Operatieve verwijdering van de baarmoeder
Inhoud Inleiding In het kort Waarom wordt de baarmoeder verwijderd? • menstratieklachten • myomen (=vleesbomen) • endometriose en adenomyose • verzakking • Waaruit bestaat de operatie? • Welke operatiemethoden zijn er? • via de buikwand • via de schede • wel of niet verwijderen van de baarmoederhals • wel of niet verwijderen van de eierstokken
3 4 4 4 4 4 5 5 6 6 6 7 7
Mogelijke complicaties en bijwerkingen 8 • mogelijke bijwerkingen en complicaties op korte termijn 8 • mogelijke bijwerkingen en complicaties op lange termijn 9 Voorbereiding op de operatie • pre-operatief onderzoek • de oproep
10 10 10
De opnamedag • dag van de operatie • na de operatie
11 11 12
Naar huis • de dag van ontslag • weer thuis
13 13 13
Veel gestelde vragen Tot slot Vragen
14 15 15
2
Inleiding Bij menstruatieklachten, vleesbomen of een verzakking kan het nodig zijn de baarmoeder te verwijderen. In overleg met uw vrouwenarts hebt u besloten om, in verband met een van deze goedaardige aandoeningen, uw baarmoeder operatief te laten verwijderen. Een andere naam hiervoor is uterusextirpatie of hysterectomie. De grootte van de baarmoeder, de mate van verzakking van de baarmoeder en de reden waarom de baarmoeder verwijderd wordt, zijn bepalend voor de manier waarop de operatie plaatsvindt: een buikoperatie of via de schede. De eierstokken en eileiders blijven meestal zitten. In deze brochure kunt u lezen over deze operatie en wat u zelf kunt doen als voorbereiding op de operatie, over de opname in het ziekenhuis en de periode na het ontslag uit het ziekenhuis.
3
Waarom wordt de baarmoeder verwijderd? Er bestaan verschillende redenen voor een baarmoederverwijdering: − menstruatieklachten; − myomen (=vleesbomen); − endometriose en/of adenomyose; − verzakking. • menstruatieklachten Het optreden van hevige, langdurige en onregelmatige menstruaties of bloedverlies tussen de menstruaties door kan een reden zijn om de baarmoeder te verwijderen. Deze menstruatieklachten kunnen een gevolg zijn van afwijkingen van de baarmoeder zelf, zoals bijvoorbeeld vleesbomen in de baarmoeder. Het is ook mogelijk dat het slijmvlies van de baarmoeder afwijkingen vertoont. Menstruatieklachten kunnen ook veroorzaakt worden door een onregelmatige aanmaak van hormonen. Als deze klachten optreden zal als eerste geprobeerd worden ze te behandelen met medicijnen of door middel van een curretage, dit is het schoon schrapen van de baarmoederwand. Als medicijnen of een curretage niet helpen, kan een operatie vaak een oplossing bieden. • myomen (=vleesbomen) Myomen zijn goedaardige verdikkingen (spierknobbels) van de spierlaag van de baarmoeder. Ze kunnen sterk wisselen in aantal en grootte. Meestal geven ze geen klachten, maar soms leiden ze tot frequent bloedverlies of buikpijn, met name tijdens de menstruatie. Een baarmoederverwijdering is alleen nodig als de klachten niet op een andere manier te behandelen zijn. Welke behandeling het beste is, hangt af van uw leeftijd en het aantal, de grootte en de plaats van de vleesbomen. Soms is het mogelijk om alleen de vleesbomen te verwijderen en de baarmoeder te behouden.
4
• endometriose en adenomyose Endometriose is de aanwezigheid van baarmoederslijmvlies buiten de holte van de baarmoeder. Baarmoederslijmvlies diep in de wand van de baarmoeder, noemt men ook wel adenomyose. Behandeling van endometriose en adenomyose is alleen nodig bij klachten. Bij endometriose is het maar zelden nodig de baarmoeder te verwijderen. Dit gebeurt alleen als andere behandelingen geen resultaat hebben gegeven. Als u met de gynaecoloog besluit tot een baarmoederverwijdering, kan het verstandig zijn de eierstokken ook te verwijderen. Deze maken namelijk hormonen (oestrogenen) aan die na de operatie endometriose kunnen blijven veroorzaken. • verzakking Klachten die passen bij een verzakking van de blaas, van de baar-moeder en/of van de endeldarm kunnen een reden zijn om de baarmoeder te verwijderen. Een verzakking wordt ook wel een prolaps genoemd. De bekkenbodem-spieren, die de baarmoeder op zijn plaats houden, zijn meestal door zwangerschappen verslapt. De baarmoeder zakt dan naar beneden, soms zelfs tot buiten de schede. In eerste instantie zal geprobeerd worden om met oefeningen te beginnen die de bekkenbodem steviger maken. Indien dit onvoldoende helpt, zijn er twee mogelijkheden: het plaatsen van een ring in de schede of een operatie waarbij de verzakking hersteld wordt. In de meeste gevallen wordt tijdens deze hersteloperatie de baarmoeder verwijderd.
