Kranen ING Economisch Bureau
Ook in 2011 daalt de vraag naar verticaal transport Door de krimpende bouwproductie liggen de omzetten bij kraanverhuurders in 2010 circa 40% lager dan in de hoogtijdagen van 2008. De omzetdaling is gelijk verdeeld over prijsdalingen door de toegenomen concurrentie en een daling van de vraag naar verticaal transport. Overtollige kranen zijn door de overcapaciteit momenteel moeilijk te verkopen. Prijzen liggen 10% tot 25% lager voor grote kranen en 20% tot 40% lager voor kleine kranen. Veel verhuurders vinden deze prijzen niet aantrekkelijk en halen hun materieel uit productie en hopen op betere tijden. Door duurzaam te ondernemen kunnen kraanverhuurders zich vooral bij grote aannemers steeds meer onderscheiden. Concurrentie gaat dan minder om alleen de huurprijs. Sterke afname kranenpark zet door De krimpende bouwproductie1 zorgt voor een grote overcapaciteit bij kraanverhuurders. In 2009 kromp het kranenpark met 7,4%. Kraanverhuurders hebben door de uitvallende vraag cash nodig om hun bedrijf draaiende te houden. Verkoop van overtollige kranen zou de benodigde liquiditeit kunnen genereren. Op de Nederlandse markt is er door de overcapaciteit echter nauwelijks vraag naar nieuwe hijscapaciteit. Ook in andere omliggende Europese landen is er een enorme overcapaciteit waardoor Nederlandse hijskranen vaker via een handelaar verkocht worden naar onder andere Brazilië en Oost-Europa. De prijzen zijn ten opzichte van enkele jaren geleden gekelderd. Bij verkoop concurreren de Nederlandse kranen met verticaal transportmaterieel uit bijvoorbeeld Spanje waar de krimp van de bouwproductie nog veel groter is. Over het algemeen staan de Nederlandse kranen als goed onderhouden bekend waardoor zij nog relatief gewild zijn. Kraanverhuurder probeert vaak verkoop te mijden Veel verhuurders halen overtollige kranen uit productie in plaats van deze te verkopen. Zij hopen op betere tijden om dan hun productiecapaciteit weer snel te kunnen uitbreiden.
1
Zie blz. 3.
Figuur 1 Ontwikkeling kranenpark en nieuwbouwproductie, 1990-2011 15% 10% 5% 0% -5% -10% Ontwikkeling kranenpark volgt bouwproductie B&U
-15% -20%
’90 ’91 ’92 ’93 ’94 ’95 ’96 ’97 ’98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09’10*’11*
! Ontwikkeling kranenpark
_
Ontwikkeling nieuwbouw B&U
B&U: woning- en kantorenbouw Bron: VVT en CBS, bewerking ING Economisch Bureau, * raming ING Economisch Bureau
De kranen worden dan alleen tegen brand verzekerd waardoor de kosten laag zijn. Veel kraanverhuurders zijn echter ook vaak emotioneel gebonden aan hun materieel waardoor zij verkoop proberen te mijden, ook als dit bedrijfseconomisch gezien de beste oplossing zou zijn. Daarnaast vinden kraanverhuurders de huidige lage prijzen vaak niet aantrekkelijk. Deze liggen eind 2010 10% tot 25% lager voor grote kranen en 20% tot 40% lager voor kleine kranen ten opzichte van twee jaar geleden.
