O&E Paraplufonds JAARREKENING 2014 1 januari – 31 december 2014
Inhoudsopgave I.
DEFINITIES
4
II.
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET JAAR 2014
6
1
PROFIEL
6
2
MEERJARENOVERZICHT
10
3
BEHEERDERSVERSLAG
11
3.1 3.2 3.3 3.4
Beleggingsomgeving Rendementen in het jaar 2014 Vooruitzichten Beheer van Strategies
11 12 12 12
3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5
O&E FIXED INCOME STRATEGY O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY O&E HEDGE FUND STRATEGY O&E FIXED INCOME STRATEGY I (geëindigd per 28 mei 2014)
13 14 15 16 17
3.5
In Control Statement
18
4
JAARCIJFERS 2014 O&E PARAPLUFONDS
19
1
O&E PARAPLUFONDS
19
1.1 1.2 1.3 1.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Kasstroomoverzicht per 31 december 2014 Toelichting op de jaarrekening 2014
20 21 22 23
1.4.1 1.4.2 1.4.4 1.4.5 1.4.6
Algemeen Grondslagen voor waardering van activa en passiva Risicobeheer en financiële instrumenten Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
23 24 29 34 42
2
O&E FIXED INCOME STRATEGY
47
2.1 2.2 2.3 2.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
48 49 50 51
3
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET
52
3.1 3.2 3.3 3.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
53 54 55 56
4
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
58
4.1 4.2 4.3 4.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
59 60 61 62
5
O&E HEDGE FUND STRATEGY
64
5.1 5.2 5.3 5.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
65 66 67 68
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
2
2
6
O&E FIXED INCOME STRATEGY I (GEËINDIGD PER 28 MEI 2014)
70
6.1 6.2 6.3 6.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
71 72 73 74
7
O&E COMMODITY STRATEGY (GEËINDIGD PER 22 JANUARI 2014)
75
7.1 7.2 7.3 7.4
Balans per 31 december 2014 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
76 77 78 79
5
OVERIGE GEGEVENS
80
1
VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING
80
2
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
80
3
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
81
3
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
3
I.
DEFINITIES Accountant:
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR, Amsterdam
Administrateur1:
KAS BANK N.V. (tot en met 31 mei 2014) Spuistraat 172, 1012 VT Amsterdam
AFM:
Stichting Autoriteit Financiële Markten Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam
AIFMD:
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake Beheerders van Alternatieve Beleggingsinstellingen
Asset Owner2:
Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. (tot 1 juni 2014 genaamd: Kas-Trust Bewaarder O&E Paraplufonds B.V.) Claude Debussylaan 24, 1082 MD Amsterdam
Beheerder:
Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Beleggingsadministrateur3:
The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch (BNY Mellon) WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam
Bewaarder4:
The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch WTC Podium Office, B Toren, Strawinskylaan 337, 1077 XX Amsterdam
BGfo:
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Depotbank:
de partij die de activa van het Fonds bestaande uit financiële instrumenten in bewaarneming houdt, zijnde BNY Mellon
DNB:
De Nederlandsche Bank N.V. Westeinde 1, 1017 ZN Amsterdam
Fiscaal adviseur:
Meijburg & Co, Belastingadviseurs Laan van Langerhuize 9, 1186 DS Amstelveen
Fonds:
het vermogen onder de naam O&E ParapluFonds, waarin ter collectieve belegging effecten, gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen, onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) teneinde de Participanten in de opbrengst daarvan te doen delen
1
Tot en met mei 2014 is Kas Bank N.V. administrateur van het Fonds en de Strategies geweest. Vervolgens zijn de taken van de administrateur verdeeld, de financiële administratie is overgenomen door Oyens & van Eeghen N.V., de beleggingenadministratie en de berekening van de NAV door de Beleggingsadministrateur, het bijhouden van het Participantenregister door SGG Financial Services B.V. 2 Als gevolg van de AIFMD is de functie van ‘depositary’ geïntroduceerd. De Nederlandse vertaling daarvan is ‘bewaarder’. Deze term werd voorheen gebruikt voor de partij die de functie van juridisch eigenaar van het vermogen van het Fonds uitoefende. Deze partij wordt thans de ‘Asset Owner’ genoemd. Het takenpakket van deze partij is door de invoering van de AIFMD gewijzigd en gedeeltelijk door de Bewaarder overgenomen. 3 Tot en met mei 2014 werd de beleggingenadministratie gevoerd door de administrateur Kas Bank N.V., vanaf begin juni 2014 wordt deze taak vervuld door The Bank of New York Mellon SA/NV.
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
4
4
NAV:
de intrinsieke waarde (de “Net Asset Value”) van een Participatie of van een Strategy vastgesteld conform het Prospectus
Netto-activa
Netto-activa zoals gedefinieerd in RJ 615, in de voorgaande jaarrekeningen aangeduid als Fondsvermogen
Oversight Entity:
FM&I B.V. (in functie tot en met juni 2014) Monnikevenne 38, 1141 RL Monnickendam
Op de naleving van de toepassingen zijnde regels en procedures werd tot ingang van de AIFMD toezicht gehouden door FM&I B.V., een van de Beheerder onafhankelijke partij Oyens & Van Eeghen:
Oyens & Van Eeghen N.V. Zuidplein 124, 1077 XV Amsterdam
Participanten:
de economisch deelgerechtigden tot één of meer Strategies
Participantenregister:
het door SGG Financial Services B.V. bijgehouden register waarin de Participaties worden geadministreerd
Participaties:
de evenredige aanspraken van Participanten in één of meer Strategies
Prospectus:
het prospectus van het Fonds, inclusief de Strategy-prospectussen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd
Strategy:
een apart geadministreerd gedeelte van het vermogen van het Fonds (subfonds)
Transactiedag:
(1) een Werkdag waarop uitgifte of inkoop van Participaties in een Strategy plaats kan vinden conform hetgeen bij Uitgifte en inkoop is bepaald in het betreffende Strategy prospectus (2) een Niet-reguliere Transactiedag
Voorwaarden:
de voorwaarden van beheer en bewaring zoals opgenomen in het O&E Paraplufonds prospectus en in de bijlage bij de overeenkomst van beheer en bewaring afgesloten tussen Bewaarder en Beheerder
Wft:
Wet op het financieel toezicht
Het prospectus van het O&E Paraplufonds, de Essentiële Beleggersinformatie, de jaarrekeningen en halfjaarberichten van het O&E Paraplufonds van de afgelopen jaren staan op de website www.oebeheer.com
5
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
5
II. 1
VERSLAG VAN DE BEHEERDER OVER HET JAAR 2014 Profiel
Algemeen Oyens & Van Eeghen N.V. te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen N.V.. Het vestigingsadres van de Beheerder is Zuidplein 124 te Amsterdam. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Fonds voor gemene rekening Het O&E Paraplufonds is een fonds voor gemene rekening. Het is geen rechtspersoon, maar een overeenkomst tussen de Beheerder, de Asset Owner en elk van de Participanten. Op grond van die overeenkomst worden door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van de Asset Owner voor de Participanten worden bewaard. De Participanten in een Strategy zijn naar rato van het aantal door hen gehouden Participaties gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. De overeenkomst tussen de Beheerder, de Asset Owner en elk van de Participanten vormt geen maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap en creëert ook anderszins geen overeenkomst tussen de Participanten onderling. De verplichting van een Participant om te betalen voor uit te geven Participaties is uitsluitend een verbintenis ten opzichte van de Asset Owner. Deze verplichting is geen inbreng of verbintenis tot inbreng. De Participaties scheppen uitsluitend rechten en verplichtingen van de Participanten ten opzichte van de Beheerder en de Asset Owner en niet ook tussen Participanten onderling. Paraplustructuur Het Fonds is opgezet volgens een zogenaamde paraplustructuur. Dat wil zeggen dat het Fonds is onderverdeeld in meerdere Strategies (subfondsen) waarin afzonderlijk kan worden belegd. Voor iedere Strategy is een Strategy-prospectus opgesteld. Elke Strategy heeft een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, beleggingsportefeuille, kostenstructuur en NAV. De toe- en uittredingsmogelijkheden kunnen per Strategy verschillen. Voor elke Strategy wordt een aparte administratie gevoerd. Participanten in een bepaalde Strategy zijn niet gerechtigd tot het vermogen van een andere Strategy. Elke Strategy is ingericht als een fonds voor gemene rekening. Strategies Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies (subfondsen): O&E Fixed Income Strategy (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy II) O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy III) O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy Bij de start van het Fonds bestonden daarnaast tevens de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy I (geëindigd per 28 mei 2014) De Participanten in O&E Fixed Income Strategy I Serie A zijn voorafgaand aan de opheffing over gegaan naar O&E Fixed Income Strategy Multi Asset, de Participanten in O&E Fixed Income Strategy I Serie B zijn voorafgaand aan de opheffing over gegaan naar O&E Fixed Income Strategy. O&E Commodity Strategy (geëindigd per 22 januari 2014) Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
6 6
Niet beursgenoteerd Het Fonds is niet genoteerd op een effectenbeurs. Open end Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen, is het Fonds verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop). Uitgifte en inkoop of switchen Toetreding tot het Fonds is mogelijk op iedere Transactiedag. Een verzoek tot uitgifte van Participaties dient de Beheerder uiterlijk twee Werkdagen voorafgaande aan de beoogde Transactiedag te hebben bereikt. Het verzoek dient het bedrag (in de valuta van het Fonds) te vermelden waarvoor uitgifte wordt verzocht. Uittreden uit het Fonds is mogelijk op iedere Transactiedag. Uittreding kan worden aangevraagd door het indienen van een verzoek tot inkoop van Participaties. De Participaties vervallen na inkoop. Een verzoek tot inkoop van Participaties dient: de Beheerder uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de gewenste Transactiedag te hebben bereikt; te luiden in de valuta van het Fonds of in Participaties (tot in maximaal vier decimalen gespecificeerd). Participanten kunnen switchen tussen Strategies. Switchen vindt plaats met toepassing van de voorwaarden die gelden voor inkoop en uitgifte van Participaties en het bepaalde in de betreffende Strategyprospectussen, met dien verstande dat inkoop en uitgifte plaats zullen vinden op dezelfde dag zonder dat de Participant een bedrag hoeft te storten of gelden zal ontvangen. Beheerder Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. (“Beheerder”) treedt op als de beheerder van het Fonds. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Beheerder zijn: het bepalen van het beleggingsbeleid; het (doen) voeren van de administratie van de Strategies; het juist en tijdig vaststellen van de NAV; het er zorg voor dragen dat het Fonds voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving; het bewaken van het belang van de Participanten. De Beheerder kan de uitvoering van het beleggingsbeleid van een Strategy uitbesteden aan Oyens & Van Eeghen en/of één of meerdere andere vermogensbeheerders. Directie De directie van de Beheerder bestaat uit R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad. Wft-vergunning De Beheerder (Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.) beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:67 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Met ingang van 22 juli 2014 is deze vergunning van rechtswege omgezet in een vergunning die voldoet aan de vereisten uit de AIFMD. AIFM-richtlijn Per 22 juli 2013 is de ‘Alternative Investment Fund Managers Directive’ (‘AIFMD’) van toepassing geworden in Nederland. Deze richtlijn zorgt voor geharmoniseerd Europees toezicht op beheerders van bepaalde beleggingsinstellingen en moet bijdragen aan grotere financiële stabiliteit en transparantie. De vergunning van Beheerder is per 22 juli 2014 van rechtswege omgezet in een ‘AIFMD-vergunning’ en de administratieve organisatie en interne beheersing van Beheerder voldoen aan de AIFMD. Ook is er een ‘AIFMD-bewaarder’ aangesteld. Deze heeft een onafhankelijke toezichthoudende functie en is door de Autoriteit Financiële Markten als bewaarder goedgekeurd.
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
7 7
Bewaarder De bewaarder van het Fonds is The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam Branch (BNY Mellon). De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Bewaarder zijn: het behartigen van de belangen van de Participanten; het optreden als Depotbank; het in bewaarneming houden van de activa van het Fonds, bestaande uit financiële instrumenten. het er op toezien dat het vermogen van het Fonds wordt beheerd in overeenstemming met wat daarover in het Prospectus en in de Voorwaarden is bepaald; het er op toezien dat de uitgaande geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te betalen bedragen, en dat uittredende Participanten een correcte vergoeding ontvangen; het er op toezien dat de inkomende geldstromen van het Fonds overeenkomen met daadwerkelijk te ontvangen bedragen; het controleren of toetredende Participanten het juiste aantal Participaties ontvangen; het controleren of de waarde van de Participaties wordt berekend overeenkomstig het Prospectus; het controleren of de inkoop en de uitgifte Participaties gebeurt in overeenstemming met de wet en het Prospectus; de aanwijzingen van de Beheerder uitvoeren, tenzij deze in strijd zijn met de wet, het Prospectus of de statuten van het Fonds; het controleren of de opbrengsten van het Fonds een bestemming krijgen in overeenstemming met de wet en het Prospectus. De Bewaarder kan gebruik maken van de diensten van derden. Asset Owner De Asset Owner van het Fonds en de Strategies is Bewaarder O&E Paraplufonds B.V. De Asset Owner heeft als enige statutaire doelstelling het vervullen van de functie van Asset Owner van het Fonds en de Strategies. De Asset Owner dient de belangen van de Participanten te behartigen. De Asset Owner fungeert ten behoeve van de Participanten als juridisch eigenaar van het vermogen van de Strategies. SGG Custody B.V. treedt (per 2 juni 2014) op als enig bestuurder van de Asset Owner. Administrateur Tot en met 31 mei 2014 trad KAS BANK NV op als administrateur van het Fonds. De belangrijkste taken van de administrateur, onder verantwoordelijkheid van de Beheerder, betroffen in deze periode: het voeren van de financiële- en beleggingsadministratie van de Strategies; het berekenen van de NAV van de Strategies; en het bijhouden van het participantenregister van de Strategies. Beleggingsadministrateur De Beheerder heeft The Bank of New York Mellon SA/NV, Amsterdam branch vanaf 1 juni 2014 aangesteld als Beleggingsadministrateur van het fonds en de Strategies. Op grond van de tussen de Belegggingsadministrateur en de Beheerder gesloten overeenkomst, die voldoet aan de daaraan in de toepasselijke regelgeving gestelde eisen, is de Beleggingsadministrateur onder supervisie van de Beheerder, verantwoordelijk voor: het voorbereiden en het voeren van de beleggingsadministratie van het Fonds en de Strategies; het periodiek berekenen van de NAV van iedere Strategy daarin. Participanten De Participanten in een Strategy zijn gezamenlijk (ieder naar rato van het aantal door hem gehouden Participaties) economisch gerechtigd tot het vermogen van die Strategy. Het door de Participanten bijeen gebrachte vermogen is bestemd ter collectieve belegging voor hun rekening en risico.
