Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg
Omgevingsvergunning gedeeltelijke intrekking locatie Grubbenvorsterweg 8 (noordzijde) DSM Pharma Chemicals B.V. te Venlo
Zaaknummer: 2015-0453
Zaaknummer: 2015/79662 d.d. 29 oktober 2015 Verzonden:
INHOUDSOPGAVE 1
Besluit
3
2
Procedure
5
2.1
Huidige vergunningsituatie
5
2.2
Bevoegd gezag
5
2.3
Procedure
5
2.4
Ontvankelijkheid en opschorting procedure
6
2.5
Adviezen
6
3
Toetsingskader en overwegingen
6
4
Zienswijzen
7
Zaaknummer 2015-0453
2
1
Besluit
Gedeputeerde Staten hebben op 18 juni 2009 aan DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een inrichting voor de productie van Active Pharmaceutical Ingredients (API), Advanced Intermediates (AI) en Very Advanced Intermediates (VAI) voor de farmaceutische industrie, gelegen aan de Grubbenvorsterweg 8 te Venlo. Op 19 maart 2015 hebben wij een verzoek ontvangen om de vergunning zoals hierboven genoemd gedeeltelijk in te trekken. Het verzoek is geregistreerd onder nummer 2015-0453. Gedeputeerde Staten besluiten gelet op artikel 2.33 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): De omgevingsvergunning van DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. voor wat betreft het perceel kadastraal bekend gemeente Venlo Sectie O, nummer 1760, 1240, 1237, 2053, 2055 en 2057 in te trekken. De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.15 juncto paragraaf 3.3 (uitgebreide procedure) van de Wabo. Een afschrift van dit ontwerpbesluit is verzonden aan: aanvrager van de vergunning, zijnde DSM Pharma Chemicals Venlo B.V.; het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo; de Burgemeester van de gemeente Venlo; de minister van Infrastructuur en Milieu (directoraat-generaal Milieu), Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag; de Inspectie voor Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag; de Inspectie SZW, Directie MHC, Team MHC-Zuid, postbus 820, 3500 AV Utrecht; het Bestuur van de Brandweer Noord- en Midden-Limburg, Postbus 11, 5900 AA Venlo; Rijkswaterstaat, Dienst Limburg, Postbus 25, 6200 MA Maastricht. Rechtsbescherming Beroep Belanghebbenden die zienswijzen over het ontwerpbesluit hebben ingediend, belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend, belanghebbenden die willen opkomen tegen de wijzigingen die bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerp zijn aangebracht en adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid advies uit te brengen over het ontwerpbesluit, kunnen tegen betaling van de verschuldigde griffierechten, beroep instellen bij de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht. Het beroepschrift moet binnen een termijn van zes weken worden ingediend. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd. Op deze beroepschriftprocedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het beroepschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en; d. de redenen van het beroep (motivering).
Zaaknummer 2015-0453
3
Het beroepschrift moet worden gericht aan: Rechtbank Limburg Sector Bestuursrecht Postbus 950 6040 AZ Roermond. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina van de Rechtbank Limburg, www.rechtspraak.nl. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Als u een beroepschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. U kunt uw beroep en een eventueel verzoek om voorlopige voorziening ook digitaal instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag, volgend op de beroepstermijn van 6 weken. Indien binnen de beroepstermijn tegen het besluit bij de Voorzieningenrechter een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen,
C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg
Zaaknummer 2015-0453
4
2
Procedure
2.1
Huidige vergunningsituatie
Op 18 juni 2009, kenmerk 08/48940 hebben wij aan DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een inrichting voor de productie van Active Pharmaceutical Ingredients (API), Advanced Intermediates (AI) en Very Advanced Intermediates (VAI) voor de farmaceutische industrie, gelegen aan de Grubbenvorsterweg 8 te Venlo. Verder zijn de volgende omgevingsvergunningen verleend: Modernisering opslagen voor gevaarlijke stoffen in emballage van 8 november 2012, kenmerk 2012-0373; Het milieuneutraal verplaatsen Indac productie van procesinstallatie TP3 naar TP6 van 30 augustus 2012, kenmerk 2012-0527; Het milieuneutraal veranderen opslagen sector 8.12 en 8.18 van 21 september 2012, kenmerk 2012-0695; Gedeeltelijk intrekken van de activiteiten van 14 november 2013, kenmerk 2013-0153; Aanbrengen van extra repressieve voorzieningen van 19 december 2013, kenmerk 2013-0833; Verladen nieuwe grondstof voor de waterzuivering van 13 februari 2014, kenmerk 2014-0026. Eerder zijn de volgende omgevingsvergunningen verleend: Het wijzigen van de beschrijving van het vrijkomen van afvalstoffen uit productie en van het toevoegen van spoelvloeistoffen aan de BIAZ van 21 juli 2011, kenmerk 2011-0026. Voorts hebben wij voor de inrichting de volgende veranderingsvergunningen verleend: Wijziging STATOL-proces en enkele infrastructurele wijzingen van 4 maart 2010, kenmerk 09/18324; Drogen van het nieuwe product CLP van 12 augustus 2010, kenmerk 10/1960.
