Position Paper Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde* Vertegenwoordiger: Mr. Drs. Jim Faas, verzekeringsarts en voorzitter NVVG Aanleiding: rondetafelgesprek d.d. 12 december 2013 vaste commissie van de Tweede Kamer SZW over privacy, ziekteverzuim begeleiding en de rol van de bedrijfsarts.
Samenvatting: 1. Voorkom kostbare reorganisatie van zorg voor gezondheid van werknemers en investeer in plaats daarvan in kennis. Het is echt belangrijk om het focus in de discussie te verleggen. Verbeter de uitvoeringspraktijk door introductie van een gemeenschappelijk begrippenkader rond arbeid en belastbaarheid en versterk de wetenschappelijke basis hiervan. 2. Stel eisen aan de inzet als arts bij verzuimbegeleiding (minimaal bedrijfsarts / verzekeringsarts in opleiding) en verbeter het toezicht daarop. 3. Bij het thema omgang met medische gegevens en privacy plaatsen wij enige kanttekeningen.
Ad 1. De NVVG ziet de positie van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts als volgt: bedrijfsarts preventie
verzuimbegeleiding, advies <privaat> <werknemers in loondienst, eerste twee jaar>
klinische arbeidsgeneeskunde
verzekeringsarts verzuimbegeleiding, advies, beoordeling
bezwaar en beroep
<privaat/ particuliere verzekeraars> < zzp-ers, AOV >
De twee middenkolommen vertegenwoordigen de bulk van het werk van zowel bedrijfsartsen als en verzekeringsartsen. Beide beroepsgroepen hebben een gemeenschappelijk paradigma: het belastingbelastbaarheidsmodel. Zowel verzuimbegeleiding, -advisering als (claim) beoordeling hebben dit model als basis. Niettemin sluiten op dit moment de begrippenkaders nog onvoldoende op elkaar aan. Zie artikel Financieel Dagblad van 5 december jl. (bijlage 1) In plaats van de twee disciplines te blijven verbijzonderen kan en moet naar de mening van de NVVG gestreefd worden naar één discipline (ook wel genoemd: arts voor arbeid en gezondheid). In de functie van arts arbeid en gezondheid kunnen de verschillende rollen worden vervuld: begeleiding, advisering, beoordeling. Uiteraard verdient dit nadere uitwerking. De doelmatigheidsvoordelen zijn direct inzichtelijk. Enkele voorbeelden: concentratie in één specialistische opleiding (in plaats van twee); gezamenlijke ontwikkeling van richtlijnen en protocollen (hiermee wordt inmiddels een start gemaakt); gemakkelijker switchen van rol (waar nu een ingewikkeld proces nodig is om van bedrijfsarts verzekeringsarts te worden en andersom); concentratie van (academische) onderzoeksgroepen (in tegenstelling tot de huidige versnippering). Als het gaat om de
1
noodzaak om een opleidingfonds in te stellen pleit de NVVG ervoor dat te doen voor de volle breedte van de Sociale Geneeskunde c.q. het terrein van arbeid en gezondheid. Eerder heeft de Gezondheidsraad geconcludeerd dat het medisch handelen rond ziekte en arbeidsongeschiktheid verbetering behoeft. In dat kader wordt ook wel gesproken over 3B-richtlijnen voor begeleiding (bedrijfsarts), behandeling (huisarts/specialist) en beoordeling (verzekeringsarts). Bij curatieve artsen is nog een wereld te winnen (‘blinde vlek voor werk’). Structurele, adequate aandacht van behandelend artsen voor ‘werk’ is een gewenste eindsituatie, die nog lang niet is bereikt. De discussie zou dan ook veel meer moeten gaan over kennis delen en ontwikkelen dan over reorganisatie. Ad 2. Eisen aan de professionals In de wereld van de verzuimbegeleiding is sprake van een grote toeloop van basisartsen en anders opgeleide artsen, vaak arboarts genoemd. Geen beschermde titel. Bij de voorbeelden