FACULTEIT GENEESKUNDE
Praktische richtlijnen stage huisartsgeneeskunde In de basisopleiding als arts
[email protected]
Inhoud
1. De basisopleiding geneeskunde: verschillende stagemomenten ............................ 4 2. Concrete verwachtingen ............................................................................................... 7 Profiel van een stagecoördinator ............................................................................... 7 Werkuren ................................................................................................................... 8 Hoe leer ik mijn stagiair kennen? .............................................................................. 9 Integratie van de stagiair in de praktijk ...................................................................... 9 Evaluatie van de stagiair ........................................................................................... 9 Vergoeding? ............................................................................................................10 Evaluatie van de stageplaats ..................................................................................10 3. Welzijn van de stagiair ................................................................................................11 Vakantie? .................................................................................................................11 Is de stagiair verzekerd? .........................................................................................11 Ben ik als stageleider verzekerd? ...........................................................................11 Wat als mijn stagiair ziek wordt? .............................................................................11 Gezondheidstoezicht van stagiairs..........................................................................11 4. Wie is wie? ...................................................................................................................13 De stagecoördinator/stageleider .............................................................................13 De Faculteit Geneeskunde ......................................................................................13 Het Cremecbestuur .................................................................................................13 De regiocoördinator .................................................................................................14 Het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) .............................14
BIJLAGE : Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen .....................................................................15
1. De basisopleiding geneeskunde: verschillende stagemomenten Tijdens de opleiding tot arts aan KU Leuven worden de fundamenten gelegd waarop alle vervolgopleidingen verder bouwen. Ook de huisartsgeneeskunde is een specialisatie die voortbouwt op de verworvenheden van de studie tot arts. Daarom laten wij onze studenten graag op verschillende ogenblikken kennis maken met de huisartsgeneeskunde. Dat gebeurt zowel tijdens de bachelorjaren als tijdens het derde masterjaar (het stagejaar). Als de studenten in hun zevende jaar kiezen voor een opleiding als huisarts, volgen ook zij nog een bijkomende stage huisartsgeneeskunde in het zevende jaar. We willen de stagiairs tijdens de hele opleiding tot arts laten kennismaken met vijf inhoudelijke praktijkthema‟s en hen binnen deze thema‟s enkele klinische opdrachten aanreiken. 1. Consultatievoeren en communicatie 2. Medisch/klinisch handelen 3. Praktijk en dossiermanagement 4. Praktische vaardigheden 5. Populatiegerichtheid In de specifieke brochures van de verschillende opleidingsjaren kunt u voorbeelden en suggesties vinden om deze te implementeren in de stage.
De bachelorjaren Wat? Tijdens twee korte stages tijdens de bachelorjaren maken onze studenten voor het eerst kennis met de huisartsenpraktijk. In het tweede jaar geneeskunde kijken ze vooral naar de patiënt. Wat zijn hun klachten? Wat zijn hun verwachtingen? Hoe gaat de huisarts hier mee om? We noemen deze stage „patiëntenzorgstage‟. In het derde jaar geneeskunde staan het consultvoeren, het management, de expertise en de vaardigheden van de arts centraal. We noemen deze stage „prestage huisartsgeneeskunde‟. Wanneer? Studenten uit het tweede bachelorjaar lopen telkens vier dagen stage op het einde van het eerste semester. Studenten uit het derde bachelorjaar lopen telkens vijf dagen stage bij het begin van het tweede semester. Organisatie? Twee keer per jaar (in mei en oktober) lanceert de Faculteit Geneeskunde per e-mail een oproep via e-mail waarbij u op een website kunt aangeven of u voor de komende te plannen periodes al dan niet kunt meewerken en zo ja, met welke stages. Indien u dat wenst en als hiervoor ruimte is in de praktijk, kan het om meer dan één student tegelijkertijd in de praktijk te laten komen (bijv. in een groepspraktijk). Indien u vraagt om slechts één student in de praktijk te begeleiden, zullen we nooit meer dan één student plannen.
Studenten van de KULAK? Studenten die hun bacheloropleiding aan de KULAK lopen, hebben op een ander moment een gelijkaardige kijkstage. Wij proberen dit zo goed mogelijk met onze collega‟s af te stemmen zodat de stageperiodes niet overlappen. Contactpersoon? De contactpersoon voor de bachelorstages is Elke Leunens. (
[email protected]). Zij verzorgt de praktische organisatie van deze korte stages.
