ER T N E C E C N SCIE ool op sch
DE WILLIE WORTEL QUIZZZ Gaat er bij jou ook een lampje branden? Dan heb je het goede antwoord op de vraag gegeven. Maak een knotsgekke elektroquiz. Daarvoor gaan jullie zelf de quizvragen en antwoorden bedenken. En elektrische schakelingen in elkaar knutselen om de vragen met de goede antwoorden te verbinden. WAT HEB JE NODIG? Materialen:
Gereedschappen:
Platte batterij van 4,5 volt Fietslampje van 6,0 volt Fitting voor het fietslampje Stroomdraad Metalen paperclips Splitpennen Plank Postbode-elastiek Schroeven Wit karton Plakband
Potlood Liniaal Stiften Schaar Gaatjestang Schroevendraaier die past in de schroefjes van de fitting Striptang
BOUWTEKENING Een bouwer van exhibits maakt voordat hij begint eerst een bouwtekening van de exhibit. Dat gaan jullie dus ook doen. Een bouwtekening laat zien hoe je iets moet maken en hoe groot het wordt. Bekijk eerst de foto en de tekeningen bij ‘Hoe ga je het maken?’ Zo krijg je een idee hoe de exhibit er uit komt te zien en hoe deze in elkaar zit. Tips: 1. Je kunt ook de tekst bij de tekeningen alvast doorlezen. 2. Als de materialen voor jouw exhibit al aanwezig zijn, is het goed om die er bij te pakken. Bij ‘Wat heb je nodig?’ staat welke materialen en gereedschappen jullie allemaal nodig hebben. Bij de materialen staat alleen nog niet precies hoeveel je NATUURONDERWIJS Elektriciteit TECHNIEK Constructies
1
De Willie Wortel Quizzz
NTER S C I E N Co pE s cCh oEo l daarvan nodig hebt. Dat weten jullie pas als jullie bedacht hebben hoe groot de exhibit wordt. Bedenk daarom eerst samen met je maatje hoe groot de exhibit moet worden en hoe je hem wilt gaan tekenen. Bespreek jullie plan met je leerkracht. Maak nu met potlood en een liniaal een bouwtekening in je werkboek. Je maakt allebei een eigen bouwtekening in je eigen werkboek, maar wel op dezelfde manier. Je maakt de tekening op schaal 1:2. Dit betekent dat één centimeter in de tekening in het echt twee centimeter is. Dus als je elektroquiz in het echt veertig centimeter lang is, is hij op je bouwtekening twintig centimeter lang. Schrijf naast de verschillende onderdelen wat de lengte in het echt is. In je bouwtekening geef je ook aan waar er precies gaten moeten komen in het quizbord. Gebruik hiervoor de beschrijving bij punt 2 onder ‘Hoe ga je het maken?’ Jullie gaan de bouwtekening laten zien aan de rest van de klas. Je vertelt erbij hoe je de exhibit wilt gaan maken. Vraag aan de andere kinderen en je leerkracht wat zij vinden van de bouwtekening. Misschien hebben zij een idee hoe je de bouwtekening nog beter kunt maken. Laat jullie verbeterde bouwtekening zien aan je leerkracht. Als zij of hij je tekening heeft goedgekeurd, kunnen jullie samen de materialenlijst gaan maken.
MATERIALENLIJST De bouwtekening is klaar. Dus de maat van alle materialen is nu bekend, en je kunt tellen hoeveel stuks je van een onderdeel nodig hebt. Maak de materialenlijst in je werkboek. Deze lijst lever je nu in bij je leerkracht. Overleg met haar of hem waar je deze spullen vandaan moet halen. Dan kan je echt gaan bouwen!
HOE GA JE HET MAKEN? Om samen een exhibit te bouwen moet je veel overleggen en afspraken maken. Hoe gaan jullie het aanpakken? Wie doet wat? Verdeel de taken zo eerlijk mogelijk. Want jullie moeten allebei evenveel te doen hebben. Probeer zoveel mogelijk samen te werken zodat je allebei ervaring opdoet met het bouwen. Als je moeilijke woorden tegenkomt, zoek je die op in een woordenboek.
NATUURONDERWIJS Elektriciteit TECHNIEK Constructies
2
De Willie Wortel Quizzz
NTER S C I E N Co pE s cCh oEo l 1.
Jullie beginnen bij het spelbord voor de elektroquiz. Neem het rechthoekig stuk wit karton. Met potlood verdeel je het bord in vakken. Verdeel het bord eerst in de lengte in twee helften door overlangs een streep te trekken. De beide helften verdeel je in zes gelijke vakken onder elkaar.
2.
Maak in elk vak met de gaatjestang een gat. Dit gat komt één centimeter vanaf de rand van het papier, zoals in het voorbeeld hieronder.
3.
In de zes vakken aan de linkerkant schrijven jullie nu heel netjes zes vragen. Aan de rechterkant komen de antwoorden op deze vragen. De antwoorden zijn door elkaar gehusseld. Zet dus NIET het juiste antwoord direct naast de vraag.
Tip voor de quiz: neem zes verschillende boombladeren en vraag bij welke boomsoort het blad hoort. Kijk bijvoorbeeld welke bomen in de omgeving van je school groeien. Neem van elke boom een blad mee en zoek de naam op.
4.
