Samenvatting leerdienst over de betekenis van de dood en opstanding van Jezus n.a.v. Mattheüs 26:26-29. Cees W. Rentier v.d.m.
[email protected] Met het Paasfeest vieren we wat er tijdens het Pesachfeest 2000 jaar geleden gebeurde. Pesach of Pasen komt van het Hebreeuwse woord pasah, dat overslaan of voorbij gaan betekent. Pesach begon bij de uittocht van het volk Israël uit Egypte in het jaar 1400 v. Christus. De engel van het oordeel die de eerstgeborenen van de Egyptenaren doodde, ging voorbij aan de eerstgeborenen van het joodse volk, omdat er een lam geslacht was, waarvan het bloed aan de deurpost was gestreken. De eerstgeborene mocht blijven leven, omdat het lam stierf. We herkennen wat er bij Abraham gebeurde die bijna zijn zoon moest offeren, maar een lam in de plaats kreeg van God(Genesis 22). God droeg Mozes op om het volk van Jakob elke dag bij het gebed vooraf een lam te laten offeren (in de tabernakel en later in de tempel). Daarmee liet God zien: Wij kiezen voor een leven zonder Hem en dat heeft geen toekomst. Wij kunnen niet bestaan voor God, maar God gaat voorbij aan ons kwaad en schenkt zelf wat Hij eist. Zo gaat de offerdienst 14 eeuwen door tot Jezus komt, van wie Johannes de Doper getuigt: zie het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt. Jezus die tijdens de paasmaaltijd zegt dat zijn lichaam en bloed het leven is voor velen. Bij moslims staat de geschiedenis bij Abraham stil. Moslims claimen dat zij het originele monotheïsme van Ibrahim voortzetten, waar joden en christenen later zijn afgedwaald. Maar bij het islamitische offerfeest, blijft in de lucht hangen waarom God aan Ibrahiem vraagt om zijn zoon te offeren. Het is niet meer dan een test van gehoorzaamheid die beloond werd met een lam. Daarom eren moslims Ibrahiem en stellen hem tot een voorbeeld, maar lees je niet over de offerdienst die in het OT zo belangrijk is. Een offer als plaatsvervanging ontbreekt in de islam. Soera 4:157 draait de rollen om en vertelt ons dat het Jezus niet verging als het lam, maar net als Ibrahiems zoon: op het laatste moment werd Hij niet gekruisigd, hoewel het God het wel zo liet lijken: zij (de joden) hebben hem (Ísa, de zoon van Maryam), niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hen gesuggereerd (..) God heeft hem tot Zich omhooggeheven. We gaan in op een drietal vragen van moslims over wat we vieren met Pasen. 1. Hoe zou Jezus als God kunnen en willen sterven in de handen van mensen? Jezus geeft bij de laatste paasmaaltijd het brood en de wijn aan zijn leerlingen als een verwijzing naar de overgave van Zijn leven voor hen aan het kruis van Golgotha (vs.26-27). Jezus geeft vrijwillig, zoals Hij ook meerdere keren vooraf aangeeft dat Hij opgaat naar Jeruzalem om zijn leven daar te geven (zie Johannes 10:18, en vers 24 en 56 van Mattheüs 26). God wilde het, dat Jezus het kwaad van mensen op zich nam, dat is duidelijk, en Hij heeft het heel vaak en heel ver vooruit duidelijk gemaakt. Tot in allerlei details toe, zoals uit Jesaja 53 blijkt. Toch betekent dit niet dat God de auteur van het kwaad is en dat de mensen die Jezus gevangennamen en kruisigden te verontschuldigen zijn. God is niet de oorsprong van het kwaad. Genesis 1 benadrukt dat alles zeer goed was. 1 Johannes: In Hem is enkel licht, geen duisternis. God
1
heeft echter iets buiten Hem geschapen dat niet automatisch Hem liefheeft en eert, er is ruimte voor tegenspraak. Zonde is immers dat wij iets doen, wat God niet wil, maar kennelijk wel toelaat. Toch heeft God het laatste woord over ons leven en ook over het kwaad dat wij doen. Hij buigt als de grote schaakspeler onze vaak dwaze zetten om naar zijn wil. Zoals moslims ook zouden kunnen weten uit de geschiedenis van Jozef(Yousoef): Daar wordt immers duidelijk dat wat de broers van Jozef ten kwade hadden gedacht om van Jozef af te komen, door God wordt gebruikt om Jozef tot onderkoning van Egypte te maken en zo honderdduizenden