REGELING EINDEXAMEN afdelingen
HAVO, ATHENEUM en GYMNASIUM (tevens het algemene gedeelte van het programma van toetsing en afsluiting)
1 oktober 2013 (met wijzigingen die ingaan op 1 augustus 2014: zie geel gemarkeerde tekst)
CHR. SCHOOL VOOR VMBO HAVO ATHENEUM en GYMNASIUM in Heerenveen en Joure
2
Examenreglement PREAMBULE 1. Deze regeling eindexamen is van toepassing op de afdelingen havo en vwo van het Bornego College. De algemene bepalingen van het programma van toetsing en afsluiting (pta) zijn in dit boekwerkje opgenomen. Het vakinhoudelijk deel van het pta wordt afzonderlijk aan de leerlingen ter beschikking gesteld. 2. Dit examenreglement wordt op de site en de elo van de school gepubliceerd. Ook liggen er exemplaren bij elke teamleider en bij de vestigingsdirecteur. 3. Alle bepalingen in dit document ten aanzien van het schoolexamen gelden ook voor toetsweken en onderdelen daarvan. 4. Vanwege de leesbaarheid is in dit document gekozen voor het mannelijke persoonlijke voornaamwoord. Overal waar hij/hem staat, moet ook zij/haar worden gelezen. 5. Deze regeling geldt voor het cursusjaar 2013-2014 voor de leerlingen die op 1 oktober 2013 in havo-5 en vwo-6 zitten, en voor de cursusjaren 2013-2015 voor de leerlingen die op 1 oktober 2013 in vwo-5 zitten en aan het eind van het jaar bevorderd worden naar vwo-6.
2
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
3
1. ALGEMEEN 1.1. Examenreglement 1.1.1.In het examenreglement staan de ALGEMENE procedurele en organisatorische regelingen voor de uitvoering van het schoolexamen en het centrale eindexamen. 1.1.2.Het examenreglement wordt namens het bevoegd gezag vastgesteld door de directie van het Bornego College. 1.1.3.Dit examenreglement treedt in werking op 1 oktober 2012 en vervangt alle eerdere versies. 1.1.4.Het examenreglement heeft een geldigheidsduur van één jaar, welke periode telkens stilzwijgend wordt verlengd met een periode van één jaar. 1.1.5.Indien daartoe aanleiding is, kan de directie het reglement tussentijds wijzigen.
1.2. Begripsbepalingen 1.2.1.wet 1.2.2.minister 1.2.3.inspectie
de wet op het VO de minister van OCW de rijksinspectie voor het Voortgezet Onderwijs voor het Bornego College 1.2.4.bevoegd gezag het bestuur van de vereniging voor chr. voortgezet onderwijs in Heerenveen en Joure 1.2.5.directeur-bestuurder de eindverantwoordelijke schoolleider van het Bornego College 1.2.6.directie de directeur-bestuurder en de vestigingsdirecteuren van het Bornego College 1.2.7.directeur het directielid belast met de leiding van een vestiging van het Bornego College; ook wel vestigingsdirecteur genoemd 1.2.8.teamleider het personeelslid belast met de leiding van het havo- of het vwoteam, tevens deel uitmakend van de vestigingsleiding 1.2.9.leerlingcoördinator de functionaris die verantwoordelijk is voor de leerlingzaken op zijn afdeling 1.2.10. examensecretaris het personeelslid die verantwoordelijk is voor de gang van zaken rond de examens in het examenjaar 1.2.11. examinator de leraar belast met het afnemen van het examen 1.2.12. kandidaat een ieder die door het schoolbestuur wordt toegelaten tot het examen, waaronder in ieder geval de leerling van het Bornego College die is toegelaten tot het schoolexamen 1.2.13. school het Bornego College te Heerenveen en Joure 1.2.14. opleiding één van de onderwijssoorten havo, atheneum of gymnasium 1.2.15. centraal examen het landelijke examen overeenkomstig de wet en volgens de instructies van het College voor Examens (CvE) 1.2.16. schoolexamen het examen dat door de school verzorgd wordt overeenkomstig de wet, vastgelegd in het pta 1.2.17. examen het schoolexamen en –indien wettelijk voorgeschreven- het centraal examen van een opleiding 1.2.18. examenstof de aan de kandidaat te stellen eisen, overeenkomstig de instructie van het CvE en (voor het schoolexamen) vastgelegd in het pta
1.3. Algemene bepalingen 1.3.1.De directie stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van hun opleiding een examen af te leggen overeenkomstig de bepalingen in de wet. 1.3.2.De directie kan, na goedkeuring van de inspectie, kandidaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven, toelaten tot het examen. 1.3.3.De examinatoren nemen het examen af onder verantwoordelijkheid van de directie. 1.3.4.Op een vestiging met eindexamenklassen berust voor elke opleiding het examensecretariaat bij de examensecretaris. 1.3.5.De directeur van een vestiging met eindexamenklassen draagt zorg en is verantwoordelijk voor een zorgvuldige gang van zaken bij het examen.
3
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
4
1.4. Geheimhouding Ieder die betrokken is bij de uitvoering van het Examenbesluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van het Examenbesluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
4
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
5
2. INHOUD VAN HET EINDEXAMEN 2.1. Examenprogramma's 2.1.1.De minister stelt voor elk van de opleidingen examenprogramma’s vast waarin zijn opgenomen: - een omschrijving van de examenstof voor ieder vak; - de beschrijving van de examenstof die centraal zal worden geëxamineerd en de examenstof die deel uitmaakt van het schoolexamen; - het aantal toetsen en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. 2.1.2.Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken. 2.1.3.Voor de verschillende opleidingen zijn de examenvakken vastgelegd in examenprogramma’s, die beschreven worden in de publicaties van het ministerie van OCW. In het programma van toetsing en afsluiting van elke opleiding van de school is beschreven welke (onderdelen van) examenvakken op de school worden aangeboden. Dat geldt ook voor de vakken in het gemeenschappelijk deel van het examenprogramma. 2.1.4.De kandidaten kiezen binnen de werkingsduur en de bepalingen van het programma van toetsing en afsluiting de vakken binnen een profiel waarin zij examen wensen af te leggen. 2.1.5.De directie biedt kandidaten binnen hun opleiding de mogelijkheid om binnen het voorgeschreven vrije deel vakken of programmaonderdelen te kiezen en hierin examen af te leggen. E.e.a. geschiedt overeenkomstig en behoudens de mogelijkheden in het programma van toetsing en afsluiting voor de opleiding die gevolgd wordt.
