Parkgate
gebruikershandleiding
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 1
© U.M. ProCare 03-2002 Niets uit deze handleiding mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van U.M. ProCare. Dit geldt ook voor bijbehorende illustraties.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 2
De Parkgate Met de Parkgate produceert U.M. ProCare een hoogwaardig product voor een snelle afsluiting van een Parkeergarage. De Parkgate is een snelsluitend hek, waarbij de elektromechanische aandrijving vanuit de kolommen plaatsvindt. De kolommen zijn aan de bovenzijde gekoppeld door middel van een geleiderail. Verklaring van overeenstemming De Parkgate wordt geleverd met een fabrikantenverklaring. Hiermee voldoet het product aan Europese Nieuwe Aanpakrichtlijnen wat een optimale veiligheid garandeert. De verklaring van overeenstemming is achter in deze handleiding opgenomen.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 3
Inhoudsopgave 1
Gebruik van de installatiehandleiding ...........................................................................................................5 1.1 Verwante documentatie..........................................................................................................................5 1.2 Gebruik volgens bestemming................................................................................................................6 2 Veiligheid...........................................................................................................................................................7 2.1 Veiligheids- en gezondheidsrisico.........................................................................................................7 2.2 Veiligheidsvoorzieningen van de Parkgate ......................................................................................7 2.3 Aanbevolen veiligheidsvoorzieningen voor de omgeving.................................................................8 3 Garantie .............................................................................................................................................................9 3.1 Aansprakelijkheid ....................................................................................................................................9 4 Apparaatbeschrijving .................................................................................................................................... 10 4.1 Technische gegevens ........................................................................................................................... 10 4.2 Hoofdcomponenten ............................................................................................................................ 11 4.3 Productidentificatie.............................................................................................................................. 12 4.4 Noodbediening..................................................................................................................................... 12 5 Bediening en gebruik .................................................................................................................................... 13 5.1 Drukknopbediend ................................................................................................................................ 13 5.2 Drukknopbediend met beveiligingsdetectielus ................................................................................ 13 5.3 Drukknopbediend met beveiligingsdetectielus en automatisch sluiten........................................ 14 5.4 Bediening met handzender. ................................................................................................................ 14 6 Periodieke inspectie door eigen personeel................................................................................................. 15 7 Opslag en transport ...................................................................................................................................... 15 7.1 Opslag .................................................................................................................................................... 15 7.2 Transport............................................................................................................................................... 16 8 Installatie......................................................................................................................................................... 17 8.1 Installatievoorbereiding....................................................................................................................... 17 8.2 Installatievoorwaarden......................................................................................................................... 17 8.3 Te gebruiken toebehoren .................................................................................................................... 17 8.4 Montage................................................................................................................................................. 18 9 In bedrijfstellen.............................................................................................................................................. 24 9.1 Monteren besturing.............................................................................................................................. 24 9.2 Aansluiten van de besturing ............................................................................................................... 24 9.3 In bedrijfstellen..................................................................................................................................... 26 9.4 Controle op werking ............................................................................................................................ 26 10 Algemene inspectie en onderhoud ............................................................................................................. 27 10.1 Service-intervallen ................................................................................................................................ 27 11 Storingslijst ..................................................................................................................................................... 28 12 De Parkgate en het milieu.......................................................................................................................... 30 12.1 Einde levensduur.................................................................................................................................. 30 13 CE-Verklaring................................................................................................................................................ 31
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 4
1
GEBRUIK VAN DE INSTALLATIEHANDLEIDING
De handleiding is bedoeld voor personen die verantwoordelijk zijn voor het installeren, bedienen, en onderhouden van de Parkgate. In deze handleiding is beschreven hoe de Parkgate veilig is te installeren, te gebruiken en te onderhouden. Lees de handleiding goed door alvorens de Parkgate te instaleren en in gebruik te nemen. Bewaar de handleiding in de bedieningsruimte. In de handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Waarschuwing Gevaar van verwonding, persoonlijke of van omstanders, of gevaar van grote schade aan de Parkgate of andere objecten. Volg de instructies nauwkeurig op.
