Prix de Mazars 2009 Onderzoeksrapport
Publieksprijs voor verslaggeving door beursgenoteerde bedrijven
Bewijsvoering belang ondernemingwaarden in jaarverslag Internationaal onderzoek door Aalt Klaassen
3
Inhoud Voorwoord: Prix de Mazars
7
Conclusies
9
1. Inleiding
13
2. Scores jaarverslagen
13
3. Jaarverslagen: informatief en leesbaar 3.1 AEX-bedrijven 3.2 Niet-AEX bedrijven 3.3 Open vraag beste jaarverslag 3.4 Open vraag beste website 3.5 Open vraag beste duurzaamheidverslag
14 14 15 15 16 16
4. Combinatie van Doelstellingen & Strategie 4.1 AEX-bedrijven 4.2 Niet-AEX bedrijven
16 16 17
5. Capita selecta met behulp van stellingen 5.1 Trading updates 5.2 Bron van (financiële) informatie over bedrijven en wensen bij digitaal jaarverslag 5.3 Duurzaamheidverslag en relatie met algemeen jaarverslag
18 18 20 21
6 (Onderneming)waarden 6.1 Belang van ondernemingwaarden 6.2 Karakteristiek zijn van ondernemingswaarden 6.3 Quotiënt belang en karakteristiek zijn van ondernemingwaarden per type bedrijf
22 23 25 26
7. Raad van Commissarissen (RvC)
27
8. English summary 8.1 Introduction 8.2 Conclusions
30 30 31
Bijlage
34
Sponsors/partners
39
Mazars
39
Close Contact
40
Management Scope
40
PropertyNL en PropertyEU
41
VBDO
42
© 2009 Aalt Klaassen bv All rights reserved. No part of this report may be reproduced, stored in a retrieval system, or be disclosed to the public, or transmitted, in any form or by any means, electronically, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of Aalt Klaassen bv. Models, survey data, techniques and tools, including software, used in performance of the assignment or included in the advice or survey results shall remain the property of Aalt Klaassen bv.
5
Voorwoord Sinds de eerste Prix de Mazars in het najaar van 2008 is de wereld aanmerkelijk veranderd. En onder druk wordt alles vloeibaar, zo luidt een bekend gezegde. Onder de druk van de financiële en economische crisis staan verslaggevingsregels, die nog niet eens zo lang geleden zijn ingevoerd alweer ter discussie. Regels waarover lang en zorgvuldig is nagedacht. Maar ook andere factoren en omstandigheden spelen een rol in het nog steeds hoge tempo waarin bestaande regels worden aangepast en nieuwe regels worden geïmplementeerd. Onder de noemer van transparantie en begrijpelijkheid vinden vereenvoudigingen plaats, terwijl op sommige onderdelen juist het tegenovergestelde het geval is. Ondanks dit alles moeten gebruikers van de jaarverslaggeving van ondernemingen hun toch al onzekere gedachten bepalen, hun mening vormen en beslissingen nemen. En dit vindt lang niet altijd plaats zoals de regelgevers het hebben bedoeld of voorzien. In de driehoek van ondernemingen, gebruikers van financiële verslaggeving en de regelgevers vervullen accountants een historisch ingegeven, maar nog altijd actuele rol. Wij hechten dan ook, mede vanuit de dialoog die wij met ondernemingsleiders en de Autoriteit Financiële Markten voeren, buitengewoon belang aan de meningen van gebruikers van financiële informatie. De Prix de Mazars is een publieksprijs; de mening van de gebruikers telt, misschien wel meer dan de theoretische, welhaast wetenschappelijke mening van deskundigen. Als een gebruiker aangeeft dat een jaarverslag onduidelijk of zelfs onleesbaar is, is dat van belang voor zowel de ondernemingsleiding als voor de accountant. Alleen overeenstemming met wet- en regelgeving blijkt dan niet voldoende. In de onzekere tijden van nu kan vertrouwen alleen terugkeren als alle stakeholders op de juiste wijze worden geïnformeerd. Deze rapportage geeft u inzicht in de mening van gebruikers over de financiële verslaggeving over het boekjaar 2008 van beursfondsen in twee categorieen: de AEX bedrijven en de niet-AEX bedrijven. Naast winnaar Fugro waren in de categorie categorie ‘AEX’ genomineerd: Unilever, Philips Electronics, Boskalis Westminster en Corio. In de categorie ‘Overige genoteerde bedrijven’ waren dit naast winnaar Arcadis: Vopak, Imtech, Nutreco Holding en Eurocommercial Properties. Vanzelfsprekend feliciteren wij zowel Fugro als Arcadis met de welverdiende eerste plaatsen. Hun jaarverslaggeving over 2008 is op onderscheidende elementen hoog gewaardeerd door de gebruikers, maar ook de andere in dit onderzoeksrapport vermelde elementen kunnen dienen als inspiratie voor de verdere verbetering van de verslaggeving van anderen. We zien uit naar de verdere dialoog die we op basis van het onderzoek met zowel onze cliënten als ook met andere geïnteresseerden mogen voeren. Niet alleen op basis van regels, maar vooral op basis van de behoeften van de gebruikers: rules don’t rule!
Jos van Huut, Paul Steman, Bestuursvoorzitter Mazars Nederland Bestuurslid Mazars Nederland
7
Conclusies Jaarverslag/website jaarverslag Fugro winnaar bij AEX
ARCADIS nummer 1 bij niet-AEX informatief blijft winnen van leesbaar, maar bij niet-AEX is verschil afgenomen
1. Fugro is in 2009 winnaar van de Prix de Mazars, de publieksprijs voor het beste jaarverslag 2008 in de AEX categorie. De behaalde 7.8 is gelijk aan de score van vorig jaar. Daarmee slaagt Fugro er in de ogen van de markt in om met het jaarverslag een consistente prestatie neer te zetten. De gemiddelde waardering van de AEX-jaarverslagen is net als in 2008 gelijk aan 7.1. 2. ARCADIS heeft dit jaar met een 7.9 de Prix de Mazars voor het beste jaarverslag 2008 in de categorie niet-AEX bedrijven gewonnen. Ook deze onderneming geeft er blijk van jaar in jaar uit goed te presteren met het jaarverslag. Bij de niet-AEX bedrijven is het gemiddelde cijfer 7.0 tegen 7.4 in 2008. 3. Bij zowel de AEX- als bij de niet-AEX bedrijven vinden gemiddeld procentueel meer respondenten de afzonderlijke jaarverslagen informatief dan leesbaar. Het verschil is bij de niet-AEX bedrijven evenwel minder uitgesproken dan in 2008. Bij de AEX-bedrijven domineert informatief ook leesbaar en is het verschil wat groter, maar ongewijzigd ten opzichte van 2008. Het jaarverslag van Corio wordt bij de open vraag naar het beste jaarverslag op informatieve waarde en leesbaarheid van alle afzonderlijke jaarverslagen het vaakst genoemd. 4. Bij de open vraag naar de beste website kwam Corio op de eerste plaats. Het beste duurzaamheidverslag is te vinden bij Royal Dutch Shell en Unibail Rodamco.
Combinatie van doelstellingen en strategie Fugro hoogst op ‘geloofwaardig’ zijn, maar wel onbalans met ‘uitdagend’
ARCADIS top 3 positie op beide criteria bij niet-AEX
5. Bij de AEX-bedrijven scoort Fugro met een 7.2 (AEX gemiddeld 6.8) het hoogst op het geloofwaardig zijn van de combinatie van doelstellingen en strategie. Voor het uitdagend zijn behaalt de onderneming een 6.5 (AEX gemiddeld 6.9) op de 10-puntsschaal. Daarmee is er sprake van een zekere onbalans bij Fugro, maar wel in de goede richting. De gemiddelde waarden liggen voor beide criteria lager dan vorig jaar. Dit lijkt een indicatie te zijn van de onzekerheid die in de markt heerst. 6. Bij de niet-AEX bedrijven neemt ARCADIS op geloofwaardig zijn (7.3) en uitdagend zijn (7.0) bij beide criteria een plaats in de top 3 in. De scores op de criteria zijn redelijk met elkaar in balans. De gemiddelde cijfers van de niet-AEX bedrijven zijn respectievelijk 6.3 voor geloofwaardig zijn en 6.6 voor uitdagend zijn. Ook in deze categorie bedrijven liggen de gemiddelde waarden lager dan in 2008.
Enige stellingen ook voorkeur voor cijfers in trading update
staat bedrijf op netvlies, dan corporate website en digitaal jaarverslag favoriete informatiebronnen
7. Ten aanzien van omzet(verdeling) en (resultaat)verdeling is de conclusie dat cijfers ook in een trading update de voorkeur verdienen, maar dat deze vergezeld dienen te gaan van kwalitatieve uitspraken. Gemiddeld kan het belang van cijfers met een 4.5 op een 5-puntschaal als zeer belangrijk worden omschreven. Kwalitatieve informatie wordt meer als complementair gezien, maar wordt toch nog gekwalificeerd als belangrijk (score net ≥ 4). 8. Wanneer gericht wordt gezocht naar (financiële) informatie over een bedrijf zijn de corporate website en de digitale versie van het jaarverslag favoriet boven andere media/ documenten. Maar het grote probleem is en blijft hoe komt een bedrijf op het netvlies als beleggingsobject of als bijvoorbeeld een mogelijke werkgever? 9. Bij een digitale versie van het jaarverslag zijn (zeer) belangrijk een downloadbare pdfversie en een zoekfunctie. 10. Er bestaat een voorkeur om het duurzaamheidverslag als apart hoofdstuk op te nemen in het jaarverslag of het daarmee volledig te integreren
9
Ondernemingwaarden integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit zeer belangrijk resultaatgericht nog meest kenmerkende waarde afwijking tussen belang en karakteristiek zijn zeer fors, vooral bij financials en vastgoed
11. Integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit worden voor genoteerde bedrijven, financiële instellingen, vastgoedbedrijven en accountants als zeer belangrijke ondernemingwaarden gezien. Voor de genoteerde bedrijven komt daar nog bij heldere communicatie, voor de financials heldere communicatie en klantgerichtheid en voor de accountants nog risk & control gericht en onafhankelijkheid. 12. Bij de afzonderlijke sectoren zijn de volgende waarden min of meer kenmerkend. Bij genoteerde bedrijven: resultaatgericht, professionaliteit, ondernemerschap en kwaliteitsgericht. Bij de financiële sector: resultaatgericht. Bij de vastgoedsector: resultaatgericht en ondernemerschap en bij de accountants: risk & control gericht, professionaliteit, integriteit, betrouwbaarheid en kwaliteitsgericht. 13. Gemiddeld gezien is er geen enkele sector, waar het karakteristiek zijn van de ondernemingswaarden gemiddeld maar enigszins correspondeert met het bijbehorende gemiddelde belang. Vooral de financiële sector laat met een gemiddelde afwijking van 26% een forse underperformance zien. De vastgoedsector doet het met een afwijking van 23% iets minder slecht, maar ook de beide andere typen organisaties laten nog een gemiddelde afwijking van 19% zien.