2.2. Vrijstellingen en ontheffingen 2.2.1.Kandidaten die werden vrijgesteld van het volgen van onderwijs in vakken van het gemeenschappelijk deel, zoals hierna sub a, b en c zijn aangegeven, zijn ook vrijgesteld voor het schoolexamen en/of eindexamen gymnasium, atheneum en havo in deze vakken. Vrijstelling of ontheffing voor het volgen van onderwijs in vakken van het gemeenschappelijk deel kan gegeven worden in de volgende situaties: a) Voor het vak lichamelijke opvoeding indien een kandidaat vanwege zijn lichamelijke gesteldheid niet in staat is het onderwijs in dit vak te volgen. De directie kan in dit geval na overleg met de kandidaat, en bij minderjarigheid eveneens met diens ouders, voogden of verzorgers, ontheffing van het volgen van het onderwijs in dit vak verlenen. Zij stelt de inspectie op de hoogte van een verleende vrijstelling en vermeldt hierbij de redenen waarom de vrijstelling verleend is. b) Voor de vakken algemene natuurwetenschappen (ANW), maatschappijleer en culturele kunstzinnige vorming indien een kandidaat in het bezit is van een havodiploma. c) Voor een tweede moderne vreemde taal indien - de kandidaat een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal, of een zintuiglijke stoornis heeft die betrekking heeft op taal; - de kandidaat een andere moedertaal heeft dan de Nederlandse of de Friese taal; - de kandidaat onderwijs volgt in het profiel Natuur en Techniek of het profiel Natuur en Gezondheid en het onderwijs in de taal naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert. In deze gevallen dient (medisch) bewijsmateriaal in het leerlingdossier aanwezig te zijn. Verder moet de kandidaat uit de vakken in het vrije deel (een) vak(ken) kiezen met (minstens) evenveel studielasturen. Zie ook artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit WVO. 2.2.2.Kandidaten die bij de directie een vrijstelling op grond van het voorgaande lid willen aanvragen, moeten dit doen tijdens de keuze van het vakkenpakket.
5
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
6
3. REGELING VAN HET EXAMEN 3.1. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 3.1.1.De directie stelt elk cursusjaar het examenreglement vast. Daarin worden in elk geval de volgende zaken opgenomen: hoe het examen georganiseerd wordt, wat de gang van zaken tijdens het examen is, en wat de samenstelling en het adres zijn van de commissie van beroep. 3.1.2.De directie stelt eenmaal per jaar een programma van toetsing en afsluiting (pta) vast voor elke opleiding. Het pta bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een vakinhoudelijk deel. - Het algemene deel van het pta is bij dit examenreglement gevoegd. Hierin is o.a. vastgelegd wat de herkansingsregeling is en wat de bevorderingsnormen zijn. - Het vakinhoudelijke deel van het pta wordt per jaar per opleiding vastgesteld en wordt jaarlijks als apart document gepubliceerd. In het vakinhoudelijke deel is per vak onder meer opgenomen welke onderdelen tot het schoolexamen behoren en op welke wijze getoetst wordt 3.1.3.Het programma van toetsing en afsluiting en het examenreglement worden uiterlijk op 1 oktober van elk jaar toegezonden aan de inspectie voor voortgezet onderwijs. Het pta en het examenreglement worden uiterlijk op 1 oktober ter inzage gelegd aan de kandidaten op voor hen algemeen toegankelijke plaatsen binnen de school en worden gepubliceerd op de site van de school.
3.2. Schoolexamen 3.2.1.De vestigingsdirecteur en de teamleiders bepalen de gang van zaken rond het schoolexamen en zorgen ervoor dat de kandidaten hierover op een goede wijze geïnformeerd worden. 3.2.2.Het schoolexamen wordt uiterlijk een week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten, tenzij door de Minister toestemming is verleend onderdelen ervan ook na het centraal examen, al of niet door herkansing, nog voldoende af te sluiten. 3.2.3.In het vakinhoudelijke deel van het programma van toetsing en afsluiting is vermeld welke programmaonderdelen tot het schoolexamen behoren, op welke wijze deze worden afgesloten en welk gewicht ze hebben. 3.2.4.Indien een kandidaat tijdens de afname van een onderdeel van het schoolexamen meent te worden benadeeld door belemmeringen zoals het uitvallen van een apparaat bij een luistertoets of een onjuiste vraagstelling in de opgaven dan wel om andere redenen, dient hij dit te melden bij de surveillant of examinator. Indien een belemmering na afloop van het onderdeel wordt geconstateerd, dan dient de kandidaat dit zo spoedig mogelijk te melden bij de teamleider, die daarna een beslissing neemt aangaande eventueel te treffen maatregelen. 3.2.5.Zie artikel 9 voor de beroepsmogelijkheden tegen een beslissing bedoeld in artikel 3.2.4.
3.3. Centraal examen In artikel 4 wordt nader ingegaan op de gang van zaken en de regels rond het centraal examen.
3.4. Cijfers schoolexamen en centraal examen 3.4.1.Voor zover volgens het Examenbesluit voor een schoolexamen een cijfer gegeven wordt en voor zover dat schoolexamen niet wordt afgesloten met een centraal examen, wordt dit cijfer uitgedrukt in een geheel getal uit een reeks die loopt van 1 tot en met 10.
6
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
7
3.4.2.Indien in een vak zowel schoolexamen als centraal examen wordt afgelegd, worden voor het schoolexamen getallen gebruikt met één decimaal. Het cijfer voor een dergelijk examenvak wordt uitgedrukt in een getal uit een reeks die loopt van 1 tot en met 10. 3.4.3.Het cijfer voor een centraal examen wordt met één decimaal nauwkeurig vastgesteld. 3.4.4.Elke kandidaat kan de overzichten van de behaalde resultaten voor de schoolexamens doorlopend raadplegen via SOMtoday. 3.4.5.De directeur zorgt ervoor dat de kandidaten uiterlijk zeven schooldagen voor de aanvang van het centrale examen schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de behaalde cijfers voor het schoolexamen in de vakken waarin hij centraal examen zal afleggen. 3.4.6.Wanneer twee schooldagen nadat de kandidaat schriftelijk op de hoogte is gesteld van zijn S.E.-cijfers om uiterlijk 16.00 uur geen bezwaar is aangetekend tegen de cijfers door de kandidaat dan wel, bij minderjarigheid, door zijn ouders, dan zijn de cijfers, zoals verstrekt aan de kandidaat, vastgesteld.
7
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
8
4. HET CENTRAAL EXAMEN 4.1. Algemeen 4.1.1.Het centraal examen kent drie tijdvakken: het eerste, het tweede en het derde tijdvak. Het rooster van het centraal examen wordt tijdig bekend gemaakt, volgens de opgave van het ministerie OCW. Het rooster is ook te vinden op www.examenblad.nl. 4.1.2.De vestigingsdirecteur en de examensecretarissen zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken rond het centraal examen.
4.2. Opgave kandidaten voor het centraal examen 4.2.1.Ieder jaar wordt voor 1 november aan de DUO- IB-groep meegedeeld hoeveel kandidaten voor elk vak aan het centraal examen in het eerste tijdvak zullen deelnemen. 4.2.2.Ieder jaar worden tenminste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste tijdvak aan de DUO-IB-groep de volgende gegevens verstrekt: - welke kandidaten voor welke vakken deel zullen nemen aan het centraal examen in het eerste tijdvak; - welke cijfers de kandidaten voor de vakken van het schoolexamen hebben behaald en in welk profiel. 4.2.3.Voor de aanvang van het tweede tijdvak worden de volgende gegevens aan de DUO-IBgroep verstrekt: - welke kandidaten in welk(e) vak(ken) deel zullen nemen aan het centraal examen van het tweede tijdvak; - welke cijfers deze kandidaten in het eerste tijdvak hebben behaald en in welk profiel. 4.2.4.Indien van toepassing wordt de DUO-IB-groep na afloop van het eerste en het tweede tijdvak ervan op de hoogte gesteld welke kandidaten aan het centraal examen in het derde tijdvak zullen deelnemen.
