Provincie OOST-VLAANDEREN Gemeente Zelzate
NOTA AAN DE BEVOLKING D.D. 30 DECEMBER 2013
De hieronder vermelde lijst kan eveneens worden ingezien op het gemeentesecretariaat elke werkdag van 09.00 uur tot 11.45 uur en dit in de periode van 4 februari 2014 tot en met 23 februari 2014. PUNT I
OPENBARE ZITTING
1a)GEMEENTEBELASTING OP HET ONTBREKEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTELPLAATSEN BIJ MEERGEZINSWONINGEN EN KAMERWONINGEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een gemeentebelasting gevestigd op ontbrekende parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen bij meergezinswoningen en kamerwoningen. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de houder van de stedenbouwkundige vergunning: 1) op het ogenblik van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning; 2) op het ogenblik dat de bestemming van een aangelegde parkeerplaats en/of fietsstelplaats gewijzigd wordt; 3) op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de in de stedenbouwkundige vergunning voorziene parkeerplaatsen en/of fietsstelplaatsen niet werden aangelegd en het gebouw reeds in gebruik genomen werd. Als houder van de stedenbouwkundige vergunning wordt beschouwd degene die de stedenbouwkundige vergunning bekwam of degene die in zijn rechten en verplichtingen treedt om de werken, op basis van deze vergunning uit te voeren. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld op 10 464 euro per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme parkeerplaats en 1 046 euro per ontbrekende of niet behouden of niet-conforme fietsstelplaats zoals vastgesteld in de stedenbouwkundige vergunning op basis van het aantal parkeerplaatsen en fietsstelplaatsen aangegeven bij de stedenbouwkundige aanvraag. 1b) RETRIBUTIE OP PMD-AFVALZAKKEN Algemeen Artikel 1: - Het gemeenteraadsbesluit van 26 april 2007 met betrekking tot retributie op PMD-afvalzakken wordt opgeheven. Artikel 2: - Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 wordt de retributie bepaald op 5,00 euro per verpakking van 20 PMD-afvalzakken (0,25 euro per PMD-zak) Het bedrag dekt zowel de kostprijs van de aankoop der zakken als een gedeelte van de kosten van de dienstverlening voor het ophalen en verwerken van het afval. Artikel 3: - De invordering van deze retributie geschiedt overeenkomstig de regelen van de burgerlijke rechtspleging. 1c) HUISVUILGERELATEERDE BELASTINGEN Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 worden volgende huisvuilgerelateerde belastingen geheven: Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis; Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark.
Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor ophalingen aan huis Deel per lediging: Het forfaitair deel per lediging en het deel per aangeboden gewicht blijft verschuldigd zolang de afmelding van de container(s), bij verhuizing, niet is gebeurd bij de intercommunale maatschappij die voor de huisvuilophaling instaat. Enkel voor de grijze (restafval)containers wordt een belasting per lediging aangerekend, zijnde : 0,12 euro per lediging van een 40-liter-container; 0,25 euro per lediging van een 120-liter-container; 0,50 euro per lediging van een 240-liter-container; 2,50 euro per lediging van een 1100-liter-container. Deel per aangeboden gewicht: huisvuil (restafval) : 0,20 euro per kg GFT : 0,12 euro per kg” grofvuil : 0,11 euro per kg. Belasting op het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de deponeringen in het recyclagepark: Aanslagvoeten categorie
niet-recycleerbaar afval (*) recycleerbaar afval (*) AEEA en KGA (*)
tarieven voor gezinnen voor alle andere bezoekers ingeschreven in de (andere gezinnen, bevolkingsregisters van vennootschappen, de gemeente Zelzate verenigingen, e.d.) 0,10 euro/kg (**) 0,10 euro/kg 0,05 euro/kg (**)
0,05 euro/kg
0,00 euro/kg
0,05 euro/kg
*: als verschillende categorieën tezelfdertijd worden gedeponeerd (gezamenlijke weging), wordt het tarief van de gedeponeerde categorie dat het hoogst is, toegepast **: de belasting is evenwel niet verschuldigd voor de eerste 500 kg afval (recycleerbaar en/of niet-recycleerbaar, AEEA en KGA) per dienstjaar en per gezin, aangevoerd tijdens de periode dat het desbetreffende gezin tijdens het desbetreffende dienstjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de gemeente Zelzate. 1d) PERSONENBELASTING Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2014 en 2015 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3: - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. 1e) OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2014 en 2015 worden er, ten bate van de gemeente, 1 450 opcentiemen op de onroerende voorheffing ingevoerd.
Artikel 2: - Deze opcentiemen zullen geïnd worden door het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Onroerende voorheffing, postsite, Vaarstraat 16, 9300 Aalst. 1f) GEMEENTEBELASTING OP DRIJFKRACHT – AANPASSING Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een gemeentebelasting van 31,25 EUR per eenheid en per breuk van kilowatt gevestigd op de motoren waarover men beschikt voor de uitbating van een nijverheids-, landbouw- en handelsbedrijf evenals op de motoren waarover een uitoefenaar van een vrij beroep in de uitoefening van zijn beroep beschikt, ongeacht de krachtbron welke deze motoren in beweging brengt. De belasting slaat dienvolgens o.m. op de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, enz…. De belasting is eveneens verschuldigd voor de motoren waarover de belastingplichtige beschikt voor de uitbating van bijgebouwen van zijn bedrijf. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens een maand op het grondgebied van de gemeente gevestigd is. Artikel 2: - De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motorenkracht tijdens het aanslagjaar. Ze wordt berekend per kalendermaand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. Het definitief uit het bedrijf afvoeren van een motor geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het aanslagjaar definitief is afgevoerd. Van deze belastingvermindering kan slechts worden genoten mits een aangifte aan het gemeentebestuur binnen de 30 dagen na de definitieve afvoering. Deze aangifte is van substantiële aard. 1g) BELASTING OP HET AANVOEREN EN STORTEN OF HET AANVOEREN EN VERWERKEN, OP ZELZAATS GRONDGEBIED, VAN SLIB AFKOMSTIG UIT WATERLOPEN, RIVIEREN OF KANALEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 ten voordele van de gemeente een jaarlijkse belasting geheven op het aanvoeren en storten of het aanvoeren en verwerken, op Zelzaats grondgebied, van slib afkomstig uit waterlopen, rivieren of kanalen. Artikel 2: - De belasting, zijnde 0,32 EUR/m³ slib, aangevoerd om te worden gestort of verwerkt tijdens de periode tussen 1 januari en 31 december van het aanslagjaar, is verschuldigd door de rechtspersoon die de belaste activiteit, zijnde het aanvoeren en storten of aanvoeren en verwerken van voormeld slib op Zelzaats grondgebied, uitvoert, dit ongeacht de opdrachtgever. 1h) GEMEENTEBELASTING OP DE BANK- EN FINANCIERINGSINSTELLINGEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen. Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aanzien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, factoringbedrijf, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken, de automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn. Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofd- of nevenberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een instelling, opgesomd in het vorig lid van dit artikel. Onder nevenberoep wordt in het raam van deze verordening verstaan het aanbieden van voornoemde diensten door een loon- of weddetrekkende onderworpen aan het stelsel van de Rijksmaatschappelijke zekerheid. In ieder
ander geval wordt dergelijke dienstverlening als de uitoefening van een hoofdberoep beschouwd. Onder automaten bestemd voor bankverrichtingen wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaar- of betaalverrichtingen te doen. Een inrichting wordt door deze belasting als publiek op enigerlei wijze toegankelijk beschouwd wanneer het cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht of het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de vorenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken, automaten bestemd voor bankverrichtingen en nachtkluizen worden geëxploiteerd. Artikel 3: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 629,00 EUR per instelling als bedoeld in artikel 1. De belasting wordt vermeerderd met 46,00 EUR voor ieder beschikbaar loket vanaf het vierde. Worden eveneens als loket beschouwd: een automaat bestemd voor bankverrichtingen; een nachtkluis; een bedieningsruimte aan een balie van 1,5 strekkende meter; een bedieningspunt ingericht om een klant te ontvangen als zulks niet aan een loket of balie gebeurt; Voor eenmanszaken bedraagt de belasting 157,00 EUR in zoverre zij over maximum twee loketten beschikken. Artikel 4: - De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd vanaf 01 januari van het aanslagjaar voor de op dat ogenblik reeds bestaande instellingen. 1i)BELASTING OP HET VERVOER VAN PERSONEN MET EEN POLITIEVOERTUIG Artikel 1: - Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 wordt door het gemeentebestuur een belasting gevestigd op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens: openbare dronkenschap of vermoedelijke alcoholintoxicatie ten gevolge van een positieve ademanalyse of weigering van een ademanalyse;
het veroorzaken van overlast, dit is gedragingen stellen die de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt en die in de omgeving bij mensen met een gemiddelde tolerantie wrevel opwekken;
bestuurlijke aanhouding om welke reden dan ook.
Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 104,00 euro per rit en per vervoerd persoon. Artikel 3: - Als rit dient verstaan te worden: het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht. De eindbestemming is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, verpleeginstelling, amigo, …). Artikel 4: - De belasting valt ten laste van de vervoerde persoon of, in voorkomend geval, van de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon. Zij is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de vervoerde persoon zijn eindbestemming heeft bereikt. Artikel 5: - De belasting is niet verschuldigd bij het vervoer van gerechtelijk aangehouden personen bedoeld in artikel 93, 4° van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. De belasting is eveneens niet verschuldigd door de ouders/voogden van minderjarigen tussen 12 en 18 jaar op voorwaarde dat ze samen met de minderjarige deelnemen aan het Nero-Z-project en zich houden aan de hierbij gemaakte afspraken. Wanneer de Procureur des Konings zijn evocatierecht uitoefent en er hierdoor geen Nero-Z-project kan worden opgestart, is de belasting van 104,00 euro zonder meer verschuldigd.
1j) GEMEENTEBELASTING OP DE VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERDE RECLAMEDRUKWERKEN EN VAN GELIJKGESTELDE PRODUCTEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van nietgeadresseerde reclamedrukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid. Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief. De belasting wordt gevestigd op elk afzonderlijk te onderscheiden entiteit, ook al zijn de publicaties gebundeld en/of verpakt. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. Indien ook de verantwoordelijke uitgever niet gekend is, dan is respectievelijk de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid en de drukker hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld als volgt: a. voor de niet-geadresseerde reclamedrukwerken: een forfaitair bedrag van 0,98 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van maximum twee pagina’s; een forfaitair bedrag van 1,96 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van maximum vier pagina’s; een forfaitair bedrag van 2,94 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren voor een reclamedrukwerk van meer dan vier pagina’s. b. voor de gelijkgestelde producten: - een forfaitair bedrag van 0,98 EUR per schijf van 100 bedeelde exemplaren. Behoudens andersluidende aangifte bestaat een bedeling over het ganse Zelzaatse grondgebied uit 5767 exemplaren. Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld: de publiekrechtelijke personen; de vormings- en onderwijsinstellingen; de verenigingen zonder winstoogmerk voor zover zij sociale en/of culturele doeleinden nastreven en het drukwerk met het oog op deze doeleinden wordt verspreid; de door het gemeentebestuur van Zelzate erkende adviesraden; de politieke partijen; de kandidaten bij de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale of Europese verkiezingen; de overlijdensberichten. 1k) CONTANTE BELASTING OP DE AFGIFTE VAN GETUIGSCHRIFTEN OF ANDERE STUKKEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een contante belasting geheven op de afgifte van getuigschriften of andere stukken. De belasting valt ten laste van natuurlijke of rechtspersonen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Artikel 2: - Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald: a) op de afgifte van allerlei getuigschriften, uittreksels, afschriften, legalisaties, vergunningen, enz., die ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt: - 2,75 EUR voor een enig of een eerste exemplaar; - 1,65 EUR voor een tweede en elk volgend exemplaar dat gelijktijdig met het eerste exemplaar wordt afgegeven.
b) op de afgifte, vernieuwing of vervanging (bij verlies/diefstal) van elektronische identiteitskaarten (afgekort eID): - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken; - op een elektronische identiteitskaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend. c) op de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van een elektronische vreemdelingenkaart (afgekort eVK): - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Binnenlandse Zaken; - op een elektronische vreemdelingenkaart waarvan blijkt dat deze niet functioneert ingevolge een technisch defect wordt bij vervanging geen gemeentebelasting aangerekend. d) op de afgifte van reispassen: minderjarigen jonger dan 12 jaar: 2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken; minderjarigen van 12 tot 18 jaar: 5,50 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar + 2,75 EUR taks voor legalisatie van de handtekening door de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken; meerderjarigen vanaf 18 jaar: 8,25 EUR voor een reispas geldig gedurende vijf jaar, verhoogd met de aanmaakkosten ons medegedeeld en aangerekend door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en met eventuele kanselarijrechten. e) op de afgifte van inlichtingen uit de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister: 1,10 EUR per verstrekte inlichting; deze inlichtingen kunnen enkel verkregen worden indien deze nodig zijn in het kader van een juridische procedure gevoerd door de aanvrager. f) op de afgifte van huwelijksboekjes: 20,00 EUR per boekje. deze belasting dekt tezelfdertijd de afgifte van het huwelijksattest dat in het boekje is opgenomen en de levering van het boekje zelf. g) op de afgifte van huisnummers: een huisnummer wordt gratis terbeschikking gesteld; indien een persoon zich niet of niet tijdig aanmeldt ter afhaling van het huisnummer wordt voor elke nieuwe oproeping een belasting van 1,50 euro aangerekend. h) op de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een openbaar onderzoek noodzakelijk was: aan werkelijke kostprijs; i) op de afgifte van inlichtingen op vlak van stedenbouw en milieu: - uittreksel uit het vergunningenregister: 25,00 EUR per stuk - uittreksel uit het plannenregister: 25,00 EUR per stuk - inlichtingenformulier: 70,00 EUR per stuk - inlichtingenformulier + uittreksel uit het vergunningenregister + uittreksel uit het plannenregister: 80,00 EUR; de belasting is verschuldigd per aanvraag en per kadastraal perceel waarover inlichtingen opgevraagd worden. j) op de afgifte van of de procedure tot het bekomen, veranderen, overname van een (tijdelijke) milieuvergunning: 28,00 euro voor een melding klasse 3; 82,00 euro voor een milieuvergunning klasse 2 of wijzigen van de milieuvoorwaarden ervan; 400,00 euro voor een milieuvergunning klasse 1; 55,00 euro voor een aktename van mededeling kleine verandering indien de beslissing dient genomen te worden door het college van burgemeester en schepenen . De kosten voor een milieuvergunning zijn exclusief de frankeerkosten voor de aangetekende verzendingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek die aan de kostende prijs zullen worden aangerekend en exclusief de
publicatiekosten, met andere woorden het openbaar onderzoek en de bekendmaking van de beslissing, in een regionaal dag- of weekblad. Deze kosten worden gedragen door de aanvrager. k) op de afgifte van een rijbewijs in bankkaartmodel: - 5,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer. l) op de afgifte van een internationaal rijbewijs: - 4,00 EUR gemeentebelasting verhoogd met de kostprijs aangerekend door de FOD Mobiliteit en Vervoer. m) op de afgifte van een conformiteitsattest: - 62,5 EUR per aangevraagd/afgeleverd conformiteitsattest verhoogd met 12,5 EUR per kamer vanaf de zesde kamer in een kamerwoning en met een maximum van 1.250,00 EUR. Artikel 3: - De belasting wordt contant betaald op het ogenblik van de afgifte van het belastbaar stuk of door voorafgaandelijke storting op de postchequerekening 000-0019460-60 (IBAN BE73 0000 0194 6060, BIC BPOTBEB1) van de gemeente Zelzate. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag afgegeven kan worden. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 4: - Zijn van de belasting vrijgesteld: a) de stukken welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen afgeleverd; b) de machtiging met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties; c) de machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente; d) alle getuigschriften en uittreksels wanneer deze worden afgeleverd aan eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving; e) alle identiteitsstukken die aan een kind jonger dan 12 jaar (met of zonder foto) afgegeven worden. 1l) GEMEENTEBELASTING OP DE TWEEDE VERBLIJVEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven al dan niet ingeschreven in de kadastrale legger. Artikel 2: - Een tweede verblijf is elke private constructie met woon- of verblijfsgelegenheid hoe primitief ook waar men verblijft die niet tot hoofdverblijf dient of waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters voor het hoofdverblijf. Het betreft niet de lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit. Het betreft evenmin garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens. De belasting is in eerste orde verschuldigd door de huurder of gebruiker van het tweede verblijf op 1 januari en/of 1 juli van het aanslagjaar (zie artikel 3). Wanneer de identiteit van de huurder of gebruiker niet kan worden achterhaald zal de belasting van de eigenaar worden gevorderd. Ongeacht het feit dat de belastingplichtige huurder/gebruiker spontaan aangifte moet doen van de belastbare toestand: - binnen de dertig (30) dagen na het afsluiten van het huurcontract (ingeval van huur); - of binnen de dertig (30) dagen na het eerste gebruik (ingeval van een gebruik door een derde, andere dan de eigenaar, zonder huurcontract);
