6 Iedere voedende moeder heeft wel eens het gevoel niet voldoende melk te hebben. Als je te weinig melk hebt, is daar meestal wat aan te doen. In deze brochure meer over de oorzaken van te weinig melk, met praktische tips voor het opvoeren van de melkproductie.
Te weinig melk
2
Borstvoeding geven Je hoeft nooit zuinig te zijn op je melk. De melkproductie wordt bepaald door vraag en aanbod: hoe meer je baby drinkt, hoe meer melk er wordt gemaakt. Het is daarom goed je baby te voeden naar behoefte. Dat betekent dat je je baby aan de borst kunt nemen zo vaak en zo lang als hij zelf aangeeft. Nagenoeg iedere moeder kan haar kind volledig voeden, ongeacht de grootte van haar borsten. De kwaliteit van moedermelk is altijd goed. Borstvoeding is in principe een overlevingsmechanisme, dat ook in moeilijke omstandigheden functioneert. De samenstelling verandert wel tijdens een voeding: het vetgehalte neemt toe naarmate de borst leger raakt. De laatste beetjes voeding leveren dus relatief veel energie. Meer informatie over hoe borstvoeding werkt, is te vinden in VBN-brochure nr. 2 ‘Borstvoeding: de eerste weken’. Onnodige twijfel Bijna iedere voedende moeder denkt
wel eens dat ze niet genoeg melk heeft. Soms is dat zo, maar vaak is deze twijfel niet nodig. Er kunnen verschillende redenen zijn voor bezorgdheid over de melkproductie. Het gespannen gevoel in je borsten van de eerste dagen is weg. Je borsten voelen zachter aan, lekken minder en zijn kleiner. Dit is normaal. Je borsten hebben zich aangepast aan de vraag van je baby. Je melk ziet er anders uit. Rijpe moedermelk ziet er dunner en doorzichtiger uit dan colostrum (de melk van de eerste dagen), maar is net als colostrum perfect van kwaliteit. De zuigbehoefte van je baby is groter. Een baby die blijft zoeken naar de borst of naar zijn vuistjes na een voeding, heeft waarschijnlijk zijn zuigbehoefte of zijn honger nog niet volledig gestild. Je kunt aan zijn verlangen om te zuigen tegemoet komen door hem langer aan de borst te laten. Soms kunnen een paar slokken moedermelk een tijd na de voeding je baby tot rust brengen. De eerste weken kan een borstkind beter geen fopspeen aangeboden krijgen, omdat de kans bestaat dat hij daardoor een verkeerde zuigtechniek aanleert en niet meer effectief aan de borst kan drinken.
Je baby drinkt sneller. Rond een maand of drie drinkt je baby soms opeens veel sneller dan je gewend was. Op deze leeftijd blijken veel baby’s zeer efficiënte drinkers te zijn geworden: ze kunnen in zo’n vijf tot tien minuten een volledige voeding drinken. Je baby is snel afgeleid. Baby’s zien rond de drie maanden even goed als een volwassene, zodat de aandacht voor de omgeving veel groter is. Kijken is dan soms belangrijker dan drinken. Voeden in een rustige omgeving kan in deze periode behulpzaam zijn. Veel baby’s kunnen na een tijdje ook in een levendige omgeving goed met de indrukken omgaan. Je baby groeit minder hard. Na de forse groei in de eerste periode groeit je baby vanaf een maand of drie vaak wat langzamer. Dit groeipatroon is normaal.