4.3. Faciliteiten voor kandidaten met specifieke problemen 4.3.1.De vestigingsdirecteur kan toestaan dat een lichamelijk of verstandelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur op welke wijze het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 4.3.2.De vestigingsdirecteur kan toestaan dat aan leerlingen met een specifiek leerprobleem, overeenkomstig de daarvoor geldende bepalingen of de aanwijzingen van het CvE, respectievelijk het Ministerie OCW, een verlenging van de voorgeschreven tijd voor het afleggen van een examenonderdeel wordt toegestaan. Hij deelt dat mede aan de inspectie. 4.3.3.De vestigingsdirecteur kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens het Examenbesluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: - het vak Nederlandse taal en letterkunde, - het vak Nederlandse taal, - enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
8
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
9
4.3.4.De in artikel 4.3.2. bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten. 4.3.5.Van elke afwijking op grond van artikel 4.3.3. wordt mededeling gedaan aan de inspectie. 4.3.6.De vestigingsdirecteur kan, de inspectie gehoord hebbende, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd ten gevolge van bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke, omstandigheden niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het centrale examen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.
4.4. Regels omtrent het centraal examen 4.4.1.De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets. 4.4.2.De leerlingen en de toezichthouders ontvangen voor het centraal examen een overzicht van de bij het examen geldende gedragsregels. 4.4.3.Tijdens het centraal examen wordt door het personeel van de school toezicht gehouden. Er is één toezichthouder per 25 leerlingen. Per examenruimte zijn er per zitting altijd minimaal twee toezichthouders. 4.4.4.Een kandidaat die te laat is mag tot een half uur na aanvang van de toets worden toegelaten. De eindtijd blijft voor deze kandidaat dezelfde als voor de overige kandidaten. 4.4.5.Gedurende de eerste anderhalf uur van de toets mag geen van de kandidaten vertrekken. 4.4.6.Tijdens een toets van het centraal examen wordt aan de kandidaten geen enkele mededeling over de opgaven gedaan. 4.4.7.De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. 4.4.8.De toezichthouders maken een proces-verbaal op, dat samen met het gemaakte examenwerk na afloop van de zitting wordt ingeleverd. 4.4.9.In verband met het continuïteitsplan dienen leerlingen zich tot de zomervakantie (4 juli 2015) beschikbaar te houden voor het overdoen van examens. Als er zich situaties voordoen zoals beschreven in artikel 4.7, dan zal examenwerk overgedaan moeten worden in de periode tot 4 juli. Dit betekent dat je geen vakantie moet plannen na de laatste examens van het eerste tijdvak. Ben je op vakantie en kun je niet meedoen aan een examen, dan kun je niet meer slagen… Overigens: annuleringsverzekeringen dekken deze eventualiteit niet! (Zie ook: https://www.examenblad.nl/publicatie/20130618/regeling-rooster-en-toegestane/2015). 4.4.10. Overige regels voor wat betreft te laat komen bij, verhindering van en onregelmatigheden tijdens het centraal examen zijn opgenomen in artikel 6 en 7.
4.5. Correctie centraal examen 4.5.1.Na afloop van een examen krijgt de examinator van het betreffende het gemaakte werk van de kandidaten, een exemplaar van de opgaven en het proces verbaal.
9
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
10
4.5.2.De examinator kan de beoordelingsnormen na afloop van het examen vinden op www.examenblad.nl. 4.5.3.Voor wat betreft de eerste en tweede correctie van het examenwerk houden alle examinatoren en gecommitteerden zich aan het protocol van de scholen die zijn aangesloten bij Fricolore 4.5.4.Bij het nakijken van het examenwerk en het vaststellen van de score past de examinator de voorschriften van het CvE toe. 4.5.5.De examinator kijkt het werk na met in achtneming van de volgende regels: - onvolkomenheden of fouten worden op het werk zelf aangegeven; - er worden geen verbeteringen aangebracht; - indien nodig kan een beoordeling voorzien worden van een toelichting; - de waardering wordt per opgave aangegeven. 4.5.6.De examinator levert het nagekeken examenwerk binnen 10 werkdagen in. 4.5.7.Het nagekeken examenwerk en de beoordeling worden samen met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal zo spoedig mogelijk naar de betrokken gecommitteerde gestuurd. 4.5.8.De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk; hij past bij het nakijken van het examenwerk en het vaststellen van de score past de examinator de voorschriften van het CvE toe. 4.5.9.De gecommitteerde neemt contact op met de examinator om in onderling overleg de score van het centraal examen vast te stellen. 4.5.10. Indien de examinator zich naar het oordeel van de gecommitteerde bij de correctie van het werk niet heeft gehouden aan de bindende normen van het CvE, stelt deze de vestigingsdirecteur van de examinator in het bezit van het werk en verzoekt hem de bindende normen te doen toepassen. 4.5.11. De gecommitteerde neemt contact op met de examinator om in onderling overleg de score van het centraal examen vast te stellen. 4.5.12. Indien met toepassing van de bindende normen bij dit overleg over het werk van een of meer kandidaten geen overeenstemming wordt bereikt, wordt gehandeld zoals aangegeven in de Regeling Beoordeling Centraal Examen (Staatscourant 2009, nr. 29 van 20 mei 2009). 4.5.13. Examenwerk dat per post wordt verstuurd, moet altijd aangetekend verzonden worden. In alle andere gevallen moet een ontvangstbewijs worden afgegeven.
4.6. Vaststelling cijfer centraal examen 4.6.1.De vaststelling van de cijfers voor het centraal examen vindt plaats conform de omzettingstabellen van het CvE.
4.7. Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen 4.7.1.Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgevonden, kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor één of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. Zie ook artikel 4.4.9. 4.7.2.De inspectie verzoekt het CvE nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen.
10
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
11
4.8. Onvoorziene omstandigheden centraal examen 4.8.1.Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist de minister hoe dan gehandeld moet worden.
11
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
12
5. UITSLAG, HERKANSING, DIPLOMERING, CERTIFICATEN 5.1. Uitslag 5.1.1.Voor zover volgens het Examenbesluit voor een examen een cijfer gegeven wordt, wordt het eindcijfer van het examen uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 5.1.2.De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundige gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. 5.1.3.De vestigingsdirecteur en de secretaris van het examen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.1.5. Dit gebeurt nadat voor alle vakken waarbij sprake is van een tweede correctie een door de examinator en de gecommitteerde lijst met cijfers voor het centraal examen is ontvangen. 5.1.4.Om een kandidaat te laten slagen kunnen indien nodig een of meer eindcijfers van vakken buiten beschouwing gelaten worden. De overgebleven vakken dienen een examen te vormen dat volledig aan de wettelijke regelingen voldoet. 5.1.5. De kandidaat die examen havo of vwo heeft afgelegd is volgens het Examenbesluit VO art. 50 geslaagd als: 1. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en 2. hij voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de andere vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 3. hij onverminderd onderdeel 2: voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; 4. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald (te weten maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen (vwo) en het profielwerkstuk); 5. hij voor de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede voor de maatschappelijke stage, de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald; en 6. hij de rekentoets heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer.