zal de eigenaar worden aangeschreven met verzoek aangifte te doen van naam en adres van huurder of gebruiker van een verblijf die aan de omschrijving tweede verblijf voldoet. Deze aangifte dient te worden gedaan ter attentie van het College van Burgemeester en Schepenen en dit binnen een termijn van 30 kalenderdagen na het verzenden van het aangifteformulier. Wanneer de eigenaar dit aangifteformulier niet terugzendt zal, bij gebrek aan de nodige gegevens i.v.m. huurder/gebruiker, de belasting op de eigenaar worden geheven. Artikel 3: - De belasting wordt berekend per semester en is verschuldigd op 1 januari en op 1 juli van het aanslagjaar ongeacht: - de duur van de eventuele verhuring; - het feit of de eigenaar al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven; - het feit dat het tweede verblijf tijdelijk niet wordt gebruikt, maar nog niet valt onder het reglement dat de gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting regelt. Artikel 4: - Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 157,00 EUR per semester en per tweede verblijf. 1m) GEMEENTEBELASTING OP DE EERSTE AANLEG VAN TROTTOIRS EN OPRITTEN BEHORENDE TOT DE OPENBARE WEG Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de eerste aanleg van trottoirs en opritten behorende tot de openbare weg. Artikel 2: - De belasting wordt bepaald op: a) ingeval van uitvoering door derden: 75 % van de eenheidsprijzen van de in het jaar van uitvoering geldende eenheidsprijzen voor de opdracht tot onderhoud van de wegenis; b) ingeval van uitvoering door eigen diensten: 75% van de door de gemeente gedane kosten (personeel en materiaalkosten) De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het aanpalend perceel op de dag dat de beëindiging der werken vastgesteld wordt via het proces-verbaal van voorlopige oplevering der werken of bij gemis van een dergelijk procesverbaal, bij besluit van het College van Burgemeester en Schepenen. Indien het belastbaar goed in onverdeeldheid toebehoort aan verscheidene personen wordt de belasting op naam van de onverdeeldheid gevestigd. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. Voor de percelen bezwaard met vruchtgebruik of een ander zakelijk recht zijn zowel de eigenaar als de houder van het zakelijk recht solidair en ondeelbaar gehouden tot het betalen van de volledig belasting. Artikel 3: - De belasting wordt berekend op basis van eenheidsprijzen en van de uitgevoerde hoeveelheden voor elk perceel afzonderlijk. De maximumbreedte van het trottoir dat in aanmerking genomen wordt voor de vaststelling van het bedrag van de belasting kan slechts berekend worden op een trottoirbreedte van 2 meter voor straten van minder dan 10 m. breedte, 2,5 m. voor straten van 10 tot min. dan 15 m., 3 m. voor straten van 15 tot min. dan 25 m. breedte en op 5 m. voor straten van minstens 25 m. breedte. De meerdere breedte der voetpaden blijft ten laste van het gemeentebestuur. Bij de berekening van de belastbare oppervlakte van de opritten wordt altijd de werkelijke breedte tussen greppel en rooilijn genomen. Voor de hoekpercelen, deze zullen langs de weg waar de werken het laatst geschieden, niet aangeslagen worden voor een lengte van het hoekpunt gerekend van: 10 m. als de rooilijnen een hoek vormen van 0° tot 45°; 7,5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 45° tot 90°; 5 m. als de rooilijnen een hoek vormen van meer dan 90° tot 135°. Als de werken in deze twee wegen tegelijkertijd geschieden zal de voornoemde vrijstelling toegepast worden voor de lengte die aanleiding geeft tot de laagste taks. In geen geval zal er voor de twee wegen een vrijstelling toegestaan worden. De verkaveling of vormverandering van een eigendom zal generlei verandering van de in dit artikel voorziene vrijstellingen tengevolge hebben; ze zullen blijven zoals zij in de door het College van Burgemeester en Schepenen afgesloten belastingkohier bepaald zijn.
Artikel 4: - De belasting wordt gekweten hetzij door een eenmalige betaling, hetzij door middel van jaarlijkse schijven. In dit laatste geval bestaat de te betalen jaarlijkse belasting uit de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling der terugvorderbare uitgaven, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het nietteruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse belastingen worden als volgt berekend: a) in geval een lening werd aangegaan ter financiering van de uitgave zal de aflossingswijze en -duur van de totale belastingschuld evenals de intrest en de berekening ervan dezelfde zijn als voor de lening die door de gemeente werd aangegaan; b) indien geen lening werd aangegaan of indien een lening werd aangegaan af te lossen op minder dan 10 jaar, dan is totale belastingschuld te vereffenen op 10 jaar door middel van jaarlijkse schijven. De intrest wordt in dit geval bepaald op 6 % te berekenen op het nog af te betalen gedeelte. De belastingplichtige moet de door hem gekozen betalingswijze kenbaar maken aan het gemeentebestuur binnen een termijn van één maand volgend op het hem toegestuurd bericht waarbij hem het beëindigen der werken en de verschuldigde belasting worden bekendgemaakt. Wanneer de belastingplichtige binnen de hierboven gestelde termijn van één maand zijn keuze aan het gemeentebestuur niet heeft medegedeeld, wordt hij geacht de betaling in jaarlijkse schijven te aanvaarden. Na één of meerdere jaarlijkse schijven betaald te hebben kan de belasting ook gekweten worden door het saldo van het kapitaal te betalen. In dit geval moet de belastingplichtige daartoe een schriftelijke aanvraag richten tot het College van Burgemeester en Schepenen vóór 1 januari van het dienstjaar waarin hij de vervroegde betaling van de nog resterende jaarlijkse schijven zou willen bekomen. Ingeval van eigendomsoverdracht onder levenden is het saldo van de nog verschuldigd belasting ineens eisbaar in hoofde van de eigendomoverdrager. Van iedere eigendomsoverdracht dient de eigendomsoverdrager het gemeentebestuur in kennis te stellen binnen de maand na het verlijden van de akte. 1n) GEMEENTEBELASTING OP DE DRANKINRICHTINGEN EN DANSGELEGENHEDEN DIE OPEN BLIJVEN NA HET SLUITINGSUUR Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de drankinrichtingen en dansgelegenheden die open blijven na het sluitingsuur dat door het politiereglement is bepaald (d.i. 01:00 uur). Het bedrag der belasting wordt als volgt vastgesteld: 1. Voor een vergunning enkel geldig voor het openblijven gedurende één nacht: a. om open te blijven tot één uur na het sluitingsuur 23,00 EUR b. om open te blijven tot twee uur na het sluitingsuur 35,00 EUR c. om open te blijven meer dan twee uur na het 58,00 EUR sluitingsuur 2. Voor de bestendige vergunning, geldig gedurende één semester: a. om open te blijven tot één uur na het sluitingsuur 115,00 EUR b. om open te blijven tot twee uur na het sluitingsuur 214,00 EUR c. om open te blijven meer dan twee uur na het 577,00 sluitingsuur EUR De belasting wordt geheven per semester. Beginnende handelszaken genieten een vermindering pro rata temporis voor de reeds verstreken periode. Artikel 2: - De taks is verschuldigd door de uitbater van de inrichting. Artikel 3: - Vrijstelling van belasting wordt verleend: 1. Voor het open blijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de officiële gemeentekermissen en erkende wijkkermissen, onder de volgende voorwaarden : a. de vrijstelling gedurende de gemeentekermissen (paasfoor en augustusfoor) geldt voor het ganse grondgebied der gemeente;
b. de vrijstelling gedurende de erkende wijkkermissen is enkel van toepassing voor de inrichtingen in de betrokken wijk gelegen; c. de periode van vrijstelling wordt als volgt bepaald : - voor de gemeentekermissen: vanaf de vrijdag van/vóór de opening tot en met de sluitingsmaandag; - voor de wijkkermissen: de vrijdag van/vóór de opening, de zondag, de maandag en de dinsdag der wijkkermis. 2. Voor het openblijven na het gewoon sluitingsuur tijdens de nacht van zaterdag, zondag en maandag van de Karnavalsfeesten, tijdens de Kerstnacht en de Oudejaarsnacht. Deze vrijstelling ontslaat de uitbater niet van het aanvragen van vergunning voor verlenging van het sluitingsuur of van de mededeling voor het houden van danspartijen. 1o) CONTANTE BELASTING OP HET WEGHALEN DOOR OF IN OPDRACHT VAN HET GEMEENTEBESTUUR VAN AFVALSTOFFEN GESTORT OF ACHTERGELATEN OP NIETREGLEMENTAIRE PLAATSEN OF TIJDSTIPPEN OF IN NIET-REGLEMENTAIRE RECIPIËNTEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een contante belasting gevestigd op het weghalen door of in opdracht van het gemeentebestuur van afvalstoffen gestort of achtergelaten op nietreglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de persoon die gestort of achtergelaten heeft en dit zowel op het openbaar als op privaat domein. Zijn er meerdere personen dan zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Wanneer de dader van de storting niet kan worden geïdentificeerd is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen. Artikel 3: - De belasting wordt, welke ook de hoeveelheid afval weze, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen die ingesteld kunnen worden, bepaald als volgt: a. bij weghaling door het gemeentebestuur zelf: - 32 EUR per uur gebruik van de vrachtwagen met hijskraan; - 15 EUR per manuur; - 157 EUR vervoerkosten (stortkosten inbegrepen). b. bij weghaling door de afvalintercommunale of firma: - het totale factuurbedrag van de afvalintercommunale of firma voor de opruiming van het afval. Er is in beide gevallen echter steeds een minimumaanslag van 136,00 EUR. Artikel 4: - De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. 1p) GEMEENTEBELASTING OP VASTE RECLAMEBORDEN ZICHTBAAR VANAF EEN OPENBARE WEG Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de constructies groter dan 2 m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame en zichtbaar vanaf een openbare weg. Artikel 2: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de constructie op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 3: - De belasting wordt vastgesteld: -
voor de constructies zonder verlichting, op 15,00 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte
-
voor de constructies met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting, op 24,00 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte.