L #
Gevaar Levensgevaarlijk of gevaar voor ernstige verwonding. Volg de instructies nauwkeurig op. Let op Tip om het werk gemakkelijker te maken. Milieu Opmerking i.v.m. de milieubelasting van de Parkgate in bedrijf en van de Parkgate indien deze moet worden afgedankt. Actie Uit te voeren handelingen. Automatisch startende machine De Parkgate start automatisch wanneer er een voertuig voor staat. Dit kan gevaar opleveren voor personen rondom de Parkgate
Deze handleiding is met uiterste zorg samengesteld. U.M. ProCare is niet aansprakelijk voor schade ontstaan door eventueel voorkomende onvolkomenheden in de handleiding. Wij verzoeken u dringend, als u onvolkomenheden constateert, deze aan ons door te geven. 1.1
Verwante documentatie
Naast deze handleiding van de Parkgate zijn er ook de onderstaande verwante documenten: - Onderhoudsboek Parkgate - Logkaart. - Onderdelenboek.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 5
1.2
Gebruik volgens bestemming
De Parkgate is bedoeld om te gebruiken door motorvoertuigen (auto’s en motoren). De Parkgate mag NIET door voetgangers en fietsers gebruikt worden. De reden hiervoor is dat; veiligheidslijsten, een enkele fotocel en detectielussen niet afdoende zijn om 100% veiligheid aan voetgangers en fietsers te bieden. De Parkgate kan worden toegepast in de volgende situaties: Afsluiting van onder andere: - Kleine en middelgrote (parkeer)garages. - Kleine en middelgrote (parkeer)terreinen. - Afsluitingen met een lage- of middelhoge security- en vandalismegraad Elk ander of verdergaand gebruik is niet conform de bestemming. Gebruik en installeer de Parkgate uitsluitend in technisch perfecte conditie.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 6
2
VEILIGHEID
In dit hoofdstuk worden de veiligheidsaspecten van Parkgate besproken. Lees dit hoofdstuk goed door vóór gebruik van de Parkgate 2.1 Veiligheids- en gezondheidsrisico De Parkgate is zo veilig als mogelijk geconstrueerd. Bij iedere plaatsing in een bepaalde omgeving kunnen nieuwe risico’s ontstaan die per installatie anders kunnen zijn. De afnemer dient van tevoren nauwkeurig na te gaan welke risico’s kunnen ontstaan na installatie. In het algemeen kunnen de volgende risico’s worden onderkend: - Mogelijk letsel aan iets of iemand die/dat zich in de draaicirkel van de Parkgate bevinden. Bij het ontwerp van de Parkgate zijn veiligheidsvoorzieningen getroffen om deze risico’s zo veel mogelijk te reduceren. Door bij de plaatsing rekening te houden met bovenstaande risico’s en bij naleving van de veiligheidsvoorschriften worden deze risico’s verder beperkt - Voertuigen die achter een ander voertuig aanrijden zonder een opensignaal te activeren. De Parkgate sluit na ieder voertuig - Aanrijding tegen de Parkgate. 2.2 Veiligheidsvoorzieningen van de Parkgate Om het gebruik van de Parkgate zo veilig mogelijk te maken zijn de volgende veiligheidsmaatregelen getroffen: - Om inklemmen van lichaamsdelen te voorkomen heeft de Parkgate zo min mogelijk uitstekende delen; - Om afknelling vingers te voorkomen is een ruimte van 20mm de panelen ter plaatse van de scharnieren aangehouden; - De ruimte in het midden tussen de panelen, ter plaatse van de veiligheidslijsten is 120mm om inklemmen te voorkomen. - In het midden tussen de panelen zijn verticale veiligheidslijsten aangebracht. Dit om inklemmen te voorkomen. - Om het sluiten van de Parkgate te voorkomen als een auto tussen de kolommen staat, is op een hoogte van 600mm een fotocel aangebracht, en dienen detectielussen in het wegdek te worden aangebracht.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 7
2.3
Aanbevolen veiligheidsvoorzieningen voor de omgeving Waarschuwing Voor een veilig gebruik van de Parkgate moeten maatregelen in de omgeving worden genomen. De noodzakelijke maatregelen zullen per situatie anders zijn. In het algemeen zullen de volgende maatregelen bijdragen aan het verminderen van de risico’s voor de weggebruikers. Gevaar Om duidelijk te maken dat doorrijden mogelijk is, dienen verkeerslichten (roodgroen) aangebracht te worden. Gevaar In verband met de veiligheid van (brom)fietsers, motorrijders en voetgangers mogen deze niet in de buurt van de Parkgate komen. Dit kan worden aangegeven door het instellen van een gevarenzone met behulp van verkeersborden, tekstborden, pictogrammen akoestisch signaal, zwaailicht en wegmarkeringen Waarschuwing Voor een goede zichtbaarheid van de Parkgate dient verlichting bij de Parkgate te worden geplaatst. Waarschuwing Het is verboden om te stoppen of te parkeren voor, tussen of achter de Parkgate. Dit kan ook door pictogrammen worden aangegeven.
