NR. 22 - ZOMER 2015
TOT MORGEN
INHOUDSOPGAVE management
ruimte & vastgoed ontwikkeling
professionalisering
infra & mobiliteit
Nederland
mooier maken
energie & klimaat
water
advies
06 Een hypermoderne containerterminal gebouwd met passie 12 Treinreis naar de toekomst 20 Gemeente Eindhoven verduurzaamt eigen organisatie co-creatief 26 De energieneutrale woning als motor voor stedelijke vernieuwing 32 De Tweede Grote Fietsrevolutie 38 MOOI! De balans tussen cultuur en natuur 46 Op weg naar een hoofdstedelijk snellaadnetwerk 50 Van ambitie naar project: Samen Stevig Sturen 54 Verdedigingsfort wordt publiekstrekker 60 Elektrisch Vervoer: nog even uw aandacht a.u.b. 68 H-Team Next Generation: het vuurtje verder opstoken
Tot morgen “Geen visies maar concrete plannen!” is momenteel het adagium. “Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen gaan zo snel, dat visies geen enkele zin hebben.” De toverwoorden van deze tijd zijn ‘organisch ontwikkelen’ en ‘adaptief programmeren’. We kijken wat op ons pad komt en haken daar op in. Toch zien we in het verleden dat een krachtige visie veel richting geeft. Neem een bedrijf als Apple, dat sinds 1970 de missie heeft om “geavanceerde technologie eenvoudig te maken voor mensen”. Of een stad als Kopenhagen, waar men in 1947 het concept van de Vingerstad bedacht en tot op de dag van vandaag aan vasthoudt. Voorwaarde is dus niet alleen een goede visie, maar ook daar langjarig aan vasthouden. Het duurzame energiebeleid in Duitsland is hiervan een mooi voorbeeld. Een visie op de lange termijn richt de energie. Het voorkomt onrendabele of onverstandige investeringen. Nederland werd wereldwijd geroemd om haar planningstraditie. Laten we deze in ere herstellen! Waar gaan we heen? In deze nieuwsbrief laten wij zien hoe wij ons vandaag inzetten om morgen te maken.
Pepijn van Wijmen
[email protected] 4
5
Een hypermoderne containerterminal gebouwd met passie
6
Haven 8410, Tweede Maasvlakte, 2012: een kademuur en een zandvlakte. Opdracht: met een organisatie die vanaf de grond moet worden opgebouwd in drie jaar tijd een containerterminal opleveren die vol zit met innovaties. De missie is geslaagd: op 24 april heeft Koning Willem Alexander de terminal officieel geopend. Technical Integration Manager William Rengelink van APM Terminals en Tjitske van Erp van APPM blikken terug op een spannende en ook energievretende periode. Sleutel naar succes: passie, plezier in je werk en over je eigen schaduw kunnen heenstappen.
7
Eerst maar eens een dooddoener van de bovenste plank: het bouwen van een terminal is vooral mensenwerk. Ondanks alle innovatie die er in zit en het vakmanschap die dat van iedereen vereist. De realisatie van de terminal vergde optimaal samenspel van de drie bloedgroepen in het project, drie culturen: de mannen en vrouwen van IT, Civiele Techniek en Equipment (kranen, Automated Guided Vehicles). Dan is de menselijke factor van doorslaggevende betekenis.
Integraliteit en samenwerking
8
“
Het gesprek ging ik altijd aan vanuit de inhoud Tjitske van Erp
“
APPM werd onder andere in de persoon van Tjitske van Erp bij het project betrokken om het projectmanagement office op te zetten. Vanuit deze positie werd Tjitske de rechterhand van William Rengelink, die tot taak had de integratie van de drie bloedgroepen tot stand te brengen en een werkende terminal op te leveren. William: ‘Als je zes jaar hebt, kun je iedereen volgtijdelijk laten werken. Nu moest alles parallel gebeuren, en dat met nog nieuwe concepten.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘De bouwers waren al bezig met het storten van beton. Die zeiden: over drie dagen gaat de zaak dicht. Maar wij wisten nog niet hoeveel uitsparingen we nodig hadden voor de bekabeling van de kranen. Integraliteit en samenwerking zijn dan buitengewoon belangrijk.’
9
“
Er is geen plaats voor grote ego’s
Geen grote ego’s
On the job ontwikkelen, dat vergt van mensen dat ze anders gaan werken dan ze doorgaans gewend zijn. Flexibiliteit, wederzijds begrip. De bereidheid je oorspronkelijke plannen bij te stellen en weer een stap terug te doen, terwijl het werk al klaar leek te zijn. ‘We hebben leveranciers gekozen die trots zijn op hun product en die het aandurven om nieuwe technieken toe te passen en weten wat dat vergt. Vervolgens zijn we met zijn allen bij elkaar gaan zitten, waardoor ze mede-eigenaar werden van zowel probleem als oplossing. Leven en laten leven, iets voor elkaar over hebben. Een project als dit krijg je niet voor elkaar als je in de traditionele verkokering blijft zitten.’
Op het individuele vlak werden mensen geselecteerd op hun ambitieniveau: ze moesten het een uitdaging vinden aan zo’n proces deel te nemen. William: ‘Er is geen plaats voor grote ego’s, je moet inhoudelijk gedreven zijn en de wens hebben iets moois neer te zetten. Aan ons was het vervolgens om iedereen in zijn kracht te zetten en ruimte te geven voor eigen inbreng en eigen ideeën. Ons streven was dat iedereen elke dag happy op zijn werk verscheen en dat we zodoende onze doelen realiseerden.’
Foto:
Leven en laten leven
10
Sociale proces Tjitske speelde een zeer belangrijke rol in het bewaken van het sociale proces, aldus William. ‘Ervoor zorgen
“
William Renegelink
dat de chemie tussen de mensen goed bleef. Ik was zo met de inhoud bezig, dat de sociale kanten aan mijn aandacht ontsnapten. Daarvoor kon ik op Tjitske vertrouwen. Invoelen en inleven was belangrijker dan een risico-analyse. Het team is een team geworden en gebleven, doordat we zicht hebben gehouden op wat er onder de medewerkers leefde.’
Vertrouwenspersoon Tjitske ontwikkelde zich tot een vertrouwenspersoon. ‘Ik greep in als ik zag dat er binnen een team bepaalde zaken niet liepen. Het gesprek ging ik aan vanuit de inhoud, dan kwamen de persoonlijke en sociale aspecten vanzelf boven drijven. Mensen wisten dat het via mij weer bij William kwam als dat nodig was, en dat er dan een oplossing werd gevonden.’ Daarnaast raapte zij de projectonderdelen op die van de kar dreigden te vallen: ‘Bijvoorbeeld extern inloggen voor de leveranciers tot een nagenoeg standalone systeem.’