Raad van Commissarissen (RvC) RvC moet eigen functioneren jaarlijks beoordelen met behulp van externe deskundige
meer informatie voor RvC buiten RvB om RvC dichter op operationeel proces
14. Verantwoording afleggen door een RvC aan aandeelhouders kan op meer instemming rekenen dan het voeren van een dialoog met aandeelhouders. De relatie van RvC met medewerkers lijkt een punt van discussie te worden. 15. Verder zijn de respondenten van mening dat de commissarissen niet alleen jaarlijks hun eigen functioneren moeten beoordelen, maar dat zij daarbij gebruik moeten maken van een externe deskundige. Uit een recent Finem-rapport (zie blz. 27) bleek dat commissarissen ten aanzien van dit laatste punt een andere mening zijn toegedaan. 16. De respondenten zijn net als de commissarissen uit het Finem-rapport van mening dat elke commissaris bestuurservaring moet hebben. 17. Op grond van de resultaten van het onderzoek en signalen uit de praktijk lijkt het aannemelijk dat een RvC meer en vermoedelijk ook vaker informatie met betrekking tot de onderneming buiten de Raad van Bestuur om zal willen krijgen. 18. Ondanks een afwijzende houding van de RvB ziet het ernaar uit dat een RvC bij een genoteerde onderneming dichter op het operationele proces gaat zitten
10
Onderzoek
11
Onderzoek 1. Inleiding tweede editie internationale onderzoek met hoofdsponsor Mazars
Van 17 juli tot en met 26 augustus 2009 is door Aalt Klaassen BV voor het tweede jaar in successie een onderzoek gedaan bij gebruikers van jaarverslaginformatie. Van dit onderzoek is Mazars, net als in 2008, de hoofdsponsor. Als co-sponsoren/partners zijn opgetreden Management Scope, PropertyNL, PropertyEU, de VBDO en CloseContact. Daarnaast heeft een zeventiental bedrijven hun medewerking verleend door het laten benaderen van hun contactpersonen, primair professionele beleggers en analisten.
verdubbeling respons; een derde niet uit Nederland
Het onderzoek is via een webbased vragenlijst afgenomen. Bij een aantal vragen zijn naast de resultaten van de totale groep respondenten, eveneens die van de financiële professionals (professionele beleggers, analisten en pers) en de overigen verstrekt. Vergeleken met vorig jaar, is de respons verdubbeld. Dit jaar hebben 761 respondenten hun medewerking verleend tegen 380 vorig jaar. Van de respondenten komt 32% van buiten Nederland.
bijna één derde financiële professional
De samenstelling van de overall respons is vergeleken met vorig jaar ingrijpend gewijzigd. Van de 761 respondenten zijn er 227 financiële professionals (waarvan 108 buiten Nederland), 286 vastgoed professionals (waarvan 75 buiten Nederland) en 248 overigen, waaronder 87 particuliere beleggers. Het aandeel van de financiële professionals is van 8% (30 waarnemingen) in 2008 gestegen naar 30%. Het aandeel van de vastgoedprofessionals is 38%.
onderwerpen onderzoek 2009
Naast de standaardvragen rond het jaarverslag en de combinatie van doelstellingen en strategie is dit jaar in de vorm van stellingen aandacht geschonken aan: trading updates, bronnen voor (financiële) informatie over een bedrijf, duurzaamheidverslag en de raad van commissarissen. Daarnaast is onderzocht voor genoteerde bedrijven (=listed), financiële instellingen (=financials), vastgoedbedrijven (= Real Estate) en accountants het belang van en het karakteristiek zijn van ondernemingwaarden. Een belangrijk ander deel had betrekking op de vastgoedsector. Hierover wordt een separaat rapport uitgebracht.
2. Scores jaarverslagen Tabel 1 Top 5 gemiddelde scores op de jaarverslagen 2008 (10-puntschaal) 1 Overige aan Euronext Amsterdam genoteerde
AEX-bedrijven
niet-AEX bedrijven
volgorde bedrijf
Fugro winnaar bij AEX
cijfer
bedrijf
cijfer
1
Fugro
7.8
ARCADIS
7.9
2
Unilever
7.7
Vopak
7.7
3
Philips Electronics
7.3
Imtech
7.7
4
Kon. Boskalis Westminster
7.3
Nutreco Holding
7.6
5
Corio
7.3
Eurocommercial Properties
7.5
gemiddelde AEX
7.1
gemiddelde niet-AEX bedrijven
7.0
laagste score
6.4
laagste score
6.1
• Fugro staat bovenaan met een 7.8. Daarmee wordt het jaarverslag bijna als ‘goed’ beoordeeld. Vorig jaar scoorde Fugro ook al hoog, maar toen in de categorie Overige aan Euronext Amsterdam genoteerde niet-AEX bedrijven.
Ter bepaling van de score per jaarverslag hebben de cijfers van de financiële professionele respondenten een weging van twee gekregen en de overige respondenten een weging van één. Verder zijn alleen jaarverslagen meegenomen in de ranking, waarvoor minimaal 15 waarnemingen waren. De winnaars van de Prix de Mazars, de publieksprijs voor het beste jaarverslag, kunnen het eerstvolgende jaar niet meedingen naar de prijs binnen hun huidige categorie.
1
13
gemiddeld ruim voldoende voor AEX
• Het gemiddelde cijfer van de AEX is net als vorig jaar een 7.1. De respondenten waarderen de jaarverslagen daarmee gemiddeld als ruim voldoende. • Het laagste cijfer van 6.4 (in 2008 6.3) is een indicatie van het redelijk volwassen zijn van de jaarverslagen. • Overigens hadden alle bedrijven in de AEX-categorie voldoende waarnemingen om mee te worden genomen in de ranglijst.
ARCADIS dit jaar eerste bij niet-AEX
• ARCADIS ziet na de fraaie derde plaats van vorig jaar de bestendige goede prestaties op het gebied van Investor Relations en het jaarverslag bekroond worden met een eerste plaats in de tweede categorie ondernemingen, de niet-AEX bedrijven.
gemiddeld ruim voldoende voor overige bedrijven
• Bij de niet-AEX bedrijven is het gemiddelde van 7.0 eveneens goed voor een ruime voldoende. • Het laagste cijfer is in deze groep ondernemingen 6.1. • In deze categorie bedrijven is het aantal bedrijven met voldoende waarnemingen om op de ranglijst te kunnen worden meegenomen, sterk toegenomen.
3. Jaarverslagen: informatief en leesbaar 3.1 AEX-bedrijven Tabel 2 Jaarverslagen AEX: informatief en leesbaar (% respons per bedrijf)
informatief: Corio het best
Wereldhave leidend bij leesbaar
bij meeste jaarverslagen informatief dominant over leesbaar
informatief
leesbaar
Fugro
48
38
quotiënt (informatief/leesbaar) 1.3
gemiddelde
50
42
1.2
hoogste
67
60
1.6
laagste
35
28
0.9
• Fugro presteert met haar jaarverslag op informatief karakter net benedengemiddeld en ruim onder het jaarverslag van Corio dat het hoogst scoort op dit criterium met 67%. Het jaarverslag van Air France-KLM neemt met 35% de laatste plaats in op informatief karakter. • Op leesbaarheid scoort Wereldhave het beste. 60% van de lezers van dat jaarverslag vindt het jaarverslag leesbaar. Dat is ruim boven het gemiddelde van 50% voor de AEX-bedrijven. Fugro scoort op leesbaarheid bij de lezers van haar jaarverslag met 38% benedengemiddeld. Het jaarverslag met de procentueel minste aanhangers voor leesbaarheid (28%) is dat van ArcelorMittal. • Gezien het quotiënt (= informatief/leesbaar) van 1.3 domineert het informatieve karakter bij Fugro duidelijk boven leesbaarheid. • Gemiddeld overtreft het procentuele aantal respondenten dat een jaarverslag informatief vindt het aantal respondenten dat het jaarverslag leesbaar vindt met 20%, gezien het gemiddelde quotiënt van 1.20. Bij een beperkt aantal bedrijven overheerst het aantal aanhangers voor leesbaarheid. Dit betreft de jaarverslagen van Air France-KLM, DSM en Reed Elsevier. • 6 bedrijven presteren op zowel leesbaarheid als informatief karakter bovengemiddeld. • Overigens liggen de gemiddelde scores voor het informatieve karakter en de leesbaarheid voor de jaarverslagen 2008 van de AEX-bedrijven lager dan voor die van 2007.
14
3.2 Niet-AEX bedrijven Tabel 3 Jaarverslag niet-AEX bedrijven: informatief en leesbaar (% respons per bedrijf)
meest informatief VastNed Retail Aalberts Industries het hoogst op leesbaarheid ook bij niet-AEX bedrijven domineert informatief
informatief
leesbaar
quotiënt (informatief/leesbaar)
ARCADIS
72
53
1.4
gemiddelde
53
48
1.1
hoogste
78
73
2.0
laagste
11
21
0.5
• Bij de niet-AEX bedrijven vindt 72% van de lezers van het jaarverslag van ARCADIS dat het informatief is. Dit percentage is hoog en ruim bovengemiddeld. Bij het jaarverslag van VastNed Retail is dit percentage met 78% het hoogst. DPA Flex Groep heeft de minste aanhang voor informatief (11%). • Qua leesbaarheid vindt 53% van de respondenten dat het jaarverslag van ARCADIS daaraan voldoet. Dat is bovengemiddeld. Binnen de categorie niet-AEX bedrijven presteert Aalberts Industries het best (73%). Voor AMG Groep zijn er, gezien de 21%, nog verbeteringen wenselijk. • Het quotiënt bij ARCADIS is met 1.4 een indicatie van het ‘overheersende’ karakter van informatief boven leesbaarheid. De hoogste waarde voor dit kengetal is behaald door Crucell. • Het gemiddelde quotiënt bedraagt bij deze categorie ondernemingen 1.14. Gemiddeld vindt 14% meer respondenten dat het jaarverslag informatief is dan leesbaar. • Bij 8 bedrijven domineert leesbaarheid het informatieve karakter. Het betreft: Aalberts Industries, AMG Groep, Draka Holding, Imtech, Mediq, Océ, ProLogis European Properties en Ten Cate. • Er zijn 12 bedrijven die op leesbaarheid en informatieve karakter beide bovengemiddeld presteren.
3.3 Open vraag beste jaarverslag 2 Tabel 4 Jaarverslagen spontaan genoemd als beste jaarverslag op informatief en leesbaar informatief
leesbaar
1
Corio
1
Corio
2
Unibail-Rodamco
2/3
Royal Dutch Shell
3
Wereldhave
2/3
Unibail-Rodamco
informatief jaarverslag Corio meest genoemd bij informatief
• Het Corio jaarverslag is spontaan het meest genoemd als een goed jaarverslag vanwege het informatieve karakter. Als motivering zijn vooral genoemd de informatie over de portefeuille en de toelichting op de strategie. • Het jaarverslag van Unibail Rodamco komt op de tweede plaats. De meest genoemde motiveringen zijn: een helder en transparant verslag. • Bij het jaarverslag van Wereldhave komen als motivering naar voren: duidelijk en relevante, voldoende gedetailleerde overzichten.
leesbaar jaarverslag Corio ook op leesbaarheid eerste plaats
• Ook qua leesbaarheid is het jaarverslag van Corio het vaakst genoemd. Omschrijvingen die worden gehanteerd in de motivering zijn: goed leesbaar, duidelijk en goede balans tussen beeld en tekst. • De jaarverslagen van Royal Dutch Shell en Unibail-Rodamco zijn beide even vaak genoemd als beste jaarverslag op leesbaarheid. Bij het jaarverslag van Shell zijn de opmerkingen zeer divers van aard. Bij Unibail-Rodamco zijn vaker genoemd ‘leest goed weg’ en heldere structuur.
2 In het onderzoek is een aantal open vragen opgenomen, zoals wat vindt u het beste jaarverslag ten aanzien van informatieve waarde (leesbaarheid)? En wat is uw motivering daarvoor. Ook is gevraagd naar de beste website en het beste duurzaamheid¬verslag. In de tabellen zijn de ondernemingen genoemd met de meeste vermeldingen.
15
3.4 Open vraag beste website Tabel 5 Top drie beste websites spontaan genoemd rang
Corio
2
Unibail-Rodamco
3/4
Corio beste website
bedrijf
1
Ahold/VastNed Retail
• Corio heeft de meeste nominaties ontvangen voor de beste website. Als toelichtingen zijn termen gehanteerd als: informatief, gebruikersvriendelijk en overzichtelijk. • Unibail-Rodamco staat op de tweede plaats met kwalificaties als informatief en goed overzicht van de vastgoedportfolio. • Ahold en VastNed Retail delen ex aequo de derde plaats. Bij Ahold wordt overzichtelijk een aantal keren genoemd. Voor VastNed zijn vaker dan één keer genoemd: duidelijk, up-to-date en heldere menustructuur.
3.5 Open vraag beste duurzaamheidverslag Tabel 6 Top drie beste duurzaamheidverslagen spontaan genoemd (10-puntschaal) rang
Royal Dutch Shell en Unibail-Rodamco beste duurzaamheidverslag
bedrijf
1/2
Royal Dutch Shell/ Unibail-Rodamco
3/4
Corio/TNT
• Uit de antwoorden kan worden opgemaakt dat de respondenten onder duurzaamheidverslag ook verstaan de verantwoording in het algemene jaarverslag. • Shell en Unibail-Rodamco staan ex aequo op de eerste plaats. Bij beide ondernemingen is geen motief vaker dan één keer genoemd • Corio en TNT staan ex aequo op de derde plaats. Ook bij deze ondernemingen zijn de motiveringen te divers voor een aparte vermelding.
4. Combinatie van Doelstellingen & Strategie vraag onderzoek
• In het onderzoek is eveneens ingegaan op de combinatie van doelstellingen en strategie. • Aan de respondenten is gevraagd aan te geven of zij de combinatie van doelstellingen en strategie voldoende uitdagend en geloofwaardig vonden. Daarbij is gebruik gemaakt van een 10-puntschaal met 1 = laagste en 10 = hoogste waardering.
4.1 AEX-bedrijven Figuur 1 Score van Fugro op criteria combinatie van doelstellingen & strategie Fugro Gemiddeld Hoogste Laagste Score
0
1
2
Uitdagend Geloofwaardig
16
3
4
5
6
7
8
Fugro leidend op geloofwaardigheid, maar onbalans richting uitdagend
AEX gemiddeld matige en lagere scores communicatieprobleem of meer?