2.2
Bevoegd gezag
De inrichting is genoemd in categorie 4.3.b (inrichtingen voor het vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van amine) van onderdeel C van bijlage 1 van het Bor. Verder bevat de inrichting één of meerdere gpbv-installaties en is het Besluit risico’s zware ongevallen van toepassing. Daarom zijn wij het bevoegd gezag voor de integrale omgevingsvergunning.
2.3
Procedure
Het vigerende milieudeel van de omgevingsvergunning is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.4 van de Wabo. De intrekking op verzoek van de aanvrager dient eveneens te worden voorbereid met deze uitgebreide voorbereidingsprocedure op basis van artikel 3.10, eerste lid onder c juncto artikel 3.15, derde lid van de Wabo.
Zaaknummer 2015-0453
5
2.4
Ontvankelijkheid en opschorting procedure
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. Naar aanleiding hiervan hebben wij de aanvrager op 1 mei 2015 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 22 mei 2015 aanvullende gegevens in te dienen. Op 28 mei 2015 hebben wij de aanvullende gegevens ontvangen. De termijn voor het nemen van het besluit is daardoor opgeschort met 28 dagen.
2.5
Adviezen
Advies In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies verzonden aan: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo; Rijkswaterstaat; het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord; de Inspectie Leefomgeving en Transport. Voorts staat in artikel 6.15 van het Bor een toezendplicht ten aanzien van Brzo-inrichtingen opgenomen. Om te voldoen aan deze toezendplicht hebben wij de aanvraag aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat Generaal Milieu; de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de Burgemeester van de gemeente Venlo. Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij de volgende adviezen ontvangen: Op 19 mei 2015 hebben wij van de gemeente Venlo een advies ontvangen. Dit advies luidt als volgt: Met betrekking tot zaaknummer 2015-0435 kan worden opgemerkt dat uit het bij het verzoek ingediende bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse geen verhoogde concentraties van stoffen zijn aangetroffen boven de achtergrondwaarden. Geconcludeerd kan worden dat de bedrijfsactiviteiten ter plaatse niet geleid hebben tot een noemenswaardige verslechtering van de bodemkwaliteit. Op 3 juni 2015 hebben wij een advies ontvangen van Rijkswaterstaat. Dit advies luidt als volgt: Hierbij doe ik u mijn advies toekomen inzake samenhang tussen de omgevingsvergunning en de watervergunning. De in de Wabo-aanvraag omschreven activiteiten hebben geen gevolgen voor de watervergunning. Derhalve dient voor de aangevraagde activiteiten geen wijziging van de watervergunning plaats te vinden en is verplichte coördinatie niet aan de orde.
3
Toetsingskader en overwegingen
Overeenkomstig artikel 2.33 Wabo kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning (gedeeltelijk) intrekken. De omstandigheden waaronder dit moet of kan gebeuren zijn eveneens vermeld in dit artikel. In dit geval is er sprake van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onderdeel b.
Zaaknummer 2015-0453
6
In onderhavig geval is verzocht tot intrekking van de volgende aspecten van de vergunning: De omgevingsvergunning van DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. voor wat betreft het perceel kadastraal bekend gemeente Venlo Sectie O, nummer 1760, 1240, 1237, 2053, 2055 en 2057 in te trekken. Op grond van artikel 2.33, derde lid, van de Wabo dient er geen belang van de bescherming van het milieu te zijn dat zich ertegen verzet om deze omgevingsvergunning in te trekken. Een groot deel van het terrein is nooit in gebruik geweest voor activiteiten van DSM Pharma Chemicals. Een klein deel is in gebruik geweest als kantoor en werkplaats tijdens de bouw van TP6 en een deel als ECO-park voor de inzameling van bedrijfsafvalstromen en de opslag van nieuwe/schone emballage. De bodemeindsituatie is bij het verzoek om intrekking bijgevoegd in een bijlage. Op 28 mei hebben wij een aanvulling op de bodemeindsituatie ontvangen. Op basis van de onderzochte (en aangeleverde) gegevens valt te concluderen dat geen verwijtbare bodemverontreiniging is ontstaan gedurende het gebruik van dit betreffende deel van de inrichting (gedurende de periode1998 – 20-05-2015). Het bijgevoegde bodemrapport geeft geen aanleiding tot verdere onderzoeken. Het onbebouwde terreindeel wordt verkocht aan derden en het hekwerk wordt verplaatst naar de nieuwe inrichtingsgrens Het intrekken van het gedeelte van de inrichting gelegen aan de Jachthavenweg 3 heeft geen negatieve gevolgen voor het milieu.
4
Zienswijzen
Op 23 juli 2015 hebben wij het ontwerp van dit besluit vastgesteld. Dit ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken hebben van 29 juli 2015 t/m 8 september 2015 ter inzage gelegen op de volgende locaties: - het Gouvernement, Limburglaan 10, Maastricht; - het gemeentehuis van Venlo. Vergunningsbesluiten zijn gedurende de inzagetermijn ook gepubliceerd op www.limburg.nl/vergunningen. Iedereen kon over het ontwerpbesluit van 29 juli 2015 t/m 8 september 2015 schriftelijk of mondeling zienswijzen inbrengen. Wij hebben geen zienswijzen ontvangen naar aanleiding van het door ons vastgestelde en ter inzage gelegde ontwerpbesluit. Dit besluit is verder ongewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp van dit besluit.
Zaaknummer 2015-0453
7