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter. Artikel 4: - Van de belasting zijn vrijgesteld:
-
de constructies bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingsrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst;
-
de uithangborden (onder "uithangbord" wordt verstaan : opschriften, zelfs op papier, die op een bepaalde plaats aangebracht zijn, met het doel het publiek bekend te maken met de aldaar geëxploiteerde handel of industrie, het uitgeoefende beroep en over het algemeen de werkzaamheden, welke aldaar geschieden).
-
de constructies waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht.
1q) GEMEENTEBELASTING OP HET GEBRUIK VAN HET GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit. Artikel 2: - Het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein tot uitoefening van een commerciële activiteit dient voorafgaandelijk aan het gebruik en tijdig te worden aangevraagd aan het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 3: - Het College van Burgemeester en Schepenen kan, na onderzoek van de plaatselijke toestand, een vergunning verlenen tot gebruik van het gemeentelijk openbaar domein, weliswaar in plaats beperkt tot maximum 130 m². Artikel 4: - De belasting wordt vastgesteld als volgt: a. voor gesloten terrassen: 58,00 EUR per m² en per jaar; b. voor overbouwde en open terrassen: 1) 17,00 EUR per m² en per jaar voor locaties op de Grote Markt en/of het Pierets – De Colvenaerplein 2) 9,00 EUR per m² en per jaar voor andere locaties in Zelzate; c. voor automaten: 58,00 EUR per stuk en per jaar; De inneming van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en automaten wordt geacht te geschieden binnen de periode gaande van 01 januari tot en met 31 december van het aanslagjaar; er gebeurt geen verrekening pro rata temporis. d. voor het plaatsen van containers dienstig voor het verder uitbaten van een handelszaak op de openbare weg gedurende bouw- en/of verbouwingswerken: 15,20 EUR per dag; e. voor het uitstallen van koopwaar of standen vóór en door handelszaken: - 1,75 EUR per m² en per dag, met een minimum van 31,60 EUR per vergunning; - of 23,70 EUR per m² per jaar, met een minimum van 31,60 EUR per vergunning Voor de berekening van de belasting, is de oppervlakte, welke dient in aanmerking te worden genomen, die van de rechthoek welke fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan worden getrokken. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. Een gesloten terras is ieder terras, dat door bouwmaterialen tot één constructief geheel is samengevoegd, bedoeld om te blijven staan en dat, zo geconstrueerd is dat het clienteel afgesloten en beschermd is in alle weersomstandigheden. Een overbouwd terras is ieder terras, waarvan de overdekking om redenen van stabiliteit, ondersteund is door één of méér rechtstreeks of onrechtstreeks op de grond steunende bouwelementen. Een open terras omvat in principe enkel losse tafels en stoelen. Alle andere gewenste uitrustingen (vloeren, windschermen, zonneschermen, parasols, plantenbakken en eventuele uitstalinrichtingen met koopwaar uit de eigen horecazaak) moeten expliciet in de aanvraag worden vermeld en als dusdanig worden vergund. Automaten die, ondanks het feit dat ze de grond niet raken, over het openbaar domein hangen en op die manier het gebruik van het openbaar domein onmogelijk maken, zijn eveneens onderworpen aan de belasting.
Artikel 5: - De belasting is verschuldigd ten laste van de natuurlijke of rechtspersonen die op de voormelde manier gebruik maken van het gemeentelijk openbaar domein. Artikel 6: - Het onder artikel 4 punt b voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de kermisperiode en tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar het terras is gelegen. De kermisperiode loopt vanaf de vrijdag vóór de opening van de kermis tot en met de dinsdag van het sluitingsweekeinde. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt. Het onder artikel 4 punt e voorziene gebruik van het openbaar domein is vrijgesteld van belasting tijdens de soldenperiode zoals voorzien in artikel 52 van de wet van 14 juli 1991, alsook tijdens eventuele ééndaagse ambulante activiteiten (braderie, koopzondag, rommelmarkt, kerstmarkt, …) in de straat of op het plein waar de koopwaar wordt uitgestald. Op de Grote Markt is er ook vrijstelling tijdens de wekelijkse maandagmarkt. 1r) GEMEENTEBELASTING OP MOBIELE TUIGEN VOOR PUBLICITEITSDOELEINDEN Artikel 1: - Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers, gebruikt op of zichtbaar van op de openbare weg. Artikel 2: - De belasting wordt vastgesteld op: 15,00 EUR per dag en per gebruikt mobiel tuig; of forfaitair 157,00 EUR per aanslagjaar per gebruikt mobiel tuig. Artikel 3: - De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het mobiel tuig. Artikel 4: - De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke aan contante betaling wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 5: - Van de belasting zijn vrijgesteld: de mobiele tuigen bestemd voor het aanbrengen van aanplakbrieven onderworpen aan de reglementaire aanplakkingrechten ten voordele van de concessionaris van de openbare aanplakdienst; de mobiele tuigen waarop mededelingen van menslievende, artistieke, politieke, letterkundige of wetenschappelijke aard of van openbaar nut zijn aangebracht. 1s) BELASTING OP NACHTWINKELS Artikel 1: - Heffingstermijn/Grondslag Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Zelzate. Artikel 2: - Definitie Onder nachtwinkels wordt verstaan, elke vestigingsplaats die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en maximaal tussen 18u00 en 7u00 open is, zoals bedoeld in de artikel 2.9° en artikel 6 van de wet van 10 november 2006 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn, en waarvan de netto verkoopsoppervlakte niet groter is dan 150 m² en die op duidelijke en permanente manier de vermelding "nachtwinkel" draagt. Artikel 3: - Bedrag De openingsbelasting is een eenmalige belasting vastgesteld op 6.186,00 euro en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 1 van huidig reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.546,00 euro
per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is. De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement. Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook. Artikel 4: - Belastingplichtigen De belasting is verschuldigd door de uitbater van de handelszaak. De eigenaar van de handelszaak en de eigenaar van het pand zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. 1t) GEMEENTEBELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met het vaststellen van de secundaire modaliteiten en de verdere praktische uitwerking. Algemene bepalingen §1 Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen, kamers en overige woongelegenheden die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister te rekenen vanaf datum eerste registratie. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en opgebouwd overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009. Het leegstandsregister wordt bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van Programmadecreet 2010 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 zoals gepubliceerd in Belgische Staatsblad op 30 december 2009 en het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §2 De belasting voor een leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, kamer, gebouw en/of overige woongelegenheid gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Belastingplichtige §1 De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende een leegstaande gebouw, woning, kamer en/of overige woongelegenheid op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. §2 Ingeval van mede-eigendom zijn alle zakelijk gerechtigden hoofdelijk en solidair aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. §3 In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de nieuwe zakelijk gerechtigde er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de beheerder van het leegstandregister binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht met nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, de datum ervan, en de nieuwe zakelijk gerechtigden via beveiligde zending.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in paragraaf 3 van dit artikel, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Berekening van de belasting De basisbelasting bedraagt: -
1 512,00 euro voor een volledig gebouw of woonhuis; 151,00 euro voor een individuele kamer of studentenkamer; 504,00 euro voor elk overige woongelegenheid.