Zesde jaar geneeskunde Wat? Tijdens het vierde en vijfde jaar van hun basisopleiding hebben de studenten voldoende theoretische bagage vergaard en staan ze in het zesde jaar klaar om de theorie in praktijk om te zetten, onder leiding van de stageleiders. Inhoudelijk wil de stage in het zesde jaar vooral een licht werpen op pathologie en het huisartsgeneeskundig handelen, in al zijn facetten. De nadruk wordt hierbij gelegd op het hanteren van een bio-psycho-sociaal model. De huisarts kijkt met de student naar de patiënt in zijn geheel en volgt hem/haar gedurende een langere periode van zijn/haar leven op. We willen de studenten bijbrengen dat de huisarts zowel een functie heeft in preventie als in curatieve zorg. Hij/zij neemt de rol van coach op voor de individuele patiënt in het gezondheidszorgsysteem en werkt hiervoor samen met andere zorgverstrekkers. Wanneer? Studenten lopen tijdens het stagejaar een heel jaar stage. De exacte planning van elke student is anders. De ene student start bijv. met een stage heelkunde of gynaecologie, terwijl een andere student dan start met de stage huisartsgeneeskunde. In principe is het dus mogelijk om op het even welk moment van het jaar een student te begeleiden van het zesde jaar geneeskunde, voor zover er op dat ogenblik studenten uit de regio zijn die een stageplaats nodig hebben. De stage in het zesde jaar duurt vijf weken. Deze vijf weken stage kan de stagiair in overleg met de stageleider inplannen binnen een vastgelegde periode van acht weken. De student heeft dus recht op drie weken vakantie. Deze kan aan het begin van de periode, in het midden van de periode of aan het einde van de periode opgenomen worden. We vragen onze studenten steeds om dit met hun stageleider te overleggen zodat we ook kunnen tegemoet komen aan de planning van de praktijk. Als de periode overlapt met een schoolvakantie of met de stage van een student uit een ander opleidingsjaar (bijv. weekje kijkstage) mag u altijd aan de student vragen om dan vakantie te plannen. Organisatie? Twee keer per jaar (in maart en september) lanceert de Faculteit Geneeskunde per e-mail een oproep via e-mail waarbij u op een website kunt aangeven of u voor de komende te plannen periodes al dan niet kunt meewerken en zo ja, met welke stages.
Op basis hiervan maken wij de planning op. Als u zich opgeeft op de website, kan u de data waarin de stagiair komt al noteren. Wij geven de naam van de student door ter bevestiging van zodra de planning rond is. Het is ook mogelijk dat u (bij een tekort aan stageplaatsen in uw regio) nog een persoonlijke e-mail ontvangt met een concreet stageverzoek. Contactgegevens? De contactpersoon voor deze stages is Elke Leunens. (
[email protected]). Zij verzorgt de praktische organisatie van deze stages.
Zevende jaar geneeskunde Wat? Studenten die in het zevende jaar nog een stage huisartsgeneeskunde lopen, hebben gekozen voor een verdere opleiding als huisarts. De stage in het zevende jaar wil hen hierop voorbereiden. In het zevende jaar ligt de focus op de therapie en de behandeling, op consultatie en praktijk voeren. Wanneer? De studenten lopen zes weken stage, verspreid over twee blokken van een aantal weken. De student loopt beide stageblokken in dezelfde huisartsenpraktijk. Organisatie Twee keer per jaar (in maart en september) lanceert de Faculteit Geneeskunde per e-mail een oproep via e-mail waarbij u op een website kunt aangeven of u voor de komende te plannen periodes al dan niet kunt meewerken en zo ja, met welke stages. Indien u zich hiervoor kandidaat stelt, nemen wij met u telefonisch contact op als blijkt dat we in uw regio een student uit het zevende jaar te plaatsen hebben. Contactgegevens? De contactpersoon voor deze stages is Christianne De Bruyn. (
[email protected]). Zij is verantwoordelijk voor de praktische organisatie van deze stages.
2. Concrete verwachtingen Profiel van een stagecoördinator Een stagecoördinator is een erkend, geaccrediteerd huisarts. Deze arts heeft beroepservaring sinds drie jaar (haio jaren inbegrepen). Hij/zij beoefent de huisartsgeneeskunde op een wetenschappelijk verantwoorde wijze. Een stagecoördinator didactisch voldoende onderlegd of bereid hierover bijscholing te volgen (aanleren van vaardigheden, feedback geven, observeren,..). Een stagecoördinator bereid om studenten te evalueren en de nodige administratie uit te voeren die hiermee gepaard gaat. Hij/zij is bereid om feedback van regiocoördinatoren en/of studenten over de stageplaats te bespreken met een staflid van het ACHG. Een stageleider beschikt over een functioneel Elektronisch Medisch Dossiersysteem, een e-mail account die regelmatig wordt opgevolgd en toegang tot internet op de praktijk. De stageleider heeft “goesting” om zijn/haar kennis en ervaring als huisarts op een positieve manier te delen met studenten.
