PROTOCOL SCHOOLEXAMEN EN CENTRAAL EXAMEN
CONNECT COLLEGE ECHT
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 1
Inhoud
Inleiding
…………………………………………………………..
3
A
Het schoolexamen…………………………………………..
4
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Het examendossier ………………………………………….. Het PTA ………………………………………………………. De beoordeling ………………………………………………. Het afronden van schoolexamencijfers ………………….. Het profielwerkstuk en het sectorwerkstuk ……………….. De vakken ckv 1, kunstvak 1 en lichamelijke opvoeding .. De examenprogramma’s …………………………………… Het vak levensbeschouwing ……………………………….. Fraude bij schoolexamens ………………………………….
4 4 5 8 9 10 10 10 11
B
Het centraal examen ………………………………………..
12
1 2 3 4 5 6
Te laat komen ………………………………………………… Verhindering ………………………………………………….. Ziek of onpasselijk worden …………………………………. Fraude bij centrale examens ……………………………….. Omgaan met centraal examenwerk ……………………….. Eigen docenten als examinator en gecommitteerde………..
12 12 13 13 14 15
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 2
Inleiding.
Dit protocol is gebaseerd op het Eindexamenbesluit dat landelijk geldt en het Examenreglement dat de school heeft vastgesteld. Daar waar nodig geeft dit protocol een toelichting op hoofdstuk 3 “Regeling van het eindexamen” uit het Examenreglement. Dit protocol is geschreven omdat de schoolleiding van het Connect College Echt grote waarde hecht aan een zorgvuldige uitvoering van het schoolexamen en het centraal examen. Bovendien wil de school de afspraken over de kwaliteit van het schoolexamen waarborgen. Examens in het voortgezet onderwijs dienen volgens wettelijke voorschriften te verlopen. Het handelingsniveau bij het centraal examen is landelijk uniform. De specifieke procedure van het schoolexamen bevat schoolafhankelijke aspecten. Overal waar het woord “directeur” (de voorzitter van de examencommissie) gebruikt wordt, kan ook gelezen worden de persoon of de personen aan wie de directeur bevoegdheden heeft gemandateerd. H.A.M. Aben, Examensecretaris. Oktober 2015.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 3
A:
Het schoolexamen
Het schoolexamen vmbo, havo en vwo wordt afgenomen in de vorm van een examendossier. De leerlingen werken aan het examendossier gedurende de gehele bovenbouwperiode. Het bevoegd gezag van de school stelt jaarlijks het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) vast. De inhoudelijke eisen waaraan het examendossier moet voldoen, zijn beschreven in de examenprogramma’s van de betreffende vakken. 1. Het examendossier 1a.Het examendossier is het geheel van onderdelen van het schoolexamen. Het examendossier bevat tevens de resultaten die de leerling heeft behaald voor de eindexamenvakken. 1b. Het examendossier krijgt verder vorm door de volgende besluiten: - Leerlingen die zich in het bijzonder voor de school hebben ingezet (bijvoorbeeld voor de leerlingenraad) krijgen een getuigschrift. - Leerlingen binnen het VMBO BB/KB krijgen een getuigschrift indien ze met goed gevolg de beroepsgerichte stage in leerjaar 4 hebben afgesloten. 2. Het PTA 2a. Het Programma van Toetsing en Afsluiting beschrijft de toetsing van het schoolexamen. Het algemene gedeelte bevat regels over herkansingen, herexamens, overgangsnormen en de rechten en de plichten van doubleurs. In het vakinhoudelijke gedeelte worden de schoolexamens, de praktische opdrachten en de handelingsdelen beschreven met hun wegingen. Het PTA heeft twee functies. In de eerste plaats is het een document dat bedoeld is om de leerlingen en de ouders te informeren over de inhoud en de afname van het schoolexamen. In de tweede plaats is het PTA een verantwoording van de school aan de inspectie. 2b. Het PTA moet voldoen aan de volgende voorwaarden: - Het PTA is voor de leerlingen en de ouders helder. Er moet geen uitleg van docenten nodig zijn. - In het PTA zijn de verplichte domeinen van het eindexamenprogramma herkenbaar aangegeven en naar evenredigheid vertegenwoordigd. - Binnen elk van de domeinen van het examenprogramma zijn de schoolexamens, de praktische opdrachten en de handelingsdelen representatief voor de desbetreffende eindtermen. - De variatie aan toetsvormen in het schoolexamen is dekkend en evenwichtig ten opzichte van het eindexamenprogramma. - De verplichte en de niet-verplichte leerinhouden zijn met elkaar in balans. - Er is geen (groot) verschil in moeilijkheidsgraad tussen het schoolexamen en het centraal examen. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 4