Prijs- én volumedaling zet omzet zwaar onder druk De omzetten van kraanverhuurders dalen. In 2010 maakt de gemiddelde kraanverhuurder circa 40% minder omzet dan twee jaar geleden. De omzetdaling is ongeveer gelijk verdeeld over volume en prijs. De nieuwbouwproductie van woningen en bedrijfsgebouwen is in 2009 en 2010 per jaar met respectievelijk 10,6% en 12,4% gedaald. Daarnaast zet de huidige recessie extra druk op de verhuurtarieven welke gemiddeld 20% lager liggen dan in 2008. Kraanverhuurders hebben vaak wel langjarige contracten afgesloten met aannemers. In de overeenkomst zitten echter altijd clausules waardoor aannemers er toch onderuit kunnen en een lagere prijs bedingen of anders naar een andere goedkopere verhuurder overstappen. Bedrijven moeten ook op personeel bezuinigen Om de lagere omzetten op te vangen moeten veel kraanverhuurders ook bezuinigen op het personeel. Naast het menselijke aspect is dit extra moeilijk omdat het enkele jaren geleden nog de grootste moeite kostte goede machinisten te vinden. Veel bedrijven maken van de “tijd voor tijd” regeling gebruik waarbij overuren uitbetaald worden in vrije tijd. Overtollige machinisten die hun baan toch verliezen komen vaak buiten de branche terecht zoals onder andere de transportsector waar salarissen voor nationaal vervoer lager liggen en voor internationaal op ongeveer hetzelfde niveau. Een door ons geïnterviewde ondernemer verwacht dat deze overstappers weer terugkeren als er uiteindelijk weer meer machinisten benodigd zijn. Het aantrekkelijke van kraanmachinist ten opzichte van vrachtwagenchauffeur omschreef hij als “internationaal betaald worden maar thuis slapen”. Hogere tarieven bij extra dienstverlening De felle concurrentie tussen kleine en grote verhuurders en de machtige positie van bouwbedrijven zijn de voornaamste oorzaken van de druk op de tarieven. Om hogere tarieven te bewerkstelligen gaat het steeds meer om additionele diensten, specialistische klussen, bijvoorbeeld op het gebied van binnenstedelijke bouw en betrouwbaar partnerschap. Tarieven en marges zijn dan beduidend beter. Veel bouwbedrijven blijven echter vooral op de inkoopprijs letten. Bijkomend nadeel is dat inkoopafdelingen van aannemers vaak ‘separaat’ werken van het uitvoerende bouwpersoneel. De inkopers worden zelf intern voornamelijk op de laagste prijs afgerekend en hebben weinig contact met het personeel op de bouwplaats. Een kraanverhuurder die daadwerkelijk meerwaarde levert door bijvoorbeeld goed geschoold en ervaren machinisten in te zetten kan van dit concurrentievoordeel nauwelijks profiteren doordat de geleverde meerwaarde niet bij de inkoper van de aannemer bekend is.
Dalende vraag naar verticaal transport December 2010 2
Duurzaamheid levert meerwaarde Duurzaamheid is in opkomst als noodzakelijke randvoorwaarde bij ondernemen. In het huidige tijdsgewricht is het milieu een hot item voor diverse sectoren. Ook kraanverhuurders kunnen zich door duurzaamheid hoog in het vaandel te hebben steeds meer gaan onderscheiden waardoor het niet alleen meer om de prijs gaat. Vooral grote bouwbedrijven hebben bij aanbestedingen zelf steeds meer te maken met opdrachtgevers die ook selecteren op een duurzaam bouwproces. Van belang hierbij is dat toeleveranciers en dus ook kraanverhuurders duurzaam ondernemen. Kraanverhuurders kunnen door bijvoorbeeld hun C02-uitstoot te beperken hun concurrentiepositie bij deze bouwers verbeteren. Ook het inzicht in de totale uitgestoten hoeveelheid broeikasgassen van een organisatie is hierbij van belang. Dat kan berekend worden door de C02-footprint van het bedrijf te bepalen waarvoor onder andere een ISO norm is opgesteld. Strategische keuze geeft focus Voor kraanverhuurders is het belangrijk om een duidelijke strategie te bepalen en hieraan invulling te geven. Beslissingen kunnen dan gemaakt worden die consistent zijn met de doelstelling. Een strategie kan bijvoorbeeld zijn om zich te specialiseren in een bepaald marktsegment of juist prijsvechter te zijn en alles te doen om de goedkoopste te zijn. De mate van geografische spreiding kan bijvoorbeeld ook een onderdeel zijn van de strategie. In economisch goede tijden, zoals in de jaren 2006-2008, is het ontbreken van een strategie niet direct schadelijk omdat er voldoende opdrachten voor handen zijn. In economisch mindere tijden, zoals nu, kan het manco van het ontbreken van een strategie zijn dat het bedrijf wel een alleskunner is maar in geen enkele discipline of markt echt uitblinkt. Probeer ergens in uit te blinken Kraanverhuurders proberen vaak door een goede service klanten te binden. Daarnaast concurreren zij dikwijls ook op prijs. Het gevaar van een dergelijk ‘twee sporen beleid’ is dat de concurrentiepositie “altijd” zwak is omdat het bedrijf zich op geen enkel punt daadwerkelijk onderscheidt van de concurrentie. Bij aannemers die alleen in een lage prijs geïnteresseerd zijn komt een dergelijke kraanverhuurder niet aan bod omdat zijn kostprijs te hoog is. Hij heeft bijvoorbeeld te dure (maar wel zeer ervaren) machinisten in dienst. Anderzijds heeft het bedrijf bijvoorbeeld te weinig ervaring en niet het juiste materieel voor allerlei gespecialiseerde klussen. Hierdoor komt hij ook niet aan bod bij opdrachten die juist wel specialistische kennis vereisen en waarbij de prijs juist een minder groot issue is. Deze kraanverhuurders behoren zo tot de grijze middenmoot en blinken nergens in uit waardoor zij vaak achter het net vissen bij het verkrijgen van nieuwe opdrachten.