Lakmoesproef Na 3,5 jaar ‘groots en meeslepend’ bouwen, worden nu de puntjes op de i gezet. APPM-er Sanne van den Heuvel is nog steeds bij het project betrokken. Zij heeft onder meer het openingsspektakel medegeorganiseerd. Voor William is de ergste druk van de ketel, maar, zo benadrukt hij: ‘We zijn er nog niet.’ Hoewel hij de volgende keer meer tijd zou willen hebben voor de sociale aspecten, merkt hij dat iedereen trots is op het project. ‘De lakmoesproef is als we elkaar over een paar jaar in de kroeg tegenkomen. Dat we elkaar dan op de schouders slaan en zeggen: “Weet je nog hoe we dat voor elkaar hebben gekregen!”. Ik zou het mooi vinden als dat het geval was.’
Tjitske van Erp
[email protected] 11
TREINREIS naar de toekomst De overheid trekt zich terug, de samenleving en dus zeker ook het bedrijfsleven krijgt een grotere verantwoordelijkheid in het signaleren en oplossen van maatschappelijke vraagstukken. APPM pakt die handschoen graag op. Onder de vlag van Railforum werken we samen met Goudappel Coffeng, Schiphol, NS, Prorail en deskundigen uit de spoorsector aan de Spoorvisie 2050. In een vrije omgeving, niet ingekaderd door de agenda van de eigen organisatie en op basis van gelijkwaardigheid. Ook bezochten we Zwitserland om ons te laten inspireren. Dit alles leidde tot enkele nieuwe inzichten en verrassende conclusies. 12
13
“
De Grote Randstad blijkt een van de belangrijkste economische kernregio’s in Noordwest-Europa te zijn
Met de Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) blikt het Rijk nadrukkelijk vooruit. De horizon van de LTSA is 2028, maar omdat de levensduur van infrastructuur en materieel zo’n 30 tot 40 jaar is, voelden wij ons uitgedaagd de horizon naar 2050 te verleggen. 14
“
Erik van Kreuningen
Economische netwerken Uitgangspunt was te denken vanuit de inhoud. Niet vanuit het spoorsysteem, maar vanuit de ruimtelijk-economische vraagstukken die er liggen. Er ontspint zich in toenemende mate een grensoverschrijdende concurrentiestrijd tussen
Europese regio’s. Een goede connectiviteit met de relevante economische netwerken is voor Nederland cruciaal. Hierbij gaat het om het transport van zowel personen, goederen als informatie. Het spoor speelt in het optimaliseren van die connectiviteit een belangrijke rol.
Vier schaalniveaus We onderscheiden van groot naar klein vier schaalniveaus waarop het spoor een rol kan spelen. Het bovenste schaalniveau zijn de verbindingen vanuit Nederland met NoordwestEuropa (afstanden tot 500 km). 15
Malmö Copenhagen
Öresund
€ 400 mrd. Hamburg Bremen Amsterdam
Greater Londen
€ 1400 mrd.
Vlaamse Ruit
Grote Randstad
Antwerpen Duisburg
Lille
Berlin
Hannover
Essen
Brussel
Rhein-Ruhr Köln
Leipzig
Liege
Frankfurt Paris Le Mans
Ile de France
Metz
Würzburg
Mannheim
€ 1100 mrd.
Nürnberg Strasbourg Stuttgart
Tours
München Basel
Salzburg
Dijon Zurich
Vienna
Bern
Bordeaux
Lyon
Milano Vlaamse Ruit/ Parijs/Londen BRP € 1400 mrd. Rhein-Ruhr/Frankfurt/ Milano/München/Vienna BRP € 400 mrd. Hamburg/Berlijn/Öresund BRP € 1100 mrd.
16
Torino
Venezia
Het tweede niveau is de driehoek Amsterdam-Brussel-Keulen, ofwel de relaties met de economische regio’s in de landen om ons heen (afstanden tussen de 100 en 300 km). Niveau 3 zijn de verbindingen tussen de Nederlandse steden (afstanden tussen 30 en 100 km) en 4 is het stadsgewestelijk niveau (3 tot 50 km). De bovengrens van 500 km hebben we aangehouden omdat bij grotere afstanden de trein de strijd verliest van het vliegtuig. In de Spooragenda 2050 hebben we ons eerst geconcentreerd op de twee bovenste schaalniveaus.
Kernregio’s Om te kunnen vaststellen wat op het bovenste schaalniveau belangrijke verbindingen zijn, hebben we de economische kernregio’s van Noord-West-Europa in kaart gebracht op basis van het Bruto Regionaal Product (BRP) en het aantal inwoners. Daarnaast hebben we de reistijden vanuit de Grote Randstad per auto, trein en vliegtuig geïnventariseerd naar deze omliggende kernregio’s. Deze manier van kijken leidde tot een aantal interessante conclusies. De Grote Randstad blijkt een van de belangrijkste economische kernregio’s in Noordwest-Europa te zijn. Nederland is echter matig 17
“
aangehaakt op het snelle internationale treinnetwerk in de ons omringende landen. De oriëntatie lag de voorbije periode vooral in de richting Brussel-Parijs. Op die as is de trein concurrerend. Ruimtelijk-economisch gezien liggen er voor de Grote Randstad kansen in zuidoostelijke richting, met name richting Rhein-Ruhr en Frankfurt. Het is interessant om hierbij een gerichte strategie te voeren. We zouden, gebruikmakend van bestaande infrastructuur, snel kunnen aanhaken op de toegangspoorten tot de snelle treinnetwerken in België en Duitsland.
Nederland is matig aangehaakt op het snelle internationale treinnetwerk in de ons omringende landen
“
Pepijn van Wijmen
Hotspot Eindhoven Voor niveau 2 hebben we een vergelijkbare exercitie verricht. Naar aanleiding hiervan concludeerden we onder meer dat we de kernregio’s in de Grote Randstad sneller en directer met elkaar moeten verbinden. Zo versterken we de agglomeratiekracht en creëren we een krachtiger alternatief voor de auto. Bovendien ligt er een opgave om
Pepijn van Wijmen
[email protected] 18
de Nederlandse kernregio’s beter met de omliggende kernregio’s te verknopen. De regio Eindhoven heeft op dit schaalniveau een centrale positie. Er liggen interessante mogelijkheden om vanuit de regio Amsterdam en de regio RotterdamDen Haag de kwaliteit van de internationale verbindingen via deze regio te versterken.
Geen blauwdruk Spoor 2050 is geen blauwdruk, maar een andere manier om te kijken naar de ontwikkeling van ons spoorsysteem. De resultaten kunnen richtinggevend zijn voor lange termijn investeringen. De resultaten zijn bij het Rijk met belangstelling ontvangen. De komende periode gaan we dezelfde exercitie herhalen voor het goederenvervoer. Daarna zoomen we in op de kernregio’s in de Grote Randstad en daarbuiten.
Erik van Kreuningen
[email protected] 19
De gemeente Eindhoven heeft voor de stad heldere duurzaamheidsambities geformuleerd. Deze zijn nu ook naar de eigen organisatie vertaald in concrete doelen, inclusief een actieprogramma en jaarlijks te realiseren doelstellingen. Maartje Essens, projectleider MVO van de gemeente: ‘Ons externe duurzaamheidsbeleid is gestoeld op samen uitvinden en co-creatie. Dat hebben we nu ook door middel van het actieprogramma intern handen en voeten gegeven .’