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
8 8
Rechtsverhouding tussen Participanten, Beheerder en Asset Owner De rechtsverhouding tussen de Participanten, de Beheerder en de Asset Owner wordt beheerst door wat in het Prospectus (en in ieder relevant Strategy-prospectus) is opgenomen. Beperkte overdraagbaarheid Participaties Het Fonds heeft een besloten karakter: Participaties kunnen alleen worden verkocht aan het Fonds. Fiscaliteit Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Er kunnen diverse risicofactoren worden onderkend, die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategyprospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld. Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van waardeschommelingen van de beleggingen en/of fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico); specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening (Hoofdstuk III paragraaf 1.4.4). Beleggingen en Corporate Governance Ten aanzien van de stemrechten die verbonden zijn aan de beleggingen van het Fonds worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het Fonds is in principe een belegger in effecten en geen belegger in ondernemingen. Over het algemeen is sprake van een actief beleggingsbeleid. Doordat (vrijwel) geen sprake is van het beleggen in ondernemingen, zal de Beheerder in principe geen gebruik maken van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten die worden gehouden door het Fonds. Wordt gebruik gemaakt van de stemrechten dan zal de Beheerder dit in de eerste plaats doen door fysieke of persoonlijke deelname aan aandeelhoudersvergaderingen en in de tweede plaats door middel van ‘elektronisch’ stemmen op afstand (‘proxy voting’). Gedurende het jaar 2014 heeft de Beheerder geen gebruik gemaakt van de stemrechten die verbonden waren aan beleggingen van het Fonds gedurende het boekjaar (2013: idem). Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
9 9
2
Meerjarenoverzicht
Onderstaande cijfers hebben betrekking op de stand ultimo van het verslagjaar, tenzij anders vermeld. Het fonds is gestart in het voorjaar 2012. Bedragen in duizenden euro's tenzij anders vermeld
2014
Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen Overig resultaat
2012
2.308 25.806 143 28.257
1.953 8.736 53 10.742
1.725 8.340 45 10.110
(963)
(1.022)
(792)
27.294
9.720
9.318
351.613
396.595
263.743
541.781,77 1.095.074,08 1.094.823,13 224.740,51
636.908,45 802.584,29 1.132.034,82 233.617,88 456.595,82 258.198,23 88.312,16
648.864,80 597.770,31 437.503,57 136.399,09 316.747,25 253.977,38 76.385,53
112,14 101,94 117,63 107,29 109,37 108,55 81,12
113,82 103,31 101,27 100,77 110,59 110,31 92,15
Kosten Beleggingsresultaat Netto-activa Aantal uitstaande participaties (stuks) O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
2013
Netto-vermogenswaarde per participatie (in EUR) O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
1) 1) 2)
116,48 108,04 133,01 109,33 1) 1) 2)
1) O&E Fixed Income Strategy I - A en I-B zijn opgeheven per 28 mei 2014 2) O&E Commodity Strategy is opgeheven per 20 januari 2014
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
10 10
3 Beheerdersverslag 3.1 Beleggingsomgeving De groei van de wereldeconomie kwam in 2014 opnieuw lager uit dan de aanvankelijke verwachting, iets wat in de voorgaande drie jaren ook is gebeurd. Opvallend was dat elke regio teleurstelde. Macrocijfers vielen met name in Europa en opkomende markten tegen, maar ook de economische data van de VS stelden per saldo teleur. Desondanks was 2014 een goed jaar voor beleggers. Op grondstoffen na, lieten financiële markten over een breed front sterke resultaten zien. Aandelen behaalden de hoogste resultaten, gesteund door het beleid van centrale banken en hogere bedrijfswinsten. Binnen vastrentende waarden lieten Europese staatsobligaties verrassend genoeg de sterkste resultaten zien. De drijvende kracht achter de goede prestaties was de aanzienlijke daling van de rente door de toenemende angst voor deflatie en de haperende economie wat actie van de ECB uitlokte. Intact herstel ondanks tegenvallende groei Economische cijfers bleven met name in het eerste kwartaal van 2014 ver achter op de verwachtingen. In de VS en Japan werd de economie ernstig ontregeld door het strenge winterweer. Hierdoor werden bestedingen uitgesteld en groeide de banencreatie op een laag niveau. De Amerikaanse economie kromp in het eerste kwartaal zelfs met -2,1%. Onderliggend lag het herstel echter op schema. Dit was mede terug te zien aan een sterke inhaalvraag in het tweede kwartaal. De groei nam in het 3e kwartaal zelfs toe tot 5%, aangejaagd door toenemende investeringen en consumentenbestedingen. Onder huis-houdens verbeterde het vertrouwen aanzienlijk, vooral gesteund door stijgende inkomens en het herstel op de cruciale arbeidsmarkt. De werkloosheid daalde tegen het einde van het jaar naar 5,7%, het laagste niveau in zes jaar. De Europese economie begon het jaar goed. Na jaren van economische krimp was er eindelijk weer groei. Belangrijk was dat naast Duitsland de groei in de periferie aantrok. Perifere landen als Spanje en Ierland plukten, na een periode van bezuiningen en hervormen, de vruchten van de verbeterde concurrentiepositie en afnemende bezuinigingen. Gedurende het jaar verslechterde de groei echter door toedoen van de relatief dure euro, beperkte voortgang van hervormingen in Frankrijk en Italië en de spanningen en sancties voortkomend uit de situatie in de Oekraïne. Ook in opkomende markten was er aanvankelijk sprake van tegenvallende groei, ingegeven door de afzwakking van de Chinese economie, kapitaaluitstroom en sociale onrust in diverse opkomende landen, zoals Turkije en Thailand. Gedurende het jaar verbeterde het beeld in opkomende markten, na renteverlagingen in diverse opkomende landen, Chinese steunmaatregelen om de groei te stabiliseren en hernieuwde kapitaalinstroom. De verschillen tussen de economische groei en marktprestaties was in 2014 echter erg groot. Landen die kampten met politieke onzekerheid, gebrek aan hervormingen en die veel grondstoffen (vooral olie) exporteren presteerden relatief zwak (o.a. Rusland en Brazilië). Daarentegen waren er landen, vooral in Azië, die profiteerden van de prijsdaling van energie en andere grondstoffen. In Indonesië en India vonden belangrijke verkiezingen plaats en werden hervormingsgezinde leiders gekozen. In India hebben hervormingen ertoe bijgedragen dat het handelstekort in een korte tijd nagenoeg is weggewerkt.
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
11 11
3.2 Rendementen in het jaar 2014 Financiële markten hebben, ondanks de teleurstellende groei van de wereldeconomie, bovengemiddelde rendementen laten zien. Het eerste kwartaal liet nog een gemengd beeld zien als gevolg van zwakke economische cijfers en sociale en geopolitieke onrust. Daarna leefden markten op na betere economische cijfers in de VS en nieuwe steunmaatregelen van centrale banken. Om te voorkomen dat de eurozone in een deflatiespiraal terecht zou komen, kondigde de ECB gedurende het jaar diverse onconventionele maatregelen aan. Zowel vastrentende waarden als aandelen reageerden hier sterk positief op. Europese kapitaalmarktrentes bereikten intussen nieuwe dieptepunten. Staatsobligaties met een kortere looptijd handelden zelfs op negatieve rentes. Aandelen lieten eveneens aantrekkelijke rendementen zien. De regio Noord Amerika was in 2014 veruit de beste regio, mede ingegeven door de forse appreciatie van de Amerikaanse dollar.
3.3 Vooruitzichten Voor 2015 behouden wij het vertrouwen dat het wereldwijde economische herstel zal doorzetten. De VS zal volgend jaar opnieuw één van de belangrijkste steunpilaren zijn voor de wereldeconomie. Amerikaanse huishoudens blijven waarschijnlijk een belangrijke aanjager van de groei. Vanuit bijna alle hoeken krijgen Amerikaanse huishoudens nu rugwind. Voor consumenten betekenen de gedaalde rente en olieprijs een hoger reëel beschikbaar inkomen, terwijl het nominale inkomen een impuls krijgt van toenemende loongroei en werkgelegenheid. Ook zorgt de aanhoudende stijging van het vermogen (waardestijging huizen en beleggingen) voor een hoog vertrouwen. Voor Europa zijn we gematigd optimistisch. De negatieve bijdrage van overheidsbezuinigingen loopt ten einde en de Eurozone krijgt aanzienlijke rugwind van de depreciatie van de euro en de forse daling van de olieprijs. Hervormingen vorderen echter langzaam en afbouw van schulden is een uitdaging in een omgeving van lage nominale groei. Gezien de extreem lage rentevergoedingen, de aantrekkende economie en de hogere winstgroei blijven wij in ons beleggingsbeleid de voorkeur geven aan aandelen boven vastrentende waarden. Hoewel de rendements-verwachting vanaf de huidige renteniveaus mager is, is de omgeving voor vastrentende waarden nog niet slecht te noemen. De lage groei en inflatie en de omvangrijke aangekondigde obligatie opkoopprogramma van de ECB blijven obligatiemarkten ondersteunen. Tegelijkertijd zoeken wij diversificatie in strategieën die gericht zijn op het behalen van absoluut rendement en die een buffer vormen voor de portefeuille in tijden van stress op financiële markten.
3.4 Beheer van Strategies De beleggingsomgeving, rendementen in 2014 en vooruitzichten (paragraaf 2.1 tot en met 2.3) geven achtergrondinformatie voor hierna omschreven doelstelling, beleggingsprofiel, beleggingsbeleid, beleggingsresultaat en vooruitzichten van de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy II) O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy III) O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I (geëindigd per 28 mei 2014) In de beheerderverslag van de jaarrekening van O&E Paraplufonds over het jaar 2013 is toegelicht dat O&E Commodity Strategy per 22 januari 2014 is geëindigd, omdat de Beheerder niet langer een strategische rol voor grondstoffen ziet en op tactische basis betere kansen ziet in andere asset klassen. Vanwege de afwikkeling van O&E Commodity Strategy per 22 januari 2014 is van deze Strategy geen analyse van de rendementen en vooruitzichten opgenomen.
12
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds 12
3.4.1
O&E FIXED INCOME STRATEGY markten, zoals opkomende markten (EMD) en High Yield. Gedurende het jaar is het belang in euro bedrijfsobligaties flink uitgebreid met het oog op het ondersteunende ECB beleid. Dit ging met name ten laste van de positie in wereldwijde en EM bedrijfsobligaties. Daarnaast werd in 2014 ook het belang in High Yield obligaties in een aantal stappen verlaagd.
Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy belegt in een combinatie van staatsobligaties en vastrentende beleggingsfondsen, met een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan wanneer belegd zou worden in Nederlandse staatsobligaties. Als benchmark wordt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR gehanteerd.
Beleggingsresultaat
Beleggingsbeleid
Over de verslagperiode (01/01/2014– 31/12/2014) steeg de intrinsieke waarde per participatie van de O&E Fixed Income Strategy (voorheen FIS II) van €112,14 naar € 116,47, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +3,87%. De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode +11,5%. De achterblijvende performance wordt grotendeels verklaard door de veel lagere rentegevoeligheid (duration) van de portefeuille. Hierdoor profiteerde de portefeuille slechts in beperkte mate van de sterke rentedaling in 2014. Hiertegenover stond een positieve bijdrage van de posities van zowel de perifere staatsobligaties (Ierland en Spanje) als de hoogrentende markten. Met name de posities in opkomende markten (EMD) droegen positief bij aan de performance. Het fondsvermogen van de O&E Fixed Income Strategy bedroeg ultimo december 2014 €63,1 mln.
Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 3 jaar. Bij de huidige, in historisch perspectief zeer lage renteniveaus, is het renterisico naar onze mening sterk asymmetrisch. Door de lage rentegevoeligheid is de portefeuille minder kwetsbaar voor koersdalingen als gevolg van de verwachte rentestijging. Keerzijde hiervan is dat de portefeuille minder profiteert van koersstijgingen bij een verdere rentedaling. Met het oog op de laagrentende marktomgeving en de sterke ‘search for yield’ bleef onze voorkeur uitgaan naar kredietrisico boven renterisico. Naast een kern van staatsobligaties (inclusief perifere markten als Ierland en Spanje) en investment grade bedrijfsobligaties wordt tevens belegd in hoogrentende
Vooruitkijkend is de ruimte voor een verdere rentedaling beperkt vanaf de huidige extreem lage renteniveaus. Anderzijds wordt een flinke rentestijging in 2015 niet verwacht, gelet op het ondersteunende monetaire beleid van de ECB en gunstige technische factoren. In de huidige laagrentende marktomgeving wordt renterisico nauwelijks vergoed, terwijl het risico sterk asymmetrisch is. Wij blijven daarom voorzichtig ten aanzien van renterisico en geven de voorkeur aan kredietrisico en in beperkte mate van liquiditeitsrisico. Een markt die in dit kader aantrekkelijke kansen biedt is die van Nederlandse hypotheken vanwege de hoge risicopremie in combinatie met het beperkte kredietrisico.
De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste factoren die van invloed zijn op het rendement. Per 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy (voorheen O&E Fixed Income Strategy II) uitgebreid met de categorie staatsobligaties door de samenvoeging met de O&E Fixed Income Strategy I serie B, die per die datum is geëindigd.
Vooruitzichten
Asset allocatie 2014 – O&E Fixed Income Strategy 100%
90%
16%
16%
16%
13%
17%
12%
80% 20%
20%
20%
17%
17%
70%
50%
9%
9%
8%
10%
10%
11%
14%
14%
14%
14%
14%
9%
9%
9%
8%
8%
8%
6% 6% 8%
60%
13%
18%
8%
8%
11%
12%
16%
4% 10%
15%
12%
8%
Liquiditeiten
Obligaties - Absolute return
7% 7%
7%
7%
7%
7%
4%
4%
4%
4%
4%
4%
9%
9%
9%
9%
9%
7%
12%
8%
12%
7%
7%
3%
High Yield
Emerging Market Debt (lokale valuta) EM Debt (staat, harde valuta)
30% 40%
30%
22% 25%
24%
24%
24%
23%
16%
16%
18%
18%
22%
Bedrijfsobligaties -EM
22%
Bedrijfsobligaties - Global
20%
Bedrijfsobligaties - Euro 28%
10%
19%
20%
20%
22%
28%
28%
28%
28%
28%
28%
30%
22%
Europese Staatsobligaties 0% dec-13
jan-14
feb-14
mrt-14
apr-14
mei-14
jun-14
jul-14
aug-14
sep-14
okt-14
nov-14
dec-14
13
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds 13
3.4.2 O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Fixed Income Strategy Multi Asset belegt in een combinatie van staatsobligaties en vastrentende beleggingsfondsen, met een brede spreiding over de diverse vastrentende asset klassen. Doel is op langere termijn (5 tot 7 jaar) een hoger resultaat te behalen dan de benchmark. De huidige benchmarksamenstelling is als volgt: 50% staatsobligaties Nederland, 35% euro bedrijfsobligaties, 10% High Yield obligaties wereldwijd en 5% Emerging Market Debt lokale valuta. De Beheerder zal een actief beleggingsbeleid voeren en de samenstelling van de portefeuille aanpassen aan (verwachte) wijzigingen in rente, inflatie en risicopremies. Bij het beleggingsbeleid wordt rekening gehouden met macro-economische ontwikkelingen in de wereld en de verwachte reactie daarop van monetaire en fiscale autoriteiten. De inzichten van de Beheerder worden vertaald in asset allocatiebeleid, duration beleid, valutabeleid en selectie van externe fondsmanagers, de belangrijkste bepalende factoren voor het rendement. Per 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (voorheen O&E Fixed Income Strategy III) uitgebreid met de categorie staatsobligaties door de samenvoeging met de O&E Fixed Income Strategy I, serie A, die per die datum is geëindigd.
posities in EM credits en ‘absolute return’ credits). Daarnaast werd tevens een overwogen positie aangehouden in hoogrentende markten. Binnen deze categorie werd in de tweede helft van het jaar het belang in High Yield obligaties in een aantal stappen verlaagd, onder meer ten gunste van EM staatsobligaties. Daarnaast werd het belang in wereldwijde bedrijfsobligaties verlaagd ten gunste van euro bedrijfsobligaties en eurozone staatsobligaties.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2014 – 31/12/2014) steeg de intrinsieke waarde per participatie van de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (voorheen FIS III) van €101,94 naar €108,04, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +5,99%. De performance bleef daarmee achter bij de performance van de benchmark (+10,7%). De achter-blijvende performance wordt grotendeels verklaard door de veel lagere rentegevoeligheid (duration) van de portefeuille, waardoor de portefeuille slechts in beperkte mate profiteerde van de sterke rentedaling in 2014. Het fondsvermogen van de O&E Fixed income Strategy Multi Asset bedroeg ultimo december 2014 €118,3 mln.