Vrijstelling bij belasting Aanvraag vrijstelling De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk de nodige bewijsstukken in te dienen aan de beheerder van het leegstandsregister. In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zijn vrijgesteld van leegstandsbelasting de belastingplichtige: 1° die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingschuldige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een erkende ouderenvoorziening. 2° die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; De belastingschuldige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of in een ziekenhuis wordt opgenomen. Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of ziekenhuis waar de belastingschuldige verblijft. De vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van opname en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige voor de opname in een psychiatrische instelling of ziekenhuis. 3° de heffingsplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; Het bewijs wordt geleverd door het voorleggen van de gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar volgend op de datum van beslissing en slechts geldt voor de woning die laatst bewoond werd door de belastingplichtige. 4° die als nieuwe zakelijk gerechtigde vrijgesteld is gedurende twee opeenvolgende belastingsjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten: - aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden; - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel; - aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. 5° Indien de houder van het zakelijk recht: 1) een autonoom gemeentebedrijf is; 2) de gemeente, het OCMW of een intergemeentelijke vereniging is. voor zover het panden betreft die voorwerp uitmaken van een intentieverklaring en / of een huidig / toekomstig project m.b.t. het oog op het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving.
tot
In afwijking van het bepaalde in art. 3.2.21 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid wordt een vrijstelling verleend indien het gebouw of woning: 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 5° die gerenoveerd wordt. Een woning of een gebouw wordt gerenoveerd als een stedenbouwkundige vergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een gedetailleerd renovatienota voorgelegd wordt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren, voor zover zij betrekking hebben op de woonfunctie van het desbetreffende gebouw of woning. De vrijstelling geldt voor een termijn van twee jaar en kan éénmalig voor eenzelfde periode worden verlengd. 6° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode; 7° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode Enkel de vrijstellingen opgenomen in dit reglement zijn van toepassing. 1u) BELASTING OP HET (ONEIGENLIJK) GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2015 een jaarlijkse gemeentebelasting ingevoerd op het (oneigenlijk) gebruik van het openbaar domein, waarbij wordt uitgegaan van volgende principes: §1 Het gebruik van het openbaar domein conform de door het College van Burgemeester en Schepenen opgelegde voorwaarden is gratis behalve voor navermeld gebruik: 1) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van constructies groter dan 2m² bestemd of aangewend voor het dragen van reclame; 2) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van/rijden met mobiele tuigen voor publiciteitsdoeleinden, al dan niet voorzien van luidsprekers; 3) het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de wekelijkse markt en de kermissen alsook voor de plaatsing van gebakkramen; 4) het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van terrassen en/of tafels en stoelen, het plaatsen van automaten en het gebruik van het openbaar domein voor elke andere commerciële activiteit; 5) het gebruik van het openbaar domein om er te parkeren binnen welbepaalde zones voor welk gebruik afzonderlijke belastingreglementen zijn gestemd. §2 Bij ander gebruik van het openbaar domein dan dit vermeld onder §1 en zonder vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen of niet conform de voorwaarden gesteld in de vergunning afgegeven door het College van Burgemeester en Schepenen wordt een forfaitaire belasting van 156,00 euro per dag aangerekend. 2a) MEERJARENPLAN 2014-2019 Het wordt meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd. Het meerjarenplan sluit als volgt:
Resultaat op kasbasis
Jaar 2014
I. Exploitatiebudget (B-A)
-219.860
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
-51.354
-37.998
169.905
659.583
1.135.325
A. Uitgaven
14.123.418
13.618.343
13.772.790
13.728.537
13.482.509
13.234.166
B. Ontvangsten
13.903.559
13.566.989
13.734.793
13.898.442
14.142.092
14.369.491
8.200.716
8.304.579
8.421.245
8.515.827
8.635.516
8.734.159
5.702.842
5.262.410
5.313.548
5.382.616
5.506.576
5.635.332
-643.432
-1.958.150
1.040.119
922.730
-275.142
-241.938
A. Uitgaven
2.483.532
2.601.560
959.881
305.580
275.142
241.938
B. Ontvangsten
1.840.100
643.410
2.000.000
1.228.310
III. Andere (B-A)
-1.254.784
868.492
-1.054.210
-36.417
-1.084.750
-1.069.309
A. Uitgaven
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
1.365.553
1.242.278
1.164.980
1.147.187
1.116.306
1.100.865
1. Aflossing financiële schulden
1.365.553
1.242.278
1.164.980
1.147.187
1.116.306
1.100.865
1.a Periodieke aflossingen
1.365.553
1.242.278
1.164.980
1.147.187
1.116.306
1.100.865
110.770
2.110.770
110.770
1.110.770
31.556
31.556
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings
2.000.000
1.000.000
2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen
110.770
110.770
110.770
110.770
31.556
31.556
2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-2.118.075
-1.141.012
-52.088
1.056.218
-700.309
-175.922
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.287.850
2.169.775
1.028.763
976.674
2.032.892
1.332.584
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
2.169.775
1.028.763
976.674
2.032.892
1.332.584
1.156.661
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
2.169.775
Autofinancieringsmarge
Jaar 2014
I. Financieel draagvlak (A-B)
192.478
A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Autofinancieringsmarge (I-II)
1.028.763 Jaar 2015
976.674 Jaar 2016
2.032.892 Jaar 2017
1.332.584 Jaar 2018
1.156.661 Jaar 2019
335.430
365.754
552.798
1.021.887
1.456.660
13.903.559
13.566.989
13.734.793
13.898.442
14.142.092
14.369.491
13.711.081
13.231.559
13.369.038
13.345.644
13.120.206
12.912.831
14.123.418
13.618.343
13.772.790
13.728.537
13.482.509
13.234.166
386.784
403.752
382.893
362.304
321.335
1.667.121
1.518.292
1.457.962
1.419.310
1.447.053
1.390.645
1.254.784
1.131.508
1.054.210
1.036.417
1.084.750
1.069.309
386.784
403.752
382.893
362.304
321.335
-1.182.862
-1.092.207
-866.512
-425.167
66.016
412.337
412.337 -1.474.643
2b) BUDGET 2014 Het budget 2014 met zijn bijlagen (beleidsnota, meerjarenplan, …) wordt goedgekeurd. Het budget sluit als volgt:
Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten 1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige
Jaar 2014 -219.860 14.123.418 13.903.559 8.200.716
5.702.842
II. Investeringsbudget (B-A)
-643.432
A. Uitgaven B. Ontvangsten
2.483.532 1.840.100
III. Andere (B-A)
-1.254.784
A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen 1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties
1.365.553 1.365.553 1.365.553
110.770
110.770
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-2.118.075
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.287.850
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
2.169.775
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
2.169.775
Autofinancieringsmarge
Jaar 2014
I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Autofinancieringsmarge (I-II)
192.478 13.903.559 13.711.081 14.123.418 412.337 1.667.121 1.254.784 412.337 -1.474.643
3. NOTULEN GEMEENTERAAD Er zijn geen opmerkingen op de notulen van de gemeenteraden van 4 en 31 oktober 2013 en van 13 november 2013 zodat deze beschouwd worden als goedgekeurd (artikel 33 Gemeentedecreet). Wat de notulen van de gemeenteraad van 28 november 2013 betreft wijst de heer Martin Acke er op dat bij het nalezen van de notulen betreffende agendapunt 14 in verband met de begrotingswijziging 2013 is vastgesteld dat bij de aparte stemming over het amendement van de PVDA+-fractie omtrent de aanpassingen van de verhoogde werkingstoelage aan OCMW (artikel 831/435-01) en de verminderde terugbetaling van het OCMW aan de gemeente (artikel 831/485-48-2011) door de meerderheid verkeerd werd gestemd en aldus deze twee budgetaanpassingen per vergissing werden verworpen. Dat ook de meerderheid uitvoering wou geven aan de voorgestelde wijzigingen blijkt uit de goedkeuring nadien van het totaalbeeld
van de budgetwijziging in zijn geheel waar voormelde verhoging/verlaging in vervat zit. Hij verzoekt om dit misverstand recht te zetten en in de notulen te vermelden dat er met algemene stemmen werd beslist, zodat beide budgetwijzigingen effectief kunnen doorgaan in het belang van de werking van het OCWM. De gemeenteraad gaat hiermee akkoord (algemene stemmen). 4. ORGANIEK REGLEMENT GEZAMENLIJK BEHEERSORGAAN GEMEENSCHAPSCENTRUM ZELZATE EN OPENBARE BIBLIOTHEEK ZELZATE Er wordt een gezamenlijk beheersorgaan voor het gemeenschapscentrum Zelzate en voor de openbare bibliotheek Zelzate opgericht. Het onderstaand organiek reglement van het gezamenlijk beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Zelzate en de openbare bibliotheek Zelzate wordt goedgekeurd: ORGANIEK REGLEMENT GEZAMENLIJK BEHEERSORGAAN GEMEENSCHAPSCENTRUM ZELZATE EN OPENBARE BIBLIOTHEEK ZELZATE Titel I: Opdracht Artikel 1. Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen bij te staan bij het beheer van het gemeenschapscentrum enerzijds en de gemeentelijke openbare bibliotheek anderzijds. De bevoegdheden van het gezamenlijk beheersorgaan dienaangaande worden nader omschreven in artikel 4 en 5. Titel II: Omvang Artikel 2. De gemeentelijke openbare bibliotheek omvat volgende infrastructuur: Bibliotheek, gelegen te Burgemeester Jozef Chalmetlaan 50 9060 Zelzate Het gemeenschapscentrum omvat volgende infrastructuur: - CC De Brug, gelegen te Assenedesteenweg 119 9060 Zelzate - BOC Klein Rusland, gelegen te Schoolstraat 18 9060 Zelzate - Polyvalente zaal bibliotheekgebouw, gelegen te BJ Chalmetlaan 50 9060 Zelzate - Bovenzaal gemeentehuis, gelegen te Grote Markt 1 9060 Zelzate - Vergaderlokaal brandweer, gelegen te BJ Chalmetlaan 56 9060 Zelzate Titel III: Doel Artikel 3. (art. 2, 4° decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid) De gemeentelijke openbare bibliotheek is een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning, en die actief bemiddelt bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief inzake cultuurspreiding en cultuurparticipatie; ze werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden. Deze taken worden geconcretiseerd in de strategische meerjarenplanning van de gemeente. (art. 2, 2° decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid) Het gemeenschapscentrum is culturele infrastructuur die de gemeente beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. Deze taken worden geconcretiseerd in de strategische meerjarenplanning van de gemeente. Titel IV: Bevoegdheden en verplichtingen Artikel 4. Bevoegdheden en verplichten ten aanzien van de gemeentelijke openbare bibliotheek
