PERSBERICHT Position paper: Collectieve solidariteit, individuele zekerheid In november 2014 presenteerde het Rabobank Pensioenfonds een position paper als input voor de nationale pensioendialoog. Eerder dit jaar voegden deskundigen van Cardano en Syntrus Achmea Pensioenbeheer hun expertise toe. Als uitkomst van deze samenwerking zijn denkrichtingen ontwikkeld voor een tweede pijler pensioen op basis van een premieregeling. Bestaande inzichten zijn hierin samengevoegd om tot een vernieuwende oplossing te komen. Kern van de denkrichtingen is dat in een nieuw stelsel dezelfde economische pensioenuitkomsten mogelijk blijven als onder de huidige uitkeringsregeling en dat er door individuele eigendomsrechten voor deelnemers meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden ontstaan. De ideeën zijn samengevat in een nieuw position paper: ‘Collectieve solidariteit, individuele zekerheid’. Dit alles als bijdrage aan de maatschappelijke discussie. In juli 2015 presenteerde staatssecretaris Klijnsma de brief: ‘Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel’. Het position paper werkt een aantal onderwerpen uit deze brief verder uit. Het kabinet kiest voor het afschaffen van de doorsneepremie en streeft naar duidelijke individuele eigendomsrechten. Op basis van onze ervaringen stellen we aanvullingen voor. We willen die aanvullende inzichten delen en attenderen op uitgangspunten die bij de verdere uitwerking van de hoofdlijnenbrief wat ons betreft speciale aandacht verdienen. Inzichten Een premieovereenkomst met een vaste premie kan dezelfde pensioenuitkomsten bieden als de huidige uitkeringsovereenkomst. De premieovereenkomst zorgt voor meer flexibiliteit en schept ruimte voor keuzevrijheid voor deelnemers. Na het verdelen van het niet meer noodzakelijke eigen vermogen van fondsen over hun deelnemers zal er in het nieuwe stelsel geen ‘dood geld’ meer zijn. Uitgangspunten De schaalvoordelen die een collectief stelsel kan bieden, moeten behouden blijven. De solidariteit rond leven en sterven moet intact blijven. De solidariteit tussen bestaande en nieuwe opbouw kan worden gewaarborgd door pensioenrechten uit de huidige uitkeringsregeling in te brengen in de nieuwe premieregeling. Voordat het mogelijk is om op een nieuwe premieregeling over te stappen, moet een aantal wettelijke hordes worden genomen: De wetgeving die ‘doorbeleggen’ na pensionering binnen de premieregeling mogelijk maakt moet worden doorgezet. Een gelijk fiscaal speelveld voor de premieregeling en uitkeringsregeling moet worden gecreëerd door invoering van een vaste premie. Dat zou een vergelijkbaar niveau kunnen zijn als de huidige doorsneepremies binnen de huidige uitkeringsregeling. 1
Collectieve waardeoverdracht van uitkeringsovereenkomst naar premieovereenkomst binnen het fonds moet worden gefaciliteerd.
De position paper is bedoeld als input voor de discussie over een toekomstbestendig pensioencontract. Onderweg naar een eindoplossing zal nog een aantal hordes moeten worden genomen, zoals een oplossing voor de doorsneeproblematiek bij overgang naar een meer vaste pensioenpremie. In het paper geven we denkrichtingen. We claimen echter niet de wijsheid in pacht te hebben en nodigen daarom politici, beleidsmakers, experts, academici en collega’s in de pensioensector uit met ons de dialoog aan te gaan. Over Rabobank Pensioenfonds Het Rabobank Pensioenfonds regelt de pensioenen voor medewerkers van Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken, en een aantal andere aangesloten instellingen (Obvion, Rabo Vastgoedgroep en De Lage Landen). Over Syntrus Achmea Syntrus Achmea Pensioenbeheer verzorgt de pensioenen van 2 miljoen deelnemers, in opdracht van ruim zestig bedrijfstak-, ondernemings- en beroepspensioenfondsen. Zij beheren de pensioenadministraties en ondersteunen en adviseren de besturen. Syntrus Achmea Pensioenbeheer staat voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later. Over Cardano Cardano ondersteunt sinds 2000 financiële instellingen robuust en stabiel te worden. Zij doet dit door middel van advisering, ontwerp, volledige implementatie en daarnaast doorlopend beheer van risicomanagement-oplossingen.