5
1. eierstokken 2. eileider 3. baarmoeder 4. baarmoedermond 5. schede 6. blaas 7. endeldarm 8. schaambeen
Waaruit bestaat de operatie? De gynaecoloog zal in principe alleen de baarmoeder wegnemen. Met de baarmoeder wordt ook het baarmoederslijmvlies weggehaald en dat betekent dat er de operatie geen menstruaties meer zullen optreden. Een zwangerschap behoort eveneens niet meer tot de mogelijkheden. Een enkele keer komt het voor dat de gynaecoloog tijdens de operatie een andere situatie aantreft dan wat hij van tevoren had ingeschat. Hij kan het dan noodzakelijk vinden om niet alleen de baarmoeder, maar tevens één of beide eierstokken weg te halen. Welke operatiemethoden zijn er? Er zijn verschillende manieren om een baarmoederoperatie uit te voeren. De baarmoeder kan via een snede in de buikwand (abdominaal) of via de schede (vaginaal) worden verwijderd. • via de buikwand Bij deze operatie maakt de gynaecoloog tijdens de operatie een snede in de buikwand van 10 - 15 cm. Deze snede kan zowel horizontaal (de bikinisnede) als verticaal (van de navel naar beneden) lopen.
6
Bij deze operatie is het mogelijk de baarmoederhals te sparen en dus blijft de schede bij deze operatie onaangetast. Het voordeel van een operatie met een bikinisnede ten opzichte van een verticaal snede is, dat het litteken van een bikinisnede veelal in het schaamhaar wegvalt zodat er nauwelijks meer iets van te zien is. Een nadeel bij deze bikinisnede ten opzichte van de verticale snede is dat de huid rond het litteken gedurende langere tijd ongevoelig of juist overgevoelig kan zijn. Dit komt doordat er bij de bikinisnede huidzenuwen worden doorgesneden, iets waarvan bij de verticale snede minder sprake is. • via de schede Bij deze operatie zal de gynaecoloog via de schede de baarmoeder verwijderen. Hierbij heeft u geen uitwendig litteken. Het is bij deze operatie niet mogelijk de baarmoederhals te behouden. Een voordeel van de verwijdering van de baarmoeder via de schede is dat er geen litteken aan de buitenzijde zichtbaar is. Daarnaast verloopt het herstel na deze operatie veelal sneller dan bij een verwijdering via de buikwand. Er is een kleine kans dat de gynaecoloog tijdens de ingreep alsnog moet overgaan op een buikoperatie. Via deze operatietechniek kan een verzakking van de blaas en/of endeldarm gecombineerd worden met een operatie van de voor- of achterwand van de schede. De manier waarop bij u uw baarmoeder verwijderd zal worden, bepaalt u in overleg met uw gynaecoloog. • wel of niet verwijderen van de baarmoederhals Bij een baarmoederverwijdering wordt de baarmoederhals in principe ook altijd verwijderd. Alleen bij een operatie via de buik is het mogelijk de baarmoederhals te laten zitten. Er zijn kleine voor- en nadelen verbonden aan het wel of niet verwijderen van de baarmoederhals. 7
- Voordelen van het verwijderen van de baarmoederhals: er kan geen baarmoederhalskanker meer ontstaan en u hoeft dus geen uitstrijkjes meer te laten maken. - Mogelijk voordeel van het laten zitten van de baarmoederhals: de operatie kan misschien iets korter duren. - Nadelen van het verwijderen van de baarmoederhals: er is een kleine kans op beschadiging van de ureter (de urineleider van de nier die naar de blaas loopt, vlak naast de baarmoederhals). - Mogelijk nadeel van het laten zitten van de baarmoederhals: er bestaat een kans van ongeveer tien procent dat, op het moment waarop de menstruatie zou plaatsvinden, (licht) bloedverlies blijft optreden, omdat er nog baarmoederslijmvlies in de baarmoeder-hals is achtergebleven. Voor het vrijen en het plassen lijkt er geen verschil te bestaan of de baarmoederhals nu wel of niet verwijderd wordt. Wetenschappelijk onderzoek heeft hierin geen verschil