• Wat betreft het uitdagend zijn van de combinatie van G&S scoort Fugro met een 6.5 voldoende. Daarmee behaalt de onderneming een zeventiende plaats bij de AEXbedrijven. De afstand tot de hoogste score (7.2) is fors. Bovendien is het verschil met vorig jaar voor Fugro op dit criterium aanzienlijk. • Fugro scoort op het geloofwaardig zijn meer dan ruim voldoende (7.2) en heeft hiermee zelfs de eerste plaats gerealiseerd. • Ten aanzien van Fugro is er sprake van een onbalans in scores. Het verschil in appreciaties is ons inziens te hoog. Positief is wel dat de score op geloofwaardigheid hoger is dan die op uitdagend zijn. Dat kan een indicatie zijn van een in de ogen van de markt voorzichtige opstelling van Fugro. Geen al te optimistische verwachtingen uitspreken, maar wel presteren • Overigens zijn de gemiddelde AEX scores dit jaar matig met een 6.6 op uitdagend zijn (6.9 in 2008) en een 6.5 op geloofwaardig zijn tegen 6.8 in 2008. De gemiddeld lagere scores van dit jaar lijken een indicatie te zijn van het onzekere economische klimaat. • Op grond van de laagste scores, een 5.9 op uitdagend en een 5.4 op geloofwaardig zijn van de combinatie van doelstellingen en strategie, zijn er bedrijven die op zijn minst wat hebben uit te leggen. Het is te hopen dat voor de bedrijven die het betreft, dat een aanpassing van de communicatie tot een bijstelling van de opvattingen van de markt kan leiden. Zo niet dan hebben de betrokken bedrijven een wat groter probleem.
4.2 Niet-AEX bedrijven Figuur 2 Score van ARCADIS op criteria combinatie van doelstellingen & strategie (10-puntschaal) ARCADIS Gemiddeld Hoogste Laagste Score
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Uitdagend Geloofwaardig
ARCADIS top drie positie
• ARCADIS scoort ruim voldoende op de criteria betreffende het uitdagend (7.0) en geloofwaardig (7.3) zijn van de combinatie van doelstellingen en strategie. De onderneming bevindt zich op deze criteria in de top drie. Ten aanzien van het uitdagend zijn, slaagt ARCADIS er vooral in de financiële professionals van deze visie te overtuigen. De overige respondenten zijn nog niet zover.
ook nu lagere score op beide criteria voor nietAEX gemiddeld
• De gemiddelde waarderingen voor de niet-AEX-bedrijven liggen gemiddeld lager dan vorig jaar met een 6.6 (7.0 in 2008) voor uitdagend en een 6.3 (7.0 in 2008) voor geloofwaardig. Ook nu denken wij dat het economische klimaat een rol heeft gespeeld bij deze lage waarderingen. ARCADIS heeft zich helaas niet kunnen onttrekken aan deze gemiddelde daling. In 2008 was de score van ARCADIS op de beide criteria 7.8 (uitdagend zijn) respectievelijk 7.7 (geloofwaardig zijn).
laagste scores wijzen op problemen
• De laagste waarden voor de criteria zijn dit jaar niet van toepassing op één bedrijf. Voor uitdagend is de laagste score een 5.5 en voor geloofwaardig een 4.7. Het betreft in beide gevallen bedrijven die om uiteenlopende redenen in de publiciteit zijn geweest.
17
5. Capita selecta met behulp van stellingen 5.1 Trading updates Europese transparantierichtlijn van kracht
• De Eerste Kamer heeft op 23 september 2008 de wijzigingen in de Wet op het financieel toezicht (Wft) goedgekeurd. Met deze wetswijziging wordt een Europese transparantierichtlijn in Nederland van kracht.
gevolg: meer verplichte tussentijdse publicaties
• De belangrijkste wijziging betreft de verplichte publicatie van tussentijdse informatie. Beursgenoteerde bedrijven moeten binnen twee maanden na afloop van de eerste helft van het boekjaar een halfjaarrapport openbaar te maken. Naast het halfjaarrapport dient ook tweemaal per boekjaar een tussentijds verklaring te worden gepubliceerd, één in de eerste helft van het boekjaar en één in de tweede helft van het boekjaar. Dit kan in de vorm van een kwartaalrapport. Bedrijven die geen kwartaalcijfers uitbrengen, hanteren voor de tussentijdse publicatie in het eerste en het tweede halfjaar vaak de constructie van het uitbrengen van een trading update.
met vrijheidsgraden voor trading updates
• De trading update kent geen wettelijk voorgeschreven indeling. Wel is bepaald dat een dergelijk document een weergave bevat van de financiële positie en de prestaties van de onderneming en haar groepsmaatschappijen. Ook dienen belangrijke gebeurtenissen en transacties te worden vermeld, met inbegrip van de financiële gevolgen. Voor de tussentijdse verslaggeving is het niet noodzakelijk dat kwantitatieve, financiële gegevens worden opgenomen. Een onderneming kan aan de vereisten voldoen door middel van een beschrijvende toelichting.
praktijk: kwalitatieve uitspraken met omzet op groepsniveau
• Uit een beperkte steekproef van een aantal onderzochte trading updates blijken de meeste bedrijven vooral te kiezen voor een kwalitatieve weergave van de ontwikkeling van omzet en resultaat. Als er al een cijfer wordt gegeven, dan betreft dit doorgaans de omzet op groepsniveau.
mening en wensen gebruikers gevraagd
• In het onderzoek is de gebruikers van jaarverslaginformatie naar hun mening/wensen gevraagd. Allereerst is aan de orde gesteld het belang dat zij toekennen aan informatie over omzet, omzetverdeling, totaal resultaat, resultaatverdeling en de jaarrekening. Daarbij is een onderscheid aangebracht tussen cijfermatige en kwalitatieve informatie. Vervolgens is gevraagd in welke vorm de betrokken informatie moet worden gepubliceerd, in kwantitatieve of in kwalitatieve vorm.
Figuur 3 Belang van informatie (5-puntschaal) Omzet Omzetverdeling Resultaat Resultaat verdeling belang
3.2
3.4
3.6
3.8
4.0
4.2
4.4
4.6
4.8
Bedragen Kwalitatief
voorkeur voor cijfers
Er kunnen 2 conclusies worden getrokken, namelijk: • De informatie in kwantitatieve vorm is min of meer voor de onderzochte onderwerpen zeer belangrijk (score ≥ 4.5) Dit geldt ook voor de jaarrekening als totaal; en • Dezelfde informatie, maar dan in kwalitatieve termen blijft belangrijk, maar wordt systematisch lager geapprecieerd dan de kwantitatieve informatie.
18
• Verder blijken de financiële professionals informatie over alle onderzochte onderwerpen belangrijker te vinden dan de overige respondenten. Gemiddeld liggen de cijfers 2% tot 13% hoger.
Figuur 4 % respondenten dat vindt dat informatie in genoemd document moet staan Omzet Omzetverdeling Resultaat Resultaat verdeling Bedragen in %
20
30
40
50
60
70
Jaarverslag Halfjaarverslag
80
90
100
Trading update
Omzet Omzetverdeling Resultaat Resultaat verdeling Kwalitatief in %
20
30
40
50
60
70
Jaarverslag Halfjaarverslag
80
90
100
Trading update
cijfers op één; aangevuld met kwalitatieve informatie
• Over de hele linie blijkt dat de voorkeur van de respondenten uitgaat naar het vermelden van bedragen zowel in het jaarverslag, in de trading update als in het halfjaarverslag. • Wat betreft de voorkeur voor de kwantitatieve weergave variëren de percentages van de respondenten bij het jaarverslag van 95% tot 98%. Bij de kwalitatieve weergave lopen deze percentages uiteen van 85% tot 90%. • Bij de trading update liggen deze percentages tussen de 79% en de 89% voor de bedragen en tussen de 67% en 74% voor de kwalitatieve informatie. • Voor het halfjaarverslag, tenslotte, lopen de percentages respondenten met voorkeur voor bedragen uiteen van 88% tot 95%. Ten aanzien van de kwalitatieve informatie varieert het percentage van 77% tot 88%. Overigens zijn de professionals grotendeels van mening dat jaarverslag en halfjaarverslag niet moeten verschillen qua informatie op genoemde onderwerpen. • Opname van de jaarrekening in het jaarverslag is nagenoeg geen punt van discussie. In mindere mate geldt dit voor het halfjaarverslag en nog minder voor de trading update. Van de financiële professionals wil 100% de jaarrekening opgenomen zien in het (half) jaarverslag en 78% dit in de trading update. Dit kan erop wijzen dat er tussen de financiële professionals en de bedrijven, die geen kwartaalbericht uitbrengen, nog een stevige discussie aankomt. • De conclusie moet dan ook zijn dat cijfers de voorkeur verdienen, maar dat deze vergezeld dienen te gaan van kwalitatieve uitspraken. Het getal is dan te beschouwen als de feitelijke informatie. De kwalitatieve informatie wordt dan vermoedelijk gezien als een uitspraak, waarmee betekenis / lading wordt gegeven aan het getal in termen van bijvoorbeeld een forse stijging/daling of een verwachte verbetering.
trading update op derde plaats
• Verder neemt het jaarverslag van de drie documenten de belangrijkste plaats in gevolgd door het halfjaarverslag. De trading update blijft iets achter bij de andere twee documenten. Wellicht speelt hier mee dat de ervaringen met de trading updates nog beperkt zijn. Ook kan het zijn dat kwartaalcijfers, waarmee de trading updates worden geassocieerd, toch wat minder dominant zijn bij een deel van de partijen op de kapitaalmarkt dan door menigeen wordt verondersteld.
19
1
5.2 Bron van (financiële) informatie over bedrijven en wensen bij digitaal jaarverslag • De respondenten is een aantal stellingen voorgelegd dat betrekking heeft op het verkrijgen van (financiële) informatie over een afzonderlijk bedrijf. Vervolgens is een aantal stellingen aan de orde gesteld met betrekking tot de digitale versie van het jaarverslag.
Figuur 5 Mate van instemming met bron van informatie over een bedrijf (5-puntschaal) Geprint jvsl Digitaal jvsl Website Verzamel website Beleggingswebsite Mate van instemming 1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
Legenda: jvsl: jaarverslag; 1 = volstrekt mee oneens 2 = oneens, 3 = deels oneens/deels eens, 4 = eens en 5 = volstrekt mee eens
voor gerichte informatie naar corporate website
• De corporate website komt duidelijk op de eerste plaats als een geïnteresseerde (financiële) informatie zoekt over een bedrijf. Bovendien zijn de respondenten tamelijk unaniem in hun oordeel. Beleggingswebsites en verzamelwebsites3 lijken in tegen stelling tot het verleden niet meer de eerst aangewezen bron te zijn voor gerichte informatie verstrekking over een onderneming. Wat betreft het gericht zoeken van informatie, en dat was de vraag, is dit begrijpelijk. Het laatste decennium is de kwaliteit van de corporate websites met sprongen vooruit gegaan. • Op de tweede plaats komt de digitale versie van het jaarverslag als bron van informatie. Hieruit kan wellicht worden geconcludeerd dat de onderzochte gebruikers primair interesse hebben voor jaarverslaginformatie. Ook dit valt te kwalificeren als gerichte informatie vanuit bekendheid met de naam van het bedrijf als zodanig. Vooral de financiële professionals geven blijk van instemming met de rol van het digitale jaarverslag. Het lijkt er op dat website en digitaal jaarverslag even belangrijk zijn voor deze doelgroep. Voor beide media is hun gemiddelde instemming 4.4.
accountantsverklaring bij website wordt optie
• Stel dat de gezochte informatie niet in de digitale versie van het jaarverslag is opgenomen, maar separaat op de website staat. Veronderstel dat dergelijke informatie een complementaire rol gaat vervullen/vervult ten opzichte van het jaarverslag. Dan kan zich de volgende ontwikkeling voordoen. Enerzijds willen bedrijven uitstralen dat de aldus verstrekte informatie aan alle eisen voldoet en betrouwbaar is. Het kan dan zijn, dat zij dan zelf het initiatief nemen om een ‘soort accountantsverklaring’ op te nemen bij (het relevante deel van) de website om dit daarmee duidelijk te maken. Anderzijds kan het zijn, dat juist bij andere spelers op de kapitaalmarkt de behoefte manifest wordt om middels de accountantsverklaring bij (het relevante deel van) de website het kwaliteitsstempel van betrouwbaarheid te willen zien.
uitdaging: hoe komt bedrijf onder ogen van geïnteresseerde (belegger)?