2.4 Veiligheidsvoorschriften en onderhoud • • • • • • •
Controleer elke eerste werkdag van de week de Parkgate op juiste werking. Controleer elke eerste werkdag van de week de veiligheden van de Parkgate op juiste werking. Controleer altijd de werking van de verkeerslichten. Pleeg onderhoud volgens de voorschriften uit het onderhouds- en reparatielogboek. Bij montage- en onderhoudswerkzaamheden moet de hoofdschakelaar en de installatieautomaat waarop de Parkgate is aangesloten, worden uitgeschakeld. De Parkgate mag alleen worden bediend door personeel dat voldoende is geïnstrueerd en vertrouwd is met de werking. Montage, onderhoud en reparaties dienen te worden uitgevoerd door bij de fabrikant gecertificeerd personeel.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 8
3
GARANTIE
Voor alle geleverde Parkgates geldt een garantietermijn van 12 maanden, op de materialen, uitgezonderd gloeilampen en slijtdelen. De garantie is alleen geldig als alle reguliere onderhoudswerkzaamheden volgens de voorschriften van fabrikant zijn uitgevoerd, door deskundig en door bij de fabrikant gecertificeerd personeel, en met gebruikmaking van originele Parkgate-onderdelen. De garantie wordt gegeven op onderdelen. Om onder garantie nieuwe onderdelen te krijgen moet, hetzij het defecte onderdeel worden opgestuurd naar de fabrikant, hetzij een schade rapport worden ingeleverd waaruit blijkt om welk onderdeel het gaat en wat onomstotelijk de oorzaak van het defect is. Uitzondering op deze regel zijn de veiligheidsdruklijsten, welke ten alle tijde moeten worden teruggestuurd. De fabrikant zal binnen 14 dagen de claim beoordelen en uitsluitsel geven. Bij toekenning van de garantie volgt automatisch een creditfactuur voor het geleverde of verbruikte onderdeel. Tot die tijd mogen onderdelen niet worden weggegooid, omdat de fabrikant kan verzoeken het onderdeel op haar kosten terug te sturen voor verder onderzoek. Bij aantoonbare gebreken van het product, welke niet veroorzaakt worden door een exemplarisch gebrek van een onderdeel, dient de dealer contact op te nemen met de fabrikant. Als blijkt dat het gebrek niet veroorzaakt werd door gebrekkig onderhoud, verkeerd gebruik of onjuiste installatie, zal de fabrikant in overleg met de dealer een coulante reparatie regeling treffen. 3.1
Aansprakelijkheid
U.M. ProCare accepteert geen aansprakelijkheid voor schade of lichamelijk letsel ontstaan door: - Het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding; - Onvoorzichtigheid tijdens het gebruiken, onderhouden, verplaatsen, installeren, demonteren of repareren van de Parkgate; - GEBRUIK NIET CONFORM DE BESTEMMING.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 9
4
APPARAATBESCHRIJVING
De Parkgate bestaat uit 2 kolommen welke met behulp van ankers op een betonvloer gemonteerd wordt. Aan de kolommen zijn middels de scharnierdelen de panelen bevestigd. De kolommen worden aan de bovenzijde gekoppeld door de geleidegoot. 4.1
Technische gegevens
Afmetingen: Netto doorrijdbreedte 2500mm Netto doorrijdbreedte 3000mm Netto doorrijdbreedte 3500mm
Netto doorrijdhoogte 2125mm
Netto doorrijdhoogte 2500mm
Netto doorrijdhoogte 3000mm
2125PG2500
2500PG2500
3000PG2500
2125PG3000
2500PG3000
3000PG3000
2125PG3500
2500PG3500
3000PG3500
Netto doorrijdhoogte 2125mm
Netto doorrijdhoogte 2500mm
Netto doorrijdhoogte 3000mm
250
275
300
275
300
350
300
340
400
Netto doorrijdhoogte 2125mm
Netto doorrijdhoogte 2500mm
Netto doorrijdhoogte 3000mm
6
8
10
8
9
11
10
11
12
Gewichten: (KG) Netto doorrijdbreedte 2500mm Netto doorrijdbreedte 3000mm Netto doorrijdbreedte 3500mm
Ankerkrachten: (kN) Netto doorrijdbreedte 2500mm Netto doorrijdbreedte 3000mm Netto doorrijdbreedte 3500mm
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 10
4.2
Hoofdcomponenten 40
208+209
20v
20a 205
10(L) 10(R)
1
206
26h
211
26v
Figuur 4-1 De Parkgate Figuur 4-1 bestaat uit de volgende hoofdcomponenten: 1. Typeplaat 10 (L) Kolom links 10 (R) Kolom rechts 20 v. Volgpaneel 20 a. Aandrijfpaneel 205. Draaipunt boven 206. Draaipunt onder 208+209. Geleiderolsteun + as + moer 26 h. Veiligheidslijst horizontaal 26 v. Veiligheidslijst verticaal 211. Tussenscharnier 40. Geleidegoot
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 11
4.3
Productidentificatie
De typeplaat (Figuur 4-2) bevat de volgende gegevens: 1. Typenummer (Type number) 2. Serienummer (Serial number) 3. Bouwjaar (Build) 4. Gewicht (Weight kg)
Figuur 4-2
4.4
Noodbediening Gevaar Middelste klep van linker kolom verwijderen. Hoofdschakelaar van besturing in kolom uitzetten. Onderste klep uit beide kolommen verwijderen. Rem lichten en handwiel draaien.