3. De beoordeling 3a. De beoordeling van het schoolexamen is vastgelegd in het Eindexamenbesluit, in het Examenreglement, in het PTA en in dit protocol. 3b. Van elk schoolexamen zijn de beoordelingscriteria en de puntentoekenning vóór de afname vastgelegd door de vaksecties. Achteraf is een bijstelling van de puntentoekenning en/of de cesuur mogelijk bij een verkeerde inschatting van de toetstijd en/of van de moeilijkheidsgraad of bij misverstanden over de te bestuderen stof. Dit alles ten gunste van de leerlingen. Treedt hierbij een meningsverschil op tussen leerlingen en de vaksectie, dan beslist de directeur. Indien zich tijdens een schoolexamen bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, is er de mogelijkheid om het schoolexamen over te doen. Ook hierover beslist de directeur. 3c. De beoordelingscriteria en de puntentoekenning van praktische opdrachten (niet zijnde praktische opdrachten voortkomend uit het beroepsgericht programma in het VMBO) en handelingsdelen worden vooraf door de docent schriftelijk aan de leerlingen bekend gemaakt, evenals de consequenties van het te laat inleveren van praktische opdrachten en van handelingsdelen. Treedt er een meningsverschil op tussen leerlingen en de vaksectie over de beoordelingscriteria, de puntentoekenning en de consequenties van het te laat inleveren, dan beslist de directeur. Indien zich tijdens een praktische opdracht of een handelingsdeel bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, is er de mogelijkheid om de praktische opdracht of het handelingsdeel over te doen. Ook hierover beslist de directeur. Opmerking: Artikel 5 van het Eindexamenbesluit Onregelmatigheden sluit de mogelijkheid uit om voor het te laat inleveren van een opdracht punten in mindering te brengen op het cijfer. Daarom wordt in het beoordelingsmodel dat de leerling bij het verstrekken van de opdracht krijgt, opgenomen dat een aantal punten gegeven wordt voor het correct uitvoeren van de planning. Bij te laat inleveren voldoet men niet aan het planningscriterium en kunnen alsnog punten in mindering worden gebracht. Het handelingsdeel wordt beoordeeld aan de hand van een notitie van de leerling over de voorbereiding, de uitvoering van de activiteiten en de reflectie daarop. 3d. Elke schoolexamentoets wordt zowel op vakinhoud als op normering mede beoordeeld door een tweede persoon van de vaksectie. 3e. Indien het een toets van een éénpersoonssectie betreft wordt deze zowel op vakinhoud als op normering mede beoordeeld door een tweede persoon van een aanverwante sectie. 3f. Binnen tien werkdagen nadat een schoolexamentoets is gemaakt wordt deze met de leerlingen besproken. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling van het door hem gemaakte werk, kan hij zich wenden tot de directeur. Krijgt hij ook hier geen gelijk, dan kan hij in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 5