• In de huidige stand van zaken weten vermoedelijk de meeste mensen wel dat (financiële) informatie over een bedrijf op de corporate website staat. Dat is het probleem niet. Het probleem is wel om de onderneming op het netvlies te krijgen van mogelijke beleggers en geïnteresseerden. Daarmee is dit een algemeen bekend marketingprobleem. Vanuit de investor relations en de financiële discipline is er wel aandacht voor het aspect van informatievoorziening vanuit de onderneming via de website. Aandacht voor, laat staan
Onder een verzamelwebsite wordt in dit rapport verstaan een website, waarop over meer ondernemingen tegelijk bepaalde informatie wordt verstrekt. Voor een beleggingswebsite geldt in feite hetzelfde, zij het dat hierop dan meer specifieke beleggingsinformatie staat.
3
20
investeren in het krijgen van ‘traffic’ naar de website staat nog niet hoog op de prioriteitenlijst. Om een onderneming als mogelijk beleggingobject onder de aandacht te brengen kunnen, naast analistenrapporten en roadshows, verzamelwebsites en beleggingswebsites wel degelijk de startrol vervullen. Vandaar dat het van belang is en blijft dat genoteerde ondernemingen hun zichtbaarheid op dergelijke sites koesteren en stimuleren. Ceteris paribus geldt dit ook voor niet-genoteerde ondernemingen.
Figuur 6 Wensen bij digitaal jaarverslag (5-puntschaal) Downloadbare PDF versie HTML versie Zoekfunctie Deel kunnen downloaden Mate van instemming 1.0
downloadbare pdf-een ‘must’
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
• Aan een downloadbare pdf-versie van het digitale jaarverslag wordt veel waarde gehecht. Blijkbaar bestaat er toch behoefte om het jaarverslag als integraal document ter beschikking te krijgen. Niet onwaarschijnlijk is dat de volgende stap na het downloaden toch het printen is van (een deel van) het document. Dit laatste zou vooral bij de financiële professionals het geval kunnen zijn, gezien de mate van instemming met het kunnen downloaden van een gemarkeerd deel van het digitale jaarverslag (4.2). De overige respondenten hebben hieraan minder behoefte. Maar ook de 3.7 die deze subgroep gemiddeld laat zien, geeft aan dat deze functionaliteit zeer aanbevelens waardig is. Overigens zijn de opvattingen van deze tweede doelgroep zeer divers. • Ook ten aanzien van de zoekfunctie zijn de respondenten van mening dat deze in combinatie met het digitale jaarverslag wenselijk is.
HTML-versie nog geen succesnummer
• De minste belangstelling bestaat er nog voor de HTML-versie van het digitale jaarverslag. De financiële professionals (3.0) zijn wat minder afwijzend dan de overige respondenten (2.8). Overigens zijn bij beide subgroepen de opvattingen niet unaniem. Zowel de gemiddelde score als de variërende opvattingen zijn wellicht een indicatie van een aarzelende houding. De respondenten weten nog niet wat zij met deze nog niet breed toegepaste optie kunnen/moeten doen. Ook kan het zijn dat zij nog geen behoefte/zin hebben zich erin te verdiepen.
5.3 Duurzaamheidverslag en relatie met algemeen jaarverslag • In toenemende mate blijken bedrijven en organisaties mede door maatschappelijke druk de noodzaak te ervaren om ook op het gebied van duurzaamheid4 beleid te formuleren en hierover verantwoording af te leggen. In het onderzoek is bewust een aantal stellingen opgenomen om aan de hand van de resultaten een bijdrage te leveren aan de discussie bij bedrijven.
Duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en corporate social responsibility (CSR) worden in dit rapport als een en hetzelfde container begrip gehanteerd.
4
21
Figuur 7 Mate van instemming met stellingen over MVO (5-puntschaal)
Fin. professionals Overige
Mate van instemming 0.0
voorkeur voor opname MVO in algemeen jaarverslag
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
• Het is duidelijk dat de financiële professionals en de overige respondenten gemiddeld bij drie van de vier stellingen van mening verschillen met elkaar. Alleen de uitspraak dat het MVO verslag geïntegreerd moet worden in het algemene verslag kan min of meer op een gelijke mate van instemming rekenen. • De overige respondenten geven blijk van meer affiniteit met dit onderwerp dan de financiële professionals. Dat blijkt ook uit de opmerkingen van menig ondernemings bestuurder wanneer deze uitspraken doet of het onderwerp tijdens de roadshows of de analisten en investor presentaties aan de orde is geweest. Het antwoord is dan bijna altijd steevast ‘ik krijg er geen enkele vraag over’. • Het ziet ernaar uit dat de respondenten het minst voelen voor een apart MVO-verslag. De voorkeur gaat uit naar een opname in het algemene verslag, hetzij als apart hoofdstuk hetzij geïntegreerd in het geheel. • Over opname van MVO-kengetallen in het overzicht in het jaarverslag met de belangrijkste kengetallen lijken de overige respondenten daarvoor wel wat te voelen. De financiële professionals zijn gemiddeld nog niet zo ver. Wel lopen hun opvattingen uiteen.
6. (Onderneming) waarden ondernemingwaarden: belang en karakteristiek zijn in de ogen van de ‘buitenwereld’
bewijsvoering ondernemingwaarden nog braakliggend gebied
• In toenemende mate valt te constateren dat bedrijven en organisaties om wat voor reden dan ook bepaalde (onderneming)waarden in hun bedrijfsvoering en uitstraling centraal (pretenderen te) stellen. Raadpleging van de diverse jaarverslagen, gedrags codes en branding-achtige brochures laat zien dat organisaties daar in meer of minder uitgebreide vorm aandacht aan schenken. • Veel organisaties bevinden zich nog in de beginfase van dit proces. Eerst wordt er een aantal (onderneming-)waarden vastgesteld. Vervolgens worden soms programma’s ontwikkeld om deze waarden te verankeren in de organisatie. Zowel bij het formuleren als bij het verankeren lopen de inspanningen van de bedrijven ver uiteen. Bij sommige lijkt het hele proces een vorm van lippendienst bewijzen aan bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. Bij andere lijkt het erop dat het echt serieus en structureel wordt opgepakt. • Een van de aspecten, die in de communicatie naar buiten beperkt tot niet aan de orde komt, is het leveren van de bewijsvoering. Hoe ervaart de buitenwereld, dat bepaalde waarden van belang zijn en ook kunnen worden geassocieerd met de betrokken instelling? De antwoorden op deze vragen worden niet altijd gezocht en zeker niet altijd gepubliceerd. Ons inziens past een benadering, waarbij klanten en andere belang hebbenden een meer structurele plaats krijgen in dit proces van verankeren van ondernemingswaarden, uitstekend in het proces van ‘de klant centraal stellen’ of meer luisteren naar de klant en andere belanghebbenden. Daarbij past dan ook dat juist in het jaarverslag duidelijk wordt gemaakt dat ondernemingwaarden ook leven in de onderneming en niet alleen maar als een cosmetisch vernisje dienst doen. • In het licht van het voorafgaande is besloten om in onderhavig onderzoek de ‘buitenwereld’ te vragen hoe belangrijk zij bepaalde ondernemingswaarden vinden en in welke mate zij die karakteristiek vinden voor bepaalde typen bedrijven/organisaties. Binnen het onderzoek zijn genoteerde bedrijven (listed), financiële instellingen (financials), vastgoedbedrijven (RE= real estate) en accountants expliciet opgenomen in het onderzoek.
22
6.1 Belang van ondernemingwaarden Figuur 8 Belangrijkste ondernemingswaarden (5-puntschaal)5 Integriteit Betrouwbaarheid Professionaliteit Heldere communicatie Klantgericht Kwaliteitsgericht BELANG
integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit zeer belangrijk
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
4.9
5.0
• Als zeer belangrijk (waarde ≥ 4.5) worden getypeerd: integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit. De verschillen tussen de afzonderlijke typen bedrijven blijven beperkt tot maximaal 0.3 bij integriteit. Aan de ene kant scoort de accountantsprofessie een 4.8 voor deze waarde, het hoogste belang voor een afzonderlijke ondernemingswaarde, en aan de andere kant de vastgoedsector een 4.5. Op dit niveau zijn deze verschillen weliswaar indicatief, maar doen niets af aan het zeer belangrijke karakter dat door de respondenten aan deze waarden wordt toegekend. • De opvattingen van de financiële professionals en de overige respondenten met betrekking tot deze waarden bij de afzonderlijke typen organisaties verschillen niet substantieel van elkaar. • In de categorie belangrijk (4 ≤ waarde < 4.5) vallen de ondernemingswaarden: heldere communicatie, klantgericht en kwaliteitsgericht. Bij deze ondernemingswaarden zijn de verschillen tussen de afzonderlijke typen bedrijven verwaarloosbaar. Wat betreft de verschillen tussen de financiële professionals en de overige respondenten manifesteert zich alleen een groot verschil bij de genoteerde bedrijven ten aanzien van heldere communicatie. De financiële professionals kennen hieraan een 4.8 toe en de overigen een 4.4. Het standpunt van de financiële professionals is begrijpelijk. Informatie en heldere communicatie daarover raken hun dagelijkse beroepsuitoefening in de kern. • Andere waarden, die gemiddeld ook nog als belangrijk worden aangemerkt, zijn: risk & control gericht (4.3), onafhankelijkheid (4.1), resultaatgericht (4.0) en proactiviteit (4.0). Alleen bij de laatste waarde zijn de onderlinge verschillen tussen de afzonderlijke typen bedrijven beperkt. Op de andere waarden komen we verder in het rapport terug. • De overige waarden vallen in de categorie zeker van belang (3.5 ≤ waarde < 4). Het betreft de waarden: ondernemerschap (3.9), zorg voor de omgeving (3.9), medewerkergericht (3.9), zorg voor de maatschappij (3.8), innovatief (3.7) en toonaangevend (3.7).
toonaangevend niet zo belangrijk in ogen van de markt
• Bij medewerkergericht, zorg voor de maatschappij en toonaangevend zijn de verschillen tussen de afzonderlijke bedrijven beperkt tot maximaal 0.3. En alleen ten aanzien van ‘zorg voor de maatschappij’ bij de vastgoedsector lopen de opvattingen van de professionals (3.4) en die van de overige respondenten (3.8) gemiddeld wat verder uiteen. Aangezien bij de overigen ook een groot aantal vastgoedprofessionals is opgenomen, lijkt het ons dat hier in ieder geval sprake is van een perceptieverschil tussen ‘relatieve buitenstaanders’ in casu de financiële professionals en de mensen uit de sector. Wie er gelijk heeft is minder relevant. Wel is het van belang te constateren dat een aantal vastgoedmaatschappijen zich de laatste jaren wat meer bezighoudt met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarbij neemt de sector bepaald geen voorhoede positie in. In dat licht wekt het geen bevreemding dat de financiële professionals het belang van
De hier gepresenteerde cijfers voor belang zijn de gemiddelde cijfers van het belang voor een genoteerd bedrijf, een financiële instelling, een vastgoedbedrijf en een accountant. De afzonderlijke cijfers staan vermeld in de bijlage in tabel 4 t/m 6
+
23
deze ondernemingswaarde wat laag inschatten. Dit verschil in opvattingen tussen beide subgroepen doet zich vooral voor bij de vastgoedsector. Hierop komen we verder in het rapport terug. • Opvallend is de lage score voor toonaangevend. Menig bedrijf geeft al snel in het begin van het jaarverslag aan een toonaangevend bedrijf te willen zijn. In het vervolg van het jaarverslag wordt de term nog regelmatig herhaald. Bewijsvoering is om het eufemistisch uit te drukken dan evenwel niet het sterkste punt van het jaarverslag.
Figuur 9 Belang ondernemingswaarden (met verschillen > 0.3) (5-puntschaal) Risk&control gericht Onafhankelijkheid Resultaatgericht Ondernemersschap Innovatief belang
1.0
1.5
2.0
Listed Financial
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
RE Accountant
listed: genoteerde ondernemingen; financial: financiële instellingen; RE: real estate, vastgoedsector; accountant: accountantsprofessie.
risk & control gericht en onafhankelijkheid zeer belangrijk voor accountant
• De ondernemingwaarden, die in figuur 9 zijn weergegeven, laten onderlinge verschillen zien tussen de afzonderlijke typen organisaties die boven de 0.3 liggen. Het grootste verschil doet zich voor bij ondernemerschap (1.1) gevolgd door innovatief (0.8) en onafhankelijkheid (0.8). • Uit de figuur valt een tweedeling te constateren. Bij risk & control gericht en bij onafhankelijkheid worden deze waarden voor de financiële sector en de accountants belangrijker gevonden dan voor beide andere typen bedrijven. Voor de accountants is dat zeer belangrijk en voor de financiële sector belangrijk. • Bij resultaatgericht, ondernemerschap en innovatief is het beeld tussen de typen bedrijven precies tegengesteld. Ondernemerschap en innovatief komen bij de accountants met een gemiddelde score van 3.2 net boven het niveau van ‘deels niet van belang/deels wel van belang’. Gedeeltelijk zal dit ook te maken hebben met de mogelijke negatieve associatie bij de accountants van de begrippen ondernemerschap en innovatief in relatie tot de begrippen integriteit, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. Een term als creatief boekhouden komt al gauw naar boven als wordt gedacht aan innovatief. Ook zien sommige respondenten vermoedelijk een onoverbrugbaar spanningsveld tussen bijvoorbeeld ondernemerschap aan de ene kant en onafhankelijkheid en betrouwbaarheid aan de andere kant.
voor financiële professionals ondernemingwaarden bij vastgoed minder belangrijk
• De meeste grote verschillen tussen financiële professionals en de overige respondenten doen zich voor bij de vastgoedsector. De gemiddelde waardering van de financiële professionals ligt 0.3 lager dan de gemiddelde waardering van de overige respondenten. Bij de volgende vijf ondernemingwaarden ligt het verschil boven de 0.3: zorg voor de maatschappij (0.4), ondernemerschap (0.5), innovatief (0.6), toonaangevend (0.6) en onafhankelijkheid (0.6). • Bij de genoteerde bedrijven doen zich drie van dergelijke verschillen voor, namelijk bij heldere communicatie, prestatiegericht en toonaangevend. De laatste ondernemingswaarde is duidelijk minder belangrijk bij de financiële professionals. De andere twee zijn juist belangrijker. • Bij de financiële sector is er slechts één groot verschil tussen beiden subgroepen en bij de accountants geen. Bij de financials willen de financiële professionals een meer proactieve opstelling.