20
Fotografie Verse Beeldwaren
Gemeente Eindhoven verduurzaamt eigen organisatie co-creatief
21
“
Het is makkelijk om van bovenaf iets op te leggen, maar dat zorgt niet direct voor betrokkenheid
Omdat duurzaamheid echt iets moest worden van en voor de organisatie, koos het projectteam voor zowel een bottom-up, als top-downbenadering. Maartje: ‘Het is makkelijk om van bovenaf iets op te leggen, maar dat zorgt niet direct voor betrokkenheid. Het werkt veel beter als het iets van de medewerkers zelf is en zij ook kunnen meedenken. Dan krijg je een herkenbaar en inspirerend actieprogramma.’ APPM werd in de persoon van Bart van de Velde betrokken om te adviseren over het proces van co-creatie. Voor de inhoudelijke milieuaspecten deed de gemeente een beroep op de expertise van Doede Wessels van DGMR.
Meteen aan de slag Nog voordat er een letter op papier stond, kwamen de eerste acties van de grond. Doede: ‘In overleggen 22
“
Maartje Essens
werden vanaf het begin bruikbare ideeën geopperd. Ik dacht: laten we gelijk meters gaan maken!’ Maartje: ‘We zijn direct naar de quick wins gaan zoeken. Medewerkers verbaasden zich bijvoorbeeld over de verwarmde fietsenstalling. De eerste reactie was: dat kan nu eenmaal niet anders. Tot onze installatieman zelf met de waterpomptang aan de slag ging en de verwarming uitschakelde. Een kleine actie, maar met direct resultaat.’
Zo kwamen er nieuwe onderwerpen naar boven die ook een plekje kregen in het actieprogramma.
Zeven thema’s In een periode van nog geen vijf maanden is een concreet en haalbaar actieprogramma gerealiseerd, bestaand uit vijf hoofdthema’s en twee ondersteunende thema’s met ambities, doelstellingen en acties. De hoofdthema’s zijn: verminderen van de CO2uitstoot, werken in energieneutrale gebouwen, verduurzamen van de mobiliteitsbewegingen,
hergebruik van afval en materialen en versterken van de biodiversiteit. De ondersteunende thema’s zijn coördinatie & management en communicatie & gedrag. Daarnaast is de financiële dekking en borging van taken en verantwoordelijkheden geregeld. Elk thema heeft een trekker die verantwoordelijk is voor zijn of haar specifieke ambities, doelstellingen en activiteiten. Een coördinator bewaakt de voortgang en zorgt voor de borging van de milieuaspecten in de interne processen.
Duurzaamheidswedstrijdjes Door meteen met tastbare zaken aan de slag te gaan, ontstond een sneeuwbal effect. Doede: ‘Mensen kwamen uit zichzelf langs met de vraag: waarmee kan ik jullie helpen?’ Medewerkers werden enthousiast. De groep werd groter, doordat collega’s andere collega’s erbij betrokken en uitnodigden. 23
Verduurzamen van de gemeentelijke mobiliteitsbewegingen was een van de hoofdthema’s.
Backcasting De invulling van het actieprogramma gebeurde aan de hand van de methodiek The Natural Step (TNS). Dit is een systeemtheorie die vier stelregels kent die je helpen ‘onduurzaamheid’ te voorkomen. Onderdeel van de TNS is het zogenaamde backcasting model. Je formuleert een ideale situatie, kijkt waar je nu staat en bepaalt heel concreet wat er nodig is om die ideale situatie te bereiken. Daarbij ga je 24
goed na welke maatregelen de beste Return on Investment hebben. Bart: ‘Vaak worden doelstellingen niet gehaald omdat de organisatie niet terug redeneert. Mooi om te zeggen dat je in 2020 20% energie bespaart, maar het is essentieel dat je jaarlijks meet of je nog op de goede weg bent. Daarbij moet duidelijk zijn wie binnen de organisatie voor welke duurzaamheidsaspecten verantwoordelijk is. Je spreekt doelstellingen af in plaats van uit.
De aanpak in Eindhoven onderscheidt zich met name hierin.’
Plezier Als Maartje wordt gevraagd naar haar mening over het resultaat, is ze vooral bescheiden: ‘Het moet zich nog bewijzen natuurlijk, we staan pas aan het begin. Maar ik denk dat we een prima basis hebben gelegd. Er is momentum gecreëerd. De kunst is de mensen te blijven inspireren. De kracht zit in
het leuk en begrijpelijk houden van de acties en het zichtbaar maken van de resultaten. En ik kan iedereen aanraden: als je aan zoiets begint, houdt de doorlooptijd kort.’
Bart van de Velde
[email protected] 25
DE ENERGIENEUTRALE WONING ALS MOTOR VOOR STEDELIJKE VERNIEUWING In Nederland is de gebouwde omgeving verantwoordelijk voor ongeveer een derde van het energieverbruik. De Energiesprong is een innovatieprogramma van Platform 31 dat zich ten doel stelt energiewinst binnen te halen door op grote schaal vraag en aanbod te creëren voor (met name) woningen zonder energienota. De economie, werkgelegenheid en naoorlogse woningvoorraad profiteren mee.
26
27
Over de streep
“
Steeds meer makelaars-taxateurs beseffen dat een Nul op de Meter woning toch heel wat anders is dan een ‘gewone’ woning
Een van de grootste uitdagingen op weg naar ‘Nul op de Meterwoningen’, is het bundelen van alle deeloplossingen tot één goed totaalproduct, aldus programmaregisseur en initiatiefnemer Ivo Opstelten. ‘Je kunt een goede warmtepomp aanschaffen, maar als er te veel warmte weglekt uit de woning of als de geluidsisolatie onvoldoende is, bereik je geen optimaal resultaat. Je wilt dus niet een garantie op de afzonderlijke spullen, maar op de resultaten van het 28
“
Ivo Opstelten
In de huursector zijn al de eerste deals met de corporaties gesloten. Er zijn nu zo’n 1.000 Nul op de Meter-woningen. Bouwbedrijven hebben concepten ontwikkeld. De volgende stap, die van de industrialisatie, kan worden gezet. Nu is de particuliere sector aan de beurt. Met name daar speelt het vraagstuk van financiering. Het lijkt simpel: je gebruikt de besparing op je energiekosten om de verbouwing
te financieren. Maar de bestaande rekenregels van financiële instellingen staan dat nog niet toe. Opstelten: ‘En makelaars-taxateurs vertalen de waarde van de verlaging van de energiekosten nog onvoldoende in de waarde van de woning. Maar de eerste financiële instellingen zijn over de streep en ook steeds meer makelaars-taxateurs beseffen dat een Nul op de Meter-woning toch heel wat anders is dan een “gewone” woning.’
geheel. Op dit moment ontwikkelen bouwers dit soort pakketten. Ik stel me voor dat je die als consument kan kopen in een soort Ikea-achtige winkels. Er moeten keuzemogelijkheden zijn, want er zijn meerdere manieren om hetzelfde doel te bereiken. De woning wordt energieneutraal gemaakt door één partij, die alles regelt, zowel het product als het proces. Hierdoor wordt de overlast van een renovatie tot een minimum beperkt.’ 29
“
Naoorlogse woningen en wijken krijgen een enorme impuls
“
Jantien van den Berg
100 pilots
Naoorlogse woningvoorraad Voor de particuliere markt is Jantien van den Berg van APPM als procesmanager betrokken. Zij ziet in het programma een geweldige kans om Nederland mooier te maken. ‘De herstructurering van de naoorlogse woningvoorraad is voor veel gemeenten een zorg. De woningen uit die tijd zijn seriematig gebouwd. Vaak zijn ze tochtig 30
en vochtig en hebben ze een hoge energierekening. Door de energierekening naar nul te brengen, komt geld vrij om te investeren in het comfortabeler, gezonder en mooier maken van die woningen. En dat is straks mogelijk voor iedereen. Naoorlogse woningen en wijken krijgen daarmee een enorme impuls.’
