m minimale functionaliteiten Vastleggen van een marktmodel
28
4. Slimme netten
4.4 Van passieve naar actieve netwerken in stappen
iMOVE LINEAR META-PV
Vlaams slimme meter project
29
4. Slimme netten
4.4 Van passieve naar actieve netwerken in stappen Actief netwerk management:
real-time controle van het net, Distribution management systeem op MS, Automatisatie van MS netten,…
Monitoring en meting:
digitale beveiligingen, telegelezen kortsluitverklikkers,…
30
INHOUD 1. Kenmerken van hernieuwbare bronnen 2. Stabiliteit van het elektriciteitsnet
3. Aansluitbaarheid HEB 4. Slimme netten 5. INFRAX concreet 5.1 META-PV 5.2 iMOVE
5. Infrax concreet
5.1 META-PV
•
Groot demonstratieproject.
•
Start medio 2009
•
Duur : 4,5 jaar
•
Kostprijs:
•
•
project: 9 miljoen euro (deels gesubsidieerd)
•
zonnepanelen: 30 miljoen euro (investering door particulieren via LRM)
Algemene doelstelling: PV-invertoren gebruiken voor netondersteuning.
•
Website: www.metapv.eu
31
5.1 META-PV Doelstellingen WAT? Verhogen van de absorptiecapaciteit voor DP met 50% tegen een additionele kost ~10% v/d vereiste netversterkingskost. (moet nog bewezen worden)
HOE? Dit m.b.v. invertoren die de levering van actief en reactief vermogen regelen om de spanningsprofielen binnen de toegelaten grenzen te houden. Via opslag en bijsturen van actief vermogen om congestie te voorkomen. Ook fault ride through en eilandwerking worden bekeken
32
33
5.1 METAPV Aanpak Fase 1 Demonstratie op grote schaal in Lommel/Opglabbeek 128 x 4kW (residentiëel) en 31 x 200 kW (industriëel) 10 % van de systemen uitgerust met opslagcapaciteit
34
5.1 MetaPV Fase 1: monitoring Meetsytemen ingebouwd in 200 MV/LV stations Data-analyse om de controlevereisten van de invertoren vast te leggen
35
Spanningshuishouding Voltage profile for the critical nodes (over-voltage)
Voltage (p.u.)
1.1
Rail 2 LOMM LOMM LOMM LOMM LOMM
1.08 1.06 1.04 1.02
WTP Umicore Fransen Comacc Bio Energy Hansen Oud
1 1
2
3
4
5
6 Month
7
8
9
10
11
12
Voltage profile for the critical nodes (under-voltage)
Voltage (p.u.)
1.1
LOMM Grensstraat
1.05
1
1
2
3
4
5
6 Month
7
8
9
10
11
12
36
Spanningshuishouding Voltage drop diagram at critical time @ 14.11.2009 | 19:00 1.08 1.07 1.06
Voltage (p.u.)
1.05 1.04 1.03 1.02 1.01 1 0.99 0.98 0.97
0
2
4 Wind
6 CHP
8
10 Distance (km) PV in LV
12
14
PV in MV
16
18
Critical nodes
20
5.1 METAPV Fase 2: controle algoritmes Ontwikkeling controle algoritmes van de slimme invertoren
37
37
38
Sturing reactief ifv lokale spanning Pprim
Inverter development Standalone control Grid support functions
Supervisory control
Limiting
Grid parameters
Decoupling
MPP Tracker
DC-Link Control
AC Control
DC
Q(V)
Qset
Qfix
Pact
PF(P)
PFset
PFfix
Vact
P(V)
Pmax fact, Pact
Pmax
Vact
DGS
P(f)
PCC
AC DC Link
Vact
Filter
DC
DC Grid Q Pr
cos Overexcited
Qmax
0,9 P1
Q P
P2 0,2
0,5
1 cos 2
1
DB
P3
Qref Vn
1 P Pr
38
ΔQ -Qmax
0,9 Underexcited
Pr: inverter Rated Power P: fed-in active power Vn: nominal Voltage DB: dead-band K: droop factor
Q k V ΔV
V Vn
Q-Mod Current calc Limiting & Feed-in min
Simulations
39
40
5.1 MetaPV Fase 3: demonstratie LV network(s) LS11 (red)
LS09 (yellow) 40
41
5. Infrax concreet
5.2 iMOVE
VOLVO C30
ION (PEUGEOT)
NISSAN LEAF
FLUENCE (RENAULT)
KANGOO (RENAULT)
ZERO (CITROEN)
42
iMOVE is een consortium van 18 bedrijven en onderzoeksinstellingen die de relevante sectoren in de “Elektrische Voertuigen markt” vertegenwoordigen
43
iMOVE ambieert praktische toetsing van technologische innovaties in “Energie”, “Voertuigtechnologie”, en “Mobiliteitsgedrag” “(Voertuig) Technologie”
“Mobiliteitsgedrag”
Wat verbruikt een elektrische wagen, bij verschillende rijstijlen, weers- en wegomstandigheden?
1
Wat is de levensduur en de betrouwbaarheid van de batterijen? Kunnen we ze recycleren?
2
3
Hoe kunnen we de oplaadinfrastructuur standaardiseren en interoperabel beheren?
“Energie”
6
Hoe kunnen elektrische voertuigen als spons fungeren in de huidige energie markt?
4
Verandert het verplaatsingsgedrag met elektrische wagens? 5
Wat is er nodig om mensen te overtuigen van de elektrische wagen?
7
8
Hoe interageren elektrische voertuigen met toekomstige “slimme distributienetten”, tav hernieuwbare energie?
44