24
6.2 Karakteristiek zijn van ondernemingswaarden Figuur 10 Mate van karakteristiek zijn van ondernemingswaarden per type bedrijf (5-puntschaal) Listed Financials Real estate Accountants Mate van karakteristiek zijn
2.4
2.6
2.8
3.0
3.2
3.4
3.6
3.8
4.0
Legenda: 1 = zeer slecht, 2 = slecht, 3 = deels slecht/deels goed, 4 = goed en 5 = zeer goed
financiële sector presteert slecht op ondernemingswaarden
• De gemiddelde score voor de mate waarin de ondernemingswaarden karakteristiek zijn voor de betrokken typen bedrijven is matig. Bij de genoteerde bedrijven (3.4) gaat het duidelijk naar de positieve kant. In iets mindere mate geldt dit ook voor de accountants (3.3). De vastgoedsector (3.2), maar vooral de financials (3.0) hebben duidelijk een probleem. De resultaten voor de financiële sector zijn vermoedelijk een weerslag van het huidige economische en maatschappelijke klimaat. Deze sector zit al dan niet terecht in de hoek waar de klappen vallen.
resultaatgericht grosso modo meest kenmerkende waarde
• De ondernemingwaarde die gemiddeld het meest karakteristiek wordt geacht, is die betreffende het resultaatgericht zijn. De waarde per sector varieert van een 3.9 voor de vastgoedsector tot een 3.4 bij de accountants. Voor de genoteerde bedrijven en de financials is een 3.8 gescoord. Alleen bij de accountants is resultaatgericht niet de meest karakteristieke waarde, maar zijn deze professionaliteit en risk & control gericht met elk een 3.7. • Bij de afzonderlijke sectoren zijn de volgende waarden min of meer kenmerkend, dat wil zeggen de score is een 3.5 of hoger. Bij de: - genoteerde bedrijven: resultaatgericht (3.8), professionaliteit (3.7), ondernemerschap (3.6) en kwaliteitsgericht (3.5); - financiële sector: resultaatgericht (3.8); - vastgoedsector: resultaatgericht (3.9) en ondernemerschap (3.7); en - accountants: risk & control gericht (3.7), professionaliteit (3.7), integriteit (3.6), betrouwbaarheid (3.6) en kwaliteitsgericht (3.6).
zorg voor maatschappij en omgeving bijna geen kenmerkende waarde
• Een waarde onder de 3.0 wordt door ons beschouwd als niet kenmerkend voor de betrokken ondernemingwaarde. Op basis hiervan hebben de genoteerde bedrijven 2 waarden die niet kenmerkend zijn, de vastgoedsector 3 waarden waarbij dit het geval is, en de financiële sector en de accountants hebben elk 5 waarden die niet kenmerkend worden geacht. • Zorg voor de maatschappij wordt in geen enkele sector karakteristiek geacht. Het zelfde gaat bijna op voor zorg voor de omgeving.
financiële professionals zeer kritisch
• De financiële professionals zijn bij elke type bedrijf gemiddeld negatiever dan de overige respondenten. Bij de genoteerde bedrijven is dat verschil bij 4 van de 16 onderzochte waarden groter dan 0.3, bij de financials en de vastgoedbedrijven is dat 12 en bij de accountants 4 keer het geval. Over de gehele linie geven de financiële professionals blijk van een zeer kritische houding. Er lijkt sprake te zijn van een grondig wantrouwen of scepsis ten aanzien van vooral de financiële en de vastgoed sector.
25
6.3 Quotiënt karakteristiek zijn en belang van ondernemingwaarden per type bedrijf Figuur 11 Gemiddeld quotiënt karakteristiek zijn en belang ondernemingwaarden per type bedrijf Listed Financials Real estate Accountants Quotiënt
0.64
0.68
0.70
0.72
0.74
0.76
0.78
0.80
0.82
Legenda: de gemiddelde score voor ‘karakteristiek zijn’ is gedeeld door de gemiddelde score voor ‘van belang zijn’. Een waarde van 1.0 geeft aan dat er sprake is van een evenwicht. Een waarde van 1,2 geeft aan dat het ‘karakteristiek zijn’ van een waarde 20% beter scoort dan het corresponderende ‘belang’. Een waarde van 0,81 geeft aan dat de score voor ‘karakteristiek zijn’ in negatieve zin 19% afwijkt van ‘het belang’. Het quotiënt is een indicatie van de mismatch tussen belang en mate van karakteristiek zijn.
financiële sector heeft underperformance van 26%
• Gemiddeld gezien is er geen enkele sector, waar het karakteristiek zijn van de ondernemingswaarden gemiddeld maar enigszins correspondeert met het bijbehorende gemiddelde belang. • In lijn met de eerdere resultaten wekt het geen verbazing dat vooral de financiële sector met een gemiddelde afwijking van 26% fors underperformed. • Ook de vastgoedsector is met een afwijking van 23% blijkbaar slecht gepositioneerd op ondernemingswaarden. • De genoteerde ondernemingen en de accountants presteren relatief het minst slecht, maar ook een afwijking van 19% bij deze beide sectoren is aan de forse kant.
Tabel 7 Overall gemiddeld quotiënt (karakteristiek zijn/belang) per ondernemingwaarde (onderneming)waarde
quotiënt
(onderneming)waarde
quotiënt
resultaatgericht
0,93
kwaliteitsgericht
0,77
innovatief
0,86
professionaliteit
0,77
ondernemerschap
0,86
klantgericht
0,74
toonaangevend
0,86
zorg voor de omgeving
0,74
medewerkergericht
0,81
zorg voor maatschappij
0,73
onafhankelijkheid
0,79
integriteit
0,70
pro-activiteit
0,78
betrouwbaarheid
0,69
risk&control gericht
0,78
heldere communicatie
0,69
In blauw staan de zeer belangrijke waarden aangegeven
mismatch zorgelijk hoog bij betrouwbaarheid en integriteit
• Bij een nadere analyse blijkt de gemiddelde afwijking bij de drie zeer belangrijke waarden 28% te zijn. Voor de belangrijke waarden is deze 22% en voor de waarden, die zeker van belang zijn, 19%. Zeer zorgelijk is dat de slechte scores bij de zeer belangrijke waarden vooral betrouwbaarheid en integriteit betreft. Bij professionaliteit is de afwijking ook wel fors, maar beduidend minder hoog dan bij beide andere waarden.
financiële sector moet klant centraal stellen en vandaar uit proactief de communicatie opzetten met eigen mensen en
• Bij de financiële sector is er ten aanzien van betrouwbaarheid zelfs een mismatch van 40% en voor integriteit bedraagt deze 36%. Ook bij heldere communicatie is de underperformance 40%. Als we de media en diverse klachtenprocedures mogen geloven, valt er op het gebied van communicatie bij de financials het nodige te winnen. De financiële sector stelt zich niet proactief op. Er wordt primair vanuit het defensief
26
buitenwereld
gereageerd. Dat is per definitie een verkeerde uitgangspositie. Ook de score op klantgerichtheid is met een mismatch van 33% zeer problematisch. Toch zou hier wel eens de sleutel kunnen liggen voor een herstel. Als inderdaad de klant centraal komt te staan en als de financials proactief en gericht het relatiebeheer met de klant gaan verbeteren, kan met een verbeterde communicatie een structurele verbetering van de positie in de maatschappij worden gerealiseerd. Dit zal geen proces van maanden zijn, maar eerder van jaren. Het sentiment lijkt te negatief. Misschien is het aan te bevelen dat de sector meer gezamenlijk actie gaat ondernemen en niet steeds als afzonderlijk bedrijf reageert. Teveel is in het verleden gehoopt dat de gifbeker bij de ander zou blijven. Bovendien pleiten wij ervoor dat meer dan thans gebruikelijk, de eigen mensen ‘op de vloer’ worden ingezet om hun instelling in positieve zin te promoten. • Overigens komen de financiële professionals voor de financials zelfs op een gemiddelde mismatch van 37% met uitschieters naar beneden tot 50%. Dat is toch wel zeer opvallend. Deze mensen zijn zelf doorgaans ook werkzaam bij financiële instellingen. Een verklaring voor deze zeer kritische opstelling hebben wij niet.
voor vastgoedsector nog veel werk aan de winkel
• Ook bij de vastgoedsector laat de mismatch vergelijkbare situaties zien als bij de financials. Alleen is het bij de vastgoedsector gemiddeld wat minder dramatisch. En ook hier zijn de financiële professionals weer aanzienlijk negatiever dan de overige respondenten. • De genoteerde bedrijven en de accountants bevinden zich in een wat minder negatieve positie dan beide andere sectoren. Maar ook hier zijn de resultaten bepaald geen reden om blij te zijn.
7. Raad van Commissarissen (RvC) vergelijking opvattingen commissarissen met die van kapitaalmarkt
• In een recent verschenen Finem-rapport6 van een onderzoek bij commissarissen zijn diverse punten naar voren gekomen, waar de commissarissen zelf aangeven, dat verbeteringen wenselijk zijn. Ook zijn er opvattingen geventileerd, op grond waarvan de auteurs hebben kunnen concluderen dat zaken die in het verleden onbespreekbaar waren, dat nu wel zijn geworden. • Aan een aantal van de bevindingen uit het Finem-rapport is in onderhavig onderzoek ook aandacht geschonken. Zo kunnen op sommige onderdelen de opvattingen van commissarissen en andere partijen op de kapitaalmarkt met elkaar worden vergeleken als input voor een discussie. • Ook nu zijn de onderwerpen weer verpakt in de vorm van stellingen met een 5-puntschaal, waarop de respondenten konden aangeven in hoeverre zij daarmee wel of niet instemden.