Tabel 1 Bouwproductie naar deelsectoren, 2009-2011 (%j.o.j.) 2009 Woningbouw Nieuwbouw Verbouw Onderhoud Aantal woningen gereed Utiliteitsbouw Nieuwbouw Verbouw Onderhoud Infrasector Nieuwbouw & verbouw Onderhoud Totaal bouw
2010*
2011*
-13,0% -8,6% -0,2% 82.932
-10,5% -9,5% 0,0% 55.000
0,0% 1,5% 1,5% 60.000
-7,4% -8,3% 0,3%
-15,0% -14,0% -2,0%
-5,0% -4,0% 1,0%
3,5% 2,0%
-10,5% -1,0%
-1,0% -2,0%
-5,4%
-9,0%
-1,0%
Bron: CBS, * Ramingen ING Economisch Bureau
Bouw: Belangrijkste afnemer van kranen De meeste kranen, naar schatting meer dan 75%, worden ingezet in de bouwsector2. Binnen de bouw is vooral de burgerlijke- en utiliteitsbouw de belangrijkste afnemer. Hieronder wordt op beide deelsectoren van de bouw verder ingegaan. Bouwproductie krimpt fors in 2010 Dit jaar (2010) laat het merendeel van de Nederlandse bedrijfstakken weer (kleine) plussen zien. De economie groeit naar verwachting met 1,7%. De groei is vooral export gedreven waardoor de bouwproductie hier nauwelijks van profiteert en in 2010 een verdere krimp vertoont van 9,0%. Woonconsumenten zijn nog afwachtend en investeringen in woningen daalden het derde kwartaal van 2010 nog met 8,2% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (figuur 2). De nieuwbouw in de utiliteitsbouw krijgt nog een flinke klap door een verdere afname van de bedrijfsinvesteringen. Ook de laatste steunpilaar van de bouw, de infrasector, laat in 2010 een flinke krimp zien. Net als in 2009 zorgt de minder conjunctuurgevoelige onderhoudssector ervoor dat de totale bouwproductie niet nog verder wegzakt (tabel 1).
Figuur 2 Ontwikkeling orderboeken woningbouwers en investeringen woningen 10,5
7.500
9,5
6.800
8,5
6.100
7,5
5.400
6,5
4.700
5,5
4.000 jun-92 jun-94 jun-96 jun-98 jun-00 jun-02 jun-04 jun-06 jun-08 jun-10
_ _
Orderboeken woningbouw in mnd Investeringen in woningen in € mld (rechter as)
Bron: Ecowin 2
Voor de meest recente ramingen van de Nederlandse bouwsector wordt verwezen naar het ING kwartaalbericht bouw dat regelmatig gepubliceerd wordt op www.ing.nl/businessbanking/nieuws-enkennis/sectoren.
Dalende vraag naar verticaal transport December 2010 3
Ook in 2011 nog geen herstel 2011 laat naar verwachting voor de bouw ook nog een krimp zien van 1%. De nieuwbouw van woningen stabiliseert. Hoewel de overcapaciteit van bedrijven geleidelijk afneemt, komt de industriële productie met een verwachte jaargroei van 6% eind 2010 op een niveau uit dat nog altijd onder het hoogste niveau van voor de recessie ligt. Investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen blijven dan ook nog op een laag niveau. De infrasector laat in 2011 een krimp zien doordat overheidsbudgetten slinken. Daarnaast zullen gemeenten projecten moeten schrappen doordat de grondopbrengsten tegenvallen welke juist een belangrijke financieringsbron voor hen is voor bouwprojecten.
Figuur 4 Groei bedrijfsinvesteringen en investeringen in bedrijfsgebouwen, voortschrijdend gemiddelde
Tijdelijke hapering verkopen nieuwbouwwoningen Afnemende baanonzekerheid onder consumenten lieten eind 2009 en begin 2010 de verkopen van nieuwbouwwoningen weer toenemen. Zo steeg het aantal verkochte nieuwbouwwoningen van 3.100, een dieptepunt van de afgelopen 10 jaar, in het eerste kwartaal 2009 naar meer dan 7.000 in het eerste kwartaal van 2010 (figuur 3). De toename stokte in het tweede kwartaal. Potentiële kopers werden halverwege 2010 opnieuw onzeker over het voortbestaan van de hypotheekrenteaftrek en door de teruggekeerde onrust op de financiële markten. Daarbij was ook de pot voor de koopsubsidie voor starters op waardoor ook minder woningen gekocht worden. Inmiddels is er zekerheid gekomen over het voortbestaan van de hypotheekrenteaftrek en zijn ook de vooruitzichten op de arbeidsmarkt verbeterd. Het gevoel van baanzekerheid is belangrijk voor de huizen koper. ING
-5%
Figuur 3 Verkoop nieuwbouwwoningen per kwartaal in aantallen 12.000
10.000 Hapering in herstel verkopen nieuwbouwwoningen
8.000
6.000
15%
10%
5%
0%
-10% Investeringen in bedrijfsgebouwen loopt 1,5 jaar achter op totale bedrijfsinvesteringen
-15%
-20% 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
! Investeringen door bedrijven
_
Investeringen in bedrijfsgebouwen
Bron: CBS, Bewerkt door ING Economisch Bureau
Economisch Bureau verwacht daarom dat de lichte daling van de verkopen van nieuwbouwwoningen tijdelijk was maar een enorme opleving zit er niet in. Het consumentenvertrouwen is nog steeds negatief, niet iedereen is gerust op het herstel van de arbeidsmarkt en het afschaffen van de koopsubsidie voor starters tikt nog door. Stabilisatie woningbouw in 2011 Al met al liggen de verkopen van nieuwbouwwoningen in 2010 fors boven die van 2009. Deze verkopen zullen gedeeltelijk voor bouwvolume volgend jaar moeten zorgen. Orderboeken van woningbouwers zijn geheel 2010 relatief stabiel met circa zes maanden werk. ING Economisch Bureau verwacht voor 2011 voor de woningbouw een nulgroei. Voor 2010 blijven we uitgaan van een flinke krimp van 10,5%.