Figuur 4-3
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 12
5
BEDIENING EN GEBRUIK
De Parkgate is te bedienen door de hoofdschakelaar op de besturing in de linker kolom om te zetten. Hierna kan de Parkgate met de aangesloten bedieningscomponenten worden bediend. In de tekst wordt gesproken over drukknoppen. In plaats van drukknoppen kunnen diverse andere bediencomponenten worden gebruikt zoals kaartlezers, parkeersystemen, handzenderontvangersystemen en dergelijke. Bij alle omschrijving is er vanuit gegaan dat de Parkgate voor bedienen gesloten is. 5.1
Drukknopbediend
Indien een drukknopbediening is aangesloten op de Parkgate dan is de bediening als volgt: Druk op de drukknop met de functie "Openen". De Parkgate gaat open. Wanneer de Parkgate geheel geopend is dan wordt het verkeerslicht groen (indien aangesloten) Druk op de drukknop met de functie "Sluiten". De beveiligingen (fotocel en veiligheidslijsten) worden gecontroleerd. Wanneer alle beveiligingen in orde zijn, dan gaat de Parkgate sluiten. Zodra de Parkgate gaat bewegen, dan wordt de verkeerslantaarn rood. Wanneer tijdens de beweging de drukknop met de functie "Stoppen" wordt bediend dan zal de Parkgate stoppen met bewegen en in de huidige stand blijven staan. Wanneer tijdens de beweging een van de beveiligingen wordt geactiveerd, dan zal de Parkgate eveneens stoppen met bewegen. 5.2
Drukknopbediend met beveiligingsdetectielus
Indien een drukknopbediening en een veiligheidsdetectielus zijn aangesloten op de Parkgate dan is de bediening als volgt: Druk op de drukknop met de functie "Openen". De Parkgate gaat open. Wanneer de Parkgate geheel geopend is dan wordt het verkeerslicht groen (indien aangesloten) Druk op de drukknop met de functie "Sluiten". De beveiligingen (fotocel, veiligheidslijsten en detectielus) worden gecontroleerd. Wanneer alle beveiligingen in orde zijn, dan gaat de Parkgate sluiten. Zodra de Parkgate gaat bewegen, dan wordt de verkeerslantaarn rood. Wanneer tijdens de beweging de drukknop met de functie "Stoppen" wordt bediend dan zal de Parkgate stoppen met bewegen en in de huidige stand blijven staan. Wanneer tijdens de beweging een van de beveiligingen wordt geactiveerd, of een voertuig rijd op de veiligheidsdetectielus, dan zal de Parkgate eveneens stoppen met bewegen. Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 13
5.3
Drukknopbediend met beveiligingsdetectielus en automatisch sluiten
Indien een drukknopbediening en een veiligheidsdetectielus zijn aangesloten op de Parkgate en de besturing is ingesteld voor automatisch sluiten na verlaten van de detectielussen, dan is de bediening als volgt: Druk op de drukknop met de functie "Openen". De Parkgate gaat open. Wanneer de Parkgate geheel geopend is dan wordt het verkeerslicht groen (indien aangesloten) Wanneer een voertuig op de detectielus rijd gebeurt er nog niets. Wanneer het voertuig de detectielus weer verlaat, dan worden de beveiligingen (fotocel, veiligheidslijsten en detectielus) gecontroleerd. Wanneer alle beveiligingen in orde zijn, dan gaat de Parkgate sluiten. Zodra de Parkgate gaat bewegen, dan wordt de verkeerslantaarn rood. Wanneer de Parkgate geopend is dan heeft een druk op de drukknop met de functie "Sluiten" het zelfde resultaat als het verlaten van de detectielus. Wanneer tijdens de beweging de drukknop met de functie "Stoppen" wordt bediend dan zal de Parkgate stoppen met bewegen en in de huidige stand blijven staan. Wanneer tijdens de beweging een van de beveiligingen wordt geactiveerd, of een voertuig rijd op de veiligheidsdetectielus, dan zal de Parkgate eveneens stoppen met bewegen. 5.4
Bediening met handzender.
Indien de besturing is voorzien van een ontvanger voor handzenders, dan is de bediening als volgt: Druk op de knop van de handzender. De Parkgate gaat open. Wanneer de Parkgate geheel geopend is dan wordt het verkeerslicht groen (indien aangesloten) Druk wederom op de knop van de handzender. De beveiligingen (fotocel en veiligheidslijsten) worden gecontroleerd. Wanneer alle beveiligingen in orde zijn, dan gaat de Parkgate sluiten. Zodra de Parkgate gaat bewegen, dan wordt de verkeerslantaarn rood. Wanneer tijdens de dichtgaande beweging de drukknop van de handzender nogmaals wordt bediend, dan zal de Parkgate stoppen met bewegen en in de huidige stand blijven staan. Opnieuw een druk op de knop van de handzender zal de Parkgate wederom openen. Wanneer tijdens de beweging een van de beveiligingen wordt geactiveerd, dan zal de Parkgate eveneens stoppen met bewegen.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 14
6
PERIODIEKE INSPECTIE DOOR EIGEN PERSONEEL
Om de veiligheid en goede werking van de Parkgate te garanderen is onderhoud noodzakelijk. Elke week moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: - Controleer de Parkgate op de juiste werking. - Controleer de veiligheden en verkeerslichten van de Parkgate - Reinig de Parkgate 7
OPSLAG EN TRANSPORT Waarschuwing Let op bij alle hijswerkzaamheden of de sterkte van de hijsbanden of de kettingen voldoet aan het te hijsen gewicht. Waarschuwing Zorg ervoor dat de Parkgate volledig horizontaal en in balans hangt bij het hijsen.