Figuur 12 RvC: dialoog met en verantwoording aan aandeelhouders en medewerkers (5-puntschaal)
Verantwoording aan aandeelhouders Dialoog met aandeelhouders Verantwoording aan medewerkers Dialoog met medewerkers MATE van instemming 3.0
3.2 Totaal
3.4
3.6
3.8
4.0
4.2
4.4
4.6
Finem
Totaal: totaal aantal respondenten uit onderzoek; Finem: mening commissarissen uit Finem-rapport met betrekking tot het toekomstig belang op het betrokken punt. Over dialoog met medewerkers zijn in het Finem-rapport geen vergelijkbare gegevens beschikbaar. 6
Commissarissen willen verbeteren en leggen de lat hoger, redactie Auke de Bos, Haijo Dijkstra, Aalt Klaassen en Herbert Rijken, zie www.finem.nl
27
verantwoording afleggen ja, maar dialoog net iets minder
• De respondenten stemmen in met de stelling dat de RvC verantwoording moet afleggen aan de aandeelhouders. Vooral de financiële professionals zijn deze mening toegedaan, gezien hun score van 4.4 en een homogeen oordeel. De overige respondenten zijn iets minder uitgesproken in hun instemming (4.1). • Het verschil met de opvattingen van de commissarissen over het toekomstig belang is verwaarloosbaar. Overigens zijn de commissarissen in het Finem-onderzoek nog niet tevreden over de huidige kwaliteit (3.8 op een 5-puntschaal) en verwachten zij dat er op dit gebied een en ander gaat veranderen in die zien, dat de commissarissen meer verantwoording gaan afleggen. • Een vergelijkbaar beeld valt waar te nemen ten aanzien van de dialoog van een RvC met de aandeelhouders. De opvattingen tussen de financiële professionals en de overige respondenten zijn gemiddeld vergelijkbaar. Ook nu lijken de commissarissen er meer gewicht aan toe te kennen dan de andere partijen op de kapitaalmarkt. Wordt evenwel gekeken naar de huidige kwaliteit van deze dialoog, dan zijn de commissarissen daar gezien hun 3.5 (Finem-rapport) bepaald nog niet tevreden over. Er is duidelijk een gap tussen belang en kwaliteit.
relatie RvC met medewerkers nog punt van discussie
• De relatie met de medewerkers is duidelijk van een andere orde dan die met de aandeelhouders. Zowel het afleggen van verantwoording aan als het voeren van een dialoog met de medewerkers door de RvC neigt gemiddeld net naar een zekere vorm van instemming. Ook de commissarissen geven blijk van enige aarzeling. Overigens lijken de financiële professionals gemiddeld niet afwijzend te staan tegenover een dialoog met de medewerkers gezien de gemiddelde score van 3.5. • Opvallend bij deze stellingen is dat de meningen van de respondenten gemiddeld zeer divers zijn. Dergelijke uiteenlopende opvattingen zijn vaak een indicatie dat de opinie over het aan de orde gestelde in beweging is. Vanwege het toenemend belang dat wordt gehecht aan duurzaam/maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen wij ons deze uiteenlopende meningen voorstellen. • Overigens dient te worden bedacht dat een RvC in Nederland de belangen van alle betrokkenen en niet alleen die van de aandeelhouders dient te behartigen. In dat verband past op zijn minst een dialoog met, maar misschien ook wel een verantwoording afleggen aan medewerkers.
kapitaalmarkt: Commissarissen moeten jaarlijks eigen functioneren beoordelen en met externe deskundige
• De respondenten zijn van mening dat de commissarissen jaarlijks hun eigen functioneren moeten beoordelen. Gemiddeld lopen de opvattingen van de financiële professionals en de overige respondenten met een 4.1 niet uiteen. • Ook ten aanzien van het inschakelen van een externe deskundige hebben beide subgroepen met een waarde rond de 3.9 min of meer vergelijkbare opvattingen. Zij vinden dit wenselijk. Daarmee verschillen ze aanzienlijk met de opvattingen van de commissarissen, zoals verwoord in het Finem-rapport. De commissarissen geven daar aan dat inschakelen van een externe deskundige voor deze zelfevaluatie gemiddeld gezien nauwelijks plaatsvindt. Wel vindt een deel van deze commissarissen dat op dit punt veranderingen opportuun zijn, gezien het verschil in score van een 2.0 voor de huidige situatie versus een 2.6 voor de gewenste situatie. Maar ook deze 2.6 is nog ver verwijderd van de 3.9 van de markt. De commissarissen hechten duidelijk nog aan autonomie in eigen kring, maar misschien moeten zij in dit opzicht zich professioneler opstellen en rekening houden met de opvattingen van de kapitaalmarkt. Ook een RvC moet werken aan haar acceptatiegraad bij in ieder geval de aandeelhouders. En daaraan schort het nog wel eens.
bestuurlijke ervaring bij elke commissaris heeft instemming markt, maar niet die van de auteur
• Elke commissaris moet beschikken over bestuurlijke ervaring. Dat is een stelling waarmee de respondenten min of meer kunnen instemmen (gemiddelde score 3.9). Wel lopen de opvattingen hierover wat uiteen. • In het Finem-rapport hebben de auteurs mede op grond van de onderzoekresultaten juist een lans gebroken om de eis van bestuurservaring niet voor elke commissaris te laten gelden. Dat biedt meer mogelijkheden om andere commissarissen binnen te halen met een complementair profiel aan de reeds zittende commissarissen. In de optiek van de auteurs moeten de selectie en werving van commissarissen veel meer worden benaderd vanuit de optiek van de teamgedachte. Een RvC moet als team opereren.
28
Binnen het team moeten bepaalde ervaring en competenties aanwezig zijn. Deze hoeven niet noodzakelijkerwijs in elke individuele commissaris aanwezig te zijn. Uiteraard dient binnen een RvC bestuurderservaring vertegenwoordigd te zijn. En het lijkt de auteurs ook aannemelijk dat dit dan ook voor de meerderheid van de commissarissen in een RvC geldt. Maar voorkomen dient te worden dat een RvC alleen maar uit klonen van elkaar bestaat. Naast bedrijfsblindheid behoort ook ‘commissarisblindheid’ tot de mogelijkheid en daarmee is een bedrijf niet gebaat. Dat elke commissaris een zekere mate van managementervaring moet hebben, kan bij de auteur op meer sympathie rekenen dan de eis tot bestuurderservaring. Wij zijn dan ook geneigd het standpunt van de partijen op de kapitaalmarkt op inhoudelijke gronden ter discussie te stellen. De uitspraak dat de markt altijd gelijk heeft, getuigt van een absolutisme, dat haaks staat op het ook binnen een RvC zo belangrijke kritische vermogen om soms tegen alle stromen/opvattingen in zaken aan de orde te stellen.
Figuur 13 RvC: informatievoorziening en toezicht op operationeel proces (5-puntschaal) Fin. professionals Overigen mate van instemming 3.2
3.4
3.6
3.8
4.0
4.2
4.4
4.6
4.8
info niet alleen via RvB RvC dichter op operationeel proces
meer informatie voor de RvC buiten de RvB om lijkt aannemelijk
• De praktijk van alledag is dat een RvC voor haar informatievoorziening over een bedrijf/ organisatie primair afhankelijk is van een RvB van de betrokken onderneming/ organisatie. Dat bleek uit het eerder geciteerde Finem-onderzoek. • Volgens de respondenten van het onderzoek van dit rapport mag een RvC voor haar informatievoorziening niet alleen afhankelijk zijn van een RvB. De gemiddelde uitslag op deze stelling getuigt met een waarde van 4.4 en een homogeen oordeel op een hoge mate van instemming. De beide subgroepen verschillen slechts 0.1 punt met elkaar van mening. Een voorbeeld van een RvC van een onderneming, die daar al invulling heeft gegeven, is de RvC van Unibail-Rodamco. In het jaarverslag 2008 staat in de boodschap van de voorzitter van de RvC (blz. 4): ‘The board (i.e. the supervisory board ak) reinforced its ability to provide robust, independent guidance during the exceptional period by conducting an ad hoc study into the possible effects of the global crisis.’ Dergelijke eigen stappen van een RvC zijn blijkens de verslagen van de RvC’s in het jaarverslag nog geen gemeengoed. Althans doorgaans werd er geen ruchtbaarheid aangegeven. • Uiteraard dient er in de relatie tussen RvC en RvB uit te worden gegaan van vertrouwen, maar gegeven de eigen verantwoordelijkheid en taken van zowel RvC als RvB lijkt een grotere rol te worden weggelegd voor informatievoorziening buiten de RvB om. In het Finem-rapport is de conclusie getrokken dat verschillende signalen wijzen op een meer zakelijke relatie tussen RvB en RvC. Informatie en onafhankelijkheid spelen daarin ons inziens een cruciale rol.
RvC moet dichter op operationele proces en bewijs leveren van gehouden toezicht
• Uit het Finem-onderzoek is gebleken dat vooral commissarissen bij beursgenoteerde ondernemingen van mening waren dat het toezicht op het operationeel proces verbeterd moet worden. De financiële professionals lijken dat standpunt te delen. Een gemiddelde waarde van 3.7 op de stelling dat de RvC dichter op het operationele proces moet zitten, duidt hierop. Gezien de achtergrond van de financiële professionals en hun werkterrein (werken met beursgenoteerde bedrijven) is deze opvatting niet vreemd. Het geeft in ieder geval aan dat er sprake is van een zekere vorm van consensus tussen commissarissen en financiële professionals. In het Finem-onderzoek bleken de commissarissen die ook elders lid van een RvB zijn, minder geporteerd voor deze opvatting. Er is hier wellicht sprake van een niet onbegrijpelijk verschil van mening.
29
Bestuurders zijn terecht van mening dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid en daarmee het operationele proces. De RvC moet toezicht houden en zich verder niet bemoeien met ‘hun’ werk. Aan de andere kant constateren de commissarissen dat zij te weinig afweten van het operationele proces. Laat staan dat zij er dan toezicht op kunnen houden. Een wens om dichter bij het operationele proces te komen kan dan al snel leiden tot de gedachte dat de RvC op de stoel wil/gaat zitten van de RvB. • Het lijkt ons aannemelijk dat of de bestuurders het nu leuk vinden of niet, zij niet ontkomen aan een RvC die dichter op het operationele proces gaat zitten. In die zin passen deze en de vorige stelling qua standpunt goed bij elkaar. Ook de markt verlangt een verzakelijking in de verhouding tussen RvB en RvC. De laatste zal meer dan in het verleden met bewijsvoering moeten komen dat zij op een onafhankelijke en goede wijze invulling heeft gegeven aan het houden van toezicht. Vrijblijvendheid is wat dat betreft voorbij.
8. English summary 8.1 Introduction second edition of international survey with Mazars as the main sponsor
From July 17th until August 26th 2009, and for the second year running, Aalt Klaassen BV has conducted a survey among users of annual report information. Like in 2008, Mazars was the main sponsor of the survey. Acting as co-sponsors or partners were Management Scope, PropertyNL, PropertyEU, the VBDO and CloseContact. In addition, another 17 companies cooperated in the survey by allowing us to approach their contacts, primarily professional investors and analysts.
response rate has doubled; one third are from outside the Netherlands
The survey was conducted through a web-based questionnaire. For some questions, not only the results for the respondents as a whole were included, but also a breakdown of the results for the financial professionals (professional investors, analysts and members of the press) and other respondents. The response rate has doubled in comparison to last year. This year, 761 respondents participated in the survey, as opposed to 380 last year. Thirtytwo percent of the respondents are from outside the Netherlands.
almost one third are financial professionals
The breakdown of the overall response rate has changed dramatically in comparison to last year. Out of a total of 761 respondents, 227 are financial professionals (108 of which from outside the Netherlands), 286 are property professionals (75 of which from outside the Netherlands) and 248 others, including 87 private investors. The proportion of financial professionals has risen from 8% (30 observations) in 2008 to 30%. The proportion of property professionals is 38%.
subjects in the 2009 survey
In addition to the standard questions concerning the annual report and the combination of the goals and strategy, this year the survey included a number of statements concerning: trading updates, sources for (financial) information on a company, the sustainability report and the Supervisory Board. In addition, the survey reviewed the importance of corporate values and the degree to which they were considered characteristic for listed companies (= listed), financial institutions (= financials), property businesses (= real estate) and accountants. Another important section of the survey related to the property sector. The results of this section will be published in a separate report.
30
8.2 Conclusions Fugro’s annual report scores highest among the AEX-listed companies ARCADIS ranks first among the non-AEX companies ‘informative’ continues to win out over ‘readable’; difference has fallen among non-AEX companies
Fugro scores highest on ‘credibility’; imbalance with ‘ambition’
ARCADIS: top-3 position on both criteria among non-AEX listed companies
preference for numerical information, even in trading update
for monitored companies, corporate website and digital annual report are favourite information sources
integrity, reliability and professionalism are considered very important
Annual report/website 1. Fugro is winner of the 2009 Prix de Mazars, the public award for the best 2008 annual report in the category of AEX-listed companies. At 7.8, the achieved score is identical to last year’s score. This means that, in the eyes of the market, Fugro’s achievement with regard to its annual report is consistent. The average evaluation for the AEX annual reports is the same as last year, i.e. 7.1. 2. With a score of 7.9, ARCADIS is this year’s winner of the Prix de Mazars, for the best 2008 annual report in the category of non-AEX listed companies. This company also shows it is capable of consistent performance, year after year, with regard to its annual report. The average score among non-AEX listed companies is 7.0 as opposed to 7.4 in 2008. 3. For both AEX and non-AEX companies a greater percentage of respondents consider the various annual reports informative than readable. However, the difference among the non-AEX companies is less marked than in 2008. Among AEX companies, the informative aspect is also dominant and the difference is somewhat greater, but it remains unchanged compared to last year. In response to our open question concerning the best annual report in terms of informative value and readability, Corio’s annual report received the most frequent mention. 4. In our open question on ‘best website’, Corio came out on top. The best sustainability reports were those by Royal Dutch Shell and Unibail- Rodamco. Combination of goals and strategy 5. The highest score among AEX companies for credibility with regard to the combination of goals and strategy was achieved by Fugro, which scored 7.2, with the average for AEX companies being 6.8. The company’s score for ‘ambition’, however, was 6.5 (on a 10-point scale), the average for AEX companies being 6.9. This means there is a certain imbalance between these two aspects, although it is in the right direction. The average values for both these criteria are lower than the previous year. This seems to be a reflection of the current uncertainty in the market. 6. On both credibility (score: 7.3) and ambition (score: 7.0), ARCADIS occupies a top-3 position among non-AEX listed companies. There is a reasonably good balance between the two scores. The average scores for non-AEX listed companies on credibility and ambition are 6.3 and 6.6., respectively. Like in the AEX category, the average scores are lower than in 2008. Statements 7. With regard to the (breakdown of) turnover and (breakdown of) profit the conclusion is that the respondents prefer numerical information even in a trading update, although that should be accompanied by qualitative statements. With an average score on importance of 4.5 on a 5-point scale, the importance of numerical data can be described as ‘very important’. Qualitative information is mainly regarded as complementary, but is still qualified as ‘important’ (score just ≥ 4). 8. Where respondents are looking for specific (financial) information on a company, the corporate website and the digital version of the annual reports are preferred over other media/documents. The biggest problem remains: how do you achieve the situation where the company is monitored by the investor or, e.g. as a future employer? 9. For the digital version of the annual report it is considered important to very important to have a downloadable PDF version and a search function in place. 10. There is a preference for including the sustainability report in the annual report, either as a separate chapter or incorporated into the report. Corporate values 11. Integrity, reliability and professionalism are considered very important values for listed companies, financial institutions, property business and accountants. Other very important values are clear communication for listed companies and financial institutions, customer orientation for financial institutions and risk & control orientation and independence for accountants.