Beleggingsbeleid
Vooruitzichten
Gedurende de verslagperiode bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met het oog op de verwachte rentestijging en het asymmetrische renterisico. Gemiddeld werd in de portefeuille een duration aangehouden van ongeveer 4 jaar bij een benchmark duration van gemiddeld 6 jaar. Door de lagere rentegevoeligheid was de portefeuille minder kwetsbaar voor koersdalingen als gevolg van de verwachte rentestijging. Keerzijde hiervan is dat de portefeuille minder profiteert van koersstijgingen bij een verdere rentedaling. In de asset allocatie van de portefeuille werd na de uitbreiding van de portefeuille met staatsobligaties per eind mei, een onderwogen positie aangehouden in staatsobligaties. Hiertegenover stonden overwogen posities in bedrijfsobligaties (inclusief
Vooruitkijkend is de ruimte voor een verdere rentedaling beperkt vanaf de huidige extreem lage renteniveaus. Anderzijds wordt een flinke rentestijging in 2015 niet verwacht, gelet op het ondersteunende monetaire beleid van de ECB en gunstige technische factoren. Hoewel wij voorzichtig blijven ten aanzien van renterisico, hebben we de duration onderweging wel gereduceerd. In de asset allocatie blijven wij vooralsnog onderwogen in staatsobligaties en licht overwogen in bedrijfsobligaties en hoogrentende markten. Binnen de laatste categorie bieden met name opkomende markten aantrekkelijke kansen. Daarnaast vinden wij de markt van Nederlandse hypotheken aantrekkelijk, vanwege de hoge risicopremie in combinatie met het beperkte kredietrisico. .
Asset allocatie 2014 – O&E Fixed Income Strategy Multi Asset
14
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds 14
3.4.3 O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel De O&E Global Equity Strategy heeft als doelstelling om met wereldwijd beleggen in aandelen op de middellange termijn (3-5 jaar) een hoger rendement te halen dan de MSCI AC World Net Total Return (USD-€ 50% hedged). De Beheerder belegt in een wereldwijd gespreide portefeuille van aandelen en hanteert daarbij een “coresatellite” benadering. De “core” bestaat uit indextrackers (passieve beleggingen), waarmee tegen lage kosten een efficiënte marktexposure wordt bereikt. De “satellite” bestaat uit actieve beleggingsfondsen van managers met een uitgesproken aanpak, die naar het oordeel van de Beheerder, een transparante, consistente en reproduceerbare beleggingsstrategie hebben en de potentie om bovengemiddelde rendementen te behalen. De Beheerder zal een actief beleid voeren, waarbij regioallocatie en manager selectie de belangrijkste bronnen van toegevoegde waarde zijn.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode werden in de portefeuille kleine actieve regionale posities ingenomen ten opzichte van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD50% hedged). Het jaar begon met een overwogen positie in opkomende landen, maar deze positie werd in januari met verlies gesloten. Halverwege het jaar werd de positie weer geopend ten koste van de regio Amerika. In het najaar is het gewicht van de regio Europa iets verlaagd ten gunste van Amerika en het gewicht van Japan verhoogd ten koste van de regio Pacific ex. Japan. In de tweede helft van 2014 is besloten binnen de Global Equity enkele accentveranderingen door te voeren om de performance te verbeteren. Naast passieve en actieve managers zullen er ook systematische managers worden toegevoegd aan de portefeuille. Dit zijn managers die op basis van een zorgvuldig gebouwd kwantitatief model aandelen selecteren. Veelal leveren deze managers een meer stabiele outperformance op dan de actieve managers, vanwege een betere portefeuille constructie. Daarnaast zal een deel van de portefeuille worden ingericht met superieure beleggingsstijlen. Dit zijn beleggingsstijlen die een gunstigere rendement/risicoverhouding hebben dan de benchmark. Na grondig onderzoek is gekozen voor de beleggingsstijlen: Value, Momentum en Quality. In de tweede helft van 2014 is de systematische manager JPMorgan Highbridge US Steep geselecteerd voor de Amerikaanse portefeuille. Om inhoud te geven aan de Quality-stijl is de S&P500 minimum volatility geselecteerd om de rendement/risico-verhouding van de portefeuille te verbeteren. Tevens zijn de twee actieve Japan managers verkocht en verruild voor een indextracker. Dit is gedaan om de beleggingskosten te verlagen en te profiteren van de verwachte koersstijgingen in Japan. In
de regio Opkomende landen is Harding Loevner toegevoegd aan de portefeuille. Deze manager selecteert ondernemingen met een strategische concurrentiepositie in emerging en frontier markets. Deze investering ging vooral ten koste van Skagen Kon-Tiki. O&E Global Equity Strategy heeft in het jaar 2014 belegd in niet-dividenduitkerende fondsen. Met ingang van 2015 wordt de Amerikaanse dollar niet meer voor 50% afgedekt en is de benchmark overeenkomstig aangepast. Vanwege de verandering van het valutabeleid is de Amerikaanse indextracker met valutahedge eind december verkocht.
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2014– 31/12/2014) steeg de intrinsieke waarde van de Global Equity Strategy van €117,63 naar €133,01 per participatie op jaarultimo, waarmee het beleggingsresultaat uitkwam op +13,1%. De performance van de benchmark (MSCI AC World Net Total Return USD-50% hedged) bedroeg over deze periode +14,8%. Het verschil kan verklaard worden door een tijdelijk onderweging van de regio Amerika en een moeilijk tweede halfjaar voor de managers Franklin European Growth en Skagen Kon-Tiki. De nieuwe managers JPMorgan en Harding Loevner leverden direct een positieve bijdrage, evenals de tracker op de S&P500 minimum volatility stijlindex.
Vooruitzichten Voor 2015 verwachten we een conjuncturele opleving van de wereldeconomie met meer groei in Amerika, Europa en Japan. Tegenlijkertijd verwachten we voor de olieproducerende landen een moeilijk jaar door lagere olieopbrengsten en de appreciatie van de Amerikaanse dollar. De centrale banken van Europa en Japan zetten hun buitengewone stimulerende monetaire beleid voort om hun valuta te verzwakken, terwijl de Amerikaanse centrale bank dichterbij het punt komt haar beleidsrente voor het eerst weer te verhogen. De historisch lage kapitaalmarktrentes maken de aandelenmarkten wel aantrekkelijker voor beleggers, al zullen de eerder aangegeven divergenties en toenemende geopolitieke spanningen van tijd tot tijd ook leiden tot onrust op de aandelenmarkten. De huidige omgeving van aantrekkende groei en ruim monetair beleid is een gunstige uitgangssituatie voor de aandelenmarkten. Voor Nederlandse beleggers is internationaal beleggen interessanter geworden vanwege de beoogde verzwakking van de euro, waardoor naast het aandelenrendement op termijn een positief valuta-effect kan worden behaald.
15
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds 15
3.4.4 O&E HEDGE FUND STRATEGY Doelstelling en beleggingsprofiel Het doel van de Hedge Fund Strategy is om via belegging in een breed scala aan hedge fund strategieën een investering te bieden die een lage correlatie heeft met andere vermogenscategorieën. De Strategy heeft een streefrendement op de middellange termijn van Euribor plus 2-4% bij een beperkt risico. De portefeuille is opgebouwd uit hedge funds met een beleggingsfilosofie die aansluit bij de doelstelling van de Strategy en met sterk risicomanagement. De toegevoegde waarde van de Beheerder bestaat uit het selecteren en combineren van de hedge fund strategieën en het voeren van tactisch beleid.
Beleggingsbeleid De focus ligt op strategieën die hun rendement grotendeels behalen uit andere risicofactoren dan regulier aandelen-, rente- of kredietrisico. Macro strategieën spelen hierbij een belangrijke rol omdat deze over de cyclus de minste correlatie vertonen met aandelenmarkten. Systematische macrostrategie hebben bovendien een negatieve correlatie met aandelen in crisisperiodes wat impliceert dat ze een positief rendement behalen in periodes dat aandelenmarken zware verliezen lijden. SSgA Global Multi-Strategy heeft een grote positie in systematische macro strategieën. Begin 2014 hebben wij een positie in dit fonds opgebouwd om bescherming te bieden in periodes van crisis. Dit is extra relevant omdat obligaties op de huidige lage renteniveaus veel minder compensatie bieden voor verliezen op aandelen dan in het verleden het geval is geweest. Daarnaast hebben wij Kempen OIP opgenomen, een fundamentele manager met een duidelijke filosofie en een zeer heldere en transparante werkwijze.
Beleggingsresultaat Na het sterke jaar 2013 was 2014 een moeilijker jaar voor hedge fund strategieën. In 2014 steeg de intrinsieke waarde per participatie van de Strategy van €107,29 naar €109,33. Het beleggingsresultaat bedroeg 1,90%. De performance van de benchmark bedroeg over deze Rendement strategieën in 2014 in €
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
periode 3,35%. Vooral aandelengerelateerde strategieën hadden moeite met de sterke stijlrotatie op aandelenmarkten en de underperformance van smallcaps. In oktober sneden event driven managers zich bovendien aan het afketsen van enkele overnames en een negatieve uitspraak in de rechtzaak rond Amerikaanse hypotheekbedrijven. Hedge funds profiteerden ook niet direct van de sterke appreciatie van de dollar (+13,9%) en andere valuta omdat valutarisico wordt afgedekt. Macrostrategieën presteerden sterk in de 2e helft van het jaar dankzij fundamentele trends veroorzaakt door toenemende divergentie in groei en monetair beleid tussen de grote economische blokken. Het nieuwe SSgA fonds rendeerde mede hierdoor 5,9%. Teleurstellend was SSARIS Multi-Manager Absolute Return (-0,1%), dat verliezen leed op event driven strategieën en op hedges in de long/short credit portefeuille, gericht op bescherming tegen stijgende premies voor kredietrisico. Deze hedges begonnen zich in november en december uit te betalen maar dit was onvoldoende om het jaar positief af te sluiten. Het fondsvermogen van de Hedge Fund Strategy bedroeg per eind december 2014 €24,6 mln.
Vooruitzichten De toenemende divergentie op vlak van onder meer groei, monetair beleid en de impact van de daling van de olieprijs biedt volop kansen voor actief management. De geleidelijke normalisatie van monetair beleid in Amerika is een belangrijke factor hierin en zorgt ervoor dat markten steeds meer worden gedreven door economische fundamenten in plaats van door beleidsmakers. De recente sterke performance van macrostrategieën is bemoedigend in dit kader. De sterk opgelopen waardering van nagenoeg alle markten zorgt, in combinatie met lage groei en hoge schulden, voor een gevaarlijke mix. Onze managers zullen daarom blijven inzetten op het genereren van rendement uit andere bronnen dan de blootstelling aan de richting van aandelen- en obligatiemarkten. Rendement managers in 2014 in €
16 16
3.4.5 O&E FIXED INCOME STRATEGY I (geëindigd per 28 mei 2014) Doelstelling en beleggingsprofiel De doelstelling van de O&E Fixed Income Strategy I was vermogensgroei op de langere termijn (5 tot 7 jaar), waarbij werd nagestreefd een hoger resultaat te behalen dan op Nederlandse staatsobligaties. Hiertoe werd door de Strategy voornamelijk in obligaties belegd, in Euro die zijn uitgegeven door overheden van lidstaten van de Europese Economische Ruimte. Als benchmark geldt de EFFAS Bond Index Netherlands Govt All >1 Yr TR. Dit verslag betreft de periode 01/01/2014 – 28/05/2014. Per 28 mei 2014 vond een herstructurering plaats, waarbij de O&E Fixed Income Strategy I is geëindigd (zie voor nadere toelichting paragraaf 1.4 Toelichting op de jaarrekening. De Strategy bestond uit twee subfondsen die afzonderlijk in Serie A en B werden geadministreerd. Het beleggingsbeleid is voor beide Series hetzelfde, het belangrijkste verschil is dat voor Serie A geen beheerfee verschuldigd is, wat leidt tot verschillende NAV’s en netto resultaten voor serie A en B.
Beleggingsbeleid Gedurende de verslagperiode (01/01/2014 – 28/05/2014) bleef de relatief lage rentegevoeligheid van de portefeuille gehandhaafd met een duration van rond de 3 jaar. Bij de huidige, in historisch perspectief zeer lage renteniveaus, is het renterisico naar onze mening sterk asymmetrisch. Door de lage rentegevoeligheid is de portefeuille minder kwetsbaar voor koersdalingen als gevolg van de verwachte rentestijging. Keerzijde hiervan
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
is dat de portefeuille minder profiteert van koersstijgingen bij een verdere rentedaling. Rond deze strategisch lage rentegevoeligheid is tevens een tactisch duration beleid gevoerd om in te spelen op de kortere termijn rentebewegingen. De verlaging van de rentegevoeligheid (door afdekking van het renterisico middels verkoop van obligatiefutures) heeft negatief bijgedragen aan het resultaat door de flinke daling van de kapitaalmarktrente. In de landenverdeling werd naast een kern van staatsobligaties uit de sterke eurozone landen (Duitsland, Nederland en Finland) tevens belegd in perifere staatsobligaties. Hierbinnen werd in april het belang in Ierland verlaagd ten gunste van Spanje. Tevens was een deel van de staatsobligatieportefeuille belegd in Duitse inflation linked bonds (ILB’s).
Beleggingsresultaat Over de verslagperiode (01/01/2014 – 28/05/2014) steeg de intrinsieke waarde per participatie van de O&E Fixed Income Strategy I van €109,37 naar €112,00 voor serie A en van €108,55 naar €110,93 voor serie B. Hiermee kwam het beleggingsresultaat uit op +2,40% (serie A) en +2,19% (serie B). De performance van de benchmark van Nederlandse staatsobligaties bedroeg over deze periode +4,86%. De performance bleef achter bij de benchmark door de lagere rentegevoeligheid (duration), waardoor minder werd geprofiteerd van de sterke rentedaling. Het fondsvermogen van de O&E Fixed Income Strategy I (totaal serie A en B) bedroeg per 28 mei 2014 €74,9 mln.
17
17
3.5 In Control Statement Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor Beleggingsinstelling O&E Paraplufonds te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het BGfo, die voldoet aan de eisen van het BGfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2014 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd.