3g. De leerling heeft het recht om de gemaakte schoolexamens, praktische opdrachten, handelingsdelen en het profiel(sector)werkstuk in te zien tot ten minste 6 maanden na de vaststelling van de uitslag van het examen. 3h. De werken van het schoolexamen (ook van de vooreindexamenjaren) worden door de vakdocenten bewaard tot ten minste 6 maanden na de vaststelling van de uitslag van het examen. 3i. In de vooreindexamenjaren worden de cijfers van het schoolexamen vastgelegd in schoolrapporten die drie maal per jaar worden uitgereikt aan de leerlingen en hun ouders. Leerlingen hebben gedurende een heel schooljaar (tot één week na de uitreiking van het laatste rapport) de tijd om bezwaar te maken tegen bepaalde cijfers. Aan het eind van elk schooljaar waarin gewerkt is aan het examendossier verklaren de leerlingen zich door middel van een handtekening op een cijferlijst akkoord met de behaalde (eind)cijfers van dat schooljaar. 3j. Iedere vaksectie dient zich te verantwoorden voor de kwaliteit van het schoolexamen. Elk schooljaar levert iedere vaksectie ten minste een schoolexamen of een praktische opdracht of een handelingsdeel (met beoordelingscriteria) in bij de directeur. De directeur bepaalt wanneer dit gebeurt. De tijdstippen van inlevering kunnen per jaar en per sectie verschillend zijn. Deze schoolexamens, opdrachten en handelingsdelen worden bekeken door de directeur, eventueel met behulp van derden. De aangeleverde schoolexamens, opdrachten en handelingsdelen worden vijf jaar bewaard in een dossier. 3k. De directeur zal bij de schriftelijke schoolexamens letten op de volgende aspecten: - De schoolexamens zijn gerelateerd aan en representatief voor de leerstof van het eindexamenprogramma. Een schoolexamen moet de juiste inhoud hebben, gelet op de voorgeschreven domeinen. - De moeilijkheidsgraad van de schoolexamens is in overeenstemming met de capaciteiten die men mag verwachten van de leerlingen van een bepaalde afdeling en van een bepaald vak. - De schoolexamens moeten vragen van een verschillende moeilijkheidsgraad bevatten. Er kunnen vragen zijn over kennis, inzicht en vaardigheden. - De schoolexamens zijn geformuleerd in helder taalgebruik, kennen een duidelijke instructie en een functionele vormgeving. - Het aantal en de omvang van de vragen bieden de gemiddelde leerling voldoende tijd voor de beantwoording én het nog eens doorlopen van de gegeven antwoorden. - Op het opgavenblad staat bij elke vraag/opgave aangegeven, hoe zwaar het antwoord meeweegt in de beoordeling. 3l. De directeur zal bij de praktische schoolexamens letten op de volgende aspecten: - De schoolexamens zijn gerelateerd aan en representatief voor de leerstof van het eindexamenprogramma. Een praktisch schoolexamen moet de juiste inhoud hebben, gelet op de voorgeschreven domeinen en vaardigheden. - De moeilijkheidsgraad van de schoolexamens is in overeenstemming met de capaciteiten die men mag verwachten van de leerlingen van een bepaalde afdeling en van een bepaald vak. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 6
- De leerlingen zijn in staat gesteld met vergelijkbare opdrachten te oefenen voor de praktische schoolexamens. - De schoolexamens richten zich op een evenwichtige wijze op het toetsen van vaardigheden en het toepassen van kennis. - De schoolexamens zijn geformuleerd in helder taalgebruik, kennen een duidelijke instructie en een functionele vormgeving. - In de beoordelingsmodellen is rekening gehouden met een evenwichtige verdeling tussen procesbeoordeling en resultaatbeoordeling - De leerlingen krijgen voldoende tijd voor het afronden van de praktische schoolexamens. - Op het opgavenblad staat bij elke deelopdracht aangegeven, hoe zwaar het resultaat meeweegt in de beoordeling. 3m. De directeur zal bij de mondelinge schoolexamentoetsen letten op de volgende aspecten: - De schoolexamens zijn gerelateerd aan en representatief voor de leerstof van het eindexamenprogramma. Een mondeling schoolexamen moet de juiste inhoud hebben, gelet op de voorgeschreven domeinen en vaardigheden. - De moeilijkheidsgraad van de schoolexamens is in overeenstemming met de capaciteiten die men mag verwachten van de leerlingen van een bepaalde afdeling en van een bepaald vak. - De verwoording van de vragen sluit aan bij het taalniveau van de leerlingen. - De leerlingen zijn van tevoren op de hoogte gebracht van het soort vragen dat gesteld wordt. - De