> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag
TenneT TSO B.V. T.a.v. de heer I.F.M. Hermans Postbus 718 6800 AS ARNHEM
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postadres Postbus 20101 2500 EC Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez
Datum Betreft
Behandeld door mevr. mr. J.C. van Dalen
Ontwerpbesluit inzake aanvraag om een aanlegvergunning
(Ontwerp)Besluit van de Minister van Economische Zaken:
T 070 379 7065 F 070 379 6358
[email protected]
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618 Uw kenmerk R380 10 0066 EZ-RIPAANLEG2010 Bijlage(n)
1. Onderwerp aanvraag Op 15 februari 2010 is een aanvraag ontvangen van TenneT TSO B.V. (hierna te noemen: TenneT), Utrechtseweg 310, Arnhem, om een aanlegvergunning voor het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden, als bedoeld in artikel 8.2.1 van de regels van het ‘Inpassingsplan Zuidring Wateringen-Zoetermeer (380 kV-leiding)’ (hierna: het inpassingsplan). De locatie waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen binnen het gebied, waarop het inpassingsplan ten behoeve van de Randstad 380 kV verbinding Wateringen-Zoetermeer van de Ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 28 augustus 2009 van toepassing is.
2. Procedure In de planologische kernbeslissing vierde partiële herziening Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening voor de aanleg van hoogspanningsverbindingen tussen Beverwijk, Zoetermeer en Wateringen (pkb Randstad 380 kV verbinding, ’s-Gravenhage, 7 januari 2008) is bepaald dat de nadere besluitvorming zal worden gecoördineerd door het Rijk overeenkomstig hoofdstuk Va, afdeling 1a, paragrafen 2 en 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Dat wil zeggen dat de procedure voor coördinatie van de uitvoeringsvergunningen binnen de Rijksprojectenprocedure van toepassing is op de besluiten die nodig zijn voor de Randstad 380 kV verbinding. De Minister van Economische Zaken is daarbij aangewezen als projectminister, in de zin van artikel 39a WRO, die deze coördinatie op zich zal nemen. Sinds 1 juli 2008 is de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht. In artikel 9.1.14, eerste en derde lid van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat voor zover nog geen uitvoering gegeven is aan de Rijksprojectenprocedure van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening de Pagina 1 van 6
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618
Rijkscoördinatieregeling van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dit besluit is één van de besluiten die vereist zijn voor de uitvoering van de Randstad 380 kV verbinding Wateringen - Zoetermeer. Daarom is op dit besluit de Rijkscoördinatieregeling van toepassing. Op grond van artikel 3.31, derde lid in samenhang met artikel 3.35, vierde lid van de Wro is dit besluit daarom voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht en de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid in samenhang met artikel 3.35, vierde lid Wro. De Minister van Economische Zaken heeft als projectminister een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor de Randstad 380 kV verbinding Wateringen Zoetermeer bevorderd. Onderhavig besluit is samen met de andere besluiten op aanvraag als volgt voorbereid: • op [datum] is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aanhuisbladen en regionale dagbladen; • op [datum] is door de projectminister een ontwerp van het besluit aan TenneT TSO B.V. gezonden; • het ontwerp van het besluit heeft van [datum] tot en met [datum] ter inzage gelegen bij het ministerie van EZ • er zijn [aantal] informatieavonden georganiseerd, op [data], waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijze naar voren te brengen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35 Wro worden dit besluit en de andere besluiten die vereist zijn voor de Randstad 380 kV verbinding Wateringen - Zoetermeer gelijktijdig door de projectminister bekendgemaakt. Tevens doet de projectminister daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gemachtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. 3. Overwegingen Het hiervoor bedoelde inpassingsplan is vastgesteld om de aanleg van een 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Wateringen en Zoetermeer juridischplanologisch mogelijk te maken; Op de locatie waarop de aanvraag betrekking heeft, is op grond van artikel 8 van de planregels van het inpassingsplan de bestemmingsregel Waarde Archeologie van toepassing. Op grond van artikel 8.1 van de planregels bij het inpassingsplan zijn de voor Waarde-Archeologie aangewezen gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden; - Het is op grond van artikel 8.2.1. lid a, van de planregels van het inpassingsplan verboden om zonder of in afwijking van een vergunning van de Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) binnen het hiervoor