Een student begeleiden van het tweede jaar geneeskunde (patiëntenzorgstage) De arts voldoet aan het profiel van een stagecoördinator en biedt de mogelijkheden om klinische vaardigheden te oefenen (bv. venapunctie).
Een student begeleiden van het derde jaar geneeskunde (prestage) De arts voldoet aan het profiel van een stagecoördinator. Daarnaast is de arts bereid inzage te geven aan de student in het EMD en een minimale uitleg te geven over de werking van het dossiersysteem. De verschillende gelabelde softwarepakketten hebben immers een andere interface, hoewel de inhoud vaak gelijklopend is. De arts is in staat zijn om de verschillende onderdelen en elementen van het huisartsconsult te onderscheiden en te benoemen. Delen van de raadpleging kunnen ingeoefend worden.
Een student begeleiden van het zesde jaar geneeskunde (stagejaar) De arts voldoet aan het profiel van een stagecoördinator. Daarnaast is de arts bereid inzage te geven aan de student in het EMD en een minimale uitleg te geven over de werking van het dossiersysteem. De verschillende gelabelde softwarepakketten hebben immers een andere interface, hoewel de inhoud vaak gelijklopend is. De arts is in staat zijn om de verschillende onderdelen en elementen van het huisartsconsult te onderscheiden en te benoemen.
Delen van de raadpleging kunnen ingeoefend worden. De arts is bereid de stagiair onderdelen van de raadpleging zelf te laten doen onder supervisie en daarover feedback te geven. Hij/zij kan de basiselementen van de medische besliskunde in de huisartsgeneeskunde demonstreren en uitleggen (diagnostisch landschap, argumenten, drempels). De arts bereid deel te nemen aan regionale bijeenkomst van stageleiders in zijn provincie (één keer per jaar).
Een student begeleiden van het zevende jaar geneeskunde (huisartsen in spé) De arts voldoet aan het profiel van een stagecoördinator. Daarnaast is de arts bereid inzage te geven aan de student in het EMD en een minimale uitleg te geven over de werking van het dossiersysteem. De verschillende gelabelde softwarepakketten hebben immers een andere interface, hoewel de inhoud vaak gelijklopend is. De arts is in staat zijn om de verschillende onderdelen en elementen van het huisartsconsult te onderscheiden en te benoemen. Delen van de raadpleging kunnen ingeoefend worden. De arts is bereid de stagiair onderdelen van de raadpleging zelf te laten doen onder supervisie en daarover feedback te geven. Hij/zij kan de basiselementen van de medische besliskunde in de huisartsgeneeskunde demonstreren en uitleggen (diagnostisch landschap, argumenten, drempels). De arts bereid deel te nemen aan regionale bijeenkomst van stageleiders in zijn provincie (één keer per jaar). De arts is bereid om de student autonoom een volledige raadpleging laten doen volgens het consultatiemodel. Hij/zij bewaakt daarbij de patiëntveiligheid. De arts kan hierover supervisie en feedback geven. De arts faciliteert het maken van video opnames van raadplegingen door de stagiair en ondersteunt de stagiair bij het uitvoeren van taken en opdrachten. De arts is bereid deel te nemen aan bijeenkomst voor stageleiders van de Faculteit geneeskunde en/of het ACHG (één tot twee keer per jaar).
Werkuren In de wet op de arbeidsduur van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaten in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen van 12 december 2010 werd de wettelijke werktijd van een stagiair beperkt. Stagiairs mogen niet meer dan 48 uur per week werken, tenzij ze hier expliciet en officieel (via een schriftelijk contract, bewaard op de stageplaats) voor kiezen om een maximum van 60 uur per week te werken. De stagiair mag nooit langer dan 24 uur werken. Als de arbeidstijd van de
stagiair tussen 12 en 24 uur ligt, moet er onmiddellijk aansluitend een recuperatietijd van 12 uur 1 volgen .
Hoe leer ik mijn stagiair kennen? Wij zijn ervan overtuigd dat het belangrijk is dat de stagiair en de stageleider elkaar even ontmoeten voor de start van de stage. Ook denken we dat het nuttig is dat de student de werkruimte op voorhand eens kan bezoeken. De geplande stagiair zal u hierover tijdig contacteren. Bedoeling is om elkaar wat beter te leren kennen, zowel op professioneel vlak als op vlak van interesses en ambities. Verder is dit de ideale gelegenheid om praktische afspraken te maken over onder meer werkuren, lunch, kledij, vrije uren of verlof. Als u tijdens de stage opzoekwerk of opdrachten geeft, is dit ook de ideale gelegenheid om dit al wat toe te lichten. Een kennismaking voorafgaand aan de stage zorgt ervoor dat de eerste werkdag vlot verloopt en biedt u, zowel als de stagiair de kans om wensen en verwachtingen over de stage te bespreken. Momenten van afwezigheid, studie, opleiding, vakantie en evaluatie krijgen zo ook vooraf een plaats in de agenda. Zo kunt u op voorhand mogelijke misverstanden vermijden over invullen van taken, opdrachten, eindtermen en logistieke aspecten.