Het volledige paper ‘Collectieve solidariteit, individuele zekerheid’ kan worden gedownload vanaf: http://www.... Een samenvatting is bij dit persbericht gevoegd. Contactinformatie Stefan Lundbergh – Cardano Phone: +31 (0)10 - 206 13 23 Mobile: +31 (0)6 – 528 857 20 Email:
[email protected]
2
Samenvatting position paper
Collectieve solidariteit, individuele zekerheid In haar hoofdlijnenbrief heeft staatssecretaris Klijnsma aangegeven dat het bestaande pensioenstelsel moet worden herzien. Het huidige systeem werkt goed in een stabiele omgeving waarin deelnemers weinig van werkgever wisselen, de leeftijdsopbouw van de bevolking grotendeels gelijk blijft en financiële markten en de levensverwachting zich volgens de verwachte trends ontwikkelen. Maar de wereld is veranderlijk en daar is ons pensioenstelsel op dit moment niet goed op ingesteld. Tegelijkertijd zijn veel mensen heel tevreden over de pensioenvooruitzichten die het huidige stelsel biedt. Een nieuw, robuuster stelsel met duidelijke eigendomsrechten, meer flexibiliteit en keuzevrijheid moet uitkomst bieden. Daarom stellen we voor over te gaan naar een nieuw raamwerk op basis van een premieregeling. De voordelen van het huidige stelsel blijven intact en elementen als flexibiliteit en keuzevrijheid worden toegevoegd. De overheid moet wel een beperkt aantal drempels wegnemen om dit raamwerk mogelijk te maken. De collectieve solidariteit maakt ons pensioenstelsel tot één van de beste ter wereld. Met een sterke rol voor werkgevers en werknemers is een stelsel ontstaan waar we trots op kunnen zijn. Solidariteit in leven en sterven is in het systeem ingebakken doordat deelnemers gezamenlijk het risico dragen wanneer iemand in geldnood raakt als hij of zij erg oud wordt, of dat naaste verwanten zonder inkomen raken als een deelnemer juist jong overlijdt. De collectieve uitvoering zorgt voor lage kosten, zodat premies aan deelnemers ten goede komen. Een leeftijdsonafhankelijke premie beschermt oudere werknemers tegen hoge pensioenlasten die hen voor werkgevers te duur zouden maken. Deze elementen zijn in ons stelsel verankerd en we willen ze graag behouden in een nieuw en verbeterd alternatief. Door een gebrek aan individuele zekerheid brokkelt het draagvlak voor ons stelsel steeds verder af. De wereld is veranderd en hierdoor zijn scheurtjes ontstaan. Werknemers die vroeger gedurende hun gehele carrière bij dezelfde werkgever (en hetzelfde pensioenfonds) bleven, hebben tegenwoordig meer werkgevers of werken als zzp-er. Maar het pensioensysteem mist de flexibiliteit om hierop in te kunnen spelen. Het is bijvoorbeeld lastig om je pensioen bij een ander fonds onder te brengen. Bovendien zijn er goed bedoelde maatregelen zoals de doorsneepremie, die tot onbedoelde herverdelingen hebben geleid. Dat geldt ook voor de waardering van pensioenen. Dit heeft tot veel discussie geleid en voor spanningen tussen verschillende generaties gezorgd. Met complexe regels is het bestaande stelsel opgelapt, maar inmiddels begrijpt bijna niemand meer hoe het werkt. Een nieuw stelsel moet uitkomst bieden. In het nieuwe raamwerk willen we de kracht van het huidige stelsel behouden en tegelijkertijd de problemen die vandaag de dag worden ervaren, oplossen met meer zekerheid, flexibiliteit en keuzevrijheid.
3
Auteurs: Rabobank Pensioenfonds Anton van den Brink Jan de With Syntrus Achmea Twan van Erp Cardano Thomas van Galen Stefan Lundbergh
De bestaande pensioenvooruitzichten blijven mogelijk maar het stelsel wordt flexibeler en biedt meer ruimte voor keuzes.