Nu gaan jullie de schakelingen maken op de achterkant van het spelbord. Geef eerst op de achterkant aan welke vakken bij elkaar horen. Zet bijvoorbeeld met een stift een paars kruis in deze vakken, en in de volgende twee een groen rondje, etc.
5.
Steek de splitpennen vanaf de voorkant door de gaatjes heen en spreid ze open aan de achterkant. Zorg dat de uitgespreide paperclips elkaar niet raken! Verbind de bij elkaar horende vakken met elkaar met stroomdraden. Stroomdraden maak je zo: knip een stuk draad af dat een paar centimeter langer is dan de afstand tussen de twee splitpennen. Met de striptang verwijder je aan beide uiteinden ongeveer twee centimeter van het plastic omhulsel. Dit noem je stroomdraad strippen. Draai de koperen draadjes om de splitpennen heen.
NATUURONDERWIJS Elektriciteit TECHNIEK Constructies
3
De Willie Wortel Quizzz
NTER S C I E N Co pE s cCh oEo l 6.
Draai eerst het fietslampje in de fitting. Knip vervolgens drie stukken stroomdraad af: één van vijftien centimeter en twee van veertig centimeter. Strip de stroomdraad weer aan beide uiteinden. Bij de kortste stroomdraad maak je aan een uiteinde een paperclip vast. Schuif deze over een pool van de batterij. Het andere uiteinde maak je vast aan de fitting (gebruik hiervoor de schroevendraaier). Bevestig nu één van de lange stroomdraden aan de andere kant van de fitting. Aan het losse uiteinde van deze draad maak je een paperclip vast. De derde stroomdraad verbind je met een paperclip aan de andere pool van de batterij. Aan het losse uiteinde maak je weer een paperclip vast.
7.
Nu maak je de batterij en de fitting vast aan de plank. De fitting schroef je vast. De batterij kun je met het postbode-elastiek vastmaken.
8.
Als jullie tijd over hebben, kunnen jullie eventueel nog meer spelborden maken. Let op: bij het nieuwe spelbord moeten de juiste antwoorden bij de vragen op precies dezelfde plek komen als bij het eerste spelbord! Ook maak je de gaten in het nieuwe spelbord iets groter zodat het bord precies over de koppen van de splitpennen heen valt.
HOE WERKT HET? De exhibit is nu klaar. De exhibit werkt als volgt: één paperclip hou je tegen de splitpen van een vraag, de andere paperclip hou je tegen de splitpen van een antwoord. Als je het juiste antwoord hebt gekozen -en als je natuurlijk de draden goed verbonden hebt!- gaat het lampje branden. Check of bij elke vraag het lampje gaat branden als je het juiste antwoord aanraakt. Heb je alle draden goed verbonden? Als dat zo is, plak je de draden aan de achterkant van het spelbord stevig vast met plakband, zodat het niet bol gaat staan.
NATUURONDERWIJS Elektriciteit TECHNIEK Constructies
4
De Willie Wortel Quizzz
NTER S C I E N Co pE s cCh oEo l WAT ZIE JE GEBEUREN? Je gaat nu op zoek naar de wetenschap achter de exhibit. Deze exhibit gaat over elektriciteit. Doe de onderstaande onderzoekjes. Schrijf de antwoorden in je werkboek bij ‘Onderzoeksverslag 1’.
1.
Met deze exhibit kun je ook onderzoeken welke materialen stroom geleiden en welke niet. Dit kun je doen door de paperclips, die verbonden zijn met de batterij, elk tegen een uiteinde van het materiaal te houden dat je wilt testen. Doe dit nu met een koperen muntstuk. Gaat het lampje branden? Geleidt het koperen muntstuk dus stroom?
2.
Nu ga je nog een aantal andere materialen onderzoeken, die hierna zijn opgesomd. Doe eerst een voorspelling: van welke materialen verwacht je dat ze stroom geleiden en van welke niet? Onderzoek dit voor: een stukje ijzer, een stukje aluminiumfolie, een stukje papier, een plastic rietje, een potlood (het gaat om de stift van grafiet), een stukje hout en een knikker van glas. Schrijf je bevindingen op in het verslag.
HOE ZIT DAT? Nu ga je informatie opzoeken over elektriciteit. Je kunt informatie opzoeken in de schoolmediatheek, de bibliotheek of op internet. Ga op www.sciencecenteropschool.nl naar ‘leerlingen basisonderwijs’ en klik op ‘links’. Onder de titel van jouw exhibit kun je een aantal websites vinden met achtergrondinformatie. Beantwoord de onderstaande vragen, en schrijf de antwoorden in je werkboek bij ‘Onderzoeksverslag 2’. Werking:
Hoe kan je een lampje laten branden?
Wetenschap:
Wat is elektriciteit? Wat is een stroomkring? Wat is een serieschakeling? Wat is een parallelschakeling? Welke schakeling heb je nodig bij deze quiz?
Uitvinding:
Wie heeft de batterij uitgevonden? Wie heeft de eerste gloeilamp uitgevonden?
Toepassing:
Waar gebruiken we elektriciteit allemaal voor? Maak een lijst met alle apparaten die bij jou thuis op elektriciteit werken.
Laat je leerkracht de antwoorden lezen. NATUURONDERWIJS Elektriciteit TECHNIEK Constructies
5
De Willie Wortel Quizzz