12
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
13
5.1.6.De kandidaat die een centraal examen dan wel deel ervan heeft afgelegd en die niet voldoet aan de geldende voorwaarden, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in artikel 5.2. 5.1.7.Zodra de uitslag volgens de geldende regeling vastgesteld is, wordt deze samen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat medegedeeld, onder mededeling van het bepaalde in artikel 5.2.
5.2. Herkansing 5.2.1.De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds centraal examen heeft afgelegd, nadat de uitslag volgens artikel 5.1. is vastgesteld, het recht in het tweede tijdvak, of indien artikel 5.1.1 van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centrale examen. 5.2.2.De kandidaat geeft schriftelijk aan de secretaris van het examen door dat hij gebruik maakt van het in artikel 5.2.1. bedoelde recht. In het algemene gedeelte van het pta is aangegeven tot welk moment de kandidaat dit uiterlijk kan doorgeven. 5.2.3.Het hoogste van de cijfers gehaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centrale examen geldt als definitief cijfer voor het centrale examen. 5.2.4.Door het aanvragen van een herkansing wordt de eerste uitslag een voorlopige. 5.2.5.Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 5.2.3 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld.
5.3. Cijferlijst en diploma 5.3.1.Op grond van de definitieve uitslag krijgt elke kandidaat die examen heeft afgelegd een cijferlijst waarop is vermeld: - het profiel waarin examen is afgelegd; - de cijfers voor de vakken van het schoolexamen; - het programma waarin geëxamineerd is; - de cijfers voor de vakken van het centraal examen; - de eindcijfers voor de examenvakken; - de uitslag van het examen; - de beoordelingen in woorden voor bepaalde vakken (ckv en l.o.) overeenkomstig het Examenbesluit; - de naam en de beoordeling van het profielwerkstuk. 5.3.2.Als een kandidaat in meerdere profielen examen heeft gedaan,wordt hem per profiel een cijferlijst uitgereikt als bedoeld in artikel 5.3.1. 5.3.3.Als een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken wél vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. 5.3.4.De vestigingsdirecteur en de secretaris van het examen ondertekenen de cijferlijst. 5.3.5.Op grond van de definitieve uitslag wordt aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uitgereikt. 5.3.6.De vestigingsdirecteur, de secretaris van het examen en de kandidaat ondertekenen het diploma. 5.3.7.Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. 5.3.8.Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt de directeur aan de DUO-IB-groep een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld:
13
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
14
-
de vakken waarin het examen is afgelegd; de cijfers van het schoolexamen; de cijfers van het centrale examen; de eindcijfers; de uitslag van het centrale examen of een deel van het centrale examen.
5.4. Bewaren van documenten 5.4.1.De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat het werk van het centraal examen van de kandidaten en de lijsten bedoeld in artikel 5.3.8. gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag worden bewaard, ter inzage voor belanghebbenden. 5.4.2.De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school.
14
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
15
6. TE LAAT KOMEN EN VERHINDERING BIJ SCHOOLEXAMEN EN CENTRAAL EXAMEN 6.1. Alle kandidaten zijn verplicht alle voor hen vastgestelde onderdelen van het examen af te leggen.
6.2. Als een kandidaat zich aan enig onderdeel van het schoolexamen onttrekt of zonder geldige reden bij een onderdeel van het schoolexamen afwezig is, dan is er sprake van een onregelmatigheid en zijn de bepalingen van artikel 7 van dit reglement van toepassing.
6.3. Te laat komen bij schoolexamen en centraal examen 6.3.1.Een kandidaat dient ervoor te zorgen, dat hij bij elke toets over een onderdeel van het schoolexamen en het centraal examen op tijd aanwezig is. 6.3.2.Komt een kandidaat te laat bij een schriftelijk onderdeel van het schoolexamen dan wel bij een onderdeel van het centrale examen, dan mag hij tot uiterlijk 10 minuten resp. een half uur na aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. 6.3.3.Komt een kandidaat te laat bij de voorbereiding van een mondeling af te leggen onderdeel van het schoolexamen, dan mag hij in de resterende tijd zich alsnog voorbereiden. Verschijnt hij in het geheel niet bij de voorbereiding, dan moet het onderdeel zonder voorbereiding worden afgelegd. 6.3.4.Komt een kandidaat te laat bij een mondeling onderdeel of luistertoets van het schoolexamen, dan wordt dit niet meer afgenomen op het geplande tijdstip. De vestigingsdirecteur beslist in dit geval over de verdere gang van zaken.
6.4. Verhindering tot deelname aan het schoolexamen 6.4.1.Indien een kandidaat door ziekte of een andere dwingende reden, niet veroorzaakt door onnauwkeurigheid, onachtzaamheid of nalatigheid van de kandidaat of zijn ouders, absoluut verhinderd is aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, stelt hij - of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is – de leerlingcoördinator van de afdeling waar de kandidaat onderwijs volgt voor 09.00 uur in kennis van deze verhindering en de reden(en) daarvoor. 6.4.2.Indien het bericht van verhindering als bedoeld in het vorige lid van dit artikel niet tussen de aangegeven tijdstippen wordt gegeven, dient de kandidaat of dienen zijn ouders in geval van minderjarigheid, tevens genoegzame bewijzen te leveren van de onmogelijkheid vóór de aanvang van het onderdeel van het schoolexamen bedoeld in artikel 6.4.2 bericht te geven; zonder deze bewijzen wordt de afwezigheid gezien als een onregelmatigheid. (zie artikel 6.2). 6.4.3.Bij geldige afwezigheid wordt de kandidaat de mogelijkheid geboden het betreffende onderdeel op een ander moment af te leggen. Gemiste toetsen en andere opdrachten moeten vóór het vaststellen van de cijfers voor de overgangsvergadering of vóór het definitief vaststellen van de cijfers voor het schoolexamen ingehaald worden. Als dat niet het geval is, kan een leerling niet bevorderd worden of niet deelnemen aan het centraal examen (zie ook bevorderingsnormen (Programma van Toetsing en Afsluiting: 3.2). 6.4.4.Wanneer een kandidaat bij meer dan drie onderdelen van de toetsweek afwezig is met een geldige reden, dan wordt in onderling overleg tussen kandidaat, leerlingcoördinator en docenten een inhaalprogramma opgesteld.