Amsterdam, 20 mei 2015
De Beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
18
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
18
4 JAARCIJFERS 2014 O&E PARAPLUFONDS
1
O&E PARAPLUFONDS
1 januari – 31 december 2014 (in euro)
19
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
19
O&E PARAPLUFONDS 1.1 Balans per 31 december 2014 voor resultaatbestemming
noot
2014
2013
31 december
31 december
EUR
EUR
62.788.028 116.968.976 145.603.690 22.664.068 -
70.552.576 81.192.935 132.750.327 24.821.484 76.235.622 7.143.315
1
348.024.762
392.696.259
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen
2
42.031.883 1.024.353 43.056.236
548.112 996.809 1.544.921
Immateriële vaste activa
3
46.298
72.812
Geldmiddelen
4
2.452.783
4.083.692
393.580.079
398.397.684
324.871.667 46.298 1.142.981 25.551.584 351.612.530
386.802.309 72.812 9.720.284 396.595.405
38.179.748 3.247.078 540.723 41.967.549
1.405.771 396.508 1.802.279
393.580.079
398.397.684
ACTIVA Beleggingen O&E Fixed Income Strategy *) O&E Fixed Income Strategy Multi Asset *) O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I O&E Commodity Strategy
Totaal activa NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Herwaarderingsreserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa
5
Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Schulden Overige passiva
6 7 8
Totaal netto-activa en passiva *)
Per 31 mei 2014 zijn de namen van de Strategies gewijzigd: - O&E Fixed Income Strategy heette voorheen O&E Fixed Income Strategy II - O&E Fixed Income Strategy Multi asset heette voorheen O&E Fixed Income Strategy III.
20
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
20
O&E PARAPLUFONDS 1.2
Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 noot
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
9
2.307.986
1.953.001
10 10
18.563.354 7.242.301 28.113.641
2.644.731 6.091.093 10.688.825
Overig resultaat
11
143.512
53.313
28.257.153
10.742.138
435.266 26.514 223.323 278.242 963.345
478.151 27.098 152.901 363.704 1.021.854
27.293.808
9.720.284
Totaal opbrengsten Lasten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Som der lasten
Beleggingsresultaat
12 3 13
21
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
21
1.3
Kasstroomoverzicht per 31 december 2014 noot
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Beleggingsresultaat Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Afschrijving immateriële vaste activa Mutatie vorderingen Mutatie passiva Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij uitgifte participaties Betaald bij inkoop participaties
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
27.293.808
9.720.284
1, 10 1, 10 1 1 3 2 6,7,8
(18.563.354) (7.242.301) (223.727.321) 294.204.473 26.514 (41.511.315) 40.165.270 70.645.774
(1.146.584) (6.091.093) (315.791.905) 186.612.401 27.098 3.787.038 (429.131) (123.311.892)
5 5
46.509.142 (118.785.825) (72.276.683)
227.642.872 (104.510.587) 123.132.285
(1.630.909)
(179.607)
Netto kasstroom Geldmiddelen begin verslagperiode
4
4.083.692
4.263.299
Geldmiddelen einde verslagperiode
4
2.452.783
4.083.692
22
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
22
O&E PARAPLUFONDS 1.4 Toelichting op de jaarrekening 2014 1.4.1 Algemeen Oyens & Van Eeghen te Amsterdam heeft voor haar vermogensbeheer propositie gekozen voor een paraplufonds-structuur, waarin cliënten kunnen participeren. Het O&E Paraplufonds (“Fonds”) is voor onbepaalde tijd opgericht op 5 april 2012 en is gevestigd te Amsterdam. De Beheerder van het Fonds is Oyens & van Eeghen Beheer B.V. een 100% dochter van Oyens & van Eeghen. De Beheerder beschikt vanaf 6 juli 2012 over een vergunning als vereist uit hoofde van artikel 2:65 van de Wft. Het Fonds en de Strategies vallen onder de werking van deze vergunning. Vanwege deze structuur kunnen cliënten gebruik maken van kostenefficiëntie door pooling van o.a. oprichtingskosten, bewaarloon, transactie- en administratiekosten. Vanaf 22 juli 2014 fungeert BNY Mellon als Bewaarder, zoals is bedoeld in de AIFMD. Het Fonds bestaat uit de volgende Strategies: O&E Fixed Income Strategy (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy II) O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (tot 28 mei 2014 genaamd: O&E Fixed Income Strategy III) O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I (geëindigd per 28 mei 2014) O&E Commodity Strategy (geëindigd per 22 januari 2014) Per 28 mei 2014 vond een herstructurering plaats, waarbij de O&E Fixed Income Strategy I is geëindigd. In de herstructurering is O&E Fixed Income Strategy I serie A toegevoegd aan de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset (voorheen O&E Fixed Income Strategy III). Tegelijkertijd is de O&E Fixed Income Strategy I serie B toegevoegd aan de O&E Fixed Income Strategy (voorheen O&E Fixed Income Strategy II). Herstructurering heeft zoveel als mogelijk plaatsgevonden door middel van overboeken in natura en heeft als volgt plaatsgevonden. Fixed Income Strategy I per 28 mei 2014
ACTIVA Beleggingen
Van: Fixed Income Strategy I serie A
Van: Fixed Income Strategy I serie B
Naar: Fixed Income Strategy Multi Asset
Naar: Fixed Income Strategy
Totaal
28 mei 2014
28 mei 2014
28 mei 2014
EUR
EUR
EUR
48.866.811
24.362.446
73.229.257
963.830
480.296
1.444.126
10.419
4.655
15.074
190.032
94.697
284.729
50.031.093
24.942.093
74.973.186
50.012.253
24.922.089
74.934.342
18.840
20.004
38.844
50.031.093
24.942.093
74.973.186
noot 1
Vorderingen Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa Netto-activa
5
Passiva Totaal netto-activa en passiva
23
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
23
Presentatie van het Fonds en Strategies De in de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerde cijfers vertegenwoordigen de gegevens van het Fonds als geheel. In de toelichting van het Fonds zijn de balans, winst- en verliesrekening en bijbehorende toelichting van de Strategies separaat opgenomen Presentatiewijziging Met ingang van boekjaar 2014 wordt de algemene reserve verantwoord onder het Participantenvermogen, deze wordt niet meer separaat weergegeven. De vergelijkende cijfers over het boekjaar 2013 zijn overeenkomstig aangepast. De algemene reserve per 31 december 2013 bedroeg EUR 11.107.461. Stelselwijziging Op 22 december 2014 is de nieuwe Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 615 van kracht geworden voor verslagjaren startend op of na 1 januari 2014. De wijzigingen naar aanleiding hiervan zijn in het financieel verslag van het Fonds verwerkt. Deze wijzigingen hebben geen impact gehad op het beleggingsresultaat noch de netto-activa van het Fonds. Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de indirecte methode gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggings- en financieringsactiviteiten. Onder geldmiddelen zijn posten begrepen die ter vrije beschikking staan aan de beleggingsinstelling voor beleggingen, onder voorbehoud van eventuele opgenomen margeverplichtingen. Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van het fonds en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
1.4.2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving, alsmede de bepalingen in de Wft (inclusief BGfo). De jaarcijfers zijn opgesteld in euro, zijnde de functionele en presentatievaluta van de beleggingsinstelling. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
24
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
24
Schattingen en veronderstellingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt, zodat terzake schattingen worden gemaakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarcijfers opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Verwerking van activa, verplichtingen, baten en/of lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de beleggingsinstelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Vreemde valuta De posten in de jaarrekening worden gewaardeerd met inachtneming van de valuta van de economische omgeving waarin het Fonds voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. Beleggingen Algemeen De beleggingen (long en short posities) zijn opgenomen tegen reële waarde. Waardeveranderingen ten opzichte van het voorgaande boekjaar, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, worden direct in de winsten verliesrekening verwerkt. Voor waardeveranderingen van beleggingen waarvoor geen frequente marktnotering bestaat, worden mutaties opgenomen in de herwaarderingsreserve. Aandelen Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). De marktwaarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat de beleggingsinstelling heeft in het eigen vermogen van het niet-beursgenoteerde aandeel per balansdatum (intrinsieke waarde of quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde).
25
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
25
Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum (slotkoers van de laatste beursdag van de verslaggevingsperiode). Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, vergelijkbare derivaten met dezelfde kenmerken waarvoor wel een marktnotering bestaat of wordt de marktwaarde ontleend aan informatie verkregen van gezaghebbende brokers/instituten. De waardeveranderingen worden direct in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Er vindt geen hedge accounting plaats. De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichting en vorderingen per tegenpartij. Indien een derivatenpositie negatief is, wordt het bedrag onder de schulden verantwoord. Overige beleggingen Overige beleggingen zijn gewaardeerd tegen de marktwaarde. Effecten met een beursnotering worden in beginsel gewaardeerd tegen de slotkoers van de laatste beursdag van de verslagperiode. Alle overige beleggingen worden gewaardeerd tegen een benaderde marktwaarde. Daar waar sprake is van een benaderde marktwaarde baseert de beheerder zich bij de waardering op de intrinsieke waarde of op quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodellen van Administrateur of Bewaarder, indien van toepassing. Bijzondere waardeverminderingen van beleggingen Het Fonds beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een belegging aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-en-verliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa (geactiveerde oprichtingskosten) zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met een lineaire afschrijving van 20% per jaar. Het Fonds beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat er voor de immateriële vaste activa sprake is van een bijzondere waardevermindering. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de 26
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
26
bedrijfswaarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-enverliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. Geldmiddelen Onder de geldmiddelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Geldmiddelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de passiva onder de schulden. Geldmiddelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Netto-activa De netto-activa (ofwel: het fondsvermogen) worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorzieningen en achtergestelde schulden, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. De wettelijke reserve die de beleggingsinstelling conform artikel 2:389 en artikel 2:390 BW vormt, blijken op grond van artikel 2:373 lid 1 BW afzonderlijk uit de balans. Het Fonds kan Participaties inkopen en uitgeven. Het Fonds is verplicht om op verzoek op iedere transactiedag van een Strategy Participaties in die Strategy uit te geven of in te kopen tegen de NAV daarvan op die transactiedag, plus een opslag (ingeval van uitgifte) of minus een afslag (ingeval van inkoop), tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Wettelijke reserve Er is een wettelijke reserve gevormd voor de geactiveerde oprichtingskosten, welke in 2012 zijn verdeeld naar rato van de respectievelijke fondsvermogens. Vrijval van deze wettelijke reserve geschiedt naarmate de geactiveerde kosten worden afgeschreven of afgewaardeerd en op dezelfde wijze als de vorming ervan heeft plaatsgevonden. Herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve betreft een wettelijke reserve. Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden via de winst- en verliesrekening verantwoord. Voor ongerealiseerde waardevermeerderingen, voor zover de reële waarde hoger is dan de historische kostprijs, wordt voor het verschil tussen de reële waarde en de historische kostprijs een herwaarderingsreserve gevormd indien er voor deze instrumenten geen frequente marktnoteringen bestaan. De mutatie wordt ten laste of ten gunste van het participantenvermogen gebracht. De herwaarderingsreserve wordt gevormd per individueel actief en bestaat uit waardeveranderingen van beleggingen met een reële waarde hoger dan de historische kostprijs. Crediteuren De crediteuren worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het te betalen bedrag inclusief transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde. Schulden De schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is meestal de nominale waarde. Overige passiva De overige passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Daarna worden deze gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Dit is meestal de nominale waarde. 27
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
27
1.4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De in de winst- en verliesrekening opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Het beleggingsresultaat wordt bepaald als het verschil tussen de totale opbrengsten en de totale kosten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al gerealiseerd worden zodra zij voorzienbaar zijn. Direct resultaat uit beleggingen Direct resultaat uit beleggingen bestaat uit de aan de verslagperiode toe te rekenen opbrengsten uit beleggingen (zoals dividenden en ontvangen interest) en overige resultaatscomponenten zoals ongerealiseerde interest op obligaties. Indirect resultaat uit beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengsten (inclusief verkoopkosten) de historische kostprijs in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde per einde boekjaar de balanswaarde aan het begin van het boekjaar in mindering te brengen. Bij verkoop worden de in de voorafgaande boekjaren geboekte ongerealiseerde waardeveranderingen teruggeboekt. De transactiekosten van beleggingen vormen derhalve onderdeel van de (on)gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Transactiekosten kunnen bestaan uit broker commissies, spreads tussen bied- en laatprijzen, belastingen en dergelijke. De transactiekosten worden ten laste van het resultaat van de betreffende Strategy gebracht. De totale transactiekosten kunnen niet bij voorbaat nauwkeurig worden vastgesteld. De totale transactiekosten worden mede bepaald door het gevoerde beleggingsbeleid in enig jaar en het best execution beleid van Oyens & Van Eeghen. In de jaarrekening zullen de totale transactiekosten, voorzover deze herkenbaar zijn, apart worden weergegeven. Overig resultaat Onder overig resultaat wordt verantwoord ontvangen toe- en uittredingsprovisies, ontvangen retrocessies, interest baten op banksaldi en overige opbrengsten. Beheerkosten Onder de beheerkosten wordt verstaan de kosten gemoeid met het beheer van één van de Strategies, zijnde O&E Fixed Income Strategy (tot en met 28 mei 2014 eveneens O&E Fixed Income Strategy I B). Voor de overige Strategies van het Fonds ontvangt de beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. Bewaarkosten Onder de bewaarkosten zijn de kosten verantwoord die aan de Bewaarder en Bewaarneming van het Fonds en haar Strategies verschuldigd zijn. Afschrijving immateriële vaste activa Immateriële vaste activa wordt vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige levensduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. De afschrijvingsperiode van oprichtingskosten is 5 jaar.
28
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
28
Overige kosten Onder de overige kosten wordt verstaan de kosten gemoeid met de administratie en de bewaring van de beleggingen, de accountant, het toezicht en overige kosten van de beleggingsinstelling.
1.4.4 Risicobeheer en financiële instrumenten Algemeen Aan het beleggen in een Strategy zijn (financiële) risico’s verbonden. Hierna worden risicofactoren vermeld die voor beleggers van betekenis en relevant kunnen zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid dat die risico’s zich zullen voordoen. Deze opsomming is niet uitputtend. Aangezien elke Strategy een eigen beleggingsbeleid voert, verschillen deze risico’s per Strategy en combinatie van Strategies. In ieder Strategy-prospectus worden de risico’s die specifiek zijn voor de betreffende Strategy vermeld, met verwijzing naar onderstaande beschrijvingen. Er worden geen garanties gegeven dat de diverse beleggingsdoelstellingen zullen worden gerealiseerd. De waarde van de beleggingen van een Strategy kan zowel stijgen als dalen. Als gevolg daarvan kan een Participant mogelijk minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd of deze inleg zelfs geheel verliezen. Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de Beheerder. Met name wordt daarbij gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrichtlijnen begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals futures, forwards en opties en swaps. De belangrijkste risico’s die bij het Fonds kunnen worden onderkend, zijn de volgende: Rendementsrisico Het rendement van de belegging in Participaties over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment staat pas vast op het verkoopmoment van die belegging. Er bestaat geen enkele garantie dat de beleggingsdoelstelling zal worden behaald en er wordt geen rendement gegarandeerd. De waarde van Participaties is onder andere afhankelijk van de beleggingscategorieën en de financiële instrumenten waarin de Strategy belegt en van de keuzes die worden gemaakt bij de uitvoering van het beleggingsbeleid. Omdat iedere Strategy een ander beleggingsbeleid heeft, zal het rendementsrisico voor iedere Strategy anders zijn. Het rendementsrisico is het gevolg van waardeschommelingen van de beleggingen en/of fluctuaties van de directe opbrengsten van de beleggingen (voornamelijk dividenden, rente). De waarde van de beleggingen beweegt met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Alle financiële instrumenten staan bloot aan het risico van koersschommelingen. Die kunnen het gevolg zijn van: algemene risicofactoren (marktrisico); specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging (specifieke risico’s). De gevolgen van het marktrisico zijn in veel gevallen van grotere invloed op de waardeontwikkeling van gespreide beleggingsportefeuilles dan de gevolgen van specifieke risico’s. Zowel marktrisico als specifieke risico’s nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen (concentratie) tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen.