Het beheersorgaan heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van de openbare bibliotheek (werking, verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement, …) en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot de bibliotheek. Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen heeft het beheersorgaan recht op informatie ten aanzien van alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende de openbare bibliotheek. Het beheersorgaan stelt, samen met de bibliothecaris een jaarlijks actieplan op, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Het beheersorgaan stelt jaarlijks ook, samen met de bibliothecaris, een werkingsverslag op dat beschrijft hoe het actieplan in het voorbije jaar werd uitgevoerd en dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Eventuele afwijkingen ten aanzien van het actieplan worden uitdrukkelijk gemotiveerd. Het beheersorgaan werkt onder andere mee aan het respecteren van de wettelijke opdrachten van de bibliotheek zoals opgesomd in het decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid (artikel 9). Zo kan het beheersorgaan mee de beleidslijnen vaststellen in het kader van de collectievorming. Ook inzake promotie van de bibliotheek en het organiseren van uitbreidingsactiviteiten kan het beheersorgaan mee het algemeen beleid bepalen. Bij het opstellen of wijzigen van het dienstreglement voor de gebruikers van de openbare bibliotheek moet het beheersorgaan steeds een advies geven. Artikel 5. Bevoegdheden en verplichten ten aanzien van het gemeenschapscentrum Het beheersorgaan heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van het gemeenschapscentrum(werking, verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement, …) en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot het gemeenschapscentrum. Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen heeft het beheersorgaan recht op informatie ten aanzien van alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende het gemeenschapscentrum. Overeenkomstig artikel 17 van het Cultuurpact mag de programmering of de inhoud van activiteiten die plaatsvinden op initiatief van gebruikers in het gemeenschapscentrum niet het voorwerp zijn van enige inmenging vanwege het beheersorgaan, tenzij die activiteiten in strijd zijn met wetgeving (strafrecht, sociaal recht, fiscaal recht, economisch recht,…) of grondwettelijke waarborgen. Titel V: Samenstelling Artikel 6. § 1. Het beheersorgaan bestaat enerzijds uit afgevaardigden van de inrichtende overheid, volgens het principe van evenredige vertegenwoordiging, en anderzijds uit vertegenwoordigers van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen.. §2. De berekening van het aantal afgevaardigden per politieke fractie gebeurt op basis van het aantal leden dat elke politieke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad. §3. De gemeenteraad bepaalt de criteria waaraan de afgevaardigden van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen moeten beantwoorden en de manier waarop kandidaturen ingediend worden : de kandidaturen voor de afgevaardigden van de filosofische en ideologische strekkingen worden ingezameld door de cultuurraad, voor de afgevaardigen van de gebruikers wordt er een open opgroep gelanceerd. Deze kandidaturen dienen gericht te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen. §4. De leden van het beheersorgaan worden benoemd door de gemeenteraad. Elk lid van het beheersorgaan heeft één stem.
Het beheersorgaan bestaat uit 16 leden (waarvan de helft afgevaardigd wordt door de politieke partijen, 5 leden worden voorgedragen door de Cultuurraad en 3 leden uit open oproep). Artikel 7. De toetreding tot het beheersorgaan behelst de aanvaarding van het organiek reglement [en van het huishoudelijk reglement], en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan. Artikel 8. §1. De hoedanigheid van lid van het beheersorgaan wordt verloren: a. Voor de leden die benoemd zijn op voordracht van een politieke fractie van de gemeenteraad: indien op voorstel van deze fractie een ander lid wordt benoemd. b. Voor de leden die benoemd werden als afgevaardigde van de gebruikers of van de filosofische en ideologische strekkingen: indien door de gemeenteraad een andere afgevaardigde wordt benoemd. Dit kan gebeuren op voordracht van de Cultuurraad, die tot vervanging van de afvaardiging uit de Cultuurraad besluit. c. Door ontslag van het lid. Dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van het beheersorgaan meegedeeld te worden. d. Door overlijden of rechtsonbekwaamheid. e. Door uitsluiting, waarover het beheersorgaan met een meerderheid van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden beslist. Een nietgemotiveerde afwezigheid op drie achtereenvolgende samenkomsten van het beheersorgaan is een reden uit uitsluiting. §2. Na de installatie van de nieuwe gemeenteraad moet het beheersorgaan opnieuw worden samengesteld. Het vroegere beheersorgaan blijft echter in functie totdat het nieuw samengestelde beheersorgaan is geïnstalleerd. Het lidmaatschap mag dus niet langer duren dan zes jaar, maar is hernieuwbaar. §3. Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de in dit artikel vermelde redenen, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de gemeenteraad. Deze opvolging moet geschieden met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 6. Titel VI: Voorzitter, Ondervoorzitter Artikel 9. Het beheersorgaan kiest onder zijn stemgerechtigde leden na kandidaatstelling bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een voorzitter en een ondervoorzitter. Titel VII: Secretariaat Artikel 10. De bibliothecaris en de sociaal-cultureel werker zijn, zonder stemrecht, belast met het secretariaatswerk van het beheersorgaan. Zij kunnen zich hierbij laten bijstaan door andere personeelsleden van de bibliotheek. Titel VIII. Samenkomsten, huishoudelijk reglement Artikel 11. Het beheersorgaan komt ten minste eenmaal per kwartaal samen en zo dikwijls als de belangen van de gemeentelijke bibliotheek en het gemeenschapscentrum het vereisen. Artikel 12. Het beheersorgaan stelt een huishoudelijk reglement op waarin zij haar interne werking verder regelt, minstens wat betreft de leiding der vergaderingen, de agenda en de wijze van stemmen. Het huishoudelijk reglement dient niet aan de gemeenteraad ter goedkeuring te worden voorgelegd. Artikel 13. §1. Van elke bijeenkomst van het beheersorgaan, wordt een verslag opgesteld en opgenomen in een register. Deze notulen worden opgesteld onder de
verantwoordelijkheid van de secretaris en door hem samen met de voorzitter ondertekend, na goedkeuring op de volgende samenkomst. §2. De leden, de waarnemers en het college van burgemeester en schepenen ontvangen een beknopt verslag van de samenkomsten van het beheersorgaan binnen één maand na de samenkomst. Titel IX: Verzekeringen Artikel 14. Het beheersorgaan ressorteert onder het Gemeentebestuur. Ter dekking van de risico’s “Burgerlijke Aansprakelijkheid”, “Rechtsbijstand” en “Lichamelijke Ongevallen”, zal het gemeentebestuur de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de stemgerechtigde leden van het beheersorgaan. Titel X: Algemene bepalingen Artikel 15. Aan het organiek reglement voor het beheersorgaan kunnen slechts wijzigingen door de gemeenteraad aangebracht worden, na voorafgaande besprekingen met het beheersorgaan, die tevens gevraagd moet worden een schriftelijk advies uit te brengen Het gemeenteraadsbesluit van 28 maart 2013 in verband met het organiek reglement van de openbare bibliotheek wordt opgeheven. Deze beslissing wordt binnen de 20 dagen ter kennis gegeven aan de provinciegouverneur op de wijze bepaald in artikel 252 van het Gemeentedecreet; de voorzitter van het beheersorgaan wordt eveneens in kennis gesteld van dit besluit. Dit reglement gaat in vanaf heden. 5. SUBSIDIEREGLEMENT WERKINGSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN Het nieuw subsidiereglement werkingsubsidies sportverenigingen wordt goedgekeurd met ingang van het werkjaar 2014. Het reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 4 oktober 2013 wordt opgeheven. 16. SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDSPORT- en SAMENWERKINGSSUBSIDIES SPORTVERENIGINGEN Het nieuw subsidiereglement jeugdsport- en samenwerkingssubsidies sportverenigingen wordt goedgekeurd met ingang van het werkjaar 2014. Het reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen die zich inzetten tot het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders (impulssubsidies) zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 4 oktober 2013 wordt opgeheven. 7. VERVANGEN CENTRALE VERWARMING GEMEENTEHUIS - GOEDKEURING MEERWERKEN Goedkeuring wordt verleend aan de meerwerken van de opdracht “Vervangen centrale verwarming gemeentehuis” voor het totaal bedrag in meer van € 4.889,78 excl. btw of € 5.916,63 incl. 21% btw. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2013, op artikel 10401/724-51 van de buitengewone dienst. Het nodige krediet zal in het budget 2014 worden voorzien via kredietverschuiving binnen investeringsenveloppe 2 onder subproject 15. 8. WEGENWERKEN IN BURGEMEESTER DE CLERCQSTRAAT - GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE Onder voorbehoud van een gelijklopende beslissing van TMVW wordt goedkeuring verleend aan het bijzonder bestek voor de opdracht “Wegenwerken in Burg. De Clercqstraat”, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Asset nv, Wiedauwkaai 51 te 9000 Gent. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 254.421,92 excl. btw of € 259.447,54 incl. btw.