te redden, inclusief de broers die hem uit de weg wilden ruimen. God wilde niet dat mensen Zijn Zoon afwezen, zoals Jezus vaak duidelijk heeft gemaakt. Bijvoorbeeld in het verhaal van de ontrouwe wijngaardeniers en in zijn klaaglied over Jeruzalem. God heeft alles gedaan om ons terug te roepen. Zo vaak heeft Hij profeten gezonden, en tenslotte zendt Hij zijn Zoon. God wilde niet dat mensen Hem afwezen. Hij wilde hen redden. Daarom heeft de Zoon (Jezus) ons kwaad over zich heen laten komen en weggedragen. God heeft het laatste Woord. Godzij dank. Kan God sterven? Wie zorgde er dan voor de kosmos toen Jezus aan het kruis hing? Kan God moe worden, honger hebben en naar het toilet gaan? Het zijn vragen van moslims over het christelijke geloof die je dagelijks op het internet leest. Met de kerk van de eeuwen belijden we wat de Schrift zegt: Dat het eeuwige Woord van God, de menselijke natuur werkelijk erbij heeft aangenomen, zonder dat Hij ophield samen met de Vader en de Heilige Geest God te zijn. Het eeuwige Woord van God (Johannes 1), de Zoon van God, was al voordat de wereld bestond bij de Vader (Johannes 17:5). Jezus heeft dus zelf duidelijk gemaakt dat zijn bestaan niet begon bij de geboorte bij Maria. Net als God bij Mozes kon verschijnen in het vuur van een brandende braambos, zonder dat dat betekende dat Hij niet langer tegelijk uit zijn hemelse woonplaats de wereld te besturen. Evenmin als de straling van de zon beperkt is tot het schijnsel in onze duisternis, en evenmin als een vuur zwart wordt van de kolen waarin het brandt, wordt Gods grootheid beperkt door zijn inwoning in een mens. Juist omdat God groter is dan zijn schepping (Allahoe akbar), is Hij vrij om in zijn schepping te verschijnen zoals Hij wil, zonder zichzelf te verliezen. God is dus niet gestorven, maar de menselijke natuur van het eeuwige Woord van God,). Eigenlijk zouden moslims er al iets van moeten weten vanuit de Koran, omdat de Koran ook zegt dat Jezus maagdelijk geboren is uit Maria: dat Hij het Woord van God is (kalimat Allah) omdat God sprak tot Maria ‘wees het was’. Zo is het ook, zou je kunnen zeggen: In Maria wordt er een nieuw mens geschapen: Het woord van God wordt vlees, los van de voortplanting van de familie van Adam en Eva en toch in hun midden. Een tweede Adam die van God kwam, die zich wilde verbinden met de familie van de eerste Adam, opdat wij weer verbonden zouden kunnen worden met God. 2. Is het niet onrechtvaardig wanneer een ander voor onze zonde sterft? Als God almachtig is, kan Hij toch gewoon onze zonden vergeven zonder dit alles? Vaak komen moslims dan met Ezechiel 18 naar mij toe: Ieder draagt toch alleen de last van zijn eigen zonden. Geen mens wordt gestraft voor een ander. Als het waar is wat moslims zeggen dat Jezus
2
slechts mens is, dan zou het inderdaad onrechtvaardig zijn dat God Hem straft voor onze zonden en in tegenspraak met wat Hij door de profeten gezegd had. Maar het offerlam was een geschenk van God. Zo heeft Abraham het al ontdekt: op de berg van de Heer zal God zelf voorzien (Genesis 22). In de Bijbel is het geen beloning voor Abrahams rechtvaardigheid, maar een teken dat hij niet tevergeefs op God vertrouwt, in Hem gelooft. De offerdienst is niet door Mozes ingesteld om met offers God om te kopen, zoals je dat in allerlei animistische religies ziet. Voortdurend herinneren de profeten na Mozes daaraan (Jesaja 1:10-20). God zelf voorziet in een manier om het goed te maken. Bij het offerlam was dat symbolisch. Omdat Jezus met de Vader en de Heilige Geest God is, wil zijn kruisdood zeggen dat God zelf voorziet. Dit is Gods manier om onze zonden te vergeven. Het is niet ander mens die opdraait voor onze zonde, het is de Rechter zelf die onze zonde op zich neemt en ons zo vergeeft. (Jesaja 43 en 53) Maar waarom zo moeilijk vragen moslims dan? Waarom moest al dit onmogelijke en schandelijke gebeuren, terwijl God toch almachtig is en aan niemand en