Eind vorig jaar hebben ruim 140 partijen de deal Stroomversnelling Koopwoningen getekend: gemeenten, provincies, energiecoöperaties, makelaars-taxateurs, aanbieders en financiële instellingen. Als programmamanager woningen ondersteunt, adviseert en verbindt Jantien die partijen, samen met het team van Energiesprong. ‘Met elkaar werken we dit jaar aan 100 pilots die ervoor zorgen dat eind van het jaar de particulier de Nul op de Meter-verbouwing in de “winkel” kan kopen. Ik doe dat samen met meerdere teams die allemaal op specifieke vraagstukken zitten. Ik bewaak de samenhang en met elkaar bepalen we de juiste interventies.’ Een van haar taken is de huurmarkt en particuliere markt te zwaluwstaarten, zodat deze elkaar kunnen versterken. ‘Dit doen we onder andere door de beweging in de verschillende regio’s te verankeren. Brabant en Utrecht zijn al mooie
voorbeelden. Eind van het jaar moeten huurmarkt en particuliere markt bij elkaar komen en wordt de beweging verder ondersteund vanuit de vereniging Brede Stroomversnelling, waar iedereen die iets kan bijdragen aan deze ontwikkeling mee kan doen.’
RTL 4 Het programma heeft nog een kleine zes maanden te gaan. Is het doel dan bereikt? Programmaregisseur Ivo Opstelten: ‘Er is een autonome beweging ontstaan die vanaf volgend jaar op eigen kracht kan doorrollen, maar mainstream is de energieneutrale woning nog niet. Dat hij een prominente plaats heeft verworven in het RTL 4-programma “Ons huis verdient het”, wil echter wel wat zeggen.’
Jantien van den Berg
[email protected] 31
DE TWEEDE GROTE
FIETSREVOLUTIE Midden jaren zeventig maakte Nederland een ware fietsrevolutie door. Onder maatschappelijke druk en gestimuleerd door de oliecrisis, gaf het toenmalige kabinet de fiets een prominente plaats in het nationale vervoerbeleid. Er werd in het land een hoogwaardig vrijliggend fietsnetwerk uitgerold, waardoor het fietsgebruik spectaculair steeg en het aantal fietsdoden daalde van 3.300 in 1971 tot (nu) minder dan 200 per jaar. Maar heeft de fiets nu de plek die hij verdient? Nee, zeker in de grote steden niet. Tijd voor een volgende grote stap!
32
33
Tour de Force Ook op nationaal niveau krijgt de fiets meer aandacht. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft deze modaliteit een volwaardige plaats gegeven in het programma Beter Benutten. APPM werkt mee aan de positionering van het natio34
nale fietsbeleid en ondersteunt het ministerie bij de ‘Tour de Force’. Dit initiatief moet een impuls geven aan het fietsen door de samenwerking te bevorderen tussen alle overheidslagen, fietsindustrie en belangengroepen. En we begeleiden regionale projectleiders bij het bestrijden van files door de (elektrische) fiets meer op korte ritten in te zetten als alternatief voor de auto. APPM is ook verbonden aan de Dutch Cycling Embassy, een organisatie die zich ervoor inzet van de Nederlandse fietskennis een sterk exportproduct te maken.
Durf, faciliteer, verleid Samen met Goudappel Coffeng hebben we een totaalpakket samengesteld waarmee het fietsgebruik
“
Is het niet eens tijd om onze fietsen meer collectief te benutten? Erik Tetteroo
in de stad verder gestimuleerd kan worden. We hebben drie motto’s: durf, faciliteer en verleid. ‘Durf’ houdt in dat de fiets in het mobiliteitsbeleid evenredige aandacht krijgt. Met andere woorden: stel het percentage budget centraal aan het percentage fietsers in de stad. In de grote steden wint de fiets het als vervoersmiddel van de auto. Kies in dat geval voor de fiets. Ken je fietser, weet welke routes hij wel of juist niet gebruikt.
“
Over de hele wereld leeft nu meer dan de helft van de bevolking in een stad. In Nederland is dat zelfs al rond de 80%. En in onze grote steden wint de fiets de slag met de auto. Dat vertaalt zich steeds meer in beleid. Zo is de fiets topprioriteit in de mobiliteitsagenda’s van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Of neem de serieuze strijd tussen gemeenten om de titel ‘Fietsstad van het jaar’.
Mobiliteitsketen ‘Faciliteren’ betekent vergemakkelijken. Veilige fietsroutes voor alle leeftijden, snelle fietsroutes en veilig en goed fietsparkeren. De fiets als onderdeel van de mobiliteitsketen: prettig overstappen van auto op fiets en van fiets op OV. En is het niet eens tijd om onze fietsen meer collectief te benutten? Geen zeeën wachtende en dus onbenutte fietsen bij het station, 35
“Leer je fietser kennen, neem weerstanden weg “
en stuur op motivatie Birgit Cannegieter
maar overzichtelijke plukjes deelfietsen door de hele stad. Een geschikte fiets voor elk moment, of je nu wilt gaan mountainbiken in het bos, op een afgelegen metrostation aankomt of gewoon je huis uitloopt op weg naar je werk. De moderne technologie (apps, smart phones, GPS) kan ons daarbij helpen, ook bij het betrouwbaarder en voorspelbaarder maken van een fietstocht.
Belonen
‘Verleiden’ is de derde poot. Leer je fietser kennen, neem weerstanden weg en stuur op motivatie. Ontwikkel gerichte en leuke campagnes. Beloon de fietser. Dat kan op ludieke wijze, bijvoorbeeld door een applaus te laten opklinken boven op een brug, maar ook financieel, door fietskilometers in de reiskostenvergoeding op te laten nemen.