4.000
2.000
0 mrt jun sep dec ’07 ’07 ’07 ’07 ’08 ’08 ’08 ’08 ’09 ’09 ’09 ’09 ’10 ’10 ’06 ’06 ’06 ’06 I II III IV I II III IV I II III IV I II Bron: Monitor nieuwe woningen
Dalende vraag naar verticaal transport December 2010 4
Ontwikkeling utiliteitsbouw werkt met vertraging Investeringen in bedrijfsgebouwen lieten in het derde kwartaal van 2010 een krimp zien ter grootte van 10,2% (j.o.j.). In het 1ste kwartaal daalden deze nog met 20,2%. Sinds het begin van de meting in 1988 is de afname in een kwartaal nog nooit zo groot geweest (figuur 4). Investeringen in nieuwe bedrijfsgebouwen lopen circa 1,5 jaar achter op andere bedrijfsinvesteringen. Bedrijven vervangen eerst software computers en upgraden hun machinepark. Pas in
een later stadium komt het bedrijfspand aan de beurt. Veel bedrijven zitten daarbij nog steeds ruim in hun jas waardoor uitbreiding van nieuwe vierkante meters bedrijfsruimte nog niet aan de orde is. Forse afname nieuwe vergunningen bedrijfsgebouwen De waarde van de bouwvergunningen voor voornamelijk combinatie bedrijfspanden (productiehal met klein kantoor) nemen af en daalden in de eerste helft van 2010 met bijna 40% (figuur 5). De vergunningverlening van kantoren daalde in de dezelfde periode met 60%. 14% van de Nederlandse kantoren staat nu al leeg. Een krimpende beroepsbevolking, gematigde economische groei en een toename van thuiswerken en flexibele werkplekken zullen de komende jaren de vraag naar nieuwe kantoorruimte ook verder doen temperen. Lage bezettingsgraad drukt investeringen in gebouwen Investeringen in andere bedrijfsgebouwen (hallen en loodsen) zullen ook nog lange tijd op een laag pitje staan. De nog steeds lage bezettingsgraad in de industrie leidt bijvoorbeeld tot uitstel van investeringen in bedrijfsgebouwen. Bedrijven zullen eerst hun huidige productieruimte grotendeels moeten benutten voordat zij aan uitbreiding of vernieuwing van het bedrijfspand gaan denken. Daarnaast duurt het nog wel even voordat projecten, door onder andere tijdrovende trajecten voor bouwvergunningen, ook in daadwerkelijke productie worden omgezet. Voor de nieuwbouwproductie van de utiliteitsbouw verwacht ING Economisch Bureau daarom voor 2010 en 2011 een krimp van respectievelijk 15,0% en 5%.
Dalende vraag naar verticaal transport December 2010 5
Figuur 5 waarde afgegeven vergunningen naar gebouwsoort in € miljoenen 1ste half jaar, 1990-2010 1.200
1.000
800
600
400
200
0 ’90
_ _ _ _
’92
’94
’96
Combinatie bedrijfshallen Kantoren Scholen Hallen en Loodsen
Bron: CBS
’98
’00
’02
’04
’06
’08
’10
Meer weten? Kijk op INGLease.nl Of bel met Adri Norder, Assetspecialist ING Lease Nederland 020 576 96 24 Maurice van Sante, Senior econoom (auteur) ING Economisch Bureau 020 576 85 47
Disclaimer De informatie in deze publicatie geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen van meningen in deze publicatie. Deze publicatie is opgesteld namens ING Lease (Nederland) B.V., statutair gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 33151871, en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Lease (Nederland) B.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Lease (Nederland) B.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Lease (Nederland) B.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Lease (Nederland) B.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. De tekst is afgesloten op 15 december 2010.