Integratie van de stagiair in de praktijk Het is belangrijk dat de stagiair zich goed voelt in de praktijk en zich welkom voelt. Maar we verwachten niet dat u de stagiair logies of maaltijden aanbiedt, tenzij u dit zelf wenst. U heeft als stageleider ook steeds het recht uw privéleven strikt gescheiden te houden. Patiënten kunnen er altijd voor kiezen om te vragen of de stagiair even naar buiten kan gaan bij de consultatie. Wij sturen elke stageleider via de post een affiche en een infoblaadje door die u in de wachtkamer ter beschikking kunt stellen.
Evaluatie van de stagiair De beoordeling van de stagiairs uit het zevende jaar gebeurt op papier. U krijgt hiervoor een evaluatieformulier toegezonden. De beoordeling van de stagiairs voor de bachelorstages en het zesde jaar geneeskunde kunt u elektronisch doorgeven. U kunt inloggen op de website http://www3.kuleuven.be/med/stage/web/login U kunt inloggen met de gebruikersnaam en paswoord dat u door de Faculteit Geneeskunde werd doorgestuurd via e-mail. Als u uw paswoord bent vergeten, de handleiding zoekt of hulp nodig hebt, kunt u steeds met ons contact opnemen via
[email protected]
1
De volledige wet op de arbeidsduur vindt u terug in bijlage 1 bij deze bundel
U kunt voor elke student slechts één keer de beoordeling invullen. Als u de quotering later toch liever wijzigt, kunt u contact opnemen met ons. Vergeet na het invullen van de punten de beoordeling niet door sturen en vul zeker alle verplichte velden in, anders wordt deze niet doorgestuurd.
Vergoeding? Wij geven geen vergoedingen voor het begeleiden van een stagiair, het begeleiden gebeurt op louter vrijwillige basis. Voor elke stagiair van het derde en vierde masterjaar die bij u stage heeft gelopen, ontvangt u een fiscaal attest. Het attest bevestigt de meerkost van een stagiair in uw praktijk en geeft een schatting daarvan. We bezorgen de fiscale attesten bij het begin van elk kalenderjaar. Dit attest houdt enkel een raming in van de bijkomende kosten die de aanwezigheid van een stagiair met zich meebrengt. De administratie van belastingen kan van u eisen dat u deze kosten bewijst. U kunt het attest toevoegen bij uw belastingaangifte.
Evaluatie van de stageplaats Na de stage vullen studenten een anonieme evaluatie in over hun ervaringen in de praktijk. De Faculteit Geneeskunde verzamelt op basis van deze vragenlijst zowel kwantitatief als kwalitatief informatie over de kwaliteit van de stageplaats als opleidingsplaats. Over het algemeen zijn onze studenten heel tevreden van hun ervaringen in de huisartsenpraktijken. Een algemene evaluatie over de stage mag u altijd opvragen via het Facultair Bureau Stages. Specifieke feedback over uw eigen praktijk als stageplaats ontvangt u automatisch van zodra vijf studenten hetzelfde type stage gelopen hebben in uw praktijk (bijv. vijf stagiairs van het zesde jaar geneeskunde). Dit om anonimiteit van de student te verzekeren.
3. Welzijn van de stagiair
Vakantie? Stagiairs uit de bachelorjaren en uit het zevende jaar geneeskunde kunnen geen vakantie nemen. Stagiairs uit het zesde jaar geneeskunde moeten binnen de vastgelegde periode slechts vijf weken stage lopen, zij mogen drie weken vakantie nemen. Hun vakantie bepalen ze altijd in overleg met de stageleider. Is de stagiair verzekerd? Stagiairs zijn door de KU Leuven verzekerd voor persoonlijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid in het kader van hun stage. Ben ik als stageleider verzekerd? Uw functie als stageleider/opleider moet gemeld worden aan uw verzekeraar beroepsaansprakelijkheid. Concreet dient u zich ervan te vergewissen of uw aansprakelijkheid als stageleider opgenomen is in de dekking van uw bestaande verzekeringspolis. Indien dit niet zo is, kan uw verzekeraar voor de dekking van uw aansprakelijkheid als stageleider een bijpremie aanrekenen. Het uitoefenen van de functie van stageleider betekent voor uw verzekeraar immers een verzwaring van het verzekeringsrisico. Best communiceert u dus hier op voorhand duidelijk over met uw verzekeraar. Onze studenten zijn tijdens hun stages verzekerd voor persoonlijke ongevallen en voor schade die zij veroorzaken aan derden (burgerlijke aansprakelijkheid). Wanneer evenwel een gebrek aan supervisie vastgesteld wordt, kan de schade veroorzaakt door de student eveneens verhaald worden op de stageleider. Dit is vanzelfsprekend uiterst zeldzaam en tot op heden is ons nog geen enkel dergelijk geval bekend. Wat als mijn stagiair ziek wordt? Bij afwezigheid in de praktijk wegens ziekte moet de stagiair onmiddellijk de stageleider op de hoogte brengen en hem/haar een ziekteattest bezorgen. De student bezorgt ook een kopie aan de Faculteit Geneeskunde. Bij beperkte afwezigheid is de stagiair niet altijd verplicht deze stagedagen in te halen. Het is de facultaire examencommissie die daarover beslist na afloop van het stagejaar.