3
Hoe weet je dat je baby genoeg krijgt? Regelmatige controle op het consultatiebureau of door de huisarts is gebruikelijk. Je kunt zelf naar de volgende dingen kijken: • Je baby drinkt minstens 7 à 8 keer per etmaal. Meer is ook heel gewoon en veel baby’s hebben ook ‘s nachts behoefte aan een voeding. • Je hoort en/of ziet je baby ritmisch slikken of klokken tijdens het drinken. • Je baby drinkt uit de eerste borst zolang als hij wil en daarna eventueel nog uit de tweede borst. • Je borsten voelen na het voeden soepeler aan dan voor de voeding. • Na de eerste week valt je baby niet meer af. Bij frequent voeden op verzoek is je baby weer op zijn geboortegewicht rond de twee weken. • De eerste maanden komt je baby gemiddeld tussen de 100 en 200 gram per week aan. • Je baby is alert en tevreden. • Je baby heeft minimaal 4 zware wegwerpluiers of 6 kletsnatte katoenen luiers per etmaal. • Tijdens de eerste weken heeft je baby iedere dag een paar keer (ongeveer een eetlepel vol) ontlasting. Vanaf een week of vier kan ook één poepluier per week normaal zijn.
4
Regeldagen Het kan gebeuren dat je baby ineens niet meer tevreden is en dat hij vaker om een voeding vraagt. Hij heeft op bepaalde momenten meer melk nodig, omdat hij een groeispurt heeft, actiever is of langer wakker blijft. Rond de 10 dagen, 6 weken en 3 maanden zijn bekende tijdstippen voor regeldagen, maar ze kunnen ook op andere momenten voorkomen. Door vaker te voeden, stem je samen met je baby je melkproductie gedurende een paar dagen af op zijn behoefte. Regeldagen kunnen intensief zijn en kunnen zowel met honger als met ontwikkelingssprongen te maken hebben. Geef eraan toe; houd je kindje dicht bij je in de buurt, zodat je goed op zijn (honger)signalen kunt reageren. Het helpt vaak als je je realiseert dat deze periode tijdelijk is. Oorzaken van te weinig melk Naast de eerder genoemde groeiperiodes (de regeldagen), zijn er andere oorzaken waardoor je mogelijk te weinig melk hebt. Niet goed aanleggen Een baby die niet goed is aangelegd, kan niet effectief drinken en zal daardoor vaak te weinig melk binnen krijgen. De melkproductie wordt ook minder goed gestimuleerd. Let er dus op dat je baby dicht tegen je aan ligt, met zijn hoofd en lichaam in
één lijn naar je toegekeerd, zijn buikje tegen jouw buik en zijn neus iets onder de tepel. Als je baby je borst in zijn wijd open mond heeft, krult zijn onderlip naar buiten en ligt zijn tong onder de tepel. Meer informatie over aanleggen is te vinden in VBN-brochure nr. 3 ‘Voorkomen en genezen van pijnlijke tepels’. Een niet goed werkende toeschietreflex Het hormoon oxytocine zorgt ervoor dat de spiercellen rond de melkklieren samentrekken. Hierdoor wordt de melk via de melkkanaaltjes naar voren gestuwd. Dit vrijkomen van de melk wordt toeschieten genoemd. Door een vertraagde of verminderde toeschietreflex komt je melk minder goed vrij, wat uiteindelijk een nadelig effect heeft op je melkproductie. Verbeteren van het aanleggen is daarom altijd de eerste stap om te zorgen dat de toeschietreflex goed kan werken. Ook roken en alcohol kunnen een negatieve invloed op je toeschietreflex hebben. Verder kan pijn door pijnlijke tepels of een (dreigende) borstontsteking ertoe leiden dat je zo gespannen bent, dat het
toeschieten geremd wordt. Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk de oorzaak van de pijn aan te pakken. Als door de pijn het toeschieten van de melk niet zo gemakkelijk gaat, en als warmte, massage, ontspanning en iets drinken onvoldoende helpen, kun je de huisarts vragen om een oxytocinespray. Dit is een neusspray, die synthetische oxytocine bevat, het hormoon dat de melk doet stromen. De spray kan helpen om een negatieve spiraal te doorbreken, totdat het beter aanleggen zijn vruchten afwerpt. Meer informatie hierover is te vinden in VBN-brochure nr. 13 ‘Borstontsteking’ en VBN-brochure nr. 8 ‘Afkolven van moedermelk’. Niet vaak genoeg voeden Een baby die niet vaak genoeg wordt aangelegd, bijvoorbeeld omdat hij veel slaapt, kan te weinig melk binnen krijgen. Minder vaak aanleggen betekent ook dat de borsten minder gestimuleerd worden om melk te maken. De eerste weken moet je baby minstens 7 à 8 voedingen per etmaal krijgen. Vaker voeden is prima en ook het geven van een of meerdere nachtvoedingen is goed voor de melkproductie. Niet lang genoeg voeden Soms wordt geadviseerd te voeden op een schema van 5 of 10 minuten per kant. Veel (jonge) baby’s krijgen in dit tijdsbestek de borst niet goed leeg en
komen daardoor tekort. Hoe leger je borsten, hoe vetter de melk. Door je baby bij iedere voeding net zo lang aan één borst te laten drinken als hij wil en hem pas daarna de tweede borst aan te bieden, zal hij met een effectieve drinktechniek genoeg voedzame melk binnen krijgen. Wanneer hij niet zelf loslaat en ook vrijwel niet meer slikt, kan het zinvol zijn om hem af te nemen en de andere borst aan te bieden. Gebruik van tepelhoedjes Een tepelhoedje wordt soms aangeraden als een tijdelijke noodoplossing voor pijnlijke tepels. Het belangrijkste nadeel is dat er daardoor vaak te weinig aandacht is voor het verbeteren van het aanleggen, dat meestal de oorzaak van het probleem is. Eén van de andere nadelen is dat de borst minder goed gestimuleerd wordt door het ontbreken van huidcontact. Ook kost het de baby meer inspanning om de borst goed leeg te ‘melken’. De melkproductie kan daardoor (sterk) teruglopen. Als er tepelhoedjes worden gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om na te kolven om de melkproductie op peil te houden. Fopspeen Wanneer een baby zijn energie steekt in zuigen op een fopspeen, op zijn duimpje of vingers of op een vinger van een verzorger, kan het zijn dat hij te weinig kracht over heeft om de borst goed te legen.
5
6
Wanneer komt je baby inderdaad tekort? • Hij heeft te weinig en donkere plasluiers. • Hij heeft te weinig, donker gekleurde en soms harde ontlasting. • Het ene kind zal heel slaperig zijn en kort, lusteloos drinken. • Het andere kind zal veel huilen, fanatiek zuigen en amper slapen. • Je baby groeit nauwelijks of valt af. Hoe krijg je meer melk? De basis van een goede productie is goed aanleggen. Om je melkproductie op te voeren, kun je op de volgende manieren te werk gaan. Vaker voeden Je baby vaker voeden is de belangrijkste manier om de melkproductie te laten toenemen. Door vaak je borsten te legen, worden de melkklieren gestimuleerd om meer melk te produceren. Om je melkproductie snel op te voeren, kun je je baby overdag het beste zo vaak mogelijk aanleggen en ‘s nachts als hij wakker wordt. Beide borsten geven per voeding Wanneer je per voeding beide borsten aanbiedt, zul je een grotere melkproductie krijgen. Als je baby tot nu toe genoeg bleek te hebben aan één borst per voeding, kan dit het moment zijn om (weer) beide borsten te geven. Laat je baby aan de eerste borst drinken tot hij zelf
loslaat of in slaap valt. Je kunt je baby verschonen en laten boeren om hem weer een beetje wakker te maken. Vaak begint hij met hernieuwde belangstelling aan de tweede borst. Wisselen van borst Het kan helpen om je baby per voeding meerdere keren uit dezelfde borst te laten drinken. Zodra je baby niet meer actief drinkt aan de ene borst, bied je de andere aan en daarna wissel je nog een keer. Je baby verschonen of hem enkele kleertjes uitdoen werkt soms heel stimulerend voor zijn gretigheid. Voeden op verzoek Als je je baby tot nu toe alleen maar op vaste tijden gevoed hebt, is het verstandig om hem ‘naar behoefte’ te gaan voeden. Door je baby vaker te laten drinken, krijg je meer melk. Bij borstvoeding geldt geen maximum aantal voedingen, wel een minimum: in de eerste weken moet je baby minstens 7 à 8 voedingen per etmaal krijgen. Vaker voeden bevordert de melkproductie. Een slaperige baby wakker maken Als je baby drinkt, worden je borsten geprikkeld om melk te maken. Als je baby vaak en lang slaapt, kan het moeilijk zijn om het aantal voedingen per etmaal op te voeren. Je kunt zijn interesse wekken door met je tepel over zijn lippen te strijken of een beetje afgekolfde melk in zijn