29
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
29
Marktrisico Onder marktrisico wordt verstaan het risico dat een belegging in waarde daalt of stijgt, niet vanwege specifieke omstandigheden betreffende die belegging, maar doordat de markt waarin wordt belegd als geheel beweegt. Bij een positief sentiment op de beurs voor aandelen zullen de koersen van aandelen stijgen en bij een negatieve stemming zullen ze dalen. Dit sentiment kan door diverse factoren beïnvloed worden zoals het vertrouwen van consumenten in de economie, dreigende veranderingen van de rente, etc. Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging en deelmarkt binnen een bepaalde categorie. Binnen de categorie aandelen verschillen de marktrisico’s per sector (sectorrisico) en per land (landenrisico). Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheidsobligaties versus bedrijfsobligaties). Specifieke risico’s en overige risico’s Specifieke risico’s hebben betrekking op de risico’s dat de ontwikkeling van de koers van een geselecteerde individuele belegging in werkelijkheid in negatieve zin afwijkt van hetgeen ten tijde van de aankoop van de belegging is ingeschat. Dit risico houdt verband met de mate van effectiviteit van effectenresearch, de daarop gebaseerde analyses en met het tijdig nemen en uitvoeren van beleggingsbeslissingen. De specifieke risico’s nemen toe naarmate de beleggingen minder zijn gespreid. Overige risico’s hebben betrekking op risico’s die voortvloeien uit buiten het Fonds gelegen factoren, zoals onder meer wijziging van wetgeving.
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. Voor de kredietwaardigheid is de door beleggers gemaakte inschatting van de kans op tijdige voldoening van rente-en aflossingsverplichtingen door de debiteur bepalend. De inschatting wordt niet alleen beïnvloed door factoren die gelden voor een bepaald bedrijf, maar ook door factoren die meer specifiek op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle bedrijven in die sector. Renterisico en inflatierisico Het renterisico betreft het risico als gevolg van veranderingen in de kapitaalmarktrente. Met name wanneer een Strategy belegt in vastrentende waarden is de waarde van de onderliggende financiële instrumenten sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de rente op de financiële markten. De ontwikkelingen in de renteniveaus zijn afhankelijk van de algemene markt- en economische omstandigheden. Bij een stijgende rente zal de koers van vastrentende waarden dalen en andersom. Een veel gebruikte maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden is de duration. Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten). In geval van inflatie zijn de nominale beleggingsopbrengsten van beleggingen in vastrentende waarden hoger dan de beleggingsopbrengsten na aftrek van het effect van inflatie, de zogenoemde reële beleggingsopbrengsten. In de koers van vastrentende waarden is in beginsel met een verwachte ontwikkeling van het inflatietempo rekening 30
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
30
gehouden. Het inflatierisico bij beleggingen in vastrentende waarden houdt dan in dat desbetreffende beleggingsopbrengsten onvoldoende zijn voor compensatie van de werkelijke inflatie. Valutarisico De waarde van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet beleggingen in euro betreft. Bovenop het marktrisico komt dan het risico dat met betrekking tot de valuta wordt gewonnen of verloren. De waarde van een valuta kan zodanig dalen ten opzichte van de euro dat een positief beleggingsresultaat (meer dan) teniet wordt gedaan. Risico’s verbonden aan het beleggen in andere beleggingsinstellingen Indien en voorzover het beleggingsbeleid dit toestaat, kan een Strategy haar vermogen beleggen in andere beleggingsinstellingen. In dat geval is een Strategy dan ook afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicoprofiel van deze andere beleggingsinstellingen. Een Strategy heeft hierop in beginsel geen invloed. Een Strategy wordt daarmee mede afhankelijk van het risicoprofiel van deze beleggingsinstellingen. Tevens kunnen risico’s aan de orde zijn die betrekking hebben op de waardebepaling, de opschorting, beëindiging en eventueel de beschikbaarheid van deze beleggingen. Sommige beleggingsinstellingen: kunnen ook (gedeeltelijk) beleggen met geleend geld (“leverage”). Daardoor kunnen grotere winsten maar ook grotere verliezen ontstaan dan wanneer niet wordt belegd met geleend geld (het zogenaamde “hefboomeffect”); hebben de vrijheid om “short” te gaan. Ingeval van een short transactie worden effecten verkocht die de verkoper niet bezit. Om de verkochte effecten te kunnen leveren leent de verkoper de aandelen van een derde. Een short positie wordt gesloten door zoveel effecten in de markt te kopen als nodig is om eenzelfde aantal effecten als geleend terug te leveren aan de uitlener. Daarbij kunnen, ingeval van koersstijgingen verliezen worden geleden; maken gebruik van opties of andere, al dan niet beursgenoteerde, derivaten. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de betreffende Strategy. Deze technieken worden aangewend ter bescherming van het onderliggende vermogen en/of het genereren van extra inkomsten. Onder bepaalde marktomstandigheden kan toepassing daarvan echter leiden tot substantiële verliezen. Dit kan negatieve gevolgen hebben op de waarde van een Strategy; kunnen beleggingen uitlenen (“securities lending”). Daarbij bestaat het risico dat de inlener van de effecten zijn verplichting tot (tijdige) teruglevering van die aandelen niet nakomt. Systeemrisico Gebeurtenissen in de wereld of activiteiten van één of meer grote partijen in de financiële markten kunnen leiden tot een verstoring van het normale functioneren van die financiële markten. Hierdoor zouden grote verliezen kunnen ontstaan ten gevolge van door die verstoring verwezenlijkte liquiditeitsen tegenpartijrisico’s.
31
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
31
Concentratierisico Een Strategy kan zijn beleggingen concentreren in ondernemingen die opereren in hetzelfde land, dezelfde regio, sector of in dezelfde markt of concentreren in een bepaalde onderneming. Als gevolg hiervan is de spreiding van de beleggingsportefeuille van de betreffende Strategy beperkt. De concentratie van de portefeuille kan het gevolg zijn van het gevoerde beleggingsbeleid. Voorts kan een concentratierisico zijn veroorzaakt door de omvang en samenstelling van het voor belegging beschikbare beleggingsuniversum. Een kleiner beleggingsuniversum leidt tot geringere spreidingsmogelijkheden dan een groter universum. Het concentratierisico houdt dan in dat bepaalde gebeurtenissen die deze onderneming(en) raken van grotere invloed zijn op de waarde van de beleggingsportefeuille van de Strategy dan indien de mate van concentratie geringer is. Verder kan een Strategy er voor kiezen om te beleggen in een beperkt aantal beleggingsinstellingen, hetgeen ook een concentratierisico in zich bergt. Derivatenrisico Een Strategy zal gebruik kunnen maken van derivaten, ter beperking van risico’s of voor een efficiënt portefeuillebeheer. Deze producten kunnen zich volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van de Strategy. Verhandelbaarheidsrisico Onder bijzondere omstandigheden zal een Strategy voor korte of langere tijd geen Participaties kunnen uitgeven of inkopen. Oorzaken hiervan kunnen onder meer zijn het disfunctioneren van één of meer markten in financiële instrumenten, waaraan de beleggingen van de Strategy zijn genoteerd of opschorting van uitgifte of inkoop van deelnemingsrechten door een beleggingsinstelling waarin de Strategy belegt. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een door een Strategy ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit (onvoldoende vraag) in de markt. Sommige beleggingen, zoals deelnemingsrechten in hedge funds, kunnen niet altijd tijdig tegen een redelijke prijs worden verhandeld. Gebrek aan liquiditeit kan leiden tot het limiteren of opschorten van de uitgifte en inkoop van Participaties. Tegenpartijrisico Een uitgevende instelling of een andere tegenpartij kan in gebreke blijven. Bij aan- en verkooptransacties met betrekking tot financiële instrumenten zullen over het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Voorts is er tegenpartijrisico bij valutatransacties. Deze risico’s worden beperkt door selectie van tegenpartijen met voldoende kredietwaardigheid. Het tijdelijk aantrekken van vreemd vermogen onder de in het Prospectus bepaalde omstandigheden tot maximaal 25% van de NAV van de Strategy kan leiden tot tegenpartijrisico. Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van een Strategy zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van investeringen van een Strategy beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Participanten. 32
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
32
Waarderingsrisico Er is een risico dat onderliggende posities op enig moment moeilijk te waarderen zullen zijn. De Beheerder kan bij bepaalde posities afhankelijk zijn van derden aangaande de informatie met betrekking tot de waarde van de posities. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt (‘settlement risk’). Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder of een financiële instelling waar de Bewaarder een effectenrekening aanhoudt bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa.
33
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
33
1.4.5 Toelichting op de balans per 31 december 2014 1)
Beleggingen
De specificatie van de beleggingen van de Strategies per 31 december 2014 zijn onder de respectievelijke toelichtingen van de afzonderlijke Strategies opgenomen. Het verloop van de beleggingen van het Fonds is als volgt: Boekwaarde 1 jan. 2014
Reallocatie Strategies
Aankopen
Verkopen
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
O&E Fixed Income Strategy 70.552.576 O&E Fixed Income Strategy Multi Asset 81.192.935 O&E Global Equity Strategy 132.750.327 O&E Hedge Fund Strategy 24.821.484 O&E Fixed Income Strategy I (t/m 28 mei 2014) 76.235.622 O&E Commodity Strategy (t/m 20 jan. 2014) 7.143.315
24.362.446 48.866.811 (73.229.257) -
30.931.397 59.015.868 104.787.926 9.791.656 19.200.474 -
(65.647.767) (76.710.633) (109.190.373) (12.429.503) (23.103.053) (7.123.144)
2.637.505 1.521.366 15.438.984 527.519 (847.752) (714.268)
(48.129) 3.082.629 1.816.826 (47.088) 1.743.966 694.097
62.788.028 116.968.976 145.603.690 22.664.068 -
223.727.321
(294.204.473)
18.563.354
7.242.301
348.024.762
392.696.259
-
Waardeveranderingen Gereal. Ongereal.
Boekwaarde 31 dec. 2014
In dit verloopoverzicht zijn ook de posities in futures meegenomen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar hetgeen vermeld staat onder de geldmiddelen. De aan- en verkoopkosten zijn in de aankopen en verkopen van de beleggingen begrepen. De Beheerder voert alle aan- en verkoopopdrachten ten behoeve van het Fonds uit. Hierbij hanteert hij dezelfde marktconforme voorwaarden die, gegeven de gewenste graad van kwaliteit van dienstverlening, zijn overeengekomen met vergelijkbare cliënten voor dezelfde soort diensten. EUR 155.921.228 van de totale beleggingen van de Strategies ad EUR 348.024.762 zijn beursgenoteerd. Een nadere specificatie van de stand per 31 december 2014 is als volgt:
O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
Beursgenoteerd
Niet beursgenoteerd, met frequente marktnotering
Niet beursgenoteerd, zonder frequente marktnotering
Niet beursNiet beursgenoteerd, genoteerd, zonder Beurs- met frequente frequente Totale genoteerd marktnotering marktnotering portefeuille
Totale portefeuille
in EUR
in EUR
in EUR
in EUR
in%
in%
in%
in%
18.389.476 52.428.040 85.103.712 155.921.228
44.398.552 64.540.936 60.499.978 3.893.650,21 173.333.116
18.770.418 18.770.418
62.788.028 116.968.976 145.603.690 22.664.068 348.024.762
29% 45% 58% 0% 45%
71% 55% 42% 17% 50%
0% 0% 0% 83% 5%
100% 100% 100% 100% 100%
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de Strategies kan veelal gebruik worden gemaakt van marktnoteringen of intrinsieke waarde, met uitzondering van de situatie waarbij gebruik wordt gemaakt van quotes van minimaal één, maar waar mogelijk meerdere brokers in samenhang met waarderingsmodel van bijvoorbeeld Administrateur of Bewaarder voor benaderde marktwaarde. Opgemerkt wordt dat schattingen, indien van toepassing, naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
34
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
34
Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). Mededelingen gerenommeerde derde partijen: banken, brokers, bewaarders, etc. (transactieprijzen). 2) Overige vorderingen Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De samenstelling van deze post is als volgt: 2014 2013
Couponrente Valutatermijncontract Overige vorderingen
31 december
31 december
EUR
EUR
996.737 27.617 -
994.677 2.132
1.024.354
996.809
De specificatie van de forwards (valutatermijncontracten) luidt als volgt:
Valutasoort
JPY USD
3)
Transactie
verkoop aankoop
hoofdsom in
hoofdsom in
Datum settlement
vreemde valuta
in EUR
8 januari 2015 2 januari 2015
489.919.393 (17.920.246)
3.376.885 (14.809.508)
Marktwaarde Te vorderen per 31-12-2014 per 31-12-2014 (in balans) in EUR in EUR 3.366.428 (14.771.434)
(10.457) 38.074 27.617
Immateriële vaste activa
Geactiveerde oprichtingskosten Onder de immateriële vaste activa zijn de geactiveerde oprichtingskosten verantwoord. Het verloop gedurende de verslagperiode is als volgt: 2014 2013 31 december EUR
31 december EUR
Stand 1 januari Afschrijvingen verslagperiode
72.812 (26.514)
99.909 (27.097)
Stand 31 december
46.298
72.812
De aanschafwaarde van de geactiveerde oprichtingskosten per 1 januari 2014 bedroeg EUR 127.243 respectievelijk EUR 124.643. Verschil van €2.600 is de afgeboekte aanschafwaarde van oprichtingskosten dat is verantwoord onder O&E Commodity Strategy begin 2014. Ter hoogte van de geactiveerde oprichtingskosten is een wettelijke reserve gevormd (note 5 Netto-activa). 35
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
35
4) Geldmiddelen De post geldmiddelen is als volgt samengesteld:
The Bank of New York Mellon N.V. Valbury (future) account - net liquidation value KAS BANK N.V.