31
result orientation considered the most characteristic value substantial discrepancies between importance and being characteristic, particularly for financials and property sector Supervisory Board should assess its own performance on an annual basis, using an external expert
more information for the Supervisory Board without involving the Board of Directors supervisory Board monitorring operational process more closely
12. In the individual sectors the following values are considered more or less characteristic. For listed companies: result orientation, professionalism, entrepreneurship and quality orientation. In the financial sector: result orientation. In the property sector: result orientation and entrepreneurship and for the accountants: risk & control orientation, professionalism, integrity, reliability and quality orientation. 13. On average, there is not one sector in which the importance of values corresponds to the degree to which they are considered characteristic. With an average discrepancy of 26%, the financial sector, in particular, shows a sizable underperformance. With a discrepancy of 23%, the property sector performs only slightly better, and even for the other two sectors the average discrepancy is 19%. Supervisory Board 14. The respondents would rather see the Supervisory Board being answerable to shareholders than conducting a dialogue with them. The relationship between the Supervisory Board and employees appears to have become a point for discussion. 15. Furthermore, the respondents take the view that supervisory directors should not only evaluate their own performance on an annual basis, but also use the services of an external expert for this. A recent Finem report (see p. 27) shows that supervisory directors take a different view on this last point. 16. The respondents, like the supervisory directors in the Finem report, take the view that every supervisory director should have management experience. 17. Based on the results of the survey and opinions from those concerned, it seems likely that a Supervisory Board will want to receive more and probably also more frequent information on the company, without the involvement of the Board of Directors. 18. Despite reservations from the Board of Directors, it looks as if Supervisory Boards of listed companies will be monitoring the operational process more closely.
32
Bijlage
33
Bijlage Kunt u ten aanzien van de informatievoorziening van een onderneming aangeven welk belang u hecht aan publicatie van informatie over onderstaande onderwerpen / aandachtsgebieden. Hanteer hierbij een 5-puntschaal met 1 = zeer onbelangrijk, 2 = onbelangrijk, 3 = onbelangrijk/belangrijk, 4 = belangrijk en 5 = zeer belangrijk
Tabel 1 Belang van bepaalde informatie: score en standaarddeviatie (5-puntschaal) Totaal
Professionals
overigen
score
st-dev
score
st-dev
score
st-dev
• bedragen
4.4
1.0
4.67
0.71
4.38
1.08
• kwalitatieve vorm
4.1
1.1
4.56
1.01
4.05
1.11
• bedragen
4.5
0.9
4.56
0.73
4.44
0.89
• kwalitatieve vorm
4.1
1.0
4.38
0.92
4.03
1.03
• bedragen
4.6
0.8
4.78
0.67
4.59
0.87
• kwalitatieve vorm
4.1
1.1
4.33
1.00
4.10
1.13
Totaal omzet in:
omzetverdeling in:
Totaal resultaat in:
resultaatverdeling in: • bedragen
4.4
1.0
4.56
0.73
4.43
1.02
• kwalitatieve vorm
4.0
1.2
4.11
1.17
4.02
1.22
jaarrekening
4.5
1.0
5.00
0.00
4.47
1.03
Geef bij onderstaande stellingen met een ‘X’ uw mening aan. 1 = volstrekt oneens, 2 = oneens, 3 = deels oneens/deels eens, 4 = eens, 5 = volstrekt eens
Tabel 2 Mate van instemming t.a.v. raadplegen bronnen en eisen digitale versie jaarverslag (5-puntschaal) Totaal
Professionals
score
st-dev
score
overigen
st-dev
score
st-dev
Als ik (financiële) informatie over een onderneming wil hebben, raadpleeg ik: (financiële) info bron:
• geprinte jaarverslag
3.0
1.3
3.0
1.1
3.0
1.4
• digitale jaarverslag
3.9
1.1
4.4
0.7
3.9
1.1
• website
4.4
0.8
4.4
1.0
4.4
0.8
• verzamel website
3.0
1.3
3.0
1.4
3.1
1.3
• beleggingswebsite
2.7
1.3
2.7
1.3
2.7
1.3
4.5
0.8
4.6
0.6
4.5
0.8
Ten aanzien van de digitale versie van het jaarverslag vind ik belangrijk: • downloadbare pdf• een HTML-versie
2.8
1.2
3.0
1.2
2.8
1.2
• een zoekfunctie
4.0
1.0
4.2
0.9
4.0
1.0
• gemarkeerd deel downloaden
3.7
1.3
4.2
0.9
3.7
1.3
Enige stellingen over duurzaamheidverslag (ten behoeve van dit onderzoek worden duurzaamheidverslag, verslag maatschappelijk verantwoord ondernemen en Corporate Social Responsibility report als identiek beschouwd). 1 = volstrekt oneens, 2 = oneens, 3 = deels oneens/deels eens, 4 = eens, 5 = volstrekt eens • Elke onderneming moet een apart duurzaamheidverslag uitbrengen • In het algemeen jaarverslag moet ook een hoofdstuk worden gewijd aan duurzaamheid • Het duurzaamheidverslag moet volledig worden geïntegreerd in het algemeen jaarverslag • In het algemeen jaarverslag dienen in het overzicht van belangrijkste kengetallen ook kengetallen te worden opgenomen over duurzaamheid
34
Tabel 3 Mate van instemming t.a.v. stellingen duurzaamheidverslag (5-puntschaal) Totaal
Professionals
overigen
score
st-dev
score
st-dev
score
st-dev
3.0
1.2
2.5
1.3
3.0
1.2
apart MVO verslag hoofdstuk aan mvo
3.8
1.1
3.4
1.2
3.8
1.0
volledig geïntegreerd
3.4
1.2
3.5
1.2
3.4
1.2
ook kengetal over mvo
3.6
1.1
3.1
1.2
3.6
1.1
Tabel 4 Gemiddeld belang van ondernemingwaarde per type organisatie en per subgroep (5-puntschaal) genoteerd
financials
accountant
vastgoed
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
integriteit
4.6
4.6
4.6
4.7
4.6
4.7
4.5
4.4
4.6
4.8
4.6
4.8
betrouwbaarheid
4.5
4.6
4.5
4.7
4.6
4.7
4.5
4.3
4.5
4.7
4.8
4.7
professionaliteit
4.5
4.8
4.5
4.6
4.8
4.6
4.5
4.4
4.5
4.6
4.8
4.6 4.3
heldere communicatie
4.5
4.8
4.4
4.5
4.6
4.5
4.3
4
4.3
4.3
4.1
klantgericht
4.4
4.7
4.4
4.5
4.4
4.5
4.3
4.1
4.3
4.3
4.4
4.3
kwaliteitsgericht
4.3
4.3
4.2
4.3
4.1
4.3
4.3
4.1
4.3
4.4
4.4
4.4
risk&control gericht
4.1
4.1
4.1
4.4
4.2
4.5
4
4
4.1
4.5
4.8
4.5
onafhankelijkheid
3.7
3.6
3.7
4.2
4.2
4.2
3.8
3.2
3.8
4.5
4.5
4.5
resultaatgericht
4.3
4.6
4.2
3.8
4.1
3.8
4.2
4.1
4.2
3.8
3.6
3.8
4
4.2
4
3.9
4.2
3.8
4.1
3.8
4.1
3.9
4.1
3.9
medewerkergericht
pro-activiteit
3.9
4
3.9
3.9
3.8
3.9
3.8
3.8
3.8
3.9
4.1
3.9
ondernemerschap
4.3
4.1
4.3
3.7
3.8
3.7
4.3
3.9
4.4
3.2
3.4
3.2
zorg voor de omgeving
4
4
3.9
3.8
3.7
3.8
4
4
4
3.6
3.6
3.6
zorg voor maatschappij
3.8
3.7
3.9
3.9
3.7
3.9
3.8
3.4
3.8
3.6
3.4
3.7
4
3.8
4
3.5
3.3
3.5
3.9
3.4
4
3.2
2.9
3.2
innovatief toonaangevend
3.8
3.3
3.9
3.6
3.6
3.6
3.7
3.1
3.7
3.5
3.3
3.6
gemiddelde
4.2
4.2
4.2
4.1
4.1
4.1
4.1
3.9
4.2
4.1
4.1
4.1
Tabel 5 Score voor karakteristiek zijn van ondernemingwaarde per type organisatie en per subgroep (5-puntschaal) genoteerd
financials
accountant
vastgoed
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
integriteit
3.4
3.4
3.4
3
2.5
3.1
3
2.8
3
3.6
3.1
overig 3.7
betrouwbaarheid
3.3
3.1
3.4
2.8
2.3
2.9
3
2.8
3.1
3.6
3.1
3.6
professionaliteit
3.7
3.4
3.7
3.2
2.6
3.3
3.4
3
3.5
3.7
3.4
3.7
heldere communicatie
3.4
3.3
3.4
2.7
2.4
2.7
2.9
2.1
3
3.1
3.2
3.1
klantgericht
3.4
3.4
3.4
3
2.6
3
3.1
2.3
3.2
3.4
3.2
3.4
kwaliteitsgericht
3.5
3.5
3.5
3
2.8
3.1
3.3
3
3.3
3.6
3.4
3.6
risk&control gericht
3.4
3.3
3.4
3.1
2.4
3.1
3
2.6
3
3.7
3.5
3.7 3.4
onafhankelijkheid
3.3
3
3.3
3
2.4
3.1
3
2.7
3
3.4
3
resultaatgericht
3.8
3.4
3.8
3.8
3.3
3.8
3.9
3.4
4
3.4
3
3.5
pro-activiteit
3.3
3
3.4
2.8
2.7
2.8
3.4
2.9
3.4
2.9
3
2.8
medewerkergericht
3.1
3.1
3.1
3.1
2.6
3.2
2.9
2.5
2.9
3.4
3.3
3.4 2.9
ondernemerschap
3.6
3.1
3.7
3.1
2.7
3.1
3.7
3
3.8
2.9
2.7
zorg voor de omgeving
2.9
2.9
2.9
2.7
2.3
2.8
3
2.9
3
2.8
2.8
2.8
zorg voor maatschappij
2.8
3
2.8
2.7
2
2.7
2.7
2.3
2.8
2.8
2.8
2.8
innovatief
3.4
3
3.4
3.1
2.7
3.1
3.2
2.6
3.2
2.8
2.5
2.8
toonaangevend
3.4
3.4
3.4
3.1
2.9
3.2
3.1
2.7
3.1
3
3
3
gemiddelde
3.4
3.2
3.4
3.0
2.6
3.1
3.2
2.7
3.2
3.3
3.1
3.3
35
Tabel 6 Quotiënt (karakteristiek zijn/belang) per ondernemingwaarde per type organisatie en per subgroep (5-puntschaal) genoteerd
financials
accountant
vastgoed
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
integriteit
0.74
0.74
0.74
0.64
0.54
0.66
0.67
0.64
0.65
0.75
0.67
0.77
betrouwbaarheid
0.73
0.67
0.76
0.60
0.50
0.62
0.67
0.65
0.69
0.77
0.65
0.77
professionaliteit
0.82
0.71
0.82
0.70
0.54
0.72
0.76
0.68
0.78
0.80
0.71
0.80
heldere communicatie
0.76
0.69
0.77
0.60
0.52
0.60
0.67
0.53
0.70
0.72
0.78
0.72
klantgericht
0.77
0.72
0.77
0.67
0.59
0.67
0.72
0.56
0.74
0.79
0.73
0.79
kwaliteitsgericht
0.81
0.81
0.83
0.70
0.68
0.72
0.77
0.73
0.77
0.82
0.77
0.82
risk&control gericht
0.83
0.80
0.83
0.70
0.57
0.69
0.75
0.65
0.73
0.82
0.73
0.82
onafhankelijkheid
0.89
0.83
0.89
0.71
0.57
0.74
0.79
0.84
0.79
0.76
0.67
0.76
resultaatgericht
0.88
0.74
0.90
1.00
0.80
1.00
0.93
0.83
0.95
0.89
0.83
0.92
pro-activiteit
0.83
0.71
0.85
0.72
0.64
0.74
0.83
0.76
0.83
0.74
0.73
0.72
medewerkergericht
0.79
0.78
0.79
0.79
0.68
0.82
0.76
0.66
0.76
0.87
0.80
0.87
ondernemerschap
0.84
0.76
0.86
0.84
0.71
0.84
0.86
0.77
0.86
0.91
0.79
0.91
zorg voor de omgeving
0.73
0.73
0.74
0.71
0.62
0.74
0.75
0.73
0.75
0.78
0.78
0.78
zorg voor maatschappij
0.74
0.81
0.72
0.69
0.54
0.69
0.71
0.68
0.74
0.78
0.82
0.76
innovatief
0.85
0.79
0.85
0.89
0.82
0.89
0.82
0.76
0.80
0.88
0.86
0.88
toonaangevend
0.89
1.03
0.87
0.86
0.81
0.89
0.84
0.87
0.84
0.86
0.91
0.83
gemiddelde
0.81
0.77
0.81
0.74
0.63
0.75
0.77
0.71
0.77
0.81
0.77
0.81
36
Sponsors/partners
37