Birgit Cannegieter
[email protected] 36
Fiets-Utopia
Recent hebben we tijdens het symposium van Studievereniging ConcepT van Civiele Techniek in Enschede studenten uitgedaagd na te denken over Fiets-Utopia. Wat vind je in Fiets-Utopia? En hoe komen we daar? Daar kwamen veel wilde en leuke ideeën uit. Maak van de fiets een vergaderplek! Bespaar tijd en energie door een overleg te houden tijdens het fietsen maar denk ook aan het creëren van nieuwe ontmoetingsruimtes op knooppunten van fietspaden en langs (snel)fietspaden. Of laat buurten met elkaar strijden om de titel Meest Fietsvriendelijke Buurt, door met verkeerstellers de scores bij te houden en deze actueel op borden weer te geven. Sinds de eerste fietsrevolutie in de jaren zeventig is de populariteit van de fiets enorm toegenomen. Inmiddels is de wereld veranderd, en onze kijk op die wereld ook. Laten we onze nieuwe inzichten en de verworvenheden van de moderne technologie gebruiken om een volgende grote stap te maken!
Erik Tetteroo
[email protected] 37
MOOI! De balans tussen cultuur en natuur
Nederland is door mensenhanden gemaakt. We bedenken steden, landschappen. De kunst is hoe we de balans vinden tussen het bedachte en het natuurlijke. Als je me dan vraagt: ‘wat is mooi in Nederland?’ denk ik aan onze oude steden, zoals Utrecht, Zwolle en Amsterdam. De logica van de grachtengordel: de schoonheid zit daar in een idee. En ik denk aan de Friese slootjes, aangelegd om het water onder controle te houden. Ik beleef het Friese landschap vanaf het water, schaatsend of zeilend. De schoonheid van het platte land, de vier seizoenen met hun eigen kleuren. Op het Friese water ervaar ik de balans tussen het natuurlijke en het gecultiveerde.
Volgens Pieter-Jan Postma 38
39
“
Op het Friese water ervaar ik de balans tussen het natuurlijke en het gecultiveerde
40
“
Pieter-Jan Postma
Mooi? In elk nummer van het APPM Magazine geven we iemand de kans om een voorbeeld van ‘MOOI’ voor te dragen. Heeft u een ‘MOOI’ idee stuur het dan op naar
[email protected] voor in het volgende magazine. We zijn benieuwd!
41
APPM feliciteert Pieter-Jan Postma!
Fotografie Erik van Tertholen
Onder toeziend oog van een grote groep APPM’ers heeft Pieter-Jan Postma op 30 mei jl. de prestigieuze Delta Lloyd Regatta in de Finn-klasse gewonnen. In eerdere edities had Pieter-Jan net naast de eerste prijs gegrepen, en dus was zijn vreugde deze keer extra groot: ‘Ik heb wel een paar keer teruggedacht aan de afgelopen jaren. Nu moest het er maar eens van komen. Het is heerlijk om die reeks tweede plaatsen te doorbreken.’ Je eigen koers varen, je hart volgen zonder je verstand te verliezen. Dat is wat PieterJan Postma doet in zijn Finn Jol en dat is ook wat de APPM’er graag doet. En dat is dan ook precies de reden dat APPM de sponsor is van Pieter-Jan.
42
Gezocht Contractmanager Civiel (m/v)
Werkgebied Onze opdrachtgevers in het werkveld Infrastructuur, Water en Mobiliteit willen meer en beter gebruik maken van de slagkracht, de kennis en de creativiteit van de markt. Tegelijk bestaat er terughoudendheid voor de toepassing van geïntegreerde contracten. Hier is een wereld te winnen! Als contractadviseur of contractmanager houd je je bezig met contractvormkeuze en contractbeheersing, zoals UAV-gc, D&C of DBFM. Je bent betrokken in het voortraject, maar ook in de tender- en aanbestedingsfase en de uitvoeringsfase van infrastructuur, rail- en waterbouwprojecten. Profiel Je hebt een afgeronde HTS-/TU-opleiding (Civiele Techniek). Je hebt minimaal 5 - 6 jaar ervaring met complexe projecten en bent werkzaam geweest in de infra- of waterwereld bij een aannemer, een advies- of ingenieursbureau. Inhoudelijk ben je civiel technisch, maar je hebt oog en gevoel voor het proces en de omgeving. Je hebt kennis en ervaring 44
op het gebied van systems engineering, UAV-GC en systeemgerichte contractbeheersing. Je kan goed inschatten welke verschillende belangen er spelen en je kunt je daarbij goed verplaatsen in de ander. Je beschikt over een goed netwerk in de weg- en waterbouwsector. Tot slot heb je een analytisch denkvermogen, een stevige ambitie, vind je zelfontwikkeling belangrijk, heb je overtuigingskracht en ben je initiatiefrijk. Interesse De APPM-collega’s zijn open en mensgericht. De ontwikkeling van de APPM’er en daarmee APPM staat steeds centraal. Bij APPM kun je niet alleen veel verantwoordelijkheid verwachten, maar ook veel vrijheid en een hoge mate van zelfstandigheid. Voor meer informatie over deze functie kun je contact opnemen met Jon Bellis, 023 5621630. Je kunt je brief met CV sturen naar ons kantoor in Hoofddorp of per mail naar
[email protected]. 45
OP WEG NAAR EEN
HOOFDSTEDELIJK SNELLAADNETWERK
Blue Boat Company is de eerste rederij ter wereld die zijn elektrische rondvaartboten oplaadt met een slimme snellader die werkt met Mode 4 snellaadtechniek en het Open Smart Charging Protocol (OSCP). In mei werd het snellaadstation in gebruik genomen. Wat directeur Ramón 46
van der Storm en Matthijs Kok van APPM betreft, gaat het snelladen de hele hoofdstad veroveren. Matthijs zet daarvoor een transitieagenda op. Ramón: ‘Naar een snellaadnetwerk niet alleen voor alle rondvaartboten, maar ook voor andere modaliteiten zoals taxi’s, vrachtwagens en bussen.’ 47
De laadtechniek is afkomstig uit de auto-industrie, die wat elektrische aandrijving betreft, voorligt op de scheepvaart. Matthijs: ‘Het slimme zit ‘m in het feit dat het een open en veilig systeem is. Verrekening achteraf is mogelijk, waardoor verschillende typen afnemers en gebruikers met hun vaar- of voertuigen er gebruik van kunnen maken. Ook de verdeling van de stroom is slim. Als je nu meerdere boten tegelijk aan één steiger zou opladen, slaan de stoppen door. Met de slimme snellaadtechniek wordt het vermogen over de elektrische rondvaartboten verdeeld.’
“
Juiste combinatie
Meerdere modaliteiten
Frisdenkers
Matthijs kwam op het idee de expertise uit de automotive naar de scheepvaart te vertalen, toen hij in Helmond werkte aan een onderzoek naar het elektrificeren van stadsbussen. ‘Heliox, leverancier van snellaadpalen, was een van de partners in het project. Heliox heeft weer connecties met Allego, een dienstverlener op het gebied van elektrisch laden. Daarmee had ik de juiste combinatie van diensten en expertise gevonden. Samen met hen stapte ik naar Blue Boat Company, omdat ze daar al een tijd elektrisch varen.’
