Subsidiereglement beleidsprioriteit 1 jeugd
Reglement subsidiëring van jeugdwerkinitiatieven in het kader van het jeugdwerkbeleid goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 december 2013 Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2014 kunnen alle jeugdwerkinitiatieven die vallen onder toepassing van het decreet van 6 juli 2012, met uitzondering van de gemeentelijke speelpleinwerking, en voor zover zij voldoen aan de gestelde criteria, aanspraak maken op subsidiëring door het gemeentebestuur binnen de perken van de op de gemeentebegroting goedgekeurde kredieten en volgens de bepalingen van onderhavig reglement. Artikel 2 De kredieten van het lopende begrotingsjaar, in het kader van het jeugdwerkbeleid, worden als volgt onderverdeeld: 55 % basissubsidie 8 % kadersubsidie 20 % kampsubsidie 2 % startsubsidie 15 % infrastructuursubsidie Artikel 3 De kredieten betreffen het werkjaar van de jeugdwerkinitiatieven, dat loopt van 1 oktober van het vorig dienstjaar tot 30 september van het lopende dienstjaar. Artikel 4 Een voorschot aan de verschillende jeugdwerkinitiatieven zal uitbetaald worden in het 1ste trimester dat gelijk is aan de helft van de basissubsidie van het voorbije jaar. De eindafrekening zal gebeuren voor 31 december van het begrotingsjaar. Artikel 5 Indien het dossier niet ingediend is of onvolledig is op 1 oktober worden de onvolledige onderdelen van het dossier niet in aanmerking genomen voor de berekening van de subsidies. Het college van burgemeester en schepenen beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement op advies van de Jeugdraad. Basissubsidie Artikel 6 De verenigingen die een gehandicaptenwerking hebben, krijgen een forfaitair bedrag van 75 euro. Deze forfaitaire vergoeding wordt afgetrokken van de te verdelen basissubsidie. Onder gehandicaptenwerking wordt verstaan: minstens twee jongeren van 6 tot 30 jaar met een mentale en/of fysieke en/of sensoriële beperking als actief lid hebben. Jongeren met gedragsproblemen zoals concentratiestoornissen, ADHD, autisme en dergelijke komen hiervoor niet in aanmerking, behalve als er aangetoond kan worden dat er door de aanwezigheid van deze jongeren de vereniging meer kosten heeft en meer begeleiders moet inzetten.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1
Subsidiereglement beleidsprioriteit 1 jeugd
De vereniging dient voor het ontvangen van de forfaitaire vergoeding van minstens twee jongeren met een beperking een attest van deze beperking aan te brengen in het subsidiedossier. Artikel 7 50% van het resterende bedrag van de basissubsidie wordt onder de verenigingen verdeeld à rato van het aantal verzekerde en/of lidgeld betalende leden tot 25 jaar op 31 augustus van elk jaar. Artikel 8 Elke vereniging zal daartoe jaarlijks voor 30 september haar ledenlijst bij het gemeentebestuur indienen. Artikel 9 30 % van het resterende bedrag van de basissubsidie wordt verdeeld op basis van het aantal werkingsuren per week vermenigvuldigd met het aantal benodigde begeleiders. Artikel 10 Onder werkingsuren wordt verstaan het aantal uren dat men effectief en op een regelmatige wijze met jongeren actief is. Voorbereidende vergaderingen, leiderskringen, weekends en kampen komen niet in aanmerking. Het aantal benodigde begeleiders wordt bewezen door een leiderslijst per leeftijdsgroep in te dienen. Door de afwijkende werking van het Jeugdhuis wordt voor het benodigde aantal begeleiders per uur met een maximum van vier personen gerekend. Artikel 11 Elke vereniging zal daartoe jaarlijks voor 30 september haar werkings- en financieel verslag van het voorbije werkjaar aan het gemeentebestuur overmaken. Artikel 12 20 % van het resterende bedrag van de basissubsidie wordt verdeeld op basis van het aantal op de ledenlijst voorkomende gevormde begeleiders. Animators in het