15
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
16
6.5. Onwel worden tijdens toetsen van het schoolexamen 6.5.1.Een kandidaat die tijdens een toets onwel wordt, dient dit altijd aan de surveillant te melden. Zonder deze melding kan achteraf beroep op onwel zijn niet worden geaccepteerd. 6.5.2.Een kandidaat die tijdens een toets onwel wordt, kan onder begeleiding het toetslokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordelen toezichthouder, leerlingcoördinator en/of teamleider of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. 6.5.3.Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de leerlingcoördinator, teamleider, de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. 6.5.4.Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten behoudt het tot dan toe gemaakte werk zijn geldigheid. Uitsluitend in bijzondere gevallen kan de teamleider het gemaakte werk ongeldig verklaren. 6.5.5.Een kandidaat die vóór een toetsmoment onwel is, dient altijd contact op te nemen met de leerlingcoördinator en/of de teamleider over wel of geen deelname aan de zitting.
6.6. Verhindering tot deelneming aan het centraal examen 6.6.1.Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de vestigingsdirecteur is verhinderd bij één of meer toetsen van het centraal examen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen te voltooien. 6.6.2.Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de Staatsexamencommissie zijn examen te voltooien. 6.6.3.De kandidaat op wie artikel 6.6.2 van toepassing is, meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de vestigingsdirecteur aan bij de voorzitter van de desbetreffende Staatsexamencommissie. Zie ook artikel 4.2.4.
16
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
17
7. ONREGELMATIGHEDEN TIJDENS SCHOOLEXAMEN EN/OF CENTRAAL EXAMEN 7.1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de vestigingsdirecteur maatregelen nemen. 7.2. Onder onregelmatigheden wordt ook verstaan: - het gestelde in artikel 6, lid 2; - het niet inleveren van een praktische opdracht of profielwerkstuk op de uiterste inleverdatum; - fraude, als bedoeld in het protocol Fraude bij een centraal examen van de VO-raad (zie www.vo-raad.nl/assets/4976). 7.3. De maatregelen bedoeld in 7.1., die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: 7.3.1.het toekennen van een al dan niet herkansbaar cijfer 1 voor een onderdeel van het schoolexamen; 7.3.2.het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen; 7.3.3.het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het school- of het centraal examen; 7.3.4.het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen van het schoolexamen of het centraal examen. Indien het hernieuwde examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen, dan legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de Staatsexamencommissie. 7.4. Indien een kandidaat gezien het bepaalde in artikel 6.2 onrechtmatig afwezig is bij een onderdeel van het centrale examen, kan de vestigingsdirecteur bepalen dat de kandidaat examen doet in een volgend tijdvak van het centraal examen. Hij stelt de kandidaat, de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is, en de inspectie daarvan schriftelijk op de hoogte. 7.5. Indien een kandidaat gezien het bepaalde in artikel 6 onrechtmatig afwezig is bij een onderdeel van het schoolexamen, kan de directeur die afwezigheid kenmerken als een onregelmatigheid, waarop de maatregelen genoemd onder artikel 7.3. van toepassing kunnen zijn. Hij stelt de kandidaat, en de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is, en de inspectie daarvan schriftelijk op de hoogte. 7.6. Alvorens een beslissing op basis van artikel 7.2 en 7.3 wordt genomen, stelt de vestigingsdirecteur een commissie in die de kandidaat en eventueel andere betrokkenen hoort. De commissie bestaat uit de vestigingsdirecteur, een teamleider en een docent. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een hem aan te wijzen meerderjarige. De directeur deelt de beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tevens gezonden aan de ouders van de kandidaat, indien deze minderjarig is, alsook aan de inspectie. 7.7. Voor beroepsmogelijkheden tegen de beslissing bedoeld in artikel 7.6: zie artikel 9.
8. TE LAAT INLEVEREN VAN OPDRACHTEN 8.1. Indien een kandidaat door ziekte of andere externe factoren niet in staat is een praktische opdracht of profielwerkstuk op de uiterste inleverdatum in te leveren, kan de teamleider in overleg met de betrokken examinator een andere uiterste inleverdatum vaststellen. Hierbij is lid 6.4. van dit reglement van toepassing. Bovendien kan de teamleider besluiten een herkansing in te nemen.
17
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
18
9. BEROEPSMOGELIJKHEDEN 9.1. Een kandidaat - of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is - die het niet eens is met de beslissing van de teamleider als bedoeld in artikel 3.2.4., kan binnen drie schooldagen na de bekendmaking van de beslissing schriftelijk in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur. Deze doet binnen vijf schooldagen na de indiening uitspraak, nadat hij de betrokkenen heeft gehoord. Zijn uitspraak is bindend. Hij deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tevens gezonden aan de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is. 9.2. Als een kandidaat het niet eens is met een beoordeling van een toets van het schoolexamen, kan hij – of zijn ouders als de kandidaat minderjarig is – tegen de beoordeling in beroep gaan. Zijn bezwaar maakt hij binnen drie schooldagen na de bekendmaking van de beoordeling schriftelijk bekend bij de vestigingsdirecteur. Deze stelt een commissie van beroep in, bestaande uit de teamleider van de afdeling, een docent die lesgeeft in de afdeling en de directeur zelf. De commissie hoort de kandidaat en de examinator, en neemt vervolgens binnen vijf schooldagen een beslissing. De commissie deelt haar beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Als de kandidaat minderjarig is, worden ook de ouders schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. 9.3. Als een kandidaat – of zijn ouders indien de kandidaat minderjarig is – het niet eens is met de beslissing van de commissie van beroep zoals bedoeld in artikel 9.2, kan hij hiertegen in beroep gaan. Zijn bezwaar maakt hij binnen drie schooldagen na de bekendmaking van de commissie van beroep schriftelijk bekend bij de directeur-bestuurder. Deze hoort alle betrokkenen en doet binnen vijf schooldagen na de indiening van het beroep uitspraak. Zijn uitspraak is bindend. De directeur-bestuurder deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Als de kandidaat minderjarig is, krijgen ook zijn ouders een kopie van de brief. 9.4. De kandidaat - of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is - kunnen tegen een beslissing van de in 7.6. genoemde commissie in beroep gaan bij een externe beroepscommissie (zie artikel 9.5). Het beroep wordt binnen drie schooldagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van artikel 7.4 en 7.5. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, indien hij minderjarig is aan de ouders van de kandidaat, de vestigingsdirecteur en aan de inspectie. De kosten die voortvloeien uit de werkzaamheden van deze commissie worden, afhankelijk van de uitspraak, gedragen door de school, door degene die het beroep heeft ingesteld dan wel door beide partijen gezamenlijk. Bepalend is wie in het gelijk gesteld wordt. In geval van een advies van of een niet-ontvankelijk verklaring door de commissie van beroep worden de kosten eveneens gedeeld. 9.5. De in artikel 9.4. bedoelde onafhankelijke commissie van beroep kent vijf leden en houdt domicilie in het Dienstencentrum voor het Onderwijs in Noord-Nederland, Metrium, Archipelweg 204, Postbus 586, 8901 BJ Leeuwarden.
18
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
19
10. OVERIGE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET CENTRAAL EXAMEN 10.1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, geldt het Examenbesluit. In gevallen waarin ook in het Examenbesluit niet is voorzien, beslist de directeur-bestuurder.
Aldus vastgesteld namens het bevoegde gezag van het Bornego College, Christelijke Scholengemeenschap voor VMBO, HAVO en VWO, door de directie. Heerenveen, 30 september 2014.