aangetoond. Soms blijkt tijdens de operatie dat het verstandiger is de baarmoedermond alsnog te laten zitten. Dit kan bijvoorbeeld als er een vleesboom in de weg zit of als er verklevingen zijn in de onderkant van de buikholte. • wel of niet verwijderen van de eierstokken Als u nog niet in de overgang bent, is er geen reden om met de baarmoeder ook de eierstokken te verwijderen. Het wegnemen van de eierstokken betekent immers dat u direct na de operatie in de overgang komt. Over wat verstandig is na de overgang, verschillen de meningen. De meeste gynaecologen adviseren dan ook de eierstokken te laten zitten, omdat ze nog kleine hoeveelheden hormoon (testosteron) maken, die onder andere bijdragen aan het zin hebben in vrijen. Andere gynaecologen stellen voor om de eierstokken te verwijderen om zo de kans op kanker ervan te verminderen. Als eierstokkanker en/of borstkanker meer dan gemiddeld voorkomt in uw familie, kan de kans op eierstokkanker groter zijn. Bespreek dit voor de operatie met uw gynaecoloog. 8
Een enkele keer komen pas tijdens de operatie afwijkingen aan één of beide eierstokken aan het licht. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken zal de gynaecoloog zoveel mogelijk van ten minste één eierstok behouden om zo een voortijdige overgang te voorkomen. De eierstokken kunnen zowel via de schede als via de buikwand worden verwijderd, maar als de baarmoederverwijdering via de schede plaatsvindt, is het lastig om zo ook de eierstokken weg te halen. Mogelijke complicaties en bijwerkingen Bij elke operatie, dus ook bij een baarmoederverwijdering, kunnen complicaties of bijwerkingen optreden: bloedverlies tijdens de operatie, waarvoor bloedtransfusie noodzakelijk kan zijn, het ontstaan van trombose, een infectie, een beschadiging aan darmen of urinewegen of een nabloeding. • mogelijke bijwerkingen en complicaties op korte termijn afscheiding Meestal hebt u gedurende enkele dagen tot maximaal een paar weken wat bloederige afscheiding uit de schede. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken, tenzij u daarbij pijn, koorts of ruim helderrood bloedverlies krijgt. nabloeding Na een baarmoederverwijdering kan in de top van de schede een nabloeding ontstaan. Meestal lost het lichaam dit zelf op, maar het betekent wel dat uw herstel wat langer zal duren. Soms is het verstandig het gevormde stolsel te verwijderen; dit kan dan meestal via de schede. problemen bij het plassen Na een baarmoederverwijdering kunnen soms plasproblemen ontstaan, zoals moeite hebben met het ophouden van urine. Dit komt doordat de blaas tijdens de operatie wordt losgemaakt van de baarmoeder. Deze plasklachten gaan bijna altijd vanzelf over. 9
moeheid U kunt sneller moe zijn en minder aankunnen dan u dacht. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rust nemen. • mogelijke bijwerkingen en complicaties op lange termijn geen menstruatie meer Als de baarmoeder is verwijderd bestaat er geen bloedverlies meer en kunt u niet zwanger meer worden. Alleen als de baarmoederhals aanwezig blijft, kunt u elke maand nog een heel klein beetje bloed verliezen. geen zwangerschap Wanneer de baarmoeder verwijderd is, dan is het niet meer mogelijk om zwanger te worden. (on)gevoeligheid van het litteken Bij een bikinisnede kan de huid rond het litteken gedurende langere tijd ongevoelig of juist overgevoelig zijn omdat de huidzenuwen zijn doorgesneden. Dit verdwijnt meestal in de loop van de tijd. overgangsklachten Als u vóór de baarmoederverwijdering niet in de overgang was, kunt u na de operatie eventueel overgangsklachten zoals opvliegers krijgen. Dit komt doordat de bloedvoorziening naar de eierstokken als gevolg van de operatie is veranderd. Er bestaat een kans dat deze klachten na verloop van tijd weer verdwijnen. veranderde seksuele beleving Bij sommige vrouwen verandert de seksuele beleving. Veel vrouwen ervaren positieve effecten, zoals minder pijn bij het vrijen. Soms zijn er veranderingen in negatieve zin, zoals minder zin hebben in vrijen, verminderde gevoeligheid van (de omgeving van) de schede, en/of veranderingen in het orgasme (klaarkomen). Sommige vrouwen missen het samentrekken van de baarmoeder bij het klaarkomen, maar gaandeweg wennen ze 10