mondje te druppelen. Sommige baby’s drinken alleen goed als ze helder wakker zijn, andere zijn ook in doezelige toestand wel voor een voeding te porren. Kijk, wat voor jullie het beste werkt. Huid-op-huidcontact kan een stimulans zijn voor je baby om wakker te worden. Je kunt zijn kleding uitdoen en hem tegen je blote bovenlichaam houden. Het kan ook helpen om hem op zijn rug op je schoot te leggen en hem voorzichtig een aantal keren in zithouding te brengen met zijn hoofdje goed gesteund. Borstcompressie Wanneer je baby snel in slaap dreigt te vallen aan de borst of je borst niet goed leeg lijkt te drinken, kan borstcompressie worden toegepast. Bij deze methode oefen je druk uit op de borst, door de volle hand (vingers onder, duim boven, zo dicht mogelijk tegen de ribbenkast aan) om de borst te leggen en samen te knijpen. De melkstroom wordt hierdoor krachtiger en de baby leert effectiever uit de borst te drinken. Je kunt met borstcompressie beginnen zodra het zuig-slikritme wat afneemt en je baby niet meer actief lijkt te drinken. Blijf druk uitoefenen op je borst als je baby weer drinkt. Laat je hand los als je baby stopt met drinken. Vaak begint hij na het loslaten opnieuw met drinken. Zo niet, oefen dan na een aantal seconden opnieuw druk uit. Op deze wijze kun je beide borsten
een of meerdere keren aan bod laten komen. Nakolven Als je baby slecht heeft gedronken, kun je je melkproductie ook stimuleren door na de voeding te kolven. Deze afgekolfde melk kan meteen na de voeding worden gegeven of worden bewaard om later aan je baby te (laten) geven. Geef aan jonge baby’s, die nog niet goed aan de borst drinken, de afgekolfde melk met een lepeltje, een kopje (cupfeeding) of door middel van vingervoeden. Meer informatie over kolven is te vinden in VBN-brochure nr. 8 ‘Afkolven van moedermelk’. Bijvoeden Als je baby echt te weinig voeding krijgt, is het nodig hem tijdelijk bij te voeden terwijl je aan de slag gaat om je melkproductie op te voeren. Het is belangrijk dat je baby nu voldoende voeding krijgt. Anders bestaat de kans dat hij te zwak wordt om goed uit de borst te drinken en kan hij uitdrogen. Geef eerst beide borsten en daarna wat
7
8
afgekolfde melk (van jezelf of een (gescreende) donor) of kunstmatige zuigelingenvoeding toe. Zorg ervoor dat hij elke 2 à 2 1/2 uur een voeding krijgt. Als je bijvoeding gebruikt, geef dan niet te veel in een keer, anders zal je baby geen belangstelling tonen voor de borst na 2 à 2 1/2 uur. Het wordt dan moeilijker om je melkproductie te stimuleren. Ook kun je om en om bijvoeden, zodat de baby geïnteresseerd blijft om uit de borst te drinken: de eerste voeding van de dag geef je beide borsten, de tweede voeding geef je eerst beide borsten en daarna de bijvoeding toe, de derde voeding weer alleen borstvoeding, de vierde voeding eerst borstvoeding en daarna de bijvoeding toe, enzovoort. Geef een jonge baby die de drinktechniek nog niet onder de knie heeft liever geen bijvoeding met een fles. Om zuigverwarring te voorkomen, kun je een lepeltje, een kopje of de borstvoedingshulpset gebruiken; ook kun je hem vingervoeden. Vraag voor de juiste techniek hulp aan je verloskundige of een lactatiekundige. Zodra je baby weer voldoende natte luiers en ontlasting heeft, kun je geleidelijk de bijvoeding minderen. Regelmatige controle op het consultatiebureau of bij de huisarts is belangrijk. Borstvoedingshulpset Met een borstvoedingshulpset kun je je baby bijvoeden terwijl hij aan de borst drinkt.