Directeur Ramón van der Storm was in 2007 de eerste in de hoofdstad die met grote rondvaartboten elektrisch ging varen. Hij had meteen oren naar het voorstel van Matthijs: ‘Ik heb nu tien uur nodig om een boot te laden. Al die tijd ligt hij voor Pampus. Met de snellader gaat dat in twee uur.’
Matthijs is nu via interviews het speelveld aan het inventariseren. Het doel is om met een groep koplopers een gemeenschappelijk transitiepad te ontwikkelen naar zero emissie rondvaart. ‘Ik praat met verschillende partijen, waaronder Blue Boot Company, en verder onder meer met de gemeente Amsterdam en Waternet. Met frisdenkers, want dat zijn de mensen die je nodig heb om een beweging op gang te brengen. Mensen die de stad verder willen helpen en die niet in hun eigen belang blijven zitten.’ Hij stelt zich een living lab voor: de rondvaart van de toekomst.
Ik heb nu tien uur nodig om een boot te laden, met de snellader gaat dat in twee uur
“
Ramón van der Storm
Ook het idee een transitieagenda op te zetten wordt door hem omarmd. ‘De gemeente wil in 2025 alleen nog maar elektrische rondvaartboten in de stad hebben. We moeten nu dus de stappen zetten naar een stedelijk snellaadnetwerk. Daar kunnen alle rederijen gebruik van maken, maar ook andere modaliteiten. Zodra de huidige taxi’s geschikt zijn voor Mode 4, kunnen die er ook stroom van aftappen. Die gezamenlijkheid is een kans. Wat hebben we eraan als iedereen zijn eigen systeem ontwikkelt en we niet bij elkaar kunnen laden? Laadinfrastructuur ontwikkelen kost veel geld, als we het samen aanpakken is het altijd goedkoper.’
Ramón gaat in de loop van het jaar meerdere boten ombouwen voor het nieuwe laadsysteem. ‘Uiteindelijk willen we allemaal schoon door het UNESCO-werelderfgoed varen. Met de huidige techniek is dat mogelijk.’
Matthijs Kok
[email protected] 48
49
De mobiliteitsdoelstellingen van de provincie zijn vastgelegd in de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). De opgave is om deze te vertalen naar een samenhangend pakket van maatregelen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur (MPI) en in het Meerjaren Onderhouds Programma (MPO). Daarnaast zijn een adequate aansturing, uitvoering en waar nodig bijsturing van deze programma’s belangrijke opgaven. Gezamenlijk vormen deze onderdelen het geheel van de mobiliteitsketen.
VAN AMBITIE NAAR PROJECT:
SAMEN STEVIG STUREN
Overheden weten doorgaans goed wat hun ambities en inhoudelijke opgaven zijn. Lastiger is het om deze te vertalen naar een programma en vervolgens naar concrete projecten. Hoe organiseer je de weg van abstracte wensbeelden naar werkelijkheid? De provincie Zuid-Holland heeft dit proces voor het mobiliteitsbeleid scherp neergezet onder de noemer Samen Stevig Sturen. APPM adviseerde daarbij. Miran Wiersema van APPM: ‘Wil je iets veranderen, intervenieer dan ook vrij snel in het primaire proces. Zo voorkom je dat het een louter theoretische exercitie wordt.’
50
Hele keten Bij de ‘mobiliteitsketen’ zijn vijf organisatieonderdelen betrokken: Mobiliteit & Milieu, Ambtelijk Opdrachtgeverschap,
51
Programma’s & projecten, dienst Beheer en Infrastructuur en Financiën & Juridische Zaken. ‘We wilden als provincie het opdrachtgeverschap en projectmanagement verder professionaliseren, maar ook helder krijgen hoe het gehele proces eruitzag en wie daarin welke rol speelt,’ aldus Arjan Driesprong, directeur van de dienst Beheer en Infrastructuur en voorzitter van de stuurgroep. ‘Hoe ziet de hele keten er uit en welke fases zijn daarin te onderscheiden, vanaf verkenning tot en met onderhoud. Wie heeft welke taken en verantwoordelijkheden? Welke besluitvormingsmomenten zijn er? Hoe zit het met de financiën?’
Elkaar aanspreken
“
Mensen hebben inzicht in het totaal gekregen en wat hun eigen plaats daarbinnen is
“
Adrie Driesprong
Arjan Driesprong: ‘Mensen hebben inzicht in het totaal gekregen en wat hun eigen plaats daarbinnen is. Ze hebben de andere schakels in de keten beter leren kennen en weten elkaar beter te vinden. Gevolg daarvan is dat je elkaar tijdig informeert en beter ondersteunt. Ook spreek je elkaar makkelijker aan. Zaken die niet goed lopen, komen nu sneller op tafel.’De mensen die hier dagelijks mee bezig zijn, zijn bij het ontwikkeltraject betrokken. Hierdoor is ‘Samen Stevig Sturen’ een begrip in de organisatie geworden.
Vanuit de praktijk
Verbinding APPM adviseerde om vanuit het primaire proces aan de slag te gaan en de hele mobiliteitsketen te laten participeren in het verandertraject. Miran Wiersema: ‘Door vanaf het begin samen in gesprek te gaan, is een cultuur ontstaan waarin de individuele medewerker zich niet alleen verantwoordelijk voelt voor zijn eigen plek in de keten, maar ook voor het geheel. Er is een gezamenlijk beeld gevormd over hoe 52
de keten zou moeten functioneren. Zowel de afzonderlijke onderdelen als ook het totaal. Om van je ambitie en beleidsdoelstellingen naar effectieve infrastructurele aanpassingen te komen, moet je de strategievorming en het uitvoeringsproces goed vorm geven en met elkaar verbinden. Programmamanagement, opdrachtgeverschap en projectmanagement zijn belangrijke activiteiten in de sturing, uitvoering en bijsturing.’
Sinds het laatste kwartaal van vorig jaar is de organisatie daadwerkelijk anders bezig. Miran Wiersema: ‘Het is nu doen, leren en verder ontwikkelen. Zo professionaliseert de organisatie zelf vanuit de primaire processen en de dagelijkse praktijk.’ Als Arjan Driesprong naar z’n grootste eyeopener wordt gevraagd, antwoordt hij: ‘Op al die verschillende plekken in de organisatie deden we ons werk op een andere manier. Het is verbazingwekkend hoe je snel tot uniformering komt als je daar inzicht in krijgt.’ 53
VERDEDIGINGSFORT WORDT PUBLIEKSTREKKER De Westeinderplassen bij Aalsmeer: excellent zeilwater en een boeiend natuurgebied. Merkwaardig genoeg zijn de plassen relatief onbekend bij veel watersporters en natuurliefhebbers. Daar wil de gemeente verandering in aanbrengen. De herontwikkeling van Fort Kudelstaart, onderdeel van de Stelling van Amsterdam, biedt een gouden kans. Als het aan de zuidoever gelegen fort een aantrekkelijke nieuwe bestemming krijgt, zal het voor recreanten een magneetfunctie hebben. De grote kunst is een bestemming te vinden die recht doet aan de cultuurhistorische waarde van het fort. APPM begeleidt de gemeente in dit proces.