Dit reglement vervangt alle eerdere reglementen.
19
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
20
Programma van toetsing en afsluiting 2012/2013 2013/2014 2014/2015
1. ALGEMEEN Dit programma van toetsing en afsluiting (pta) wordt jaarlijks aangevuld met de eisen van het betreffende examenjaar: het vakinhoudelijk deel. Het examenreglement en het pta, inclusief het vakinhoudelijke deel, zijn vanaf uiterlijk 1 oktober van enig jaar te raadplegen op de site, de elo en het personeelsportaal van de school. Van alle hier genoemde documenten kan tevens een exemplaar worden geraadpleegd bij de vestigingsdirecteur en de teamleiders.
1.1 Begripsbepaling CE SE
PWS
centraal examen: het landelijk georganiseerde eindexamen; het resultaat voor een vak telt voor 50% mee in de berekening van het eindcijfer cijfer schoolexamen; in het vakinhoudelijk deel van het pta wordt voor elk vak aangegeven op welke wijze het SE wordt berekend; het telt voor 50% mee in de berekening van het eindcijfer wanneer voor het vak tevens een CE wordt afgenomen profielwerkstuk; een werkstuk dat voor één of meer profielvakken wordt gemaakt en waarvan vak(ken), titel en beoordeling op de cijferlijst van het eindexamen worden vermeld
Afkortingen vakken Ak Anw Biol Bv Ckv Dutl Econ Entl Fatl Gd Ges Grtl Grtc Kcv Kua Kubv Kumu Latl Latc Lo Lob M&o Maat Maw Mu Nat Netl Schk wisA wisB wisC wisD
20
aardrijkskunde algemene natuurwetenschappen biologie beeldende vorming culturele en kunstzinnige vorming Duitse taal en literatuur economie Engelse taal en literatuur Franse taal en literatuur godsdienst geschiedenis Griekse taal en literatuur Griekse taal en cultuur klassieke culturele vorming kunst algemeen; meestal gecombineerd met bv of mu kunst – beeldende vorming: de combinatie van tekenen, handvaardigheid en kua kunst- muziek: de combinatie van muziek met kua Latijnse taal en literatuur Latijnse taal en cultuur lichamelijke opvoeding loopbaanoriëntatie en beroepsbekeuzebegeleiding management en organisatie maatschappijleer: het verplichte vak maatschappijwetenschap muziek; het deelvak muziek in de vrije ruimte natuurkunde Nederlandse taal en literatuur scheikunde wiskunde A wiskunde B wiskunde C wiskunde D
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
21
2. SCHOOLEXAMENDOSSIER / PTA (PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING) 2.3 schoolexamendossier Het schoolexamendossier omvat aan het eind van het laatste schooljaar de beoordelingen voor (onderdelen van) elk vak. De leerlingcoördinator verstrekt na afloop van elk schooljaar een overzicht van de stand van zaken. 2.4 PTA De stofomschrijving voor elk vak wordt in het vakinhoudelijk deel gepubliceerd. Zij kan jaarlijks worden gewijzigd. In het vakinhoudelijke deel van het PTA worden alle onderdelen van een vak per cursusjaar beschreven. Hierin wordt ook duidelijk gemaakt welke onderdelen wel of niet tot het schoolexamen behoren, en op welke wijze toetsen en opdrachten meetellen voor de overgang en/of het schoolexamen. Het PTA kan in ieder geval op de website van de school en de elo geraadpleegd worden. De eindexamenkandidaten tekenen ervoor dat ze ermee bekend zijn waar zij het examenreglement en het algemene gedeelte van het pta kunnen vinden.
21
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
22
3. BEVORDERING 3.3 bevordering De bevorderingsnorm is afgeleid van de uitslagnorm van het eindexamen. De vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer tellen voor de bevordering als zelfstandige vakken mee. Het PWS-cijfer wordt pas in het examenjaar definitief vastgesteld en telt daarom niet mee voor de overgang. Het cijfer voor kunst-algemeen wordt indien mogelijk gecombineerd met het cijfer voor muziek of beeldende vorming en vormt daarmee het cijfer kumu of kubv. De afzonderlijke cijfers voor muziek of beeldende vorming tellen dan niet mee voor de overgang. Beoordelingen voor ckv en lo worden, afhankelijk van het jaargemiddelde aan het eind van het cursusjaar omgezet in “onvoldoende”, “voldoende” of “goed”. Gemiste toetsen en andere opdrachten moeten vóór het vaststellen van de cijfers voor de overgangsvergadering of vóór het definitief vaststellen van de cijfers voor het centraal examen ingehaald worden. De datum die hiervoor is vastgesteld is 20 april 2015. Als de cijfers op dat moment niet compeet zijn, kan een leerling niet bevorderd worden of niet deelnemen aan het centraal examen (zie ook bevorderingsnormen 3.2). 3.4 bevorderingsnormen havo-4, vwo-4 en vwo-5 De bevorderingsnorm wordt toegepast op het overgangsrapport. Het overgangsrapport bevat alle op een geheel getal afgeronde cijfers. Een uitzondering wordt gevormd door de vakken ckv en lo; deze vakken worden beoordeeld met “o” (onvoldoende), “v” (voldoende) of “g” (goed). Een leerling wordt bevorderd als: a. de cijferlijst compleet is én b. ckv en lo zijn beoordeeld met een v (voldoende) of een g (goed) èn c. op het overgangsrapport maximaal één 5 voor een van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomt en geen cijfer lager dan een vijf, en alle cijfers een 6 of hoger zijn, of één 5 voorkomt en de overige cijfers een 6 of hoger zijn, of één 4 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is, of twee keer een 5 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is, of één 5 en één 4 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is. Als een leerling op grond van bovenstaande normen niet bevorderd kan worden, kan hij/zij in bepaalde gevallen besproken worden in de overgangsvergadering. Een leerling wordt besproken als de leerling in het voorgaande leerjaar niet is blijven zitten en ckv of lo beoordeeld zijn met een v of een g en er op het overgangsrapport - maximaal twee keer een 5 of één keer een 4 voorkomt voor een van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, en - in totaal maximaal vier onvoldoendes staan, waarvan maximaal één drie en geen cijfer lager dan een 3 en daarnaast maximaal één vier; of
22
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
23
-
er in totaal maximaal vier onvoldoendes staan, waarvan maximaal twee keer een 4 en geen cijfers lager dan een 4.
In de overgangsvergadering wordt op grond van de bespreking een van de volgende beslissingen genomen. De leerling 1. vervolgt zijn/haar schoolopleiding op een ander (lager) niveau; 2. blijft zitten; 3. wordt onder voorwaarden buiten de normen om bevorderd. Een leerling die niet in aanmerking komt voor bespreking omdat hij niet aan de de bovenstaande normen voldoet, wordt verwezen naar een andere vorm van onderwijs dat het Bornego College aanbiedt.