De afgekolfde moedermelk of kunstvoeding zit in een plastic flesje. Uit de dop of speen van het flesje komt een dun sondeslangetje, dat je baby tegelijk met de borst in zijn mond neemt. Zo wordt tijdens het bijvoeden ook de borstvoeding gestimuleerd. Vraag begeleiding van een lactatiekundige voor het juiste gebruik van de borstvoedingshulpset. Relactatie Relactatie betekent: de borstvoeding opnieuw op gang brengen. Wanneer je je baby met veel kunstvoeding hebt moeten bijvoeden, kan de borstvoeding teruggelopen zijn. Of misschien is het je door een moeilijke start nog niet gelukt om volledig borstvoeding te geven. Het is mogelijk om ook dan de melkproductie (weer) op te voeren. Ook als je helemaal gestopt bent met borstvoeding geven, is het vaak mogelijk om weer te beginnen. Hoe lang het duurt voordat je baby zonder bijvoeding voldaan is en goed gaat groeien, is moeilijk te voorspellen. Het hangt af van de hoeveelheid kunstvoeding die hij kreeg, van zijn leeftijd, van zijn enthousiasme om te drinken en van
je persoonlijke omstandigheden. De bijvoeding mag slechts geleidelijk worden verminderd. Vandaar dat het van belang is dat je goed overlegt met een specialist, zoals een lactatiekundige. Andere oorzaken van te weinig melk Naast de eerder genoemde oorzaken kunnen ook de volgende factoren een rol spelen bij een teruglopende melkproductie. Vaste voeding Als borstgevoede kinderen vaste voeding krijgen, drinken ze minder borstvoeding. De vaste voeding neemt de plaats in van de borstvoeding en daardoor loopt de melkproductie geleidelijk terug. In principe heeft een gezonde voldragen baby geen andere voeding nodig dan moedermelk gedurende het eerste halfjaar. Na zes maanden wordt vaste voeding geleidelijk geïntroduceerd. Naarmate je baby meer vast voedsel gaat eten, zal de hoeveelheid melk vanzelf afnemen. Soms heeft je lichaam moeite om bij de afnemende vraag de productie voldoende op peil te houden. Je kunt dit voorkomen door te beginnen met hapjes ná een borstvoeding en langzaam over te gaan op het aanbieden van vaste voeding vóór de borstvoeding. Als je geen ander drinken geeft, zal je baby waarschijnlijk nog veel bij je drinken om in
zijn vochtbehoefte te voorzien. Daarmee houdt hij de productie goed in stand. Gezondheid van de moeder Als je ziek bent, vooral als je hoge koorts hebt of moet overgeven, is het goed mogelijk dat je tijdelijk te weinig melk hebt. Zorg voor extra drinken en bedrust en probeer vaker te voeden. De kwaliteit van moedermelk is nauwelijks afhankelijk van de voeding van de moeder. Voor je eigen conditie is het verstandig om goed en gevarieerd te eten en voldoende te drinken. De pil Anticonceptiemiddelen die zowel een oestrogeen als een progestageen bevatten, kunnen een nadelige invloed op de melkproductie hebben. Sommige vrouwen hebben moeite om de borstvoeding op peil te houden. Een pil met alleen een progestageen (de ‘minipil’) heeft vaak minder consequenties voor de hoeveelheid moedermelk. Overleg met je huisarts of verloskundige wat in jouw situatie het meest geschikte anticonceptiemiddel is. Medicijnen Het gebruik van sommige medicijnen kan de melkproductie verminderen. Het is daarom belangrijk dat je arts en apotheker weten dat je borstvoeding geeft, zodat er rekening mee kan worden gehouden bij het voorschrijven van medicijnen.