54
55
“
We willen van het fort een plek maken waarvan mensen zeggen: daar moet je geweest zijn!
“
Jop Kluis
Aalsmeer wil zichzelf breed op de recreatieve kaart zetten. Wethouder Jop Kluis van Recreatie en Toerisme wil eerst het laaghangend fruit plukken. ‘De Westeinderplassen liggen aan de Staande Mast Route. De meeste schepen racen er echter gewoon aan voorbij. We willen de vaarroutes verbeteren waardoor je een mooi rondje vanaf Amsterdam kunt varen. En we willen van het fort een plek maken waarvan mensen zeggen: daar moet je geweest zijn!’
Meerdere scenario’s Het fort is prachtig bewaard gebleven en een van de mooiste van de Stelling. Een jaar geleden heeft het ministerie van Defensie het vrijgegeven voor openbaar gebruik. Aalsmeer is nog geen eigenaar maar exploiteert het nu. Ondertussen bezint de gemeente zich op het vervolg. Verkoop aan een marktpartij is een optie, waarbij door middel van een aanbesteding de gewenste bestemming wordt gegarandeerd. Een andere mogelijkheid is de grond in erfpacht uitgeven 56
en zo greep houden op de ontwikkelingen. Het meest revolutionair is het scenario waarbij de gemeente het fort zelf in bezit neemt, erin investeert en het vervolgens verhuurt.
Behoud wat ge hebt Er hebben zich al veel markpartijen gemeld, maar zorgvuldigheid staat voorop, aldus de wethouder. ‘In het wapen van Aalsmeer staat de spreuk: “Behoud wat ge hebt.” Daar zullen we naar handelen. Een grote uitdaging is de cultuurhistorische waarde te bewaken en het fort tegelijk een aantrekkelijke nieuwe bestemming te geven. De huidige begroeiing bijvoorbeeld zorgt voor een beschutte haven, maar ze belemmert wel de oorspronkelijke vrije zichtlijnen. Of de houten lambrisering: wat moet je daarmee als je doucheruimtes gaat aanleggen? Eventueel moeten we genoegen nemen met minder opbrengsten, zolang de waarde van het fort maar gegarandeerd is. De vraag is: welke compromissen willen we met de toekomstige gebruiker sluiten?’ 57
Tijdelijk gebruik
“
We hebben alle tijd om er een prachtig plan van te maken
“
Jop Kluis
Onder meer in het vinden van die balans is APPM van toegevoegde waarde, aldus de wethouder. ‘We hebben als gemeente wel ideeën over de toekomst van het fort, maar weten niet precies hoe we daar kunnen komen. Ik wil nu geen beslissingen nemen waarvan ik achteraf spijt krijg. Daarom heb ik APPM in de persoon van Peter Oussoren bij het proces betrokken. Hij adviseert ons bij het maken van de afwegingen en de onderhandelingen met het Rijks Vastgoedbedrijf. Het RVB wilde het fort kaal opleveren, maar Peter kwam met de suggestie om het direct als jachthaventje te exploiteren. Door dit tijdelijk gebruik hebben we wat inkomsten en kunnen we de plek onderhouden.’
Ruimte voor de markt Peter stelt ook de leidraad voor de selectie van ondernemers op. 58
Peter: ‘Je kunt zelfs het meest complexe gebouw een nieuwe toekomst geven, mits je de randvoorwaarden goed regelt. Het bedenken van een nieuwe en rendabele functie voor Fort Kudelstaart is geen overheidstaak, daar kun je het beste marktpartijen de ruimte voor geven. Het is dan wel zaak dat je als gemeente de regie behoudt.’ Rond de tijd dat dit artikel verschijnt, heeft de gemeenteraad van Aalsmeer een besluit genomen over het vervolgscenario. Wat wethouder Jop Kluis betreft, is het rustig aan, dan breekt het lijntje niet. ‘Dat is het leuke van dit proces: we hebben alle tijd om er een prachtig plan van te maken.’
Peter Oussoren
[email protected] 59
ELEKTRISCH VERVOER:
nog even uw aandacht a.u.b.
60
Nederland is wereldwijd koploper Elektrisch Vervoer (EV). Wat betreft aantallen voertuigen, interoperabel laden en marktontwikkeling. Dat hebben we in vijf jaar voor elkaar gekregen en daar mogen we trots op zijn! Maar… we kunnen niet op onze lauweren rusten. Willen we onze koppositie behouden, dan moeten we nog even bij de les blijven.
61
Meer EV betekent een schonere lucht en dus meer gezonde mensen en lagere gezondheidskosten. Bovendien brengt EV groene groei. En wat te denken van de betekenis voor de energietransitie? Als de groei zo doorgaat, leveren elektrische voertuigen in 2020 evenveel opgesteld vermogen als een kerncentrale! Daarmee is EV als onderdeel van een smart grid van groot belang voor het managen van de pieken en dalen in de energievoorziening.
Elan en durf
Fastned is een netwerk van snellaadstations voor elektrische auto’s. 62
Voor het Nederlandse EV-succes zijn meerdere verklaringen aan te voeren. Wat opvalt is het elan en de durf. In de wereld van het EV geldt wat in de hele duurzaamheidssector van toepassing is: wacht niet de laatste technologische ontwikkelingen af, want de technologie blijft zich ontwikkelen. Ga vooral aan de slag en zie waar je uitkomt.
Denk aan Amsterdam dat voor de muziek uit investeerde in laadpalen en daardoor op het netvlies van de internationale EV-wereld kwam. APPM organiseerde destijds voor de hoofdstad deze grootschalige aanbesteding van oplaadinfrastructuur.
Wenkbrauwen Het overheidsbeleid heeft succes gehad. EV is niet heilig, maar wordt toegepast binnen die sectoren waar het werkt. Bijvoorbeeld groen gas voor vrachtvoertuigen en elektrische energie voor personenvoertuigen. Het einddoel - in 2050 elk voertuig zero emissie - wordt daarbij niet uit het oog verloren. Bij de stimulerende maatregelen werden wel eens de wenkbrauwen opgetrokken. Er is echter een markt met voldoende volume ontstaan om het nationale en internationale bedrijfsleven te verlokken tot investeringen en innovaties. 63
“
Als de groei zo doorgaat, leveren elektrische voertuigen in 2020 evenveel opgesteld vermogen als een kerncentrale
Triple helix En dan: we zijn in Nederland ijzersterk in polderen en samenwerken. Dat is noodzakelijk als je een nieuwe markt als deze wilt ontwikkelen. Exemplarisch is de uitstekende samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid, de triple helix. Het buitenland kijkt groen van jaloezie naar dit Nederlandse model.
Valley of Death In het EV hebben we de innovatieperiode nu bijna achter de rug. Een opwindende tijd, waarin start ups op 64
de markt verschijnen en de politiek een fris gezicht kan laten zien door zich te verbinden aan duurzame vernieuwingen. Nu breekt een cruciale fase aan: continueren we de inzet en houden we de voorsprong vast? Of verslapt de aandacht en inzet en komt EV in de gevreesde Valley of Death?
laat in de binnensteden alleen schoon bevoorradingsverkeer toe. Of geef elektrische bevoorrading permissie ook buiten venstertijden te rijden. In Amsterdam moet de rondvaart in 2025 geheel elektrisch zijn, een ambitie die de rederijen duurzaam doet innoveren. Zie het artikel over snelladen op pagina 44.