daaraan. Vrouwen die voorheen al problemen hadden met vrijen, kunnen er na de operatie nog meer moeite mee hebben, maar voor de meeste vrouwen betekent de baarmoederverwijdering een verbetering, zeker als ze voorheen frequent bloedverlies hadden. emotionele aspecten Sommige vrouwen voelen zich na een baarmoederverwijdering 'minder vrouw', omdat ze geen kinderen meer kunnen krijgen en niet meer menstrueren. Het is belangrijk voor u zelf om deze gevoelens serieus te nemen. Een baarmoederverwijdering kan een rouwproces met zich meebrengen. Traumatische ervaringen zoals incest of mishandeling of ongewenste kinderloosheid kunnen weer in de herinnering komen. Speelt iets dergelijks bij u, bespreek dit dan al vóór de operatie met uw huisarts of uw gynaecoloog. Voorbereiding op de operatie Een goede voorbereiding op een operatie is altijd belangrijk. Dit geldt ook voor een operatieve verwijdering van de baarmoeder. • hulp in huis U moet er rekening mee houden dat u, na het verblijf in het ziekenhuis, tijd nodig hebt om te herstellen. De herstelperiode duurt gemiddeld zes weken. Het is dan ook aan te raden om vóór uw opname alvast hulp te regelen, zodat u er zeker van bent dat er tijdens de herstelperiode voldoende hulp is. Dit kan hulp van familie of anderen zijn of u kunt een beroep doen op thuiszorg. Mocht thuiszorg nodig zijn dan kunt u dat tijdens uw verblijf in het ziekenhuis regelen. De Thuiszorg hanteert strenge indicatieregels zodat het niet altijd zeker is dat u in aanmerking komt voor hulp. • preoperatief onderzoek Voordat u geopereerd gaat worden, willen zowel de gynaecoloog als de anesthesist (= de arts die de verdoving toedient) een goed beeld van uw lichamelijke conditie hebben. 11
Om die reden wordt een preoperatief onderzoek uitgevoerd door middel van bloed- en urine onderzoek. Indien u ouder bent dan 40 jaar wordt er ook een hartfilmpje gemaakt. Mocht uw gezondheid niet optimaal zijn, dan wordt het preoperatieve onderzoek door een internist uitgevoerd. • de oproep De oproep voor de opname krijgt u telefonisch van de polikliniek-verpleegkundige gynaecologie één à twee weken voor de operatie. Zij vertelt u op welke dag u opgenomen wordt en tevens op welk tijdstip dat gaat gebeuren. Indien u niet voor onderzoek naar de internist hoeft dan kan het gebeuren dat u tijdens de afspraak bij de gynaecoloog al te horen krijgt van de polikliniekverpleegkundige wanneer u opgenomen kunt worden. Tevens wordt er in dit gesprek naar uw medicijngebruik gevraagd. De opnamedag Op de dag vóór de operatie komt u naar de afdeling gynaecologie/ verloskunde (route B) voor de voorbereiding. Er wordt met u een tijd afgesproken dat u op de afdeling komt. Dit is altijd in de ochtend. Voordat u naar de afdeling gaat, moet u eerst langs het laboratorium (route F) voor het bloedprikken. Dit wordt gedaan om voor de operatie bloed op voorraad te hebben, mochten er calamiteiten zijn waarbij u bloed toegediend moet krijgen. Vervolgens gaat u naar de afdeling gynaecologie/verloskunde, waar u wordt voorbereid op de operatie. Deze voorbereiding bestaat uit: • opname gesprek; • rondleiding op de afdeling; • scheren; • laxeren; • mogelijkheid om met de anesthesist de narcose te bespreken.