Gezondheidstoezicht van stagiairs Conform art. 2 §1 van de wet van 6 augustus 1996, betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, worden stagiairs gelijkgesteld met werknemers voor wat betreft de toepassing van de wetgeving (het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex over het welzijn op het werk). Daarom zijn alle stagiairs die in een ziekenhuis stage lopen ook onderworpen aan het medisch onderzoek (gezondheidsbeoordeling) door de aan de instelling verbonden arbeidsgeneesheer, o.a. wegens het risico 'infectieziekten' (art. 124 van het ARAB). Het KB dd. 30/09/05 (tot wijziging van het KB dd. 21/09/04) betreffende de bescherming van stagiairs, voegt eraan toe dat het verplichte medisch onderzoek (gezondheidsbeoordeling) kan
uitgevoerd worden door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de onderwijsinstelling wanneer de instelling waar ze stage lopen hierom verzoekt. De studenten krijgen een gezondheidsbeoordeling door IDEWE voor de start van het stagejaar. Deze gezondheidsbeoordelingen zijn erg belangrijk en een stagiair mag niet met stage starten indien hij/zij geen gezondheidsbeoordeling ondergaan heeft. Elke student krijgt een kopie van de gezondheidsbeoordeling. U mag dit altijd bij de student opvragen. De studenten van het zesde en zevende jaar hebben ook een VGM-fiche in hun stagemap. Deze fiche beschrijft de risico‟s verbonden aan elke stage en moet naar waarheid bekeken en ingevuld worden. Het is de bedoeling dat de stagecoördinator deze overloopt met de studenten, en dat hij/zij en de student de fiche aftekenen. Indien andere risico's dan de generieke (op de stagefiche vermelde) worden ingevuld, moeten wij hiervan op de hoogte gesteld worden.
4. Wie is wie? De stagecoördinator/stageleider Elke huisarts die actief betrokken is bij de opleiding van een stagiair wordt „stageleider huisartsgeneeskunde‟ genoemd. Binnen een groepspraktijk of ander samenwerkingsverband (bv. wanneer de stage gespreid is over twee zelfstandige huisartspraktijken) neemt één stageleider de coördinatie van de stage op zich. De stageleiders en stagecoördinator hebben wel regelmatig overleg met elkaar om de begeleiding, de evolutie en de evaluatie van de stagiair te bespreken. De coördinator is verantwoordelijk voor de praktische organisatie, de communicatie met de Faculteit Geneeskunde en het geven van de eindbeoordeling na de stage. Gezien het stijgende aantal studenten zijn wij voortdurend op zoek naar gemotiveerde stageleiders huisartsgeneeskunde. Indien één van uw collega‟s uit de regio interesse heeft om mee te werken, mag hij/zij ons zeker contacteren. De Faculteit Geneeskunde Problemen met de stagiair die zich situeren op persoonlijk vlak (fysiek of psychisch, attitude, motivatie, ...) bespreekt u best rechtstreeks met de facultair stagecoördinator en/of de administratie: Prof. dr. P. Herijgers, facultair stagecoördinator Prof. dr. J. Delepeleire, verantwoordelijke stage huisartsgeneeskunde Prof. dr. B. Aertgeerts, afdelingshoofd Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde Mevr. Hilde Groenen, Facultair bureau stages Mevr. Elke Leunens, Facultair bureau stages Mevr. Annelies Brinkhof, Facultair bureau stages Mevr. Christianne De Bruyn, Facultair bureau stages Mevr. Monique Smets, Facultair bureau stages Het Cremecbestuur Momenteel werkt de Faculteit perifeer samen met een 70-tal regionale affiliatieziekenhuizen (voornamelijk in Vlaanderen) voor de opleiding van haar studenten geneeskunde in het derde jaar arts. Deze ziekenhuizen worden regionaal gegroepeerd in cremecs. Cremec is de afkorting van Complementair REgionaal MEdisch Centrum. Er bestaan momenteel acht cremeccentra, namelijk: Leuven, Mechelen, Antwerpen, Kempen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Brussel en WestVlaanderen. Elk cremec heeft haar eigen bestuur dat bestaat uit minstens één voorzitter, een secretaris en een Bureau met een wisselend aantal leden. Het Cremec West-Vlaanderen bestaat uit vier subregio's, namelijk Brugge, Roeselare, Kortrijk en Oostende. Aan het hoofd staan een voorzitter en een secretaris. Het Bureau van het Cremec West-Vlaanderen bestaat uit de voorzitters en secretarissen van de subcremecs. Bij elk cremeccentrum is er een facultair verantwoordelijke die de Faculteit vertegenwoordigt in het desbetreffende centrum. Hij/zij treedt op als tussenpersoon tussen de Faculteit en het Cremec, vooral met betrekking tot het oplossen van lokale problemen. De facultair verantwoordelijke is ook aanwezig wanneer in het Cremec de stagiairs beoordeeld worden.