leerlingen zijn van tevoren op de hoogte gebracht van de onderdelen (bijvoorbeeld: uitspraak, idioom, grammatica, formulering, inzicht, etc.) die beoordeeld worden tijdens een mondeling schoolexamen. - Er is een evenwichtige beoordeling van de verschillende onderdelen van een mondeling schoolexamen (bijvoorbeeld uitspraak telt even zwaar als zinsbouw). - Bij de mondelinge schoolexamens is al dan niet een bijzitter aanwezig. Indien er een bijzitter aanwezig is, zijn zijn taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Indien er geen bijzitter is wordt het mondelinge schoolexamen, indien gewenst, opgenomen met een geluid- of beelddrager. 3n. De directeur zal bij de praktische opdrachten letten op de volgende aspecten: - De praktische opdrachten zijn gerelateerd aan en representatief voor de leerstof van het eindexamenprogramma. Een praktische opdracht moet de juiste inhoud hebben, gelet op de voorgeschreven domeinen en vaardigheden. - De moeilijkheidsgraad van de praktische opdrachten is in overeenstemming met de capaciteiten die men mag verwachten van de leerlingen van een bepaalde afdeling en van een bepaald vak. - De eisen waaraan de praktische opdrachten moeten voldoen, zijn duidelijk omschreven. - De periode waarin de praktische opdrachten moeten zijn afgerond, is aangegeven. - De gemiddelde studielasttijd die de uitvoering van de praktische opdrachten vergt, is aangegeven. - De hulpmiddelen die bij het maken van de praktische opdrachten mogen of moeten worden gebruikt (bijv. Internet), zijn aangegeven. - De presentatievorm die wenselijk of verplicht is, is aangegeven. - De beoordeling van de praktische opdrachten is voor aanvang aan de leerlingen kenbaar gemaakt. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 7
3o. De directeur zal bij de handelingsdelen letten op de volgende aspecten: - De handelingsdelen zijn gerelateerd aan en representatief voor de leerstof van het eindexamenprogramma. Een handelingsdeel moet de juiste inhoud hebben, gelet op de voorgeschreven domeinen en vaardigheden. - De moeilijkheidsgraad van de handelingsdelen is in overeenstemming met de capaciteiten die men mag verwachten van de leerlingen van een bepaalde afdeling en van een bepaald vak. - De eisen waaraan de handelingsdelen moeten voldoen, zijn duidelijk omschreven. - De periode waarin een handelingsdeel moet zijn afgerond, is aangegeven. - De presentatievorm die wenselijk of verplicht is, is aangegeven. - De beoordeling van de handelingsdelen is voor aanvang aan de leerlingen kenbaar gemaakt. 3p. Indien er binnen een vaksectie onenigheid is over de wijze van toetsen, normeren of corrigeren, wordt deze onenigheid voorgelegd aan de directeur. In overleg met de sectieleden neemt de directeur een besluit over de onenigheid, dat bindend is voor alle sectieleden. Indien nodig kan de directeur advies inwinnen bij derden. 4. Het afronden van schoolexamencijfers 4a. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, wordt bovengenoemde schaal van cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 4b. De afronding van de cijfers van de afzonderlijke schoolexamentoetsen binnen de vakken gebeurt op een uniforme wijze, namelijk er wordt afgerond op één decimaal nauwkeurig. Bijvoorbeeld: het cijfer 5,45 wordt afgerond tot 5,5; het cijfer 5,44 wordt afgerond tot 5,4. 4c. De afronding van het eindcijfer van het schoolexamen van de verschillende vakken gebeurt op een uniforme wijze, namelijk er wordt afgerond op één decimaal nauwkeurig. Bijvoorbeeld: het eindcijfer 5,45 wordt afgerond tot 5,5; het cijfer 5,44 wordt afgerond tot 5,4. 4d. Bij vakken zonder centraal examen wordt een schoolexamencijfer op uniforme wijze afgerond op een geheel getal. Er wordt eerst afgerond op één decimaal nauwkeurig en daarna op een geheel getal. Bijvoorbeeld: het eindcijfer 5,45 wordt afgerond tot 5,5 en daarna tot 6; het eindcijfer 5,44 wordt afgerond tot 5,4 en daarna tot 5.