7.1
Opslag
Bij opslag van de Parkgate moet gelet worden op de volgende punten: - Plaats de Parkgate op een vlakke en stabiele ondergrond. - Bescherm de Parkgate tegen vuil en vocht. - Voorkom beschadiging aan de conservering van de Parkgate.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 15
7.2
Transport Let op Voor het gewicht van de Parkgate, zie technische specificatie, § 4.1.
L
Waarschuwing Voorkom beschadiging van de poedercoating bij het transport.
Volgorde van werken bij het transport van de Parkgate: - De Parkgate is verpakt op een houten pallet. - De Parkgate is middels bandijzer aan de pallet vastgesnoerd. Op de plaatsen waar het bandijzer de Parkgate raakt wordt gewerkt met speciaal transportkartonnen hoekstukken om beschadigen te voorkomen. - De Parkgate met pallet is ingesealt (spatwaterdicht) - De pallets moeten verplaatst worden met een heftruck. Let hierbij op gelijkmatige verdeling van de last. - De pallets mogen niet gestapeld worden. - Plaats de Parkgate horizontaal op de laadbak van de vrachtwagen. - Zet de Parkgate degelijk vast op de vrachtwagen aan de pallets, zodat deze in geen enkele richting kan schuiven tijdens het transport. Voor het lossen gelden dezelfde voorschriften als bij het laden.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 16
8
INSTALLATIE
8.1 Installatievoorbereiding Voor een succesvolle installatie moet u zich als volgt voorbereiden: Gevaar Tijdens het installeren (en ook bij andere werkzaamheden aan de Parkgate) moet de elektrische stroom altijd uitgeschakeld zijn. 8.2
Installatievoorwaarden Waarschuwing De Parkgate mag alleen door de fabrikant gecertificeerd personeel worden geïnstalleerd, geïnspecteerd, onderhouden en/of gerepareerd
Op de plaats van installatie moet voor de besturing van de Parkgate een WCD, 3-polig, C-form aanwezig zijn, zie technische specificatie, (Besturing???) Er dient een betonvloer aanwezig te zijn waarop de Parkgate gemonteerd wordt. De betonvloer dient de krachten te kunnen op nemen als vermeldt in hoofdstuk 4.1. 8.3 Te gebruiken toebehoren Voor het plaatsen van de Parkgate zijn de onderstaande speciale hulpmiddelen/gereedschappen nodig: - Heftruck / kraanwagen - Hijsbanden of kettingen - Beton- of diamant boor t.b.v. M16 en M12 - Bekabeling tussen besturingskast en Parkgate
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 17
8.4
Montage
# 1.
Ankers boren en inlijmen volgens ankerplan (indien de kolom tegen het plafond komt, eerste de kolom plaatsen en dan ankers inlijmen)
Figuur 8-1
2.
Moeren en ringen op gelijke hoogte afstellen - moer M16, 6 stuks - ring M16, 6 stuks
Figuur 8-2
3.
Kolommen monteren + vastzetten (recht, waterpas, onderling in lijn) - moer M16, 6 stuks - ring M16, 6 stuks
Figuur 8-3
4.
Kabeldoorvoer koker boven in de kolom monteren
Figuur 8-4 Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 18
5.
Goot monteren (vastzetten) - bout M10x30, 4 stuks - ring M10, 8 stuks - moer M10, 4 stuks
Figuur 8-5
6.
De kolommen kunnen middels de meegeleverde hoeklijnen aan de muur of het plafond
7.
Motorplaat monteren (handvast zetten) - bout M10x40, 8 stuks - ring M10, 8 stuks
Figuur 8-6
8.
Figuur 8-7
Besturingsplaat monteren - moer M6, 16 stuks - carr. ring M6, 16 stuks
Figuur 8-8
9.
Fotocel monteren in kolommen - Moer M18 metrisch fijn, 4 stuks
Figuur 8-9
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 19
10. Onderlagers monteren, 2 stuks - bout M10x40, 8 stuks - ring M10, 8 stuks
Figuur 8-10
11. Draaistuk boven monteren (borgen met stelschroef)
Figuur 8-11
12. Draaistuk onder monteren (borgen met stelschroef)
Figuur 8-12
13. Wartel in de bovenste deksel monteren - wartel PG 11, 2 stuks
Figuur 8-13
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 20
14. Bovenste klep links en rechts monteren - bout M6x 16, 8 stuks - ring M6, 8 stuks
Figuur 8-14
15. Aandrijfpanelen bij draaistukken plaatsen Kabel door wartel voeren en aansluiten op junctionbox. Nr. 1 op klem 4 Nr. 2 op klem 5 16. Aandrijfpaneel monteren - bout M10x30, 16 stuks - ring M10, 32 stuks - moer M10, 16 stuks
Figuur 8-15
Figuur 8-16
17. Geleiderol- as, moer en wiel monteren in volgpaneel
Figuur 8-17
18. Scharnieren in volgpaneel monteren Volgpaneel aan aandrijfpaneel bevestigen Let op: geleiderol in de goot en hoogteafstelling van rol. - Inbus cil. kop M10x50, 4 st. - Moer M10, 4 stuks Figuur 8-18 Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Figuur 8-19
Pagina 21
19. Typeplaatjes in scharnieren lijmen
Figuur 8-20
20. Kabel van volgpaneel doorvoeren in aangedreven paneel. Tevens kabelovergangkapjes monteren - 2 kapjes - snijschroef M4 x 10
Figuur 8-21
21. Kabel van bovengenoemd punt aansluiten (solderen + krimpkous) op de voetlijst Nr. 1 op bruin Nr. 2 op wit - krimpkous en tin 22. Resterende doppen in kokers slaan - 4 doppen
Zie aansluitschema bijlage.
Figuur 8-22
23. Gaffelstang monteren met RVS pen. Borgen met stelschroef. Aan de motorzijde is de borgbout voor gemonteerd.
Figuur 8-23
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Figuur 8-24
Pagina 22
24. Afstellen: 1. Parkgate dicht zetten (rem lichten en handwiel links of rechtsom draaien (zie paragraaf 4.4.) 2. De motorplaat over de stelruimte schuiven zodat de panelen in lijn staan. Hierna de bouten goed vast zetten (eventueel de gaffelstang demonteren i.v.m. bereikbaarheid van de bouten) 3. Handmatig open zetten zodat het aandrijfpaneel haaks op de kolom staat. 4. De goot verstellen zodat volg paneel parallel komt te staan met het aandrijfpaneel. 5. Kolommen met hoekbeugels aan muur bevestigen (indien nodig) Let op dat de kolommen alle richtingen op waterpas staan.) 25. Elektrisch aansluiten (Afhankelijk van besturing, n.t.b.) 26. Elektrisch afstellen: 1. Eindschakelaars controleren op werking 2. Eindschakelaars in meest veilige stand zetten () 3. Eindschakelaars in combinatie met de eindschakelaarmontageplaat afstellen (Figuur 8-26) Figuur 8-25
Figuur 8-26
27. Fotocellen controleren. Met de stelschroef kan de gevoeligheid afgesteld worden. Ideale positie is de middenstand.
Figuur 8-27
28. Deksels monteren met boutjes en ringen - bout M6x 16 en ring M6 29. Doorsmeren 30. Schoonmaken
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 23
9
IN BEDRIJFSTELLEN
De Parkgate wordt geleverd inclusief een speciaal hiervoor ontwikkelde PLC besturing. De PLC besturing is voorzien van een standaard softwarepakket voor het aansturen van de standaard Parkgate installatie. Dit hoofdstuk beschrijft het aansluiten en in bedrijf stellen van de Parkgate. 9.1
Monteren besturing
Monteer de besturingsplaat met de PLC (meeste componenten) in de linker kolom, gezien vanaf de zijde waar de vleugels heen draaien tijdens openen. De andere besturingsplaat wordt gemonteerd in de rechter kolom. Voor oriëntatie linker en rechter kolom zie Figuur 4-1 De meegeleverde kabelset dient te worden aangebracht tussen de beide kolommen en deze wordt geplaatst in de geleidegoot.
9.2
Kabel doorvoeren
Aansluiten van de besturing
Achter in deze handleiding is een tekeningenpakket opgenomen waarop alle aansluitgegevens van de Parkgate zijn vermeld. Dit tekeningenpakket bestaat uit 11 pagina's. In de hieronder gegeven beschrijving wordt steeds verwezen naar de betreffende tekening. 9.2.1
Aansluiten onderlinge bekabeling.
Aan de bovenzijde van de beide besturingspanelen is een identieke klemmenstrook opgenomen. Deze klemmenstroken worden met de meegeleverde bekabeling één op één doorverbonden. -
Sluit de dikke motorkabel (4x1,5mm) aan op de klemmen 1 t/m 3 van de bovenste klemmenstrook van beide panelen. Sluit de geel/groene ader aan op de geel/groen gemarkeerde aardklem. Let op dat de aansluitingen aan beide zijden hetzelfde zijn. Sluit de signaalkabel (10x0,75mm) aan op de klemmen 5 t/m 14 van de bovenste klemmenstrook van beide panelen. Let op dat de aansluitingen aan beide zijden hetzelfde zijn.
9.2.2
Aansluiten sterkstroomkabels
-
Sluit de voedingskabel aan op de aansluitklemmen aan de onderzijde van de hoofdschakelaar. Hiervoor dienen de knop en de kap van de hoofdschakelaar tijdelijk te worden verwijderd. Sluit de aardedraad aan op de aardrail. Monteer de kap en de knop terug op de hoofdschakelaar.
-
Sluit de elektromotoren aan op de klemmen 1 t/m 3 van de klemmenstrook aan de onderzijde van het paneel. Sluit de aardedraad aan op de geel/groene klem. (zie tekening 002)
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 24
9.2.3
Aansluiten opnemers
-
Sluit de veiligheidslijsten in de linker kolom aan op de klemmen 25 en 26 van de onderste klemmenstrook en in de rechter kolom op de klemmen 13 en 14 van de onderste klemmenstrook.
-
Sluit de benaderingsschakelaars in de linker kolom aan op de klemmen 9 t/m 14 van de onderste klemmenstrook. Sluit de benaderingsschakelaars in de rechter kolom aan op de klemmen 4 t/m 9 van de onderste klemmenstrook. (zie tekening 005) Controleer de aansluitingen grondig.
-
Sluit de fotocel zender en ontvanger aan op de klemmen 15 t/m 17 van de linker kolom en op de klemmen 10 en 11 van de rechter kolom. (zie tekening 005) Controleer de aansluitingen grondig.
9.2.4
Aansluiten bediening
-
Sluit de bedienkabel (drukknoppen, kaartlezer en dergelijke) aan op de klemmen 18 t/m 24 van de onderste klemmenstrook in de linker kolom. (zie de tekeningen 6 en 7) Controleer de aansluitingen grondig met de schema's. Wanneer geen drukknop STOP wordt aangesloten, dan dient dit contact te worden overbrugd.
-
Sluit een ontvanger voor handzenders aan op de klemmen 1 t/m 4 van de middelste klemmenstrook in de rechter kolom. (zie tekening 6) De keuze kan worden gemaakt tussen alleen openen middels de handzender (sluiten bijvoorbeeld middels een detectielus) of zowel openen als sluiten middels de handzender.
9.2.5
Aansluiten verlichting
-
Sluit de verkeerslantaarn aan op de klemmen 4 t/m 6 onder in de linker kolom. Let op dat de rode en groene lantaarn niet gedraaid worden. (zie tekening 008)
-
Sluit de garageverlichting aan op de klemmen 7 en 8 van de onderste klemmenstrook in de linker kolom. De garageverlichting wordt ingeschakeld wanneer de Parkgate wordt geopend en blijft dan 4 minuten ingeschakeld.
9.2.6 -
Aansluiten detectie
Sluit de detectielus aan op de klemmen 27 en 28 van de onderste klemmenstrook in de linker kolom. Let goed op dat de afscherming van de kabel aangesloten wordt op de aardrail.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 25
9.3
In bedrijfstellen Gevaar Voordat de Parkgate getest wordt: - Mogen er zich geen auto’s voor, tussen, achter of in de buurt van, de Parkgate bevinden; - Moet de Parkgate vrij gemaakt zijn van obstakels, zoals materialen die gebruikt zijn bij de montage; - Moeten personen uit de buurt van de Parkgate zijn. − Zet de beide vleugels van de Parkgate met behulp van de handbediening in de middelste stand. (zie paragraaf 4.4) − Zet de hoofdschakelaar aan. − Bedien de drukknop met de functie "Openen" − Controleer of de beide vleugels in de juiste richting bewegen. − Zet de hoofdschakelaar uit wanneer een van de beide vleugels naar de verkeerde kant draait. Wijzig indien nodig de draairichting. − Schakel de hoofdschakelaar weer in en controleer alle functies van de Parkgate
9.4
Controle op werking
- Staan de panelen in lijn in gesloten stand - Staan de panelen in 90o in geopende stand - Controleer de meegeleverde veiligheidslijsten en fotocellen op werking • Controleer na de installatie of de Parkgate naar behoren functioneert. Borg de bouten met Loctite 270. De Parkgate is nu gereed voor gebruik.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 26
10 ALGEMENE INSPECTIE EN ONDERHOUD Waarschuwing Bij werkzaamheden aan de Parkgate moeten de hoofdschakelaars in beide kolommen altijd uit staan (spanning uit dus!) Om de veiligheid en goede werking van de Parkgate te garanderen is onderhoud door bij de fabrikant gecertificeerd personeel noodzakelijk. Let op Zie het onderhoudsboek van U.M. ProCare voor het onderhoud. De Parkgate dient minimaal 10 bewegingen per week en maximaal 1000 bewegingen per week te maken. Bij dit maximum aantal bewegingen is uitgegaan van een jaargemiddelde. 10.1 Service-intervallen Voor het eerst: Een maand na installatie. Daarna: Drie maanden na installatie. Vervolgens iedere: Zes maanden. Uit te voeren werkzaamheden: - Algemene visuele controle. - Reinigen van de Parkgate en de aandrijving. - Controleren van bevestigingen van bouten en moeren, specifiek die van de draaiende elementen. - Controleren van de scharnieren en taatslagers op speling. Indien nodig moet de kunststof lagering vervangen worden. - Lagers reinigen en smeren (taatslagers en lagers onderaan de motoras). - Motor onderhouden, onderhouden volgens de voorschriften van de motorenleverancier - Bijhouden van de U.M. ProCare logkaart. Hierop dienen ook de correctieve maatregelen te worden genoteerd. - Indien de logkaart vol is, gelieve u deze op te sturen naar U.M. ProCare. U ontvangt dan per ommegaande een nieuwe logkaart.
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 27
11
STORINGSLIJST
Indien er tijdens het gebruik van de Parkgate® zich onverhoopt problemen voordoen kan met behulp van onderstaande storingslijsten de oplossing worden gezocht. Indien het probleem blijft bestaan, bel dan uw leverancier. N.B. NEEM HIERBIJ DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ALS VERMELD IN HET HOOFDSTUK VEILIGHEID IN ACHT! Storing Mechanisch Panelen klapperen na of tijdens het openen en sluiten, of staan ‘geknikt’ Piepende scharnieren Elektrisch Besturing Hek blijft open, dicht of gedeeltelijk open.
Installatie komt niet in bedrijf
Verkeerslicht(en) brand(en) niet
Oorzaak
Oplossing
Afstelling
Panelen, geleidegoot, motorplaat en eindschakelaars afstellen
Aanrijding geweest Achterstallig onderhoud Achterstallig onderhoud
Leverancier bellen Onderhoud uitvoeren Onderhoud uitvoeren
Eindschakelaars
Afstellen
Drukknoppen Sleutelschakelaars Veiligheidslijst
Signaal controleren Signaal controleren Signaal controleren Veiligheidslijst versterker Controleer de lampjes: Groen = OK Rood = Een lijst is geactiveerd Geel = Slecht contact of kabelbreuk Signaal controleren Resetten Vervangen
Fotocellen Lus(detector) Controleer de lampjes: Groen = OK Rood = Storing of geactiveerd Voedingsspanning 230/400 VAC Stuurspanning 24 VDC Hoofdschakelaar aan? Thermische beveiliging ingeschakeld? Netspanning Lampen Bedrading signaal van de besturing Relais defect
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Doormeten Doormeten Controleren Doormeten en controleren Doormeten Controleren Doormeten Doormeten Vervangen Pagina 28
Storing Veiligheidslijsten Lijsten reageren niet
Fotocel Panelen pendelen Bedieningen Bediening werkt niet
Oorzaak
Oplossing
Lijst Bedrading Lus versterker signaal van de besturing
Doormeten en controleren Doormeten Vervangen Doormeten
Fotocellen zender en ontvanger
Schoonmaken Uitlijnen
Kaart / sleutel / drukknop defect Bedrading
Probeer een andere kaart / sleutel Doormeten
Lus en lusdetector Groen controlelampje brand niet Detector defect Netspanning Controlelampje knippert snel Lusdraden Rode controlelampje blijft Lusdraden branden na verlaten van lus. Lusdetector Lusdetector Afstand tussen de lussen te klein Lus is in de buurt van een sterkstroomleiding Hek sluit te vroeg Detectorstand gevoeliger zetten Controlelampje brandt af en toe afstand tussen de lussen te klein Lus is in de buurt van een sterkstroomleiding
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Detector vervangen Doormeten Meggeren Meggeren Frequentiestand wijzigen Gevoeligheidsstand wijzigen Nieuwe lussen leggen
Netstorings filter plaatsen Nieuwe lussen leggen
Pagina 29
12 DE PARKGATE EN HET MILIEU
Door toepassing van een elektromechanische is de belasting voor het milieu minimaal. 12.1 Einde levensduur De Parkgate kan bij normaal gebruik en goed onderhoud onder normale omstandigheden een technische levensduur hebben van 10 jaar. Milieu Aan het einde van de levensduur dient de Parkgate als volgt te worden verwerkt. Onderdeel Frame Obstakel Motorreductor Kunststofdelen Restant Tabel 11.1
Manier van verwerking Schroot Schroot Revisie Container voor kunststof Schroot
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 30
13 CE-VERKLARING EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING (volgens bijlage II A van de machinerichtlijn) Wij, U.M. ProCare Industriestraat 15 2751 GT te Moerkapelle, Nederland, verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de producten: 2125PG2500 2125PG3000 2125PG3500
2500PG2500 2500PG3000 2500PG3500
3000PG2500 3000PG3000 3000PG3500
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming zijn met de volgende norm(en): • NEN-EN 292-2; 1996 veiligheid van machines (basisbegrippen) en volgens de bepalingen van: • de machinerichtlijn 89/392/EEG, gewijzigd door de richtlijnen 91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG
Directeur Nederland, Moerkapelle, Maart 2002 U.M. ProCare Industriestraat 15 NL-2751 GT Moerkapelle The Netherlands Tel. : 31 (0)79 – 59 33 3031 Fax. : 31 (0)79 – 59 33 3062 E-mail :
[email protected] Internet : www.umprocare.com
Parkgate, versie 1.0, © U.M. ProCare, man_pg_nl_17.doc
Pagina 31