Pagina 2 van 6
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618
-
-
-
-
-
-
-
-
bedoelde gebied verboden werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden uit te voeren inzake het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; Het is op grond van artikel 8.2.1. lid b, van de planregels van het inpassingsplan eveneens verboden om zonder of in afwijking van een vergunning van de Minister van Economische Zaken binnen het hiervoor bedoelde gebied werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden uit te voeren inzake het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 meter, tenzij deze in het kader van onderzoek naar mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd; TenneT wil ten behoeve van de aanleg van het ondergrondse deel van voornoemde verbinding werkzaamheden uitvoeren als bedoeld in artikel 8.2.1, leden a en b, van de planregels bij het inpassingsplan; De Minister kan -op grond van artikel 8.2.4 van de planregels bij het inpassingsplan- alvorens een aanlegvergunning te verlenen, besluiten dat voor ingrepen groter dan 50m2 de aanlegvergunning pas kan worden verleend, nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord, naar zijn oordeel in voldoende mate zijn vastgesteld; De onderhavige aanvraag omvat ingrepen groter dan 50m2; In de aanvraag wordt aangegeven dat het inventariserend veldonderzoek wordt uitgevoerd middels proefsleuven op twee locaties binnen het tracé van de toekomstige ondergrondse hoogspanningsverbinding; Uit het bij de aanvraag overgelegde Programma van Eisen (hierna: PvE) en het wijzigingsblad daarbij, blijkt dat het ondergrondse traject van de hoogspanningsverbinding bestaat uit 23 segmenten, waarbij de segmenten met oneven nummers ondergrondse ontgravingen (tot maximaal 1,5 meter diepte) betreffen. De segmenten met de even nummers zien op gestuurde boringen. Uit het PvE blijkt dat de segmenten met gestuurde boringen, behoudens de eerste twintig meter van de in- en uitgangspunten- niet archeologisch worden bedreigd, waardoor ten aanzien daarvan geen veldonderzoek is vereist; Uit het voornoemde PvE (en het wijzigingsblad daarbij) blijkt dat binnen het ondergrondse deel van de hoogspanningsverbinding op enkele plaatsen (ter hoogte van de segmenten 3 en 7) inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven gewenst is; De afdeling Archeologie van Erfgoed Delft e.o. heeft opdracht gekregen van TenneT het voornoemde inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uit te voeren; Dit onderzoek heeft tot doel de omvang, complexiteit en waardestelling van de op het terrein aanwezige archeologische sporen en vondsten te bepalen. De onderzoeksgegevens hebben het uitgangspunt gevormd bij het ontwikkelen van een vervolgstrategie inzake het omgaan met de archeologische resten alvorens de hoogspanningsverbinding op die locaties wordt gerealiseerd;
Pagina 3 van 6
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618
-
-
-
-
-
-
-
-
Op 7 april 2010 is ontvangen het Waardering- en selectieadvies van afdeling Archeologie van Erfgoed Delft van 25 maart 2010, CIScode 37142. Dit advies heeft betrekking op de eerste resultaten van het inventariserend veldonderzoek dat heeft plaatsgevonden binnen één ondergrondse locatie van de toekomstige hoogspanningsverbinding, te weten op een locatie in de gemeente Delft (segment 7); In het advies wordt geconcludeerd dat gesteld kan worden dat op basis van de resultaten van het veldwerk binnen de te ontgraven leidingtracé in segment 7 geen nader archeologisch onderzoek nodig is. Wel dient men rekening te houden met toevalsvondsten. Hiervan dient men, conform de wet op de archeologische monumentenzorg, terstond de gemeentelijk archeoloog op de hoogte te stellen; Voorts wordt aanbevolen om Archeologie Delft in te lichten bij aanvang van de werkzaamheden zodat zij de conclusies kunnen verifiëren. Deze controle heeft tot doel de gebruikte onderzoeksmethoden te toetsen op doelmatigheid, teneinde het instrumentarium voor de archeologische monumentenzorg waar mogelijk te kunnen bijstellen of verbeteren. Met het PvE, het wijzigingsblad daarbij en de eerste resultaten van het veldonderzoek heeft TenneT een rapport overgelegd als bedoeld in artikel 8.2.4 van de planregels bij het inpassingsplan; De aanlegvergunning als bedoeld in artikel 8.2.1. van de planregels bij het inpassingsplan kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden; De eerste voorlopige resultaten van het veldonderzoek hebben uitgewezen dat geen nader archeologisch onderzoek nodig is. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn wel sporen van verkaveling uit de Romeinse tijd en Nieuwe tijd aangetroffen. Deze sporen wijzen op een extensief gebruikt terrein waar zeer waarschijnlijk niet werd gewoond. De grondsporen zijn relatief slecht bewaard, omdat door eerdere bodemingrepen (diepploegen, grondverbetering) in het onderzochte gebied veel van de natuurlijke ondergrond verstoord is geraakt. Uit de waardestelling blijkt dat de archeologische vindplaats niet als behoudenswaardig kan worden beschouwd. De conserveringsomstandigheden zijn dan wel representatief voor de situatie in deze archeoregio, maar de fysieke kwaliteit is laag. Bovendien voldoet de vindplaats niet aan de eisen van inhoudelijke kwaliteit en scoort hier zelfs beneden het gemiddelde; De eerste resultaten van het onderzoek geven in ieder geval geen aanleiding over te gaan tot een maatregel als bedoeld in artikel 8.2.5 onder a, van de planregels van het inpassingsplan Het proefsleuvenonderzoek met betrekking tot de locatie in gemeente MiddenDelfland (segment 3) dient nog te worden uitgevoerd; Ten aanzien van 7 plaatsen waar de gestuurde boringen bovengronds dan wel ondergronds gaan, zal nader onderzoek door middel van karterende boringen plaatsvinden, voor dit type onderzoek is echter geen PvE verplicht in de provincie Zuid-Holland, deze boringen worden separaat uitgevoerd;
Pagina 4 van 6
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618
-
-
Het belang van de beoogde ontwikkeling van de hoogspanningsverbinding weegt zwaarder dan het behoud (in situ) van het aanwezige archeologische erfgoed (zie pagina 54 van het inpassingsplan); Gelet op het voorgaande heb ik besloten dat de aangevraagde vergunning verleend kan worden mits voordat met de feitelijke werkzaamheden wordt gestart de onderzoeksresultaten van de ontbrekende segmenten aan mij worden overgelegd en door deze zijn beoordeeld. De resultaten van dit nadere onderzoek kunnen eventueel aanleiding geven tot het stellen van nadere voorwaarden.
Gelet op: De artikelen 3.3, 3.28 en 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, het vaststellingsbesluit Inpassingsplan Zuidring Wateringen-Zoetermeer en artikel 8 van de planregels bij het Inpassingsplan Zuidring Wateringen-Zoetermeer:
4.
Ontwerpbesluit:
Artikel 1 Aan TenneT TSO B.V., gevestigd te Arnhem, wordt een vergunning verleend voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.2.1, leden a en b van de planregels bij het inpassingsplan Zuidring Wateringen Zoetermeer. Artikel 2 De volgende voorwaarden worden aan deze vergunning verbonden: a- De activiteit die tot bodemverstoring leidt, dient te worden begeleid door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg; b- In de segmenten 1, 3, 5, 9, 11, 13, 15 en 21 waar nader (proef)sleuvenonderzoek dient plaats te vinden, mag niet eerder door TenneT feitelijk worden gestart met de werkzaamheden dan nadat de onderzoeksresultaten aan de Minister van Economische Zaken zijn overgelegd en door deze zijn beoordeeld. De resultaten van dit nadere onderzoek kunnen eventueel aanleiding geven tot het stellen van nadere voorwaarden door de Minister van Economische Zaken.
Artikel 3 Dit besluit treedt, onverminderd het bepaalde in artikel 8.4, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening, in werking met ingang van de zevende week na de dag waarop het is bekendgemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door toezending aan TenneT TSO B.V.
Pagina 5 van 6
Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt
Ons kenmerk ETM/EM / 10056618
‘s-Gravenhage, De Minister van Economische Zaken, namens deze:
Drs. J.C. De Groot Directeur Energiemarkt
Zienswijzen over het ontwerp van het besluit kunnen worden ingediend bij: Bureau Energieprojecten Inspraakpunt R380 Zuidring-2 Postbus 223 2250 AE VOORSCHOTEN
Pagina 6 van 6