12
U heeft een keuze of u op de voorbereidingsdag weer naar huis gaat, of dat u direct opgenomen wordt. Dit houdt in dat u de nacht vóór de operatie in het ziekenhuis doorbrengt. Mocht u ervoor kiezen dat u eerst weer naar huis gaat, dan mag u vanaf 24.00 uur ’s nachts niks meer eten en drinken en niet meer roken. U hoort op de dag van voorbereiding hoe laat u de volgende dag dan weer aanwezig moet zijn. In geval van diabetes wordt u een dag van tevoren opgenomen. Tevens kan op verzoek van de gynaecoloog in andere gevallen besloten worden dat u een dag van tevoren wordt opgenomen. U kunt tijdens uw voorbereiding/opname met al uw vragen en zorgen terecht bij de verpleegkundigen. Dag van de operatie Op de dag van de operatie mag u vanaf middernacht niets meer eten of drinken. Tevens mag u vanaf middernacht niet meer roken. Graag willen wij dat u zich ’s morgens nog even gaat douchen. Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u een medicijn in tabletvorm waarvan u slaperig kunt worden. Dit medicijn wordt gegeven zodat u wat kunt ontspannen. Op de operatiekamer of de uitslaapkamer krijgt u de narcose toegediend: waar dit gebeurt, is afhankelijk van de vorm van verdoving waarvoor gekozen is. Op de operatieafdeling krijgt u een infuus (dit is een slangetje in de arm dat verbonden is met een fles waarin medicijnen, voedingsstoffen of bloed zitten). Via het infuus kunt u tijdens en na de operatie medicijnen en zonodig bloed toegediend krijgen. Tijdens de operatie brengt de gynaecoloog een katheter bij u in. Dit is een slangetje waarlangs de urine vanzelf af kan lopen.
13
Een katheter ingebracht via de plasbuis
De operatie zelf duurt een half uur. Hierna gaat u naar de uitslaapkamer. In de loop van de dag gaat u terug naar de verpleegafdeling. Het is normaal dat u na de operatie pijn heeft van met name de wond. U kunt ook misselijk worden. Voor beide klachten kunt u medicijnen krijgen. Na de operatie Het is heel gewoon dat u de eerste dagen na de operatie buikpijn hebt. Er is immers een operatiewond. Tevens hebt u een inwendige wond (deze inwendige wond hebt u ook wanneer uw baarmoeder via de schede is verwijderd), door het losmaken van de baarmoeder van de banden waarmee deze voorheen vast zat. Ook deze wond kan pijn veroorzaken. Wanneer u onder algehele narcose (= volledige verdoving) bent geweest tijdens de operatie dan hebben door deze verdoving uw darmen stilgelegen. Na de operatie komen deze langzaam weer op gang. Daarom mag u de eerste dag alleen drinken. Via vloeibaar en licht voedsel gaat u de volgende dagen weer normaal eten. Bij veel vrouwen treedt na ongeveer twee dagen gasvorming en een opgeblazen gevoel op. Het laten van winden hoort hierbij. Dit is een goed teken, want het geeft aan dat de darmen weer gaan werken. De dag van de operatie blijft u nog in bed. De volgende dag kunt u er al voorzichtig uit. 14
Uw buik zal nog wel enkele dagen pijnlijk zijn, ook wanneer de baarmoeder bij u via de schede verwijderd is. Bij een operatieve verwijdering via de schede brengt de gynaecoloog soms een gaastampon in. De dag na de operatie wordt dit gaastampon verwijderd. Schrikt u niet van de lengte; soms is het gaas een paar meter lang. Het infuus blijft over het algemeen één á twee dagen zitten.