Een stip aan de horizon Wie tevreden is over de pensioenuitkomsten die het bestaande pensioenstelsel biedt, heeft niet perse behoefte aan grote veranderingen. Dat neemt niet weg dat bijna iedereen onderkent dat er nadelen kleven aan het huidige systeem. Een oplossing die vooral inzet op duidelijkere (administratie van) pensioenrechten maakt het stelsel eenvoudiger, flexibeler en biedt tegelijkertijd meer mogelijkheden aan deelnemers om binnen grenzen keuzes te kunnen maken. Een toegezegde premie is fijn en doet geen pijn Als de ingelegde premies, pensioenuitkeringen, kosten, sterftewinsten, levensverwachting en beleggingsresultaten gelijk zijn, dan maakt het voor de pensioenvooruitzichten niet uit of er een premie of uitkering wordt toegezegd. Dit inzicht noemen we‘regeling neutraliteit’en het vormt de basis voor ons nieuwe raamwerk waarbinnen voortaan een premie en geen uitkering meer wordt toegezegd. Er verandert in principe niets aan de pensioenvooruitzichten, maar doordat de eigendomsrechten juridisch en administratief beter worden geregeld wordt het systeem flexibeler en maakt het meer keuzes mogelijk. Solidariteit tussen bestaande en nieuwe opbouw blijft Bij de overgang naar een premieregeling willen we geen knip tussen de bestaande en de nieuwe opbouw. We willen een gezamenlijk fonds behouden, bestuurd door werkgevers en werknemers, zoals dat ook bestaat in het huidige systeem. Hierdoor is de groep deelnemers (actief, slapend en gepensioneerd), die samen het risico kunnen delen op jong of juist oud overlijden, zo groot mogelijk. Bovendien willen we ook de deelnemers die rechten in het oude systeem hebben opgebouwd mee laten profiteren van de flexibiliteit en keuzevrijheid van de nieuwe gezamenlijke regeling. Een gelijke premie blijft De doorsneepremie zorgt ogenschijnlijk voor een gelijke beloning van jonge en oudere deelnemers omdat op het salarisstrookje van alle deelnemers dezelfde pensioenpremie staat. Dat maakt het systeem eenvoudig, maar heeft als onbedoeld effect dat pensioengeld wordt herverdeeld tussen deelnemers. Een jongere deelnemer betaalt in het huidige systeem te veel en een oudere te weinig. Als iemand bijvoorbeeld e op zijn 50 wordt ontslagen, dan heeft hij als jongere werknemer te veel betaald en profiteert hij daar als oudere werknemer niet van, en dat is wrang. In het kader van arbeidsvoorwaardelijk gelijke beloning wil de staatssecretaris van dit systeem af. Maar de eenvoud van het systeem is aantrekkelijk en dat geldt ook voor de wens om het betaalbaar te houden voor oudere werknemers.
Een meer vaste pensioenpremie op hetzelfde niveau als de huidige doorsnee premie is een goed systeem voor de toekomst. Dezelfde huidige premie wordt dan jaarlijks in de individuele pensioenpot gestopt. Het grote verschil is dat in het nieuwe systeem niet langer geld wordt herverdeeld. Voor een regeling, die is gebaseerd op een toegezegd pensioen, betekent dit dat een werknemer veel opbouwt op jonge leeftijd, en minder als hij of zij oud is. Als een deelnemer in dit systeem op 50-jarige leeftijd wordt ontslagen, dan heeft hij dus – in tegenstelling tot bij de doorsneepremie – niet te veel betaald. En omdat het premieniveau gelijk is, is ook hier de belangrijkste verandering het goed administreren van mutaties in het verwachte pensioen of de hoogte van de pensioenpot. Hoe werkt de nieuwe opzet Net zoals nu bepalen ingelegde premies, pensioenuitkeringen, kosten, sterftewinsten, levensverwachting en beleggingen rekening houdend met de fiscale regelgeving, hoeveel pensioengeld er beschikbaar is. In het nieuwe raamwerk wordt echter per deelnemer voor elk van deze factoren bijgehouden hoeveel geld er is bijgekomen of afgegaan. De pensioenpot groeit door premies in te leggen, en krimpt door kosten en pensioenuitkeringen. Net zoals nu is ook het nieuwe stelsel gebaseerd op solidariteit in leven en sterven. Dat betekent dat de uitkeringsgerechtigde deelnemers de sterftewinst - het vermogen van uitkeringsgerechtigde deelnemers die dat jaar zijn overleden- ieder jaar verdelen. Als de levensverwachting stijgt dan krimpt het verwachte pensioeninkomen (of stijgt de pensioendatum) en als hij daalt dan stijgt deze. Hiertegen kunnen deelnemers elkaar niet beschermen, omdat de levensverwachting iedereen ongeveer hetzelfde raakt. Ten slotte is er het resultaat van de financiële markten. Bij goede rendementen stijgt de pot, terwijl deze daalt bij slechte rendementen. Doordat de zes factoren uit elkaar worden getrokken is het raamwerk flexibeler en biedt het meer ruimte voor keuzevrijheid. Deelnemers kunnen keuzevrijheid krijgen in het beleggingsbeleid, omdat de huidige inflexibiliteit vervalt die deelnemers dwingt tot dezelfde beleggingsmix. Wie liever een wat minder risicovol pensioen wil en een lagere verwachte uitkering accepteert, kan kiezen voor defensievere beleggingen. Het pensioenfondsbestuur bepaalt uiteindelijk de beschikbare risicoprofielen en stelt een goed standaardprofiel vast voor wie geen keuze maakt. Het beschermen van de deelnemers tegen onverstandige beslissingen en het laag houden van de kosten (beide grote voordelen van collectieve implementatie) zijn daarbij belangrijke overwegingen. Hordes onderweg De weg naar het nieuwe stelsel met een premietoezegging als uitgangspunt is niet zonder (juridische) hordes. De belangrijkste hordes zetten we uiteen.