2014
2013
31 december
31 december
EUR
EUR
2.319.862 132.922 2.452.784
4.083.692 4.083.692
De geldmiddelen die worden aangehouden op de rekening-courant bij Bank of New York Mellon worden dagelijks omgezet in een direct opvraagbaar geldmarktfonds. Dit betekent dat het saldo op de rekeningcourant bij de bankier per saldo nihil bedraagt en dat het onder de geldmiddelen verantwoorde saldo, met uitzondering van het deel van het saldo dat dient te worden aangehouden uit hoofde van de futureposities, uit direct opvraagbare beleggingen in een geldmarktfonds bestaan. Ultimo 2014 staan de geldmiddelen ter vrije beschikking van het Fonds, met uitzondering van het saldo op de Valbury account, dat dient ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van de margin posities behorende bij de futures. Het bruto saldo van deze geldmiddelenrekening bedraagt ultimo 2014 €246.330. Hierop wordt een bedrag van €113.408 in mindering gebracht, samenhangend met de variation margin verplichting van de future-posities ultimo 2014. Per saldo is de Valbury (future) account per 31 december 2014 ad €132.922. Deze geldmiddelen zijn als gevolg van initial margin verplichtingen beperkt ter vrije beschikking, te weten ad € 66.442. De future posities per 31 december 2014 zijn als volgt samengesteld: aantal per Verkochte futures Strategy 1.000 looptijd US Staatsobligaties (5 jaars) O&E Fixed income strategy 19 maart 2015 US Staatsobligaties (10 jaars) O&E Fixed income strategy 5 maart 2015 EURO-BOBL (5 jrs Duitse Staatsobligatie) O&E Fixed income strategy 63 maart 2015 EURO-BUND (10 jrs Duitse Staatsobligatie) O&E Fixed income strategy 27 maart 2015 EURO-BOBL O&E Fixed income strategy Multi asset 20 maart 2015 EURO-BUND O&E Fixed income strategy Multi asset 5 maart 2015 koersverschil O&E Fixed income strategy
Marktkostprijs waarde Verschuldigd per valuta per stuk per stuk 31-12-2014 USD 119,23 118,30 14.563 USD 127,13 126,26 3.615 EUR 129,56 130,28 (45.360) EUR 153,74 155,87 (57.510) EUR 129,55 130,28 (14.600) EUR 153,75 155,87 (10.600) (3.516) (113.408)
Resultaten van futures in het Fonds zijn verwerkt onder gerealiseerde waardeveranderingen van de winst- en verliesrekening. Ultimo 2013 stonden de geldmiddelen tot een bedrag ad € 3.563.187 ter vrije beschikking van het Fonds, de bedragen ten behoeve van de initial margins die voor deze posities aangehouden moesten worden, werden geblokkeerd op de dispositieruimte van de betreffende fondsen en de variation margin werd dagelijks verrekend in de geldmiddelen.
36
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
36
5) Netto- activa Het verloop gedurende het verslagjaar is als volgt:
Stand per 1 januari Resultaatbestemming voorgaand jaar Vrijval wettelijke reserve Geplaatste participaties Ingekochte participaties Mutatie herwaarderingsreserve Resultaat lopend boekjaar Stand per 31 december
2)
Participanten vermogen 1)
Wettelijke reserve
Herwaar- Onverdeeld derings resultaat reserve EUR EUR
EUR
EUR
386.802.309 9.720.284 26.514 46.509.142 (118.785.825) (1.142.981) 1.742.224
72.812 (26.514) -
1.142.981 -
324.871.667
46.298
1.142.981
Totaal 2014
Totaal 2013
EUR
EUR
9.720.284 (9.720.284) 25.551.584
396.595.405 46.509.142 (118.785.825) 25.551.584
263.742.837 227.642.872 (104.510.588) 9.720.284
25.551.584
349.870.306
396.595.405
1)
In de jaarrekening 2014 wordt de algemene reserve niet meer apart getoond, maar samengevoegd met het Participantenvermogen. De vergelijkende cijfers over het jaar 2013 zijn overeenkomstig aangepast.
2)
In de jaarrekening 2014 is een herwaarderingsreserve gevormd, betrekking hebbende op de beleggingen in de portefeuille van de O&E Hedge Fund Strategy, waarvoor geen frequente marktwaardering bestaat. De hoogte van deze herwaarderingsreserve omvat de som van de ongerealiseerde herwaardering van deze beleggingen ultimo 2014.
37
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
37
De verdeling van de verschillende componenten van de netto-activa tussen de Strategies is als volgt:
EUR
O&E Fixed O&E Fixed O&E Global Income Income Stategy Equity Strategy Multi Asset Strategy
O&E Hedge Fund Strategy
O&E Fixed Income Strategy I
O&E Fixed Commodity Strategy
Totaal Paraplu Fonds 2014
Totaal Paraplu Fonds 2013
8.704.909 (1.543.103) 1.950 (29.773) 12.000 (7.145.983) -
386.802.309 9.720.284 (1.142.981) 26.514 1.742.224 46.509.142 (118.785.825) -
254.325.144 9.317.784 27.096 227.642.872 (104.510.587) -
324.871.667
386.802.309
Participantenvermogen Saldo per 1 januari 2014 Resultaatbestemming voorgaand jaar Reclassificatie herwaarderingsreserve Vrijval van wettelijke reserve Resultaatbestemming lopend jaar Geplaatste participaties Ingekochte participaties Reallocatie Strategies
72.116.199 (712.957) 10.258 3.100.000 (38.950.639) 24.917.434
83.214.593 (1.418.972) 7.413 9.878.812 (28.791.591) 50.001.834
120.162.091 23.763.538 12.990.695 1.296.892 (1.142.981) 3.240 1.160 19.390.993 9.152.818 (23.980.098) (10.139.065) -
60.480.295
112.892.089
128.566.921
22.932.362
Saldo per 1 januari 2014 Vrijval van wettelijke reserve Reallocatie Strategies
20.565 (10.258) 4.655
16.500 (7.413) 10.419
11.880 (3.240) -
Saldo per 31 december 2014
14.962
19.506
8.640
Reclassificatie herwaarderingsreserve
-
-
Saldo per 31 december 2014
-
-
Saldo per 31 december 2014
78.840.979 (892.271) 2.493 1.771.997 4.974.519 (9.778.449) (74.919.268) -
-
4.350 (1.160) -
17.567 (2.493) (15.074)
1.950 (1.950) -
72.812 (26.514) -
99.909 (27.097) -
3.190
-
-
46.298
72.812
-
1.142.981
-
-
1.142.981
-
-
1.142.981
-
-
1.142.981
-
Wettelijke reserve
Herwaarderingsreserve
Onverdeeld resultaat Saldo per 1 januari 2014 Resultaatbestemming voorgaand jaar Onverdeeld resultaat 2014 Resultaatbestemming lopend jaar Saldo per 31 december 2014 Totaal saldo per 31 december 2014
(712.957) 712.957 2.608.058 2.608.058
(1.418.972) 1.418.972 5.404.301 5.404.301
12.990.695 (12.990.695) 17.046.976 17.046.976
1.296.892 (1.296.892) 492.249 492.249
63.103.315
118.315.896
145.622.537
24.570.782
(892.271) 892.271 1.771.997 (1.771.997) -
(1.543.103) 1.543.103 (29.773) 29.773 -
9.720.284 (9.720.284) 27.293.808 (1.742.224) 25.551.584
9.317.784 (9.317.784) 9.720.284
351.612.530
396.595.405
9.720.284
38
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
38
Netto-vermogenswaarde overzicht Onderstaand volgt een overzicht van de netto-vermogenswaarde in totaal en per participatie over de afgelopen jaren, het Fonds is opgericht in april 2012. 31 december 2014
31 december 2013
31 december 2012
Netto-vermogenswaarde: O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
EUR
EUR
EUR
63.103.315 118.315.896 145.622.537 24.570.782 -
71.423.807 81.812.121 133.164.666 25.064.779 49.939.513 28.026.762 7.163.756
73.853.013 61.756.131 44.304.212 13.745.101 35.029.231 28.016.448 7.038.701
Netto vermogenswaarde volgens de balans
351.612.530
396.595.403
263.742.837
31 december 2014
31 december 2013
31 december 2012
541.781,77 1.095.074,08 1.094.823,13 224.740,51 -
636.908,45 802.584,29 1.132.034,82 233.617,88 456.595,82 258.198,23 88.312,16
648.864,80 597.770,31 437.503,57 136.399,09 316.747,25 253.977,38 76.385,53
31 december 2014
31 december 2013
31 december 2012
EUR
EUR
EUR
116,47 108,04 133,01 109,33 -
112,14 101,94 117,63 107,29 109,37 108,55 81,12
113,82 103,31 101,27 100,77 110,59 110,31 92,15
Aantal uitstaande participaties: O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
Netto-vermogenswaarde per participatie: O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I - A O&E Fixed Income Strategy I - B O&E Commodity Strategy
6) Crediteuren inzake effectentransacties De schulden uit hoofde van effectentransacties hebben een looptijd korter dan één jaar. 7) Schulden Onder dit hoofd zijn verantwoord de aan kredietinstellingen verschuldigde bedragen. Deze schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
39
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
39
8) Overige passiva Deze post is als volgt samengesteld:
Beheervergoeding Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Uit te geven participaties Te betalen kosten
1) 2)
2014
2013
31 december EUR
31 december EUR
31.115 238.323 271.285 540.723
42.270 354.238 396.508
Ad 1) Ultimo 2014 zijn bedragen ontvangen van Participanten inzake uit te geven participaties, welke in januari 2015 zijn uitgegeven. Ad 2) Dit betreft de per balansdatum nog te betalen kosten inzake de Accountant, Depotbank, Bewaarder, (Beleggings)Administrateur, Asset Owner, toezichthouder en overige kosten. Fiscale status Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van Participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het Fonds niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Uitbesteding kerntaken Ingevolge regelgeving wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door de Beheerder zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. Uit hoofde hiervan bestaan er niet in de balans opgenomen verplichtingen. Administratievoering De administratie is over de periode tot en met 31 mei 2014 uitbesteed aan KAS BANK N.V. De taken van de Administrateur zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Uitvoering beleggingsbeleid De Beheerder heeft de uitvoering van het beleggingsbeleid van het Fonds en de Strategies uitbesteed aan Oyens & Van Eeghen N.V.. De Beheerder brengt voor de per 31 mei 2014 afgewikkelde O&E Fixed Income Strategy I-B en voor de O&E Fixed Income Strategy (tot en met 31 mei 2014 : O&E Fixed Income Strategy II) maandelijks een beheervergoeding van 0,5% op jaarbasis, in rekening. Dit is tevens de vergoeding die de Beheerder krijgt doorbelast van Oyens & Van Eeghen N.V. Voor de overige Strategies ontvangt de Beheerder geen vergoeding voor haar werkzaamheden. De Participanten van de overige Strategies hebben rechtstreeks met Oyens & Van Eeghen N.V. een beheervergoedingsafspraak voor alle beleggingen in en eventueel buiten het Fonds.
40
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
40
De directie van de Beheerder bestaat uit de heren R. van Wechem, CFA, CAIA en drs. J.H.N. Hoogenraad., die beide in dienst zijn van Oyens & Van Eeghen N.V.. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in deze jaarrekening onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Overige transacties met de Beheerder zijn niet van toepassing. De Beheerder is aangesteld voor onbepaalde tijd. De Beheerder zal als zodanig defungeren: a. op het tijdstip van ontbinding van de Beheerder; b. door vrijwillig defungeren; c. doordat zijn faillissement onherroepelijk wordt of hij op enigerlei wijze het vrije beheer over zijn vermogen verliest, daaronder begrepen aan hem verleende surseance van betaling; De Beheerder kan slechts vrijwillig defungeren met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden en niet eerder dan in opvolging is voorzien. Bewaarder Vanaf 22 juli 2014 fungeert BNY Mellon als Bewaarder, zoals bedoeld wordt in de AIFMD. De taken van de Beheerder zijn toegelicht in het jaarverslag onder hoofdstuk II paragraaf 1 ‘Profiel’. Aansprakelijkheid Bewaarder Met ingang van 22 juli 2014 is de Bewaarder jegens het Fonds en/of de Participanten aansprakelijk voor het verlies door de Bewaarder of door een derde aan wie de bewaarneming van de in bewaarneming genomen financiële instrumenten is overgedragen. In geval van een dergelijk verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument restitueert de Bewaarder onverwijld een financieel instrument van hetzelfde type of voor een overeenstemmend bedrag aan het Fonds. De Bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om deze te verhinderen. De Bewaarder is jegens het Fonds en/of de Participanten eveneens aansprakelijk voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de Bewaarder zijn verplichtingen met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt. Volgens Nederlands recht kan de Bewaarder zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in bewaring gegeven financiële instrumenten jegens het Fonds of de Beheerder in beginsel slechts uitsluiten indien: hij aan alle daarvoor geldende vereisten voor delegatie van bewaarnemingstaken heeft voldaan; hij een schriftelijke overeenkomst met de derde die de uitbestede werkzaamheden verricht, heeft gesloten waarin zijn aansprakelijkheid aan de derde wordt overgedragen en op grond waarvan het Fonds, de Beheerder of de Bewaarder namens hen, op dezelfde voet als waarin oorspronkelijk de Bewaarder kon worden aangesproken, de derde kan aanspreken wegens schade wegens verlies van financiële instrumenten; en hij een schriftelijke overeenkomst met het Fonds of de Beheerder heeft gesloten waarin het Fonds of de Beheerder namens het Fonds instemt met de uitsluiting van de aansprakelijkheid van de Bewaarder en waarin een objectieve reden voor die uitsluiting is opgenomen. Bewaarder heeft per de datum van het Prospectus zijn aansprakelijkheid niet uitgesloten. Indien er in de toekomst sprake is van een dergelijke uitsluiting zal de Beheerder deze informatie verstrekken aan de Participanten. De Bewaarder brengt een vergoeding van ongeveer 0,02% (exclusief BTW), waarvan minimaal EUR 10.000 exclusief BTW per Strategy op jaarbasis, maandelijks in rekening. 41
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
41
(Overige) transacties met verbonden partijen In de verslagperiode hebben geen overige transacties plaatsgevonden met verbonden partijen.
1.4.6 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 9)
Direct resultaat uit beleggingen
Hieronder zijn de inkomsten uit hoofde van couponrente en dividendopbrengsten verantwoord.