5. Het profielwerkstuk en het sectorwerkstuk 5a. Het schoolexamen omvat voor havo en vwo een profielwerkstuk. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 8
Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op een of twee vakken, waarvan tenminste een vak behoort tot het desbetreffende profieldeel, met dien verstande dat indien het gaat om het profiel cultuur en maatschappij, tot deze vakken tevens worden gerekend Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijke deel. 5b. Het schoolexamen omvat voor de theoretische leerweg en de gemengde leerweg een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen en die van betekenis zijn in de betreffende sector. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling onderwijs volgt. 5c. Voordat leerlingen aan het profiel- of sectorwerkstuk gaan werken is aangegeven: - de eisen van het aantal betrokken vakken; - de eisen met betrekking tot het werken in duo’s of individueel; - de eisen betreffende de presentatie. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld door middel van een cijfer. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld met “onvoldoende”, “voldoende”of “goed”. In het PTA is een stappenplan met deelbeoordelingen en beoordelingsmomenten opgenomen over de totstandkoming van het profiel- of sectorwerkstuk. De afsluitdatum van het profiel- of sectorwerkstuk valt in de maand maart of april van het eindexamenjaar. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld door een of twee examinatoren die de leerling hebben begeleid bij de totstandkoming van het profielwerkstuk. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door de twee examinatoren die de leerling hebben begeleid bij de totstandkoming van het sectorwerkstuk. Wettelijk ligt vast dat een leerling zonder voltooid profiel- of sectorwerkstuk mag deelnemen aan het centraal examen. Wanneer het profiel- of sectorwerkstuk niet afgerond is op het moment dat het schoolexamen afgesloten wordt, stelt de school de leerling in de gelegenheid het profiel- of sectorwerkstuk af te sluiten na de aanvang van het eerste tijdvak van het centrale examen, doch uiterlijk een week voordat de uitslag wordt vastgesteld en zendt de behaalde resultaten zo spoedig mogelijk aan de inspectie. Als het profiel- of sectorwerkstuk in het geheel niet afgerond wordt, is de kandidaat niet geslaagd. 5d. Indien een leerling doubleert in de examenklas, geldt voor het profiel- of sectorwerkstuk vrijstelling als het minimaal met een “voldoende” is beoordeeld.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 9
6. De vakken ckv , kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding 6a. De vakken ckv , kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding worden beoordeeld met “onvoldoende”, “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het PTA. Voor bovengenoemde vakken moet minimaal de kwalificatie “voldoende” zijn behaald. 6b. Het vak ckv sluit op het havo en op het vwo af in klas 4. Indien de beoordeling “onvoldoende” is, kan de leerling een herexamen in dit vak doen in de eerste lesweek van klas 5. Mocht na dit herexamen de beoordeling “onvoldoende” blijven, dan kan de leerling niet slagen voor zijn eindexamen. Deze leerling moet in klas 4 doubleren om zo opnieuw het vak ckv te kunnen volgen. 6c. Indien een leerling doubleert in klas 4 havo of vwo, geldt voor het vak ckv vrijstelling als het met “voldoende” of “goed” is afgesloten. 6d. Kunstvakken 1 sluit op het vmbo af in klas 3. Indien de beoordeling “onvoldoende” is, kan de leerling een herexamen in dit vak doen in klas 3. Mocht na dit herexamen de beoordeling “onvoldoende” blijven, dan kan de leerling niet slagen voor zijn eindexamen. Deze leerling moet in klas 3 doubleren om zo opnieuw kunstvakken 1 te kunnen volgen. 6e. Het vak lichamelijke opvoeding sluit af in het eindexamenjaar. Indien de beoordeling “onvoldoende” is, kan de leerling een herexamen in dit vak doen voor de einddatum van het schoolexamen. Mocht na dit herexamen de beoordeling “onvoldoende” blijven, dan kan de leerling niet slagen voor zijn eindexamen. Deze leerling wordt aangeraden om in de eindexamenklas te doubleren om zo opnieuw het vak lichamelijke opvoeding te kunnen volgen. 7. De examenprogramma’s Het ministerie stelt voor elk van de onderwijssoorten de examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen: - een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak; - welk deel van de examenstof centraal wordt geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt - het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen; 8. Het vak levensbeschouwing Daarnaast kan het bevoegd gezag van de school andere vakken en programma’s die onderdeel zijn van het eindexamen opleggen. Voor het Connect College Echt is dat het vak Levensbeschouwing.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 10