In het nieuwe stelsel kun je op de achterkant van een bierviltje uitrekenen wat de gevolgen van schommelingen in de levensverwachting of op financiële markten voor de hoogte van pensioenen zijn.
Regel doorbeleggen binnen de premieregeling Er zijn beperkingen die op dit moment wel gelden voor het beleggingsbeleid in de uitkeringsfase van premieregelingen, maar niet voor uitkeringsregelingen. Wij willen met het nieuwe premieregeling systeem dezelfde pensioenresultaten en risicospreiding over de levenscyclus kunnen bieden als bij de uitkeringsregeling. Dat kan alleen als doorbeleggen ook binnen premieregelingen mogelijk wordt. Er ligt al een wetsvoorstel dat dit beoogt, en dat steunen we dan ook van harte. Regel de fiscale premieruimte De fiscaal toegestane maximumpremie voor de premieregeling loopt op dit moment op naarmate de leeftijd van de deelnemer stijgt. Wij willen een vaste premie, ongeacht leeftijd en soort regeling. Om die in te kunnen voeren roepen we de wetgever op het fiscale premiemaximum voor de premieregeling gelijk te trekken voor alle leeftijden, ongeveer gelijk aan het huidige niveau van de uitkeringsregeling.
Bij het invoeren van het nieuwe stelsel moeten alle deelnemers kunnen profiteren van de toegenomen flexibiliteit en mogelijkheden voor keuzevrijheid.
Regel collectieve waardeoverdracht Bij het invoeren van het nieuwe stelsel willen we alle deelnemers laten profiteren van de toegenomen flexibiliteit en mogelijkheden voor keuzevrijheid. Bovendien zou een knip tussen oude en nieuwe opbouw tot extra administratieve lasten leiden. Daarom willen we bij de overgang naar de premieregeling geen knip tussen bestaande en nieuwe opbouw. Om dat mogelijk te maken roepen we de overheid op collectieve waardeoverdracht onder specifieke voorwaarden mogelijk te maken. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om het moment waarop waardeoverdracht plaatsvindt per fonds te variëren, en afhankelijk te maken van een voldoende hoge dekkingsgraad. Het eigen vermogen van de bestaande fondsen kan worden verdeeld over de individuele pensioenrekeningen van de deelnemers en pensioengerechtigden. Als dat gebeurt op een moment dat de dekkingsgraad boven de 100% staat, krijgen deelnemers altijd meer dan hun nominale rechten zodat ze er economisch op vooruit gaan. Tot slot We hebben niet de illusie dat we met onze voorstellen alle problemen kunnen oplossen. Ons doel is een constructieve bijdrage te leveren aan de pensioendialoog. We zetten de discussie met onze collega’s in de sector en de politiek daarom graag voort. Voor het overgangsprobleem hebben we geen totaaloplossing. Hoewel we bereid zijn constructief mee te denken, past ons hier een bescheiden opstelling. Het afschaffen van de doorsneepremie kan bijvoorbeeld in potentie tot (beperkte) herverdeling leiden en behoort daarmee naar onze mening vooral tot het primaat van de politiek. Een denkrichting die we in ieder geval wel ter overweging willen meegeven, is om bij de overgang naar een nieuw stelsel bij de verdeling van het eigen vermogen fondsen rekening te houden met het door deelnemers geleden nadeel van de doorsneepremie.