Als stageleider huisartsgeneeskunde wordt u mee opgenomen in deze Cremecs. Stagiairs die bij u stage lopen, nodigen we uit op de cremecactiviteiten tijdens de periode dat ze er stage verrichten. Het is belangrijk dat zij de kans krijgen deel te nemen aan deze activiteiten. Als stageleider bent u ook van harte welkom op deze activiteiten en krijgt u ook een uitnodiging. Als er een probleem opduikt dat best regionaal besproken wordt, gebeurt dit via het Cremec. De regiocoördinator Voor iedere Cremec werden één of meerdere regiocoördinatoren aangesteld. Dit zijn huisartsen die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de stageplaatsen huisartsgeneeskunde binnen een bepaalde Cremec. Zij vormen de verbindende schakel tussen de lokale stageplaatsen, het Cremecbestuur en de faculteit Geneeskunde. De regiocoördinator zetelt in het Cremecbestuur, participeert aan Ccremecvergaderingen en neemt deel aan de didactische opleidingsmodules en andere stagevergaderingen georganiseerd door de Faculteit Geneeskunde. Leuven Mechelen Antwerpen Kempen Limburg
Oost-Vlaanderen Brussel West-Vlaanderen – Kortrijk West-Vlaanderen – Oostende West-Vlaanderen – Roeselare West-Vlaanderen – Brugge
Dr. G. Van Boxem Dr. E. Boogaerts Dr. P. Van Dessel Dr. I. Leunckens Dr. J. Staes Dr. M. Kelchtermans Dr. E. Vandenbossche Dr. H. Dewitte Dr. E. Cooreman Dr. W. Renier Dr. K. Geens Dr. X. Biebuyck Dr. S. Decabooter Dr. D. Vuylsteke Dr. N. Vervaeck
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Het Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding (ICHO) Het ICHO staat los van de basisopleiding geneeskunde aan de KU Leuven. Zij verzorgen de vervolgopleiding voor studenten die kiezen voor een opleiding en verdere carrière als huisarts en staan los van elke universiteit. De HAIO‟s worden dus gepland door de collega‟s van het ICHO. Voor vragen kunt u contact opnemen met
[email protected]
BIJLAGE : Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen 12 december 2010
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, wat betreft de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen. Art. 3. Deze wet is van toepassing op de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaatgeneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding, studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen en op de werkgevers die hen tewerkstellen. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° geneesheren : de personen die aan alle voorwaarden voldoen voor het uitoefenen van de geneeskunst, in overeenstemming met artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en die gezondheidszorgprestaties verrichten in het kader van een arbeidsovereenkomst of in een statutair verband; 2° tandartsen : de personen die aan alle voorwaarden voldoen voor het uitoefenen van de tandheelkunde, in overeenstemming met artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en die gezondheidszorgprestaties verrichten in het kader van een arbeidsovereenkomst of in een statutair verband; 3° dierenartsen : de personen bedoeld in artikel 1, 1°, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde en die gezondheidszorgprestaties verrichten in het kader van een arbeidsovereenkomst of in een statutair verband; 4° kandidaat-geneesheren in opleiding : de kandidaten die houder zijn van het diploma van Master in de geneeskunde, die in opleiding zijn met het oog op het zich zien toekennen van de erkenning voor een van de titels bedoeld in de artikelen 1, 2 en 2bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, en die
gezondheidszorgprestaties verrichten in het kader van hun opleiding;
5° kandidaat-tandartsen in opleiding : de kandidaten die houder zijn van het diploma van Master in de tandheelkunde en die in opleiding zijn met het oog op het zich zien toekennen van de erkenning voor een van de titels bedoeld in artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, en die gezondheidszorgprestaties verrichten in het kader van hun opleiding; 6° werkgevers : de personen die de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaatgeneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen, tewerkstellen in het kader van een arbeidsovereenkomst, in een statutair verband of in het kader van een opleiding; 