9. Fraude bij schoolexamens 9a. Fraude die niet in relatie staat tot het schoolexamen valt buiten dit kader. Een leerling die zich schuldig maakt aan een vergrijp dat niets te maken heeft met het schoolexamen kan daardoor niet uitgesloten worden van deelname aan het schoolexamen. In het Examenbesluit (Artikel 5) komt de term fraude niet voor. De wetgever gebruikt de veelomvattende term onregelmatigheid. Het plegen van fraude valt hieronder. Voorbeelden van fraude zijn: - (delen van) het examenwerk niet inleveren en beweren het wel ingeleverd te hebben; - plagiaat plegen via schriftelijke dan wel elektronische bronnen (Internet) - citeren van bronnen zonder bronvermelding - examenwerk van een ander inleveren; - gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen; - afkijken of overleggen met anderen; - gelegenheid geven tot afkijken; - aanwijzingen krijgen of geven bij toiletbezoek; - bij bespreking van het schoolexamenwerk antwoorden verbeteren. 9b. Indien een toezichthouder waarneemt dat een leerling zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid stelt hij de betreffende leerling hier onmiddellijk van in kennis. 9c. De leerling wordt in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. In geval van een schriftelijk examen krijgt de leerling een nieuw antwoordblad. Op het oorspronkelijke blad wordt een melding van fraude aangetekend. Om te voorkomen dat de leerling iets kan uitwissen wordt dit blad vervolgens ingenomen. 9d. De toezichthouder maakt van het geconstateerde een schriftelijke melding. 9e. Na afloop van het examen wordt de schriftelijke melding overhandigd aan de directeur. De directeur stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord. 9f. De leerling en, bij minderjarigheid diens ouders, wordt schriftelijk van de beslissing van de directeur in kennis gesteld. De leerling wordt vanzelfsprekend gewezen op de beroepsmogelijkheid. 9g. De sancties die kunnen worden opgelegd nadat fraude is vastgesteld zijn terug te vinden in artikel 5 van het Examenbesluit. De hier genoemde maatregelen zijn limitatief. Er kan geen maatregel aan worden toegevoegd, zoals twee punten in vermindering brengen of iets dergelijks.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 11
B:
Het centraal examen
De inrichting van het centraal examen is landelijk beschreven in het Eindexamenbesluit en op schoolniveau vertaald in het Examenreglement. Dit protocol beschrijft slechts een aantal zaken van het centraal examen die op schoolniveau nadere uitwerking vragen. 1. Te laat komen 1a. Onderstaande tekst is gebaseerd op het Eindexamenbesluit: artikel 40, lid 6: “Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten.” 1b. De eindtijd blijft gelijk, tenzij nog tijdens de zitting van het centraal examen in overleg met de inspectie anders wordt besloten. Als tijdens de zitting geen contact met de inspectie mogelijk is, neemt de directeur zelf de beslissing en meldt deze aan de inspectie. 1c. De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het te laat komen en de eventuele gevolgen hiervan (al dan niet verlenging van de eindtijd). 1d. De directeur mag een leerling niet tot het examen toelaten als hij meer dan 30 minuten te laat komt na aanvang van een zitting van het centraal examen. Er is in dat geval sprake van verhindering, dwz afwezigheid met opgaaf van reden. Er worden de volgende maatregelen genomen: - De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het te laat komen. - De directeur zorgt voor opvang van de leerling. - De directeur beslist of er sprake is van te laat komen met geldige reden. - De directeur informeert de leerling over de consequenties van het te laat komen. - De directeur wijst op de beroepsmogelijkheid. 2. Verhindering 2a. Onderstaande tekst is gebaseerd op het Eindexamenbesluit: artikel 5 Onregelmatigheden en artikel 45 Verhindering centraal examen. 