23
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
24
4. WIJZIGEN VAN VAKKENPAKKETTEN, DOUBLEREN EN OVERSTAPPEN 4.1 algemeen Bij doubleren, bij overstappen naar een andere afdeling en voor kandidaten van een andere school die in of na klas 4 zijn toegelaten is, geldt in principe het volgende: Indien hierna sprake is van het niet overdoen van vakken die reeds volledig zijn afgesloten, dan geldt dat de bijbehorende beoordelingen blijven staan. Bij verandering van afdeling of doubleren valt iemand onder het nieuwe regiem. De wegingsfactoren van individuele werkjes kunnen soms veranderen. Dat geldt niet voor reeds afgesloten vakken. De overstap van vwo-4 naar havo-4 kan tot uiterlijk twee lesweken na de eerste toetsperiode, mits er voldoende ruimte is in de havo-klassen. Een wijziging van profiel in havo-4 en vwo-4 kan eveneens tot uiterlijk twee weken na de eerste toetsweek. De overstap van havo-4 naar vmbo-4 kan plaatsvinden in overleg met de ontvangende school, maar is niet vanzelfsprekend. Het kan voorkomen dat een kandidaat door overstappen naar een andere afdeling, bij verhuizing of bij verandering van profieldeel ingeval van doubleren, nog geen profielwerkstuk heeft gedaan of een profielwerkstuk heeft gemaakt voor een niet toegestaan vak of vakkencombinatie. Hij zal dan alsnog of opnieuw een profielwerkstuk moeten maken. 4.2 vakkenpakketwijzigingen Een leerling die een wijziging wil aanbrengen in zijn vakkenpakket, doet dat altijd in overleg met de decaan van zijn afdeling. Een leerling in havo-4 of vwo-4 kan eventueel een vak laten vallen als de studielast dat cursusjaar daardoor niet in gevaar komt. Als dat wel het geval is, kan een leerling uit vwo-4 het gewenste vak pas ná de bevordering naar het volgende leerjaar laten vallen. Een leerling uit havo-4 moet in de plaats van het vak dat hij heeft laten vallen, studie-uren maken. 4.3 overstappen van een andere school tijdens het cursusjaar Bij een overstap van een andere school tijdens het cursusjaar worden de beoordelingen die op die andere school zijn behaald zo goed mogelijk ingepast in het systeem van het Bornego College. Ontbrekende stof die noodzakelijk is voor het school- en/of centraal examen moet worden ingehaald. Over deze stof kunnen een of meer toetsen over worden afgenomen. 4.4 overstappen van een andere school na afloop van een cursusjaar Bij een overstap van een andere school na afloop van een cursusjaar wordt de kandidaat geplaatst in de klas waartoe hij in zijn vorige school is toegelaten. Beoordelingen voor vakken die afgesloten zijn, en die op het Bornego College in de voorgaande klas zijn afgesloten, blijven staan. Verder begint de kandidaat met een schone lei. Ontbrekende stof die noodzakelijk is voor het examen moet worden ingehaald. 4.5 vakkenpakketwijzigingen Bij vakkenpakketveranderingen moet in principe alle stof worden ingehaald en moeten de bijbehorende toetsen (inclusief praktische opdrachten) worden gedaan. De beoordelingen hiervoor tellen mee voor de bevordering en voor het examen, voor zover van toepassing. 4.6 doubleren in vwo-4 Een leerling die in vwo-4 doubleert, moet alles over doen. Op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer, kan het vak anw overgedaan worden. Als het in het rooster past, mag de doublant alvast maat uit vwo-5 volgen. Het cijfer voor maat telt niet mee voor de overgang van vwo-4 naar vwo-5.
24
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
25
4.7 overstappen van vwo-4 naar havo-5 Een leerling die de wens heeft om over te stappen van vwo-4 naar havo-5, kan dat alleen als hij aan het eind van vwo-4 bevorderd is naar vwo-5. Hij begint in havo-5 met een schone lei, met uitzondering van ckv. De in vwo-4 behaalde cijfers voor ckv worden meegenomen. De leerling kan beginnen met het programma van havo-5; eventueel moet er nog iets ingehaald worden van het programma uit havo-4. Het vak maatschappijleer moet worden ingehaald en wordt becijferd. Voor de toetsen en praktische opdrachten voor maatschappijleer wordt maatwerk geleverd. Wat betreft de overige vakken of onderdelen van vakken die in vwo-4 niet gevolgd zijn en die wel in havo-4 gegeven: deze moeten worden ingehaald. Ontbrekende stof uit havo-4 die noodzakelijk is voor het centraal examen moet worden ingehaald en wordt bij wijze van toelatingstoets beoordeeld. In het PTA wordt beschreven of dit cijfer meetelt of niet. pws: het cijfer blijft staan. De overige verplichtingen van havo-4 vervallen. 4.8 doubleren in vwo-5 Een leerling die doubleert in vwo-5 doet alles uit vwo-5 over, behalve op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer, de vakken maat en/of mu. De leerling kan in het tweede jaar dat hij in vwo-5 zit eventueel zijn kunstdossier afronden en is na afronding vrijgesteld van de lessen ckv. 4.9 overstappen van vwo-5 naar havo-5 Een leerling die overstapt van vwo-5 naar havo-5, of hij aan het eind van vwo-5 nu wel of niet bevorderd is, begint in havo-5 met een schone lei, met uitzondering van hetgeen hierna vermeld is. Uitzonderingen: maat: het cijfer voor dit vak blijft staan. mu: indien gewenst blijft het cijfer voor dit vak staan. Overige vakken of onderdelen van vakken die in vwo-4 of vwo-5 niet gevolgd zijn en die wel in havo-4 gegeven worden, moeten worden ingehaald. Ontbrekende stof uit havo-4 die noodzakelijk is voor het examen moet worden ingehaald, en wordt bij wijze van toelatingstoets beoordeeld. In het PTA wordt beschreven of dit cijfer meetelt of niet. De overige verplichtingen van havo-4 vervallen. 4.10
25
overstappen van vwo-6 naar havo-5 Overstappen tijdens het cursusjaar is niet mogelijk. Een leerling die is afgewezen voor het eindexamen vwo en plaatsneemt in havo-5, begint met een schone lei, met uitzondering van wat hierna vermeld is. Uitzonderingen: lo: indien gewenst en bij een eindbeoordeling met tenminste “voldoende”. Overige vakken of onderdelen van vakken die in vwo-4 of vwo-5 niet gevolgd zijn en die wel in havo-4 gegeven worden moeten worden ingehaald en worden bij wijze van toelatingstoets beoordeeld. In het PTA wordt beschreven of dit cijfer meetelt of niet. Beoordelingen van vakken die in vwo-5 of vwo-6 zijn afgerond kunnen desgewenst blijven staan. Ontbrekende stof uit havo-4 die noodzakelijk is voor het examen moet worden ingehaald en wordt bij wijze van toelatingstoets beoordeeld. In het PTA wordt beschreven of dit cijfer meetelt of niet. Het PWS-cijfer blijft staan. De overige verplichtingen van havo-4 vervallen.
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
26
4.11
doubleren in havo-4 Een leerling die in havo-4 doubleert, doet het volledige programma van havo-4 opnieuw, behalve op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer, het vak maat.