Hoofdsponsor Mazars Over Mazars Mazars is een onafhankelijke organisatie gespecialiseerd in accounting, audit, tax en advisory services. Onze professionals leveren dit pakket van samenhangende diensten vanuit 14 vestigingen aan een breed scala opdrachtgevers: ondernemingen en ondernemers in het MKB, grotere (internationale) bedrijven, not-for-profit organisaties en vermogende particulieren. In Nederland neemt Mazars een vooraanstaande marktpositie in. Mazars maakt deel uit van de Mazars Groep, een wereldwijd opererende en geïntegreerde organisatie op het gebied van acountancy en belastingadvies. Deze organisatie heeft een Europese oorsprong, en dat Europese karakter wordt met name door organisaties van openbaar belang (zoals beursondernemingen) ervaren als onderscheidend. Naast de eigen internationale organisaties is de Mazars Groep een member firm van Praxity, een wereldwijde alliantie van onafhankelijke accountants- en adviesorganisaties. Mazars Corporate Assurance Services is de belangrijkste uitdager van de grote accountantskantoren in het segment van grote multinationale ondernemingen en beursfondsen. De opmerkelijke groei van de afgelopen jaren wordt niet alleen verklaard door onze ambitie en strategie. Vooral onze onderscheidende manier van werken geeft voor onze klanten de doorslag. Wat typeert onze manier van werken? We stellen maatwerk voorop. We stellen in onze werkzaamheden niet de wet- en regelgeving centraal maar zetten het vinden van maatwerkoplossingen op de eerste plaats. Bij Mazars vinden we dat accountants zich niet moeten verschuilen achter regels. Creëren is zeker zo belangrijk als controleren. Inventiviteit moet de belangrijkste eigenschap van een accountant zijn. We dragen actief bij aan de ontwikkeling van onze cliënten. We kijken niet alleen achteruit, zoals accountants dat traditioneel doen, maar willen vooral samen met onze cliënten vooruit kijken en hun speelveld zo ruim mogelijk maken en houden. Daarbij vatten we onze taak breed op. Dat is mogelijk omdat we werken vanuit inventiviteit. We werken naadloos internationaal samen Alle landen waar Mazars actief is vormen economisch, juridisch en organisatorisch daadwerkelijk één organisatie. Voor onze cliënten betekent dit dat zij kunnen rekenen op wereldwijde consistentie in onze aanpak, internationale communicatie en kruisbestuiving die niet wordt afgeremd door hokjesgeest. En uiteraard een soepele samenwerking wanneer het gaat om internationale projecten. Duidelijkheid en betrokkenheid voorop In onze relatie met cliënten zijn we to-the-point en helder. We maken dan ook duidelijke afspraken waar we op mogen worden afgerekend. Van belang daarbij is dat elke partner een eigen beslissingsbevoegdheid heeft, binnen de grenzen van ons beleid voor risicomanagement. Onze korte lijnen en platte organisatie zorgen voor pragmatische oplossingen. Dienstenpakket De deskundigheid van Mazars Corporate Assurance Services omvat de volgende gebieden: • Controle en assurance • IT audit • Advies over financial reporting (IFR, US Gaap, consolidation accounting) • Risk management & interne beheersing • International accounting • Belastingadvies (nationaal, internationaal, expat services) • Corporate finance en transaction services (due diligence) • Bijzondere onderzoeken www.mazars.nl
39
Co-sponsors/partners CloseContact CloseContact is een marketing-/communicatiebureau met als specialiteit het ‘actief veranderen van individueel klantgedrag door data-driven communicatie [= active individual marketing (AIM)]’. Het bureau helpt bedrijven en andere organisaties om klantinzicht te vergaren, te analyseren en te vertalen naar praktische, effectieve en efficiënte contactstrategieën. De missie van CloseContact is voor opdrachtgevers langdurige, winstgevende en loyale relaties genereren door éénop-één communicatie met bestaande klanten en prospects af te stemmen op hun specifieke eisen, wensen en behoeften. Daarbij worden kanalen gebruikt, zoals e-mail, internet, direct mail, telefoon, mobiel en persoonlijk contact. In de AIM programma’s worden de volgende modules onderscheiden: • Online en offline marktonderzoek [o.a. (monitoring) koopgedrag, klantpercepties, -behoeften en –tevredenheid] • Customer Lifecycle marketing, inclusief ontwikkeling instrumentarium [data analyse van klantenbestand en –gegevens opdrachtgever, lifecycle workshop en ontwikkelen lifecycle management strategie, communicatiescan, ontwikkelen online middelen (actie-/mini-websites, banners, games, etc)] • Management en executie campagnes [o.a. acquisitie campagnes, database beheer, monitoren effectiviteit campagne] • Analyse, reporting en ontwikkelen KPI’s [datamining, analyse gedrag, input genereren voor operationele en bestuurlijke (CRM) informatie en besluitvorming o.a. met behulp van KPI’s] Opdrachtgevers CloseContact heeft langdurige strategische partnerships met onder andere Air France - KLM en de NS waarbij CloseContact de online communicatie verzorgt voor deze opdrachtgevers vanuit haar AIM- platform. Dit betekent strategisch meedenken over online communicatie, contact strategieën en online executie (e-mail marketing, mini-sites). Daarnaast werkt CloseContact of heeft gewerkt voor o.a. ABN AMRO Hypotheken Groep, Dixons, American Express, Nedconcepts, NIMA, Fonds Slachtofferhulp, transavia.com, Setpoint en t for telecom. Verder heeft CloseContact een strategische alliantie gesloten met Aalt Klaassen BV. CloseContact heeft recentelijk de Gouden Email Marketing Award 2009 gewonnen met haar campagne voor KLM BlueBiz, het zakelijke loyaliteitsprogramma van Air France – KLM. www.closecontact.nl
Management Scope Management Scope is een maandblad met een unieke formule gericht op het topmanagement van grote Nederlandse organisaties en bedrijven. Naast het eigen redactieteam onder aanvoering van de hoofdredacteur bestaat de redactie uit directeuren en bestuurders met verschillende disciplines en invalshoeken die maandelijks interviews met collega-directeuren afnemen. Zij worden tijdens hun interviews door professionele journalisten begeleid. In iedere uitgave interviewen directeuren hun collega’s, zonder daarbij de afstand te verliezen die het mogelijk maakt om de geïnterviewde een spiegel voor te houden. Casuïstiek uit organisaties van naam en faam en verhalen van koplopers uit verschillende branches bieden de lezer de mogelijkheid om inspiratie op te doen voor de eigen organisatie. www.managementscope.nl
40
PropertyNL en PropertyEU Onafhankelijke research & tools voor vastgoedprofessionals PropertyNL staat synoniem voor: ‘gedegen kennis van zaken op vastgoedgebied’. Behalve dé leverancier van informatie over alle aspecten van het vastgoed zijn we een solide partner en een interessante werkgever. Over PropertyNL PropertyNL is in 2000 opgericht en heeft zich in ruim acht jaar tijd ontwikkeld tot dé onderzoeksorganisatie en uitgeverij op het gebied van commercieel vastgoed en de woningmarkt. Het eigen onderzoek is de basis voor gedegen en gevarieerde publicaties. We publiceren nieuws, rapporten en onderzoeksresultaten via verschillende kanalen, zowel via print als digitaal. Met al deze publicaties richten wij ons op de vastgoedprofessional in Nederland. Wij willen hiermee een toonaangevende bron van informatie voor zijn makelaars, ontwikkelaars, beleggers en financiers, overheid, adviseurs, advocatuur, facility managers en architecten. Team Bij PropertyNL en de Europese zusterorganisatie PropertyEU zijn inmiddels zo’n 40 enthousiaste professionals werkzaam. Kenmerkend zijn een hechte samenwerking waarbij we elkaar constant inspireren en stimuleren om een beter product af te leveren. Werken bij PropertyNL betekent regelmatig contact met de kopstukken uit de vastgoedwereld en de mogelijkheid tot ontplooiing en profilering binnen deze sector. PropertyEU Binnen PropertyNL wordt constant nagedacht over nieuwe producten en diensten waarmee we onze klanten nog beter van dienst kunnen zijn. In 2007 zijn wij in dit kader gestart met het Europese magazine PropertyEU. Dit Engelstalige maandblad brengt onderzoek, trends en achtergronden in kaart over de Europese vastgoedmarkt. Het vindt zijn weg naar abonnees in heel Europa. In combinatie met een dagelijkse nieuwsbrief en een website is PropertyEU dé bron van informatie over internationale vastgoedsector voor de Europese vastgoedprofessional. PropertyNL bv Postbus 75485 1070 AL Amsterdam Tel. 020-5753317 Fax. 020-5753318 www.PropertyNL.com
41
VBDO Rekening houden met mens, milieu en economie De ideale samenleving is voor de VBDO een duurzame samenleving die voorziet in de behoeften van iedereen, zowel nu als in de toekomst. Een evenwicht tussen sociale, ecologische en economische waarden is een voorwaarde voor een duurzame samenleving. Elk individu en elke organisatie draagt op eigen wijze bij aan het in stand houden en verder ontwikkelen van deze balans. De kapitaalmarkt bestaat uit meerdere partijen. Aan de ene kant zijn dat de particuliere en institutionele beleggers. Daarnaast zijn er ondernemingen waarin belegd wordt. De VBDO zet door haar actiegerichte werk en onderzoek beide partijen aan tot duurzamer handelen. Rekening houden met mens, milieu en economie, zodat we toekomstige generaties een wereld kunnen nalaten waarin het prettig leven is. Dat is de visie van de VBDO, de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling. De Goed Geldwijzer De vraag naar duurzame financiële producten neemt toe. Het aanbod ook. Duidelijk is dat niet alle aanbieders dezelfde criteria hanteren en dat niet alle particulieren dezelfde invulling geven aan duurzaamheid. De VBDO zorgt op de website www.goed-geld.nl voor een helder overzicht en interactieve tools om de keuze gemakkelijker te maken. De Goed Geldwijzer is een online instrument waarmee u op basis van uw eigen criteria een shortlist krijgt van de vijf beleggingsproducten die het meest bij u passen. Duurzaam Geld Gids De Duurzaam Geld Gids verschijnt om de twee jaar en biedt een actueel overzicht van de financiële producten die op een of andere wijze duurzame ontwikkeling stimuleren. Duurzame financiële producten hebben met elkaar gemeen dat ze u de kans geven om socialer en milieubewuster om te gaan met uw geld, zonder dat het ten koste gaat van het financiële rendement. De Duurzaam Geld Gids wordt samengesteld door DHV, de Consumentenbond en VBDO en is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van VROM en het Ministerie van Economische Zaken. De VBDO gelooft dat geldstromen de kansen van een duurzame samenleving bepalen. De VBDO kiest daarom de kapitaalmarkt als domein om haar visie, een duurzame samenleving, te realiseren Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling Goilberdingerstraat 14a Postbus 504 4100 AM Culemborg T (0345) 53 26 53 E
[email protected] W www.vbdo.nl W www.goed-geld.nl
42
Mazars Afdeling Marketing & Communicatie Rivium Promenade 200 2909 LM Capelle a/d IJssel Postbus 23123 3001 KC Rotterdam Tel. (010) 277 13 34 E-mail:
[email protected] www.mazars.nl Mazars Paardekooper Hoffman Holding NV
Ga verder met Mazars. 44
18 januari 2008, Rotterdam