9
10
Menstruatie Sommige vrouwen merken dat ze minder melk hebben gedurende de eerste paar dagen dat ze ongesteld zijn of vlak daarvoor. Dit kun je ondervangen door je baby een paar dagen wat vaker aan te leggen. Het kan ook zijn dat je baby onrustig drinkt rond je menstruatie. Door de hormonale veranderingen in je lichaam kan je melk anders gaan smaken of ruiken. Je eigen lichaamsgeur kan ook veranderen. Soms biedt de geur van zeep of bodylotion een oplossing. Borstvoeding en een baan Als je ervoor kiest om de voedingen onder werktijd te vervangen door een alternatief, is het nodig om deze borstvoedingen af te bouwen voordat je weer gaat werken. De kans bestaat dat de melkproductie te veel terugloopt. In dat geval kun je op de dagen dat je thuis bent, weer wat vaker aanleggen. Zieke baby Als je baby ziek is of koorts heeft, last heeft van spruw of medicijnen krijgt, zal hij misschien geneigd zijn om niet goed of niet vaak genoeg te drinken. Veel kleine voedingen geven is dan in de meeste gevallen een goed beleid. Na zijn normale voeding kun je hem zonodig wat afgekolfde melk geven. Hij krijgt dan meer voeding binnen en het kolven helpt je melkproductie op peil te houden.
Middeltjes Vaak worden je allerlei huismiddeltjes aangeraden om je melkproductie te stimuleren, bijvoorbeeld donker bier of kruidenthee. De effectiviteit van zulke middelen is nooit wetenschappelijk aangetoond. Houd ook rekening met het feit dat van wat je eet of drinkt, uiteindelijk sporen in je melk terechtkomen. Het beste middel om meer melk te krijgen, is in het algemeen je baby vaker te laten drinken. Als dit onvoldoende helpt, kun je de lactatiekundige of huisarts vragen om informatie over middelen die extra ondersteuning kunnen bieden. Tot slot Praktische hulp en steun zijn erg belangrijk gedurende de dagen dat je je baby vaker de borst geeft om de melkproductie weer op peil te krijgen. Terwijl jij de tijd neemt om vooral voor je baby te zorgen, kan je partner of iemand anders eventueel de zorg voor de andere kinderen en het huishouden op zich nemen. Vaak kan een gesprek met een andere voedende moeder heel prettig zijn, bijvoorbeeld op een bijeenkomst van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk of via internet. Vertrouwen in je baby en in het borstvoedingsproces zijn een goede start om weer in een opwaartse spiraal te komen.
Uitgaven van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Brochures 1 Borstvoeding: een goed begin 2 Borstvoeding: de eerste weken 3 Voorkomen en genezen van pijnlijke tepels 4 Borstvoeding en vaste voeding 5 Als je baby huilt 6 Te weinig melk 7 Borstvoeding voor een meerling 8 Afkolven van moedermelk 9 Borstvoeding en een baan 10 Moedermelk en het milieu 11 Te veel melk 12 Borstvoeding voor een couveusebaby 13 Borstontsteking 14 Borstvoeding na een keizersnede Prijzen (inclusief porto) 1 brochure per stuk 2 of meer brochures per stuk 1 set brochures 14 stuks
2 2 2
2 9,00 2 18,00 2 65,00 2 148,00
Themanummers van verenigingstijdschrift BN Naast achtergrondinformatie bevatten deze themanummers veel ervaringsverhalen. Borstoperaties en borstvoeding Borstvoeding voor meer dan één Borstvoeding en een baan Borstvoeding voor zorgenkindjes Borstvoeding en allergie Borstvoeding na een keizersnede Moedermelk, maar (nog) niet aan de borst De rol van de partner
Via internet: www.borstvoedingnatuurlijk.nl De levertijd bedraagt ongeveer één week. Prijswijzigingen voorbehouden. Indien deze brochure meer dan drie jaar oud is, informeer dan of er een nieuwe uitgave bestaat.