4.12
doubleren van het examenjaar Bij doubleren van het examenjaar gelden de volgende bepalingen: Indien de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat in het volgende schooljaar opnieuw deelneemt aan het eindexamen, dient hij deel te nemen aan het volledige leerplan van dat nieuwe schooljaar met inbegrip van alle theoretische toetsen en praktische opdrachten. Het voorgaande is, voor zover de kandidaat dat wenst, niet van toepassing op: • vakken waarin geen centraal examen is en die zijn afgesloten met tenminste een 6 (na afronding); • vakken die bij het voorgaande schoolexamen zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”; • alle beoordelingen voor het schoolexamen van toetsen uit een of meer jaren vóór het laatste schooljaar waarin aan het centraal examen werd deelgenomen blijven geldig; • het vak godsdienst moet wel opnieuw gevolgd worden. Desgewenst mag de beoordeling van het eerste examenjaar blijven staan.
4.13
instromen in vwo-5 met een havo-diploma Een leerling met een havo-diploma kan tot vwo-5 worden toegelaten als zijn gemiddelde voor de afgeronde cijfers op de volgende vakken een 7 of hoger is: - de vakken uit het gemeenschappelijk deel; en - de profielvakken; en - het keuze-examenvak of het vak uit het vrije deel (hierbij mag het hoogste cijfer gekozen worden). Daarnaast kan voor leerlingen die op het Bornego College een havo-diploma hebben gehaald, maar niet voldoen aan bovenstaande norm, het advies van de lerarenvergadering een rol spelen bij de toelating. Verder geldt het volgende: - Deze leerling is in vwo-5 vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de vakken anw, maat en ckv. - Wat betreft het PWS: de examinator beoordeelt of het PWS dat in havo-4 gemaakt is, voldoende niveau heeft voor vwo-5. Als dat niet het geval is, moet een nieuw PWS gemaakt worden of kan het gemaakte PWS aangevuld worden tot voldoende/goed op vwo-niveau.
4.14
26
overstappen van wiskunde B naar wiskunde A bij de overgang van vwo-4 naar vwo5 Een leerling die aan het eind van vwo-4 de wens heeft over te stappen van wiskunde B naar wiskunde A, meldt dit bij de decaan en de betrokken docent. In de zomervakantie krijgt de leerling de mogelijkheid zich voor te bereiden op een toets waarin getoetst wordt of de leerling de opgegeven leerstof voldoende beheerst. Haalt hij op de toets een 5,5 of hoger, dan kan hij zonder meer wiskunde A gaan volgen. Haalt hij op de toets een cijfer lager dan een 5,5, dan wordt de opgegeven leerstof toegevoegd aan de leerstof van de eerstvolgende toets voor wiskunde A in T5.1.
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
27
5. HERKANSINGEN 5.1 aantal herkansingen Er is één herkansing aan het eind van het jaar. Bij onberispelijk gedrag komt per toetsperiode één extra herkansing beschikbaar (dus 1 i.p.v. 0). Voor toetsen buiten de toetsweken en praktische opdrachten zijn er daarnaast nog twee herkansingen beschikbaar. Voor welke toetsen/praktische opdrachten dit geldt, is opgenomen in het PTA (een “E” geeft aan dat de toets/opdracht onder deze regeling valt). 5.2 onberispelijk gedrag Spijbelen is niet toegestaan; spijbelen betekent dat men in die toetsperiode niet in aanmerking komt voor de extra herkansing. In de tweede fase hebben leerlingen studie-urenverplichtingen. Niet voldoen aan de verplichting betekent eveneens dat men niet in aanmerking komt voor de extra herkansing. In de examenklassen kunnen, afhankelijk van het aantal lessen dat men volgt, ook studie-urenverplichtingen gelden: ook dan geldt dat men gen herkansing verdient als de verplichting niet nagekomen wordt. ≥ 5 keer telaatkomen betekent eveneens dat er geen extra herkansing wordt gegeven. Als een leerling ≥ 5 keer geen boeken, werkboeken en schriften bij zich heeft, dan betekent dat eveneens dat er geen extra herkansing wordt gegeven. Tot slot dienen ook de afspraken voor lo nagekomen te zijn. Registratie m.b.t. het al dan niet verdienen van een herkansing vindt plaats per periode: men begint dus elke periode weer met een schone lei. 5.3 wanneer herkansen? Elke toets uit de toetsweken of praktische opdracht is herkansbaar, tenzij in het pta anders vermeld staat. Elke toets of praktische opdracht kan maximaal één keer herkanst worden. Enkele weken na elke toetsweek is er een herkansingsmoment. Dit moment is aangegeven in het jaaroverzicht. Als een herkansing gedaan is, telt het hoogste van de twee behaalde cijfers. 5.4 de vakken ckv en lo De vakken ckv en kennen geen herkansingen zoals de andere vakken. Voor bevordering naar een volgend leerjaar en voor het behalen van een diploma havo/vwo moeten deze vakken beoordeeld zijn met een “v” of een “g”. 5.5 ziekte of andere (geldige) afwezigheid Voor leerlingen die met geldige reden tijdens de toetsweek één of meer toetsen hebben gemist, wordt een inhaalregeling getroffen. Zie ook artikel 6.4.1. en 6.4.2 van het examenreglement. Leerlingen moeten zich (door hun ouders) tijdig, d.w.z. vóór de aanvang van de toetsen, hebben afgemeld bij de leerlingcoördinator. (Zie hiervoor ook 6.4.1 en 6.4.2.) 5.6 aanvragen van herkansingen voor toetsen In het jaarrooster is aangegeven op welk moment een herkansing dient te worden aangevraagd. Opgave voor herkansingen van theoretische toetsen dient te gebeuren via een formulier bij de leerlingcoördinator of via de elo, uiterlijk op het moment dat in het jaarrooster is aangegeven. Het formulier dient te worden gedeponeerd in een daartoe bestemde bus buiten de kamers van de leerlingcoördinatoren. Herroepen van de opgave is niet mogelijk na het aangegeven tijdstip. Zodra de mogelijkheid er is om digitaal herkansingen aan te vragen, vervalt deze gang van zaken. Wat blijft is dat er een uiterlijk moment van inleveren is, waarna geen aanvragen meer in behandeling worden genomen. Na opgave is de kandidaat verplicht de gepubliceerde deelnemerslijst te controleren.
27
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015
28
5.7 aanvragen herkansingen voor praktische opdrachten Opgave voor herkansingen van praktische opdrachten moet gebeuren via een formulier dat bij de leerlingcoördinatorbegleider verkregen kan worden. Zodra het mogelijk is, moet dit digitaal gebeuren. Het aanvragen van een herkansing voor een praktische opdracht moet binnen zeven schooldagen na bekendmaking van het cijfer en de bespreking van het werk. Praktische opdrachten die bestaan uit een aantal aparte deelopdrachten die gezamenlijk tot een cijfer leiden, vormen samen één praktische opdracht en worden als zodanig herkanst. Praktische opdrachten die worden herkanst zijn gelijksoortige, nieuwe, opdrachten of zij betreffen een opdracht ter vervolmaking van de oorspronkelijke opdracht, ter beoordeling van de examinator.
28
Examenreglement havo, atheneum en gymnasium 2013-2015