in de Zembla uitzending waren vooral ongekwalificeerde arboartsen betrokken. Ook voor de verzuimbegeleiding door het UWV van vangnetters in de Ziektewet voor niet eigen risico dragers wordt geworven onder basisartsen en anders opgeleide artsen. Reorganisatie van zorg is zinloos zolang er geen toezicht en handhaving plaats vindt op de inzet van gekwalificeerde bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. Minimaal vereiste voor inzet als arts bij verzuimbegeleiding zou bedrijfsarts of verzekeringsarts in opleiding moeten zijn en afronding van een module basiskennis op het gebied van Arbeid en Belastbaarheid. De waardering en beloning en daarmee de instroom voor het vak stijgen als vastgehouden wordt aan beroepskwalificaties als toegangseis. Ad 3. Geheimhouding en privacy De NVVG onderschrijft de brief van het Ministerie van SZW d.d. 25 oktober jl. over de omgang met medische gegevens. Daarbij vraagt de NVVG wel aandacht voor enkele serieuze praktijkproblemen, die onvoldoende aandacht lijken te krijgen. Er wordt steeds, terecht, een onderscheid gemaakt ten aanzien van het vragen naar (medische) gegevens en het opslaan van (medische) gegevens in het kader van de verzuimbegeleiding en re-integratie. Voor het verwerken van gegevens zijn in documenten zoals de Leidraad Bedrijfsarts en Privacy (NVAB/BoraBorea, 2011) handvatten gegeven. Willen wij daadwerkelijk dat alle ziekmeldingen direct onder de verlengde arm constructie van een bedrijfsarts of verzekeringsarts worden afgehandeld? Bijvoorbeeld door een case manager of re-integratiebegeleider? Dat is voor de bulk van de meldingen (kortdurend verzuim) een kostbare aangelegenheid. Iets om goed over na te denken. Dat dit juridisch gezien, onder de huidige wet- en regelgeving een must is, lijkt ons voor een voldongen feit te plaatsen (CPB eisen; rapport Gevers). Zonder die verlengde armconstructie is het voor case managers en re-integratiebegeleiders moeilijk, zo niet onmogelijk om een normaal gesprek te voeren met de zich ziek meldende persoon. Mensen voeren nu eenmaal geen gesprekken waarin zij de gegevens over hun gezondheid strikt gescheiden verwoorden van de gegevens die gaan over hun beperkingen, mogelijkheden, verwachte duur van het verzuim, eventuele noodzakelijke werkaanpassingen etc. Een voorbeeld. Eerder dit jaar overkwam mij een ongeval. Met welke gegevens meldt ik mij nu wel en niet ziek bij (in dit geval) mijn werkgever? ‘ik heb vanmiddag een zwieper gemaakt op de fiets. Aanvankelijk leek het mee te vallen maar in de loop van de middag kreeg ik steeds meer pijn in de borststreek. Later toch maar naar de VU gegaan omdat ik het niet vertrouwde. Blijk ik 5 ribben te hebben gebroken, wat reden is om mij flink onder de pijnstilling te houden en een nachtje in het ziekenhuis te observeren, waar ik nu tegen een kale muur lig te kijken. Ik verwacht morgenmiddag wel weer naar huis te mogen maar voorlopig even uitgeschakeld te zijn.
2
De dag erna: Update: ‘inmiddels thuis, opname was ter controle longfunctie, die is in orde. Nu paar dagen rustig aan met stevige pijnstilling om de ademhaling niet te hinderen en de pijn te verzachten. Daarna zien we wel verder. Maak jullie geen zorgen na de eerste schrik - was toch behoorlijke smak - denk ik dat het wel mee zal vallen.’ Een week later: ‘inmiddels doe ik - voorzichtig - wat lichte oefeningen, voel me nog niet echt vrij om te bewegen. Ik houd me de komende week nog wel koest. Ik heb een controle afspraak in het ziekenhuis op(datum x). Ik verwacht op (datum y) weer aanwezig te zijn.’