niets iets verschuldigd is? Hij kan toch gewoon vergeven? Is dat niet juist zijn werk? Zeker wordt God niet door iets buiten Hem gedwongen Jezus de straf te laten dragen. Soms denken wij dat. Bijvoorbeeld vanwege de uitdrukking ‘ het is noodzakelijk’ in het bijbelboek Hebreeën. Maar dat betekent niet anders dan: dat God niet anders wilde, omwille van wie Hij is. (Zo is zijn karakter). Zó alleen wilde Hij vergeven. Soms zouden wij gewoon willen vergeven en vergeten zonder er teveel op in te gaan. Maar dan komt het niet goed, dan komt er geen verzoening. Hooguit een wapenstilstand waarin je blijft vrezen voor wraak. Verzoening kost iets. Iemand moet de schande en schade dragen, er moet daadwerkelijk iets worden rechtgezet en daarmee moet het kwaad aan het licht komen in zijn volle omvang. In de afwijzing van Jezus, in zijn lijden en kruis, wordt God in het gelijk gesteld: Als God tot het zijne komt, blijkt dat wij Hem ondanks al onze godsdienstigheid niet herkennen en Zijn aanspraak op ons leven afwijzen. Jezus die enkel recht doet, wordt door de aardse rechter afgewezen. Zo wordt zichtbaar dat wij niet alleen maar af en toe een vergissing maken, maar dat wij rebellen zijn die geen God boven ons willen, die botsen met Jezus die zijn eigen eer niet zoekt, maar die van zijn Vader. Wij zoeken onszelf en staan schuldig tegenover God die ons geschapen heeft en ons deze aarde en elkaar gegeven heeft en mag verwachten dat wij zijn karakter weerspiegelen in liefde, gerechtigheid en heiligheid. God wil het verbond van liefde en trouw tussen ons en Hem herstellen. 3. Leidt zo’n leer niet tot goddeloosheid of een slavenmoraal? Voor moslims lijkt het christelijke geloof op het omgekeerde van wat godsdienst zou moeten zijn: God doet wat wij moeten doen en wij gaan vrijuit. Hoe je je ook misdraagt, uiteindelijk wordt het je toch wel vergeven en dat kun je ook nog van te voren weten ook. Kortom: Een oproep om onbezorgd te zondigen. Nietzsche heeft geklaagd over een slavenmoraal: God die ons dient en voor ons lijdt en wij die dat voor anderen moeten doen. Moslims herkennen zich in zijn kritiek. De Egyptische schrijver
3
Kamil Hoessein sprak in zijn boek Stad des verderfs, over een ziekelijke neiging bij christenen om zonde voortdurend uit te vergroten en daarin te verzwelgen. Dat is een ontmoediging om je actief in te spannen om het goede te doen. Maar het kwaad van ons mensen wordt nergens in de Bijbel goedgepraat. Jezus protesteert vlammend en scherp tegen elk compromis met het kwaad en is ongekend veel radicaler dan moslims: niet alleen je naaste moet je liefhebben, maar zelfs je vijand! Moslims gaan uit van een optimistisch mensbeeld: Islam is din-al-fitra: de natuurlijke godsdienst. De mens is van nature geneigd om God te dienen. Als je je verstand gebruikt doe je dat ook, want dat is in je voordeel. Maar liefde is niet in je voordeel. Liefde betekent dat je het goede en de eer van de ander zoekt zonder enig eigenbelang. Dat je de ander liefhebt niet uit angst voor straf of uit hoop op beloning, maar alleen omdat de ander dat waard is. De Bijbel is een lange aanklacht dat we onszelf liefhebben, ten koste van onze Schepper, ten koste van onze medeschepselen en ten koste van de schepping die zucht onder de last van ons geluk. Een kwaad dat onuitroeibaar voortwoekert door het menselijke geslacht dat los is geraakt van God. Met Jezus wordt een nieuwe lijn zichtbaar. Een nieuwe mens die daar niet door besmet is. Hij is het Levend Woord van God, geboren bij Maria. In Johannes 1 worden over Jezus komst naar de aarde dezelfde woorden gebruikt als bij de schepping: Het eeuwige Woord van God heeft gestalte gekregen in een nieuw geschapen mens. Het offerlam dat het volk in opdracht van Mozes moest slachten vóór het gebed, mocht geen enkele ziekte of gebrek hebben, het moest helemaal gaaf zijn. Dat was het symbool van wat God van ons leven verwachten mag: Dat ons leven gaaf is: Zo gaaf als God