Rente-inkomsten obligatieleningen Dividendresultaat
10)
2014
2013
EUR
EUR
2.307.986 -
1.942.275 10.726
2.307.986
1.953.001
Indirect resultaat uit beleggingen
De indirecte resultaten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I O&E Commodity Strategy
Ongerealiseerde waardeveranderingen O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy O&E Fixed Income Strategy I O&E Commodity Strategy
Gerealiseerde winsten
Gerealiseerde verliezen
Saldo 2014
EUR
EUR
EUR
EUR
3.809.696 2.281.752 16.609.486 527.519 243.272 4.872 23.476.597
(1.172.191) (760.386) (1.170.502) (1.091.024) (719.140) (4.913.243)
2.637.505 1.521.366 15.438.984 527.519 (847.752) (714.268) 18.563.354
2.103.044 810.037 697.205 99.836 225.135 (1.290.526) 2.644.731
Ongerealiseerde Ongerealiseerde winsten verliezen
Saldo 2014
Saldo 2013
Saldo 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
2.740.566 5.817.195 15.732.370 871.882 1.777.410 696.273 27.635.696
(2.788.695) (2.734.566) (13.915.544) (918.970) (33.444) (2.176) (20.393.395)
(48.129) 3.082.629 1.816.826 (47.088) 1.743.966 694.097 7.242.301
(2.343.347) (2.114.791) 12.381.859 1.238.857 (2.845.878) (225.607) 6.091.093
42
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
42
11) Overig resultaat De samenstelling van het overig resultaat is als volgt:
Koers- en omrekenverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
(128.043) 135.166 136.389
(63.861) 32.923 84.251
143.512
53.313
Koers- en omrekenverschillen zijn het gevolg van het omrekenen van monetaire activa en passiva in vreemde valuta. Deze worden omgerekend in de functionele valuta tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening. Onder de toe- en uittredingsprovisie zijn de opbrengsten verantwoord die bij uitgifte of inkoop van Participaties in rekening zijn gebracht. Deze kosten kunnen voor rekening van de Participant komen, tot een maximum van 0,2% van het door de Participant gestorte of te ontvangen bedrag. De overige opbrengsten omvatten met name ontvangen retrocessies (2014 € 136.029; 2013 €84.248). Het betreft vergoedingen die door onderliggende beleggingen worden uitgekeerd. Deze komen geheel ten gunste van de desbetreffende Strategies en daarmee de participanten van het Fonds . Retrocessies zullen als gevolg het provisieverbod van de Wft in 2015 niet meer van toepassing zijn. Voor het jaar 2014 geldt een overgangsregeling op het verbod op distributievergoedingen van beleggingen in beleggingsfondsen en is derhalve nog van toepassing. 12) Beheerkosten De beheerkosten over het jaar 2014 die in rekening zijn gebracht door de Beheerder aan O&E Fixed Income Strategy inclusief O&E Fixed Income Strategy I-B en II ( tot en met de herstructurering per 28 mei 2014) bedroegen € 435.266. 13) Overige kosten De overige kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) MSCI licentie (global index monitor) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM/Oversight Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
EUR
EUR
37.322 15.125 87.014 5.292 6.667 54.445 26.156 39.088 7.134
238.962 42.350 24.199 32.602 25.232
278.242
363.345
43
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
43
De accountantskosten van de externe onafhankelijke accountant, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., bestaan uit controlewerkzaamheden op de jaarrekeningen 2013 en 2014. Alle bedragen onder overige kosten zijn, voor zover van toepassing inclusief BTW. 14) Personeel De Beheerder maakt ten behoeve van het Fonds gebruik van de diensten van derden en heeft zelf geen bestuurders of personeel in dienst. De bezoldiging van bestuurders bedraagt derhalve € nihil (2013: € nihil). Beloning van de beheerder De Beheerder van het Fonds is Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. De Beheerder heeft werkzaamheden ten behoeve van de het Fonds gedelegeerd aan Oyens & Van Eeghen N.V. Deze vennootschap heeft personeel in dienst. Een deel van deze werknemers verricht in meer of mindere mate werkzaamheden ten behoeve van dit Fonds. Het totaal van de beloningen van Directie, personeelsleden die het risicoprofiel van de entiteit in belangrijke mate beïnvloeden en het overige personeel over het jaar 2014 (12 maanden) worden door Oyens & Van Eeghen N.V. gedragen en kunnen als volgt worden gespecificeerd: Aantal FTE
EUR * 1.000
Directie Personeelsleden die het risicoprofiel in belangrijke mate kunnen beïnvloeden Overig personeel
4 2 21
806 405 2.521
Totaal
27
3.732
15)
Kostenratio’s
Berekeningswijze Deze ratio wordt ook wel "lopende kosten factor" (LKF) genoemd. De berekeningswijze wijkt enigszins af van de voorheen gebruikte "total expense ratio"(TER). Belangrijkste verandering betreft het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde alsmede de behandeling van bepaalde kostencomponenten. De kostenratio wordt afgerond op twee decimalen en wordt berekend door alle relevante kosten die door de beleggingsentiteit zijn gemaakt te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. De gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde gedurende het jaar. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in een periode van 12 maanden ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van de beleggingstransacties worden buiten beschouwing gelaten.
44
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
44
Kostenratio’s per Strategy Behoudens O&E Fixed Income Strategy, hebben de Strategies voor meer dan 10% van hun vermogens belegd in andere beleggingsfondsen. Alhoewel de kosten van deze beleggingsfondsen, zijnde de ‘indirecte kosten’ voor een Strategy, in de waardering van deze fondsen is verwerkt en aldus deel uitmaken van de waardeveranderingen van beleggingen, rust op de Strategy de wettelijke plicht om de kostenratio’s ook inclusief deze indirecte kosten weer te geven. De kostenratio’s per Strategy (inclusief indirecte kosten) luiden als volgt:
Lopende Kosten Factor per Strategy O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy 1)
2)
2014
2013
1,16% 0,57% 0,85% 1,48%
1,37% 0,83% 0,99% 1,04%
O&E Fixed Income Strategy I heeft niet belegd in andere beleggingsfondsen en heeft daardoor geen indirecte kosten. De kosten voor 2013 zijn geannualiseerd, omdat de Strategy eind mei 2014 is geëindigd. O&E Commodity Strategy is afgewikkeld op 22 januari 2014. De lopende kosten factor over de eerste drie weken van 2014 komt uit op 1,16%, vanwege de zeer korte periode is annualisering van de kostenfactor niet goed mogelijk.
Van de kosten van de beleggingsfondsen is een schatting gemaakt door een gewogen gemiddelde te berekenen van de ‘total expense ratio’ (TER) van de beleggingen van de Strategy die groter zijn dan 10% in een bepaald beleggingsfonds. Omdat de meeste fondsen nog geen TER over het jaar 2014 hebben gepubliceerd is als bron de TER van deze beleggingsfondsen die in Bloomberg vermeld staat gekozen. Bloomberg gebruikt de laatst bekende TER (bijvoorbeeld gebaseerd op jaarverslag 2013, halfjaarbericht of prospectus van het beleggingsfonds). Kostenratio van het Fonds De kostenratio van het Fonds (inclusief indirecte kosten) over het jaar 2014 bedraagt 0,65% waarvan 13% ten gunste van Oyens & Van Eeghen (via de Beheerder) is gekomen. In het verslagjaar 2013 was dit 0,90%, waarvan 15% ten gunste van Oyens & Van Eeghen (via de Beheerder) is gekomen. 16) Portefeuille omloop factor Berekeningswijze De portefeuille omloop factor (voorheen: portfolio turnover ratio), geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(T1 – T2) / X] * 100 T1: het totaalbedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van het Fonds gedurende de verslagperiode. T2: het totaalbedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participatierechten van het Fonds gedurende de verslagperiode. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Dit is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal berekeningsmomenten van de intrinsieke waarde gedurende het jaar.
45
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
45
Portefeuille omloop factor van het Fonds De portefeuille omloop factor ratio van het Fonds laat het volgende beeld zien:
Totaalbedrag effectenmutaties Totaalbedrag kapitaalmutaties
€ 517.931.794,00 € 502.404.036,00 € 165.294.967,00 € 332.153.459,00
Gemiddelde intrinsieke waarde
€ 431.437.086,87 € 356.842.290,00
Portefeuille omloop factor
81,74
47,71
Portefeuille omloop factor per Strategy
2014
2013
O&E Fixed Income Strategy O&E Fixed Income Strategy Multi Asset O&E Global Equity Strategy O&E Hedge Fund Strategy
70,58 90,92 123,19 11,07
55,37 74,59 45,08 57,62
N.B. Voor het berekenen van de portefeuille omloop factor van het gehele fonds, zijn de reallocaties tussen de Strategies per 28 mei 2014 buiten beschouwing gebleven.
46
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
46
2 O&E FIXED INCOME STRATEGY
47
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
47
2. O&E FIXED INCOME STRATEGY 2.1 Balans per 31 december 2014
voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen
Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa
2014
2013
31 december
31 december
EUR
EUR
62.788.028
70.552.576
269.650 269.650
201.756 201.756
14.962
20.565
178.468
722.897
63.251.108
71.497.794
60.480.295 14.962 2.608.058 63.103.315
72.116.199 20.565 (712.957) 71.423.807
147.793 147.793
73.987 73.987
63.251.108
71.497.794
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
48
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
48
O&E FIXED INCOME STRATEGY 2.2 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Kosten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarderkosten Overige kosten Totale kosten Beleggingsresultaat
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
429.434
-
2.637.505 (48.129)
2.103.044 (2.343.347)
3.018.810
(240.303)
85.283
(18.904)
3.104.093
(259.207)
382.430 10.258 45.648 57.699 496.035
352.773 9.249 31.104 60.624 453.750
2.608.058
(712.957)
49
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
49
O&E FIXED INCOME STRATEGY 2.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Beleggingen Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt: Obligatie beleggingsfondsen
Staatsobligaties
Inflation linked bonds
Futures
Totaal 2014
Totaal 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
70.552.576 15.200.499 (44.721.558) 3.201.620 165.416
20.649.452 14.809.341 (17.233.811) 270.694 (106.201)
3.712.994 (3.692.398) 86.748 (107.344)
921.557 (921.557) -
70.552.576 24.362.446 30.931.397 (65.647.767) 2.637.505 (48.129)
73.242.758 52.491.201 (54.524.986) 1.686.950 (2.343.347)
44.398.553
18.389.475
62.788.028
70.552.576
Begin verslagperiode Reallocatie Strategies *) Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
*)
-
-
Op 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy I samengevoegd met O&E Fixed Income Strategy en O&E Fixed Income Multi Asset. Als gevolg hiervan is per die datum een voor een bedrag van € 24,4 miljoen aan beleggingen overgedragen. Naast een deel van de beleggingen is ook een deel van de overige activa (onder andere lopende couponrente) overgedragen, tegelijkertijd is voor een bedrag van € 24,9 miljoen aan Participaties uitgegeven.
Belangen groter dan 20% Kempen Lux Euro Credit Fund Plus Class I Het O&E Fixed Income Strategy had ultimo 2014 meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in het Kempen Lux Euro Credit Fund Plus Class I. Het laatste jaarverslag is te vinden op de website van het Fonds: www.oebeheer.com onder Strategies, O&E Fixed Income Strategy. Bij de start van de verslagperiode was het belang iets onder de 20%, per 31 december 2014 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het Kempen fonds 21,5%. Geldmiddelen Voor een toelichting op de futures van O&E Fixed Income Strategy per 31 december 2014 wordt verwezen naar paragraaf 1.4.5 Toelichting van de balans O&E Paraplufonds note 4 Geldmiddelen. Ten behoeve van de bestaande margin –verplichtingen wordt een banksaldo aangehouden ad € 196.372. Het saldo van de variation margin bedraagt €88.208 en is in mindering gebracht van de geldmiddelen. Immateriële vaste activa Onder Immateriële vaste activa zijn geactiveerde oprichtingskosten verantwoord. De mutatie in boekwaarde tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014 bedraagt EUR 5.603. Deze mutatie bestaat enerzijds uit de afschrijvingskosten over 2014 van EUR 10.258 (negatief) en anderzijds overdracht van boekwaarde van geactiveerde oprichtingskosten uit de voormalige O&E Fixed income Strategy I Serie B ad EUR 4.655 (positief).
50
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
50
2.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Indirecte opbrengsten uit beleggingen
De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
2014
2013
EUR
EUR
3.809.696 (1.172.191) 2.637.505
2.103.044
(48.129)
(2.343.347)
2.589.376
(240.303)
2.740.566 (2.788.695)
Indirecte opbrengsten uit beleggingen Overig resultaat Onder het overig resultaat is verantwoord:
Koers- en omrekeningsverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
7.620 74.175 3.488
(46.020) 4.819 22.297
85.283
(18.904)
Overige kosten De overige kosten zijn als volgt samengesteld:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
EUR
EUR
14.064 3.781 11.791 1.323 11.485 5.856 7.837 1.562
35.710 7.616 4.352 5.863 7.083
57.699
60.624
51
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
51
3 O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET
52
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
52
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.1
Balans per 31 december 2014
voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen
Immateriële vaste activa Geldmiddelen Totaal activa
2014 31 december
31 december
2013
EUR
EUR
116.968.976
81.192.935
21.500 727.086 748.586
-
19.506
16.500
1.001.091
648.873
118.738.159
81.858.308
112.892.089 19.506 5.404.301 118.315.896
83.214.593 16.500 (1.418.972) 81.812.121
341.875 80.388 422.263
46.187 46.187
118.738.159
81.858.308
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Schulden Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
53
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
53
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.2
Winst- en verliesrekening over het jaar 2014
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Kosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal kosten Beleggingsresultaat
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
914.680
-
1.521.366 3.082.629
810.037 (2.114.791)
5.518.675
(1.304.754)
19.897
10.051
5.538.572
(1.294.703)
7.413 64.877 61.981 134.271
4.500 37.379 82.390 124.269
5.404.301
(1.418.972)
54
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
54
O&E FIXED INCOME STRATEGY MULTI ASSET 3.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt: Obligatie beleggingsfondsen
Staatsobligaties
Inflation linked bonds
Futures
Totaal 2014
Totaal 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
81.192.935 24.251.000 (52.791.092) 1.406.625 3.115.118
41.419.147 34.459.788 (16.497.780) 231.037 182.198
7.447.664 6.730 (7.421.761) 182.054 (214.687)
298.350 (298.350) -
81.192.935 48.866.811 59.015.868 (76.710.633) 1.521.366 3.082.629
59.565.030 87.755.539 (64.026.198) 13.354 (2.114.790)
57.174.586
59.794.390
116.968.976
81.192.935
Begin verslagperiode Reallocatie Strategies *) Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
*)
-
-
Op 28 mei 2014 is de O&E Fixed Income Strategy I samengevoegd met O&E Fixed Income Strategy en O&E Fixed Income Multi Asset. Als gevolg hiervan is per die datum een voor een bedrag van € 48,9 miljoen aan beleggingen overgedragen. Naast een deel van de beleggingen is ook een deel van de overige activa (onder andere lopende couponrente) overgedragen, tegelijkertijd is voor een bedrag van € 50,0 miljoen aan Participaties uitgegeven.
Geldmiddelen Voor een toelichting op de futures van O&E Fixed Income Strategy per 31 december 2014 wordt verwezen naar paragraaf 1.4.5 Toelichting van de balans O&E Paraplufonds note 4 Geldmiddelen. Ten behoeve van de bestaande margin –verplichtingen wordt een banksaldo aangehouden ad € 49.958. Het saldo van de variation margin verplichtingen ad €25.200 is hiervan in mindering gebracht. Immateriële vaste activa Onder Immateriële vaste activa zijn geactiveerde oprichtingskosten verantwoord. De mutatie in boekwaarde tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014 bedraagt EUR 3.006. Deze mutatie bestaat enerzijds uit de afschrijvingskosten over 2014 van EUR 7.413 (negatief) en anderzijds overdracht van boekwaarde van geactiveerde oprichtingskosten uit de voormalige O&E Fixed income Strategy I Serie A ad EUR 10.419 (positief).