Kan iemand uitleggen hoe ik het als werknemer voor elkaar moet krijgen om de gegevens over de aard, oorzaak en beloop van de ziekte gescheiden van de gegevens over het verwachte herstel te bespreken of aan te leveren? En: moet hier nu echt een bedrijfsarts aan te pas komen? Al of niet in een constructie met de verlengde arm. Een tweede probleem is de rapportage die naar de werkgever gaat. In bijlage 2 vindt u (op pagina 23 van genoemde Leidraad) voorbeelden van wat wel en wat niet aan de werkgever gemeld mag worden. Na enige ervaring met verzuimgevallen kan de gemiddelde werkgever of personeelsfunctionaris de tekst toch gewoon ‘terugvertalen’? Zeker in combinatie met de informatie die rechtstreeks van de werknemer is verkregen bij de ziekmelding of als de werkgever bij zijn werknemer informeert hoe het gaat. Het ‘privacy-proof’ rapporteren krijgt hiermee surrealistische trekken. De vraag die wij stellen is of we in deze materie wel op de goede weg zijn en niet doorschieten. Dit verdient naar onze opvatting een kritische nadere bestudering. Ook hier gaat het dus om balans en om het voorkomen van misbruik van de ene of andere kant.
Amsterdam, 8 december 2013 * De verzekeringsgeneeskunde staat voor de bevordering van participatie ‘meedoen in de samenleving naar ieders mogelijkheden’; de verzekeringsgeneeskunde staat voor het juist en rechtmatig beoordelen van de (claim)klachten en een goed risicomanagement. De NVVG is opgericht in 1969 en telt ongeveer 650 leden. De vereniging is federatiepartner van de KNMG. De NVVG wil de verzekeringsgeneeskunde in de ruimste zin bevorderen. Pijlers zijn: continue vakontwikkeling, opleiding en deskundigheidsbevordering; bevordering van de professionele kwaliteit en het 'goede' handelen; behartiging van de professionele belangen voor een goede beroepsuitoefening; afstemming en profilering van het vakgebied in de samenleving. Dit doet de NVVG door contacten met onder andere: federatiepartners van de KNMG; de beleidsmakers op het ministerie van SZW; de directie van het UWV; wetenschappelijke onderzoekscentra zoals het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde; andere verenigingen waaronder NVAB, GAV en NVvA. NB: verzekeringsartsen die werkzaam zijn in de particuliere sector hebben zich grotendeels verenigd in de Nederlandse vereniging van Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken (GAV).
3
05 december 2013 © Het Financieele Dagblad
Laat alle betrokkenen bij zieke werknemers zelfde taal spreken Bas Tomassen, Jim Faas en Nico Croon
D
e SER werkt in opdracht van minister Asscher van SZW aan een vervolgadvies over de toe komst van arbeidsgerelateerde zorg. Zolang de verschillende beroeps groepen die betrokken zijn bij ziekte en arbeidsongeschiktheid hun eigen taal en terminologie bezigen, zullen de geboden oplossingen suboptimaal zijn. Het is onverstandig om een gebrek aan kennis van arbeidsgerelateerde zorg op te lossen door die zorg te herstructureren. Er kan beter worden geïnvesteerd in kennis. Per saldo mogen de maatregelen niet leiden tot hogere kosten voor de Zorgverzekeringswet. Het is daarom van belang onderscheid te maken tussen beroepsziekten (veroorzaakt door het werk of de arbeidsomstandigheden) en arbeidsrelevante aandoeningen waarbij
de ziekte gevolgen heeft voor het ver richten van arbeid. Bijna alle ziekten zijn arbeidsrelevant en worden ‘gewoon’ gediagnosticeerd en behandeld door huisartsen en medisch specialisten in de regulier verzekerde gezondheidszorg. Voor beroepsziekten — veel kleiner in aantal — bestaat een aantal gespeciali seerde en academische centra. Bij het zoeken naar oplossingen voor verbetering van de zorg bij arbeidsrele vante aandoeningen wordt ten onrechte nog geen verbinding gemaakt met de verzekeringsgeneeskunde. Als gevolg van de steeds verdergaande ‘labeling’ van jeugdigen, vergrijzing van de be roepsbevolking en verhoging van de pen sioenleeftijd zal de druk op arbeidsonge schiktheidsuitkeringen en reintegratie van mensen met chronische ziekten en blijvende medische beperkingen de komende jaren sterk toenemen.