- € 23.931,50 excl. btw of € 28.957,12 incl. 21% btw ten laste van het gemeentebudget ; - € 230.490,42 (0%) btw ten laste van (TMVW)
de investeringsenveloppe bij Aquario
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding. Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. De uitgave voor deze opdracht (gedeelte ten laste van het gemeentebudget) is voorzien in het budget van 2014 onder de investeringsenveloppe 3, subproject 13. 9. WEGENWERKEN ONTEIGENINGSTRAAT - GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE Onder voorbehoud van een gelijklopende beslissing van TMVW wordt goedkeuring verleend aan het bijzonder bestek voor de opdracht “Wegenwerken in Onteigeningsstraat”, opgesteld door de ontwerper, Arcadis Belgium nv, Kortrijksesteenweg 302 te 9000 Gent. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 250.371,50 excl. btw of € 264.634,95 incl. btw. - € 67.921,20 excl. btw of € 82.184,65 incl. 21% btw ten laste van het gemeentebudget ; - € 182.450,30 (0%) btw ten laste van (TMVW)
de investeringsenveloppe bij Aquario
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van open aanbesteding. Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. De uitgave voor deze opdracht (gedeelte ten laste van het gemeentebudget) is voorzien in het budget 2014 in de investeringsenveloppe 3, subproject 11 (62.500 euro). Het nodige bijkrediet zal in het budget 2014 worden voorzien via kredietverschuiving binnen investeringsenveloppe 3. 10. VELDBRUGSTRAAT – GOEDKEURING ONTWERPAKTE OVERDRACHT PERCEEL GROND De ontwerpakte betreffende de overdracht van het perceel gemeentegrond groot 104,29 m² (honderd en vier vierkante meter en negenentwintig vierkante decimeter) aan de NV VVK Invest, voormeld, wordt goedgekeurd. Het College van Burgemeester en Schepenen krijgt opdracht tot verdere uitvoering van dit besluit. 11. DIENSTVERLENENDE VERENIGING VENECO² - GOEDKEURING VAN DE AGENDA VAN DE JAARVERGADERING VAN 30 JANUARI 2014 / AANWIJZING VAN DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE GEMEENTE ZELZATE EN VASTSTELLING VAN HET MANDAAT VAN DEZE VERTEGENWOORDIGER Goedkeuring wordt gehecht aan de agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de jaarvergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco² die plaatsvindt op 30 januari 2014: Agenda: 1. Jaarverslag 2011 Raad van Bestuur 2. Balans, resultatenrekening, toelichting en verwerking van het resultaat; 3. Verslag van de commissaris; 4. Goedkeuring van het jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, de toelichting en verwerking van het resultaat; 5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders; 6. Verlening van kwijting aan de commissaris; 7. Benoeming bestuurders. De heer Kristof Stevelinck, schepen, wonende Leegstraat 26 te 9060 Zelzate, wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Zelzate voor de jaarvergadering van de dienstverlenende vereniging Veneco² d.d. 30 januari
2014 met als plaatsvervanger mevrouw Linda Vereecke, gemeenteraadslid, wonende Sint-Stevenstraat 1 te 9060 Zelzate. Voormelde gemeentelijke vertegenwoordiger of zijn plaatsvervanger wordt gemandateerd om: aan alle beraadslagingen en stemmingen deel te nemen, alle voorstellen met betrekking tot de agenda goed te keuren, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en in het algemeen, het nodige te doen; deel te nemen aan elke latere jaarvergadering met dezelfde dagorde en met hetzelfde mandaat in geval de eerste jaarvergadering niet rechtsgeldig zou kunnen beraadslagen. 12. BRANDWEERPERSONEEL – BEVORDERING TOT DE GRAAD VAN SERGEANT Er wordt overgegaan tot de openverklaring van 1 betrekking van sergeant bij het vrijwilligersbrandweerkorps van Zelzate; de betrekking is te begeven bij bevordering. De bevordering tot sergeant geschiedt volgens de voorwaarden en modaliteiten vermeld in het K.B. van 19 april 1999 ( en latere wijzigingen) meer in het bijzonder Afdeling III, art. 41 t.e.m. 44bis. Bevorderd kunnen worden: 1. Ten minste 3 jaar graadanciënniteit als korporaal tellen; 2. Gunstig advies bekomen van de officier-dienstchef; 3. Houder zijn van het door een erkend opleidingscentrum uitgereikt brevet van sergeant; 4. Slagen voor een bevorderingsexamen, bestaande uit: - Een praktische proef om de beroepsgeschiktheid van de kandidaten te testen. - Een mondelinge proef. 5. Wanneer deze graad niet kan begeven worden, hetzij bij ontstentenis van in aanmerking komende personeelsleden, hetzij wegens niet deelneming aan of mislukken voor de bekwaamheidsproef, komen in aanmerking, voor zover zij aan de voorwaarden onder 2, 3 en 4 voldoen en onverminderd de bepalingen vervat in artikel 9: - alle korporaals, ongeacht hun graadanciënniteit, of bij ontstentenis, alle brandweermannen met ten minste 5 jaar dienstanciënniteit. Het college van burgemeester en schepenen is gelast met de uitvoering van deze beslissing. 13. WIJZIGING RECHTSPOSITIEREGELING De bij gemeenteraad van 28 april 2009 goedgekeurde rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel wordt gewijzigd op meerdere punten. 14. REGLEMENT OP DE INVENTARISATIE VAN LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN De gemeenteraad keurt hierna vermeld reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden goed. De gemeenteraad belast het College van Burgemeester en Schepenen met de verdere praktische uitwerking. Reglement op de inventarisatie van leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. Artikel 1: Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° Administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris en het leegstandsregister. 2° Besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009, houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter
bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en/of kamers en latere wijzigingen. 3° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: a) Een aangetekend schrijven; b) Een afgifte tegen ontvangstbewijs; c) Elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd; 4° College: college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zelzate. 5° Decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. 6° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 21° en niet beantwoordt aan de definitie van kamer zoals bedoeld onder punt 9° en met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 7° Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of van het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 8° Kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC Bad of douche kookgelegenheid en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 9° Leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont, en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 10° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: hetzij de woonfunctie; hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt. 11° Leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet gronden pandenbeleid
12° Een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd als dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig §2, eerste lid, respectievelijk §3 van artikel 2.2.6 van het decreet grond-en pandenbeleid van 27 maart 2009. 13° Overige woongelegenheden: elke woongelegenheid welke niet te definiëren valt onder woning en/of gebouw, en /of kamer. 14° Vlaamse wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; 15° Woning: een goed, vermeld in artikel 2; § 1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode; elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 16° Zakelijke gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: a) De volle eigendom (volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie of volgens de gegevens ontvangen van de instrumenterende ambtenaar) b) Het recht van opstal of van erfpacht; c) Het vruchtgebruik Artikel 2: Algemene bepalingen Het leegstandsregister wordt bijgehouden overeenkomstig de bepalingen van Programmadecreet 2010 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 zoals gepubliceerd in Belgische Staatsblad op 30 december 2009 en het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Artikel 3: inventarisatie van woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstand 3.1 De inventaris De administratie maakt een leegstandsregister op bestaande uit twee inventarissen, één voor leegstaande gebouwen en één voor leegstaande woningen overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Een woning die is geïnventariseerd op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar’ door Wonen Vlaanderen wordt niet opgenomen in het leegstandsregister. 3.2 De inventarisatiedatum De opname in het leegstandsregister gebeurt vanaf datum van de administratieve akte van de leegstand. 3.3 Wijze van opname in het leegstandsregister §1 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 titel 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen §2 Het vaststellen van leegstand gebeurt op basis van een gemotiveerde administratieve akte waarin één of meerdere van onderstaande indicaties wordt opgenomen: - ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister - ontbreken van een aangifte als 2de verblijf - (aanvraag tot) vermindering van het kadastraal inkomen op grond van artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelasting - (Aanvraag om) vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit - vermoeden van het gebruik van de woonentiteit als domiciliewoning - vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister - vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie - vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de bestemming