2b. De directeur ziet erop toe dat er tussen de school en de leerling en/of de ouders (indien mogelijk voorafgaand aan de feitelijke verhindering) adequaat is gecommuniceerd over de verhindering. 2c. De directeur maakt op het proces-verbaal melding van de verhindering. 2d. De directeur stelt vast of er sprake is van verhindering met geldige reden of verhindering zonder geldige reden. Een leerling is verhinderd met geldige reden als er sprake is van: - ziekte die de leerling schriftelijk kan (laten) verantwoorden door een deskundige. - een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, ter bepaling door de directeur.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 12
2e. Is er sprake van verhindering met geldige reden dan informeert de directeur de leerling over de consequentie van de verhindering: het alsnog afleggen van een examenonderdeel in het volgende tijdvak. Is er sprake van verhindering zonder geldige reden dan besluit de directeur welke maatregel(en) genoemd in artikel 5 lid 2 van het Eindexamenbesluit genomen wordt (worden). De directeur stelt de leerling op de hoogte van de maatregel(en), de bezwaar- en beroepsmogelijkheden en de geldende termijnen daarbij, conform artikel 5 van het Eindexamenbesluit. 3. Ziek of onpasselijk worden 3a. Het Eindexamenbesluit kent de term “ziek of onpasselijk worden” niet. 3b. De directeur overlegt in eerste instantie met de leerling over de vraag of deze het examen kan voortzetten. 3c. Als de leerling het examen niet kan afmaken, gaat de directeur tijdens de zitting na of de leerling het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. De directeur overlegt hierover met de inspectie. Als de leerling het examen op diezelfde dag kan voortzetten, wordt de leerling tot die tijd in quarantaine gehouden. 3d. Indien de leerling het examen niet op zelfde dag kan voortzetten, verzoekt de directeur de inspectie per omgaande om het tijdens de zitting gemaakte examenwerk ongeldig te verklaren. Wanneer de inspectie het werk ongeldig verklaart, wordt de leerling voor het betreffende examen verwezen naar het volgende tijdvak. 3e. De directeur maakt op het proces-verbaal melding van het ziek of onpasselijk worden. 3f. De directeur informeert de leerling over de gevolgen van het ziek of onpasselijk worden. 4. Fraude bij centrale examens 4a. Fraude die niet in relatie staat tot het centraal examen valt buiten dit kader. Een leerling die zich schuldig maakt aan een vergrijp dat niets te maken heeft met het centraal examen kan daardoor niet uitgesloten worden van deelname aan het centraal examen. In het Examenbesluit (Artikel 5) komt de term fraude niet voor. De wetgever gebruikt de veelomvattende term onregelmatigheid. Het plegen van fraude valt hieronder. Voorbeelden van fraude zijn: - (delen van) het examenwerk niet inleveren en beweren het wel ingeleverd te hebben; - examenwerk van een ander inleveren; - gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen; - afkijken of overleggen met anderen; - gelegenheid geven tot afkijken; - aanwijzingen krijgen of geven bij toiletbezoek. Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 13
4b. Indien een toezichthouder waarneemt dat een leerling zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid stelt hij de betreffende leerling hier onmiddellijk van in kennis. 4c. De leerling wordt in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. In geval van een schriftelijk examen krijgt de leerling een nieuw antwoordblad. Op het oorspronkelijke blad wordt een melding van fraude aangetekend. Om te voorkomen dat de leerling iets kan uitwissen wordt dit blad vervolgens ingenomen. 4d. De toezichthouder maakt van het geconstateerde melding op het procesverbaal. 4e. Na afloop van het examen wordt de directeur van het voorval schriftelijk in kennis gesteld. De directeur stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord. 4f. De leerling en, bij minderjarigheid diens ouders, wordt schriftelijk van de beslissing van de directeur in kennis gesteld. De leerling wordt vanzelfsprekend gewezen op de beroepsmogelijkheid. 4g. De directeur stelt tevens de inspectie op de hoogte van zijn beslissing. 4h. De sancties die kunnen worden opgelegd nadat fraude is vastgesteld zijn terug te vinden in artikel 5 van het Examenbesluit. 