1,95 1,70 15,00
Voor grotere hoeveelheden van dezelfde brochure gelden de volgende prijzen: 10 brochures 25 brochures 100 brochures 250 brochures
Uitgaven bestellen Telefonisch: Het telefoonnummer van onze VBN-bestelservice wordt doorgegeven via de informatietelefoon: (0343) 57 66 26.
2 2 2 2 2 2
8,00 8,00 8,00 8,00 8,00 8,00
2 2
8,00 8,00
Colofon © VBN januari 2009 Oplage: 20.000
Fotografie: Wilco van Dijen, Wijk bij Duurstede Erica Post, Mesos Medisch Centrum, Utrecht Marianne Vanderveen-Kolkena, Assen Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Druk: Drukkerij Van Meurs bv, Ridderkerk Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming. Vragen worden alleen behandeld op voorwaarde dat de aanvrager afstand doet van ieder recht op aansprakelijkstelling met betrekking tot de inhoud van de gegeven informatie.
11
Lidmaatschap De contributie bedraagt minimaal 2 22,00 per jaar. Leden ontvangen vier keer per jaar het verenigingstijdschrift BN. Dit bevat onder andere nieuws over de activiteiten van de vereniging, ervaringsverhalen, wetenschappelijke achtergronden en publicaties. Je kunt ook gebruikmaken van de verenigingsbibliotheek. Wil je lid worden van de vereniging, meld je dan aan via de website of via het postbusadres.
Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede Informatietelefoon: (0343) 57 66 26 www.borstvoedingnatuurlijk.nl
VBN: informatie en steun De Vereniging Borstvoeding Natuurlijk is opgericht in 1978. Zij is een vrijwilligersorganisatie die informatie geeft aan (aanstaande) ouders en andere belangstellenden. Dit gebeurt onder andere door middel van 14 brochures, themanummers van verenigingstijdschrift BN, een telefonische informatiedienst, een website en een netwerk van contactpersonen. Brochures van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk 1 Borstvoeding: een goed begin 2 Borstvoeding: de eerste weken 3 Voorkomen en genezen van pijnlijke tepels 4 Borstvoeding en vaste voeding 5 Als je baby huilt 6 Te weinig melk 7 Borstvoeding voor een meerling 8 Afkolven van moedermelk 9 Borstvoeding en een baan 10 Moedermelk en het milieu 11 Te veel melk 12 Borstvoeding voor een couveusebaby 13 Borstontsteking 14 Borstvoeding na een keizersnede Contactpersonen en informatiebijeenkomsten In veel plaatsen in het land worden voor zwangeren en voedende moeders informatiebijeenkomsten georganiseerd door VBN-contactpersonen die zelf hun kind(eren) borstvoeding hebben gegeven en die bij de vereniging een opleiding hebben gevolgd. Je kunt er praktische informatie krijgen, ervaringen uitwisselen en VBN-brochures kopen. Website: www.borstvoedingnatuurlijk.nl Wil je weten of er bij jou in de buurt informatiebijeenkomsten worden gehouden, wil je per mail een borstvoedingsvraag stellen of zoek je informatie en tips over borstvoeding, bezoek dan de website van de VBN. Via de site kun je ook informatiemateriaal bestellen en naar het borstvoedingsforum gaan, waar je ervaringen kunt uitwisselen met andere borstvoedende vrouwen. Telefonische informatie Vragen over borstvoeding kun je ook telefonisch stellen. Via de website kun je namen en telefoonnummers van contactpersonen vinden. Ook via de informatietelefoon (0343) 57 66 26 worden namen van contactpersonen doorgegeven, die je vervolgens kunt bellen.