ons gemaakt had. Jezus is de nieuwe mens die niet door het kwaad van ons besmet is. Die gaaf is. De Tweede Adam noemt de Bijbel Hem (1 Kor. 15). Jezus neemt niet alleen onze straf op zich in zijn dood, maar vervult ook waarin wij schuldig staan (waar wij tekort schieten), door als mens te leven zoals het bedoeld was: De mens die Gods karakter weerspiegelt, beantwoordt. De enige die Zoon van de Vader genoemd kan worden omdat Hij van Hem uitgaat en Hem in alles weerspiegelt Die in perfecte harmonie met de Vader leeft. De wijn is niet alleen het teken van het bloed, zijn leven dat Hij uitstort in de dood, maar ook het teken van het leven in de gemeenschap met God. Vers 29. Daarin wil Jezus ons betrekken. Ook wij mogen in een vertrouwelijke verhouding met God komen, als kinderen van een vader. Daarom wordt Jezus in 1 Kor. 15 ook de eerste onder vele broeders genoemd. Als we door Jezus in een vertrouwelijke omgang met God komen, dan verandert dat ons leven van binnenuit. Als je iets vuils drinkt, verwoest dat je leven, het doodt je hersenen en je verstand, je wordt een slaaf. Hoe meer je drinkt uit een verkeerde bron, hoe meer het misgaat. Als je iets goeds drinkt, als Jezus je bron is, dan brengt je leven iets goeds voort. Jezus legt dat uit in wat we lezen in Johannes 15. Als zijn leven de bron is waaruit jij/u leeft, dan wordt ons leven vruchtbaar, dan levert
4
het iets goeds op. Je hebt een nieuw begin nodig: ingeënt worden in de wijnstok Jezus, uit zijn woorden leven, gesnoeid worden door de Vader, zodat je niet ontspoort, maar dat er iets goeds uit je voortkomt. Toepassing: Hoe hebben wíj nu iets aan wat Jezus deed? In Lucas lezen we dat Jezus bij het pesachmaal zegt: doet dit tot mijn gedachtenis. En ook Paulus schrijft dit in zijn brief aan de gemeente van Korinthe. Daarom hebben de volgelingen van Jezus de eeuwen door het avondmaal met elkaar gevierd en zijn het samen breken van het brood en het drinken uit de ene beker, de viering geworden van de gemeenschap met elkaar aan het lichaam en bloed van Jezus. Niet de brood en de wijn veranderen in het lichaam en bloed van Jezus. Wijzelf moeten veranderen, doordat de Heilige Geest ons verbindt met Jezus. Zodat je jouw oude manier van leven kwijtraakt (met Jezus begraven) en een nieuw leven in je opstaat, dat lijkt op dat van Jezus. Hoe dat gebeurt, blijft het liefdesgeheim van God, zo legt Jezus aan Nicodemus uit (Johannes 3). Dat kun je zelf niet organiseren. Het komt helemaal van God. Daar moet je je aan overgeven. Toch vertelt Jezus wel iets van het geheid: -Het gaat om het samen luisteren naar de Bijbel, de verkondiging/bekendmaking van het evangelie via gewone mensen die getuigen van wat God gedaan heeft. Dat moeten we trouw blijven doen: luisteren én doorgeven: zorgen dat de hele wereld het hoort. -Er zijn ook visuele elementen daarbij: de doop en het avondmaal > die wijzen ons op de dood en opstanding van Jezus. Dat gebeurt in het midden van de gemeente: één beker, één brood > één lichaam van Jezus > samen volharden om bij Jezus te blijven. Elke keer als we samenkomen als gemeente moeten we zijn radicale woorden serieus nemen: Ons oude leven dat gericht is op onszelf, ons eigen geluk, moet begraven worden. We hebben een nieuw leven nodig: dat van Jezus. Onmogelijk voor ons om te bereiken – maar God wil het geven aan wie op het kruis en de opstanding van Zijn Zoon vertrouwt. Zoals het avondmaalsformulier zegt: Wij komen niet naar het avondmaal om daarmee te laten zien dat we zelf helemaal rechtvaardig zijn, maar juist omdat ons eigen leven doodloopt en we uit een nieuwe bron moeten drinken. We komen om te horen wat Jezus zei tegen de vrouw die bij overspel betrapt was: …Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer…. Dat is het evangeliewoord waar we de nieuwe week mee beginnen. Vergeving van zonden, nieuwe wijn, het leven van Jezus, proef het leven van de toekomst, waar God koning is over je leven.
5