- het ontbreken aansluitingen van nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten - vermoeden dat het gebouw voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend - onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden - verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw - dichtgemaakte of gesupprimeerde raamopeningen (dichtgeplakt, dicht geschilderd) - winddichtheid van de woning is niet gewaarborgd (belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden,…) - onafgewerkte ruwbouw - ernstige inpandige vernielingen: woning deels vernield of gesloopt - langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als ‘te huur’ of ‘te koop’ - langdurig neergelaten rolluiken - ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk - uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus - storende omgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin - woning is helemaal/gedeeltelijk niet gemeubeld - langdurig niet aanbieden van huisvuil - getuigenverklaringen: omwonende(n), postbode, wijkagent... §3 De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste ambtenaren bezitten de onderzoek, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. §4 De zakelijk gerechtigden worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 van hoofdstuk 3 artikel 2.2.7 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de belasting worden vermeld. 3.4 Beroep inzake opname leegstandsregister §1 De gemeente stelt de zakelijk gerechtigde(n) per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsbelasting in het leegstandsregister worden vermeld. §2 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan een zakelijk gerechtigde(n) bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding naar de indiener(s) van het beroepsschrift verstuurd. §3 De houder van het zakelijk recht die de inventarisatie wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Deze bewijsstukken dienen minimaal volgende gegevens te bevatten: - de identiteit en adres van de indiener, - de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft, - één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van het decreet grond- en pandenbeleid. §4 Het beroepsschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen: - het beroepsschrift is niet binnen de termijn ingediend - niet conform overeenkomstig de bepalingen § 3
- als het niet ondertekend is - bij niet beveiligde zending §5 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §6 Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven toe een beslissing tot opname in het leegstandsregister. §7 Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijke gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandregister opgenomen vanaf de datum van de administratieve akte van de leegstand. 3.5 Schrapping uit het leegstandsregister §1 Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid, van het decreet van grond- en pandenbeleid aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister het gebouw schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van het gebouw gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid. §2 Een woning wordt uit het leegstandregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 2.2.6§3 van het decreet, grond- en pandenbeleid. Desgevallend zal de beheerder van het leegstandsregister de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik van de woning, de kamer en/of overige woongelegenheid gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6§2, eerste lid van het decreet grond- en pandenbeleid. §3 Het schrappen van de woning en/of gebouw kan enkel op uitdrukkelijk en schriftelijk verzoek via beveiligde zending van één of meer zakelijk gerechtigden. §4 De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §5 De beheerder van het leegstandsregister onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De beheerder van het leegstandsregister brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. §6 innen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in § 5, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. §7 Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
15. VERKOOP PASTORIJ EN OMLIGGENDE GRONDEN – GOEDKEURING ONTWERPAKTE De ontwerpakte betreffende de openbare verkoop van de pastorij en omliggende gronden, zoals opgemaakt door notaris Sintobin en gevoegd bij dit besluit, wordt goedgekeurd. De instelprijs bedraagt 350 000,00 euro. Het College van Burgemeester en Schepenen krijgt opdracht tot verdere uitvoering van dit besluit. 16. ZWEMBAD - AFSCHAFFING GRATIS ZWEMPASJES Met ingang van 1 januari 2014 wordt het gratis gebruik van het zwembad voor het gemeentepersoneel (en OCMW personeel) en de in het Zelzaats bevolkingsregister ingeschrevenen welke zes (6), vijftien (15), veertig (40) of vijfenvijftig (55) jaar worden, afgeschaft. Ook de reeds uitgeschreven pasjes zullen vanaf 1 januari 2014 niet meer aanvaard worden. 17. PROJECT 2013/294 – AANKOOP VAN VOLGSYSTEMEN GPS VOOR VOERTUIGEN Goedkeuring wordt verleend aan de dienstnota betreffende de opdracht “aankoop van volgsystemen GPS voor voertuigen”. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. De betaling zal gebeuren overeenkomstig de bepalingen voorzien in de offerte en met het krediet ingeschreven in het budget van 2014, investeringsenveloppe 3 onder subproject 27; de financiering gebeurt met eigen middelen. Het nodige krediet is voorzien in het budget 2014 onder investeringsenveloppe 3, subproject 27. Via kredietverschuiving zal het eventueel tekort worden aangevuld. 18. AANPAK FILEPROBLEEM BIJ OPENSTAANDE BRUG TIJDENS DE OMLEIDINGEN (OP VERZOEK VAN DE PVDA+-FRACTIE) De heer Geert Asman meldt dat de fractie steeds meer klachten ontvangt over het lange aanschuiven voor de brug door de omleidingen (gezien werken aan de rotonde). Voertuigen die de brug vermijden en omrijden via de tunnel richting Zelzate West raken dikwijls vast in de file komende van de E34/Gent die staat aan te schuiven voor de brug. Verschillende personenwagens rijden nu langs de pechstrook om af te slaan naar de Assenedesteenweg. De laatste weken werden echter meerdere chauffeurs beboet omdat dit volgens de regels niet mag. De PVDA+-fractie vraagt om dit probleem op te lossen door het mogelijk te maken dat auto’s die naar de Assenedesteenweg moeten afslaan, over de pechstrook kunnen rijden. Hierdoor zouden drie rijstroken ontstaan: één voor verkeer dat links afslaat of keert, één voor rechtdoor rijdend verkeer en één om rechts af te slaan naar de Asenedesteenweg. Gezien de werken niet vroeger zullen klaar zijn, zoals eerst werd aangekondigd, is het nuttig om deze aanpassingen alsnog nog door te voeren. De heer Martin Acke antwoordt dat de politie heeft geadviseerd de pechstrook beschikbaar te houden voor de hulpdiensten (bij rood licht dreigt er ook op die strook file te ontstaan wat de doorstroming van de hulpdiensten zou belemmeren); bovendien is het aan het AWV om hierover te beslissen en toelating te geven wat weer een ganse administratieve procedure vergt daar waar de rotonde eind januari zal worden open gesteld; men meent dat het dus niet meer de moeite is om hier nog maatregelen te nemen omdat er tegen dan geen goedkeuring zal zijn verkregen. De heer Freddy De Vilder maakt van de gelegenheid gebruik om de gevaarlijke situatie aan te kaarten ter hoogte van het benzinestation op het kruispunt R4*Westkade , waar diverse chauffeurs zich bezondigen aan spookrijden op een deel van de R4.
PUNT II
GEHEIME ZITTING
1. BRANDWEERPERSONEEL – EFFECTIEVE INDIENSTNEMING AMBULANCIER 2. UITOEFENING VAN HET AMBT VAN FINANCIEELBEHEERDER VAN DE GEMEENTE DOOR EEN GEWESTELIJK ONTVANGER 3. BRANDWEERPERSONEEL – ONTSLAG STAGIAIR-BRANDWEERMAN 4. DADING MET BETREKKING TOT DE VERSPREIDING VAN NIET- GEADRESSEERDE DRUKWERKEN EN GELIJKGESTELDE PRODUCTEN
Hoogachtend In opdracht:
WILLY DE MEYER Gemeentesecretaris
Martin Acke Voorzitter gemeenteraad