5. Omgaan met centraal examenwerk 5a. Onder omgaan met centraal examenwerk verstaan we het innemen van centraal examenwerk, het inzien van centraal examenwerk en het beheren en bewaren van het centraal examenwerk. Het enige dat het Eindexamenbesluit over het omgaan met examenwerk voorschrijft is dat het werk van een centraal examen en de lijsten bedoeld in artikel 56 gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard moet blijven ter inzage voor belanghebbenden (artikel 57, lid 1). 5b. Innemen van centraal examenwerk. De directeur ziet er op toe dat de inlevertijd van het werk van iedere leerling op het proces-verbaal wordt vermeld. De directeur ziet er op toe dat de leerlingen bij het innemen van schriftelijk werk; - op het eerste blad hebben vermeld hoeveel blaadjes zij inleveren; - op ieder blad het nummer van het betreffende blad hebben vermeld. 5c. Inzage van beoordeeld examenwerk. De directeur geeft toestemming tot inzage in het centraal examenwerk. De directeur draagt er zorg voor dat inzage geschiedt onder toezicht. Bij deze inzage vindt geen discussie plaats over het toegekende aantal punten.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 14
5d. Beheren en bewaren van centraal examenwerk De directeur draagt er zorg voor dat centraal examenwerk en de lijsten bedoeld in artikel 56 tot 6 maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft. De directeur draagt er zorg voor dat een medewerker van de administratie aan wie examenwerk wordt toevertrouwd dit zorgvuldig beheert. 6. Eigen docenten als examinator en gecommitteerde. 6a. De eerste correctie wordt verricht volgens het correctievoorschrift van de CvE. Dit correctievoorschrift bestaat uit: - regels voor de beoordeling - algemene regels - vakspecifieke regels - beoordelingsmodel. 6b. Het aanleveren van het examenwerk aan de gecommitteerde van een andere school gebeurt op de volgende wijze : - De examinator kijkt het examenwerk na en levert dit binnen vijf werkdagen in bij de schooladministratie (2e tijdvak : binnen een of twee werkdagen). - Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht. - De score wordt vermeld op een uitgeprint WOLF-scoreoverzicht. - De examinator verklaart schriftelijk dat het examenwerk van alle kandidaten conform het correctievoorschrift is beoordeeld. - De schooladministratie stuurt op de dag van de inlevering het originele werk, het scoreoverzicht en de verklaring van de examinator aangetekend op naar de school van de gecommitteerde. - Een andere wijze van aanleveren van het examenwerk dan hiervoor genoemd is niet toegestaan. 6c. De examinator en de gecommitteerde beoordelen het examenwerk conform de richtlijnen van het College voor Examens en stellen op de volgende wijze het aantal scorepunten voor het centraal examen vast : - De gecommitteerde neemt telefonisch contact op met de examinator. Komen beiden tot overeenstemming, dan tekent de gecommitteerde de DI-lijst voor de vastgestelde scores. - Komen beiden niet tot overeenstemming, dan wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. - Komen zij nu wel tot overeenstemming, dan tekent de gecommitteerde de DI-lijst voor de vastgestelde scores. - Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. - De gecommitteerde verklaart schriftelijk dat het examenwerk van alle kandidaten conform het correctievoorschrift is beoordeeld. Deze verklaring wordt mede door het bevoegd gezag van de gecommitteerde ondertekend en met het examenwerk teruggestuurd.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 15
6d. De tweede correctie van werk van andere scholen wordt ook verricht op de wijze zoals omschreven onder 6b en 6c. 6e. Bij de flexibele CBT-examens BB en KB is er geen externe tweede correctie. Wel wordt de eerste correctie na afloop van de examens steekproefsgewijze gecontroleerd door gecommitteerden van de staatsexamencommissie. 6f. Indien daar aanleiding toe is, zal de schoolleiding controle uitoefenen op: - de zorgvuldigheid van de eerste en tweede correctie zoals uitgevoerd door docenten van de eigen school. - de zorgvuldigheid van het overleg tussen examinator en gecommitteerde van de eigen school en de examinator en gecommitteerde van andere scholen.
Protocol schoolexamen en centraal examen Connect College Echt – versie oktober 2015 Pagina 16