Voor de verzuimbegeleiding van zieke werknemers door de bedrijfsarts en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid door de verzekeringsarts is dezelfde ken nis vereist, maar worden verschillende protocollen gehanteerd. Enkele jaren geleden al constateerde de Gezond heidsraad dat het medisch handelen bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid verbetering behoeft. Richtlijnen voor be oordeling, behandeling en begeleiding en voorbeeldcasuïstiek kunnen daarbij helpen. Op deze manier kunnen samen werking en informatieuitwisseling in de uitvoeringspraktijk worden verbeterd.
Gemeenschappelijk begrippenkader essentieel voor hervorming arbeidsgerelateerde zorg
Opdat de betrokkenen — inclusief nietmedici zoals arbeidsdeskundigen — elkaar goed kunnen begrijpen is een gemeenschappelijk begrippenkader ver eist rond arbeid en belastbaarheid. dit is essentieel om goed vorm en inhoud te geven aan reintegratie en schadelast beheersing zonder schending van priva cy en medisch beroepsgeheim. de factor arbeid dient meer aandacht te krijgen in de verschillende medi sche beroepsopleidingen. daar is geen organisatieverandering voor nodig, maar bundeling van initiatieven en regie. B. W. M. Tomassen is algemeen directeur van Ergatis Arbeid en Gezondheid, mr. drs. W. A. Faas is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde en dr. mr. N. H. T. Croon is verzekeringsarts bij De Amersfoortse.
Bijlage 2
Tekstvoorbeelden (niet uitputtend!)
Niet
Wel
Aard van de behandeling Benoemen van aandoening Chemotherapie Familieomstandigheden Fysiotherapeut Gedragscognitief Geopereerd aan….
De behandeling is adequaat De verzuimoorzaak is medisch Gerichte behandeling Omstandigheden Behandelaar Maatwerktraining Gerichte behandeling, waardoor op korte termijn geen mogelijkheden tot re-integratie bestaan Aandoening waardoor energetische beperkingen Medewerker werkt actief aan zijn herstel Is behandeld Onvoldoende mobiel; beperkingen met langdurig achtereen lopen, beperkt ten aanzien van hurken en knielen (e.d.) Voor zijn eigen fysiek belastende werkzaamheden heeft hij goed gebruik van beide armen en benen nodig Energetisch beperkt; energetische disbalans Beperkingen met frequent reiken of voor activiteiten boven schouderniveau Aandoening Specialist Deskundige begeleider Niet arbeidsgerelateerd Gespecialiseerde kliniek Medewerker werkt actief aan zijn herstel Beperkingen bij bukken, tillen en dragen, duwen en trekken (e.d.) Verstoorde arbeidsverhouding Concreet werkhervattingsschema met data, uren en aard van werk (of beperkingen) De werkgever is door werknemer op de hoogte gesteld van de aandoening en het beloop, of “zoals uw medewerker u reeds heeft verteld.”
Hartklachten Hartrevalidatie Is bestraald Knieklachten
Lopen met krukken ivm knie
Moe Nekklachten Psychische aandoening Psychiater Psycholoog Privé oorzaak Pijnpoli Revalidatie op afdeling Rugklachten Ruzie met baas of collega Stappen in werkhervatting Werkgever kent de ziekte
pagina 23