55
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
55
3.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Indirecte opbrengsten uit beleggingen
De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld: 2014 EUR Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
2013 EUR
2.281.752 (760.386) 1.521.366
810.037
3.082.629
(2.114.791)
4.603.995
(1.304.754)
5.817.195 (2.734.566)
Indirecte opbrengsten uit beleggingen
Overig resultaat Onder het overig resultaat is verantwoord:
Koers- en omrekeningsverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
(18) 19.915 -
(17.841) 8.411 19.481
19.897
10.051
56
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
56
Overige kosten De overige kosten zijn als volgt samengesteld:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
EUR
EUR
7.466 3.781 18.121 1.323 13.342 6.916 10.662 370
52.280 9.278 5.302 7.142 8.388
61.981
82.390
57
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
57
4
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY
58
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
58
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 4.1 Balans per 31 december 2014 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Valutatermijntransacties Effectentransacties
Immateriële vaste activa Geldmiddelen
Totaal activa
2014
2013
31 december
31 december
EUR
EUR
145.603.690
132.750.327
27.617 40.151.883 40.179.500
-
8.640
11.880
-
462.896
185.791.830
133.225.103
128.566.921 8.640 17.046.976 145.622.537
120.162.091 11.880 12.990.695 133.164.666
37.179.748 2.905.203 84.342 40.169.293
60.437 60.437
185.791.830
133.225.103
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Schulden Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
59
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
59
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 4.2 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Lasten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal lasten Beleggingsresultaat
-
10.726
15.438.984 1.816.826
697.205 12.381.859
17.255.810
13.089.790
(54.757)
46.031
17.201.053
13.135.821
3.240 72.522 78.315 154.077
3.240 45.591 96.295 145.126
17.046.976
12.990.695
60
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
60
O&E GLOBAL EQUITY STRATEGY 4.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 De beleggingen in de O&E Hedge Fund Strategy zijn in de vorm van beleggingen in aandelenbeleggingsfondsen. Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
2014
2013
EUR
EUR
132.750.327 104.787.926 (109.190.373) 15.438.984 1.816.826 145.603.690
42.895.065 103.638.738 (26.862.540) 697.205 12.381.859 132.750.327
Belangen groter dan 20% : iShares Core S&P 500 EUR UCITS ETF (in deze paragraaf verder ‘het iShares fonds’) De O&E Global Equity Strategy heeft meer dan 20% van haar belegd vermogen geïnvesteerd in iShares fonds, dat verhandeld wordt op NYSE Euronext Amsterdam. Het laatste jaarverslag van het iShares fonds is te vinden op de website van het Fonds www.oebeheer.com. Bij de start van de verslagperiode was het belang 24,3%, per 31 december 2014 is het belang dat de Strategy heeft belegd in het iShares fonds 25,7% ofwel € 37,4 miljoen. Het iShares fonds repliceert de S&P 500 index en hedged het valutarisico naar Euro. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Global Equity Strategy en het iShares fonds.
61
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
61
4.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Indirecte opbrengsten uit beleggingen De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen
2014
2013
EUR
EUR
16.609.486 (1.170.502) 15.438.984
Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
697.205 15.732.370 (13.915.544)
Indirecte opbrengsten uit beleggingen
1.816.826
12.381.859
17.255.810
13.079.064
Overig resultaat Onder het overig resultaat is verantwoord:
Koers- en omrekeningsverschillen Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
(135.645) 21.894 58.994
8.715 37.316
(54.757)
46.031
De overige opbrengsten betreffen met name retrocessies, welke geheel ten gunste van de Strategy worden gebracht.
62
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
62
Overige kosten De overige kosten zijn als volgt samengesteld:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) MSCI licentie (global index monitor) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
EUR
EUR
13.524 3.781 18.069 1.323 6.667 13.591 7.060 13.800 500 78.315
63.309 12.727 7.272 9.797 3.190 96.295
63
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
63
5
O&E HEDGE FUND STRATEGY
64
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
64
O&E HEDGE FUND STRATEGY 5.1 Balans per 31 december 2014 voor resultaatbestemming ACTIVA Beleggingen Vorderingen Effectentransacties Immateriële vaste activa Geldmiddelen
Totaal activa
2014
2013
31 december
31 december
EUR
EUR
22.664.068
24.821.484
1.858.500
9.456
3.190
4.350
1.273.224
1.788.559
25.798.982
26.623.849
22.932.362 3.190 1.142.981 492.249 24.570.782
23.763.538 4.350 1.296.892 25.064.780
1.000.000 228.200 1.228.200
1.405.771 153.298 1.559.069
25.798.982
26.623.849
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Herwaarderingsreserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Crediteuren inzake effectentransacties Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
65
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
65
O&E HEDGE FUND STRATEGY 5.2 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014
Beleggingsresultaat Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totale opbrengsten Kosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totale kosten Beleggingsresultaat
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
527.519 (47.088)
99.836 1.238.857
480.431
1.338.693
84.050
5.248
564.481
1.343.941
1.160 28.719 42.353 72.232
1.160 10.433 35.456 47.049
492.249
1.296.892
66
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
66
O&E HEDGE FUND STRATEGY 5.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 De beleggingen in de O&E Hedge fund Strategy zijn in de vorm van beleggingen in aandelenbeleggingsfondsen. Het verloop van de beleggingen in Hedgefunds gedurende de verslagperiode is als volgt: 2014 2013
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
EUR
EUR
24.821.484 9.791.656 (12.429.503) 527.519 (47.088) 22.664.068
12.070.579 18.983.860 (7.571.647) 99.835 1.238.857 24.821.484
Belangen groter dan 20%: De portefeuille van O&E Hedge Fund Strategy bevat twee investeringen waarbij gemiddeld meer dan 20% van het belegd vermogen in andere beleggingsfondsen is belegd, te weten: SSARIS Multi Manager Absolute Return SAIL Topaz SSARIS Multi Manager Absolute Return (in deze paragraaf verder ‘het SSARIS fonds’) Informatie van dit SSARIS fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk worden verstrekt. Bij de start van de verslagperiode was het belang 19,5%, per 31 december 2014 was het belang dat de Strategy had belegd in het SSARIS Fonds 25,8%. Het SSARIS fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Equity Hedge, Event Driven, Relative Value en Macro. Er zijn geen specifieke afspraken tussen de O&E Hedge Fund Strategy en het SSARIS fonds. Het SSARIS fonds staat niet onder toezicht, de beheerder (SSARIS Advisors, LLC, onderdeel van State Street) staat onder toezicht in de Verenigde Staten, te weten: U.S. Securities and Exchange Commission (“SEC”) en U.S. Commodity Futures Trading Commission (“CFTC”). SAIL Topaz (in deze paragraaf verder ‘het Sail Topaz fonds’) Informatie van dit Sail Topaz fonds, die in het bezit is van de beheerder, mag niet publiekelijk verstrekt worden. Bij de start van de verslagperiode was het belang 27,6%, per 31 december 2014 was het belang dat de Strategy had belegd in Sail Topaz 31,4%. Het Sail Topaz fonds belegt in diverse strategieën die een lage correlatie vertonen met de financiële markten. Deze strategieën zijn te onderscheiden in 4 hoofdcategorieën, te weten Event Driven, Long/Short Equity, Relative Value en Tactical Trading. De nadruk ligt op Event Driven en Long/Short Equity strategieën. Oyens & Van Eeghen heeft vanaf 1 augustus 2013 een retrocessie onderhandeld die geheel ten goede komt aan de Strategy. Het Sail Topaz fonds staat onder toezicht in Luxemburg, te weten: de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”)
67
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
67
5.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 Indirecte opbrengsten uit beleggingen De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
2014
2013
EUR
EUR
527.519 527.519
99.836
(47.088)
1.238.857
480.431
1.338.693
871.882 (918.970)
Indirecte opbrengsten uit beleggingen Overig resultaat Onder het overig resultaat is verantwoord:
Toe- en uittredingsprovisie Overige opbrengsten
2014
2013
EUR
EUR
10.143 73.907
747 4.501
84.050
5.248
De overige opbrengsten betreffen met name retrocessies, welke geheel ten gunste van de Strategy worden gebracht.
68
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
68
Overige kosten De overige kosten zijn als volgt samengesteld:
Beleggingsadministratie BNY Mellon (vanaf 1 juni 2014) Participantenadministratie SGG (vanaf 1 juli 2014) Administratie KAS BANK (tot 31 mei 2014) Bestuur SGG (vanaf 1 juli 2014) Accountantskosten PwC Juridisch, compliance en fiscale adviezen Kosten toezichthouder DNB/AFM/Oversight Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
EUR
EUR
2.268 3.781 13.946 1.323 12.554 4.366 4.115 -
28.697 2.462 1.407 1.895 995
42.353
35.456
69
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
69
6
O&E FIXED INCOME STRATEGY I (GEËINDIGD PER 28 MEI 2014)
70
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
70
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 6.1 Balans per 31 december 2014 voor resultaatbestemming 2014
2013
31 december
31 december
ACTIVA
EUR
EUR
Beleggingen
-
76.235.622
-
277.320 994.677 1.271.997
Immateriële vaste activa
-
17.567
Geldmiddelen
-
499.110
Totaal activa
-
78.024.296
-
78.840.979 17.567 (892.271) 77.966.275
-
58.021 58.021
-
78.024.296
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
71
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
71
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 6.2 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014
Opbrengsten Directe opbrengsten uit beleggingen Indirecte opbrengsten uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Kosten Beheerkosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal kosten Beleggingsresultaat
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
963.872
1.942.275
(847.752) 1.743.966
225.135 (2.845.878)
1.860.086
(678.468)
9.039
9.658
1.869.125
(668.810)
52.836 2.493 11.318 30.481 97.128
125.378 8.429 23.312 66.342 223.461
1.771.997
(892.271)
72
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
72
O&E FIXED INCOME STRATEGY I 6.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Reallocatie Strategies *) Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Einde verslagperiode
Staatsobligaties
Futures
Totaal 2014
Totaal 2013
EUR
EUR
EUR
EUR
76.235.622 18.479.834 (23.103.053) (73.229.257) (127.112) 1.743.966
720.640 (720.640) -
76.235.622 19.200.474 (23.103.053) (73.229.257) (847.752) 1.743.966
61.815.781 38.794.290 (21.468.336) (60.235) (2.845.878)
-
-
-
76.235.622
*) Bij de herstructurering eind mei 2014 is de portefeuille van O&E Fixed Income Strategy I overgebracht naar de O&E Fixed Income Strategy respectievelijk de O&E Fixed Income Strategy Multi Asset. De futureposities waren reeds geheel afgewikkeld bij de afwikkeling van deze Strategy.
73
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
73
6.4
Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014
De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
Indirecte opbrengsten uit beleggingen
2014
2013
EUR
EUR
243.272 (1.091.024) (847.752)
225.135
1.743.966
(2.845.878)
896.214
(2.620.743)
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
18.850 3.426 2.638 1.958 3.609
41.341 8.808 6.780 5.033 4.380
30.481
66.342
1.777.410 (33.444)
De specificatie van de overige kosten is als volgt:
Administratie KAS BANK Accountantskosten Kosten toezichthouder DNB/AFM Juridisch, compliance en fiscale adviezen Bank-, rente- en overige kosten
74
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
74
7
O&E COMMODITY STRATEGY (GEËINDIGD PER 22 JANUARI 2014)
75
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
75
O&E COMMODITY STRATEGY 7.1 Balans per 31 december 2014 voor resultaatbestemming 2014
2013
31 december
31 december
ACTIVA
EUR
EUR
Beleggingen
-
7.143.315
Vorderingen Effectentransacties Overige vorderingen en overlopende activa
-
59.580 2.132 61.712
Immateriële vaste activa
-
1.950
Geldmiddelen
-
-
Totaal activa
-
7.206.977
-
8.704.909 1.950 (1.543.103) 7.163.756
-
38.643 4.578 43.221
-
7.206.977
NETTO-ACTIVA EN PASSIVA Netto-activa Participantenvermogen Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal netto-activa Passiva Schulden Overige passiva
Totaal netto-activa en passiva
76
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
76
O&E COMMODITY STRATEGY 7.2 Winst- en verliesrekening over het jaar 2014 2014
Opbrengsten Direct resultaat uit beleggingen Indirect resultaat uit beleggingen: - Gerealiseerde waardeveranderingen - Ongerealiseerde waardeveranderingen
Overig resultaat Totaal opbrengsten Kosten Afschrijving immateriële vaste activa Bewaarkosten Overige kosten Totaal kosten Beleggingsresultaat
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
-
-
(714.268) 694.097
(1.290.526) (225.607)
(20.171)
(1.516.133)
-
1.229
(20.171)
(1.514.904)
1.950 239 7.413 9.602
520 5.082 22.597 28.199
(29.773)
(1.543.103)
77
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
77
O&E COMMODITY STRATEGY 7.3 Toelichting op de balans per 31 december 2014 De beleggingen in het O&E Commodity Strategy zijn in de vorm van beleggingen in aandelenbeleggingsfondsen. Het verloop van de beleggingen gedurende de verslagperiode is als volgt:
2014
Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
7.143.315 (7.123.144) (714.268) 694.097 -
6.689.866 14.128.276 (12.158.694) (1.290.526) (225.607) 7.143.315
Belangen groter dan 20% Per 31 december 2013 had de O&E Commodity Strategy twee investeringen van meer dan 20% van haar belegd vermogen in andere beleggingsfondsen, te weten: Russell OpenWorld Commodities Long/Neutral Strategy Barclays Capital Backwardation Long Only Index. Vanwege de afwikkeling van deze Strategy in januari 2014, zijn alle belangen in de portefeuille in januari 2014 verkocht.
78
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
78
7.4 Toelichting op de winst- en verliesrekening over het jaar 2014 De indirecte opbrengsten uit beleggingen zijn als volgt samengesteld:
Gerealiseerde waardeveranderingen * Gerealiseerde winsten * Gerealiseerde verliezen
Ongerealiseerde waardeveranderingen * Ongerealiseerde winsten * Ongerealiseerde verliezen
Indirecte opbrengsten uit beleggingen
2014
2013
EUR
EUR
(714.268)
(1.290.526)
694.097
(225.607)
(20.171)
(1.516.133)
4.872 (719.140)
696.273 (2.176)
De specificatie van de overige kosten is als volgt:
Administratie KAS BANK Accountantskosten PwC Kosten toezichthouder DNB/AFM Juridisch, compliance en fiscale adviezen Bank-, rente- en overige kosten
2014
2013
1 januari
1 januari
31 december
31 december
EUR
EUR
6.237 47 36 1.093
17.625 1.459 1.123 833 1.557
7.413
22.597
Amsterdam, 20 mei 2015 De beheerder, Oyens & Van Eeghen Beheer B.V.
_______________________ R. van Wechem, CFA, CAIA Directeur
____________________ drs. J.H.N. Hoogenraad Directeur 79
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
79
5 OVERIGE GEGEVENS 1
Voorstel resultaatbestemming
Voorgesteld wordt om het onverdeeld resultaat over boekjaar 2014 ad € 25.551.584 positief van het Fonds aan de netto-activa toe te voegen. Van het beleggingsresultaat over boekjaar 2014, zijnde € 27.293.808 is reeds € 1.742.224 positief in boekjaar 2014 aan de netto-activa toegevoegd in verband met de reallocatie van O&E Fixed Income Strategy I naar twee andere Fixed Income Strategies binnen O&E Paraplufonds per 28 mei jl. en liquidatie van O&E Commodity Strategy per 20 januari 2014.
2
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen materiële gebeurtenissen na balansdatum geconstateerd.
80
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
80
3
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: de algemene vergadering van participanten van O&E Paraplufonds
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van O&E Paraplufonds te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-enverliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de beheerder De beheerder van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als de beheerder noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de beheerder van het fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van O&E Paraplufonds per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht.
81
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
81
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 20 mei 2015 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door mr. drs. M.D. Jansen RA
82
Jaarrekening 2014 O&E Paraplufonds
82