7° werknemers : de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen en in dit artikel bedoeld. Art. 4. De bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing op : 1° de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die er onder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen; 2° het militair personeel; 3° de personen die een leidinggevende functie uitoefenen. Art. 5. § 1. De wekelijkse arbeidsduur van de in artikel 3 bedoelde werknemers mag niet meer bedragen dan 48 uren gemiddeld over een referteperiode van 13 weken. De arbeidsduur mag de absolute grens van 60 uren niet overschrijden tijdens elke arbeidsweek. Artikel 19, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt wat moet worden verstaan onder arbeidsduur. Voor de toepassing van de in het tweede lid vastgestelde grenzen wordt er geen rekening gehouden met de overschrijdingen uitgevoerd voor het verrichten van : - arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval; - van arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist, mits de door de Koning aangewezen ambtenaar op de hoogte wordt gebracht. § 2. De duur van elke werkperiode mag nooit 24 uren overschrijden, behoudens in de in paragraaf 1, vierde lid, vastgestelde gevallen. § 3. Elke arbeidsprestatie waarvan de duur tussen 12 uren en 24 uren bedraagt moet worden gevolgd door een periode van minimum rust van 12 opeenvolgende uren.
§ 4. Voor de in artikel 3, tweede lid, 4° en 5°, bedoelde werknemers worden de uren wetenschappelijk werk die verplicht zijn in het kader van de academische vorming meegeteld als arbeidstijd ten belope van maximum 4 uren per week waarvan 2 uren op de werkplek. Art. 6. De wekelijkse arbeidsduur wordt berekend volgens de regels bepaald in artikel 26bis, § 1, zevende lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971. Art. 7. § 1. Onverminderd artikel 5, §§ 2 en 3, kan een bijkomende arbeidstijd van maximum 12 uren per week, bovenop de in artikel 5, § 1, bepaalde grenzen, worden gepresteerd om onder meer elk type van wachtdienst te verzekeren op de werkplek, op basis van een individueel akkoord van de werknemer. § 2. Deze bijkomende arbeidstijd is het voorwerp van een aanvullend loon bovenop het basisloon. Voor de kandidaat-geneesheren in opleiding kan de Koning dit aanvullend loon vaststellen bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen, ingesteld door artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 47 van 24 oktober 1967 tot instelling van een Nationale Paritaire Commissie geneesheren-ziekenhuizen en tot vaststelling van het statuut van de Nationale Paritaire Commissie voor andere beoefenaars van de geneeskunst of voor andere categorieën van inrichtingen, alsmede van de Gewestelijke Paritaire Commissies. De Commissie deelt zijn advies mede binnen twee maanden nadat hem het verzoek is gedaan; zoniet, wordt er niet op gewacht. § 3. Het in paragraaf 1 bedoelde akkoord moet worden vastgelegd bij geschrift tussen de werknemer en de werkgever voor het presteren van de bijkomende uren. Dit geschrift mag op elektronische wijze worden vastgelegd. Dit akkoord moet worden vastgesteld in een document dat onderscheiden is van het geschrift dat de arbeids- of de opleidingsrelatie vaststelt en vermeldt het aanvullend loon dat verbonden is aan deze bijkomende uren. De werkgever moet dit akkoord gedurende een periode van vijf jaren bewaren op de werkplekken. Deze geschreven stukken moeten zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats bevinden zodat de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de uitvoering van deze wet op elk ogenblik er inzage kunnen van nemen. De Koning kan de modaliteiten van het in paragraaf 1 bedoelde akkoord nader bepalen in een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 4. Iedere partij kan het in paragraaf 1 bedoelde akkoord beëindigen door een schriftelijk betekende opzegging van een maand. § 5. De werknemer mag geen enkel nadeel ondervinden vanwege de werkgever door het feit dat hij niet bereid is om de in dit artikel bedoelde bijkomende arbeidstijd te presteren. § 6. Artikel 7, § 2, is niet van toepassing op de in artikel 3, tweede lid, 1° tot 3°, bedoelde werknemers die reeds in dienst zijn op de datum van de inwerkingtreding van deze wet.
