docentenhandleiding
School en Cultuur
Opgeruimd staat netjes!
Lespakket Groep 4
Doelgroep Deze lessen zijn door Creative Artsschool Elevate ontwikkelt voor de groepen 4. De lessen en opdrachten zijn zo ingedeeld dat de kinderen vanuit verschillende ‘kanten’ naar afval leren kijken, vanuit mensen die werken met afval tot aan het afval zelf.
Hoe werkt het? Les 1 en 2 kunnen in de eigen klas gevolgd worden. Ter ondersteuning wordt er van elke opdracht een voorbeeld getoond via de een filmpje. De docent legt allereerst schriftelijk de opdracht ui, daarna wordt ter verduidelijking het filmpje bekeken in de groep. In de film worden de regels van de drama opdracht ook nog duidelijk benoemd. Bij de opdrachten staan tijden,
maar dit zijn indicaties. Een opdracht kan altijd uitgebreid worden. Als docent kun je zelf beslissen of je bepaalde opdrachten wilt uitbreiden als er tijd over is. Aan les 2 is nog een extra opdracht toegevoegd. Als er nog tijd over is, is het zeker een aanrader om deze les uit te voeren.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
docentenhandleiding
Er is een bijlage toegevoegd voor de docent waar het volgende in beschreven staat: • aan welke kerntaak dit project voldoet • het doel van de dramaopdrachten • welke functie de docent heeft Het is een aanrader om deze voor de les door te nemen, samen met de opdrachten in de les. In dit document staan een aantal pictogrammen: Voorbeeld opdracht bekijken
Groepsopdracht
Een filmpje van You-tube
Tijdsindicatie voor de opdracht
‘Individuele’ of duo-opdracht
Extra opdracht als er nog tijd over is. De kers op de taart voor de dag.
Inhoud Dit project bestaat uit 2 klassikale lessen. In les 3 komt er een externe docent naar de school. In deze lessen leren de kinderen meer over afval en zich in verschillende situaties te verplaatsen over het onderwerp afval. Door het uitvoeren van de dramaopdrachten vragen de kinderen zich af wat afval is, hoe er mee omgegaan wordt en welke mensen ermee in aanraking komen. Wat gebeurt er met het afval, nadat het afval in de prullenbak is gegooid? De kinderen leren ook de beginregels van drama. In les 3 wordt een kleine dramavoorstelling gedaan door de kinderen. Einduitvoering De klas kan aan het eind van dit project met elkaar een dramavoorstelling laten zien. Deze wordt in de derde les gemaakt.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
docentenhandleiding
Lessenoverzicht - materiaal
Les
Benodigdheden voor de les
1
• dvd-speler of laptop waarop voorbeeldopdrachten bekeken kunnen worden • afval, genoeg voor alle kinderen (zie opdracht) • stoelen • bak met water • school- of digibord voor de peiling
2
• dvd-speler of laptop voor dramaopdrachten en You-tubefilmpje • het afval wat gebruikt is bij les 1 • stoelen
3
• het afval wat gebruikt is bij les 1 • kostuums voor de personages die voorbijkwamen in les 2 • voldoende ruimte om de dramavoorstelling te spelen • een bal ter grootte van een hand
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 1
School en Cultuur
Afval Tijdsduur: 60 minuten
Oriëntatie In deze les gaan we het hebben over afval. Wat is afval. Alleen dat wat op de grond naast de prullenbak ligt of ook in de struiken? Kan kleding ook afval zijn? Lets find out! Maar eerst…….. wie gooit wel eens wat naast de prullenbak?
peiling Tijdsduur: 10 minuten
Houd in de klas een peiling over afval. Gebruik het bord. Zet de volgende vragen achter elkaar en peil wie het wel en niet doet: 1. Ik zeg er wat van als iemand afval gewoon op straat gooit 2. Ik gooi wel eens wat afval naast de prullenbak 3. Als ik in de pauze aan het eten ben buiten, gooi ik afval wel eens gewoon op de grond 4. Kauwgom gooi ik altijd in de prullenbak 5. Afval is dat wat in de prullenbak zit 6. Ik weet wat er met het afval gebeurt als het in de prullenbak zit. 7. Afval kan je niet nog een keer gebruiken voor een ander product Laat de kinderen hun vinger opsteken en turf de hoeveel ‘ja’ en ‘ nee’. Het is leuk om na dit project nog een keer de peiling te doen.
Wat is nu eigenlijk afval? Tijdsduur: 20 minuten
Afval kent iedereen wel, maar weet iedereen wel wat afval is. Onze wereld is vol met afval en we weten dat we het afval weg willen hebben. Maar wat is afval eigenlijk? • Laat de kinderen op hun rug in een kring liggen met hun hoofden naar elkaar toe. • Een kind noemt een woord (maakt niet uit wat het is) dat te maken heeft met afval. • Het kind aan de rechterhand van diegene noemt ook iets wat te maken heeft met afval. • Zo gaat de kring rond en blijft het doorgaan. • Zodra een kind een woord zegt dat al genoemd is, zal iedereen applaudisseren en verlaat het kind de kring. • Als een kind even niets kan bedenken, mag het kind ook rustig ‘pas’ zeggen. Het is niet de bedoeling dat een woord twee keer gezegd wordt. Het is de bedoeling dat er op een gegeven moment een cadans ontstaat.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 1
School en Cultuur
• Laat de kinderen zo liggen in een kring • Ga als docent bij een kind staan die met haar hand op de grond klapt • Ga dan als docent naar het volgend kind, waarbij het kind met haar hand op de grond klapt als je recht voor haar staat. • Etc. etc. Jij als docent bepaalt het ritme, zodat er een cadans ontstaat. Nu gaan de kinderen beide opdrachten proberen. Dus als jij als docent bij hen staat, moeten ze tijdens het klappen op de grond een woord zeggen over afval. Het is handig om eerst alleen te blijven bij de vraag ‘wat is afval’ met deze opdracht en het dan breder te trekken naar allerlei woorden noemen die te maken hebben met afval. Dan komen namelijk personen en objecten ook langs. kijk nu met elkaar dramaopdracht 1 Zodra de cadans er is en de kinderen genoeg woorden hebben genoemd, laat je de andere kinderen weer meedoen. Nu gaat de opdracht nog een keer beginnen, maar dan andersom. Nu mogen de kinderen alleen maar woorden noemen die absoluut niets met afval te maken hebben! kijk nu met elkaar dramaopdracht 2
Verzamelaar Tijdsduur: 10 minuten
Laat de kinderen onderstaande you-tubefilm zien. http://www.youtube.com/watch?v=Gf_31NShm1U Stel de volgende vragen: • Zie jij vaker zulke mensen afval ophalen? • Hoe heten deze mensen? • Ligt er veel afval bij jou in de buurt? • Wat vind je er van dat deze man helpt schoonmaken terwijl dat niet zijn beroep is? Nu we weten wat afval is, mogen de kinderen even voor de schoonmaakdienst spelen en de man helpen. Maar met een tijdslimiet. De kinderen moeten binnen 5 minuten zoveel mogelijk afval wat op de grond ligt, dus NIET uit de prullenbakken, in en rondom het schoolplein verzamelen. Zo veel mogelijk als kan. In ieder geval een afvalstuk per kind. Dit nemen ze mee naar het lokaal waar een bak met water en sop staat om het schoon te maken. Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 1
School en Cultuur
Aan de slag met afval Tijdsduur: 30 minuten
Leg al het afval in het midden van de kring met stoelen. De docent en de kinderen zitten in een kring. De komende drie opdrachten beslaan een tijdsbestek van 30 minuten en horen bij elkaar. Waar ben ik Tijdsduur: 10 minuten
• Laat alle kinderen goed kijken naar het afval in het midden van de kring. • Laat ze observeren wat waar ligt. • Laat alle kinderen hun ogen sluiten. Ze mogen niet spieken! • Haal een afvalstuk uit het midden weg (zo stil mogelijk) en zeg ‘ik ben een afvalstuk maar ik zit niet meer in het midden. Zien jullie wie je mist? • Laat de kinderen hun ogen openen en raden welk afvalstuk ze missen in het midden. Je mag hints geven als de kinderen het lastig vinden. Wie ben ik Tijdsduur: 10 minuten
• Ieder kind mag nu een afvalstuk uitkiezen en op de schoot houden • Ieder kind mag benoemen wat voor afvalstuk hij/zij gekozen heeft • Ieder kind mag een naam geven aan het afvalproduct. Stel dan de volgende vraag ‘als het afvalproduct kon praten, wat voor naam zou je het afvalproduct dan geven?’ • Nadat de kinderen een naam hebben verzonnen, vraag je of ze het product willen voorstellen. Bijvoorbeeld: Hallo, ik ben piet, een dopje van een fles water. Ik besta al 2 jaar en vind het jammer dat ik niet meer op de fles zit. Ik ben best handig want daardoor komt er geen water uit de fles. Iemand heeft mij per ongeluk laten vallen. Ze zullen vast nu aan het zoeken zijn. Ze zeggen dat ik afval ben, maar dat vind ik niet. Ik vind het niet leuk om afval te zijn. Mensen kunnen mij gewoon nog gebruiken! Geef dus antwoord op de vraag wat voor product het is, waar het voor dient en wat het ervan vind om afval te zijn. Vind het dopje ook dat het afval is of niet? Alle antwoorden zijn goed. Het is de fantasie van het kind. kijk nu met elkaar dramaopdracht 3 Nu we elkaar allemaal kennen is het wel zo leuk om bij de namen en producten ook een stem te geven. Het product gaat echt leven! • Laat ieder een stem verzinnen die zij vinden dat bij het product past. • Laat vervolgens de producten zich aan elkaar ‘introduceren’ en een gesprek aangaan. kijk nu met elkaar dramaopdracht 4 Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 1
School en Cultuur
Zal ik? Ja of nee Tijdsduur: 10 minuten
Wat kan je allemaal met afval doen? Laten we zien wat de kinderen ervan vinden. Zet alle stoelen aan de kant, zodat er een grote ruimte ontstaat. • Laat de kinderen door het lokaal lopen. Hierbij hoeven ze nog niet te letten op hoe ze lopen, maar wel dat ze niet tegen elkaar aan botsen. • Het afval ligt op een hoop aan de zijkant van het lokaal. • Laat de kinderen tijdens het lopen bedenken wat ze zouden willen doen met het afval. Bijv. een kind roept ‘laten we het afval sorteren!’ Dit is een spelaanbod van dat kind. Het kind zegt dit al lopende. • De andere kinderen die ook lopen, reageren daar heel eerlijk op met juichend ‘jaaaaaa’ of ‘nee’. • Degenen die ‘ ja’ zeggen gaan ook dat doen wat het kind als spelaanbod heeft gedaan. Dit kan door het echt uit te voeren (bijvoorbeeld rollen door het afval), maar ze kunnen het ook uitspelen als het niet echt uit te voeren is (bijvoorbeeld gooien met afval). Degenen die ‘nee’ zeggen, gaan aan de zijkant staan toekijken. • De kinderen die ‘ja’ hebben gezegd, blijven het spelaanbod uitvoeren totdat iemand anders uit die groep met een nieuw spelaanbod komt. De kinderen aan de zijkant mogen dat niet, maar wel reageren op het nieuwe spelaanbod door ook ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen. • Zeggen de kinderen ‘ja’, dan mogen ze weer meedoen en meedoen met het uitvoeren van het nieuw spelaanbod. Zeggen ze ‘nee’ dan moeten ze blijven staan.
Is dit afval? Echt waar?! Nu de kinderen weten wat afval is, gaan we kijken of dat ook geldt in verschillende situaties. • Leg op 10 verschillende plekken in de ruimte afval neer en zet daar neer wat voor afval het is en waar het is (zie voor de 10 plekken en afvalstukken de informatie onder deze opdracht) • Laat de kinderen langs de 10 plekken gaan met de vraag ‘is dit echt afval?’ • Als elk kind de 10 plekken langs geweest is, bespreek met hen waarom ze dat wel of geen afval vinden. Zeg nog niet wat jij als docent er van vindt. • Vraag aan de kinderen wie als type of personage nu langs de 10 plekken willen gaan. • De kinderen die het nog te spannend vinden of niet willen, kunnen aan de kant blijven kijken en reageren. • Laat de kinderen uit de volgende personages of types kiezen om te gaan spelen: boer, zwerver, barones, vuilnisman, tiener, koningin, moeder, hond, clown, politieagent en dief. • Als een kind een personage heeft gekozen, gaat het kind als het personage (dus echt lopen als een boer, gek sprongetjes maken als een clown) langs de 10 plekken met afval.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 1
School en Cultuur
• Stel als docent interviewvragen aan de personage bij elk plek: ‘vind jij dit afval?’ waarom wel/niet? Zou je het opruimen? Etc. (Een boer zal het namelijk zonde vinden dat een beschimmelde kaas is weggegooid. Dat snij je gewoon weg). De andere kinderen blijven kijken en mogen mee reageren (of proberen in de tussentijd lichamelijk al hun personage uit te beelden of imiteren). Mocht het lastig werken om overal afval neer te leggen en de kinderen vergeten wat waar ligt, benoem bij elk punt welke situatie het is. Om duidelijk te maken welke plek welke situatie beslaat, is het handig om dit te ondersteunen via plaatjes met woorden of pictogrammen als afval niet afdoende is. Als docent kan je het altijd mondeling ook uitleggen. De volgende 10 situaties van afval leg je neer in de ruimte: 1. Wat: plastic papiertje ligt naast een prullenbak. Waar: in het park. 2. Wat: een pak melk valt op de grond kapot. Waar: in de supermarkt. 3. Wat: er staat een half pak appelsap open. Waar: op het aanrecht in de keuken 4. Wat: ongegeten kauwgom zonder papiertje. Waar: op de grond in klaslokaal 5. Wat: eten op het bord wat niet opgegeten wordt. Waar: in het restaurant. 6. Wat: een bruine tas waar verf op zit. Waar: op de stoep bij het afval. 7. Wat: een flesje jus d’orange half vol. Waar: op een picknicktafel in de dierentuin. 8. Wat: zakdoekjes in gesloten verpakking. Waar: op straat. 9. Wat: beschimmelt groot stuk kaas. Waar: in prullenbak. 10. Wat: kapotte trui. Waar: in een vuilniszak tijdens verhuizen kijk nu met elkaar dramaopdracht 5
BEWAAR HET AFVAL!! HET AFVAL IS VOOR LES 2 NODIG.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 2
School en Cultuur
ik ga op reis en neem mee Tijdsduur: 60 minuten
Oriëntatie In deze les gaan we het hebben over wie er allemaal te maken hebben met afval en hoe het afval verwerkt wordt. Hoe voelt het om in een prullenbak te zitten? En wat gebeurt er als er wat mis gaat tijdens het afval verwerkingsproces?
Wie hebben te maken met afval? Tijdsduur: 30 minuten
• Laat alle kinderen allereerst in een ruimte kriskas door elkaar lopen. Niet zomaar, maar doelgericht • Ieder kind vertrekt vanuit een punt, beslist welke kant hij opgaat en volgt die route. Maar rekening houdend met de kinderen die eventueel voor of achter hem langs gaan. • Als het kind bij het eindpunt is gekomen, beslist het kind dan pas opnieuw een ander punt en loopt daarnaar toe. Dit in stilte. Er mag niet gesproken worden. • Als het kind iemand tegen komt zal een van hen vaart moeten minderen om de ander te laten passeren. Ook dit gebeurt zonder praten. kijk nu met elkaar dramaopdracht 6, 7 en 8. Zodra de kinderen dit onder de knie hebben, stelt de docent de volgende vraag terwijl de kinderen nog aan het lopen zijn: wie hebben allemaal te maken met afval? De kinderen antwoorden tijdens het lopen op die vraag om de beurten en mogen niet stilstaan. Dus precies dezelfde opdracht, maar dan met het beantwoorden van een vraag erbij. De docent geeft eventueel nog aanvullende antwoorden en geeft antwoord op vragen bij kinderen. Probeer of de kinderen ook om en om kunnen antwoorden en niet allemaal tegelijk. Als alle personen en dieren zijn genoemd lopen de kinderen op nog steeds dezelfde manier in stilte verder. • De docent noemt van bovenaan. Loop nu als een vuilnisman. Hoe zou een vuilnisman lopen. • Totdat ieder kind via zijn lichaam laat zien hoe een vuilnisman loopt, vraag je of bijna iedereen, op enkele kinderen na, stopt. • Laat de kinderen die staan, kijken naar degenen die lopen als een vuilnisman. • Laat hen daarna weer meedoen als een vuilnisman en kijk of ze veranderingen in hun lichaam aanbrengen. • Zodra ze dit onder de knie hebben, ga je naar de/het volgende persoon/dier. Als het niet duidelijk te zien is, vraag dan of ze het willen uitvergroten. Dit doen ze dus ook weer nog steeds lopend.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 2
School en Cultuur
Als alle personages zijn geweest, mogen de kinderen stoppen en voor zichzelf applaudisseren. Dit was namelijk een lastige opdracht om te doen. • De kinderen mogen zich omdraaien zodat ze alle andere klasgenootjes kunnen zien. • Eventueel wordt er een kring gevormd. • Nu worden emoties erbij gehaald. • Vraag aan iedereen of ze de volgende emoties aan elkaar willen laten zien: boos, bang, blij, verdrietig. Dus geef aan alle kinderen aan ‘laat aan de ander zien wat boos is’. Enz. • Koppel er daarna personages aan. Kies zelf enkele personages en koppel daar een emotie aan. Bijv. een blije hond of een boze zwerver. Pak een per keer en vraag of de kinderen dat om en om aan elkaar willen laten zien. Als dit te spannend is, kan het ook allemaal tegelijkertijd. Gebruik ook alvast de personages die gebruikt worden in de scènes beschreven onder ‘traject afval’. Mocht dit nog te spannend zijn, dan kan je de kinderen weer door elkaar heen laten lopen als de gekozen personages met emoties. Je kan dan ook de opdracht geven om elkaar wel eens tegen te komen als personage en om dan elkaar te begroeten. Hierbij moeten ze wel elkaar echt aankijken en luisteren naar wat de ander zegt. Je doorbreekt dan even bewust het lopen door spel te laten ontstaan. Als de begroeting voorbij is, lopen de kinderen verder en komen misschien iemand anders tegen. kijk nu met elkaar dramaopdracht 9.
Traject afval Tijdsduur: 30 minuten
Laat de kinderen onderstaande you-tubefilm zien. http://www.youtube.com/watch?v=43Ml22D6ZUQ De volgende gedeeltes kunnen overgeslagen worden: 3.23 tot 5.08 & 12.51 tot 14.53 Beantwoord achteraf de volgende vragen met de kinderen: • Wist je dat dit met afval gebeurd? • Wat vind je ervan dat afval hergebruikt wordt? • Kunnen ze ook afval gebruiken dat op straat ligt? • Kan je nu nog meer mensen benoemen die met afval te maken hebben? • Wat vind je van de twee vrouwen die zich met afval kleden? Als de kinderen het lastig vinden om te benoemen hoe het afval verwerkt wordt, kunnen de kinderen het ook uitbeelden. Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 2
School en Cultuur
• Laat alle kinderen in een rij staan tegenover elkaar. • Begin bij een uiteinde van een rij met 2 kinderen die tegenover elkaar staan • Laat hen de eerste stap benoemen van waar afval naar toe gaat. Bijv: afval wordt door de moeder in de prullenbak thuis gedaan. • Laat de een de moeder zijn die een stuk afval heeft en laat de ander een prullenbak imiteren. • De volgende twee kinderen naast hen benoemen wat dan de volgende stap is in het afvalverwerkingsproces. Bijvoorbeeld: de moeder zet de afvalemmer bij de weg, waar de zwerver om de hoek staat te wachten. • Laat de een de moeder spelen die de afvalemmer aan de weg zet en de zwerver in de gaten krijgt. De zwerver wordt door het andere kind gespeeld. Etc. Etc. totdat het GFT afval weer als compost gebruikt wordt voor de boeren en het metaal weer hergebruikt kan worden van het huishoudafval. Laat de kinderen het eerst imiteren. En nog niet improviseren. Dat komt nog. Het is belangrijk dat de kinderen eerst het verloop van het afvalverwerkingsproces herkennen. Hieronder zal ik de scènes en personages verwoorden wat je tegen kan komen in het afvalverwerkingsproces: • de eerste 2 scènes met personages zijn nu dus bekend • de afvalmannen en vrachtwagenchauffeur halen het afval op. Een kind imiteert dat hij/zij de vrachtwagenchauffeur is en twee andere kinderen dat ze afval in de vrachtwagen doen • de vrachtwagenchauffeur komt bij het overslagstation en meldt zich bij de controle kamer. Vrachtwagenchauffeur meldt zich bij de controlekamer. Waarop de controleur terugreageert en doorgang verleent. • Vrachtwagenchauffeur lost het afval en rijd weg. • De persoon in de heftruck haalt de afval van de afvalhoop en doet die in de trechters en dus daaronder containers. • Een persoon in andere heftruck zet de container op de boot. De man op de boot seint waar de container moet staan. • De persoon op de boot zorgt dat de boot van de kade komt. Machinist vaart naar Rotterdam. • De persoon op boot zorgt dat de boot wordt aangelegd. Machinist geeft door dat containers binnen zijn aan de meldkamer. • Twee bemanningsleden die de 2 heftruckers bedienen, zorgen dat inhoud van containers in de oven worden gegooid. • Er komt compost uit GFT die door een vrachtwagenchauffeur naar de boer wordt gebracht. De boer strooit gelijk wat compost op zijn land. • Er komt as uit huishoudelijk afval waar metaal uit gescheiden wordt. kijk nu met elkaar naar dramaopdracht 10.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 2
School en Cultuur
Nu hebben de kinderen schetsmatig het verloop van het afvalverwerkingsproces uitgebeeld. • Stel nadien de vraag aan de kinderen bij elke scene wat voor probleem daar nou zou kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld: de moeder denkt iets in de prullenbak te gooien, maar gooit het afval er naast. De prullenbak probeert (zonder dat de prullenbak kan praten maar wel fysiek kan bewegen) duidelijk te maken dat het er naast ligt, maar dat gaat lastig. • Laat voordat elke situatie begint, de kinderen eerst een probleem bedenken. • Ga zo elke situatie na wat er eventueel mis zou kunnen gaan. Bijvoorbeeld de vrachtwagenchauffeur komt bij het overslagstation en checkt in, maar hij krijgt geen antwoord over de intercom. Aan de andere kant zien we dat de controleur in slaap is gevallen! Hoe zorgt de chauffeur ervoor dat hij toch zijn afval kan afleveren?! • Laat de kinderen het probleem bedenken en die al improviserend met elkaar uitspelen. Dit gebeurt niet meer in de twee rijen die tegenover elkaar staan. De ‘problemen’ van de scènes worden met elkaar als groep bedacht. Jij als docent bent degene die het probleem uitkiest en ook kan inschatten welke kinderen welke scene willen en gaan spelen. De kinderen mogen al improviserend de scene gaan spelen en daarbij al spelend tot een oplossing komen. Vanuit de kant mogen de andere kinderen tips geven. kijk nu met elkaar naar dramaopdracht 11.
Extra Opdracht Tijdsduur: 10 minuten
Nu we weten hoe afval verwerkt wordt, begint het nog steeds wel bij de prullenbak. In prullenbakken wordt namelijk het afval verzameld. Daarom dat papa en mama vragen of je het in de prullenbak wil gooien. Laat ieder kind een stuk afval uitzoeken. Zoek een klein hoekje van het lokaal. Dat hoekje is op dat moment de binnenkant van de prullenbak. De prullenbak moet zo vol mogelijk worden, dus moet het afval zo goed mogelijk in elkaar passen. Elke keer wordt er weer een ‘nieuw stuk afval’ ingegooid. Het ‘nieuw stuk afval’ is een kind met een stuk afval in de hand. Het eerste stuk afval wordt er ingegooid. Het kind met het stuk afval gaat staan. Dan wordt er een ‘nieuw stuk afval’ ingegooid. Het tweede kind gaat de ‘gaten’ opvullen die ontstaan bij het ander kind maar houd het afval die hij/zij zelf heeft wel vast. Het derde kind vult dan weer de gaten op die bij het ander kind ontstaan. Enzovoort, enzovoort. De kinderen mogen niet buiten de prullenbak komen, want dan komt er weer afval uit de prullenbak. En dat willen we juist niet. Als alle kinderen daar met hun afval in het kleine hoekje door en onder en over elkaar heen staan, zonder buiten de prullenbak te komen, is het gelukt. De kinderen mogen elkaar niet fysiek helpen. Ze mogen wel praten om elkaar aanwijzingen te geven.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 2
School en Cultuur
kijk nu met elkaar dramaopdracht 12.
Ga als afsluiting van deze les met de kinderen het afval in een vuilniszak doen, maar bewaar het nog wel tot de laatste les.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
lesbrief - les 3
School en Cultuur
een tas!! Tijdsduur: 60-90 minuten
Oriëntatie In deze les komt een docent naar de school. Samen met deze docent gaan de kinderen een kleine dramavoorstelling maken. De in les 2 gemaakte scènes worden in deze les nog een aantal daarvan gespeeld en er worden door de docent aanwijzingen gegeven. Daarna zal de klas via een fantasieopdracht het toneelstuk zelf afmaken onder leiding van de dramadocente.
Dramavoorstelling Tijdsduur: 60-90 minuten
De kinderen kennen al enkele scènes en personages, want die hebben ze gisteren geoefend. Vooraf de les is het handig dat de kinderen alvast kiezen welke personage ze het leukst vonden om te spelen. De keuze bestaat uit: • moeder • zwerver • kinderen • 2 vuilnismannen Nadat iedereen zijn personage gekozen heeft, zal de docent samen met de kinderen een dramavoorstelling gaan maken over afval. Aan het eind van de les kunnen de kinderen deze aan het publiek tonen!
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl
Bijlage 1 - les 3
School en Cultuur
Beste dramadocent, voor twee lessen van het project ‘Opgeruimd staat netjes’ Allereerst heel veel plezier gewenst met dit project en hoe de kinderen er op reageren, want meestal zijn dramaopdrachten een bron van plezier! Het kan zijn dat sommige opdrachten misschien te moeilijk zijn voor de kinderen, dan raad ik het aan om de opdracht te versimpelen. Versimpelen kan door minder kinderen mee te laten doen aan de opdracht of pauzes toevoegen tijdens de opdracht om de concentratieboog daarna weer te kunnen herpakken. Het uiteindelijke doel is dat zij d.m.v. dramaopdrachten meer over afval te weten komen en er vanuit verschillende kanten naar gaan kijken. Alle dramaopdrachten vallen onder het kerndoel 54: ‘De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren’. Alle dramaopdrachten zijn bedacht uit en bevatten een concentrische opbouw. Hieronder nog even wat basisinformatie over afval en een site om meer in te lezen over afval. Het is handig om deze naast de opdrachten erbij te hebben. De site: http://www.milieucentraal.nl/themas/afval-heb-je-zelf-in-de-hand/afvalverwerking Achtergrondinformatie Afval Afval of vuilnis is het begrip voor stoffen, materialen en/of producten waarvan de eigenaar van plan is het weg te gooien. Andere benamingen zijn afvalmateriaal, afvalproduct en afvalstof. De eigenaar van afval kan zich ontdoen van de afvalstof door deze weg te gooien. Letterlijk weggooien is doorgaans wettelijk niet toegestaan, tenzij dit gebeurt in een afvalbak. We produceren jaarlijks gemiddeld ruim 515 kilo afval per persoon. Dat is een hele hoop. Wat voor de een afval is, is voor de ander een grondstof. Toch kunnen we over het algemeen zeggen dat alles wat je weg wilt gooien, afval is. Van Dale zegt; afval is alles “dat na een bewerking als nutteloze rest overblijft”. Dit klopt niet. Afval is namelijk vaak helemaal geen nutteloze rest, maar juist zeer waardevol en in veel gevallen geschikt voor hergebruik. Voordat dit project start is het handig om de volgende praktische zaken op te pakken: • Verzamel voordat dit project begint al heel wat ‘schoon’ afvalmateriaal. Dus als er op school veel pakken melk in de prullenbak worden gegooid, dit keer goed afwassen en bewaren. De kinderen gaan namelijk met het afvalmateriaal spelen. • Les 1 kan nog in het leslokaal gedaan worden, maar ik denk dat na de film van de tweede les een grote ruimte erg gewenst is. Mijn advies is om een kleine gymzaal of een andere grote ruimte te reserveren waar de kinderen vrij kunnen bewegen.
Project ‘Opgeruimd Staat Netjes!’ - Groep 4
www.schoolencultuurveenendaal.nl