Naar huis De opname duurt gemiddeld vier tot zeven dagen, daarna kunt u weer naar huis. • de dag van ontslag Voor het ontslag neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals de datum van de controleafspraak. Tevens zal zij u vertellen wat u bij thuiskomst al wel en wat u nog niet kunt gaan doen. Indien u dat wenst is het mogelijk om uw partner of een andere bekende bij dit gesprek aanwezig te laten zijn, zodat hij of zij ook op de hoogte is. • weer thuis Hieronder geven wij enkele leefregels voor als u weer thuis bent: - uw lichaam geeft aan wat u aankunt en het is belangrijk dat u daarnaar luistert; - de eerste weken na de operatie is het verstandig niet zwaar te tillen. Lichtere werkzaamheden kunt u geleidelijk weer gaan doen. Dat geldt ook voor activiteiten als fietsen en sporten. Stop als u moe wordt; - als u zich zes weken na de operatie nog niet fit voelt, overlegt u dan met uw gynaecoloog, uw huisarts en/of uw bedrijfsarts. Soms is het verstandig om nog wat langer thuis te blijven om aan te sterken of om de eerste weken alleen een deel van de dag te werken; - overlegt u met u gynaecoloog of u in bad mag of mag zwemmen. Douchen mag altijd;
15
- u krijgt meestal het advies om de eerste zes weken na de operatie geen gemeenschap (samenleving) te hebben en geen tampons te gebruiken, om het litteken in de top van de schede goed te laten genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen minder zin in vrijen. Wanneer de gynaecoloog bij het controlebezoek vaststelt dat de wond goed genezen is, kunt u weer seksueel contact hebben; - bij koorts, buikpijn of verlies van helderrood bloed moet u contact opnemen met het ziekenhuis, afdeling gynaecologie, telefoon 0596 - 644 461; - de eerste weken na de operatie kunt u nog wat bloed of bruinige afscheiding verliezen. Als het meer is dan wat u bij een normale menstruatie gewend was, dan is het verstandig om contact met uw behandelend gynaecoloog op te nemen; - na enkele weken kunt u soms een hechting via de schede verliezen. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. Veel gestelde vragen Moet ik na de operatie nog uitstrijkjes laten maken? Als de baarmoederhals is verwijderd, hoeft u geen uitstrijkjes meer te laten maken, tenzij uw gynaecoloog dat adviseert omdat er (in het verleden) afwijkende cellen in de baarmoederhals zijn gevonden. Als de baarmoederhals is blijven zitten, is het verstandig een uitstrijkje te laten maken als u (eenmaal per vijf jaar) een oproep krijgt voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Waar blijven de eicellen? Net als voor de operatie komen de eicellen na de eisprong in de buikholte terecht, waar ze vanzelf oplossen. Wordt de schede korter? De vagina houdt in principe dezelfde lengte als voor de operatie. 16
Hoe zit de schede vast na de operatie? De vagina hangt niet los na de operatie. De zijkanten zitten vast aan de bekkenwand. Soms maakt de gynaecoloog de ophangbanden van de baarmoeder aan de top van de schede vast. Kan de wond openspringen als ik te snel weer veel ga doen? De gynaecoloog sluit de wond met stevige hechtingen die langzaam oplossen. Tegen die tijd zijn de weefsels weer volledig vastgegroeid. Door onverwachte bewegingen of door veel inspanning kan de wond niet ineens openbarsten. Wel kan door een vroegtijdige grote belasting een littekenbreuk ontstaan. Dit komt maar zeer zelden voor. Waar blijft het zaad? Het zaad komt via de schede weer naar buiten, net als voor de operatie. Wat gebeurt er met de lege ruimte in mijn buik? Darmen vullen de ruimte die ontstaat door het verwijderen van de baarmoeder, direct op. U loopt dus niet met een gat in uw buik. Tot slot Als u wilt praten over gevoelens of twijfels die u over de baarmoederverwijdering hebt, kunt u bij het Informatie Centrum Gynaecologie (ICG) namen en adressen krijgen van vrouwen die deze operatie ook zelf hebben meegemaakt en er met u over willen praten: Het adres is: - Informatie Centrum Gynaecologie (ICG) Oude Boteringestraat 60, 9712 GM Groningen telefonisch spreekuur: dinsdag + woensdag, 20:00 - 22:00 uur 050 - 313 56 46 www.icgynaecologie.nl Bij het ICG kunt u ook het boekje “En de vrouw die kiest…” bestellen. Hierin kunt u onder andere lezen over de achtergronden van de beslissing om al dan niet uw baarmoeder te laten verwijderen. Ook staat beschreven welke rol uw huisarts, uw gynaecoloog en het ICG hierbij kunnen spelen. 17
Vragen Wanneer u vragen hebt over de operatie zelf of over de mogelijke gevolgen ervan, dan kunt u maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren telefonisch contact opnemen met uw gynaecoloog: Dr. F. Koettnitz 0596 - 644 524 Dr. A. van Zanten 0596 - 644 523 Met vragen over de opname kunt u terecht bij de afdeling gynaecologie/verloskunde, telefoon 0596 - 644 461.
18
Bronvermelding Bij de totstandkoming van deze brochure is gebruik gemaakt van de brochure: • Baarmoederverwijdering bij goedaardige aandoeningen (NVOG te Utrecht - 2005)
19
Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht Jachtlaan 50 - 9934 JD Delfzijl Postbus 30.000 - 9930 RA Delfzijl Telefoon 0596 - 644 444 E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.eu
(02.10-190) © OZG, locatie Delfzicht 20