Art. 8. De werkgever moet op de werkplek over een register beschikken dat de door de werknemers geleverde dagelijkse prestaties volgens chronologische volgorde herneemt. Dat register mag op elektronische wijze worden bijgehouden. Art. 9. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, houden de ambtenaren die zijn aangewezen om te waken over de toepassing van hoofdstuk III van de arbeidswet van 16 maart 1971, toezicht op de naleving van deze wet. Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. Art. 10. De strafbepalingen bepaald bij de artikelen 53, 54 en 56 tot 59 van de arbeidswet van 16 maart 1971 zijn van toepassing op de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die arbeid hebben doen of laten verrichten in strijd met de bepalingen van deze wet. Art. 11. Artikel 1 van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten wordt aangevuld met de bepalingen onder 40°, luidende : « 40° de werkgever die arbeid doet of laat verrichten in strijd met de bepalingen van de wet van ... tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaatgeneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen. » Art. 12. Artikel 3ter, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt opgeheven. Art. 13. In artikel 35quaterdecies, § 4, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, wordt een 12° ingevoegd, luidende :« 12° De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg : de gegevens in verband met de in § 3, 2°, vermelde erkenning, verzameld in het kader van de toezichtopdrachten bedoeld in de wet van ...... tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaattandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen. » Art. 14. Artikel 9 van deze wet wordt op de datum van de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek, ingevoegd door de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek, vervangen als volgt : « Art. 9. De inbreuken op de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten worden opgespoord, vastgesteld en gesanctioneerd overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek. De sociaal inspecteurs beschikken over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 23 tot 39 van het Sociaal Strafwetboek wanneer ze handelen op eigen initiatief of op verzoek in het kader van hun informatie-, advies- en toezichtopdrachten op de naleving van de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten. »
Art. 15. De artikelen 10 en 11 van deze wet worden opgeheven op de datum van de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek, ingevoerd door de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek. Art. 16. In Boek 2, Hoofdstuk 2, van het Sociaal Strafwetboek, wordt een afdeling 8 ingevoegd, luidende : « Afdeling 8. - De arbeidstijd van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaatgeneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen. » Art. 17. In Boek 2, Hoofdstuk 2, Afdeling 8 van het Sociaal Strafwetboek, ingevoegd door artikel 16 van deze wet, wordt een artikel 160/1 ingevoegd, luidende : « Art. 160/1. Met een sanctie van niveau 2 wordt bestraft, de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber die, in strijd met de wet van... tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van deze beroepen : 1° arbeid doet of laat verrichten door een geneesheer, tandarts, dierenarts, kandidaatgeneesheer in opleiding, kandidaat-tandarts in opleiding of student-stagiair gedurende meer dan 48 uren gemiddeld over een referteperiode van 13 weken; 2° arbeid doet of laat verrichten door een geneesheer, tandarts, dierenarts, kandidaatgeneesheer in opleiding, kandidaat-tandarts in opleiding of student-stagiair boven de absolute grens van de arbeidsduur die 60 uren tijdens elke arbeidsweek bedraagt; 3 arbeid doet of laat verrichten door een geneesheer, tandarts, dierenarts, kandidaat-geneesheer in opleiding, kandidaat-tandarts in opleiding of student-stagiair boven de maximumduur van de werkperiode van vierentwintig uren; 4° niet een periode van minimumrust van twaalf opeenvolgende uren toekent na een arbeidsprestatie waarvan de duur tussen twaalf uren en vierentwintig uren bedraagt; 5° arbeid doet of laat verrichten door een geneesheer, tandarts, dierenarts, kandidaatgeneesheer in opleiding, kandidaat-tandarts in opleiding of student-stagiair tijdens de bijkomende tijd van maximum 12 uren per week bepaald bij de wet om elk type van wachtdienst te verzekeren op de werkplek zonder zijn individueel schriftelijk akkoord te hebben verkregen voorafgaand aan de prestatie; 6° arbeid doet of laat verrichten door een geneesheer, tandarts, dierenarts, kandidaatgeneesheer in opleiding, kandidaat-tandarts in opleiding of student-stagiair boven de bijkomende tijd van maximum twaalf uren per week bepaald bij wet; 7° het individueel akkoord bedoeld in 5° niet bewaart gedurende de voorgeschreven duur; 8° het individueel akkoord bedoeld in 5° niet bijhoudt of niet bewaart op de aangewezen plaats; 9° niet de nodige maatregelen neemt opdat het individueel akkoord bedoeld in 5° bijgehouden wordt op een gemakkelijk toegankelijke plaats zodat de ambtenaren en beambten belast met het toezicht op elk moment er inzage kunnen van nemen;
10° op de werkplek niet het register bijhoudt dat volgens chronologische volgorde de dagelijkse prestaties van de geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding of studenten-stagiairs herneemt. Voor de in het eerste lid bedoelde inbreuken wordt de geldboete vermenigvuldigd met het aantal betrokken geneesheren, tandartsen, dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs. » Art. 18. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op die van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 12 december 2010. ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK