OTO plan CBRN Noord-Nederland Aan: Van: Versie: Datum: Betreft:
Projectteam CBRN preparatie Noord-Nederland Marc Ruijten, Martin Eggens 2.5, definitief 10 maart 2011 OTO plan CBRN
1 Opbouw van het OTO plan CBRN Deze notitie beschrijft een plan voor Opleiding, Training en Oefening (OTO) over de opvang van CBRN slachtoffers op de SEH afdelingen en de ambulancehulpverlening in Noord-Nederland, en een korte beschrijving van de opleidings- en trainingsmodules die daarvoor nog ontwikkeld moeten worden. Voor uitvoerende functies (dus niet voor beleidsstaven en directies) beschrijft dit plan op hoofdlijnen welke OTO activiteiten voor CBRN de komende paar jaar nodig zijn. De plannen zijn per activiteit als volgt gespecificeerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Doel (en inhoud op hoofdlijnen); Doelgroep en uitgangsniveau; De duur (contacturen en e-learning); Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie; Identificatie van geschikte bestaande OTO of aangeven ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO; Suggestie voor planning.
Voor de ontwikkeling en uitvoering van alle genoemde OTO onderdelen zijn gekwalificeerde en competente deskundigen nodig. De Cycloon academie levert alle docenten behalve de trainers uit eigen gelederen.
1
2 Opleiding en training SEH Hulpverleners op de SEH werken conform de actuele versie van de ‘Richtlijn chemische slachtoffers’ zoals vastgesteld door programma Cycloon. De richtlijn beschrijft de achtergrond, de betrokkenen en de uitvoering van de procedure ‘chemische slachtoffers’.
2.1
Opleiden en trainen SEH CBRN trainers
1. Doel: a. Kennen en voor de eigen rol kunnen toepassen van de richtlijn chemische slachtoffers: • Kunnen benoemen van opstartcriteria voor de procedure ‘chemische slachtoffers’; • Zelfstandig een besmet slachtoffer kunnen ontsmetten, met inachtneming van eigen veiligheid (beschermingsmiddelen en juist gebruik) en de effectiviteit van ontsmetting. b. Weten welke vragen te verwachten van SEH medewerkers over ontsmetting van slachtoffers en de daarvoor benodigde beschermingsmiddelen. De eenvoudige vragen kunnen beantwoorden en de complexe vragen kunnen doorverwijzen; c. SEH medewerkers kunnen begeleiden bij het testen van de richtlijn, procedure en materialen (persoonlijke beschermingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen) voor ontsmetting, en een praktijktoets daarover kunnen afnemen. d. Kennis over risico’s van blootstelling voor de hulpverleners, het slachtoffer en overige omstanders (mede slachtoffers, hulpverleners, patiënten in de wachtkamer). e. Introductie op de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen en het op de juiste wijze aan- en uittrekken daarvan. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: SEH verpleegkundigen of artsen verbonden aan de SEH. Interesse in, ervaring met en competenties voor begeleiden, trainen en beoordelen van collega’s. 3. Duur: a. E-learning zoals overig medewerkers SEH, als introductie en voorbereiding op de contactdag. In plaats daarvan of als aanvulling daarop (evt facultatief) kan de BHLS worden overwogen (op het moment van dit schrijven nog in ontwikkeling). Kandidaat trainers met een actueel AHLS diploma worden niet beoordeeld op dit onderdeel. b. Eén dagdeel kennisoverdracht op het gebied van basiskennis toxicologie, dosis-respons, crisisorganisatie binnen (en buiten) het ziekenhuis (kort), bronnen van informatie, omgang met besmette slachtoffers en decontaminatie protocol (contacturen), casusbespreking. Kandidaat trainers met een actueel AHLS diploma krijgen gedeeltelijke dispensatie. c. Eén dagdeel praktisch onderwijs: inrichting van de ontsmettingsruimte, instructie persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), ervaren mogelijkheden en beperkingen medisch handelen en communicatie met PBM. Signaleren van typische fouten bij gebruik PBM en deze corrigeren. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Jaarlijks één dagdeel herhaling. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio) op basis van de ZonMW Leidraad CBRN. Suggestie: aparte module ontwikkelen voor SEH medewerkers met een actueel AHLS diploma. 6. Suggestie voor planning: a. Middagdeel nog te ontwikkelen 1e helft 2011. b. OTO theoretisch deel is ontwikkeld en getest in het lopende project als contactonderwijs. Ochtend deel kan pas definitief worden gemaakt nadat ook het middagdeel volledig is opgezet, om dubbelingen te vermijden en aansluiting van de dagdelen te garanderen.
2
2.2
Herhalingscursus SEH CBRN trainers
1. Doel: a. Up-to-date houden van de kennis en vaardigheden van SEH CBRN instructeurs. b. Uitwisselen van ervaringen met het begeleiden en beoordelen van SEH medewerkers. c. Gelegenheid bieden tot het stellen van vragen die de trainers hebben over de les- en leerstof, of moeilijke vragen die hen door de SEH medewerkers zijn gesteld. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: SEH CBRN trainers die zijn geslaagd voor de train-de-trainer opleiding, en die in het afgelopen jaar ten minste 5 collega’s hebben begeleid bij de opleiding of herhaling van de instructie over CBRN. 3. Duur: Eén dagdeel instructie, beantwoording van vragen (van SEH trainers en SEH medewerkers), discussie over casus en toetsing eigen vaardigheden. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Jaarlijks herhalen. Suggestie: trainersstatus na 15 maanden opschorten; kan dan tot 1½ jaar na de laatste (herhalings)cursus worden hervat na herhalingscursus. Na 3 jaar zonder herhaling vervalt de trainersstatus, en moet de gehele train-de-trainer opleiding opnieuw worden gevolgd. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). Suggestie: aparte module ontwikkelen voor SEH medewerkers met een actueel AHLS diploma. 6. Suggestie voor planning: Ontwikkelen 2e helft van 2011. Uitvoeren vanaf 1 jaar na slagen van eerste SEH CBRN trainers.
2.3
Handreiking voor SEH trainers t.b.v. praktische training SEH medewerkers
1. Doel en inhoud (op hoofdlijnen): a. Agenda voor de praktische training van SEH medewerkers. b. Lijst met aandachtspunten (checklist) die SEH CBRN trainers kunnen gebruiken bij het praktische deel van de opleiding van SEH medewerkers. c. Checklist voor afvinken onderdelen praktijktoets SEH medewerkers. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: SEH CBRN trainers die zijn geslaagd voor de train-de-trainer opleiding. 3. De duur (contacturen en e-learning): NVT. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: NVT. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Suggestie voor planning: Ontwikkelen 1e helft 2011. Moet beschikbaar zijn als lesmateriaal bij de eerste train-de-trainer opleiding.
2.4
Opleiding en training SEH medewerkers
2.4.1 AHLS: 1. Doel en inhoud: a. Bewustwording van en kennismaking met incidenten met gevaarlijke stoffen. b. Herkenning, diagnose en interventie bij acute intoxicaties met gevaarlijke stoffen c. Kennis over risico’s van blootstelling voor hulpverleners en het slachtoffer.
3
2. Doelgroep en uitgangsniveau: Eén van de groepen artsen op de SEH van elk profielziekenhuis. De cursus is in ieder geval noodzakelijk voor de artsen die binnen het profielziekenhuis de rol/taak uitvoeren van: a. deco artsen. b. medisch verantwoordelijke SEH. Kandidaten: SEH artsen, internisten of anesthesiologen (of consulenten interne of anesthesiologie). Voor de artsen in de ziekenhuizen die basis CBRN zorg leveren wordt een BHLS cursus sterk geadviseerd. Deze is momenteel in ontwikkeling. 3. De duur (contacturen en e-learning): Circa 40 uur voorbereiding (syllabus 400 pagina’s) en twee dagen contactonderwijs OSG-VvAA in Houten of in-company. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 4 jaar, waarna hercertificering nodig is. OSG-VvAA plant nascholing met de mogelijkheid om het examen voor hercertificering af te nemen. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Bestaande cursus, in Nederland verzorgd door OSG-VvAA. Kosten momenteel €985 per cursist. Wordt bij voldoende deelname ook op locatie gegeven, tegen sterk gereduceerde kosten. 6. Planning: Starten met opleidingen artsen vanaf medio 2011.
2.4.2 Bewustwording en theorie: 1. Doel en inhoud: a. Kennen en voor de eigen rol kunnen toepassen van de richtlijn chemische slachtoffers: • Kunnen benoemen van opstartcriteria voor de procedure ‘chemische slachtoffers’; • Zelfstandig een besmet slachtoffer kunnen ontsmetten, met inachtneming van eigen veiligheid (geschikte beschermingsmiddelen en hun gebruik) en de effectiviteit van ontsmetting. b. Kennis over risico’s van blootstelling voor hulpverleners, het slachtoffer en overige omstanders (mede slachtoffers, hulpverleners, patiënten in de wachtkamer). c. Introductie op de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen en het op de juiste wijze aan- en uittrekken daarvan. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Iedereen die deel kan uitmaken van een deco team of de ontsmettingszone moet kunnen inrichten. In de praktijk betekent dat waarschijnlijk: a. Alle SEH verpleegkundigen. b. Alle artsen die dienst doen op de SEH en mogelijk optreden als deco arts of als medisch verantwoordelijke SEH. c. BHV’ers of andere medewerkers die worden ingeschakeld bij de uitvoering van de procedure ‘chemische slachtoffers’. d. Personen met een actueel AHLS diploma krijgen dispensatie voor onderdelen 1a en 1b. Suggestie: Een aparte module worden opgezet voor personen met een actueel AHLS diploma. 3. De duur (contacturen en e-learning): E-learing traject in Trainbox over achterliggende concepten van ontsmetting (waarom, wat, hoe, waar, wanneer). 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 2 jaar, waarna herhaling van hetzelfde programma evt. aangevuld met casusbespreking.
4
5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Planning: Ontwikkelen les- en leerstof 1e helft 2011. Uitvoeren zodra Trainbox module gereed is en ontsmettingsfaciliteit in het eigen ziekenhuis beschikbaar is (om tijd tussen theorie en praktijk te beperken). E-learning via Trainbox kan individueel op een rustig moment op de SEH.
2.4.3 Praktische opleiding SEH medewerkers 1. Doel: a. In de praktijk brengen van kennis opgedaan tijdens e-learning. b. Fixeren van kennis over richtlijn chemische slachtoffers en de eigen rol daarin. c. Oefenen met de persoonlijke beschermingsmiddelen: • op de juiste wijze aan- en uittrekken van de PBM; • helpen van een collega met het aan- en uittrekken; • controle van een collega’s PBM voor inzet; • elkaars welzijn en veiligheid bewaken tijdens inzet; • op correcte wijze decontaminatie uitvoeren is geen onderdeel (kost te veel tijd). 7. Doelgroep en uitgangsniveau: Iedereen die deel kan uitmaken van een deco team of de ontsmettingszone moet kunnen inrichten. In de praktijk betekent dat waarschijnlijk: a. Alle SEH verpleegkundigen. b. Alle artsen die dienst doen op de SEH en mogelijk optreden als deco arts of als medisch verantwoordelijke SEH. c. BHV’ers of andere medewerkers die worden ingeschakeld bij de uitvoering van de procedure ‘chemische slachtoffers’. 2. Duur: Eén uur training en oefening onder supervisie van een SEH CBRN trainer. Kan in kleine groepjes van 2 – (maximaal) 4 personen. 3. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 2 jaar, waarna herhaling van hetzelfde programma. Eventueel met casusbespreking. 4. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 5. Suggestie voor planning: Per ziekenhuis, na gereed komen van ontsmettingsfaciliteiten in het eigen ziekenhuis, de Trainbox module en ten minste één opgeleide SEH CBRN trainer. Uitvoering waarschijnlijk vanaf 3e kwartaal 2011 door interne SEH CBRN trainers.
2.5
Timing en volgorde
Voordat de opleiding en training op de SEH van start kunnen gaan moeten de volgende voorzieningen zijn gerealiseerd: 1. Een basis protocol ontsmetting op de SEH (onderdeel van het Cycloon project CBRN preparatie Noord-Nederland, afronding januari 2011). 2. Een keuze voor één of meer typen persoonlijke bescherming. 3. Een ingerichte ontsmettingszone bij tenminste één SEH (voor instructiefoto’s en training). 4. Een try-out van de aankleed- en ontsmettingsprocedure uit het standaard protocol voor: • Instructiefoto’s over het aan- en uittrekken van de persoonlijke beschermingsmiddelen. • Instructiefoto’s en/of film over een ontsmetting volgens de richtlijn.
5
5. Ontwikkeling van een e-learning programma voor alle SEH medewerkers. Een met foto’s ondersteunde instructie over het aan- en uittrekken van de persoonlijke beschermingsmiddelen en van een ontsmettingsproces maken daarvan deel uit.
6
3 Opleiding en training ambulancehulpverleners Net als voor de SEH wordt voor de ambulancehulpverlening een train-de-trainer opleiding opgezet. De opleiding van de trainers en de medewerkers is vergelijkbaar met die voor de SEH, afgezien van de volgende verschillen: 1. De relevante richtlijn wordt het protocol eerste uur (ontsmetting en behandeling in het veld). Afronding van het protocol eerste uur is een absolute voorwaarde voor de start van een CBRN OTO programma voor de ambulancehulpverlening. De timing daarvan is een onzekere factor vanwege de lange historie van dit protocol en het grote aantal betrokkenen. 2. Ambulancehulpverleners werken met persoonlijke bescherming in de warm zone. Werken in de cold zone kan zonder of met sterk gereduceerde persoonlijke bescherming. 3. De taken van de ambulancehulpverleners zijn vergelijkbaar met die van de medische verantwoordelijke voor de decontaminatie op de SEH: levensreddend handelen en toezicht houden op de toestand van het slachtoffer tijdens de ontsmetting. 4. De persoonlijke bescherming kan daardoor verschillen van die op de SEH, die is afgestemd op het uitvoeren van de ontsmetting zelf. Alle opleiding en training voor de ambulancehulpverlening en MMT moet nog worden ontwikkeld.
3.1
Opleiden en trainen Ambulance CBRN trainers
1. Doel: a. Kennen en voor de eigen rol kunnen toepassen van het protocol eerste uur: • Kunnen benoemen van opstartcriteria voor het protocol eerste uur; • Zelfstandig een besmet slachtoffer kunnen ontsmetten, met inachtneming van eigen veiligheid (beschermingsmiddelen en juist gebruik) en de effectiviteit van ontsmetting. b. Weten welke vragen te verwachten van ambulancehulpverleners over ontsmetting van slachtoffers en de daarvoor benodigde beschermingsmiddelen. De eenvoudige vragen kunnen beantwoorden en de complexe vragen kunnen doorverwijzen; c. Ambulancehulpverleners kunnen begeleiden bij het testen van de richtlijn, procedure en materialen (persoonlijke beschermingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen) voor ontsmetting, en een praktijktoets daarover kunnen afnemen. d. Kennis over risico’s van blootstelling voor de hulpverleners, het slachtoffer en overige omstanders (mede slachtoffers, hulpverleners, omstanders). e. Introductie op de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen en het op de juiste wijze aan- en uittrekken daarvan. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Ambulancehulpverleners die voldoen aan criteria voor CBRN trainer. 3. Duur: a. E-learning zoals overige ambulancehulpverleners, als introductie en voorbereiding op de contactdag. In plaats daarvan of als aanvulling daarop (eventueel facultatief) kan de BHLS worden overwogen (op het moment van dit schrijven nog in ontwikkeling). Kandidaat trainers met een actueel AHLS diploma worden niet beoordeeld op dit onderdeel. b. Eén dagdeel kennisoverdracht op het gebied van basiskennis toxicologie, dosis-respons, crisisorganisatie buiten het ziekenhuis, bronnen van informatie, omgang met besmette slachtoffers en decontaminatie protocol (contacturen), casusbespreking. Kandidaat trainers met een actueel AHLS diploma krijgen gedeeltelijke dispensatie. c. Eén dagdeel praktisch onderwijs: inrichting van de ontsmettingsruimte, instructie persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), ervaren mogelijkheden en beperkingen medisch handelen en communicatie met PBM. Signaleren van typische fouten bij gebruik PBM en deze corrigeren.
7
4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Jaarlijks één dagdeel herhaling. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Suggestie voor planning: Ontwikkelen op basis van train-de-trainer opleiding SEH, direct nadat het multidisciplinaire protocol eerste uur is geaccordeerd.
3.2
Herhalingscursus Ambulance CBRN trainers
1. Doel: a. Up-to-date houden van de kennis en vaardigheden van Ambulance/MMT CBRN trainers. b. Uitwisselen van ervaringen met het begeleiden en beoordelen van medewerkers. c. Gelegenheid bieden tot het stellen van vragen die de trainers hebben over de les- en leerstof, of moeilijke vragen die hen door de medewerkers zijn gesteld. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Ambulance CBRN trainers die zijn geslaagd voor de train-de-trainer opleiding, en die in het afgelopen jaar ten minste 5 collega’s hebben begeleid bij de opleiding of herhaling van de instructie over CBRN. 3. Duur: Eén dagdeel instructie, beantwoording van vragen (van Ambulance trainers en medewerkers), discussie over casus en toetsing eigen vaardigheden. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Jaarlijks herhalen. Suggestie: trainersstatus na 15 maanden opschorten; kan dan tot 1½ jaar na de laatste (herhalings)cursus worden hervat na herhalingscursus. Na 3 jaar zonder herhaling vervalt de trainersstatus, en moet de gehele train-de-trainer opleiding opnieuw worden gevolgd. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Suggestie voor planning: Ontwikkelen 2e helft van 2011 op basis van herhalingscursus SEH. Uitvoeren vanaf 1 jaar na slagen van eerste Ambulance CBRN trainers.
3.3
Handreiking voor Ambulance CBRN trainers t.b.v. praktische deel training Ambulancehulpverleners
1. Doel en inhoud (op hoofdlijnen): a. Agenda voor de praktische training van Ambulancehulpverleners. b. Lijst met aandachtspunten (checklist) die Ambulance CBRN trainers kunnen gebruiken bij het praktische deel van de opleiding van Ambulancehulpverleners. c. Checklist voor afvinken onderdelen praktijktoets Ambulancehulpverleners. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Ambulance CBRN trainers die zijn geslaagd voor de train-de-trainer opleiding. 3. De duur (contacturen en e-learning): NVT. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: NVT. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Suggestie voor planning.: Ontwikkelen 1e helft 2011. Moet beschikbaar zijn als lesmateriaal bij de eerste train-de-trainer opleiding.
8
3.4
Opleiding en training ambulancehulpverleners
3.4.1 Bewustwording en theorie: 1. Doel en inhoud: a. Bewustwording en kennismaking met de presentatie van slachtoffers met chemische blootstelling of een acute intoxicatie in het veld. b. Kennen en voor de eigen rol kunnen toepassen van het protocol eerste uur: • Kunnen benoemen van opstartcriteria voor het protocol eerste uur; • Zelfstandig kunnen assisteren bij de ontsmetting door de brandweer van een besmet slachtoffer, met inachtneming van eigen veiligheid (geschikte beschermingsmiddelen en hun gebruik), de toestand van het slachtoffer en de effectiviteit van ontsmetting. c. Kennis over risico’s van blootstelling voor hulpverleners, het slachtoffer en overige omstanders (mede slachtoffers, hulpverleners, omstanders). d. Introductie op de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen en het op de juiste wijze aan- en uittrekken daarvan. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Alle ambulancehulpverleners (verpleegkundige en chauffeur worden samen opgeleid). Personen met een actueel AHLS diploma krijgen dispensatie voor onderdelen 1a en 1b. 3. De duur (contacturen en e-learning): E-learing traject in Trainbox over achterliggende concepten van ontsmetting (waarom, wat, hoe, waar, wanneer). 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 2 jaar, waarna herhaling van hetzelfde programma evt. aangevuld met casusbespreking. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Planning: Ontwikkelen les- en leerstof 2e helft 2011 (na afronding protocol eerste uur) op basis van SEH opleiding. Uitvoeren zodra Trainbox module gereed is en persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn. E-learning via Trainbox kan individueel op een rustig moment op de post.
3.4.2 Praktische opleiding ambulancehulpverleners 1. Doel: a. In de praktijk brengen van kennis opgedaan tijdens e-learning. b. Fixeren van kennis over protocol eerste uur en de eigen rol daarin. c. Oefenen met de persoonlijke beschermingsmiddelen: • op de juiste wijze aan- en uittrekken van de PBM; • helpen van een collega met het aan- en uittrekken; • controle van een collega’s PBM voor inzet; • elkaars welzijn en veiligheid bewaken tijdens inzet. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Alle ambulancehulpverleners. 3. Duur: Eén uur training en oefening onder supervisie van een ambulance CBRN trainer. Kan in kleine groepjes van 2 – (maximaal) 4 personen. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 2 jaar, waarna herhaling van hetzelfde programma. Eventueel met casusbespreking.
9
5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Custom made voor Noord-Nederland (Cycloon regio). 6. Suggestie voor planning: Per RAV na gereedkomen van het protocol eerste uur en de Trainbox module, beschikbaarheid van de persoonlijke beschermingsmiddelen en ten minste één opgeleide ambulance CBRN trainer. Ontwikkelen in tweede helft 2011 op basis van training SEH. Uitvoering vanaf 4e kwartaal 2011 of later door interne ambulance CBRN trainers.
10
4 Opleiding en training MMT De opleiding van de MMT CBRN trainer en de MMT artsen/verpleegkundigen is hetzelfde als die voor de ambulancehulpverleners (Hoofdstuk 3). De opleidingen kunnen daarom gezamenlijk worden gevolgd. Vanuit het MMT wordt één persoon met een actueel AHLS diploma als trainer opgeleid. De rest volgt dezelfde training als die voor de ambulancehulpverleners onder leiding van de MMT CBRN trainer. Evenals voor SEH artsen uit de profielziekenhuizen geldt voor de MMT artsen een uitbreiding in de vorm van de cursus AHLS (Advanced Hazmat Life Support). Deze cursus is hieronder voor MMT artsen nogmaals beschreven.
4.1
Opleiding en training MMT artsen
4.1.1 AHLS: 1. Doel en inhoud: a. Bewustwording van en kennismaking met incidenten met gevaarlijke stoffen. b. Herkenning, diagnose en interventie bij acute intoxicaties met gevaarlijke stoffen c. Kennis over risico’s van blootstelling voor hulpverleners en het slachtoffer. 2. Doelgroep en uitgangsniveau: Alle MMT artsen. 3. De duur (contacturen en e-learning): Circa 40 uur voorbereiding (syllabus 400 pagina’s) en twee dagen contactonderwijs OSG-VvAA in Houten of in-company. 4. Geldigheidsduur/herhalingsfrequentie: Geldigheidsduur 4 jaar, waarna hercertificering nodig is. OSG-VvAA plant nascholing met de mogelijkheid om het examen voor hercertificering af te nemen. 5. Geschikte bestaande OTO of ontwikkelbehoefte ‘custom made’ OTO: Bestaande cursus, in Nederland verzorgd door OSG-VvAA. Kosten momenteel €985 per cursist. Wordt bij voldoende deelname ook op locatie gegeven, tegen sterk gereduceerde kosten. 6. Planning: Starten met opleidingen artsen vanaf medio 2011.
11