Elektrische rondvaart
Slim aanbesteden
Door relatief kleine zetjes kunnen we die fase vermijden. Denk aan slim gemeentelijk beleid: kost weinig en levert veel op. Bijvoorbeeld:
Slim aanbesteden: ook al iets wat weinig kost en veel oplevert. APPM heeft Schiphol ondersteund bij haar aanbesteding van het taxivervoer,
“
Mark van Kerkhof
een succesvolle tender die in één klap leidde tot het meer dan verdubbelen van het aantal elektrische taxi’s in Nederland!
Topsectorenbeleid Wat kunnen we nog meer doen? EV een vaste plaats in het Topsectorenbeleid geven bijvoorbeeld. Het Topsectorenbeleid gaat over het verbinden van thema’s. Dat is precies wat EV doet: het verbindt High Tech met energietransitie, transport en ICT. Financier pilots vanuit een nieuwe Topsector EV, 65
“
EV verbindt High Tech met energietransitie, transport en ICT
“
Harm-Jan Idema
TU Delft wint Formula Student Electric in Duitsland.
bijvoorbeeld op het gebied van inductieladen (rijdende laden). En laten we het flexibele beleid continueren. Wel is een balans tussen flexibiliteit en continuïteit nodig. Continuïteit is immers voor ondernemers een basisvoorwaarde voor het doen van investeringen. 66
Met relatief weinig inspanningen kunnen we de groei naar market readiness voltooien. Nog tien jaar, en dat is weinig voor een geheel nieuwe markt, dan is de technologie zo ver doorontwikkeld en zo goedkoop geworden, dat EV volledig op eigen benen staan.
Mark van Kerkhof
[email protected]
Harm-Jan Idema
[email protected] 67
H-TEAM NEXT GENERATION: HET VUURTJE VERDER OPSTOKEN
68
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Door de economische recessie en de enorme leegstand was ‘bouwen in de wei’ niet langer lucratief. Marktpartijen voelden in toenemende mate de financiële en maatschappelijke druk om iets te doen met de miljoenen vierkante meters leegstand vastgoed. Daardoor ontstond ruimte voor spannende, mooie en zinvolle herbestemmingsinitiatieven. Het Herbestemmingsteam (H-team) onderstreepte de urgentie van herbestemming en slechtte de eerste barrières in wet- en regelgeving. Onlangs droeg het team het stokje over aan het H-team Next Generation. Hilco van der Wal van APPM is een van de teamleden. 69
CULTUURVERANDERING Het voltooien van de cultuurverandering beschouwt hij als een belangrijke opgave voor het nieuwe H-team. ‘Want niet bouwen maar verbouwen is de opgave van de toekomst. Zoals minister Blok zei toen wij het stokje van het vorige H-team overnamen: “Herbestemming is dè opgave van de komende jaren.”’
KRIMPGEBIEDEN
Hilco geloofde altijd al in herbestemming van vastgoed, nog voordat de recessie het probleem genadeloos blootlegde. ‘Mijn overtuiging was en is dat een gebouw een tweede kans verdient. Met herontwikkeling, herstructurering en transitie kunnen we het 70
volbouwen van open land voorkomen. Samen met enkele partijen buiten APPM hebben we daarom de Urbanisator opgericht. We brengen eigenaren, gebruikers en overheden op gebiedsniveau bij elkaar. Gezamenlijk blazen we afglijdende bedrijventerreinen nieuw leven in.’
Dankzij het werk van het vorige H-team zijn procedures steeds minder een probleem; volgens Hilco moet nu vooral de aandacht uitgaan naar de manier waarop gemeenten ze toepassen. In de krimpgebieden ziet hij een speciale uitdaging. ‘In een stad als Amsterdam is het relatief eenvoudig om een nieuwe bestemming voor een gebouw te vinden, maar welk alternatief programma stel je op voor een pand in de Achterhoek?’ 71
Niet bouwen maar verbouwen is de opgave van de toekomst Hilco van der Wal
“
Fotografie Joost Enkelaar
“
GROTER SCHAALNIVEAU
BETROKKEN ONDERNEMERSCHAP Hilco waarschuwt voor de aantrekkende markt. ‘In de afgelopen jaren is een nieuwe manier van ontwikkelen ontstaan. Lokale initiatieven kregen een kans, tijdelijk gebruik zette afglijdende gebieden opnieuw op de kaart en voegde daarmee waarde toe. We moeten 72
niet terugvallen in het oude denken. Het is de kunst om de bezieling en het betrokken ondernemerschap binnenboord te houden, ook als de grote traditionele ontwikkelaars zich er straks weer mee gaan bemoeien.’
De spanning tussen ruimte bieden voor initiatieven enerzijds en het realiseren van kwaliteit anderzijds vindt hij een boeiend vraagstuk. ‘Herbestemming is handwerk en wordt succesvol als je de plek snapt. Het is belangrijk over de grens van het gebouw heen te kijken. Hoe verhoudt de nieuwe bestemming zich tot de opgaven voor het gebied, maar ook voor de stad en regio? Als je die vraag op dat schaalniveau met een brede groep betrokkenen beantwoordt, breng je een vliegwiel op gang.’ Hij ziet hier ook een rol voor de overheid. ‘Maar met name de grondpolitiek staat herbestemming nog vaak in de weg. De overheid heeft conflicte-
rende belangen. Enerzijds is de overheid marktmeester, maar anderzijds zijn ze als grondeigenaar ook marktpartij.’ De sfeer in het H-team is uitstekend, aldus Hilco. ‘Zet acht bevlogen mensen bij elkaar, en er komt veel energie vrij.’ Wanneer hij zijn missie als geslaagd ziet? ‘Als we de in gang gezette beweging gaande houden en doorontwikkelen.’
Hilco van der Wal
[email protected] 73
Nederland mooier maken
74
Marksingel 2c 4811 NV Breda 076 5210639
Redactie: Hester Ozinga, Monique Nales en Pepijn van Wijmen Tekst: Vincent Westzaan Vormgeving: Hope & Glory Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of overgenomen onder voorwaarde van bronvermelding.
APPM werkt aan een mooier Nederland. We streven naar een leefbare, bereikbare, klimaatbestendige, waterrijke en duurzame samenleving.
Spicalaan 8 2132 JG Hoofddorp 023 5621630
Colofon
appm.nl
[email protected] twitter.com/APPMnl linkedin.com/company/appm
Röntgenlaan 19c 2719 DX Zoetermeer 079 3600044 75
BOUW MEE AAN EEN BETERE TOEKOMST!
Wereldwijd wonen anderhalf miljoen mensen in een Habitat huis. Elke 4 minuten helpen we weer een gezin aan een dak boven hun hoofd. Helpt u mee?
76