Jeugdwerk en studenten van een pedagogische richting, geslaagd in hun eerste bachelor maar nog niet volledig afgestudeerd krijgen 1 punt. Hoofdanimators en gediplomeerden van een pedagogische richting krijgen 1,5 punten. Artikel 13 Om in aanmerking te komen moet de gevormde begeleider volgende voorwaarden vervullen: - werkend lid zijn van een gemeentelijke jeugdwerkvorm, aanvrager van de subsidie. - in het bezit zijn van een monitorenbrevet erkend door de dienst jeugdwerk of een bewijs van een opleidingscursus die relevant is. - op de leiders- of bestuurslijst van de vereniging staan. Voor de jeugdbewegingen en het jeugdhuis worden enkel de begeleiders geteld die niet ouder zijn dan 26 jaar. Artikel 14 Elke vereniging zal daartoe jaarlijks voor 30 september de lijst van in aanmerking komende leden samen met een kopie van het brevet bij het gemeentebestuur indienen. Per vereniging komen maximum twintig leden in aanmerking voor subsidie. Subsidie voor kadervorming Artikel 15 Jongeren van minimum 16 jaar die lid zijn van een jeugdwerkvorm die in aanmerking komt voor het verkrijgen van een basissubsidie, kunnen een toelage bekomen voor het volgen van opleidingscursussen die relevant zijn in het kader van de verantwoordelijkheid die de aanvrager
Gemeenteraad van 30 december 2013
2
Subsidiereglement beleidsprioriteit 1 jeugd
draagt in zijn organisatie. De opleidingen moeten gegeven worden door organisaties erkend door het bestuur jeugdwerk. Artikel 16 Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient een cursus een minimumduur te hebben van vier uur werkelijke vorming. Indien de kadervorming een cyclisch karakter heeft, moet de werkelijke vormingstijd tenminste acht uur in het totaal bedragen en tenminste twee uur per onderdeel. Artikel 17 De aanvragen om toelage dienen ten laatste op 30 september gericht te worden aan het gemeentebestuur. Dit gebeurt door de jeugdwerkvormen. Het gemeentebestuur bezorgt een aanvraagformulier. Artikel 18 De aanvragen tot subsidiëring moeten vergezeld worden van het formulier “Het bewijs van deelname” dat ingevuld en ondertekend is door de inrichtende organisatie: - naam, adres en geboorteplaats van de cursist; - naam en adres van de organisatie die het inschrijvingsbedrag heeft betaald; - aanbod van de inrichters waaruit blijkt dat de cursus voldoet aan dit reglement, het bedrag van de betaalde deelnameprijs, de plaats en data waarop de cursus heeft plaatsgevonden, het onderwerp van de cursus en eventueel het behaalde brevet. Artikel 19 Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op de helft van de inschrijvingsprijs van de cursus met een maximum van 100 euro/persoon/jaar. Om voor betoelaging in aanmerking te komen is de minimumprijs van de cursus gesteld op 12,39 euro. Artikel 20 Bij tekort kan er geput worden uit de start- en infrastructuursubsidies. Bij overschot wordt het saldo overgeboekt naar de start-, infrastructuursubsidie of naar het reservefonds. Artikel 21 Jongeren die voor deze vorm van betoelaging in aanmerking komen, kunnen slechts in één Vlaamse gemeente kadervormingsubsidies trekken. Kampsubsidie Artikel 22 Jeugdwerkvormen die een basissubsidie genieten, kunnen eveneens aanspraak maken op een kampsubsidie. Artikel 23 Het hiervoor bestemde bedrag wordt onder de verenigingen verdeeld à rato van het aantal deelnemende leden (inclusief begeleiders tot 25 jaar) en het aantal overnachtingen. Artikel 24 Om voor de subsidiëring in aanmerking te komen moet elk kamp minimum vier overnachtingen tellen; er worden maximum tien overnachtingen in aanmerking genomen. Weekends worden derhalve niet in aanmerking genomen. Artikel 25 Verenigingen waarvan de verschillende leeftijdscategorieën afzonderlijk op kamp gaan, kunnen per categorie slechts één subsidieaanvraag per jaar indienen. Artikel 26
Gemeenteraad van 30 december 2013
3
Subsidiereglement beleidsprioriteit 1 jeugd
De aanvragen om kampsubsidie moeten jaarlijks voor 30 september bij het gemeentebestuur worden ingediend. De aanvragen dienen begeleid te zijn van een bewijs van het aantal deelnemers en dagen. Startsubsidie Artikel 27 Met ingang van 1 januari 2014 wordt aan nieuwe verenigingen die vallen onder toepassing van het decreet van 6 juli 2012 een startsubsidie van 250,00 euro toegekend. Artikel 28 Om in aanmerking te komen moet een aanvraag worden ingediend bij het gemeentebestuur, voor 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie zal worden toegekend. Artikel 29 De startende vereniging moet bij de aanvraag een werkingsverslag van één jaar kunnen voorleggen met jongeren tot 25 jaar. Startende verenigingen die duidelijk een afsplitsing zijn van bestaande verenigingen komen niet in aanmerking. Artikel 30 Indien het gemeentebestuur beslist een startsubsidie toe te kennen, wordt de vereniging opgenomen op de lijst van jeugdwerkvormen bij het jeugdwerkbeleidsplan en kan vanaf het jaar volgend op de toekenning van de startsubsidie in aanmerking komen voor een basissubsidie, kampsubsidie, en andere. Artikel 31 Wanneer geen aanvragen worden ingediend of het begrotingskrediet niet volledig wordt opgebruikt, wordt het saldo overgeboekt naar de kader-, infrastructuursubsidie of naar het reservefonds. Infrastructuursubsidie Artikel 32 Met ingang van 1 januari 2014 kunnen de jeugdvormen vermeld in het jeugdwerkbeleidsplan van de gemeente een beroep doen op een toelage bestemd voor de uitvoering van infrastructuurwerken. Artikel 33 Als infrastructuurwerken worden in aanmerking genomen: werken aan nutsvoorzieningen (verwarmingsinstallatie, elektrische leidingen), sanitaire voorzieningen, isolatie- en dakwerken, werken in het kader van brandveiligheid, … Artikel 34 De infrastructuursubsidie kan niet aangewend worden voor uit te voeren werken aan jeugdlokalen waarvan de gemeente eigenaar is. Artikel 35 De aanvraag om infrastructuursubsidie wordt ingediend voor 30 september. Artikel 36 De aanvraag dient te omvatten: - naam, plaats (adres jeugdlokaal); - plan van gebouw en terrein; - vermelding van eigendom (privé-eigendom, privé-grond); - desgevallend een schriftelijke toelating van de eigenaar en waarborg dat de aangevraagde werken mogen uitgevoerd worden;
Gemeenteraad van 30 december 2013
4
Subsidiereglement beleidsprioriteit 1 jeugd
-
-
een financieel plan en een werkplan (beschrijving van de uitgevoerde werken, de gebruikte materialen, de facturen van de leveranciers of de aannemers, welk bedrag de jeugdwerkvorm zelf investeert, …). Deze plannen moeten zo gedetailleerd en uitgebreid mogelijk opgesteld worden. Het subsidiebedrag hangt grotendeels hiervan af; Een afschrift van de bouwvergunning, indien nodig; Een afschrift van het recht van opstal dat door de notaris werd opgemaakt, indien dit nodig mocht blijken.
Artikel 37 Het bedrag van de toelage wordt vastgesteld op 100 % van de materiaalkosten, met een maximum van 1000,00 euro per vereniging per jaar. Artikel 38 Elke aanvraag zal apart worden behandeld. Bovendien zullen de aanvragen die ingediend worden, onderzocht worden. Het gemeentebestuur zal op basis van dit onderzoek en na advies van de jeugdraad, beslissingen nemen. Artikel 39 Na volledige voltooiing der werken, legt de aanvrager alle facturen, samen met de betalingsbewijzen, voor aan het gemeentebestuur. Artikel 40 Bij fraude wordt de aanvrager hoofdelijk verantwoordelijk gesteld. De ten onrechte uitbetaalde subsidies kunnen door het gemeentebestuur teruggevorderd worden. Artikel 41 Wanneer het infrastructuurbudget niet volledig wordt opgebruikt, wordt het saldo op het einde van het werkjaar overgeboekt naar een fonds voor infrastructuursubsidies voor de jeugd.
Gemeenteraad van 30 december 2013
5